NL8702655A - Spanner. - Google Patents
Spanner. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8702655A NL8702655A NL8702655A NL8702655A NL8702655A NL 8702655 A NL8702655 A NL 8702655A NL 8702655 A NL8702655 A NL 8702655A NL 8702655 A NL8702655 A NL 8702655A NL 8702655 A NL8702655 A NL 8702655A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tensioner according
- tensioner
- drum
- lever
- levers
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B25—HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
- B25B—TOOLS OR BENCH DEVICES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, FOR FASTENING, CONNECTING, DISENGAGING OR HOLDING
- B25B1/00—Vices
- B25B1/20—Vices for clamping work of special profile, e.g. pipes
- B25B1/205—Vices of the chain or strip type
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B25—HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
- B25B—TOOLS OR BENCH DEVICES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, FOR FASTENING, CONNECTING, DISENGAGING OR HOLDING
- B25B25/00—Implements for fastening, connecting or tensioning of wire or strip
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
- Basic Packing Technique (AREA)
Description
4ΐ / €
Si
Spanner.
De uitvinding heeft betrekking op een spanner met een bëdieningsgedeelte voor een langwerpig spanmiddel dat tussen zijn einden door een in een richting gedwongen gestuurde bedienings inrichting bedrijfsmatig verkortbaar is.
5 Een voorbeeld van een toepassingsdoel van een dei:gelijke spanner is het spannen van metaalplaats egmenten in de bouw van buisleidingen, in het bijzonder voor het bekleden van buizen.
Een bekende zogenaamde éénhandspanner heeft een tangachtige opbouw met twee tanghefbomen die een glijvoet bedienen, welke gedwongen 10 gestuurd in een richting een spanband uit metaal verschuift en hierdoor een lus van de spanband, die bijvoorbeeld een buissegment aan de buitenomtrek omgeeft, verkort en deze zodoende spant. Voor het begin van het spannen dient echter de metalen spanband in een bekende spanner eerst ingebracht worden. Een echte éénhandhediening 15 is daarom niet mogelijk, aangezien twee delen aangegrepen dienen te worden, namelijk de eigenlijke spanner zelfê en de spanband.
Dit leidt dikwijls tot moeilijkheden bij moeilijke montageomstandig-heden, bijvoorbeeld op bouwplaatsen. Verder slijt de spanband door de intensieve inwerking van de glijvoet op de spanband betrekkelijk 20 snel en dient daarom dikwijls vernieuwd te worden. Van bijzonder belang is echter dat deze bekende spanner op grond van de wijze van werken van de glijvoet ook betrekkelijk sterke krachten op een in de spanbandlus gespannen buisdeel in radiale richting naar binnen uitoefent. Zonder verdere maatregelen wordt daarom het 25 bekende buisdeel hervormd of tenminste het oppervlak daarvan bescha digd. Voor het vermijden van dergelijke beschadigingen passen monteuren gewoonlijk onderlegplaten van metaal toe, die onder de spanband op de plaats ingeschoven dienen te worden waar de glijvoet van de spannen inwerkt. Hierdoor ontstaan aanzienlijke ver-30 zwaringen in de hanteerbaarheid van de bekende spanner, aangezien nog een ander deel voor een doeltreffende werking noodzakelijk is, welke eerst bij het inzetten van de spanwerking vastgehouden wordt en daarom eerder gemakkelijk naar beneden kan vallen, hetgeen in het bijzonder bij werken op grote hoogte tenminste buitengewoon 35 lastig is en de voor het spannen van een gedeelte noodzakelijker- tijd aanzienlijk kan vergroten. Tenslotte is de ligging van de .8702655 ff - 2 - glijvoet ten opzichte van de bedieningshefboom onveranderbaar.
Dit leidt ertoe dat een dergelijke spanner bij nauwe plaatsomstan-digheden dikwijls slechts moeilijk of geheel niet inzetbaar is, aangezien de noodzakelijke vrije ruimte voor de bedieningshefboom 5 niet of slechts onvoldoende ter beschikking staat.
Een andere bekende spanner is voorzien van twee in een P-vormige opstelling door middel van een draaias ten opzichte van elkaar zwenkbaar verbonden hefbomen. Aan het van de as verwijderde einde van de ene hefboom is een spanband met een einde bevestigd.
10 Het vrije einde van de spanband wordt om een gespannen gedeelte geleid en in een om de verbindingsas rondom opgestelde rol binnengeleid. Aan de buitenzijde van de rol is een tandgrendel opgesteld welke met in de hefbomen opgestelde grendelklinken samenwerkt, zodat bij bewegen van de hefbomen ten opzichte van elkaar de 15 oproltrommel in een richting gedraaid wordt en tegen terugdraaien gehinderd wordt. Weliswaar is bij deze spanner de spanband aan de spanner bevestigd, zodat deze niet kan verloren gaan. Het vrije einde van de spanband blijft echter vrij en ongerold en stoort derhalve bijvoorbeeld bij het transport. Een gelijkmatige 20 spanwerking op het te spannen gedeelte wordt slechts bereikt wanneer de spanband onder verdraaiing slap aan het gedeelte aanligt.
