NL8900915A - Inrichting voor tweezijdig bekleden en werkwijze voor het bekleden van een materiaalbaan. - Google Patents

Description

Inrichting voor tweezijdig bekleden en werkwijze voor het bekleden van een materiaalbaan.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aan twee zijden bekleden van een zich bewegende materiaalbaan tenminste omvattende een gestel en één of meer samenstellen van tegenover elkaar ter weerszijden van de baan opgestelde rotatiezeefdrukschablonen waarbij de te bekleden materiaalbaan met beide rotatiezeefdrukschablonen in aanraking verkeert alsmede een binnen elk der rotatiezeefdrukschablonen opgesteld mediumtoevoermiddel.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 6905679.

In bedoelde publikatie wordt een inrichting van de bovenbedoelde soort beschreven waarin een materiaal aan de twee zijden ervan wordt bedrukt met een patroon onder toepassing van zeefdrukschablonen met daarin opgenomen mediumtoevoermiddelen die in dit geval de vorm van rakels bezitten. Het substraat wordt bij voorkeur in neergaande richting bewogen en na verlaten van de aanrakingslijn tussen de twee tegenover elkaar liggende schablonen door een drooginrichting zoals een droogtunnel geleid die vertikaal is opgesteld. Bij vertikaal bewegen van het te bedrukken medium dient volgend op de bekledings- of drukpositie een drooginrichting te volgen om het beklede of bedrukte materiaal te drogen zodat daarna het materiaal in aanraking kan worden gebracht met geleidingsmiddelen zoals bijvoorbeeld walsen.

Een dergelijke opstelling levert problemen op in die gevallen dat de bedrukkings- of bekledingsbewerking bij hoge snelheid dient plaats te vinden.

Bij vertikaal bewegen van de baan kan dit tot een grote benodigde lengte van de drooginrichting leiden hetgeen in i vele bestaande gebouwen vaak niet mogelijk is; de in dat geval benodigde gebouwhoogte is veel groter dan in de meeste gebouwen gevonden kan worden.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel een inrichting van de bovenbedoelde soort te verschaffen die in gebouwen van normale omvang en met name normale hoogte ondergebracht kan worden.

Dit doel wordt voor een inrichting van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding bereikt doordat de inrichting is uitgerust voor het in hoofdzaak horizontaal transporteren van de te bekleden materiaalbaan en in elk der samenstellen van rotatiezeefdrukschablonen tenminste één der mediumtoevoermiddelen van een gesloten type is dat voorzien is van een spieetvormige uittree opening voor het bekledingsmedium die in aanraking is met de binnenwand van het betreffende rotatiezeefdrukschabloon.

Wanneer een inrichting van het bekende type zoals is beschreven in de eerder genoemde Nederlandse octrooiaanvrage 6905679 zodanig wordt uitgevoerd dat de materiaalbaan in hoofdzaak in horizontale richting wordt getransporteerd treedt er het probleem op dat er sprake is van een ongelijkmatig drukken of bekleden ondanks het feit dat de diverse instellingen zoals rakelhoek en rakeldruk in beide schablohen gelijk is. Dit hangt samen met het feit dat in een bij een dergelijke inrichting boven het te bedrukken substraat geplaatst schabloon de zwaartekracht werkt in dezelfde richting als waarin drukmedium transport plaatsvindt terwijl in het schabloon dat onder het te bedrukken substraat geplaatst is de zwaartekracht tegen de richting van het verplaatsen van drukmedium inwerkt.

Met name bij drukken met betrekkelijk lage snelheid zal dit tot ongewenste ongelijkheid van de bedrukkingsdichtheid leiden aan de twee zijden van het substraat. Bij toepassing van dezelfde schablonen, dezelfde rakelhoeken en dezelfde rakel-instellingen bij voorts volkomen gelijke rakels zou echter de bekledingsdichtheid aan beide zijden gelijk moeten zijn.

Een dergelijk probleem treedt bij de beschreven inrichting volgens de stand van de techniek niet op daar in dat geval de zwaartekracht op dezelfde wijze inwerkt op het transport van drukmedium door de perforaties van de toegepaste schablonen naar het substraat.

Door nu volgens de uitvinding bij een in hoofdzaak horizontaal bewegende materiaalbaan te werken met tenminste één mediumtoevoermiddel van een gesloten type wordt bereikt dat de bekledingsdichtheid aan de twee zijden van het horizontaal bewegende substraat op eenvoudige en reproduceerbare wijze ten opzichte van elkaar kan worden ingesteld zoals bijvoorbeeld gelijk gemaakt. Ook kan uiteraard een vooraf gekozen en reproduceerbaar in te stellen verschil tussen beide bekledingsdichtheden worden bereikt.

