NL8702111A - Ventilatie-element. - Google Patents

Ventilatie-element. Download PDF

Info

Publication number
NL8702111A
NL8702111A NL8702111A NL8702111A NL8702111A NL 8702111 A NL8702111 A NL 8702111A NL 8702111 A NL8702111 A NL 8702111A NL 8702111 A NL8702111 A NL 8702111A NL 8702111 A NL8702111 A NL 8702111A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wave
ventilation element
element according
ventilation
profile
Prior art date
Application number
NL8702111A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192746B (nl
NL192746C (nl
Original Assignee
Braas & Co Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Braas & Co Gmbh filed Critical Braas & Co Gmbh
Publication of NL8702111A publication Critical patent/NL8702111A/nl
Publication of NL192746B publication Critical patent/NL192746B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192746C publication Critical patent/NL192746C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/17Ventilation of roof coverings not otherwise provided for

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)
  • Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)
  • Air-Conditioning For Vehicles (AREA)

Description

* y VO 9280
Titel: Ventilatie-element.
De uitvinding betreft een ventilatie-element voor het inzetten tussen overlappende gedeeltes van een onderspanningshuid aan een schuin dak of voor het openhouden van sleuven in een dergelijke onderspanningshuid.
5 Het ventilatie-element moet een be- en ontluchting van de dak- ruimte onder de onderspanningshuid ten opzichte van de boven de onderspanningshuid aangebrachte dakbedekkingsplaten toe waarborgen, om zweet-watervorming e.d. uit te sluiten.
Een voor dit doel geschikt, bekend ventilatie-element (vergelijk 10 Duits Offenlegungsschrift 32 02 509) is als afstandshouder uitgevoerd en wordt tussen twee*naburige daksparren in het overlappingsbereik tussen aan elkaar grenzende onderspanningsbanen gezet. De bekende afstandshouder heeft een opleglijst voor de bovenste foliebaan en een aanleglijst voor de onderste foliebaan.
15 Beide lijsten zijn via een zeefvormig wandgedeelte of dergelijke met elkaar verbonden, waarin een aantal ventilatie-openingen uitgespaard is. De voor de be- en ontluchting ter beschikking staande vrije doorsnede binnen het ventilatie-element is naar verhouding gering.
Een verder element voor het toe- en afvoeren van lucht voor het 20 naderhand inbouwen in van een onderspanningshuid voorziene hellende daken, is uit het Duitse Offenlegungsschrift 31 25 868 bekend. Het bekende ventilatie-element bestaat uit slagvaste en flexibele kunststof en heeft een schoorsteenvormig uitgevoerde, kastvormige, ruimtelijke vorm, waarvan de openingsdoorsnede door willekeurig aangebrachte ruggen versterkt 25 kan zijn. Voor de be- en ontluchting worden in de aanwezige, over een vol vlak verlopende onderspanningshuid sleuven gesneden en het bekende ventilatie-element wordt in deze sleuven gezet. Voor het vasthouden kunnen zijdelings uitstekende kunststofdelen aan de kastvormige ruimtelijke vorm aangebracht zijn, welke klemlippen vormen, welke het in-30 schuiven en bevestigen van het ventilatie-element in de aanwezige onderspanningshuid zonder extra mechanische bevestigingsmiddelen mogelijk maken. Het bekende ventilatie-element is naar verhouding volumineus.
Voor de be- en ontluchting van een onderspanningshuid is een aantal van 8702111 * - 2 - zulke ventilatie-elementen noodzakelijk, zodat het transport duur is en de opslag veel ruimte benodigt.
Voorts beschrijft het Duitse Offenlegunsschrift 35 00 579 een dakruimteisolatie, waarbij onder de dakbedekkingsplaten van een schuin 5 dak een onderspanningshuid en daaronder isolatiemateriaal is aangebracht·
Tussen de onderspanningshuid en het isolatiemateriaal bevindt zich een dakruimte-ventilatie-inrichting, welke uit een over een geheel vlak, meandervormig gevouwen golfplaat bestaat. Een blijvend open, door de onderspanningshuid zelf heen lopende ventilatiedoorsnede kan deze 10 bekende, over een vol vlak verlopende dakruimte-ventilatieinrichting niet geven.
Het doel van de uitvinding bestaat daarin, voor een onderspanningshuid aan een schuin dak een eenvoudig te vervaardigen ventilatie-element te verschaffen, dat een zo groot mogelijke ventilatiedoorsnede 15 waarborgt, dat vormstabiel is en dat een zo dicht mogelijk in elkaar stapelen van een aantal van zulke ventilatie-elementen mogelijk maakt.
Een verder doel van de onderhavige uitvinding bestaat daarin, een dergelijk ventilatie-element ter beschikking te stellen, dat zonder extra bevestigingsmiddêlen universeel en in willekeurige stand ingébouwd 20 kan worden.
Nog een verder doel van de uitvinding bestaat daarin, een dergelijk ventilatie-element met zo weinig mogelijk materiaalverbruik met een eenvoudig werktuig te vervaardigen.