Indien daarom desondanks een verdraaiing plaatsheeft, hetgeen in het bijzonder bij delen met grote doorsnede bij het aanleggen van de spanband slechts moeilijk te controleren is, dan dient de 25 spanband weer uit de oproltrommel verwijderd te worden en na ver wijderen van de verdraaiing nieuw ingelegd te Worden. Op grond van zijn constructie oefent deze hefboomspanner geen belasting op oppervlakken, maar een in hoofdzaak puntbelasting uit op het te spannen gedeelte en wel ongeveer op de plaats van de met de 30 spanband verbonden hefboom waaraan via de draaias de andere hefboom aangrijpt. Ook bij deze spanner bestaat daarom het gevaar van beschadigen van het te ontspannen gedeelte. De beide zwenkbe-weging respectievelijk spanbeweging van de vrije greephefboom optredende krachten kunnen niet door de basishefboom tegengehouden 35 worden. Van een éénhandbediening kan bij deze hefboomspanner zonder meer niet gesproken worden aangezien voor het bedienen eerst de ene hefboom met de ene hand en de andere hefboom met de andere hand aangegrepen dient te worden eerst wanneer de spanbewerking reeds bijna afgesloten is, is de beweging van een arm aan de vrije .8702655
J
« - 3 - hefboom voldoende voor het bedienen. De werkstand van de bekende spanner ten opzichte van het te spannen gedeelte kan niet veranderd worden, hetgeen de toepassingsmogelijkheden en/of de hanteerbaarheid van de spanner benadeelt.
5 De uitvinding beoogt daarom de bekende spanner verder te ontwikkelen en een spanner ter beschikking te stellen welke universeel inzetbaar is, het te spannen gedeelte minder belast en in het bijzonder in hoge mate een echte éénhandbediening mogelijk maakt.
Dit doel wordt door een spanner met een bedieningsgedeelte 10 voor een langwerpig spanmiddel bereikt, welke tussen zijn einden door een in een richting gedwongen gestuurde bedieningsinrichting bedrijfsmatig verkortbaar is, waarbij een einde van het spanmiddel aan een oprolinrichting scharnierend verbonden is en het andere eindgedeelte van het spanmiddel aan de spanner middellij kof on-15 middëLILjk vastlegbaar is.
Voor het eerst is nu hierdoor veilig gesteld dat het spanmiddel aan de spanner vastgelegd is en niet verloren kan gaan.
Bij niet gebruik van de spanner is het spanmiddel onberispelijk en deugdelijk op de oprolinrichting opgerold, waardoor het altijd 20 onmiddellijk zonder verdere voorbereidende handelingen voor het spannen ter beschikking staat. Voor een spanbewerking wordt het ene einde van het spanmiddel bij voorkeur over een nog nader te beschrijven positioneringsgedeelte uit de oprolinrichting uitgetrokken en met het vrije eindgedeelte bijvoorbeeld via een 25 bruikbaar oog, een haak of dergelijke onmiddellijk aan de spanner of middellijk via een aan de spanner bevestigd tussenstuk vastgelegd. Het positioneringsgedeelte kan een eenvoudige leirol voor de spanband zijn, die ervoor zorgt dat de band zonder mechanische slijtage betrouwbaar aan de spanner gevoerd wordt, maar het kan 30 echter ook uit een gescheiden leibeugel of dergelijke bestaan.
Bij voorkeur is de oprolinrichting als om een as van de spanner draaibare trommel uit gevoerd. Op een trommel kan een spanband bijzonder eenvoudig opgenomen worden en weer hiervan afgetrokken worden. Een verder belangrijk voordeel wordt verkregen wanneer 35 volgens een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding de oprol inrichting voorzien is van een terugvoerinrichting. Hierdoor wordt bereikt dat de spanband, wanneer deze niet ergens bevestigd is, betrouwbaar automatisch op de oprolinrichting opgespoeld wordt.
Dit heeft bijzondere voordelen bij het aanleggen van de spanband .8702055 t - 4 - aan een te spannen gedeelte, daartoe wordt namelijk de spanband om dit gedeelte heen geleid en met het vrije einde aan de spanner op de klink gedaan. De speling in de spanband wordt dan automatisch door de van een terugvoerinrichting voorziene oprolinrichting opge-5 nomen en zo wordt bereikt dat onmiddellijk de eigenlijke spanhande ling door bedienen van de bedieningsdelen van de spanner plaats kan hebben. In het bijzonder is zo een echte éénhandbediening mogelijk, aangezien niet meer als bij de stand van de techniek de speling in de spanband door te hulp roepen van de andere hand 10 van de monteur opgeheven dient de worden. Een bijzonder eenvoudige terugvoerinrichting kan worden bereikt door een aan de trommel respectievelijk spanas scharnierend verbonden spiraalveer. Vanzelfsprekend is het echter ook mogelijk om de draaibeweging van de trommel bij het afspoelen van de spanband op een andere wijze 15 tegen te werken, bijvoorbeeld door een op de trommelas bij het afrollen opgespoelde kabel waarvan het vrije einde met een schroef-veer of een ander lineair veerelement verbonden is, welke de trommel brengt tot terugdraaien en daarmee weer opspoelen van de spanband.
20 Voor het gedwongen sturen is bij voorkeur een tandgrendel een zogenaamd palwerk of ratel, aanwezig. Hierdoor kan zonder grote constructieve inspanning betrouwbaar vermeden worden dat de oprolinrichting ongewild terugspoelt en kan een betrouwbare spanwerking bereikt worden. Het is bijzonder voordelig wanneer 25 volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding de tanden van de tandgrendel aan de omtrek van tenminste één zijschijf van de trommel aangebracht zijn. Bepaald door de afstand van de tanden aan de buitenomtrek van de centrale as ontstaat een betrekkelijk grote hefboomarm, waardoor bij het spannen betrekkelijk 30 grote draaimomenten bereikt kunnen worden en daardoor de spanwerking verhoogd wordt.
