NL8700659A - Voering voor een afvalbak, in het bijzonder een kattebak. - Google Patents

Description

VO 9081

Voering voor een afvalbak, in het bijzonder een kattebak.

De uitvinding heeft betrekking op een voorwerp ten gebruike bij het houden van huisdieren en meer in het bijzonder op een absorberende voering voor een dierenafvalbak.

Bepaalde huisdieren, in het bijzonder katten, maken gebruik van 5 afvalbakken van hout,metaal, plastic of karton met uiteenlopende afmetingen en gevuld met een geschikte hoeveelheid absorberend vast materiaal. Het absorberende materiaal is korrelvormig en kan zijn behandeld met diverse chemische stoffen voor het verhogen van het absorberend vermogen, voor het verminderen van geuren, met een neutraliserende geurstof 10 en zij kunnen een bacteri e-reimnend of bacterie-bestrijdingsmiddel bevatten. De vaste absorberende deeltjes worden gewoonlijk in de afvalbak gelaten totdat geurverspreiding begint op te treden, zoals gewoonlijk na twee of drie dagen het geval is en dan moet de gehele afvalbak worden geledigd en gereinigd. De vaste absorberende deeltjes kunnen van de 15 soort zijn zoals beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.494.481; 4.494.482 en 4.517.919, dan wel absorberend materiaal zijn zoals in het algemeen in de handel verkrijgbaar is. Een ander absorberend materiaal dat door diverse huisdierenhouders wordt gebruikt is zand.

Teneinde de perioden tussen opeenvolgende ledigingen en reinigingen 20 van een afvalbak te verlengen kan gebruik worden gemaakt van een voering voor de afvalbak zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift No. 4.469.046. Deze voering is voorzien van een absorberende dons- of pluis-laag die zich van rand tot rand uitstrekt tot minder dan 5 cm van elk einde. Door de dikte van het absorberende materiaal zullen bij een ineen 25 afvalbak met stevige zijwanden geplaatste voering veel plooien en vouwen optreden waardoor de voering slecht in de bak past en een onesthetisch effect heeft. De plooien vormen een oppervlak waaraan een kat kan krabben en dat in feite een kat uitnodigt tot krabben. Het krabben veroorzaakt verstoring van de inhoud van de afvalbak en dit kan zo ver gaan 30 dat de voering van de afvalbak losraakt.

De uitvinding verschaft een absorberende voering voor afvalbakken en in het bijzonder voor de twee belangrijkste maten die in het algemeen worden gebruikt door kattenliefhebbers en is eveneens bruikbaar voor diverse tussenmaten en diverse zelf-vervaardigde bakken. De voering is 35 voorzien van kleefmiddelen om de voering in een in het algemeen gladde doosvormige configuratie te houden en heeft kleefmiddelen voor het los- 1700859 -2- 5? neembaar bevestigen van de voering aan een afvalbak zodat wordt verhinderd dat deze door een kat of ander dier kan worden losgemaakt.

De absorberende voering heeft in het algemeen een rechthoekige vorm met een waterdichte bodem en een hechtmiddel op het oppervlak 5 daarvan om de voering in rechtopstaande toestand te houden. Het hechtmiddel is een heet smeltlijm of een druk-gevoelige lijm die in de vorm van punten of lijnen is aangebracht met extra lijmpunten of-lijnen op het onderoppervlak van de voering om de voering aan de omtrekswand van de afvalbak te bevestigen. Deze zijn bij voorkeur aangebracht in de 10 vorm van een druk-gevoelig hechtmiddel. Het druk-gevoelige hechtmiddel kan ook van een soort zijn dat meerdere malen bruikbaar is.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de voering voor een afvalbak worden beschreven.

15 Fig. 1 is een bovenaanzicht van de absorberende voering;

Fig. 2 is een onderaanzicht van- de voering;

Fig. 3 is een bovenaanzicht van de voering in opgevouwen toestand;

Fig.. 4 is een verticaal doorsnede-aanzicht van een eindwand van een afvalbak met daarin aangebrachte voering; en 20 Fig. 5 is een doorsnede-aanzicht overeenkomstig fig. 4, echter toont de absorberende voering, aangebracht in een afvalbak van een afwijkende afmeting.

In de tekening waarin overeenkomstige delen met dezelfde verwij-zingscijfers zijn aangegeven, is de absorberende voering aangeduid met 25 het cijfer 10.