Voor het oplossen van dit probleem en doelstellingen wordt met 25 de onderhavige uitvinding een ventilatie-element verkregen, dat tussen overlappende gedeeltes van een onderspanningshuid gezet kan worden, resp. waarmede sleuven in een dergelijke onderspanningshuid opengehouden kunnen worden. Dit ventilatie-element bestaat in hoofdzaak uit, uit één stuk met elkaar verbonden ruggen, banden en/of profielen uit kunststof. Deze 30 ruggen, banden en/of profielen vormen: een eerste golfprofiel; ten minste een tweede golfprofiel, dat op afstand evenwijdig en in hoofdzaak op één lijn ten opzichte van het eerste golfprofiel aangebracht is, waarbij de golftoppen van deze golfprofielen een eerste 35 bovenvlak en de golfdalen een tweede ondervlak bepalen; 8702111 « - 3 - een roosterconstructie, welke zich binnen het eerste, bovenste vlak uitstrekt en op zijn beurt in hoofdzaak bestaat uit ten minste één in de richting van de golfprofielen zich uitstrekkende langsrug en uit daarvan in hoofdzaak rechthoekig uitstekende, eerste dwarsruggen, die 5 elk met de naburige golftop verbonden zijn, en tweede dwarsruggen, welke de golfdalen met de langsrug verbinden.
Omdat het ventilatie-element volgens de uitvinding slechts uit enkele uit één stuk met elkaar verbonden kunststof-ruggen, -banden en/cf -profielen bestaat, is dit licht en waarborgt een maximaal mogelijke, 10 vrije ventilatiedoorsnede in elke richting.
De speciale vormgeving en onderlinge ruimtelijke opstelling van deze kunststof-ruggen, -banden en/of -profielen, zodat een eerste golf-profiel, ten minste een tweede golfprofiel, een roosterconstructie en tweede dwarsruggen resulteren, verschaffen met minimaal materiaalverbruik 15 een vormstabiel en torsiestijf ventilatie-element. Een aantal van zulke ventilatie-elementen kan dicht in elkaar gestapeld worden, hetgeen het hanteren, in het bijzonder de opslag en het transport naar de plaats van bestemming in het dak zeer wezenlijk vergemakkelijkt. Voorts waarborgt de speciale vormgeving en ligging van deze kunststof-ruggen, 20 -banden en/of -profielen, dat het ventilatie-element als geheel in één arbeidsgang volgens de spuitgietmethodè in een eenvoudig werktuig vervaardigd kan worden, dat geen kern vereist.
Verdere uitvoeringsvormen en ontwikkelingen van het ventilatie-element volgens de uitvinding volgen uit de onderconclusies.
25 Zo kan elk golfprofiel in hoofdzaak een trapeziumvormige, meander volgen, met vlakke gedeeltes voor de golftoppen en golfdalen, alsmede met, ten opzichte van het eerste en het tweede vlak schuin gestelde, opgaande, respectievelijk neergaande verbindingsgedeeltes tussen de golftoppen en golfdalen. Hierdoor worden platte oplegvlakken voor de 30 voor de ventilatiedoelen op afstand ten opzichte van elkaar te houden gedeeltes van de onderspanningsbanen verkregen.
Het gerede ventilatie-element heeft een aansprekend aanzien, is goed stapelbaar en kan met een naar verhouding eenvoudig fabricagewerk-tuig vervaardigd worden.
35 De golftoppen en golfdalen kunnen gelijke of verschillende 870 21 1 1 * - 4 - breedtes hebben. Bij voorkeur is elke, het eerste golfprofiel vormende kunststofband in het bereik van de golfdalen breder dan in het bereik van de golftoppen, waarbij de op-, respectievelijk neergaande verbin-dingsgedeeltes tussen zulke golftoppen en golfdalen een in hoofdzaak 5 driehoekig grondvlak hebben. Hierdoor wordt een afschuining voor de voorkanten van het ventilatie-element verkregen, welke het inschuiven tussen naburige, op afstand ten opzichte van elkaar gehouden onderspannings-banen, respectievelijk in een sleuf in een dergelijke onderspannings-huid vergemakkelijkt. Het achterste, tweede golfprofiel kan daarentegen 10 uit een kunststofband van gelijkblijvende breedte bestaan, zodat aldaar de golfdalen en golftoppen dezelfde breedte hebben. Alternatief kan ook de, het tweede achterste golfprofiel vormende kunststofband in het bereik van de golfdalen breder zijn dan in het bereik van de golftoppen.
In een dergelijk geval is het ventilatie-element spiegel-15 symmetrisch ten opzichte van een langsmiddenvlak uitgevoerd en kan zowel met de voorkant alsmede met de achterkant vooraan in de onderspannings-huid gezet worden. Hieruit resulteert een veelzijdige hanteerbaarheid van het ventilatie-element. Zoals reeds gezegd, zijn de grondvlakken van de op-, respectievelijk neergaande verbindingsgedeeltes tussen naburige 20 golftoppen en golfdalen ten opzichte van het eerste, respectievelijk tweede vlak schuin gesteld. Bij voorkeur kan zulk een opgaand verbin-dingsgedeelte met het tweede vlak een hoek van ongeveer 60-65° insluiten. Bijzonder doelmatig is het in zulk een geval, wanneer de kunststofband in het bereik van de verbindingsgedeeltes niet vlak evenwijdig is uit-25 gevoerd, doch tussen golfdal en naburige golftop een iets wigvormig verwijdende doorsnede heeft, zoals dit hierna meer in detail met betrekking tot fig. 4 toegelicht wordt. Een afwijking van de hoek tussen binnenvlak en buitenvlak aan een dergelijk verbindingsgedeelte van enkele graden, b.v. 2-3°, is geheel voldoende. Hierdoor wordt gewaar-30 borgd, dat in elkaar gestapelde ventilatie-elementen niet volgens een geheel vlak op elkaar liggen, doch in een overwegend bereik van een met elkaar strokende vlakke gedeeltes, een kleine afstand behouden. Hierdoor wordt de hechting tussen naburige ventilatie-elementen verminderd en het afnemen van een ventilatie-element uit de stapel zeer wezenlijk 35 vergemakkelijkt. Buiten de bovengenoemde, noodzakelijke bestanddelen van 8702111 » - 5 - het ventilatie-element kan een binnen het tweede vlak verlopende frame-rug aanwezig zijn, welke eerste framegedeeltes heeft, dat aan het eerste golfprofiel grenzende golfdalen met elkaar verbinden. Hierdoor wordt de vormstabiliteit van het ventilatie-element verhoogd, in het bijzonder 5 wordt het golfprofiel in de langsrichting gestabiliseerd en tegen onvoorzien platdrukken bij onzorgvuldig hanteren van de ventilatie-elemen-ten beveiligd. Bovendien kan zulk een in het tweede vlak verlopende framerug tweede framegedeeltes hebben,welke in het bereik van de zitgedeeltes het eerste golfprofiel met het tweede golfprofiel verbinden.