Bij een verdere voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is de bedieningsinrichting voorzien van twee in tegengestelde richting ten opzichte van elkaar om de as van de trommel beweegbare 35 hefbomen, bijvoorbeeld in tangvormige opstelling. Bijzonder eenvou dig en goed met een hand hanteerbaar wordt de uitgevonden opstelling wanneer de eerste hefboom en de tweede hefboom elk van een elk door een knop bedienbare grendelklink voorzien zijn, welke elk voor het grijpen in de tandgrendel uitgevoerd is. De door de ene • 8 ? ö 2 6 5 5 %· - 5 - hefboom bediende grendelklink schuift de tandgrendel voor en de grendelklink aan de andere hefboom hindert de tandgrendel bij het teruggaan zodra weer een rust van de tandgrendel bereikt is.
Worden beide knoppen gelijktijdig bediend, dan heeft hierdoor 5 een losnemen van de beide grendelklinken van de tandgrendel plaats, welke nu vrij is en zo kan de trommel ten gevolge van de werking van de terugvoerinrichting terugdraaien en de spanband (voor) spannen of opspoelen. Een betrouwbaar en eenvoudig losneembaar inwerken van de knop op de grendelklink kan worden bereikt door 10 dat de eerste knop en/of tweede knop elk voorzien zijn van een veer welke via de tasters de bijbehorende grendelklink in aangrij-ping brengt met de tandgrendel.
Bij voorkeur is tussen de hefbomen een drukveer aanwezig.
Deze vergemakkelijkt verder een echte éénhandbediening, aangezien 15 de hefbomen niet meer van elkaar bewogen dienen te worden (dit wordt door de tussen de hefbomen opgestelde drukveer bereikt), maar slechts nog een samendrukken van de hefbomen voor het spannen noodzakelijk is. Dit is onder ergonomische gezichtspunten bijzonder gunstig.
20 Bij voorkeur is het positioneerdeel voorzien van een om- keerinrichting voor het spanmiddel, bij voorkeur voor een omkeren van het spanmiddel over ongeveer 90°. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze bereikt dat het spanmiddel altijd aangrijpt in de omtreks-richting van een te spannen gedeelte en zodoende geen puntstreep 25 drukbelasting op dit gedeelte uitoefend. Bij een bijzondere voor delige uitvoeringsvorm van de uitgevonden spanner is het positioneer gedeelte, welke dan bij voorkeur als zelfstandig constructie-deel scharnierend verbonden is met het huis van de spanner, traploos rustbaar uitgevoerd. Het positioneerdeel kan op deze wijze 30 altijd in dezelfde opstelling op het te spannen gedeelte gezet worden. Op grond van het rusten kan daarbij het aanzienlijk langere bedieningsgedeelte, dus de "tanghefbomen", ten opzichte van het positioneerdeel zwenken? daardoor is de opstelling van de bedieningshefbomen kiesbaar en het bedienen van de uitgevonden 35 spanner wordt in het bijzonder bij beperkte ruimteomstandigheden aanzienlijk vergemakkelijkt zonder dat de spanwerking daaronder leidt of bijvoorbeeld in verschillende opstellingen verschillende belastingen op het te spannen gedeelte uitgeoefend worden.
Is volgens een verdere voordelige uitvoering van de uitvin- .8702655 / - 6 - ding de ene hefboom in de buurt van de trommel voorzien van een deze in hoge mate omsluitend huisgedeelte, in het bijzonder aan de zijden, dah wordt de trommel en bijbehorende delen goed tegen invloeden van buitenaf beschermd. De hefbomen en het huisgedeelte 5 worden bij voorkeur als één stuk uitgevoerd.
Een bijzonder eenvoudige en goedkope rustinrichting voor het positioneerdeel wordt verkregen wanneer aan het huisgedeelte tenminste aan ééft zijde rustuitsparingen aanwezig zijn waarmee een binnen aan het positioneerdeel opgesteld corresponderend rust-10 middel in ingrijping brengbaar is.
Vanzelfsprekend is ook bijvoorbeeld een omgekeerde opstelling mogelijk, waarbij de rustuitsparingen aan het positioneerdeel met een rustmiddel aan het huisgedeelte samenwerken.
De uitgevonden spanner kan zonder grote omvormingen ook 15 nog op voordelige wijze ingezet worden voor andere doeleinden, waardoor een werktuig met verscheidene functies ontstaat.
Hiertoe kunnen de hefbomen aan hun ten opzichte van de as kortere dingen met tegenover elkaar gelegen snijvlakken uitgevoerd worden voor het vormen van een tang. Be uitgevonden éénhandspanner kan 20 op deze wijze ook als tang, bijvoorbeeld voor het doorknippen van binddraad of voor dergelijke doeleinden, toegepast worden. Ook een soortgelijke uitvoering als plaatschaar biedt aanzienlijke voordelen bij de montage, in het bijzonder bij het met metaalplaat bekleden van buisleidingen.
