NL8603300A - Hefinrichting voorzien van althans een mast en een langs deze mast op en neer beweegbaar platform. - Google Patents
Hefinrichting voorzien van althans een mast en een langs deze mast op en neer beweegbaar platform. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8603300A NL8603300A NL8603300A NL8603300A NL8603300A NL 8603300 A NL8603300 A NL 8603300A NL 8603300 A NL8603300 A NL 8603300A NL 8603300 A NL8603300 A NL 8603300A NL 8603300 A NL8603300 A NL 8603300A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- platform
- lifting device
- coupling piece
- mast
- coupled
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04G—SCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
- E04G1/00—Scaffolds primarily resting on the ground
- E04G1/18—Scaffolds primarily resting on the ground adjustable in height
- E04G1/20—Scaffolds comprising upright members and provision for supporting cross-members or platforms at different positions therealong
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B66—HOISTING; LIFTING; HAULING
- B66F—HOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
- B66F11/00—Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for
- B66F11/04—Lifting devices specially adapted for particular uses not otherwise provided for for movable platforms or cabins, e.g. on vehicles, permitting workmen to place themselves in any desired position for carrying out required operations
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Geology (AREA)
- Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
Description
-1- 26025/CV/tl ♦ f
Korte Aanduiding: Hefinrichting voorzien van althans een raast en een langs deze raast op en neer beweegbaar platform.
De uitvinding heeft betrekking op een hefinrichting voorzien van 5 althans een mast,van een langs deze mast op en neer beweegbare wagen, en van een aan de wagen bevestigd platform,dat zich aan weerszijden van de wagen,althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende platformdelen heeft.
Dergelijke inrichtingen worden veelal gebruikt voor het uitvoeren 10 van werkzaamheden aan gebouwen,tijdens de bouw van dergelijke gebouwen of voor het onderhoud van dergelijke gebouwen.
Bij de gebruikelijke inrichtingen zijn de aan weerszijden van de wagen gelegen platformdelen star met elkaar verbonden.
Op zich voldoen deze constructies goed,maar in sommige gevallen 15 kunnen problemen ontstaan door ongelijkmatige belasting van het platform, waardoor bijvoorbeeld overbelasting van bepaalde delen van het platform kunnen ontstaan en/of een neiging van het platform om ten opzichte van de mast een ongewenst scheve stand in te gaan nemen.
Volgens de uitvinding is nu ieder van de beide platformdelen met 20 behulp van een tweetal op enige afstand boven elkaar gelegen,horizontaal verlopende en zich loodrecht op de lengterichting van het desbetreffende platformdeel uitstrekkende scharnierassen met de wagen gekoppeld,terwijl tussen althans twee,ieder bij een platformdeel behorende scharnierassen een zich evenwijdig aan de lengterichting van het platform uitstrekkend 25 koppelstuk is aangebracht,dat een horizontale verplaatsing van de scharnierassen ten opzichte van de wagen toestaat.
Indien de hefinrichting is voorzien van twee masten langs ieder waarvan een wagen verrijdbaar is en een zich beide masten uitstrekkend platformdeel met beide wagens is gekoppeld wordt door iedere wagen een de 30 aan weerszijden van de desbetreffende wagen gelegen platformdelen verbindend koppelstuk in zijn lengterichting verschuifbaar ondersteund, waardoor op het ene platformdeel uitgeoefende krachten via het koppelstuk op het andere platformdeel kunnen worden overgebracht ,hetgeen een gunstigere belasting geeft van het platform dan bij de tot nu toe gebruike-35 lijke starre platformen. Verder kan de beweging van het koppelstuk daarbij benut worden om de afwijkingen van de horizontale stand van het ¢¢03300' a i -2- 26025/CV/tl platform ten opzichte van de masten te controleren en om bij eventuele te grote afwijkingen van deze beoogde horizontale stand geeigende middelen in werking te stellen.
Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is het koppelstuk 5 voorzien van een met de mast verbonden deel en ten opzichte daarvan verschuifbare en met de nlatformdelen gekoppelde delen.
De verschuifbare delen kunnen daarbij bijvoorbeeld een indicatie geven van ongewenste verplaatsing van de desbetreffende platformdelen en/of om in verband hiermede bepaalde middelen in werking te stellen.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsmogelijkheden van de constructie volgens de uitvinding.
Fig.1 toont schematisch een aanzicht op een hefinrichting voorzien van een door een tweetal verticaal staande masten ondersteund platform. 15 Fig. 2 toont een zijaanzicht op fig.1.
Fig. 3 toont op grotere schaal het in fig.1 omcirkelde gedeelte III.
Fig. 4 toont een doorsnede over fig.3
Fig. 5 toont op grotere schaal,gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht de opstelling van een koppelstuk in een wagen.