10 Hierdoor wordt het ventilatie-element als geheel kastvormig verstijfd en de torsiestabiliteit zeer wezenlijk verhoogd. Voorzover zulke tweede raamgedeeltes binnen het bereik van de zijgedeeltes aanwezig zijn, kan een verlenging van de langsrug in het bereik van het zijgedeelte tot op het tweede vlak naar omlaag gebogen en met de tweede framegedeeltes ver-15 bonden zijn.
In de regel is het voldoende, wanneer de kunststofruggen, -banden en/of -profielen, welke de langsrug, de eerste en tweede dwarsrug, alsmede de eerste en tweede framegedeeltes van de framerug vormen, uit een kunststofband met evenwijdig lopende hoofdvlakken bestaan. Naarmate de 20 vastheidseigenschappen van de gebruikte kunststof kan een dikte van een dergelijke kunststofband van ongeveer 3-6 mm toegepast worden. In een afzonderlijk geval kan het daarenboven doelmatig zijn een detail of het geheel van deze bestanddelen extra te verstijven. In een dergelijk geval kunnen de langsrug, de eerste en tweede dwarsruggen en/of de framerug 25 als T-profiel uitgevoerd zijn. In het bijzonder de framerug heeft bij voorkeur een vanaf de onderzijde rechthoekig uitstekende, uit één stuk aangevormde flens. Hierdoor wordt de vormstabiliteit van het ventilatie-element verhoogd en een vlak op elkaar liggen van in elkaar gestapelde ventilatie-elementen op de naburige, relatief brede raamruggen verhinderd.
30 Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm kan het ventila tie-element zelf middelen voor zijn bevestiging in een juiste stand aan de onderspanningshuid bezitten. Als zulke bevestigingsmiddelen komen bijvoorbeeld bevestigingslippen in aanmerking, welke zich bij voorkeur in het vlak van de golfdalen uitstrekken.
35 Een randgedeelte van een onderspanningsband wordt tussen deze 8702111 * - 6 - golfdalen en de bevestigingslassen gevoerd. Aan zijn in sterke make strak gespannen onderspanningshuid wordt - zonder extra vreemde bevestigingsmiddelen - een klemmende zitting van het ventilatie-element verkregen.
Bij voorkeur zijn meerdere van zulke bevestigingslippen aan een venti-5 latie-element aanwezig, welke vanaf de framerug binnen het tweede vlak naar binnen toe gericht, uitsteken. Bij voorkeur steekt een dergelijke bevestigingslip vanaf het eerste framegedeelte tussen twee naburige golfdalen uit. De omgezette tong van de bevestigingslip steekt bij voorkeur iets buiten het tweede vlak uit, Hierdoor wordt een spanningsvrij 10 vastklemmen aan de kant van een onderspanningshuid mogelijk. In het bereik van de bevestigingslippen hebben de golftoppen passende uitsparingen, zodat de aanwezigheid van de bevestigingslippen de stapelbaar-heid van de ventilatie-elementen niet benadeelt.
Zoals reeds gezegd, bestaat het gehele ventilatie-element bij 15 voorkeur uit een, uit één stuk gevormd spuitlichaam uit kunststof.
De vervaardiging volgens de spuitgietmethode is eenvoudig en gunstig in prijs.
De één geheel vormende verbinding van alle bestanddelen vermijdt de dwang tot bijzondere verbindingsmaatregelen en middelen. Voorts heeft 20 een spuitgietlichaam uit één stuk ook dan de noodzakelijke vormstabili-teit en torsiestijfheid, wanneer dit uit naar verhouding smalle kunst-stofbanen van geringe dikte bestaat. De boven in details gegeven uitvoeringsvorm van het ventilatie-element volgens de uitvinding maakt de vervaardiging met een naar verhouding eenvoudig spuitwerktuig,dat dan 25 geen kern benodigt, mogelijk.
Hierna wordt de uitvinding meer in detail aan de hand van een de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm met verwijzing naar de tekeningen toegelicht; in deze laatste tonen: fig. 1 een uitsnijding uit een ventilatie-element in perspecti-30 vische voorstelling; fig. 2 een bovenaanzicht op een volledig ventilatie-element ,-fig. 3 een achteraanzicht van het ventilatie-element volgens fig. 2, waarin begrepen de naar onderen wijzende tongen van de bevestigingslippen; 35 fig. 4 een uitsnijding uit het achteraanzicht volgens fig. 3, 8702111 - 7 - waarbij in het bijzonder de licht wigvormige doornsede van de kunststof-band in het bereik van de op- en aflopende verbindingsgedeeltes tussen golfdal en golftop te onderkennen is; fig. 5 in een schematische doorsnedevoorstelling in de richting 5 van de helling van een uitsnijding uit een dakopbouw met een ventilatie-element volgens de uitvinding; fig. 6 in een schematische doorsnedevoorstelling dwars op de dakhelling een uitsnijding uit een dakopbouw met een ventilatie-element volgens de uitvinding; 10 fig. 7 in een schematische doorsnedevoorstelling overeenkomstig fig. 5 het nokbereik van een schuin dak met ventilatie-elementen volgens de uitvinding; en fig. 8 in een schematische doorsnedevoorstelling overeenkomstig fig. 5 het gootbereik van een schuin dak met een ventilatie-element 15 volgens de uitvinding.