25 De uitvoering van de uitgevonden éénhandspanning vereist geen beperkingen in de materiaalkeuze. Daardoor kan de uitgevonden éénhandspanner goedkoop uit de meest verschillende materialen vervaardigd worden. Al naar gelang extra eisen kunnen hiervoor bijvoorbeeld materialen zoals staalplaat, hetgeen bijzonder goed-30 koop is, werktuigstaal voor hogere sterkte eisen, of kunststoffen, voor bijzondere sterkteeisen eventueel door extra vezels zoals bijvoorbeeld kolenvezels versterkt, in aanmerking. Hierdoor kan zonder meer een corrosievrije constructie bereid worden.
De uitvinding wordt in het volgende aan de hand van in de 35 tekening aangegeven uitvoeringsvoorbeelden nader aangegeven, waar uit verdere voordelen en kenmerken blijken.
Figuur 1 is een zijaanzicht van een uitgevonden éénhandspanner.
Figuur 2 is een ander zijaanzicht in sterk schematisch . 8 7 0 2 δ i a «* ar - 7 - weergave.
Figuur 3 is een vooraanzicht op een bedieningshefboom van een éénhandspanner volgens de uitvinding met een trommel met daarop gewikkelde spanband, 5 Figuur 4 is een achteraanzicht van de éénhandspanner volgens de uitvinding volgens figuur 2.
Figuur 5 is een vergroot aanzicht van een positioneergedeel-te voor het verduidelijken van de geleiding van de spanband.
Figuur 6 is een andere uitvoeringsvorm van een êénhandspan-10 ner volgens de uitvinding, welke bovendien als tang of draadsnij- der uitgevoerd is.
Figuur 7 is een vooraanzicht van een positioneerdeel in een ten opzichte van figuur 5 over 90° gedraaide opstelling.
Figuur 8 toont vier verschillende uitvoeringen (a t/m d) 15 van een éénhandspanner met verschillende inrustingen van een positioneerdeel.
De in figuur 1 aangegeven uitgevonden éénhandspanner 10 is voorzien van twee op een gemeenschappelijke draaias 20 aangebracht bedieningshefbomen 12 en 14, waarbij de hefboom 12 20 in hoofdzaak staafvormig is en de hefbocsn 14 zich in zijn bovenste lager deel voortzet in een huisgedeelte 16 welke grijpt over de bedieningshefboom 12.
In het huis 16 is op de as 20 een trommel 22 opgesteld, -zoals dat het beste blijkt uit figuur 3. De trommel 22 wordt in 25 zijn breedte begrensd door twee zijschijven 23 die aan hun omtreks- oppervlak voorzien zijn van een vertanding 24 in de vorm van een zogenaamde tandgrendel.
Eveneens op de as 20 en wel op geringe afstand naast een zijschijf 23 van de trommel 22 is een einde van een spiraalveer 30 26 scharnierend bevestigd, waarvan het andere einde aan het huis 16 bevestigd is, zoals in het bijzonder blijkt uit figuur 1.
Bij een omwenteling van de trommel 22 en daardoor de as 20 volgens de klok(bij de weergave in figuur 1) wordt de spiraal veer 26 quasi op de as 20 gewikkeld en daardoor gespannen, zoals 35 in het volgende nog nader zal worden beschreven.
De bedieningshefboom 14 is aan het kopeinde voorzien van een doorbreking 27 waarin een knop 28 die om een as 32 draaibaar is, opgesteld is. De knop 28 is aan zijn bóven, naar binnen gestoken einde voorzien van een grendelklink 30 die corresponderend .8702655
1S
- 8 - met de tanden van de tandgrendel 24 uitgevoerd is en hiermee (de beide vertandingen 24) in aangrijping brengbaar is.
Het van de grendelklink 30 afgekeerde einde van de knop 28 wordt door het vrije einde van een bladveer 34 in de richting naar 5 buiten belast, waarbij de bladveer 34 binnen aan;de bedienings-r hefboom 14 via een klinknagel 36 vastgelegd is. Door de veer 34 wordt op grond van de hefboomwerking om de as 32 de grendelklink 30 tegen de tandgrendel 24 achter de telkens corresponderende tand gelijk.
10 Ten gevolge van de vorm van de tanden kan de trommel 22 ook bij inliggende grendelklink 30 in de tandgrendel 24 in een richting (iri figuur 1 tegen de wijzers van de klok) bewegen, waarbij telkens na passeren van èen tand de grendelklink 30 hier achterin r rust en zo de trommel 20 hindert om in een richting volgens de klok 15 (figuur 1) de draaien. De werking van de grendelklink 30 kan door bedienen van de knop 28 tegen de werking van de veer 34 opgeheven worden, zoals in het volgende nog nader zal worden beschreven.
Op analoge wijze is aan de andere bedieningshefboom 12 een knop 38 met een grendelklink 40 aanwezig. De knop 38 is op een 20 in de bedieningshefboom 12 opgestelde as 42 gelagerd, waarbij de.
as 42, als de as 32, evenwijdig aan de as 40 opgesteld is. De knop 38 wordt door een bladveer 44 die door een klinknagel 46 in de bedieningshefboom 12 gehouden wordt, analoog aan de beschrijving van de knop 28 en de veer 34 belast. De bovenstaande opmerking in 25 samenhang met de knop 28 en de grendelklink 30 geldt in dezelfde zin eveneens voor de knop 38 met zijn grendelklink 40.
