NL8800926A - Gebruik van 17-ketosteroiden. - Google Patents

Gebruik van 17-ketosteroiden. Download PDF

Info

Publication number
NL8800926A
NL8800926A NL8800926A NL8800926A NL8800926A NL 8800926 A NL8800926 A NL 8800926A NL 8800926 A NL8800926 A NL 8800926A NL 8800926 A NL8800926 A NL 8800926A NL 8800926 A NL8800926 A NL 8800926A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
compound
hiv
prophylaxis
therapy
infection
Prior art date
Application number
NL8800926A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194728B (nl
NL194728C (nl
Original Assignee
Colthurst Ltd
Prendergast Patrick Thomas
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Colthurst Ltd, Prendergast Patrick Thomas filed Critical Colthurst Ltd
Publication of NL8800926A publication Critical patent/NL8800926A/nl
Publication of NL194728B publication Critical patent/NL194728B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194728C publication Critical patent/NL194728C/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07JSTEROIDS
    • C07J51/00Normal steroids with unmodified cyclopenta(a)hydrophenanthrene skeleton not provided for in groups C07J1/00 - C07J43/00
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K31/00Medicinal preparations containing organic active ingredients
    • A61K31/56Compounds containing cyclopenta[a]hydrophenanthrene ring systems; Derivatives thereof, e.g. steroids
    • A61K31/565Compounds containing cyclopenta[a]hydrophenanthrene ring systems; Derivatives thereof, e.g. steroids not substituted in position 17 beta by a carbon atom, e.g. estrane, estradiol
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K31/00Medicinal preparations containing organic active ingredients
    • A61K31/66Phosphorus compounds
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K31/00Medicinal preparations containing organic active ingredients
    • A61K31/70Carbohydrates; Sugars; Derivatives thereof
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K31/00Medicinal preparations containing organic active ingredients
    • A61K31/70Carbohydrates; Sugars; Derivatives thereof
    • A61K31/715Polysaccharides, i.e. having more than five saccharide radicals attached to each other by glycosidic linkages; Derivatives thereof, e.g. ethers, esters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K36/00Medicinal preparations of undetermined constitution containing material from algae, lichens, fungi or plants, or derivatives thereof, e.g. traditional herbal medicines
    • A61K36/18Magnoliophyta (angiosperms)
    • A61K36/185Magnoliopsida (dicotyledons)
    • A61K36/25Araliaceae (Ginseng family), e.g. ivy, aralia, schefflera or tetrapanax
    • A61K36/258Panax (ginseng)
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K39/00Medicinal preparations containing antigens or antibodies
    • A61K39/395Antibodies; Immunoglobulins; Immune serum, e.g. antilymphocytic serum
    • A61K39/39533Antibodies; Immunoglobulins; Immune serum, e.g. antilymphocytic serum against materials from animals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K45/00Medicinal preparations containing active ingredients not provided for in groups A61K31/00 - A61K41/00
    • A61K45/06Mixtures of active ingredients without chemical characterisation, e.g. antiphlogistics and cardiaca
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P31/00Antiinfectives, i.e. antibiotics, antiseptics, chemotherapeutics
    • A61P31/12Antivirals
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P31/00Antiinfectives, i.e. antibiotics, antiseptics, chemotherapeutics
    • A61P31/12Antivirals
    • A61P31/14Antivirals for RNA viruses
    • A61P31/18Antivirals for RNA viruses for HIV
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07JSTEROIDS
    • C07J31/00Normal steroids containing one or more sulfur atoms not belonging to a hetero ring
    • C07J31/006Normal steroids containing one or more sulfur atoms not belonging to a hetero ring not covered by C07J31/003
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K38/00Medicinal preparations containing peptides

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Natural Medicines & Medicinal Plants (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Mycology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Microbiology (AREA)
  • Virology (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • Communicable Diseases (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Alternative & Traditional Medicine (AREA)
  • Biotechnology (AREA)
  • Botany (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Immunology (AREA)
  • Oncology (AREA)
  • Tropical Medicine & Parasitology (AREA)
  • AIDS & HIV (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)
  • Steroid Compounds (AREA)
  • Acyclic And Carbocyclic Compounds In Medicinal Compositions (AREA)
  • Organic Low-Molecular-Weight Compounds And Preparation Thereof (AREA)