De specifieke materialen waaruit de voering kan zijn vervaardigd komt overeen met de diverse soorten die voor absorberende voorwerpen bekend zijn. De voering 10 is uitgerust met een waterdichte steunlaag, zoals van polyethyleen, polypropyleen of dergelijk foliemateriaal en kan 30 transparant, gekleurd of ondoorzichtig zijn. De steunlaag 12 draagt het absorberende materiaal 14 dat daarop is aangebracht en dat aan de steunlaag kan zijn gehecht, dan wel de vorm kan hebben van lagen van vellen absorberend materiaal en vervaardigd van houtvezel, papier of ander cel-lulose-achtig of dergelijk materiaal en kan zijn behandeld met een sterk 35 absorberend middel. Het materiaal 14 kan elk sterk absorberend middel omvatten en in elke geschikte vorm. Een (niet afgebeelde) bovenlaag kan indien gewenst worden toegepast.

8700859 ______^ 2* * -3-

De voering 10 heeft een in het algemeen rechthoekige configuratie met zijranden 16 en 18 en eindranden 20 en 22.

Nabij de eindranden 20 en 22 en iets op afstand van de zijranden 16 en 18 bevinden zich lijmpunten of-lijnen 24, 26, 28 en 30. Deze lijm-5 punten of-lijnen·24, 26, 28 en 30 worden gebruikt om de voering in recht opstaande stand te houden wanneer de voering 10 in een afvalbak is geplaatst.

Aan de achterzijde van de steunlaag 12 en dichtbij de randen 16 en 18 bevinden zich langwerpige lijmpunten of -lijnen 32 en 34, die zich 10 bij voorkeur ten minste uitstrekken over ongeveer de helft van de lengte van de voering 10 en zij bevinden zich nabij de einden 20 en 22 voor een hierna te beschrijven doel.

De plaats en de afmeting van het kussen 14 op de steunlaag 12 resulteert in twee eindpanelen 46 en 48 met in het algemeen gelijke 15 breedte en eveneens in twee zijpanelen 50 en 52 die eveneens in het algemeen dezelfde breedte hebben, echter bij voorkeur breder zijn dan de eindpanelen 46 en 48.

In fig. 3 is het kussen volgens fig. 1 afgebeeld echter opgevouwen langs twee lijnen die in hoofdzaak evenwijdig verlopen nabij de zij-20 randen 51 en 53 van het kussen onder vorming van een in hoofdzaak C-vor-mi<y gevouwen voorwerp. Zoals weergegeven overlappen de randen 16 en 18 elkaar als gevolg van het feit dat de breedte van het kussen 14 kleiner is dan de gecombineerde breedte van de panelen 50 en 52. De panelen worden in gevouwen toestand gehouden door lijmpunten of lijmplaatsen 24, 26, 25 28 en 30 (die in fig. 3 niet zijn weergegeven).

In fig. 4 is een afvalbak L weergegeven, met een eindwand 40 en een basis 42, alsmede zijwanden 44. Wanneer de voering 10 in de afvalbak L wordt geplaatst neemt de voering een doosvorm aan met eindpanelen 46 en 48 en zijpanelen 50 en 52 met een afmeting die afhankelijk is van 30 de maat en de vorm van de afvalbak L. Driehoekige boekdelen 54 worden bij de hoeken van de afvalbak L gevormd.

De voering 10 neemt vrijwel automatisch de doosconfiguratie aan.

De lijmlijnen of -plaatsen 24, 26, 28 en 30 dienen voor het vast tegen de eindpanelen 46 en 48 houden van de driehoekige hoekdelen terwijl de 35 lijmplaatsen of-lijnen 32 dienen voor het vasthouden van de voering 10 en het hechten daarvan aan de afvalbak. De li jmplaatsen of-lijnen 34 dienen eveneens voor het hechten van de voering aan de afvalbak.

870ÖS59 -4- ' *' Έ \

In fig. 5 is een afwijkende vorm van een afvalbak LL afgebeeld, waarbij de lengte van de afvalbak plus de hoogte van de zijwanden 84 zodanig is dat het paneel 50 de eindwand 84 overlapt en daardoor de lijmlijnen of -plaatsen 42 de voering 10 aan het buitenoppervlak van de 5 zijwand 84 hechten.