De in de figuren 1-4 weergegeven, de voorkeur verdienende, uitvoeringsvorm van een ventilatie-element volgens de uitvinding bestaat uit één geheelvormend met elkaar verbonden kunststof-ruggen, -banden en/of -profielen.
20 Een geschikte kunststof moet slagvast en matig flexibel zijn.
Voorts moet de kunststof volgens de spuitgietmethode tot het maken van ventilatie-elementen verwerkt kunnen worden. Als geschikte kunststof komen bijvoorbeeld polyethyleen of zacht ingestelde polyvinylchloride in aanmerking- Bij voorkeur bestaat het ventilatie-element uit 25 polyethyleen.
Het ventilatie-element heeft tot taak, een sleuf binnen een onderspanningshuid open te houden of twee overlappende delen van verschillende onderspanningsbanen, welke een dergelijke onderspanningshuid vormen, op afstand van elkaar te houden. Het ventilatie-element moet 30 voldoende vormstabiel zijn, om bestand te zijn tegen de voor deze toepassingen te verwachten krachten en om een veilig hanteren te waarborgen .
In de regel wordt een voldoende stabiliteit verkregen, wanneer de kunststofbanden een dikte van ongeveer 1,5-3 mm en een breedte van 35 ongeveer 4-10 mm hebben.
8702111 - 8 -
Het in fig. 2 in bovenaanzicht weergegeven volledige ventilatie-element heeft bijvoorbeeld de navolgende afmetingen: lengte ca. 25-45 cm, in het bijzonder 35 cm; breedte ca. 10-15 cm, in het bijzonder 12 cm; 5 hoogte ca. 1,3-3 cm, in het bijzonder 2 cm.
De vormgeving van de het ventilatie-element opbouwende kunststof-ruggen, -banden en/of -profielen moet met minimaal materiaalverbruik blijvend een zo min mogelijk gekanaliseerde en vernauwde ventilatie-doorgang van gewenste afmetingen waarborgen. Voor de in de praktijk op-10 tredende gevallen is het volledig voldoende, wanneer op afstanden een ca. 1,5-3 cm hoge en ongeveer 20-40 cm lange, open ventilatiedoorsnede gewaarborgd wordt. Tot dat doel bestaat het ventilatie-element in hoofdzaak uit ten minste twee op afstand ten opzichte van elkaar evenwijdig en in hoofdzaak op één lijn aangebrachte golfprofielen 10 en 20.
15 De golftoppen 12, 22 en golfdalen 14, 24 verschaffen oplegvlakken voor de op afstand ten opzichte van elkaar te houden gedeeltes van de onder-spanningshuid. Voor het waarborgen van de vormstabiliteit en torsie-stijfheid zijn deze golfprofielen 10 en 20 onderling door één of meer langsruggen 31 en dwarsruggen 33, 40 met elkaar verbonden, welke nagenoeg 20 onbeperkte luchtdoortreedopeningen binnen bovengenoemde doorsnedeafme-tingen vrij laten en een dichte stapeling van meerdere ventilatie-elementen in elkaar niet hinderen.
In detail strekken de golfprofielen 10 en 20 zich in langsrich-ting volgens rechte lijnen uit en verlopen bij voorkeur onderling even-25 wijdig. Aan elk golfprofiel 10, respectievelijk 20 hebben de golftoppen 12, 22 alsmede de golfdalen 14, respectievelijk 24 in hoofdzaak de vorm van een trapeziumgolf in een strokende ligging.
De verbinding tussen naburige golftoppen 12, 22 en golfdalen i 14, 24 geschiedt via opgaande verbindingsgedeeltes 11, 21 en neergaande 30 verbindingsgedeeltes 13, respectievelijk 23.
Zoals dit in fig. 1 voor het aldaar aan de achterzijde aangebrachte, tweede golfprofiel 20 weergegeven is, kan zulk een golfprofiel met op elkaar volgend opgaand verbindingsgedeelte 21, rechte golftop 22, neergaand verbindingsgedeelte 23, recht golfdal 24, enz. uit één kunst-35 stofband met evenwijdige zijkanten bestaan. Daarentegen is voor het in 8702111 - 9 - fig. 1 aan de voorzijde weergegeven, eerste golfprofiel 10 bij voorkeur in een andere uitvoeringsvorm voorzien. Dit golfprofiel 10 is in het bereik van de golfdalen 14 breder dan in het bereik van de golftoppen 12; de opgaande en neergaande verbindingsgedeeltes 11, 13 bezitten een in hoofd-5 zaak driehoekig grondvlak, dat de overgang naar de onderscheidenjke breedte van naburige golftoppen, respectievelijk golfdalen vormt.
In het bijzonder is uit fig. 2 duidelijk, dat aan dit eerste golfprofiel 10 twee verschillende uitvoeringsvormen voor de golftoppen 12 toegepast zijn. Bij de ene uitvoeringsvorm 12' bestaat de golftop in 10 hoofdzaak uit een kunststof-strookgedeelte 16 met evenwijdige zijkanten, dat zich in de richting van het golfprofiel 10 uitstrekt. Bij de andere uitvoeringsvorm 12' bestaat deze golftop in hoofdzaak uit een in bovenaanzicht driehoekig kunststofgedeelte 17, dat zijdelings naar binnen verzet ten opzichte van de langsrichting van de profielströok 10 aange-15 bracht is. Hierdoor wordt gewaarborgd, dat een in dit bereik aangebrachte bevestigingslip 55 langs de golftop gevoerd kan worden, zodat de aanwezigheid van een dergelijke bevestigingslip 55 de stapelbaarheid van de ventilatie-elementen niet hindert. Zoals weergegeven, kan naar behoefte aan het driehoekige kunststofvlak 17 een uitsparing 18 aangebracht zijn, 20 om het hinderen met de bevestigingslip 55 vein een naburig ventilatie-element bij het in elkaar stapelen daarvan volledig uit te sluiten.