Description

i *· VO 1094
Gebruik van 17-ketosteroiden.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebruik van bepaalde 17-ketosteroiden in de profylaxe en therapie van retro-virale infecties of een complicatie of gevolg daarvan. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van genoemde 5 17-ketosteroiden in de profylaxe en therapie van retrovirale infecties die tot een te kort schieten van het immuunsysteem leiden waaruit de ontwikkeling van opportunistische infecties en bepaalde kankers resulteert. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op het gebruik van de 17-ketosteroiden in de profylaxe en thera-10 pie van retrovirale infecties die verantwoordelijk worden geacht voor het Acquired Immune Deficiency Syndrome (AIDS) en de samenhangende ziekte AIDS Related Complex (ARC). Men neemt aan dat AIDS en ARC resulteren uit een infectie door het Human Immunodeficiency Virus (HIV) en antilichamen daartegen worden aangetroffen in het serum van na-15 genoeg alle personen met AIDS of ARC diagnose.
Lymphadenopathy-associated virus (LAV) en human T-lymphotrophic virus type III (HTLV-III), evenals verwante retrovirussen, zijn uit een groot aantal AIDS-patienten geïsoleerd. Al deze virussen hebben belangrijke eigenschappen gemeen. HTLV-III en LAV worden 20 thans opgevat als stammen van hetzelfde virus, waaraan de naam Human Immunodeficiency Virus (HIV) is gegeven.
AIDS is een ziekte die gekarakteriseerd wordt door een verlies van cel-gemedieerde immuniteit en de ontwikkeling van frequente en uiteindelijk fatale opportunistische infecties. De diagnose van 25 AIDS is een klinische diagnose, gedefinieerd als "the occurrence of an illness predictive of a defect in cell-mediated immunity occurring in an individual with no known cause for dimished resistance to that disease" (Lane, H.C. & Fauci, A.S. Ann. Rev. Immunol. 1985, 3, 477-500).
30 Het gebruik van de term HIV omvat het retrovirus HIV-1 of HIV-2 (Human Immunodeficiency Virus Type 1 en Human Immunodeficiency Virus Type 2), dat in 1983 ontdekt werd. HIV valt aan op en vermindert de aantallen van een subset van witte bloedcellen die als T-lymfocyten bekend zijn. Op hetzelfde vlak van deze T-lymfocyten 35 wordt een molecuul tot expressie gebracht dat als CD4 bekend staat .8800926 i -2- Η ' (zulke cellen zijn ook bekend als T4-cellen). Dergelijke lymfocyten, waarvan de meeste deel uitmaken van datgene wat functioneel aangeduid wordt als de helper/inducer subset, vormen de meerderheid van rijpe T-cellen. Een andere omvangrijke subset van T-cellen brengen het 5 CD8 molecuul op hun celoppervlak tot expressie (dergelijke cellen staan ook bekend als T8-cellen). De meeste hiervan worden geklassi-ficeerd als suppressor/cytotoxische cellen. Normaliter is T4/T8 verhouding 1,5 - 2,0. In AIDS patiënten echter is deze verhouding omgekeerd als gevolg van een afname in de absolute aantallen van 10 T4-cellen, terwijl gewoonlijk normale aantallen T8-cellen behouden blijven.
T4-cellen vertonen een specifieke herkenning en vermeerdering in respons op antigenen die ze in het lichaam tegenkomen, terwijl ze tegelijkertijd een verscheidenheid van als lymfokines bekend 15 staande eiwitten afgeven die andere cellen van het immuun systeem reguleren. Op signalen van T4-cellen, herkennen B-lymfocytcellen antigenen en scheiden specifiekeantilichamen uit voor neutralisatie of eliminatie van antigene bacteriën en virussen welke door lichaamsvloeistoffen tussen cellen voortbewegen. Ook worden op signalen van 20 T4-cellen, cytotoxische T-cellen (MT8") geactiveerd om met intracellulaire pathogenengeïnfecteerde cellen te doden. Verder moduleren T4-cellen de activiteiten van cellen van het immuunsysteem die bekend staan als natural killer cellen en macrofagen, die een rol spelen ±i. <fe respons op infecties en wellicht op beginnende 25 maligniteiten.
Een kritiek en vroeg gebeuren in HIV-infectie omvat de aanhechting van het virus, via zijn mantel glycoproteïne, aan een receptor op het oppervlak van een ontvankelijke T4-cel, het CD4-molecuul. Het CD4-molecuul op het oppervlak van de T4-cel blijkt 30 potentiële doelcellen te onderscheiden van HIV en als het receptor molecuul te werken dat het virus bindt en infectie en daaropvolgende virale replicatie alsmede de cytopathische gevolgen van virale infectie mogelijk maken.
De immunodeficiency van AIDS toont duidelijk het belang van 35 T4-lymfocyten aan. Door het verlies van deze cellen reageren de resterende T-lymfocyten van AIDS-patiënten in mindere mate of in .8800526 r -3- het geheel niet op antigenen en vertonen ze een minder dan normale productie van essentiële immuno-regulerende factoren. Als gevolg van hun geringere aantallen en functionele capaciteit, zijn T4-cellen niet in staat om hun noodzakelijke rol te spelen die een 5 richting geven aan de rijping van B-cellen en cytotoxische T-cellen.
Het vermogen van AIDS-patienten tot antilichaamreacties tegen nieuwe antigenen wordt in ernstige mate aangetast, hoewel paradoxaal vaak hoge concentraties van antilichamen tegen eerder ontmoete antigenen waaronder HIV aanwezig zijn in sera van patiënteri(Institute of Medicine, 10 National Academy of Science, Confronting AIDS, Washington, D.C.
National Academy Press 1986, blz. 37-44 en 177-199).
Momenteel worden AIDS en ARC overwegend aangetroffen in bepaalde risicogroepen als homosexuelen, intraveneuze drugsgebruikers, en personen die veelvuldige transfusies of producten zoals Factor 15 VIII uit bloed hebben ontvangen. Bloeddonors worden thans routinematig onderzocht op antilichamen tegen HIV en bijgevolg zal in de toekomst verspreiding van HIV via bloedtransfusies en van bloed afgeleide produkten hopelijk niet tot overdracht van AIDS leiden. AIDS wordt ook in toenemende mate in de heterosexuele bevolking aange-20 troffen.
Er komen steeds meer bewijzen dat macrofaag/monocyt infectie een vitale factor is in het voortduren en voortgang van HIV-infectie, in het op gang brengen van hersenbeschadiging die in AIDS optreedt en in het induceren van het instorten van het immuunsysteem, zoals 25 blijkt uit de uiteindelijke vergaande verdwijning van T4-lymfocyten.
Doer Crowe et al. is aangetoond met behulp van anti-HIV p24 anti-lichaam, dat monocyt/macrofagen met HIV kunnen worden geïnfecteerd.
Zij hebben aangetoond dat tot 70% van cellen uit individuele donors geïnfecteerd kon worden (AIDS Research and Human Retroviruses, 30 Vol.3, No.2, 1987, blz. 135). Nicholson at al. hebben een HTLV-III/ LAV-geïnduceérd effect in monocyt-functie in plaats van (of naast) een intrinsiek defect in overlevende T-cellen voorgesteld als verklaring voor waargenomen abnormaliteiten in T-cel analyses die mohocyt-afhankelijk zijn zoals de Phytolacca americana ("pokeweed") mito-35 geen-geïnduceerde Ig synthese .en vermeerderingsreacties op oplosbare antigenen. Deze T-cel-analyses zijn eerder als abnormaal be- .880092* -4- schreven, zelfs bij analyse als T-cel subsets (The Journal of Immunology, Vol. 137, No.1, 1986, blz. 323).
Aangezien het bekend is dat de eerste gebeurtenis plaatsvindt wanneer een vreemd materiaal (bijvoorbeeld een virus) het 5 lichaam binnenkomt, zijn opname door mononucleaire fagocyten is, is denkbaar dat deze cellen een primair doelwit voor HIV vertegenwoordigen. Door Gartner et al is aangetoond dat de virusproductie door HTLV-III/LAV geïnfecteerde macrofagen hoog en langdurig was, hetgeen een aanwijzing vormt dat deze cellen een rol kunnen spelen 10 in de virus verspreiding en blijvende aanwezigheid. Zij hebben aangetoond, dat HTLV-III/LAV/replicatie in macrofagen volledig produk-tief was in de situaties die door hen werden onderzocht(Science Vol. 233, 1986, blz. 215).
Salahuddin et al. namen waar dat in vitro longmacrofagen met 15 HTLV-III geïnfecteerd kunnen worden en minder ontvankelijk lijken te zijn voor de fytopatische effecten van dit retrovirus, hetgeen suggereert dat weefselmacrofagen beschouwd moeten worden als potentiële reservoirs voor HTLV-III in vivo (Blood, Vol. 68, No.1, 1986, blz. 281).
20 Ho D.D. et al namen waar dat normale van bloed afgeleide monocyten/macrofagen ontvankelijk bleken voor infectie in vitro met human T Lymphotropic virus III (HTLV-III), het etiologische agens van het Acquired Immune Deficiency Syndrome. Bovendien werd HTLV-III teruggevonden uit monocyten/macrofagen van patiënten die 25 met dit virus geïnfecteerd waren. Derhalve werd gepostuleerd dat met HTLV-III geïnfecteerde monocyten/macrofagen kunnen fungeren als transportmiddel voor het verspreiden van het virus naar doelorganen en als reservoir voor voortdurende aanwezigheid van virus, zoals voor andere lentivirussen is aangetoond waaronder visna virus en 30 caprine arthritis encephalitis virus (J. Clin. Invest., Vol.77, 1986, blz. 1712).
Hoewel een antiviraal middel dat alle infecterende HIV zou kunnen doden of zijn replicatie volledig zou kunnen verhinderen (en tegelijkertijd een aanvaardbaar toxiciteitsprofiel bezit) 35 duidelijk gewenst is, is de situatie dat een dergelijk middel momenteel niet beschikbaar is.
.8800926 -5-
Met hèt groeiende inzicht in de rol die macrofagen kunnen spelen in de pathogenese van AIDS, is duidelijk dat een effectieve antivirale strategie een benadering vereist die geïnfecteerde macrofagen kan behandelen en infectie van deze cellen kan verhinderen. Momenteel 5 zijn azidothymidine (AZT) en pentamidine-isethionaat (PENTAM 300) de enige door F.D.A. goedgekeurde antivirale middelen voor de behandeling van AIDS. Zoals hierna wordt aangetoond is AZT volledig ineffectief voor het verhinderen van macrofage infectie of het moduleren van HIV produktie door geïnfecteerde macrofagen. Toediening van 10 AZT over lange tijdsperioden is gebleken aanleiding te geven tot ongewenste neveneffecten, zoals anaemie, waardoor bloedtransfusie nodig wordt, leukopenie en neutropenie.
De meeste antivirale verbindingen zijn nucleosiden, waaronder bijvoorbeeld AZT.
15 Veel van de 17-ketosteroiden functioneren als hormonen en omvatten sexhormonen of voorlopers daarvan en hormonen die metabolisme reguleren. Dehydroepiandrosteron (DHEA) is zo’n 17-ketosteroide dat een voorloper is van zowel androgenen als estrogenen en bovendien belangrijke metabolische effecten heeft. Deze effecten komen voort 20 uit zijn inhibitore werking op enzymen zoals glucose-6-fosfaat dehydrogenase en NADH-oxydase. Bovendien heeft DHEA een inhibitore werking op mitotische activiteit en op de permeabiliteit van membranen (Jiri Sonka, Acta Universitatis Carolinae Medica Monographia LXXI -1976. Het effect van DHEA op enzymen zoals glucose-6-fosfaat 25 dehydrogenase en NADH oxydase leidt vooral tot inhibitie van de pentosecyclus en van het cytochroom systeem, die beide de aanvoer van bouwstoffen en energie, nodig voor biosynthetische processen, in het bijzonder voor groei en regeneratie van weefsel, beperken.
Een van de belangrijkste voorwaarden voor groei is een adequate 30 toevoer van energie (ATP) en bouwstoffen voor de synthese van nucleïnezuren.DHEA regelt alle 1¾ deze processen als een inhibitor van NADH-oxydase en glucose-6-fosfaatdehydrogenase en glucose-6-fosfaat dehydrogenase. Gevonden is dat DHEA enkele van de metabolische afwijkingen en levercirrhose onderdrukt, en pijn verlaagt 35 bij ischemische hartziekte, in het bijzonder angina pectoris, door weefselademhaling te beperken. DHEA is gebruikt voor de behande- .8800826 « -6- ling van menopauze,emotionele instabiliteit, depressie en stress.
Personen die een genetisch tekort aan glucose-6-fosfaat-dehydrogenase hebben, zijn betrekkelijk resistent tegen Falciparum Malaria en hebben veel kleinere aantallen protozoën in hun erythro-5 cyten dan normale personen (Motulski, A.G. 1975, in "The Role of Natural Selection in Human Evolution", Ed. Salzano, S. Amsterdam,