De bedieningshefbomen 12 en 14 zijn ten opzichte van elkaar met een veer gespannen, ïlier via een in de vrije eindgedeelten van de hefboom 12 en 14 via klinknagels 52 en 50 bevestigde en naar 30 binnen omgebogen U-vormige veer 48. Deze veer 48 drukt de beide hefbomen 12 en 14 uit elkaar en vergemakkelijkt zo het hanteren, in het bijzonder de éénhandige bediening van de spanner, omdat dê hefbomen 12 en 14 nu slechts nog samengedrukt dienen te worden en het uit elkaar drukken, hetgeen bij het met één hand bedienen 35 moeilijk te bereiken is, door de veer 48 bewerkt wordt. Het bedienen en de functie worden op zodanig in het volgende nog nader beschreven t'
De as 20 steekt aan weerszijde van het huis 16 uit en dient zo voor het opnemen van een beugelachtige positioneerinrichting 18 .8702655 f - 9 - 5 die over het huis 16 grijpt en op de as 20 draaibaar gelagerd is.
Het basisbeen van de beugel 18 is in zijn bovenhelft voorzien van een naar binnen omgébogen ombuigplaat 54 alsmede een daaronder opgestelde doorgangsopening 74 van de functie in het volgende 5 nog nauwkeuriger in samenhang met figuur 5 zal worden beschreven.
Aan het huisgedeelte 16, dat bij dit uitvoeringsvoorbeeld zoals blijkt uit figuur 3, naar boven in verre mate open is, zijn in de vier zijwanden vier, in hoofdzaak radiaal en op afstand ten opzichte van elkaar verlopende rustuitsparingen 56,58, 60 en 61 10 aanwezig.
Aan het naar de rustuitfeparingen 56,58,60 en 61 toegekeerde been van de positioneerbeugel 18 is deze voorzien van een rust-uitsteeksel 62 welke in de richting op het huis 16 en daarmee in de richting op de rustuitsparingen uitsteekt.
15 Op de tegenover gelegen huiszijde is tussen het U-vozmige been van de beugel 18 en het huis 16 een gegolfde veer 90 opgesteld, die eveneens op de as 20 draaibaar zit en overigens aan het tegenover gelegen einde aan de beugel 18 bevestigd is. Bij axiale druk in de richting van de in figuur 7 aangegeven pijl op de positioneer-20 inrichting 18 tegen de werking van de veer 90 in wordt het rust- uitsteeksel 62 uit de bijbehorende rustuitsparing getild en de positioneerinrichting 18 kan nu can de as 20 gezwenkt worden tot het rustuitsteeksel 62 voor een andere rustuitsparing van het huis staat en na wegname van de axialen druk hierin 'rust.
25 In zoverre kunnen de verschillende posities van de beugel 18 ten opzichte van het huis 16 ingesteld worden (figuur 8).
Terwijl de figuren 2 en 4 corresponderende zijaanzichten van de in figuur 1 aangegeven uitgevonden êénhandspanner tonen, tobnt figuur 3 de bij de figuren 2 en 4 corresponderende vooraan-30 zicht aan het werktuig volgens de uitvinding. Duidelijk zijn in de bovenhelft de op de as 20 draaibare trommel 22 en een op de trommel 22 worden spanband 64 van textiel zichtbaar. Zijdelings, dus axiaal ten opzichte van de as 20, wordt de spanband 64 door de zijschijven 23 van de trommel 22 betrouwbaar geleid.
35 In figuur 5 is het verloop van de spanband 64 verduidelijkt. .
De spanband 64 is met een eindgedeelte op de as 20 van de trommel 22 vastgelegd, bijvoorbeeld door middel van een schroef 62 en eventueel een onderlegplaat en/of onderlegschijf. Door de trommel 22 komt de spanband 64 uit het naar boven open huis 16 naar een uit- .8702655
J
t - 10 - sparing 74 in het voorste gedeelte (basisbeen) van het positioneer-deel 18 en wordt daar met behulp vancfe ombuigplaat 54 over ongeveer 90° naar opzij omgebogen.
Een eindgedeelte66, bij voorkeur uit hetzelfde materiaal 5 als de spanband 64 (zeer sterk kunststof-weefselband) is door middel van een lus 68 aan het positioneerdeel 18 op de andere zijde van de uitsparing 74, dus tegenover de ombuigplaat 54 bevestigd. Aan het tegenover gelegen vrije einde is het gedeelte 66 bijvoorbeeld voorzien van een haak, een oog of dergelijke 10 waarin het vrije einde van de spanband 64 naar geleiding om het te spannen constructiedeel over een corresponderend verankerings-element (niet getekend) ingehangen, ingeklonken of ingehaakt wordt. Daarbij wordt gelijktijdig de veer 26 gespannen.
In plaats van een afzonderlijk eindgedeelte 66 kan de 15 spanband 64 ook volgens een altenatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding onmiddellijk met een overeenkomstig verankeringsdeel in een overeenkomstige opname van de spanner (hierin de positioneer-beugel 18) vastgelegd worden.
Na het zodoende tot stand gebrachte omgrijpen van het 20 te spannen bouwgedeelte ( bij gedrukte knoppen 28,38) kunnen de knoppen 28,38 losgelaten worden zodat de trommelbeweging gestopt wordt. Daarna worden de knoppen 2.8 en 38 weer kort tegelijkertijd gedrukt, zodat de weg van de trommel 22 vrijgegeven wordt en deze, overeenkomstig de terugtrekkracht van de veer 26, tegen 25 de draairichting bij het af wikkelen van de spanband 64 draait en daarbij de spanband 64 reeds zodanig voorspand, dat deze volledig en vlak op het bovenoppervlak van het te spannen bouwgedeelte ligt. Hierin bestaat een aanzienlijk voordeel ten opzichte van de bekende inrichtingen, omdat daarbij de éénhandbediening aan-30 zienlijk vergemakkelijkt wordt.