Door nu dus de inrichting volgens de uitvinding toe te passen wordt bereikt dat deze in normale gebouwen kan worden ondergebracht doordat de materiaalbaan in hoofdzaak horizontaal beweegt terwijl onder alle omstandigheden een vaste relatie tussen de bekledingsdichtheid aan beide zijden van het substraat kan worden ingesteld en gehandhaafd.

In het bijzonder zal in de hiervoor beschreven inrichting volgens de uitvinding het mediumtoevoermiddel van het gesloten type zich bevinden in het schabloon van het samenstel dat zich onder de getransporteerde materiaalbaan bevindt.

Doelmatig werkt met beide schablonen van een samenstel van rotatiezeefdrukschablónen een mediumtoevoermiddel van het gesloten type samen. In alle gevallen zullen de schablonen van een samenstel zich onder en boven de getransporteerde materiaalbaan bevinden en tegenover elkaar liggen zodanig dat de schablonen van een samenstel elkaar over een in hoofdzaak horizontale lijn raken en de materiaalbaan over bedoelde raaklijn in aanraking is met beide schablonen. Bij gebruik , van twee mediumtoevoermiddelen van het gesloten type zal de spieetvormige uittree opening van beide mediumtoevoermiddelen op dezelfde wijze ten opzichte van de eerder genoemde raaklijn zijn gepositioneerd zodat een volledige dekking van de projecties van bedoelde spieetvormige opening op het substraat plaatsvindt.

Opgemerkt wordt dat het hiervoor beschreven mediumtoevoermiddel van het gesloten type op zich bekend is uit de Europese octrooiaanvrage met publikatienummer 0285217. Bedoeld op zich bekend mediumtoevoermiddel van het gesloten type munt onder andere uit door egaliteit van de opbrengst gezien in de breedterichting van het substraat en derhalve in de lengterichting van het mediumtoevoermiddel.

Gebleken is nu dat door toepassing van een dergelijk mediumtoevoermiddel de mogelijkheid wordt verschaft om een inrichting voor het bekleden of bedrukken van een materiaalbaan samen te stellen waarbij de materiaalbaan in hoofdzaak horizontaal beweegt en waarbij bij gelijke instelling van gelijke mediumtoevoermiddelen aan de twee zijden van het substraat naar wens een volkomen identiek drukresultaat kan worden bereikt dan wel een vooraf bepaald instelbaar verschil tussen beide drukresultaten kan worden bereikt.

Onder drukresultaat wordt in dit geval verstaan bekledings-laagdikte; bekledingsdichtheid, kleurdiepte, of randscherpte en invulling.

In de onderhavige beschrijving wordt bedrukken en bekleden door elkaar gebruikt waarbij in het algemeen onder bekleden een egale dekkende bekleding wordt bedoeld terwijl onder bedrukken een patroonvormige bekleding wordt verstaan.

Indien het te bedrukken substraat in de vorm van een materiaalbaan een grote breedte bezit kan er doorbuiging van de huizen der mediumtoevoermiddelen optreden wat toch nog aanleiding zou kunnen geven tot een onegaliteit van opbrengst. Om een dergelijk nadeel op te heffen is met voordeel elk der mediumtoevoermiddelen voorzien van stelmiddelen om de doorbuiging van het mediumtoevoermiddel tegen te gaan.

In het bijzonder bestaan de stelmiddelen uit één of meer met het mediumtoevoermiddellichaam samenwerkende drukstangen die door aanspannen daarvan het mediumtoevoermiddel een aanvullende stevigheid verschaffen en waarmee in voorkomende gevallen een eventueel optredende doorbuiging gemakkelijk kan worden gecompenseerd.

Opgemerkt wordt dat het gebruik van trekstangen voor mediumtoevoermiddelen op zich bekend is uit de Franse octrooiaanvrage 2272840. Over de toepassing van trekstangen bij mediumtoevoermiddelen van een gesloten type die zijn opgesteld in schablonen die aanliggen aan de boven en onderzijde van een in hoofdzaak horizontaal bewegend substraat wordt in bedoelde publikatie niet gesproken. In verband met de vorm van het mediumtoevoermiddel zal in het algemeen gekozen worden voor een mediumtoevoermiddel waarin zich meerdere, bijvoorbeeld drie trekstangen bevinden om de gewenste compensatie te kunnen bereiken.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het bekleden van een materiaalbaan waarin eerst met behulp van één of meer samenstellen van tegenover elkaar ter weerszijden van de materiaalbaan opgestelde rotatiezeefdrukschablonen op beide zijden der materiaalbaan een bekleding wordt aangebracht en de bekleding aan één of meer drogingsbewerkingen wordt onderworpen.