New Holland, biz. 271 en Luzzato, L. et al., Science, 164, 839,1969).
DHEA en verwante verbindingen zijn in staat om hun kolonievormende vermogen van humane periferaal bloed mononucleaire 10 (PBM) cellen die geïnfecteerd zijn met Epstein-Barr virus (een herpes virus) in concentraties van 10-100 micromolair te verlagen (Carcinogenesis, Vol.2, blz. 883-886, 1981).
DHEA remt ook de complementactivering en is daardoor van waarde in de profylaxe van erfelijk Angioneurotisch Oedeem (Hidvegi 15 et al., Complement 1; 201, 1984). DHEA verhindert ook de auto-antilichaamvorming in een muismodel van Systemische Lupis Erythematosus (SLE) en veel van de kenmerken van volledig ontwikkelde AIDS worden geacht te lijken op die van SLE (Lucas et al, J. Clin. Invest., 75: 2091, 1985).
20 Volgens de uitvinding wordt een verbinding verschaft voor gebruik in de profylaxe en therapie van een retrovirale infectie, of een complicatie of een gevolg daarvan, welke verbinding voldoet aan de algemene formule I, waarin R een waterstof of broomatoom voorstelt, en R^ een waterstofatoom, een S020M-groep waarin M een water-25 stof-of natriumatoom is, een sulfatidegroep met formule XI of een fosfatidegroep met formule IEI waarin elk van R2 en R^» die gelijk of verschillend kunnen zijn, een rechte of vertakte alkylgroep met 1-14 koolstofatomen is, of een glucuronidegroep met formule IV voorstelt, het stippellijn^e een optionele dubbele binding voorstelt, en 30 het waterstofatoom op de positie 5 aanwezig is in de U - of /ó-confi-guratie of de verbinding een mengsel van beide configuraties omvat.
Wanneer R^ geen waterstofatoom is, zijn de verbindingen geconjugeerde verbindingen.
Bij voorkeur zijn in de verbinding met formule I, R en R^ 35 allebei waterstof. Een bijzonder geprefereerde verbinding is dehydro-epiandrosteron waarin R en R^ elk waterstof voorstellen en de dubbele binding aanwezig is.
,8800826 £ -7-
In een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is de verbinding 16 o(-bromoepiandrosteron, waarin R Br is>R^ waterstof is en de dubbele binding aanwezig is. In weer een andere uitvoeringsvorm vrn de uitvinding is de verbinding ethiocholanolon waarin R en R^ 5 allebei waterstof voorstellen en de dubbele binding afwezig is.
Andere geprefereerde verbindingen zijn dehydroepiandroste-ronsulfaat, waarin R waterstof voorstelt, R^ SO^.OM voorstelt en M zoals hierboven gedefinieerd is en de dubbele binding aanwezig is, en 5 /0-androstan-3/0 -ol-17-on.
10 Anderzijds kan de verbinding worden gekozen uit dehydroepian- drosteronsulfatiden, fosfatiden of glucuronide waarin R waterstof voorstelt, en een sulfatide, fosfatide of glucuronidegroep zoals hierboven gedefinieerd, voorstelt en de dubbele binding aanwezig is.
Verder verschaft de uitvinding een farmaceutisch preparaat 15 voor gebruik in de profylaxe en therapie van een retrovirale infectie of een complicatie of gevolg daarvan, omvattende een profylactisch of therapeutisch effectieve hoeveelheid van ten minste een verbinding met formule T als actieve ingredient.
Het farmaceutische preparaat volgens de uitvinding kan 20 lokaal of systemisch worden toegediend. Met systemische toediening wordt elke toedieningswljze of -route bedoeld die in effectieve concentraties van actieve ingredient in het bloed of op een van de plaats van toediening van de actieve ingredient verwijderde plaats resulteert.
25 Het farmaceutische preparaat voor systemische toediening volgens de uitvinding kan worden samengesteld voor enterale, parente-rale of topicale toediening. In wezen kunnen alle drie typen van samenstellingen gelijktijdig worden gebruikt voor het realiseren van systemische toediening van de actieve ingredient.
30 Geschikte samenstellingen voor orale toediening omvatten harde of zachte gelatinecapsules, dragees, pillen, tabletten, met inbegrip van beklede tabletten, elixers, suspensies, siropen of inhalatiepreparaten en geregelde afgiftevormen daarvan.
Vaste doseringsvormen behalve die voor orale toediening 35 omvatten ook rectale suppositoria.
De verbinding met de formule 1 kan ook in de Vorm van een .8800920 -8- implantaat worden toegediend.
Geschikte samenstellingen voor topicale toediening omvatten cremes, gels, geleien, gommen, pasta's en zalven. De verbindingen kunnen ook worden samengesteld voor transdermale toediening, bij-5 voorbeeld in de vorm van transdermale pleisters voor het realiseren van systemische toediening.
Geschikte injecteerbare oplossingen omvatten intraveneuze, subcutane en intramusculaire injecteerbare oplossingen.
De verbinding met formule I kan ook worden toegediend in de 10 vorm van een infusieoplossing of als een nasaal inhalatie- of spray-preparaat.
Het farmaceutisch preparaat volgens de uitvinding wordt toegediend in doseringseenheden die 1 tot 1000 mg actieve ingredient omvatten. Bij voorkeur omvat elke doseringseenheid 50-500 mg actieve 15 ingredient.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de verbinding volgens formule 1 toegediend in een hoeveelheid van 1 doseringseenheid tot 10 doseringseenheden per dag. Toediening van de verbinding met formule X volgens de uitvinding wordt voortgezet 20 gedurende een periode van ten minste 5 dagen en in bepaalde gevallen gedurende het gehele leven van de persoon.
Verder verschaft de uitvinding het gebruik van een verbinding met formule X in de bereiding van een geneesmiddel voor gebruik in de profylaxe of therapie van een retrovirale infectie, 25 of een complicatie of gevolg daarvan.,
De uitvinding verschaft ook een werkwijze voor het behandelen van een retrovirale infectie in een humane of non-humane patient, waarbij een therapeutisch effectieve hoeveelheid van een farmaceutisch preparaat dat een verbinding met de formule 1 omvat 30 aan genoemde patient wordt toegediend.
De uitvinding verschaft verder een werkwijze voor de profylaxe van een retrovirale infectie in een humane of non-humane patient, waarbij een profylactisch effectieve hoeveelheid van een farmaceutisch preparaat dat een verbinding met formule 1 omvat, aan 35 de patient wordt toegediend.
„ 8 8 0 0 0 2b * -9-
De verbindingen met formule I zoals hierboven gegeven en gedefinieerd zijn bijzonder bruikbaar voor de profylaxe en therapie van infectie door HIV, of een complicatie of gevolg daarvan.
Volgens een verder aspect van de uitvinding wordt een werk-5 wijze verschaft voor de profylaxe en therapie van Acquired Immunodeficiency Syndrome (AIDS) in een patient, waarbij aan de patient een profylactisch of therapeutisch werkzame hoeveelheid van een verbinding met formulet of een farmaceutisch preparaat dat de verbinding bevat, wordt toegediend.
10 Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt een werk wijze verschaft voor de profylaxe en therapie van Acquired Immunodeficiency Syndrome Related Complex (ARC) in een patient, waarbij aan de patient een profylactisch of therapeutisch effectieve hoeveelheid van esn verbinding met formule I of een farmaceutisch preparaat dat de 15 verbinding bevat, wordt toegediend.
De verbindingen met formule I kan ook gelijktijdig of in combinatie met een immuunsysteemversterker of immunomodulator als middel in de profylaxe en therapie van een retrovirale infectie, of een complicatie of gevolg daarvan worden gebruikt. Op deze wijze 20 kan de immunomodulator veisterker worden gebruikt om de produktie van T-cellen door het beenmerg te versterken.
De immunomodulator kan voorafgaande aan en in een voldoende hoeveelheid voor stabilisatie of vergroting van de produktie van T-cellen voorafgaande aan de toediening van de verbinding met 25 formule I worden toegediend.In het bijzonder wordt de immunomodulator toegediend totdat de snelheid waarmee T-4 cellen worden geproduceerd, gestabiliseerd is of begint toe te nemen.
De verbinding met formule I en de immunomodulator kunnen worden gecombineerd in een enkele doseringsvorm of in afzonderlijke 30 doseringsvormen.
Geschikte immuunsysteemversterkers of immunomodulators voor gebruik volgens de uitvinding worden gekozen uit ABPP (Bropiri-mine); Ampligen (mismatched RNA) dat ontwikkeld is door Du Pont/HEM Research; anti-humaan -interferon antilichaam dat bereid is door 35 Advance Biotherapy and Concept; anti-Aids antilichaam( Nisshon Food) .8800926 -10- AS-101 (op zwaar metaal gebaseerd immunostimulant), ascorbinezuur en derivaten daarvan; -interferon;Carrosyn (polymannoacetaat);
Ciamexon bereid door Boehringer Mannheim; Cyclosporin; Cimetidine; CL246,738 bereid door American Cyanamid; colony stimulating factor 5 (CM-CSF) bereid door Sandoz en Genetics Institute; dinitrochloro-benzeen (DNCB); e( -interferon; γ-interferon; glucan; Hyperimmue (gamma-globuline) bereid door Bayer; IMEEG-1 (leucocyt-dialyzaat) en IMREG-2 bereid door IMREG; immuthiol (natriumdiethylthiocarba-maat) bereid door Institut Merieux; Interleukin-1, Interleukin-2 10 bereid door Cetus Corporation, Hoffmann-La Roche en Immunex; isoprinosine (inosine pranobex); Rrestin bereid door Sankyo; LC-9018 ontwikkeld door Yakult; Lentinan bereid door Ajinomoto/Yama-nouchi; LF-1695 bereid door Fournier; MET-ENK (methionine-enkephalin) bereid door TNI Pharmaceuticals en Sygma Chemicals; Minophagen C; 15 MTP-PE (muramyl tripeptide) bereid door Ciba-Geigy; Trexan (Naltrexone) bereid door Du Pont; Neutropin; RNA immunomodulator ontwikkeld door Nippon Shingaku; shosaikoto en ginseng; thymic humoral factor; TP-5 (Thymopentin) bereid door Ortho Pharmaceuticals; Thymosin fractie 5 en Thymosin 1; Thymostimulin; TNF (tumor necrosis factor 20 bereid door Genentech; en vitamine B preparaten.
De meeste van de bovengenoemde immunomodulators worden oraal toegediend.Dinitrochlorobenzeen wordt normaal topicaal toegepast door uitstrijken op de huid van de patient.
De uitvinding verschaft derhalve ook een farmaceutisch 25 preparaat dat een verbinding met de formule I omvat samen met een effectieve hoeveelheid van een immuun systeemversterker of immunomodulator.
De uitvinding verschaft ook een verbinding met de formule I voor gebruik gelijktijdig of in combinatie met een antiviraal-30 middel in de profylaxe en therapie van een retrovirale infectie, of complicatie of gevolg daarvan.
De verbinding met formule I en het antivirale middel kunnen worden gecombineerd in een enkele doseringsvorm of in afzonderlijke doseringsvormen.
35 Geschikte antivirale middelen omvatten AL-721 (lipiden- mengsel) bereid door Ethigen Corporation en Matrix Research .8800926 ί -11-
Laboratories; Amphotericin B methylester; Ampligen (mismatched RNA) ontwikkeld door Du Pont/HEM Research; anti-AIDS anfilichaam (Nisshon Food); AS-101 (op zwaar metaal gebaseerd immunostimulans); AZT (ézidothymidine/Retrovir/Zidovudine) bereid door Burroughs 5 Wellcome; Betaseron {β-interferon) bereid door Triton Biosciences (Shell Oil); gebutyleerd hydroxytolueen; Carrosyn (polymannoacetaat) Castanospermine; Contracan (stearinezuur derivaat ); Creme Pharma-tex (bevat benzalkonium chloride) bereid door Pharmelac; CS-87 (5-ongesubstitueerd derivaat van Zidovudine); Cytovene (ganciclovir) 10 bereid door Syntex Corporation; DDC (dideoxycytidine) bereid door Hoffmann-La Roche en andere nucleoside analoga; dextran sulfaat; D-penicillamine (3-mercapto-D-valine) bereid door Carter-Wallis en Degussa Pharmaceutical; Foscarnet (trinatrium fosfonoformiaat) bereid door Astra AB; fusidinezuur bereid door Leo Lovens; glycyrrhi-15 zin (een bestanddeel van liquorice wortel); HPA-23 (ammonium-21-tungsto-9-antimonaat) bereid door Rhone-Poulenc Santé; humaan immunevirus antiviraal ontwikkeld door Porton Products International;
Ornidyl (eflornithine) bereid door Merrell Dow; Nonoxinol; pentamidine isethionaat (PENTAM 300) bereid door Lypho Med; Peptide T 20 (octapeptide sequentie) bereid door Peninsula Laboratories;