Daardoor wordt ook bereikt dat geen puntstreep drukbelasting van het corresponderende ommantelde bouwgedeelte optreedt omdat. Zoals uit figuur 5 zonder meer blijkt, een krachtbelasting, ook bij de aansluitende eigenlijke spanhandeling uitsluitend in 35 tangentiale richting optreedt.
Bovendien vervallen tot nu toe volgens de stand van de techniek noodzakelijke maatregelen, zoals bijvoorbeeld onderleg-platen of dergelijke.
Na de hierboven aangegeven "voorspanning" heeft de eigen- . S 7 0 2 6 b b f ? -11-- lijke spanhandeling plaats doordat de bedieningshefbomen 12 en 14 meervoudig ten opzichte van elkaar bewogen worden. Via de grendelklinken 30 en 40 wordt de trommel (de tandschijf of tand-schijven 23), bij de weergave in figuur 1, tegen de wijzers van 5 de klok bewogen, zodat de spanband 64 op de trommel 22 "opgewikkeld" wordt en de veer 26 van de as 20 "afgewikkeld" wordt en wel zolang tot dat de gewenste spantoestand bereikt is.
Voor het losnemen van de inrichting nadat het te spannen buisgedeelte bijvoorbeeld geklonken is geworden, worden de beide 10 knoppen 28 en 30 tegen de weerstand van de veren 34 ,44 gedrukt en de spanband 64 losgenomen. Daarna bewerkt de terugtrekkracht van de veer 26 het oprollen van de spanband 64 op de trommel 22 (in de uitgangsstand).
De gewenste gedwongen geleiding van de trommel 22 Somt door 15 de gecombineerde werking van de grendelklinken 30 en 40 tot stand.
Zolang ook slechts één van de beide grendelklinken 30 en 40 in aangrijping met de tandgrendel van de trommel 22 is, wordt deze tegen een terugwaartse beweging (volgens de klok in figuur 1) gehinderd. Een gelijktijdige bediening van beide knoppen 28 en 30 20 maakt echter de beide grendelklinken 30 en 40 los en geeft zo de terugloop van de trommel 22 tengevolge van de werking van de spiraal-veer 26 voor het terugspoelen vrij.
In figuur 6 is een verdere éénhandspanner 80 volgens de uitvinding weergegeven, welke zich ten opzichte van de voor het 25 spannen noodzakelijke onderdelen niet onderscheidt van de hierboven besproken uitvoeringsvormen, waarbij echter een tang- (snij) functie geïntegreerd is.
Bij deze uitvoeringsvorm is het huisgedeelte van de bedien-ingshefboom 84 in zijn bovenste voorste gedeelte uitgevoerd met een 30 hoekvormige terugsprong 83 en de bedieningshefboom 82 is voorbij het lage gedeelte om de as 86 in de richting van deze terugsprong 83 verlengd.
Daarbij zijn de terugsprong 83 en het korte been van de bedieningshefboom 82 voorzien van corresponderend ten opzichte van 35 elkaar uitgevoerde gedeelten 82a en 84a waaraan elk snijoppervlak ken 82b en 84b gevormd zijn. Wanneer de bedieningshefbomen 82 en 84 geopend zijn, opent zich overeenkomstig de ruimte tussen de gedeelte 82a en 84a. Er kan dan bijvoorbeeld een bevestïgingsdraad ingestoken worden, welke bij het samendrukken van de hefbomen 82 . 87 02 ?-. · 8
It - 12 - en 84 tussen de snijoppervlakken 82b en 84b gesneden wordt.
Opdat de snijoppervlakken 82b en 84b niet voortdurend elkaar raken wanneer de uitgevonden éénhandspanner slechts zijn spanfunctie dient uit de oefenen, kan een aanslag tussen de 5 bedieningshefbomen 82 en 84 aanwezig zijn, welke een zekere af stand tussen de hefbomen in stand houdt en zodoende het elkaar raken van de snijoppervlakken 82b en 84b verhindert.
Dient de snijfunctie gebruikt te worden, dat wordt de aanslag verwijderd en de bedieningshefbomen 82 en 84 kunnen volle-10 dig tot op elkaar bewogen worden.
Verschillende posities van de positioneerinrichting 18 van een uitgevonden éénhandspanner zijn bij wijze van voorbeeld in figuur 8 aangegeven. De positioneerbeugel 18 heeft hierbij telkens dezelfde stand ten opzichte van een buissegment 70 van een 15 te verspannen constructiedeel waardoor in elk geval een gelijk matige spanwerking kan worden bereikt, die meer gedetailleerd reeds boven beschreven is. De overige delen van de uitgevonden spanner 10 worden door het richten van het positioneerdeel 18 niet betrokken, maar kunnen vrij ten opzichte hiervan gezwenkt worden.
20 Zodoende toont figuur 8a een zwenken van het positioneerdeel 18 over 135°, figuur 8b een zwenken over 90°, figuur 8c een zwenken over 45° en figuur 8d de 0° positie. Bij gelijkblijvende spanmateriaal kan daarom aandacht geschonken worden aan de verschillende plaatsomstandigheden, hetgeen in het bijzonder bij dicht op elkaar 25 gedrongen constructie van de te spannen gedeelten aanzienlijke voordelen biedt. De betrouwbare en eenvoudige handbediening wordt door verschillende instellingen van de positioneerinrichting 18 niet nadelig beïnvloed. De spanband legt zich steeds optimaal aan het te spannen constructiedeel aan. Veranderingen van de betrokken 30 krachten op het constructiedeel worden betrouwbaar verhinderd.