De hiervoor aangegeven werkwijze wordt volgens de uitvinding gekenmerkt doordat deze wordt uitgevoerd met behulp van een inrichting waarin een materiaalbaan voorafgaand aan en tijdens de of elke droging in hoofdzaak horizontaal wordt getransporteerd en die is uitgevoerd op de wijze zoals hiervoor is beschreven volgens de uitvinding.

Door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding is het mogelijk om een substraat te verkrijgen dat aan twee zijden van een bekleding of bedrukking is voorzien waarbij de kwaliteit van de bekleding of bedrukking aan twee zijden een voorafbepaalde in te stellen verhouding ten opzichte van elkaar hebben. De verhouding kan zodanig zijn dat de drukkwaliteit, zoals bijvoorbeeld de dichtheid, dikte, kleurdiepte etc. aan beide zijden gelijk is; ook kan er voor gekozen worden om de eigenschappen van de bekleding of de bedrukking aan beide zijden van het substraat met een vaste waarde die van te voren is ingesteld van elkaar te laten verschillen.

De uitvinding zal nu worden beschreven met behulp van de enkele figuur waarin met 1 het aan twee zijden te bekleden of bedrukken substraat is aangeduid en 2 respektievelijk 3 de ter weerszijden van het substraat opgestelde schablonen weergeven.

Met 4 en 5 zijn twee mediumtoevoermiddelen van het gesloten type aangeduid zoals die zijn beschreven in de eerder genoemde Europese octrooipublikatie 0285217. De mediumtoevoermiddelen beschikken over flexibele rakelbladen 6, 7, 8 en 9 waarbij de enige opening gevormd wordt door de mediumuittrede openingen 10 en 11 die spieetvormig zijn en die aanliggen tegen de binnenzijde van de schablonen 2 en 3 die in aanraking verkeren met het te bedrukken substraat 1. Beide mediumtoevoermiddelen zijn in dit geval identiek gekozen zodat voor de verdere beschrijving der mediumtoevoermiddelen met de beschrijving van mediumtoevoermiddel 4 zal worden volstaan. De mediumuittrede spleet 10 is de enige opening die zich bevindt in de medium-verzamelruimte 15 die aansluit op een holte 14. Het medium wordt met behulp van niet nader aangegeven middelen toegevoerd in de mediumverdeelruimten 12 vanwaar dit medium via de nauwe kanalen 13 naar de holte 14 stroomt onder

Invloed van een met het mediumtoevoermiddel verbonden drukopwekkingsinrichting zoals een pomp.

Duidelijk is uit de hier geschetste figuur dat het mediumtoevoermiddel in dit geval een volledig gesloten mediumtoevoermiddel is die uitsluitend een mediumuittrede opening 10 bezit die aanligt tegen de binnenzijde van het schabloon 2. Door toepassing van een nauwkeurig regelbare pomp of bijvoorbeeld door toepassing van een drukvat met een nauwkeurig instelbare druk wordt een uitstekende dosering van drukmedium bereikt dat via de uittrede spleet 10 door de gaten van het toegepaste schabloon 2 stroomt en terecht komt op het bovenoppervlak van het horizontaal getransporteerde substraat 1. Dezelfde werking vindt plaats aan de onderzijde van het substraat door middel van het onder het substraat geplaatste schabloon 3. Het substraat heeft een transportsnelheid die in hoofdzaak gelijk is aan de omtrekssnelheden van de toegepaste schablonen 2 en 3. Bij de toegepaste mediumtoevoermiddelen van het gesloten type zal uiteraard een afsluiting aanwezig zijn die het mediumtoevoermiddel aan de uiteinden afsluit en waarbij ook een afsluiting aanwezig is die zorgt voor een zijdelingse begrenzing van de holte 14 en de drukmedium verzamelruimte 15. Het mediumtoevoermiddel is op niet nader aangegeven wijze bevestigd in de inrichting terwijl ook de schablonen en de aandrijving daarvan op niet nader aangegeven wijze aanwezig zijn in de inrichting. Bij het bedrijven van een dergelijke inrichting kan doelmatig op elk samenstel van twee schablonen een drooginrichting volgen die voor een zodanige droging zorgdraagt dat in een volgend samenstel weer een nieuwe bekleding of patroondeel kan worden opgedrukt. Ook kan de inrichting slechts één samenstel van schablonen omvatten waarna de daaropvolgende droging direkt de uiteindelijke droging is. De in combinatie met de inrichting volgens de uitvinding toegepaste droger zal in het algemeen een zogenaamde zweefdroger zijn, d.w.z. een droger van het type waarbij tijdens de droogbewerking het te drogen materiaal zweeft op een rangschikking van toevoermondstukken waardoor verwarmingsmedium zoals warme lucht wordt toegevoerd in zodanige hoeveelheden dat geen aanraking tussen het nog vochtige beklede substraat en bedoelde monstukken plaatsvindt. Elke aanraking van het substraat met bijvoorbeeld geleidingswalsen kan op die wijze worden vermeden totdat een voldoende droging heeft plaatsgevonden.