Phenytoin verkrijgbaar bij Park Davis (Warner-Lambert Company);
Ribavirin; Rifabutin (ansamycin) bereid door Adria Laboratories; rsT4 (recombinant soluble T4) bereid door Biogen, Genentech en Smith Kline & French; Trimetrexaat bereid door Warner-Lambert 25 Company; SK-818 (van germanium afgeleid antiviraal middel) bereid door Sanwa Kagaku; suramin en analoga daarvan bereid door Miles Pharmaceuticals;UA001 bereid door Ueno Fine Chemicals Industry;
Wellferon (cC-interferon) bereid door Burroughs Wellcome; Zovirex (acyclovir) bereid door Burroughs Wellcome.
30 Opmerking verdient dat de genoemde antivirale middelen enkele van de hierboven vermelde middelen voor gebruik als immunomodulators samen met de verbinding met formule I volgens de uitvinding omvatten.
Isoprinosine bijvoorbeeld werkt zoals bekend als een immunomodulator maar heeft ook antivirale eigenschappen. De hier gebruikte term 35 "antiviraal" omvat middelen die het binnendringen van retrovirussen in een cel verhinderen.
. 8 8 0 0 9 2 6- -12-
De uitvinding kan ook een verbinding met formule I verschaffen voor gebruik gelijktijdig of in combinatie met een geneesmiddel dat bruikbaar is in de profylaxe en therapie van met AIDS-verbonden opportunistische infecties.
5 Zoals hierna aangegeven zijn de verbinding met de formule I
bijzonder geschikt voor gebruik als inhibitors van retrovirussen, in het bijzonder HIV, in macrofagen.
In de tekening is: fig. 1 een schematisch beeld van het procentuele cytopa-10 tische effect versus de geneesmiddelconcentratie in de VB tumor-cellijn voor twee verbindingen, aangeduid als verbindingen A en B, die volgens de uitvinding zijn gebruikt; fig. 2 een schematisch beeld van de procentuele p24 expressie versus de geneesmiddelconcentratie in geactiveerde periferaal bloed 15 lymfocyten voor twee verbindingen, aangeduid als verbindingen A en B, die volgens de uitvinding zijn gebruikt; fig. 3 een schematisch beeld van de procentuele p24 expressie versus de geneesmiddelconcentratie in humane macrofagen voor twee verbindingen, aangeduid als de verbindingen A en B, die volgens de 20 uitvinding zijn gebruikt; fig. 4 een schematisch beeld van de procentuele p24 expressie versus de geneesmiddelconcentratie in HIV geïnfecteerde macro-gen voor twee verbindingen, aangeduid als verbindingen A en B, die volgens de uitvinding zijn gebruikt; en 25 fig. 5 een schematisch beeld van procentuele p24 expressie versus genesmiddelconcentratie voor chronisch geïnfecteerde humane macrofagen voor twee verbindingen, aangeduid als verbindingen A en B, die volgens de uitvinding zijn gebruikt.
De uitvinding zal verder aan de hand van de hierna volgende 30 voorbeelden nader worden toegelicht.
In de volgende voorbeelden 1 tot 7 correspondeert verbinding A met dehydroepiandrosteron en correspondeert verbinding B met 16 o(-bromoepiandrosteron.
In verband mêt de voorbeelden 1 - 7, waren de daarvoor 35 gebruikte materialen en de uitgevoerde analyses en assays als volgt: .8800826 -13- 1. Bron van HIV: Voor het analyseren van antivirale effecten in Voorbeelden I-VII werden drie sub-stammen van HIV gebruikt: de HTLV-IIIB stam van HIV, die tegenwoordig in weefselcultuur in de H9 cellijn wordt gegroeid; het lage passage-isolaat HIV-DV, 5 een stam waarvan is aangetoond dat hij humane macrofagen infecteert; en de ARV-2 HIV stam die voor het eerst door Dr. Jay Levy in San Francisco is geïsoleerd. Alle drie de virale stammen werd gegroeid in het weefseL-cultuur laboratorium van de AIDS Activity Division van het San Francisco General Hospital waar titers van 10”^ tot *1 Λ 10 infectieuze eenheden per ml routinematig werden gerealiseerd.
2. Bron van cellen: De in voorbeeld I gebruikte VB-cellijn is een T-lymfoma cellijn, die zeer ontvankelijk is voor infectie met HIV, en hoge concentraties van celoppervlak CD4 moleculen tot 15 expressie brengt. Deze cellijn vormt binnen twee dagen na infectie met alle tot op heden geteste HIV-stammen syncytia. De H9 cellijn is een T-cel die volledig ontvankelijk is voor infectie met nagenoeg alle HlV-stammen, maar geen syncytiaal cellen vormt. Deze wordt gebruikt om de infectie te quantificeren in afwezigheid van 20 syncytiavorming, waarbij de infectie gequantificeerd wordt door immunofluorescentie assays. De HXB/H9 cellijn (Voorbeeld VI) is een H9-celpopulatie die chronisch de HTLV-IIIB stam van HIV produceert en gebruikt wordt in experimenten waarbij de antivirale effecten op chronisch geïnfecteerde cellijnen worden getest. Humane 25 macrofagen werden bereid uit periferaal bloed mononucleaire cellen die hetzij als een "buffy coat” van de bloedbank, hetzij als een leukoforese preparaat waren verkregen. Door Crowe et al, supra, is een assay-systeem ontwikkeld waarmee HIV-infectie en inhibitie van infectie gequantificeerd kunnen worden met behulp van immunocyto-30 fluorografisch analyse. Ten einde HIV infectie in macrofagen te quantificeren, groeiden zij macrofagen in Teflon (merknaam) kweekvaat-jes, die macrofagen in suspensie in een in vitro cultuur bevatten gedurende een periode tot 6 maanden. Daarna wordt het celoppervlak en cytoplasmische immunofluorescentiekleuring uitgevoerd om antigenen 35 in macrofagen door middel van stroom-cytometrie te quantificeren.
.8800926 * ¥ -14- 3. Stroom-cytometrie: Een ortho cytofluorgraaf II-S (merk-produkt) die een biologisch-veilige stroomcel bevat, werd gebruikt voor analyse van met HIV geïnfecteerde monsters. HIV p24 antigenen werden gedetecteerd met behulp van een muizemonoclonaal anti-p24 5 (du Pont), en muizeantilichamen werden geïdentificeerd met behulp van een FITC geconjugeerd geite-anti-muis IgG.
4. HIV oplosbaar p24 antigeen detectie: Oplosbare p24 antigenen werden gemeten met het Abbott HIV antigeen detectiesysteem.
5. Inhibitie van acute infectie: Verscheidene assays werden 10 gebruikt om inhibitie van acute infectie te testen; deze assays omvatten: a) Inhibitie van meer-kernige reuzecelvorming in acuut geïn fecteerde VB-cellen die met een infectiemultipliciteit ^ van 1 zijn geïnfecteerd, waarbij 2 dagen na de infectie gescoord werd in tegenwoordigheid of afwezigheid van variërende concentraties genneesmiddel, voor de vorming van meerkernige reuzecellen. (Vrij virus wordt na een incubatie voorbehandeling van 1 uur bij kamertemperatuur uitgewassen.) Monoclonaal antilichaam anti-Leu3a verhindert de vorming 20 van Syncytiale cellen volledig, en werd als een positieve controle voor inhibitie van infectie gebruikt. Supernatanten werden ook geïsoleerd en het gehalte van HIV p24 antigeen bepaald. Infectieuze virus werd gemeten in behandelde cultu-res door een syncytiaal assay als bovenstaand beschreven^ uit te voeren.
b) Hoewel de VB T lymfoma cellijn zich op een zelfde wijze als periferaal bloed CD4 positieve T lymfocyten gedraagt ten opzichte van door ttlV geïnduceerde cytopatische effecten, 30 werden de bovenstaand beschreven experimenten uitgevoerd aan door fytohemagglutinine (PHA) geactiveerde lymfocyten om vast te stellen of lymfocyten meer of minder gevoelig voor verbindingen A en B zijn dan de VB cellijn. In dit assay-systeem, werden tegen de tijd dat meerkernige reuzecellen 35 binnen geïnfecteerde lymfocytcultures verschenen, de super natanten geanalyseerd op de aanwezigheid van HIV p24 antigenen en getiterd op indicator VB lymfoma cellen om de titer .8800926 » -15- te bepalen van op elk punt aanwezig infectieus virus.
c) Om te testen of Verbindingen A en B effectief waren voor het blokkeren van acute infectie van macrofagen, werden macrofagen van Teflon cultures bij een multipliciteit van 5 1 blootgesteld aan HIV-DV, in tegenwoordigheid of afwezig heid van verscheidene concentraties geneesmiddel (Voorbeelden II-V). Normaliter treedt een piek in de HIV expressie in humane macrofagen op ongeveer 10 dagen na de initiële infectie. Daarom werden na de infectie gedurende één uur 10 bij kamertemperatuur, gevolgd door een wassen en opnieuw suspenderen van macrofagen in verscheidene geneesmiddel-concentraties, de macrofagen op de aanwezigheid van p24 antigeen gekleurd tot de tiende dag. De cultuur super-natanten van deze macrofagen werden geanalyseerd op 15 de aanwezigheid van oplosbaar p24, en infectieus virus zoals bovenstaand beschreven.
6. Analyse van chronisch geïnfecteerde cellen: Om vast te stellen of de verbindingen A en B effectief zijn voor inhibitie van HIV expressie in macrofagen en chronisch geïnfecteerde T-cellen, 20 werden de volgende experimenten uitgevoerd. De chronisch geïnfecteerde T-cellijn, HXB/H9 werd gedurende 4 dagen in vitro blootgesteld aan verscheidene concentraties geneesmiddel. Na 4 dagen werden de HXB-cellen geanalyseerd op de intracytoplasmische aanwezigheid van p24, en werden supernatanten geanalyseerd op de aanwezigheid van 25 infectieu.s virus zoals bovenstaand is beschreven. Deze zelfde experimenten werden uitgevoerd aan macrofagen die in vitro geïnfecteerd waren en bij cyofluorografische analyse gebleken waren chronisch ge-infecteerd te zijn.
7. Analyse van niet specifieke toxiteit voor de doelcellen 30 met jjg verbindingen A en B.De VB, H9 en HXB-cellijnen werden blootgesteld aan verschillende concentraties van Verbindingen A en B, evenals normale humane macrofagen gedurende de tijdsperiode dat het geneesmiddel met elke cellijn zoals in de bovenstaande assays is beschreven, in contact was. De celaantallen werden geteld, en de 35 aantallen levende versus de aantallen dode werden bepaald met .880092b -16-
Trypan blauw exclusie assays. Deze tests waren vereist om een therapeutische index te bepalen tussen niet-specifieke toxische effecten aan de beschreven cellen, vergeleken met potentiële effectieve antivirale effecten in vitro (Voorbeeld VI).
5 Voorbeeld I
Inhibitie van door HIV gemedieerde cytopatische effecten in de VB-tumorcellijn.
De Verbindingen A en B werden getest voor inhibitie van het T-lymfoma cel cytopatische effect in verscheidene geneesmiddelconcen-10 traties na acute infectie met HIV gedurende 48 uren. Fig. 1 laat het percentage cytopatische effect zien dat waargenomen werd in cultures die aan verscheidene concentraties van de verbindingen A en B waren blootgesteld. Men ziet dat verbinding B actiever lijkt in het remmen van door HIV gemedieerde vorming van meerkernige syncytiale cellen 15 dan verbinding A. De waarden voor het cytopatische effect die in fig. 1 zijn getoond, werden verkregen door een gemiddelde van twee experimenten. Twee latere experimenten waarbij verbindingen A en B werden gebruikt die verdund waren in dimethylsulfoxyde (DMSO) lieten een minder opvallend effect zien. Mogelijk is dat de geringere 20 effecten die in de latere experimenten werden waargenomen, secundair zijn geweest door problemen met de stabiliteit van het geneesmiddel. Bij een concentratie van 10”^ molair leek verbinding B extreem toxisch te zijn voor de VB T lymfoma cellijn, welke eigenschap niet gedeeld werd door de normale periferale bloedlymfocyten -4 25 of macrofagen die aan 10 molair van verbinding B worden blootgesteld, zoals respectievelijk in de hierna volgende Voorbeelden II en III wordt aangetoond.
Voorbeeld II
Inhibitie van door HIV gemedieerde cytopatische effecten in geacti-30 veerde periferaal bloed lymfocyten
Om te testen of de effecten van de verbindingen A en B op acute VB T lymfoma infectie zouden worden nagebootst door geactiveerde periferaal bloed lymfocyten (PBC), werd HIV in een infectie multipliciteit van 1 aan lymfocyten toegevoegd die gedurende 35 48 uur met 2 microgram per ml PHA waren geactiveerd. Na de initiële infectie gedurende 1 uur, werden de geactiveerde lymfocyten ge- . 8 8 0 0 0 L' b -η- wassen en opnieuw gesuspendeerd voor de een week durende kweek. Meerkernige reuzeeellen begonnen zich te vormen ongeveer 7 dagen na de intiële infectie, tegen welke tijd de cultuur supernatanten geoogst werden en getest werden op de aanwezigheid van HIV p24 anti-5 genen. De accumulatie van HIV p24 antigenen in de supernatant is representatief voor de produktie van HIV uit geïnfecteerde cellen.
