NL8801909A - Opneembout voor hamer van hamermolen. - Google Patents

Description

ί - 1 - *

Opneeiribout voor hamer van hamermolen.

De uitvinding heeft betrekking op een opneembout voor vlakvormig uitgevoerde hamer voor hamermolens, die bij voorkeur worden gebruikt voor het verkleinen van voer-middelen in de mengvoerindustrieien''de landbouw.

5 Er zijn technische oplossingen in hamermolens bekend, waarin vlakvormig uitgevoerde hamers concentrisch in geregelde volgorde draaibaar ten opzichte van de rotoras zijn opgesteld. De hoge omtreksnelheid van de hamers, die voor een energie-economische verkleining van de voermiddelen 10 nodig zijn, en de betrekkelijk hoge slijtage van de slagkanten zijn bepalend voor een constructief compromis met betrekking tot plaatshoeveelheid van de slagkant door benutting van de werkstofparameter,draagbaarheid als beveiliging tegen mechanische overbelasting en vermijding 15 van ontstekingsbronnen, opname van de hoge radiale en om-trekkrachten van de hamers en eenvoudiger vervangbaarheid.

Het is algemeen gebruikelijk, dat in de hamer één of twee boringen symmetrisch ten opzichte van de as, die door het zwaartepunt van de hamer gaat, zijn aangebracht en deze 20 boringen dienen voor het opnemen van de bout van de hamer, die weer in opneemboringen van de rotorschijf gevoerd en axiaal vergrendeld is.

Bij de bekende oplossingen volgens Duits Octrooi-schrift Nr. 2.935.768 en Duits Octrooischrift Nr. 3.011.427 25 is de beschikbaarstelling van een nieuwe slagkant na verandering van de draairichting van de rotor van de hamermolen alleen maar mogelijk door verhangen van de hamers van het gehele hamerpakket.

De doorsnede van de hamerbout is afgestemd op de 30 boring in de hamer. Het verhangen van de hamer betekent, ofschoon aan alle eisen van funktionele en duurzame beschikbaarheid wordt voldaan, en de uitvoering technologisch eenvoudig is, een hoge fysieke belasting voor het bedieningspersoneel en vergt een zekere ervaring.

35 Er zijn ook oplossingen bekend, waarbij de boringen in de hamer ten opzichte van een verbindend langsgat symmetrisch tot zijn zwaarteas of zwaarteassen bij vlakvormig uitgevoerde hamers met meer dan vier slagkanten zonder of .8801909 * - 2 - « met vernauwingen van de doorsnede zijn uitgevoerd.

Doel van deze oplossingen is het beschikbaar stellen van een nieuwe scherpe slagkant zonder demonteren van het gehele hamerpakket en de daarmee verbonden vermindering van 5 de fysische belasting en verhoging van de inzettijd van de hamermolens in het technologische proces.

Bij de bekende oplossingen volgens Russisch Octrooi-schrift Nr. 408.654 en Russisch Octrooischrift Nr. 376.116, alsmede Brits Octrooischrift Nr. 2.035.840 en Brits Octrooi-10 schrift Nr. 2.076.310 werd de geometrische vorm van de opneembout voor de hamers gedeeltelijk in de breedte van het langsgat zonder doorsnedewijzigingen, gedeeltelijk met doorsnedewijzigingen in de nabijheid van de hamer, afgestemd op het aantal hamers per opneembout, aangepast Deze geome-15 trische vormen van de bout in verbinding met de speciaal uitgevoerde hamers maken het beschikbaar stellen van een nieuwe slagkant zonder demonteren van de opneembout mogelijk Deze oplossingen laten een niet-beoogde kantenwisseling toe door door slijtage bepaald gewichtsverlies van de hamer, en 20 leiden daardoor tot niet-beoogd tekort aan kinetische energie van de rotor bij verdere bedrijfsduur.

Een gunstige oplossing zou volgens Brits Octrooischrift 2.035.840 worden bereikt, waarbij veerelementen een niet-beoogd doorschuiven van de hamers verhinderen. Dat 25 wordt echter alleen maar bereikt als de voorspankrachten overeenkomstig groot worden gekozen. Deze oplossing heeft het nadeel dat de voorspankrachten zo groot gekozen moeten worden, dat ook bij inwerking van een vreemd lichaam een doorschuiven van de hamer wordt verhinderd.

