NL8702545A - Laadbak met meerdere compartimenten voor een afvalwagen, alsmede afvalwagen voorzien van een dergelijke laadbak. - Google Patents

Description

*/ d 875114/Ie/ih

Korte aanduiding: Laadbak met meerdere compartimenten voor een afvalwagen, alsmede afvalwagen voorzien van een dergelijke laadbak.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een laadbak voor een afvalwagen welke door middel van ten minste één horizontaal tussenschot is verdeeld in meerdere boven elkaar liggende compartimenten die elk 5 voorzien zijn van een uitdrukschot en een vulopening.

Een afvalwagen met een laadbak van het bovengenoemde type is bekend uit bijvoorbeeld het Duitse octrooischrift 3.537.546.

Bij deze bekende afvalwagen worden de compartimenten 10 met behulp van een zijbelading aan de voorkant van de laadbak beladen via boven elkaar liggende openingen. In elk compartiment bevindt zich een persschot. De stand van dit persschot ten opzichte van een beladingsopening bepaalt welk compartiment beladen wordt. Het persschot 15 perst ook de lading naar achteren en functioneert als uitdrukschot als de losklep van het compartiment aan de achterzijde van de laadbak geopend is.

Deze bekende afvalwagen heeft een aantal nadelen.

Op de eerste plaats vindt de belading plaats aan de 20 zijkant, hetgeen gevaarlijk is voor de beladers in verband met uitstekende delen in de rijrichting en lastig in verband met geparkeerde auto's en obstakels op de stoeprand. Verder is er een signalering nodig tussen een afvalhouder met een bepaalde inhoud en de stand van de 25 verschillende persschotten. Het samenpersen van het afval vindt plaats door het persschot geheel naar achteren te bewegen, hetgeen extra tijd kost, omdat er tijdens het bewegen van het uitdrukschot niet beladen kan worden. Als men om tijd te winnen het persschot gedeeltelijk naar 30 achteren beweegt, zal er niet optimaal en gelijkmatig 870254 5 -2- 'v verdicht worden, daar een persmechanisme met tegenhoudinrichting ontbreekt. Een verder nadeel is dat als het afval in een onderliggend compartiment gestort moet worden, het afval de bovenliggende cilinder voor het 5 bedienen van het persschot van een bovenliggend compartiment moet passeren. De cilinder moet dus afgeschermd worden en het afval kan op deze afscherming blijven hangen.

De uitvinding beoogt nu een laadbak en een 10 afvalwagen van het bovengenoemde type te verschaffen, die de genoemde nadelen niet hebben.

Dit oogmerk wordt bereikt met een laadbak van het bovengenoemde type welke tot kenmerk heeft dat de vulopeningen van de compartimenten aan de achterzijde van 15 de laadbak zijn aangebracht en de laadbak aan de achterzijde is voorzien van een achterlader met een instortopening en een persmechanisme waarmee verschillende, van elkaar gescheiden soorten afval elk in één van de compartimenten van de laadbak kunnen worden gebracht.

20 Door deze constructie heeft de laadbak en de afvalwagen voorzien van een dergelijke laadbak geen naar de zijkant uitstekende delen en is dus veilig voor de beladers en heeft men bij het ophalen van huisvuil geen last van obstakels aan de zijkant van de straat en op het 25 trottoir. Bovendien kan voor het uitdrukschot en het persmechanisme gebruik worden gemaakt van bekende en in de praktijk beproefde systemen, die hier een nieuwe toepassing vinden.

Verdere doelmatige en praktische uitvoeringsvormen 30 van de laadbak volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies 2-8.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een afvalwagen voorzien van een laadbak volgens de uitvinding.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht 870254 5 Ϋ é -3- door de beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld aan de hand van de tekening, waarin: figuur 1 een schematisch zijaanzicht toont van een afvalwagen voorzien van een laadbak volgens de uitvinding, 5 en figuur 2a-2d het principe en de verschillende standen van een bij de afvalwagen volgens figuur 1 toegepast persmechanisme tonen.