Men ziet uit fig. 2 dat p24 antigeen produktie in bescheiden mate -4 geremd werd bij een concentratie van 10 molair met beide verbindingen A en B en iets minder geremd werd bij een concentratie van 10 10 ^ molair. Bij geen van beide geneesmiddelconcentraties werd bij de PBL cultures een grote toxiciteit waargenomen.
Voorbeeld III
Inhibitie van HIV produktie in normale humane macrofagen
Om te testen of de verbindingen A en B actief kunnen zijn 15 voor het remmen van infectie van normale humane macrofagen, werd een spectrum van geneesmiddelconcentraties getest op inhibitie van acute infectie en inhibitie van HIV expressie in chronisch geïnfecteerde macrofagen. Fig. 3 duidt op de aanwezigheid van HIV p24 antigenen in het supernatant van macrofagen die geïnfecteerd waren, gewassen waren 20 en een week de gelegenheid had gekregen om produktief geïnfecteerd te worden. Na acute infectie (een uur) werden cellen in verscheidene concentraties van verbindingen A en B geïncubeerd, en 7 dagen na de initiële infectie werden supernatanten geoogst om p24 antigeen te quantificeren. Men ziet dat over een zeer breed gebied van geneesmiddel 25 concentraties (10~^ tot 10 ® molair) een aanzienlijke ongeveer 50%-ige afname in de produktie van HIV p24 antigenen optrad. Macrofagen die -4 met DMSO (bij een geneesmiddelconcentratie van 10 molair bedroeg de uiteindelijke DMSO-concentratie 0,05%) waren behandeld in concentraties die nodig waren om de verbindingen A en B op te lossen, 30 vertoonden geen effect. Kennelijk waren deze effecten derhalve secundair ten opzichte van werkingen van verbindingen A en B.
Voorbeeld IV
Inhibitie van HIV p24 antigeen in met HlV-geïnfecteerde macrofagen De cellen van het in Voorbeeld III beschreven experiment 35 werden geanalyseerd, en het cytoplasma werd geanalyseerd op de
. g 8 P > S
-18- 9 aanwezigheid van HIV p24 teneinde direct te testen of de HIV p24 antigeenproduktie in die geïnfecteerde cellen geremd werd. Fig. 4 toont een compositie van drie afzonderlijke experimenten waarbij geïnfecteerde macrofagen uit drie verschillende donors werden gebruikt.
-4 5 Men ziet dat de HIV p24 cytoplasmische antigeenproduktie bij 10 molair met beide geneesmiddelen in hoge mate geremd werd, en dat —6 verbinding Δ zelfs bij verdunningen van 10 molair actief was in het remmen van HIV p24 antigeenproduktie in geïnfecteerde macrofagen. De afname in HIV p24 binnen geïnfecteerde supernatanten leek 10 derhalve verbonden te zijn met een verminderde HIV p24 antigeenproduktie binnen de geïnfecteerde macrofagen.
Voorbeeld V (Vergelijking)
Dezelfde experimenten als in voorbeeld IV zijn beschreven, werden herhaald met AZT, in concentraties van 0,05 microgram per ml 15 tot 50 microgram per ml, met geen verandering ten opzichte van con-trolewaarden.De inhibitie van HIV p24 antigeen leek derhalve specifiek, ten minste in deze test, voor verbindingen A en B en was niet een eigenschap van AZT, zelfs niet in zeer hoge doses.
Voorbeeld VI
20 Antivirale test van een chronisch met HIV geïnfecteerde cellijn,HXB De chronisch met HIV geïnfecteerde cellijn, HXB werd getest met verbindingen A en B voor antivirale effecten, en afgezien -4 van het feit dat verbinding B bij concentraties van 10 molair dodelijk was,leek er geen specifieke inhibitie van HIV produktie 25 van cytopatische effecten in de chronisch geïnfecteerde lymfoma cellijn op te treden.
Voorbeeld VII
Antivirale test van chronisch met HIV geïnfecteerde macrofagen.
Omdat macrofagen geïnfecteerd kunnen worden en HIV
30 gedurende zeer lange tijdsperioden kunnen produceren zonder dat de levensvatbaarheid sterk afneemt, werden chronisch geïnfecteerde cellen getest, in het bijzonder een populatie die tussen 30 en 50% HIV antigeen positief was, voor inhibitie van cytoplasmische HIV p24 antigeenproduktie. Fig. 5 toont de resultaten van drie afzonder- 35 lijke experimenten. Men ziet dat er enige inhibitie van HIV p24 anti- -4 -5 geenproduktie optrad bij zowel 10 als 10 molair van de verbindingen A en B, hoewel in iets mindere mate dan de inhibitie van .8800926 -19- acute infectie van macrofagen (fig.4). Deze gegevens suggereren dat stabiel geïnfecteerde en chronisch producerende macrofagen enigszins geremd kunnen worden in hun HIV p24 antigeenproduktie in tegenwoordigheid van verbindingen A en B.
5 Toxiciteitsonderzoeken
In alle experimenten die in voorbeelden I - VII zijn beschreven, was de enige grote toxiciteit die van verbinding B in een concentratie van 10 ^ moiair tegen tumorcellijnen. Daar was geen grote •>4 toxiciteit in normale macrofagen die aan concentraties van 10 _g 10 tot 10 moiair van verbindingen A en B, waren blootgesteld en evenmin was er een grote toxiciteit tegen periferaal bloed-lymfocyten die aan dezelfde concentratie geneesmiddel waren blootgesteld.
Gevolgt rekkingen 15 De in de Voorbeelden I - VII gepresenteerde gegevens zijn consistent met de hierna volgende interpretaties.
'1. De verbindingen A en B lijken een mild antiviraal effect uit te oefenen in acute infectieonderzoeken van zowel T lymfoma-cellen als lymfocyten. In vergelijking met AZT zijn de verbindingen 20 A en B inferieur wat betreft hun antivirale effecten, aangezien AZT nagenoeg volledig bescherming van zowel lymfocyten als van de T-lymfomacellen geeft tegen acute infectie met HIV (zoals gemeten na een week) in het bereik van 1 microgram AZT per ml cultuur-medium.
25 2. Significanter dan het antivirale effect, waargenomen aan de T-lymfomacellijn en de periferaal bloedlymfocyten, waren de effecten van de verbindingen A en B bij HIV infectie van macrofagen waargenomen. De in de voorbeelden III-VII verkregen resultaten zijn significant, zeker op het niveau van in vitro inhibitie van 30 HIV infectie van macrofagen en inhibitie van macrofaag produktie van HIV. Dit waren reproduceerbare bevindingen die met zes afzonderlijke monocyt/macrofaag donors werden herhaald. Inhibitie van HIV infectie van macrofagen is tot op heden een betrekkelijk unieke eigenschap voor een antiviraal middel. Het feit dat de 35 verbindingen A en B HIV-infectie en HIV-expressie in macrofagen .8800926 * -20- reimnen, suggereert dat ze bruikbaar moeten zijn voor de behandeling van met HIV geïnfecteerde personen.
Voorbeeld VIII
Gebruik van dehydroepiandrosteronsulfaat in een AIDS-therapie 5 Dehydroepiandrosteronsulfaat werd afgemeten in doseringseen- heden van 300 mg en 100 mg en elke doseringseenheid werd opgenomen in een zachte gelatine-capsule.
A) Een voor HIV seropositieve patient met een diagnose dat hij aan AIDS leed, werd op de volgende wijze behandeld. Gedurende twaalf 10 opvolgende dagen werd de patient behandeld door de in de capsule opgenomen verbinding oraal aan de patient toe te dienen. Gedurende de eerste elf dagen werd ëën keer per dag een doseringseenheid van 300 mg toegediend. Op de twaalfde dag werd aan de patient een enkele doseringseenheid van 100 mg van de verbinding toegediend.
15 B) Trials werden uitgevoerd over een periode van zesentwintig dagen bij twee patiënten die voor HIV seropostief waren en waarvan de diagnose was dat ze aan AIDS leden. Daarbij werd de in de voorgaande alinea besproken twaalf dagen durende behandelingsmethode gebruikt, behalve dat de behandeling pas op de vijfde dag begon.
20 In de loop van de zesentwintig-daagse periode werden vijf keer bloedmonsters van de patiënten genomen. De eerste test werd bij elke patient op de eerste dag uitgevoerd en omvatten metingen van Tl, T4 en T8 cel - tellingen, alsmede de sedimentatiesnelheid.
De behandeling begon op de vijfde dag en ging door tot dag 17. Vanaf 25 dag 5 tot dag 16 kreeg elke patiënt zoals eerder besproken een enkele doseringseenheid van 300 mg dehydroepiandrosteronsulfaat oraal toegediend en op de 17e dag werd 100 mg toegediend. De bovengenoemde tests werden bij elke patiënt herhaald op de dagen 9, 17, 24 en 26. De T4-celtelling in elk van de patiënten X en Y bleek als gevolg van de 30 behandeling te stabiliseren.
Terwijl het dehydroepiandrosteronsulfaat oraal aan de patiënten werd toegediend, werden bovendien verwondingen rondom de mond en op andere delen van hun lichaam topicaal behandeld met een creme die dehydroepiandrosteronsulfaat bevatte. Gevonden werd dat de ver-35 wondingen opklaarden.
.8800826 3 -21-
Voorbeeld IX
Gebruik van dehydroepiandrosteron in een AIDS-theraple
Twaalf patiënten, die alle sero-positief waren voor HIV en de diagnose hadden dat ze aan AIDS leden, werden gedurende een pe-5 riode tot zes maanden met DHEA behandeld.Het DHEA werd toegediend in de vorm van gelatinecapsules die 100 mg DHEA bevatten en met een hoeveelheid van 100 mg tot 600 mg per dag. De overgrote meerderheid kreeg 500 mg per dag in verdeelde doseringen. De patiënten waren alle homosexuele of bisexuele mannen met een gemiddelde leeftijd van 10 34,5 jaar en een gemiddeld gewicht van 69,6 kg.
Klinische manifestaties van HIV, zowel in het verleden als in de tegenwoordige tijd, omvatten: onverklaarde diarree,Kaposis Sarcoma, Herpes Zoster, Orale Candidiasis, Lymphadenopathy, Orale Hairy Leucoplakia, onvrijwillig gewichtsverlies, dermale mycoses en 15 Stapholococcale huidinfecties.
Alle patiënten waren in een vergevorderd stadium van AIDS bij het begin van de proef en normaliter zou een verdere verslechtering van hun conditie of zelfs hun dood verwacht zijn in de zes maanden durende periode van de proef. In geen van de patiënten werd echter 20 een ernstige verslechtering van conditie waargenomen, terwijl vier patiënten, feitelijk in gewicht toenamen. De patient no. 7 vertoonde in vijf maanden een gewichtstoename van 8 kg.
Verbindingen met de formule I en in het bijzonder dehydroepiandrosteron en de derivaten daarvan die hierboven genoemd zijn, 25 hebben bijzonderevoordelen in de behandeling van patiënten die met HIV geïnfecteerd zijn. Bijzondere voordelen van dèrgelijke verbindingen omvatten het nagenoeg ontbreken van toxiciteit, het gemak van toediening en de unieke werking op het macrofagensysteem als bovenstaand vermeld.
30 Van de dehydroepiandrosteron is aangetoond, dat nadelige fysische, biochemische of hematologische effecten volledig ontbreken bij twaalf individuen die dagelijkse doses tot 600 mg gedurende een periode tot zes maanden ontvingen.
Vanwege de unieke werking van de dehydroepiandrosteron in 35 het macrofagensysteem is mogelijk dat gebruik daarvan de gemiddelde overlevingstijd van met HIV geïnfecteerde individuen zou kunnen ver- .8800926 * -22- lengen, welke gemiddelde overlevingstijd momenteel berekend wordt op 8,3 jaar vanaf het moment van infectie.
Verder kunnen verbindingen met formule I worden gebruikt in een synergistische combinatie met andere antivirale middelen 5 zoals boven is aangegeven.
Zonder gebonden te zijn aan enige theoretische verklaring van de uitvinding wordt gepostuleerd dat omdat de dehydroepiandroste-ron glucose-6-fosfaat dehydrogenase remt, dat tot een uitputting van de cellulaire voorraad van NADPH leidt, resulterende kleine ver-10 anderingen van de eiwitbiosynthese in de cel vanwege de complexe regulering van de HIV gen-expressie kan leiden tot significante veranderingen in de produktie van viraal eiwit.Een voorbeeld van een dergelijk viraal regulerend eiwit is art/trs dat in zeer kleine hoeveelheden in geïnfecteerde cellen aanwezig is, maar verantwoordelijk is 15 voor regulering van de virale RNA splicing en bijgevolg de produktie van viraal eiwit.
.8800920