De vlakke gedeeltes van de golftoppen 12, 22 van de golfprofleien 10, 20 bepalen een eerste vlak. Analoog bepalen de vlakke gedeeltes van de golfdalen 14, 24 van de golfprofielen 10, 20 een tweede vlak. De 25 afstand tussen deze vlakken bepaalt de doorlatende ventilatie-doorsnede van de met een ventilatie-element volgens de uitvinding open gehouden ventilatie-opening aan de onderspanningshuid en bedraagt in de regel 15-30 mm, in het bijzonder ca. 20 mm. Binnen het eerste vlak strekt zich een roosterconstructie 30 uit, uit kunststofruggen-, banden- en/of 30 -profielen, welke als één geheel met de golfprofielen 10, 20 verbonden is en de vormstabiiiteit en torsiestijfheid van het gehele ventilatie-element waarborgt. In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaat deze roosterconstructie 30 uit een langsrug 31 en daarvan in hoofdzaak rechthoekig uitstekende, eerste dwarsruggen 33, welke elk met de naburige 35 golftop 12, respectievelijk 22 verbonden zijn. In plaats van één langs- 870 21 1 1 - 10 - rug 31 kunnen ook meerdere langsruggen aanwezig zijn, zo ver dit de breedte van het ventilatie-element vereist. Bovendien zijn tweede dwars-ruggen 40 aanwezig, welke van de golfdalen 14, 24 van de golfprofielen 10, 20 uitgaande en vandaar tot op het eerste vlak naar omhoog verlopend 5 zijn en aldaar als één stuk op de langsrug 31 aansluiten. Al deze ruggen 31, 33 en 14 hebben bij voorkeur een rechthoekige doorsnede met een materiaaldikte van ongeveer 1,5-3 mm. Alternatief kunnen deze ruggen 31, 33, 40 door smalle, aan de bovenzijde of aan de onderzijde aangebrachte - niet weergegeven - ribben verstijfd zijn.
10 Een uit de genoemde bestanddelen, namelijk eerste en tweede golfprofielen 10, 20, één of meer langsruggen 31, alsmede de eerste en tweede dwarsruggen 33, 40, bestaand ventilatie-element heeft voldoende stabiliteit en vormvastheid.
Bovendien kan echter een binnen het tweede vlak verlopende 15 framerug 50 aanwezig zijn, welke ten minste eerste framegedeeltes 51 heeft, welke naburige golfdalen 14 aan het eerste golfprofiel 10 met elkaar verbinden. Hierdoor wordt de golfstructuur van het ventilatie-element ten opzichte van ongewild vlakdrukken nog verder gestabiliseerd en het oplegvlak voor een aanliggend onderspanningshuidgedeelte in het 20 tweede vlak vergroot, Bij voorkeur heeft deze framerug 50 bovendien tweede framegedeeltes 52, welke in het bereik van het zijgedeelte van het ventilatie-element het eerste-, voorste-golfprofiel 10 met het tweede-, achterste-golfprofiel 20 verbinden. Bovendien zouden naar behoefte ook - niet weergegeven - derde framegedeeltes aanwezig kunnen 25 zijn, welke ook naburige golfdalen 24 van het achterste golfprofiel 20 met elkaar verbinden. Voorzover tweede framegedeelt<$ 52 in het bereik van het zijgedeelte aanwezig zijn, heeft de langsrug 31 bij voorkeur in het bereik van deze zijdelen een verlenging 32, welke tot aan het tweede framegedeelte 52 naar omlaag gebogen en daarmede verbonden kan zijn.
30 Naar behoefte kan de framerug 50 door een verticaal uitstekende ribbe 54 verstijfd zijn, zoals dit in het bijzonder uit fig. 1 valt af te leiden.
De gehele framerug 50 kan zijdelings op het eerste golfprofiel 10 aansluiten en tezamen met deze golfdalen 14 zich binnen het tweede vlak uitstrekken.
35 De opgaande verbindingsgedeeltes 11, 21 en de neergaande ver- 8702111 Μ - 11 - bindingsgedeeltes 13, 23 tussen naburige golftoppen 12, 22 en golfdalen 14, 24 verlopen bij voorkeur onder een hoek van 60-65° ten opzichte van het tweede vlak. Dit maakt een gunstige stapeling mogelijk. Om de hechtende wrijving tussen twee naburige, in elkaar gestapelde ventilatie-5 elementen te verminderen, zijn deze verbindingsgedeeltes 11, 21, 14, 24 bij voorkeur licht wig-vormig uitgevoerd, dat wil zeggen de binnenzijde van zulk een verbindingsgedeelte verloopt onder een iets kleinere hoek dan de buitenzijde, zoals dit in detail uit de doorsnede-voorstelling volgens fig. 4 valt af te leiden. Hierdoor wordt een passend op elkaar 10 plaatsen van overeenkomstige vlakken van naburige, in elkaar gestapelde ventilatie-elementen verkregen, zodat een dergelijk ventilatie-element gemakkelijker uit een stapel ventilatie-elementen genomen kan worden.
De andere gedeeltes van de golfprofielen 10, 20 hebben bij voorkeur een rechthoekige doorsnede met gelijkblijvende dikte.
15 Een ventilatie-element volgens de uitvinding kan door middel van willekeurige bevestigingsmiddelen aan een onderspanningshuid of aan de, een dergelijke onderspanningshuid vasthoudende delen van de dakconstructie bevestigd worden. Bij voorkeur heeft het ventilatie-element echter zelfstandige, als één geheel met het resterende ventilatie-element uitge-20 voerde bevestigingsmiddelen voor het aanbrengen en vasthouden aan een onderspanningshuid. Zulke bevestigingsmiddelen kunnen in het bijzonder als bevestigingslippen 55 uitgevoerd zijn, welke aan een kant van een gedeelte van een de onderspanningshuid vormend folie gehangen is. Bij een dergelijke kant kan het om de buitenkant van een onderspanningsbaan 25 of om de rand van een kleine insnijding in een gegeven dak-onderspannings-huld gaan.