Bij de in figuur 1 getoonde afvalwagen bevindt zich 10 op het chassis 1 een laadbak 2. Deze laadbak is voorzien van één of meerdere horizontale tussenwanden 3, die de laadbak in een aantal boven elkaar liggende compartimenten 4 en 5 verdelen. Het compartiment 4 voor het zwaarste afval, het zogenaamde GFT-afval 15 (Groente-Fruit-Tuin), bevindt zich onderin de laadbak 2.

Afhankelijk van het soortelijk gewicht van de verschillende afvalstoffen kan de stand van de horizontale tussenwanden 3 aangepast worden. De in figuur 1 getoonde afvalwagen heeft een laadbak 2 die door middel 20 van één horizontale tussenwand 3 is verdeeld in twee compartimenten 4 en 5. Elk compartiment 4,5 is aan de achterzijde voorzien van een vulopening.

De laadbak 2 is aan de achterzijde voorzien van een achterlader 6 met een instortopenening 7 en een 25 persmechanisme 8 waarmee verschillende van elkaar gescheiden soorten afval elk in één van de compartimenten 4,5 van de laadbak 2 kunnen worden gebracht.

In elk der compartimenten 4,5 bevindt zich een uitdrukschot 9 resp. 10, dat zo nodig ook als 30 tegendrukschot kan fungeren. Na opening van de achterlader 6 kunnen afvalstoffen onafhankelijk van elkaar met behulp van het desbetreffende uitdrukschot 9,10 worden gelost.

Het persmechanisme 8 bestaat uit een draaibare 870254 5 -4- verticale as 11, waarop voor elk compartiment 4,5 een persschot 12 resp. 13 is bevestigd. Zoals in fig. 2 is te zien, is aan de bovenzijde van de draaibare as 11 een hefboom 14 vast gemonteerd.

5 Ter plaatse van de punten 15 en 16 van deze hefboom 14 zijn de zuigerstangen van twee cilinders 17 en 18 scharnierbaar met de hefboom 14 verbonden. Ter plaatse van de punten 19 en 20 zijn de cilinders 17 en 18 scharnierbaar met de achterlader 6 verbonden. De 10 opstelling van deze cilinders 17 en 18 is zodanig dat (zie fig. 2a-2d): - elk persschot 12,13 een cirkelvormige slag van 210° (105° naar links en 105° naar rechts) kan maken; - beide cilinders 17,18 niet tegelijk in hun dode 15 punt staan; - beide cilinders 17,18 over een traject van 90° naar beide kanten een naar het maximum oplopende perskracht kunnen uitoefenen.

Elk persschot 12 resp. 13 maakt eenzelfde 20 draaibeweging en beweegt zich in een trog 21, die de vorm heeft van een halve verticaal staande cirkelcilinder waarvan de verticale eindranden aansluiten op de laadbak 2. Deze trog 21 is eveneens door middel van een aantal horizontale tussenschotten 22 (in de weergegeven 25 uitvoeringsvorm één tussenschot 22) in compartimenten 23 en 24 verdeeld, die corresponderen met de compartimenten 4 resp. 5 van de laadbak 2. De compartimenten 23 en 24 van de trog 21 sluiten via glijplaten 25 resp. 26 aan op de instortopening 7.

30 Aan de achterlader 6 is een beladingsinrichting 27 bevestigd. Met deze beladingsinrichting kunnen twee afvalhouders 28 (zogenaamde minicontainers) tegelijkertijd en onafhankelijk van elkaar behandeld worden.

De beladingsinrichting 27 omvat twee houderstoelen 870254 5 i v* -5- 29. Met elke houderstoel 29 kan een te behandelen afvalhouder 28 eerst rechtstandig langs een hier niet getekend geleideframe. dan wel via boogvormige baan door hier niet getekende hefarmen,met behulp van een bekende 5 aandrijving omhoog worden gebracht. De beladingsin-richting 27 omvat tevens een hier niet weergegeven kantelmechanisme waarmee een omhoog gebrachte houderstoel 29 met afvalhouder 28 vanuit de met 30 aangegeven stand in de met 31 aangegeven stand boven de instortopening 7 kan 10 worden gekanteld.