Claims (13)

1. Gebruik van een verbinding met de algemene formule I, waarin R een waterstof of een broomatoom voorstelt, en R^ een waterstofatoom, een SO^OM-groep waarin M een waterstof of natriumatoom voorstelt, een sulfatidegroep met formule II of een fosfatidegroep 5 met formule III, waarin elk van R2en R3 die gelijk of verschillend kunnen zijn, een rechte of vertakte alkylgroep met 1-14 koolstofatomen voorstelt, of een glucuronidegroep met formule IV voorstelt, het stippel-lijntje een optionele dubbele binding voorstelt en het waterstofatoom op positie 5 aanwezig is in de ¢( - of /3 -configuratie, of een 10 mengsel van beide configuraties, voor de bereiding van een geneesmiddel voor gebruik in de profylaxe en therapie van een retrovirale infectie, of een complicatie of gevolg daarvan.
2. Gebruik volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat in de verbinding met formule I R en R^ elk waterstof voorstellen.
3. Gebruik volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de verbinding dehydroepiandrosteron is, de verbinding waarin R en R^ allebei waterstof voorstellen en een dubbele binding aanwezig is.
4. Gebruik volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de verbinding 16 o(-bromoepiandrosteron is, de verbinding waarin R broom 20 voorstelt, R^ waterstof voorstelt en de dubbele binding aanwezig is.
5. Gebruik volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de verbinding dehydroepiandrosteronsulfaat is.
6. Gebruik volgens een of meer van de conclusies 1-5, gekenmerkt doordat het geneesmiddel voor systemische toediening is samengesteld.
7. Verbinding volgens een of meer van de conclusies 1-6, voor gebruik gelijktijdig of in combinatie met een immunomodulator als een middel in de profylaxe en therapie van een retrovirale infectie, of een complicatie of gevolg daarvan.
8. Middel volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat de immunomodu- 30 lator gekozen wordt uit Ampligen, anti-humaai <<-Interferon, antilichaam, anti AIDS antilichaam, ascorbinezuur en derivaten dap.rvan,Bropirimine,Ciamexon, Cyclosporin, Cimetidine, colony stimulating factor, dinitrochloro-benzeen, «/-interferon, -interferon, Y -interferon, glucan, Y -globulin, Interleukin 1, Interleukin 2, isoprinosine, Krestin,
35 Lent.inan, methionine-enkephalin, Minophagen C, muramyl tripeptide, .8800926 * -24- Naltrexone, Neutropin, polymannoacetaat, RNA immunomodulator, shosaikoto en ginseng, natriumdiethylthiocarbamaat, thymic humoral factor, Thymopentin, Thymosin fraction 5 en Thymosin d. 1, Thymostimulin, tumor necrosis factor en vitamine B preparaten.
9. Verbinding volgens een van de conclusies 1-6, voor gebruik gelijktijdig of in combinatie met een antiviraal middel in de profylaxe en therapie van een retrovirale infectie, of een complicatie of gevolg daarvan.
10. Middel volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat het anti-10 virale middel gekozen wordt uit Amphotericin B methylester, ammo- nium-21-tungsto-9-antimonaat, Ampligen, anti-AIDS antilichaam, ansa- mycin, azidothymidine of het 5-ongesubstitueerde derivaat daarvan, gebutyleerd hydroxytolueen, Castanospermine, Cytovene, dideoxyadeno- sine, dideoxycytidine, dextransulfaat, eflornithine, Foscarnet, 15 fusidinezuur, glycyrrhizin, -interferon, /3 -interferon, Nonoxinol, pentamidine, isethionaat, Peptide T, Phenytoin, polymannoacetaat, Ribavirin, recombinant soluble T,, Trimetrexate, Suramin en ana- 4 ’loga daarvan.
11. Verbinding volgens een of meer van de conclusies 1-6, 20 voor de bereiding van een geneesmiddel voor gebruik in de profylaxe en therapie van HIV-infectie, of een complicatie of gevolg daarvan.
12. Verbinding volgens een of meer van de conclusies 1-6, voor de bereiding van een geneesmiddel voor gebruik in de profylaxe en therapie van Acquired Immunodeficiency Syndrome (AIDS).
13. Verbinding volgens een of meer van de conclusies 1-6, voor de bereiding van een geneesmiddel voor gebruik in de profylaxe en therapie van Acquired Immunodeficiency Syndrome Related Complex (ARC). . 88 0 092 6
NL8800926A 1987-04-16 1988-04-11 Farmaceutisch preparaat geschikt voor de profylaxe of therapie van een retrovirale infectie of een complicatie of gevolg daarvan. NL194728C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
IE99787 1987-04-16
IE99787 1987-04-16
IE228987 1987-08-27
IE228987 1987-08-27

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8800926A true NL8800926A (nl) 1988-11-16
NL194728B NL194728B (nl) 2002-09-02
NL194728C NL194728C (nl) 2003-01-07

Family

ID=26319024

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8800926A NL194728C (nl) 1987-04-16 1988-04-11 Farmaceutisch preparaat geschikt voor de profylaxe of therapie van een retrovirale infectie of een complicatie of gevolg daarvan.