In gebruik wordt de voering over de afvalbak L of LL geplaatst zodat het de doosconfiguratie daarvan aanneemt en de druk-gevoelige lijmplaatsen of -lijnen 24, 26, 28 en 30 alsmede 32 en 34 zullen de voering op hun plaats houden nadat daarop druk is uitgeoefend en de voe-10 ring kan geiüakkelijk samen met dierlijk afval en gebruikt absorberend materiaal worden verwijderd. De lijmlijnen of -plaatsen 32 en 34 zijn bij voorkeur langwerpig teneinde voldoende hechting aan de eindwanden 40 of 84 van de afvalbak L of LL te verzekeren, en hetzelfde geldt voor de zijwanden 42 en 44.

15 Hoewel lijmpunten of -plaatsen of -lijnen 24, 26, 28 en 30 op de eindpanelen 46 en 48 zijn afgebeeld kunnen deze in plaats daarvan zijn aangebracht op de zijpanelen 50 en 52. Ook kunnen, indien gewenst de lijmplaatsen 24, 26, 28 en 30 op de zijpanelen 50 en 52 worden herhaald.

1700659

Claims (12)

1. Afvalbakvoering voorzien van een rechthoekig absorberend kussen met een waterdichte steunlaag waarop hechtend materiaal is aangebracht, eerste hechtmiddelen op het bovenoppervlak van het absorberende kussen voor het vasthouden van de voering voor het houden van de voering 5 in een rechthoekige doosconfiguratie aangepast aan de contouren van een afvalbak en tweede hechtmiddelen op het bodemoppervlak van de steunlaag voor het hechtend losneembaar bevestigen van de voering aan de omtreks-wand van een afvalbak.

2. Afvalbakvoering volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 eerste hechtmiddelen heet smeltlijmplaatsen of -lijnen zijn.

3. Afvalbakvoering volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste hechtmiddelen zich bevinden nabij de eindranden van het absorberende kussen.

4. Afvalbakvoering volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 15 eerste hechtmiddelen lijmplaatsen of -lijnen omvatten die zich bevinden nabij de eindranden van het absorberende kussen.

5. Afvalbakvoering voorzien van een rechthoekig absorberend kussen met een waterdichte steunlaag waarop hechtend materiaal is aangebracht, eerste hechtmiddelen op het bovenoppervlak van het absorberende kussen 20 voor het houden van de voering in eeh rechthoekige doosconfiguratie aangepast aan de contouren van een afvalbak en tweede hechtmiddelen op het bodemoppervlak van de steunlaag voor het hechtend losneembaar bevestigen van de voering aan de omtrekswand van een afvalbak, welk absorberend kussen eindranden heeft en de eerste hechtmiddelen nabij deze 25 eindranden zijn aangebracht.

6. Afvalbakvoering volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de eerste hechtmiddelen heet smeltlijmplaatsen of -lijnen omvatten.

7. Afvakbakvoering volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de tweede hechtmiddelen lijmplaatsen of -lijnen omvatten nabij de genoemde 30 eindranden .

8. Afvalbakvoering volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de tweede hechtmiddelen lijmplaatsen of -lijnen omvatten die zich met onder- ' brekingen uitstrekken langs de zij- en eindpanelen van de voering. 8730659 -6- ' 9 -=

9. Voering ten gebruike bij een afvalbak met een omtrekswand, welke voering is voorzien van een absorberend kussen met een waterdichte steunlaag,voorzien van absorberend materiaal daarop, eerste hechtmidde-len op het bovenoppervlak van het absorberend kussen voor het handhaven 5 van het absorberende kussen in een doosconfiguratie wanneer dit in de afvalbak is geplaatst voor het conformeren’ aan de contouren van de omtrekswand van de afvalbak en tweede hechtmiddelen op het bodemoppervlak van de steunlaag voor het hechtend losneembaar bevestigen van de voering aan de omtrekswand van de steunlaag.

10. Voering volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het tweede hechtmiddel de voering hecht aan het binnenoppervlak van de omtrekswand.

11. Voering volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tweede hecht- middelen de voering bevestigen aan het buitenoppervlak van de omtrekswand . 15

12» Voering volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tweede hechtmiddelen zich met onderbrekingen uitstrekken langs de omtrekswand. 8700659 ' ______.4