De hier weergegeven beladingsinrichting 27 is ingericht voor het behandelen van door middel van een tussenschot 32 in vakken verdeelde afvalhouders 28. De beladingsinrichting is daartoe voorzien van een 15 scheidingsschot 33 waartegen het tussenschot 32 van een dergelijke afvalhouder 28 aanligt wanneer deze door de houderstoel 29 in de bovenste stand is gebracht. Het scheidingsschot 33 is zodanig aangebracht dat tijdens de kantelbeweging van de houderstoel 29 met afvalhouder 28 20 het scheidingsschot 33 in contact blijft met het tussenschot 32 van de afvalhouder 28 en met de afvalhouder 28 mee kantelt. Aan het einde van de kantelbeweging sluit het scheidingsschot 33 aan op de glijplaat 26. Hierdoor zal het afval dat zich gescheiden 25 in de houder 28 bevindt/ ook gescheiden in de beide compartimenten 23 en 24 van de achterlader 6 terecht komen en vandaar uit via het bijbehorende persschot 12 resp. 13 in het bijbehorende compartiment 4 resp. 5 van de laadbak 2 terecht komen.

30 Bij de weergegeven uitvoeringsvorm staat het scheidingsschot 33 dwars op de lengterichting van de laadbak 2. Het is echter ook mogelijk het scheidingsschot 90° te draaien, zodat het in de lengterichting van de laadbak komt te staan. De glijplaten in de achterlader 870254 5 *> % -6- zullen dienovereenkomstig aangepast moeten worden. Deze gewijzigde uitvoeringsvorm van een beladingsinrichting is geschikt voor het behandelen van afvalhouders waarin het tussenschot 90° gedraaid is ten opzichte van het 5 tussenschot 32 in de in fig. 1 weergegeven afvalhouders 28.

Ook kan een beladingsinrichting worden toegepast waarmee twee normale afvalhouders zonder vakverdeling kunnen worden behandeld. Een houder met afval A wordt dan met de ene houderstoel behandeld en 10 een houder met afval B met de andere houderstoel. Elke houderstoel sluit aan op zijn eigen compartiment in de achterlader 6 en de laadbak 2. Ook hier zal een aanpassing van de glijplaten in de achterlader nodig zijn.

Toepassing van bijvoorbeeld een optische signalering 15 op kleur biedt de mogelijkheid om groene houders met zwaar GFT-afval automatisch te ledigen in het onderste compartiment en grijze houders met lichter afval automatisch in het bovenste compartiment, waarbij de groene zowel als de grijze houders door meerdere houderstoelen 20 behandeld kunnen worden.

De bewegingen van de uitdrukschotten 9 en 10, het persmechanisme 8, de achterlader 6 en de beladingsinrichting 27 worden met behulp van een hydraulisch systeem via cilinders uitgevoerd.

25 Aan de onderzijde van de achterlader is een ruimte 34 beschikbaar voor het verzamelen van chemisch afval, zoals olie, verf, accu's en batterijen.

Een afvalwagen met een bovenbeschreven laadbak volgens de uitvinding heeft de volgende voordelen: 30 - Het systeem maakt een gelijkmatige belading mogelijk, zodat de stabiliteit van het voertuig gewaarborgd blijft.

- De beladingsinrichting bevindt zich niet aan de zijkant, maar uitsluitend aan de achterzijde van de 670254 5 Ί if -7- laadbak, hetgeen veilig is voor de beladers en men heeft geen last van obstakels aan de zijkant van de straat en op het trottoir.

- Het is mogelijk om verschillende systemen voor 5 het ophalen van afval toe te passen, namelijk met afvalhouders die in vakken zijn verdeeld en met afvalhouders die niet in vakken zijn verdeeld.

- Het is mogelijk om twee onafhankelijk van elkaar werkende houderstoelen toe te passen, hetgeen de 10 inzamelcapaciteit verdubbelt.