Bij het in fig. 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn drie bevestigingslippen 55 aanwezig, welke binnen het tweede vlak vanaf de binnenkant van de framerug 50 naar binnen uitsteken. Deze bevestigings-30 lippen 55 zijn - in bovenaanzicht gezien - in het bedekkingsbereik van afzonderlijke golftoppen 12 aangebracht, welke op hun beurt in de vorm van een verzet aangebracht driehoeksvlak 17 uitgevoerd en/of van een extra uitsparing 18 voorzien kunnen zijn, om voldoende ruimte te verschaffen, opdat de aanwezigheid van de bevestigingslippen 55 de stapelbaar-35 heid van de ventilatie-elementen niet hindert. Het als tong 56 uitge- 870 21 1 1 - 12 - voerde eindgedeelte van elke bevestigingslip 55 is bij voorkeur ten opzichte van het tweede vlak iets naar onderen uitstekend omgezet, om het aanzetten en vastklemmen van een ventilatie-element aan een kantgedeelte van een onderspanningsbaan te vergemakkelijken. Na het omklemmen ligt 5 het verder strak gespannen randgedeelte van de onderspanningsbaan met zijn bovenzijde tegen de onderzijde van de relatief brede golfdalen 14 aan het voorste, eerste golfprofiel 10 en met zijn onderzijde tegen de bovenzijde van de bevestigingslippen 55. Omdat de bevestigingslippen 55 en de golfdalen 14 in hetzelfde (tweede) vlak gelegen zijn, wordt aan het 10 randgedeelte van een strakke onderspanningsbaan een verende klemwerking verkregen.
Meer in detail kan deze constructie uit de figuren 5 en 6 ontleend worden. Fig. 5 toont schematisch in de richting van de dakhelling een uitsnijding uit een schuin dak; fig. 6 toont zulk een uitsnijding in een 15 schematische doorsnedevoorstelling, dwars op de dakhelling. Aan een bepaalde dakconstructie met daksparren 1 en daklatten 2, zijn dakbedek-kingsplaten 3 aangebracht, waarbij afzonderlijke dakbedekkingsplaten door ventilatiestenen 4 vervangen kunnen zijn. Onder de dakbedekkingsplaten 3 en boven een over een vol vlak verlopende warmtedemping 5 be-20 vindt zich een onderspanningshuid, welke uit afzonderlijke onderspannings-banen 6 en 8 gevormd wordt, welke met een overdekking aan de randzijde gelegd, bijvoorbeeld aan de onderzijde van de daksparren 1 aangebracht zijn. In dit overdekkingsbereik zijn op regelmatige afstanden - dwars op de dakhelling - ventilatie-elementen volgens de uitvinding tussen het 25 randgedeelte 7 van een onderspanningsbaan 6 en het randgedeelte 9 van de andere onderspanningsbaan 8 gezet. Hierbij is de kant van het randgedeelte 7 van de onderspanningsbaan 6 verend tussen de bevestigingslippen 55 en de golfbanen 14 ingeklemd, waardoor een ventilatie-element zonder andere vreemde bevestigingsmiddelen vanzelf in de gewenste stand 30 gehouden wordt.
Door de door het ventilatie-element opengehouden ventilatie-doorsnede kan ongehinderd een vergaande uitwisseling tussen de boven en onder de onderspanningshuid zich bevindende luchtmassa's plaatsvinden, waardoor een zweetwatervorming vermeden wordt, welke anders de warmte-35 demping 5 zou kunnen schaden.
8702111 - 13 -
De ventilatie-elementen volgens de uitvinding kunnen op willekeurige plaatsen in de onderspanningshuid worden aangebracht. Het onderbrengen van een onderspanningshuid over een vol vlak voor het vormen van een ventilatiedoorsnede, welke door het ventilatie-element openge-5 houden wordt, kan in het overdekkingsbereik van de randgedeeltes van twee naburige onderspanningsbanen of door een extra doelbewuste sleuf verkregen worden. In deze laatste zin kan ook een reeds gelegde, over een vol vlak verlopende spanhuid naderhand met ventilatie-elementen uitgerust worden.
10 Aan een schuin dak worden de ventilatie-elementen - steeds in een rij dwars op de dakhelling - bij voorkeur in het nokbereik (zie fig.7) en in het gootbereik (zie fig. 8) aangebracht, om een bijzonder goede be- en ontluchting van de dakruimte onder de dakbedekkingsplaten te waarborgen.
15 De bovengenoemde bevestigingslippen 55 zijn echter niet dwingend noodzakelijk. Alternatief kan het vastzetten van het ventilatie-element aan de onderspanningshuid door middel van klemmen, kleefstroken of dergelijke, plaatsvinden. Een of meer van zulke kleefstroken kunnen reeds aan het ventilatie-element gevormd zijn en door middel van een voor de 20 montage te verwijderen dekstrook afgedekt zijn. Voor het aanbrengen van zulke kleefstroken zijn alle binnen het eerste of tweede vlak liggende platte vlakdelen van het ventilatie-element geschikt.
Het in de figuren 1-4 in detail weergegeven ventilatie-element is als geheel uit één stuk gevormd en betekent een spuitgietdeel uit 25 kunststof. Op grond van de naar verhouding eenvoudige opbouw kan de vervaardiging met een eenvoudig spuitwerktuig plaatsvinden, dat geen kern benodigt.
Op grond van zijn bepaalde gestalte is het ventilatie-element tot een dichte stapel stapelbaar. Ondat geen, hoe dan ook, gerichte 30 ontluchtingskanalen aanwezig zijn, kan het ventilatie-element in een willekeurige richting aan een onderspanningsbaan aangebracht worden. In elke stand waarborgt het ventilatie-element een alzijdige vrije luchtdoorgang .
8702111