Country Status (23)

Country Link
US (1) US4956355A (nl)
JP (1) JP2577771B2 (nl)
KR (1) KR960014988B1 (nl)
AT (1) AT401470B (nl)
AU (1) AU608824B2 (nl)
BE (1) BE1004315A5 (nl)
CA (1) CA1325594C (nl)
CH (1) CH675358A5 (nl)
DE (1) DE3812595C2 (nl)
DK (1) DK175582B1 (nl)
FI (1) FI881773A (nl)
FR (1) FR2615394B1 (nl)
GB (1) GB2204237B (nl)
GR (1) GR1002240B (nl)
IL (1) IL86089A (nl)
IT (1) IT1227073B (nl)
LU (1) LU87202A1 (nl)
NL (1) NL194728C (nl)
NZ (1) NZ224272A (nl)
OA (1) OA08729A (nl)
PH (1) PH25907A (nl)
PT (1) PT87259B (nl)
SE (1) SE503482C2 (nl)

Families Citing this family (70)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS62201819A (ja) * 1985-11-13 1987-09-05 Res Dev Corp Of Japan 免疫不全症処置剤
US5356900A (en) * 1986-10-07 1994-10-18 Bernard Bihari Method of treating chronic herpes virus infections using an opiate receptor antagonist
US6638894B1 (en) * 1987-01-09 2003-10-28 Lucent Technologies Inc. Devices and systems based on novel superconducting material
JP2770970B2 (ja) * 1987-04-09 1998-07-02 フアイソンズ・ピーエルシー ペンタミジンを含有する医薬組成物
US5204113A (en) * 1987-04-09 1993-04-20 Fisons Plc Pharmaceutical compositions containing pentamidine
US5407684A (en) * 1988-12-30 1995-04-18 Virginia Commonwealth University Use of DHEA as a medicinal
US5077284A (en) * 1988-12-30 1991-12-31 Loria Roger M Use of dehydroepiandrosterone to improve immune response
US5824313A (en) * 1989-09-25 1998-10-20 University Of Utah Research Foundation Vaccine compositions and method for induction of mucosal immune response via systemic vaccination
US5562910A (en) * 1989-09-25 1996-10-08 University Of Utah Research Foundation Vaccine compositions and method for enhancing an immune response
US5837269A (en) * 1989-09-25 1998-11-17 University Of Utah Research Foundation Vaccine compositions and method for enhancing an immune response
US5919465A (en) * 1989-09-25 1999-07-06 University Of Utah Research Foundation Methods for augmenting immunological responses through the administration of dehydroepiandrosterone (DHEA) and dehydroepiandrosterone-sulfate (DHEA-S)
CA2066716A1 (en) * 1989-09-25 1991-03-26 Raymond A. Daynes Use of steroid hormones in compositions for inducing t cell lymphokine production
US5518725A (en) * 1989-09-25 1996-05-21 University Of Utah Research Foundation Vaccine compositions and method for induction of mucosal immune response via systemic vaccination
US5162361A (en) * 1990-04-10 1992-11-10 The United States Of America As Represented By The Secretary, Department Of Health And Human Services Method of treating diseases associated with elevated levels of interleukin 1
US5292730A (en) * 1990-08-29 1994-03-08 Humanetics Corporation Modulation of immune system with Δ5-androstenes
IE63418B1 (en) * 1990-09-10 1995-04-19 Elan Corp Plc Progression risk of HIV by assay of dehydroepiandrosterone in body fluid
US5206008A (en) * 1991-04-15 1993-04-27 Virginia Commonwealth University Enhancement of immune response
JPH05317041A (ja) * 1991-06-05 1993-12-03 Nippon Oil Co Ltd 動物細胞増殖促進剤及び無血清培地
US5230897A (en) * 1991-10-31 1993-07-27 G. D. Searle & Co. Transdermal pentamidine
JPH07504198A (ja) * 1992-02-24 1995-05-11 イースト カロライナ ユニバーシティ デヒドロエピアンドロステロンおよびその類縁体を用いる処置によって発癌を抑制する方法
EP0637915A4 (en) * 1992-05-01 1998-09-02 Univ Utah Res Found COMPOSITIONS AND METHODS FOR REGULATING THE PRODUCTION OF INTERLEUKIN-6 IN VIVO.
US5346997A (en) * 1992-08-26 1994-09-13 Murphy James G Agents for complexing sodium under biological conditions
FR2696934B1 (fr) * 1992-10-20 1995-06-02 Conservatoire Nal Arts Metiers Dérivés de stéroïdes naturels 3B hydroxyles ayant des propriétés de déclenchement et de stimulation de l'immunité, composition les contenant et procédé pour les obtenir.
SK286051B6 (sk) * 1993-01-19 2008-02-05 Endorecherche Inc. Použitie prekurzora pohlavného steroidu na prípravu liečiva na prevenciu alebo liečenie znížených alebo nevyrovnaných koncentrácií pohlavných steroidov
US5776923A (en) * 1993-01-19 1998-07-07 Endorecherche, Inc. Method of treating or preventing osteoporosis by adminstering dehydropiandrosterone
US5439899A (en) * 1993-03-10 1995-08-08 Purdue Research Foundation Cosalane and related compounds having activity against aids and aids-related infections
US5407927A (en) * 1993-04-16 1995-04-18 The Regents Of The University Of California Treatment of mild depression and restoration of IGF-I levels in aging by dehydroepiandrosterone
US5466465A (en) * 1993-12-30 1995-11-14 Harrogate Holdings, Limited Transdermal drug delivery system
ATE412769T1 (de) * 1994-04-05 2008-11-15 Morre D James Nadh-oxidase als zielmolekül in diagnose und therapie
US5660835A (en) * 1995-02-24 1997-08-26 East Carolina University Method of treating adenosine depletion
US20020032160A1 (en) * 1995-02-24 2002-03-14 Nyce Jonathan W. Compositions & formulations with an epiandrosterone or a ubiquinone & kits & their use for treatment of asthma symptoms & for reducing adenosine/adenosine receptor levels
US7893044B2 (en) * 1995-02-24 2011-02-22 Epigenesis Pharmaceutical, Inc. Composition and method for altering levels of or sensitivity to adenosine with analogs of dehydroepiandrosterone
US6162450A (en) * 1995-05-15 2000-12-19 Avon Products, Inc. Uses of ascorbyl-phosphoryl-cholesterol and compositions for practicing same
US5922335A (en) * 1995-05-15 1999-07-13 Avon Products, Inc. Uses for ascorbyl-phosphoryl-cholesterol in topical compositions
US5736537A (en) * 1995-09-12 1998-04-07 Estee Lauder, Inc. Dehydroep:androsterone sailcylate useful against skin atrophy
ATE187333T1 (de) * 1996-05-14 1999-12-15 Avon Prod Inc Ascorbyl-phosphorylcholesterol
GB9612990D0 (en) * 1996-06-20 1996-08-21 Stanford Rock Ltd Compositions and methods for the treatment of chronic infections
US5885977A (en) * 1997-01-15 1999-03-23 Humanetics Corporation Use of Δ5 androstenes in the treatment of HIV wasting syndrome
US5902593A (en) * 1997-10-01 1999-05-11 Kent; Frances B. Topically applied personal lubricant containing benzalkonium chloride as the active ingredient
US6667299B1 (en) 2000-03-16 2003-12-23 Hollis-Eden Pharmaceuticals, Inc. Pharmaceutical compositions and treatment methods
JP2002531407A (ja) * 1998-11-24 2002-09-24 ホリス − イーデン ファーマスーティカルズ、 インコーポレイテッド マラリアの治療並びにアフリカトリパノソーマ感染症及びアメリカトリパノソーマ感染症の治療における17−ケトステロイド化合物及びその誘導体、代謝物及び前駆体の使用
US20060079492A1 (en) * 1999-10-25 2006-04-13 Ahlem Clarence N Compositions and treatment methods
US20030083231A1 (en) * 1998-11-24 2003-05-01 Ahlem Clarence N. Blood cell deficiency treatment method
AP2001002181A0 (en) * 1998-11-24 2001-05-24 Hollis Eden Pharmaceuticals Inc Use of 17-ketosteroid compounds and derivatives, metabolites and precursors thereof in the treatment of hepatitis C virus and other toga viruses.
US20070129282A1 (en) * 1998-11-24 2007-06-07 Ahlem Clarence N Pharmaceutical treatments and compositions
CA2352387A1 (en) * 1998-11-27 2000-06-08 Hollis-Eden Pharmaceuticals, Inc. Use of 17-ketosteroid compounds and derivatives, metabolites and precursors thereof in treatment of toxoplasmosis and in the treatment of cryptosporidiosis
ATE259825T1 (de) * 1999-03-23 2004-03-15 Hollis Eden Pharmaceuticals Hemihydrat von 16.alpha.-bromoepiandrosterone
EP1422234A3 (en) * 1999-03-23 2010-12-08 Harbor BioSciences, Inc. Immunomodulatory steroids, in particular the hemihydrate of 16.alpha.-bromoepiandrosterone
FR2792201B1 (fr) * 1999-04-15 2001-11-02 Donatien Mavoungou Procede du renforcement immunitaire et du developpement d'un transporteur lipidique pour une therapie genique anti-vih et anti-bacterienne
US20050245502A1 (en) * 1999-08-23 2005-11-03 Phoenix Biosciences Treatments for viral infections
US7479498B2 (en) * 1999-08-23 2009-01-20 Phoenix Biosciences, Inc. Treatments for viral infections
EP1832598A3 (en) 1999-09-30 2008-01-02 Hollis-Eden Pharmaceuticals Inc. Therapeutic treatment of androgen receptor driven conditions
AU2002303425A1 (en) * 2001-04-24 2002-11-05 Epigenesis Pharmaceuticals, Inc. Composition, formulations and kit for treatment of respiratory and lung disease with non-glucocorticoid steroids and/or ubiquinone and a bronchodilating agent
AU2003269889B2 (en) * 2002-06-17 2007-04-19 Epigenesis Pharmaceuticals, Llc Dihydrate dehydroepiandrosterone and methods of treating asthma or chronic obstructive pulmonary disease using compositions thereof
US20090285900A1 (en) * 2003-07-31 2009-11-19 Robinson Cynthia B Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with a beta-agonist bronchodilator for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20050038004A1 (en) * 2003-07-31 2005-02-17 Robinson Cynthia B. Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with an anticholinergic bronchodilator for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20050101545A1 (en) * 2003-07-31 2005-05-12 Robinson Cynthia B. Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with an anticholinergic bronchodilator for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20050026884A1 (en) * 2003-07-31 2005-02-03 Robinson Cynthia B. Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with a beta-agonist bronchodilator for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20050026879A1 (en) * 2003-07-31 2005-02-03 Robinson Cynthia B. Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with a tyrosine kinase inhibitor, delta opioid receptor antagonist, neurokinin receptor antagonist, or VCAM inhibitor for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20090263381A1 (en) * 2003-07-31 2009-10-22 Robinson Cynthia B Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with an anti-ige antibody for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20050026848A1 (en) * 2003-07-31 2005-02-03 Robinson Cynthia B. Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with a methylxanthine derivative for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20050113318A1 (en) * 2003-07-31 2005-05-26 Robinson Cynthia B. Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with a beta-agonist bronchodilator for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20050026881A1 (en) * 2003-07-31 2005-02-03 Robinson Cynthia B. Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with an anti-IgE antibody for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20090297611A1 (en) * 2003-07-31 2009-12-03 Robinson Cynthia B Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with a tyrosine kinase inhibitor, delta opioid receptor antagonist, neurokinin receptor antagonist, or vcam inhibitor for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20050026882A1 (en) * 2003-07-31 2005-02-03 Robinson Cynthia B. Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with a leukotriene receptor antagonist for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20050043282A1 (en) * 2003-07-31 2005-02-24 Robinson Cynthia B. Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with a lipoxygenase inhibitor for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20050026880A1 (en) * 2003-07-31 2005-02-03 Robinson Cynthia B. Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with a cromone for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20090317476A1 (en) * 2003-07-31 2009-12-24 Robinson Cynthia B Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with a leukotriene receptor antagonist for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20090285899A1 (en) * 2003-07-31 2009-11-19 Robinson Cynthia B Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with a methylxanthine derivative for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease
US20050026890A1 (en) * 2003-07-31 2005-02-03 Robinson Cynthia B. Combination of dehydroepiandrosterone or dehydroepiandrosterone-sulfate with an antihistamine for treatment of asthma or chronic obstructive pulmonary disease