30 Dat heeft tot gevolg, dat de hamers alleen met tech nische hulpmiddelen in- en uitgebouwd kunnen worden en daardoor noodzakelijkerwijze de draaibare ophanging van de hamers wordt opgegeven.

De uit Duits Octrooischrift Nr. ,2.90 7.561 bekende 35 inrichting heeft betrekking op hamermolens met zeer grote hamers, zodat de massa van de gehele reeks hamers de draag-stang zo sterk belast, dat een uittrekken van de draagstang alleen dan mogelijk is, als het hamerpakket wordt opgetild. Het in de hamer aangebrachte langsgat oefent niet de funk-40 tie van plaatsbeperking uit, maar dient als aanslag bij het .8801909 - 3 - r optillen van het hamerpakket. De afzonderlijke hamer heeft een zo grote eigen massa, dat zelfs bij het met geweld uitslaan van de draagstang en het daarmee verbonden uitvallen van de hamers tot in het molenhuis, het optillen en sorte-5 ren van de hamers een grote fysieke inspanning betekent.

De inrichting dient bij het draaien van de hamers als last-opnamemiddel en wordt in de daar weergegeven vorm alleen om zijn loodrechte as over 180° gedraaid, er wordt derhalve slechts één nieuwe slagkant op dezelfde slagzijde van de 10 hamer beschikbaar gesteld.

De oplossing volgens WP 230.697 met asymmetrische uitsparing in de hamer en zijn voraf vastgelegde grenzen, de conform de grenzen gevormde vermindering van de doorsnede van de opneembout met inbegrip van de plaatsvastlegging van 15 de gebieden van de doorsnedevermindering, betrokken op de draaias van de rotor, maken de kantenverwisseling van de hamer bij het doorschuiven zonder technische hulpmiddelen manueel en zonder plaatsverandering mogelijk. De veerelemen-ten met geringe voorspankracht dienen voor de plaatsbepa-20 ling langs de opneembout en voor het opnemen van de zwaarte-krachtkomponent bij de uitloop van de hamermolen. Ze hebben geen invloed op het bereiken en handhaven van de werkposi-tie van de hamers.

Deze oplossing heeft echter het nadeel, dat het ge-25 bruik van vormvaste afstandhulzen en van hamerreeks tot hamerreeks versprongen opgestelde banen van de hamers, de doorsnedeveranderingen in de hoogte van de hamers verschillend moeten worden opgesteld. Dat betekent hogere technologische kosten, geringere standaardiseringsgraad en hogere 30 magazijnkosten bij fabrikant en gebruiker.

Als veerelementen van passende kracht worden gebruikt treden de voornoemde nadelen niet op, maar vereist de hoge specifieke belasting van de gehele rotor speciale veerelementen. In het bijzonder bij hamermolens met hoog debiet 35 en/of hoog gehalte aan vreemde lichamen voert de zich noodzakelijkerwijze optredende slijtage en het uitvallen van veerelementen door breuk door gewei, tot beïnvloeding van de funktie van de hamermolen, daar de hamers zich vrij kunnen bewegen binnen de rotorschijf.

40 De uitvinding heeft ten doel een opneembout te ver- .8801909 * - 4 - schaffen, die uit twee elementen bestaat en vlakvormig gevormde hamermolenhamers met Uitsparingen, die een asymmetrische vorm langs hun lengteas vertonen, opneemt en dat de vier slagkanten van de hamer opeenvolgend zonder demonteren 5 van het hamerpakket, slechts door het verwijderen van een element van de opneembout, kunnen worden benut.

De uitvinding heeft ten doel een opneembout te verschaffen voor hamermolemhamers met asymmetrische uitsparing, die voor alle hamerreeksen uniform is uitgevoerd en 10 de positiè van de hamers door vormvaste afstandhulzen vastlegt en daardoor afgezien kan worden van de zwakke speciale veerelementen, de slingerbeweging van de hamers in de werk-positie instand gehouden wordt en de niet-beoogde zijdewis-seling van de slagkanten verhinderd wordt::. De opneembout 15 garandeert de voorbereiding van de wisselpositie gelijktijdig met de manuele wisseling van de slagkanten zonder demonteren van het totale hamerpakket en de draaiing van de opneembout in een bepaalde positie.

Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt, door-20 dat de opneembout over zijn gehele lengte bestaat uit een van elkaar los te maken dragend en een blokkerend element en in werkpositie bij gebruik van afstandhulzen, door hun inwendige diameter en door de boringen in de rotorschijven wordt gecentreerd. Het dragende element heeft de doorsnede-25 vorm van een met een cirkelsegment verminderd cirkelvlak en komt overeen in zijn kleinste afmeting met ongeveer de breedte van de asymmetrische uitsparing in de hamermolen-hamer en is in de grensgebieden op deze afgestemd. Het blokkerende element heeft zo een geometrische vorm, die aan het 30 raakvlak tussen dragend en blokkerend element een raking volgens een lijn vertoont en tussen het blokkerende element, de boringen van de rotorschijven en de vormvaste afstandhulzen lijn- resp. vlakraking vertoont, waarbij het blokkerende element tenminste eenzijdig door vorm of krachtslui-35 ting verbonden is met het dragende element. Een axiale/ radiale borg grijpt in de groeven van het dragende element en zet bovendien de axiale positie van de geheld opneembout alsmede de radiale positie van de doorsnedevorm van het dragende element vast. De axiale/radiale borg is. verwiijder-40 baar verbonden met de buitenste rotorschijf.

.8801909 4 - 5 -

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van onderstaand uitvoeringsvoorbeeld.

De bijbehorende tekeningen tonen in Fig.1 - de hamerophanging in langsdoorsnede 5 Fig.2 - de werkpositie van Fig.l met axiale/radiale borg Fig.3 - het dragende element van de opneembout Fig.4 - het blokkerende element van de opneembout Fig.5 - het bovenaanzicht van Fig.3

De hamermolenhamers 3 draaien in werkpositie met hoge 10 omvangssnelheid in omloopbanen, die door vormvaste afstand-hulzen 4 worden voorgeschreven, De radiale en omtrekskrach-ten, die tijdens het verkleiningsproces op de slagkant van de hamermolenhamer 3 werken, worden door de opneembout, die bestaat uit een dragend element 2 en een blokkerend element 15 1, overgebracht op de rotorschijven 5. De hamermolenhamer 3 steunt op de boutdiameter 7 van het dragende element 2.

De bouthoogte 8 komt ongeveer overeen met de asymmetrische uitsparingsbreedte 8a in de hamermolenhamer. De opneembout, die bestaat uit zijn beide elementen 1 en 2, komt in zijn 20 totale diameter 7 overeen met de boringdiameter 7a in de hamermolenhamer. Het blokkerende element 1 is vormvast aangebracht over de knie met het dragende element 2 door een groef 9 en een axiale/radiale borg 6, die verwijderbaar verbonden is met de rotorschijf 5. Daardoor wordt het 25 dragende element 2 öirekt en het blokkerende element 1 indirekt in een vaste positie gezet, zodat de hamermolenhamer 3 overeenkomstig kan steunen op de boutdiameter 7. Bij een uitwijking van de hamermolenhamer 3, zelfs over 90°, kan de hamer geen niet-beoogde zijdeverwisseling uitvoeren, 30 daar de boutdiameter 7 van de opneembout groter is dan de uitsparingsbreedte 8a van de uitsparing in de hamer. De afstandhulzen 4 en rotorschijven 5 centreren de elementen 1, 2 zodanig, dat de blokkeringsmaat 7, 7a voortdurend gegarandeerd is en gelijktijdig wordt het blokkerende element 35 1 beschermd tegen slijtage en vervorming door vreemde lichamen. Als ëën van de vier slagkanten versleten is, wordt de beschikbaarstelling van een nieuwe scherpe slagkant noodzakelijk. Dat geschiedt zonder demonteren en weer opbouwen van het gehele hamerpakket, maar zodanig, dat de axiale/ 40 radiale borg 6 wordt afgenomen van de rotorschijf 5 en uit .8801909