Claims (15)

1. Ventilatie-element voor het inzetten tussen overlappende gedeeltes of voor het openhouden van sleuven in een onderspanningshuid aan een schuin dak, bestaande uit een als één stuk met elkaar verbonden kunststof -ruggen, -banden en/of -profielen, met het kenmerk, dat deze kunst- 5 stof-ruggen, -banden en/of -profielen vormen, een eerste golfprofiel (10); ten minste een tweede golfprofiel (20) , dat op afstand evenwijdig en in hoofdzaak op één lijn ten opzichte van het eerste golfprofiel (10) aangebracht is; 10 waarbij de golftoppen (12, 22) van deze golfprofielen (10, 20) een eerste bovenvlak, en waarvan de golfdalen (14, 24) een tweede ondervlak bepalen; een roosterconstructie (30), welke zich binnen het eerste, bovenvlak uitstrekt en welke in hoofdzaak bestaat uit: 15 ten minste één zich in de richting van de golfprofielen (10, 20) uitstrekkende langsrug (31) en daarvan in hoofdzaak rechthoekig uitstekende, eerste dwarsruggen (33) , welke steeds met de naburige golftop (12, 22) verbonden zijn; en tweede dwarsruggen (40), welke de golfdalen (14, 24) met de 20 langsrug (31) verbinden.
2. Ventilatie-element volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk golfprofiel (10, 20) in hoofdzaak een trapeziumvormige meander vormt met platte gedeeltes voor de golftoppen (12, 22) en golfdalen (14, 24) en met ten opzichte van het tweede vlak schuin gestelde, 25 opgaande verbindingsgedeeltes (11, 21), alsmede neergaande verbindingsgedeeltes (13, 33) tussen naburige golftoppen en golfdalen.
3. Ventilatie-element volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat elke, het eerste golfprofiel (10) vormende kunststofband in het bereik van de golfdalen (14) breder is dan in het bereik van de golf- 30 toppen (12); dat de op-, respectievelijk neergaande verbindingsgedeeltes (11, 13) tussen naburige golftoppen (11) en golfdalen (14) een in hoofdzaak driehoekig grondvlak bezitten. 8702111 - 15 -
4. Ventilatie-element volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de grondvlakken van de op-, respectievelijk neergaande verbindingsgedeeltes (11, 13; 21, 23) tussen naburige golftoppen (12, 22) en golfdalen (14, 24) met het tweede vlak een hoek van ongeveer 60-65° insluiten.
5. Ventilatie-element volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat de het eerste golfprofiel (10) vormende kunststofband in het bereik van de op- respectievelijk neergaande verbindingsgedeeltes (11, 13) tussen naburige golftoppen (12) en golfdalen (14) een licht wigvormige doorsnede heeft (zie fig. 4).
6. Ventilatie-element volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de kunststof-ruggen, -banden en/of -profielen bovendien een, binnen het tweede vlak verlopende framerug (50) vormen, welke eerste framedelen (51) heeft, welke aan het eerste golfprofiel (10) grenzende golfdalen (14) met elkaar verbinden.
7. Ventilatie-element volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de framerug (50) in het bereik van de zijgedeeltes bovendien tweede frame-ruggedeeltes (52) heeft, welke aldaar het eerste golfprofiel (10) met het tweede golfprofiel (20) verbinden.
8. Ventilatie-element volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een 20 verlenging (32) van de langsrug (31) in het bereik van de zijgedeeltes met het betreffende tweede frameruggedeelte (52) verbonden is.
9. Ventilatie-element volgens één van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat bovendien bevestigingslippen (55) aanwezig zijn, voor het inhangen van het ventilatie-element aan een kantgedeelte van de onder- 25 spanningshuid.
10. Ventilatie-element volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de bevestigingslippen (55) een, ten opzichte van het vlak van de bevestigingslippen iets afgebogen, tongvormig eindgedeelte (56) hebben.
11. Ventilatie-element volgens conclusies 9 of 10, met het kenmerk, 30 dat deze bevestigingslippen (55) als één geheel aan de framerug (50) gevormd zijn.
12. Ventilatie-element volgens één van de conclusies 9-11, met het kenmerk, dat deze bevestigingslippen (55) aan de framerug (50) aan het eerste frameruggedeelte (51) daarvan tussen twee naburige golfdalen (14) 35 van het eerste golfprofiel (10) aangebracht zijn en zich in het vlak van deze golfdalen uitstrekken. 8702111 - 16 -
13. Ventilatie-element volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de in het bereik van de bevestigingslippen (55) zich bevindende golftoppen (12, 17) verzet aangebracht en/of van uitsparingen (18) voorzien zijn om ongeacht de aanwezigheid van de bevestigingslippen (55) een stapel-5 baarheid van een aantal ventilatie-elementen te waarborgen.
14. Ventilatie-element volgens één van de conclusies 1 - 13, met het kenmerk, dat de langsrug (31), de eerste en tweede dwarsrug (33, 40) en/of de framerug (50) als T-profiel uitgevoerd zijn.
15. Ventilatie-element volgens 'één van de conclusies 1-14, met het 10 kenmerk, dat het ventilatie-element als geheel een spuitgietstuk uit kunststof uit één stuk vormt. 8702111
NL8702111A 1986-09-11 1987-09-07 Ventilatie-element. NL192746C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19863630982 DE3630982A1 (de) 1986-09-11 1986-09-11 Luefterelement
DE3630982 1986-09-11