20 Fig. 6 toont een deel van fig.5 in doorsnede,gezien volgens de lijn B- B in fig.5.
Fig. 7 toont een aanzicht op een blokkeermechanisme ,dat op een wagen kan zijn aangebracht.
Fig. 8 toont een zijaanzicht op fig.7.
25 Fig. 9 toont een verdere mogelijke uitvoeringsvorm van een koppel stuk.
Fig.10 toont een andere uitvoeringsvorm van een koppelstuk.
De in de fig. 1 en 2 weergegeven hefinrichting omvat een tweetal masten 1 langs ieder waarvan een wagen 2 op en neer beweegbaar is. De 30 beide wagens 2 dienen voor de ondersteuning van een platform 3 ,dat in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is opgebouwd uit een drietal platformdelen 4- 6,waarvan het platformdeel 5 tussen beide wagens is gelegen en met zijn beide uiteinden met de wagens is gekoppeld,terwijl het platformdeel 4 slechts met een uiteinde met een wagen 2 is gekoppeld 35 en zich vanaf deze wagen vrij uitstrekt. Op soortgelijke wijze is het 8603300 -3- 26025/CV/tl j k andere platformdeel 6 met de andere wagen 2 gekoppeld.
Gebruikelijk zijn de platformdelen uit vakwerkconstructies of der-gelijke vervaardigd en ondersteunen zij een vloer 7 of dergelijke waarlangs een hekwerk 8 is opgesteld.
5 Gebruikelijk worden de masten met behulp van verankeringsorganen 9 of dergelijke aan een gebouw 10.dat onder gebruikmaking van de hef-inrichting wordt opgebouwd resp.waaraan onderhoudswerkzaamheden of dergelijke moeten worden uitgevoerd,bevestigd.
Bij voorkeur is iedere wagen 2 voorzien van een tweetal electro-10 motoren 11 ,met behulp waarvan niet nader weergegeven rondsels aan te drijven zijn,die in ingrijping zijn met aan de masten 1 bevestigde zich verticaal uitstrekkende ,niet nader weergegeven tandheugels. Het aanbrengen van twee motoren 11 geschied uit veiligheidsoverwegingen.In principe is echter een motor op iedere wagen voldoende hoewel dan 15 veelal andere veiligheidsmaatregelen moeten worden getroffen om een ongewenst naar beneden bewegen van een wagen bij in gebreke blijven van de aandrijf motor 11 te voorkomen.
Zoals nader in fig.3 is weergegeven zijn de platformdelen ,hier de weergegeven platformdelen 4 en 5 nabij hun bovenzijdenmet behulp van 20 horizontaal verlopende scharnierpennen 12 gekoppeld met vast aan de wagen 2 bevestigde gestelbalken 13 .
Nabij hun ondereinden zijn de beide platformdeler 4 en 5 met behulp van zich evenwijdig aan de pennen 12 uitstrekkende pennen 14 scharnierend gekoppeld met een koppelstuk 15,dat zich horizontaal en evenwij-25 dig aan de langsassen van de platformdelen uitstrekt en in zijn lengterichting verschuifbaar is opgenomen in een aan de wagen 2 bevestigde holle gestelbalk 16.
Zoals uit de figuren duidelijk zal zijn strekken daarbij de horizontaal verlopende scharnierpennen 12 en 14 zich loodrecht op de lengterich-30 ting van het platform 3 uit.
Door toepassing van deze constructie zal worden bereikt,dat de krachten,die worden uitgeoefend op de vrij uitstekende platformdelen 4 en 6 door op deze platformdelen staande materialen .personen of dergelijke, via de vrij verschuifbare koppelstukken 15 kunnen worden overge-35 dragen in het tussen de beide masten opgehangen platformgedeelte 5,waardoor het optreden van ongewenste momenten in de masten,zoals kan gebeuren, {* £ f* ·>' *r λ Λ i V Vi· v* v* 4 -4- 26025/CV/tl indien de bovengenoemde platformdelen 4- 6 een star geheel vormen, kunnen worden vermeden. Dit maakt de bouw van een verhoudingsgewijs lichtere hefinrichting resp. een zwaardere belasting van een hefinrichting mogelijk.
5 Zoals vender in de fig.5 en 6 is weergegeven is volgens een verder aspect van de uitvinding in een wand van de kokerbalk 16 een langwerpig gat 17 aangebracht en zijn ter hoogte van dit gat aan het koppelstuk 15 nokvormige organen 18 en 19 bevestigd. Deze beide nokvormige organen werken samen met een schakelaar 20,zodanig,dat bij heen en weer bewegen 10 van het koppelstuk 15 vanuit een middenstand ,welke het koppelstuk inneemt indien de drie platformdelen 4 -6 in eikaars verlengde zijn gelegen de schakelaar 20,afhankelijk van de richting waarin het koppelstuk gaat bewegen door de nok 18 of door de nok 19 zal worden versteld.