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4005200A (en) * 1975-07-17 1977-01-25 Kanebo, Ltd. Method for improving the maturity of the parturient canal and the sensitivity to oxytocin
SE439586B (sv) * 1975-09-05 1985-06-24 Kanebo Ltd Sett att framstella ett stabilt farmaceutiskt torrpreparat av ett alkalimetallsalt av dehydroepiandrosteronsulfat
US4496556A (en) * 1982-08-16 1985-01-29 Norman Orentreich Topical applications for preventing dry skin
US4518595A (en) * 1983-07-19 1985-05-21 The Jackson Laboratory Method for treating diabetes using DHEA compounds
CA1314870C (en) * 1983-08-02 1993-03-23 Arthur G. Schwartz Steroids useful as anti-cancer, anti-obesity, anti-hyperglycemic, anti-autoimmune and anti-hypercholesterolemic agents
US4507289A (en) * 1983-12-28 1985-03-26 Progenics, Inc. Treatment of diabetes and other symptoms of hypercorticoidism using a synergistic combination of etiocholanolones and estrogen
US4602008A (en) * 1984-12-14 1986-07-22 Progenics, Inc. Alkylated etiocholanolones and use as an anti-diabetic, anti-obesity and erythropoietic agent
US4724232A (en) * 1985-03-16 1988-02-09 Burroughs Wellcome Co. Treatment of human viral infections
US4628052A (en) * 1985-05-28 1986-12-09 Peat Raymond F Pharmaceutical compositions containing dehydroepiandrosterone and other anesthetic steroids in the treatment of arthritis and other joint disabilities
NL8502571A (nl) * 1985-09-20 1987-04-16 Akzo Nv Steroiden met immunomodulerende eigenschappen.
JPS62201819A (ja) * 1985-11-13 1987-09-05 Res Dev Corp Of Japan 免疫不全症処置剤

Also Published As

Publication number Publication date
DE3812595C2 (de) 1997-07-03
CH675358A5 (nl) 1990-09-28
OA08729A (en) 1989-03-31
NL194728B (nl) 2002-09-02
GB2204237B (en) 1991-02-06
FI881773A0 (fi) 1988-04-15
GB2204237A (en) 1988-11-09
US4956355A (en) 1990-09-11
IT8847858A0 (it) 1988-04-15
SE8801406D0 (sv) 1988-04-15
GR1002240B (en) 1996-04-22
JP2577771B2 (ja) 1997-02-05
PT87259A (pt) 1988-05-01
IL86089A (en) 1992-11-15
DK175582B1 (da) 2004-12-13
FR2615394A1 (fr) 1988-11-25
DK208188A (da) 1988-10-17
ATA98488A (de) 1996-02-15
NZ224272A (en) 1991-09-25
PT87259B (pt) 1992-08-31
DK208188D0 (da) 1988-04-15
AT401470B (de) 1996-09-25
FI881773A (fi) 1988-10-17
IT1227073B (it) 1991-03-14
NL194728C (nl) 2003-01-07
SE8801406L (sv) 1988-10-17
IL86089A0 (en) 1988-09-30
SE503482C2 (sv) 1996-06-24
CA1325594C (en) 1993-12-28
BE1004315A5 (fr) 1992-11-03
AU1467888A (en) 1988-10-20
PH25907A (en) 1991-12-19
KR880012233A (ko) 1988-11-26
LU87202A1 (fr) 1988-11-17
GB8808864D0 (en) 1988-05-18
JPS6425722A (en) 1989-01-27
AU608824B2 (en) 1991-04-18
GR880100248A (el) 1989-01-31
KR960014988B1 (ko) 1996-10-23
FR2615394B1 (fr) 1994-09-23
DE3812595A1 (de) 1988-10-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194728C (nl) Farmaceutisch preparaat geschikt voor de profylaxe of therapie van een retrovirale infectie of een complicatie of gevolg daarvan.
DE69633398T2 (de) Betulinsäure-derivate und ihre verwendungen
US5077284A (en) Use of dehydroepiandrosterone to improve immune response
US6197743B1 (en) Compositions and methods for the treatment of viral disorders
EP1484059B1 (en) Antiviral compositions comprising phenylacetic acid derivatives
KR0185683B1 (ko) 술폰산 스틸벤 유도체를 함유하는 바이러스 질병 치료용 제약 조성물
AU4831193A (en) Immunopotentiatory agents
IL133976A (en) Agents for the treatment of skin disorders
JP3237836B2 (ja) 抗ウイルス医薬組成物
Roberts et al. N-acetylcysteine enhances antibody-dependent cellular cytotoxicity in neutrophils and mononuclear cells from healthy adults and human immunodeficiency virus-infected patients
EP0542630A2 (fr) Utilisation de dérivés d&#39;amphotéricine B, comme inhibiteurs de protéases
EP0461499A2 (de) Verwendung der Efomycine A,E und G als entzündungshemmende Mittel
WO2019157854A1 (zh) (5r)-5-羟基雷公藤内酯醇在制备药物中的应用
O'Brien et al. Assessment of antiviral activity, efficacy, and toxicity of prostaglandin A2 in a rabbit model of herpetic keratitis
NZ236303A (en) 17-ketosteroids, manufacture of aids medicament
DE4320597A1 (de) Verwendung von Polyphosphaten zur antiviralen Therapie und als Immunmodulatoren
WO2004014385A1 (en) Pharmacological treatment of psoriasis
EP0902683A1 (en) AGONISTS IN THE COSTIMULATION OF TcR/CD3-INDUCED T-LYMPHOCYTES
DE3825397A1 (de) Verwendung von papaverin und seinen salzen zur bekaempfung des syndroms der immunschwaeche (aids)
DE3724951A1 (de) Arzneimittel, enthaltend modifizierte desoxyribonukleinsaeure und dessen verwendung
JPH04356425A (ja) ウイルス・ゲノム不活化−発がんプロモーション阻害剤
HUT58523A (en) Process for producing antiviral compositions from modified gangliosides
MXPA06003252A (en) Novel triterpene derivatives, preparation thereof and use thereof

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: HOLLIS-EDEN PHARMACEUTICALS, INC.;HOLLIS-EDEN PHARMACEUTICALS, INC.;PATRICK T. PRENDERGAST

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20061101