Een verder aanzienlijk voordeel is dat deze spanner over een variabele overzetting beschikt, die door de vaste lengte van de hefboomarm 12 en de variabele wikkelstraal van de spanner gevormd wordt. Aan segmenten met grote omvang past zich,bepaald door de 35 overeenkomstig verdere afwikkeling van spanband en de hierdoor resulterende kleinere wikkelingsradius, een overeenkomstig grote overzetverhouding aan. Aangezien grotere segmenten grotere spankrachten vereisen, volgt hieruit een uiterst positief effect in de zin van een optimaal gemaakte hantering.
.8702655 - 13 -
Een uitgevonden spanner wordt bij voorkeur voor bescherming tegen corrosie uit een niet roestend materiaal vervaardigd, bijvoorbeeld een roestvrij staal, kunststof of dergelijke. Hierin ligt een verder voordeel van het uitgevonden werktuig naast de verbeter-5 de montagekwaliteit, de universele inzetbaarheid en vooral de in handbediening.
. 8 7 0 2 8 1> o
Claims (18)
1. Spanner (10) met een bedieningsgedeelte (12,14) voorben langwerpig spanmiddel 64 dat tussen zijn einden door een in een richting gedwongen gestuurd bedieningsinrichting(22, 24,30,40) bedrijfsmatig verkoartbaar is, waarbij een einde van het spanmiddel 5 (64) aan een oprolinrichting (22) scharnierend verbonden is en het andere eindgedeelte (66) van het spanmiddel onmiddellijk of middellijk aan de spanner (lO)vastlegbaar is.
2. Spanner volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het spanmiddel (64) via een positioneergedeelte (18) uit de oprolinrich- 10 ting (22) leidbaar is.
3. Spanner volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat de oprolinrichting als om een as (20)van de spanner (10) draaibare trommel (22) uitgevoerd is.
4. Spanner volgens conclusie 2 of 3, gekenmerkt doordat 15 de oprolinrichting (22) voorzien is van een terugvoorinrichting (26).
5. Spanner volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de terugvoerinrichting (26) een veerinrichting is.
6. Spanner volgens conclusie 4 of 5, gekenmerkt doordat de terugvoerinrichting voorzien is van een aan de trommel (22) en/of 20 as (20) scharnierend verbonden spiraalveer (26).
7. Spanner volgens een der conclusies 1 tot 6, gekenmerkt doordat voor het gedwongen besturen een tandgrendel (24) (palwerk) aanwezig is.
8. Spanner volgens conclusie 7, gekenmerkt doordat de tanden 25 (24) van de tandgrendel aan de omtrek van tenminste één zijschijf van de trommel (22) aangebracht zijn.
9. Spanner volgens een der conclusies 3 tot 6, gekenmerkt doordat de bedieningsinrichting voorzien is van twee in tegengestelde richting ten opzichte van elkaar om de as(20)van de trommel(22) 30 beweegbare hefbomen(12, 14).
10. Spanner volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat de eerste hefboom (12) en de tweede hefboom (14) elk voorzien zijn van een elk door een knop (38,28) bedienbare, bij de tandgrendel (24) behorende grendelklink (40,30).
11. Spanner volgens conclusie 10, gekenmerkt doordat de knop of de knoppen (28,38) voor de ingreeppositie in de tandgrendel (24) veerbelast gelagerd zijn.
12. Spanner volgens een der conclusies 9 tot 11, gekenmerkt .8702655 - 15 - doordat tussen de hefbomen (12,14) een drukveer (48) aanwezig is.
13. Spanner volgens een der conclusies 1 tot 12, gekenmerkt doordat het positioneerdeel (18) voorzien is van een ombuiginrichting (54) voor het spanmiddel (64) ,bij voorkeur voor een ombuiging over 5 ongeveer 90°.
14. Spanner volgens een der conclusies 2 tot 13, gekenmerkt doordat het positioneerdeel (18) ten opzichte van de oprolinrichting (22) zwenkhaar is.
15. Spanner volgens een der conclusies 2 tot 14, gekenmefkt 10 doordat het positioneerdeel (18) trapsgewijs rustbaar uitgevoerd is.
16. Spanner volgens een der conclusies 9 tot 15, gekenmerkt doordat de ene hefboom (14) in de buurt van de trommel (22) voorzien is van een deze in hoge mate omsluitend huisgedeelte (16).
17. Spanner volgens conclusie (16), gekenmerkt doordat aan het huisgedeelte 16 tenminste aan ëén zijde rustuitsparingen (56,58,50,60,61) aanwezig zijn waarmee een binnen aan het positioneerdeel (18) opgesteld rustmiddel (62) in ingrijping brengbaar is.