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8702111A true NL8702111A (nl) 1988-04-05
NL192746B NL192746B (nl) 1997-09-01
NL192746C NL192746C (nl) 1998-01-06

Family

ID=6309387

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8702111A NL192746C (nl) 1986-09-11 1987-09-07 Ventilatie-element.

Country Status (7)

Country Link
AT (1) AT391727B (nl)
BE (1) BE1000815A3 (nl)
DE (1) DE3630982A1 (nl)
FR (1) FR2603929B1 (nl)
GB (1) GB2198834B (nl)
HU (1) HU202618B (nl)
NL (1) NL192746C (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB9414719D0 (en) * 1994-07-21 1994-09-07 Willan Building Services Ltd Ventilation structure
GB2304887B (en) * 1995-08-26 1999-11-17 Willan Building Services Ltd Roof ventilation system
GB9701216D0 (en) * 1997-01-21 1997-03-12 Martin David F Roof underlay lap ventilator
GB2315856B (en) * 1997-05-02 1998-06-17 Bryan Neil Rowbotham Roof vent
AT406880B (de) * 1998-02-11 2000-10-25 Karl Ing Brandstetter Zu- und abluftpaneel für geneigte dachflächen
GB2374092A (en) * 2001-02-28 2002-10-09 Easyvent Ltd Roof ventilation

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3125868A1 (de) * 1981-07-01 1983-01-20 Ewald Dörken AG, 5804 Herdecke Zu- und abluftelement fuer geneigte daecher zum nachtraeglichen einbau
DE3202509A1 (de) * 1982-01-27 1983-08-04 Herbert 4933 Blomberg Betke Vorrichtung zur unterdrueckung von schwitzwasserbildung an dachfolien
GB8325796D0 (en) * 1983-09-27 1983-10-26 Marley Roof Tile Roofing systems
GB2152969B (en) * 1984-01-12 1987-08-12 Glidevale Building Prod Fascia ventilator for roof having fascia board and external gutter
DE3431319A1 (de) * 1984-08-25 1986-03-06 Fa.Hans Klöber, 5828 Ennepetal Dachbelueftungselement
DE3543005A1 (de) * 1985-12-05 1987-06-11 Braas & Co Gmbh Be- und entlueftungselement fuer dachspannbahnbelueftung

Also Published As

Publication number Publication date
DE3630982C2 (nl) 1989-09-07
BE1000815A3 (fr) 1989-04-11
HU202618B (en) 1991-03-28
AT391727B (de) 1990-11-26
ATA229187A (de) 1990-05-15
FR2603929A1 (fr) 1988-03-18
FR2603929B1 (fr) 1989-10-20
GB2198834B (en) 1990-05-23
HUT52836A (en) 1990-08-28
DE3630982A1 (de) 1988-03-24
NL192746B (nl) 1997-09-01
GB2198834A (en) 1988-06-22
NL192746C (nl) 1998-01-06
GB8720992D0 (en) 1987-10-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5772502A (en) Adjustable pitch roof vent with accordion-shaped end plug
US6421967B1 (en) Space enclosure
US4580374A (en) Soffit and fascia system
JPS59501372A (ja) 屋根むね覆い装置
IE870374L (en) Roof ridge system
AU758482B2 (en) Roof construction
US4233786A (en) Roof tile edge cover
NL8702111A (nl) Ventilatie-element.
RU2107788C1 (ru) Вентиляционная решетка
US20090100779A1 (en) Plastic roof shingle
NL8200274A (nl) Orgaan ter bescherming van de onderrand van een door schubvormige lichamen, zoals dakpannen bedekt schuin dak.
EP0340856A2 (en) Roof ventilation
GB2185099A (en) Ventilating element for roof sheets
JPH0130990B2 (nl)
JP3043159B2 (ja) 換気棟構造
JP2627183B2 (ja) 棟部材連結装置
SK284995B6 (sk) Hrebeňový a/alebo nárožný vetrací prvok
GB2338001A (en) Ridge tile ventilation apparatus
GB2204339A (en) A ventilator for a roof structure and method of ventilating a roof structure
JPH05171766A (ja) 換気棟構造
JP3043160B2 (ja) 換気棟構造
JPS6127399Y2 (nl)
WO2014143787A1 (en) System for roof ventilation
AU594958B2 (en) Roof tiles
JPH04102656A (ja) 金属屋根板及び屋根構造

Legal Events

Date Code Title Description
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: BRAAS GMBH

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
SNR Assignments of patents or rights arising from examined patent applications

Owner name: LAFARGE BRAAS ROOFING ACCESSORIES GMBH & CO. KG.

TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: LAFARGE BRAAS GMBH

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20010401