Wat betreft de toe te passen schablonen zal in het algemeen van naadloze metalen rotatiezeefdrukschablonen gebruik gemaakt worden, bijvoorbeeld nikkelen zeefdrukschablonen in fijnheden tussen 25 en 500 mesh (mesh is in dit geval het aantal gaten per strekkende inch) en dikten tussen 100 en 300 micrometer waarbij echter wordt opgemerkt dat van deze fijnheden afwijkende fijnheden en grotere of kleinere dikten eveneens kunnen worden toegepast.

Het te bedrukken substraat in de vorm van een materiaalbaan kan allerlei vormen bezitten zoals papier, textiel, kunststof-folie, vezelvlies enz.

In figuur 2 is schetsmatig aangegeven dat, om doorbuiging tegen te gaan, een mediumtoevoermiddel voorzien kan zijn van één of meer trekstangen 17, 18 en 19. Door aandraaien van de trekstangen kan een optredende doorbuiging die vooral optreedt bij lange mediumtoevoermiddelen, d.w.z. bij grote substraatbreedten, zeer nauwkeurig gecompenseerd worden waardoor zeer goede drukegaliteit verkregen wordt.

Voor de in de figuren toegepaste mediumtoevoermiddelen van het gesloten type geldt dat het rakelblad 6 aan zijn uiteinde voorzien is van een strip 16 uit materiaal met een geringe wrijvingscoëfficient zoals polytheen of teflon. Een dergelijke strip dient ertoe om een goede afsluiting tussen het uiteinde van het rakelblad 6 en de binnenzijde van het schabloon te verkrijgen om doorlaten van drukmedium bij het uiteinde te voorkomen.

Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot de toepassing van een mediumtoevoermiddel van een gesloten type zoals is aangegeven in de figuur. Ook de andere in de eerder genoemde Europese octrooipublikatie 0285217 beschreven mediumtoevoermiddelen kunnen worden toegepast, terwijl eveneens buiten de genoemde publikatie vallende mediumtoevoermiddelen van een gesloten type bruikbaar zijn.

Claims (6)

1. Inrichting voor het aan twee zijden bekleden van een zich bewegende materiaalbaan tenminste omvattende een gestel en één of meer samenstellen van tegenover elkaar ter weerszijden van de baan opgestelde rotatiezeefdrukschablonen waarbij de te bekleden materiaalbaan met beide rotatiezeefdrukschablonen in aanraking verkeert alsmede een binnen elk der rotatiezeefdrukschablonen opgesteld mediumtoevoermiddel met het kenmerk dat de inrichting is uitgerust voor het in hoofdzaak horizontaal transporteren van de te bekleden materiaalbaan (1) en in elk der samenstellen van rotatiezeefdrukschablonen (2, 3) tenminste één der mediumtoevoermiddelen (4, 5) van een gesloten type is dat voorzien is van een spieetvormige uittree opening (10, 11) voor het bekledingsmedium die in aanraking is met de binnenwand van het betreffende rotatiezeefdrukschabloon (2, 3).

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat van elk der samenstellen rotatiezeefdrukschablonen (2, 3) het mediumtoevoermiddel (4, 5) dat samenwerkt met het rotatiezeefdrukschabloon (2, 3) dat zich onder de getransporteerde materiaalbaan (1) bevindt een mediumtoevoermiddel (4, 5) van het gesloten type is.

3. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat met beide rotatiezeefdrukschablonen (2, 3) van een samenstel van rotatiezeefdrukschablonen (2, 3) een mediumtoevoermiddel (4, 5) van het gesloten type samenwerkt.

4. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-3 met het kenmerk dat elk der mediumtoevoermiddeleh(4, 5) is voorzien van stelmiddelen om de doorbuiging van het mediumtoevoermiddel tegen te gaan.

5. Inrichting volgens conclusie 4 met het kenmerk dat de stelmiddelen bestaan uit één of meer met het mediumtoevoermiddellichaam samenwerkende trekstangen (17, 18, 19) .

6. Werkwijze voor het bekleden van een materiaalbaan waarin eerst met behulp van één of meer samenstellen van tegenover elkaar ter weerszijden van de materiaalbaan opgestelde rotatiezeefdrukschablonen op beide zijden der materiaalbaan een bekleding wordt aangebracht en de bekleding aan één of meer drogingsbewerkingen wordt onderworpen met het kenmerk dat de werkwijze wordt uitgevoerd met behulp van een inrichting waarin de materiaalbaan (1) voorafgaand aan en tijdens de of elke droging in hoofdzaak horizontaal wordt getransporteerd en die is uitgevoerd zoals is aangegeven in één of meer van de voorgaande conclusies 1-5.