18. Spanner volgens een der conclusies 9 tot 17, gekenmerkt 20 doordat de hefbomen (82,84) aan hun ten opzichte van de gemeenschap pelijke lageras (86) kortere gedeelten gevormd zijn met tegenover elkaar gelegen en naar elkaar leidbare snijoppervlakken (82b,84b). o-o-o-o-o-o-o-o-o .8702553
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19863638882 DE3638882A1 (de) | 1986-11-14 | 1986-11-14 | Spanner |
DE3638882 | 1986-11-14 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8702655A true NL8702655A (nl) | 1988-06-01 |
NL189752B NL189752B (nl) | 1993-02-16 |
NL189752C NL189752C (nl) | 1993-07-16 |
Family
ID=6313918
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8702655A NL189752C (nl) | 1986-11-14 | 1987-11-06 | Bandspanner. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1002148A5 (nl) |
CH (1) | CH673614A5 (nl) |
DE (1) | DE3638882A1 (nl) |
NL (1) | NL189752C (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2749791B1 (fr) * | 1996-06-14 | 1998-09-18 | Virax Sa | Dispositif d'etau, destine particulierement au maintien d'un tube ou analogue |
DE10349229B4 (de) * | 2003-10-23 | 2013-05-29 | Wolfcraft Gmbh | Bandspanner und zugehörige Spannbacken |
DE102005025448B4 (de) * | 2005-06-02 | 2007-03-15 | Han-Ching Huang | Gurtspanner |
Family Cites Families (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE181133C (nl) * | 1900-01-01 | |||
FR412487A (fr) * | 1910-02-10 | 1910-07-13 | Nicolas Djounkofsky | Instrument servant à lier à la main les ballots ou balles de marchandises |
GB191509197A (en) * | 1915-06-22 | 1915-12-23 | Harold Wade | Improvements in or relating to Strap-tightening Implements. |
FR782673A (fr) * | 1934-12-13 | 1935-06-08 | Appareil et manchon d'assemblage pour tendre les feuillards de cerclage et assujettir leurs extrémités superposées | |
DE691408C (de) * | 1938-10-11 | 1940-06-04 | Otto Pannicke | Spann- und Dichtungsvorrichtung |
GB579517A (en) * | 1944-05-10 | 1946-08-07 | Signode Ltd | Improvements in or relating to bale-tie straining tools |
US2882934A (en) * | 1953-09-21 | 1959-04-21 | Gerrard & Co A J | Strapping tool |
DE1804293U (de) * | 1959-09-19 | 1960-01-14 | Rudolf Vogel | Drahtspannzange. |
FR2078513A5 (nl) * | 1970-02-14 | 1971-11-05 | Zenses Carl | |
GB1423347A (en) * | 1972-03-28 | 1976-02-04 | Irvin Great Britain Ltd | Ratchet tensioners |
CH583089A5 (nl) * | 1975-04-30 | 1976-12-31 | Konrad Albert | |
US3998429A (en) * | 1976-02-19 | 1976-12-21 | Signode Corporation | Strap tensioning tool with load-sensing handle |
US4252158A (en) * | 1979-07-06 | 1981-02-24 | Fmc Corporation | Strap tensioning tool |
DE3114094A1 (de) * | 1981-04-08 | 1982-10-28 | Gábor 2050 Hamburg Lénárt | Spannwerkzeug. |
DE3726063A1 (de) * | 1987-08-06 | 1989-02-16 | Kabelmetal Electro Gmbh | Anordnung zum aufbringen des drucks bei der herstellung einer schweissverbindung zwischen den enden zweier kunststoffrohre |
-
1986
- 1986-11-14 DE DE19863638882 patent/DE3638882A1/de active Granted
-
1987
- 1987-10-27 CH CH419987A patent/CH673614A5/de not_active IP Right Cessation
- 1987-11-06 NL NL8702655A patent/NL189752C/nl not_active IP Right Cessation
- 1987-11-12 BE BE8701270A patent/BE1002148A5/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
CH673614A5 (nl) | 1990-03-30 |
BE1002148A5 (nl) | 1990-07-31 |
NL189752C (nl) | 1993-07-16 |
NL189752B (nl) | 1993-02-16 |
DE3638882C2 (nl) | 1988-08-25 |
DE3638882A1 (de) | 1988-05-26 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP2000509679A (ja) | 締め付けロック | |
US6195848B1 (en) | Slidable ratchet tensioning device and tie-down assembly | |
US4542883A (en) | Device for tensioning straps | |
JP3333114B2 (ja) | 連続ビス締付機 | |
JP4326879B2 (ja) | ロッパー | |
US20100044490A1 (en) | Hand held cable reel | |
JP2586976B2 (ja) | 結束帯工具用引張機構 | |
US5230150A (en) | Tubing cutter applying continuous cutting force to tubing | |
CA2542483C (en) | Strip clamping device and associated clamping jaws | |
NL8702655A (nl) | Spanner. | |
JPH08301581A (ja) | ケーブル繰出し用ドラム支持装置 | |
US5546828A (en) | Parking brake | |
US5361879A (en) | Extension cord reel | |
US4327897A (en) | Cable guide for powered winch | |
US5348117A (en) | Rescue system | |
DE4021925A1 (de) | Kabelaufwickelvorrichtung | |
US4057218A (en) | Winch-hoist actuating apparatus | |
DE2438482B2 (de) | Bremseinrichtung für ein Magnetbandgerät | |
US4309238A (en) | Adjustable traction wheel tensioning mechanism for an automatic wallboard joint taper | |
US3389040A (en) | Tape dispensers | |
EP1082197A1 (en) | Wire tensioning tool | |
US4003551A (en) | Winch-hoist | |
WO2011013325A1 (ja) | 植物栽培用紐巻き器 | |
US2721037A (en) | Wire winding tool | |
JP2520603B2 (ja) | 穀稈結束部における紐ブレ−キ装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 19960601 |