V

- 6 - * de gleuf 10/ waarvan de breedte overeenkomt met de plaat-dikte van de axiale/radiale borg, verwijderd wordt. Daar de hamermolenhamers 3 bij stilstand steunen op de boringdiame-ter 7a en in vrije beweegbaarheid op de boutdiameter 7 van 5 het dragende element 2, blijft het blokkerende element 1 vrij van krachten. Met handkracht kan nu het blokkerende element 1 worden verwijderd. Daarna wordt de hamer 3 over ten hoogste 90° gedraaid en in de positie gebracht, waarin de uitsparing 8a in de hamermolenhamer 3 en de bouthoogte 8 10 van het dragende element 2 tegenover elkaar staan. De door-schuifpositie is ingenomen en de hamermolenhamer 3 wordt over de doorsnede van het dragende element 2 tot in zijn eindpositie doorgeschoven. Onafhankelijk welke positie de hamermolenhamer 3 na het doorschuiven inneemt ten opzichte 15 van de rotoras, garandeert de centrering van de hamers 3 door middel van de afstandhulzen 4 en de boringen van de rotorschijven 5 een moeiteloos monteren van het blokkerende element 1. Daarna wordt de axiale/radiale borg 6 aan de rotorschijf 5 bevestigd en is de hamer 3 weer gereed voor 20 bedrijf.

Nadat alle vier de slagkanten versleten zijn moeten het blokkerende element 1, het dragende element 2 en de afstandhulzen 4 gedemonteerd worden. De montage van nieuwe groepen hamers geschiedt met besparing van arbeidstijd, 25 doordat de afstandhulzen 4 met hamers 3 alleen maar op het dragende element wordt gestoken e>n daarna worden hét blokkerende element en de axiale/radiale borg 6 ingebouwd.

Betekenis-overzicht Opneembout voor hamer van: hamermolen 30 1 - blokkerend element ) 2 - dragend element j opneembout 3 - hamer van hamermolen 4 - afstandhuls 5 - rotorschijf 35 6 - axiale-radiale borg 7 - boutdiameter 7a - boringdiameter 8 · - bouthoogte 8a - uitsparingsbreedte in de hamer van de hamermolen 40 9 gleuf 10 — gleuf .8801909

Claims (2)

1. Opneembout voor hamers van een hamerslagmolen, waarvan de ophangboringen door asymmetrisch gevormde uitsparingen met de lengteas verbonden zijn, met het kenmerk , dat de opneembout over zijn gehele lengte 5 tussen de rotorschijven (5) bestaat uit twee van elkaar los te maken elementen, een dragend element (2) en een blokkerend element (1), die door de cirkelvormige boringen van de rotorschijven (5) en door buisvormig uitgevoerde afstand-hulzen (4) voor het vastzetten van de hamers (.3) van de 10 hamermolen op een bepaalde omloopbaan vormvast en axiaal verschuifbaar verbonden worden, waarbij het dragende element (2) van de opneembout het doorsnedeopperblak van een met een cirkelsegment verminderd cirkelvlak heeft en de bouthoogte (8) ongeveer overeenkomt met de asymmetrische 15 uitsparingsbreedte (8a) in de hamer van de hamermolen en het blokkerende element (1) in zijn geometrische vorm zo is uitgevoerd, dat het aan het raakvlak tussen dragend en blokkerend element een lijnraking heeft en tussen blokkerend element (1), de boringen van de rotorschijven (5) en 20 de vormvaste afstandhulzen (4) lijn- of vlakraking heeft, en het blokkerende element vorm- en/of krachtvast verbonden is met het dragende element (2) en in de gleuf (9) van het dragende element (2) grijpte, en een axiale/radiale borg (6) is aangebracht in de gleuf (10) , die verwijderbaar aan 25 één van de rotorschijven (5) is aangebracht.

2. Opneembout volgens conclusie 1, m e t het kenmerk , dat het blokkerende element (1) het door-snedevlak van een cirkel of een ellips heeft. 30 .8801909