- Voor wat betreft het uitdrukschot en het persmechanisme wordt gebruik gemaakt van bekende en in de praktijk beproefde systemen, die hier een nieuwe toepassing vinden.

15 - Scheiding van het afval blijft zowel bij het beladen als het lossen gewaarborgd. De mogelijkheid voor het meenemen van chemisch afval is aanwezig.

870254 5

Claims (9)

1. Laadbak voor een afvalwagen welke door middel van ten minste één horizontaal tussenschot is verdeeld in meerdere boven elkaar liggende compartimenten die elk voorzien zijn van een uitdrukschot en een vulopening, 5 met het kenmerk, dat de vulopeningen van de compartimenten (4,5) aan de achterzijde van de laadbak (2) zijn aangebracht en de laadbak (2) aan de achterzijde is voorzien van een achterlader (6) met een instort-opening (7) en een persmechanisme (8) waarmee verschillen-10 de van elkaar gescheiden soorten afval elk in één van de compartimenten (4,5) van de laadbak (2) kunnen worden gebracht.

2. Laadbak volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de achterlader (6) een trog (21) omvat die door 15 middel van ten minste één horizontaal tussenschot (22) is verdeeld in meerdere boven elkaar liggende compartimenten (23,24) die corresponderen met de compartimenten (4,5) van de laadbak (2) en die via glijplaten (25,26) aansluiten op de instortopening (7).

3. Laadbak volgens conclusie 2,met het ken merk, dat de trog (21) de vorm heeft van een halve verticaal staande cirkelcilinder waarvan de verticale eindranden aansluiten op de laadbak (2) en het persmechanisme (8) ten minste bestaat uit een draaibare 25 verticale as (11) waarop voor elk compartiment (4,5) een persschot (12,13) is bevestigd zodanig dat elk persschot (12,13) eenzelfde draaibeweging kan maken.

4. Laadbak volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat op de achterlader (6) een beladingsin-30 richting (27) is gemonteerd voor het behandelen van afvalhouders (28), omvattende ten minste één houderstoel (29) waarmee een te behandelen afvalhouder (28) langs een geleideframe rechtstandig, dan wel door hefarmen 870254 5 * 4 -9- via een boogvormige baan omhoog kan worden gebracht en een kantelmechanisme voor het kantelen van de omhoog gebrachte houderstoel (29) met afvalhouder (28) tot boven de instortopening (7).

5. Laadbak volgens conclusie 4, m e t het ken merk, dat de beladingsinrichting (27) is ingericht voor het behandelen van door middel van een tussenschot (32) in vakken verdeelde afvalhouders (28) en voorzien is van tenminste één scheidingsschot (33) waartegen het jg tussenschot (32) van een dergelijke afvalhouder (28) aanligt wanneer deze door de houderstoel (29) in de bovenste stand is gebracht, welk scheidingsschot (33) zodanig is aangebracht dat het tijdens het kantelen van de houderstoel (29) met afvalhouder (28) in contact blijft 15 met het tussenschot (32) van de afvalhouder en met de afvalhouder meekantelt en aan het einde van de kantelbeweging aansluit op een glijplaat (26).

6. Laadbak volgens conclusie 4, m e t het ken merk, dat de beladingsinrichting (27) is ingericht 20 voor het gelijktijdig en onafhankelijk behandelen van bij voorkeur twee afvalhouders en de dat de achterlader (6) is voorzien van middelen om het afval uit een bepaalde afvalhouder (28) naar één van de compartimenten (4,5) van de laadbak(2) te leiden.

7. Laadbak volgens conclusie 6,met het ken merk, dat de laadbak (2) is voorzien van detectiemiddelen voor het detecteren van het type afvalhouder dat in de beladingsinrichting (27) wordt geplaatst.

8. Laadbak volgens een der conclusies 1-7, m e t h e t 30 kenmerk, dat de laadbak (2) voorzien is van een ruimte (34) voor het opnemen van chemisch afval.

9. Afvalwagen voorzien van een op het chassis (1) van de wagen gemonteerde laadbak (2) volgens een of meer der conclusies 1-8. 8702545