Een dergelijke beweging van de koppelstukken zal bijvoorbeeld 15 worden veroorzaakt indien bij het omhoog en/of omlaag bewegen van de wagen de ene wagen door een of andere oorzaak,bijvoorbeeld verschillen in belasting op verschillende brugdelen,achterblijft bij de andere wagen.
Met behulp van de schakelaars 20 kan dan bijvoorbeeld worden 20 bewerkstelligd,dat de aandrijving van de het snelst lopende wagen wordt stopgezet,totdat de andere wagen over een zodanige afstand ten opzichte van de bijbehorende mast is verplaatst dat de platformdelen weer in eikaars verlengde zijn gelegen,waarop de schakelaars 20 weer een in werking stellen van de uitgeschakelde motor bewerkstelligen,zodat beide 25 wagens weer langs de desbetreffende masten worden verplaatst.
Het zal duidelijk zijn,dat daarbij voor de uitvoering van de schakelaar en voor het beïnvloeden van de desbetreffende aandrijfmotoren door de schakelaar vele mogelijkheden denkbaar zijn,waarbij de regeling zowel langs eèectrische of electronische ,hydraulische of mechanische 30 weg kan plaatsvinden.
Ook is het bijvoorbeeld mogelijk om de bewegingen van het koppelstuk 15 op andere wijze waar te nemen bijvoorbeeld door lichtcellen of dergelijke.
Om de boven beschreven constructie ook toe te passen indien een 35 mast met een bijbehorende wagen alleen wordt gebruikt voor het ondersteunen van een tweetal aan weerszijden van de mast vrij uitstrekkende f'\ f- Λ “V T ft Λ fecuioijü -5- 360 25/CV/ fel ï platformdelen kan het koppelstuk 15 worden geblokkeerd met behulp van een in fig.5 met gestippelde lijnen weergegeven borgpen 21,die door daartoe in het kokerprofiel 16 en het koppelstuk 15 aangebrachte gaten 22 kan worden gestoken.
5 Zodra de mast en de wagen weer in combinatie met een andere masten wagen worden " gebruikt voor het ondersteunen van een platform worden de borgpennen 21 weer verwijderd.
Volgens een verder aspect van de uitvinding kan het beweegbare koppelstuk ook worden benut voor het blokkeren van het platform ten 10 opzichte van een mast indien het scheeflopen van het platform ten opzichte van de desbetreffende mast een bepaalde hoek overschrijdt
Hiertoe kan,zoals weergegeven in de fig.7 en 8 aan het koppelstuk een verbindingsstang 23 zijn gekoppeld met behulp van een zich evenwijdig aan de scharnierpennen 12,14 uitstrekkende scharnierpen 24. In de wagen 2 15 is een evenwijdig aan de scharnierpen 24 gelegen as 25 draaibaar ondersteund. Aan deze as is een excentriek 26 bevestigd. Verder zijn aan de as 25 een tweetal zich vanaf de as 25 radiaal naar buiten toe uitstrekkende armen 27 bevestigd. Een van deze armen 27 is met behulp van een zich evenwijdig aan de pen 24 uitstrekkende pen 28 gekoppeld met het 20 van de pen 2k afgekeerde uiteinde van de stang 23,waarbij de stang 23 voor het opnemen van de pen 28 is voorzien van een zich in de lengterichting van de pen uitstrekkend sleufgat 29.
Het zal duidelijk zijn,dat bij de in fig.7 weergegeven opstelling de excentriek 26 tegen een zich verticaal uitstrekkend deel van de mast 1 25 zal worden geklemd ,indien het koppelstuk 15 ten gevolge van een scheeflopen van het platform gezien in fig.7 over een bepaalde afstand naar rechts is verplaatst.
Indien een vastklemmen van het excentriek tegen de mast 1 moet worden bewerkstelligd;indien het koppelstuk 15 vanuit zijn beoogde midden-30 stand over een bepaalde afstand naar links wordt verplaatst,gezien in fig.7 ,kan de koppelstang 23 in plaats van met de zich omhoog uitstrekkende arm 27 ,zoals in fig.7 afgebeeld,worden gekoppeld met de zich naar beneden uitstrekkende arm 27.
Uiteraard kunnen ook andere remorganen zijn aangebracht in plaats 35 van het excentriek.
et' « *» i: V· v i »1 <*
_6_ 26025/CV/tX
Bij het in fig.9 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat het koppelstuk een in de kokervormige profielbalk 16 gelegen langgestrekt lichaam 30,dat op soortgelijke wijze als hierboven beschreven voor het koppelstuk 15 met behulp van een borgpen 31 tegen verschuiving in de lengterichting ^ van de gestelbalk kan worden vastgezet.
In de van elkaar afgekeerde uiteinden van het lichaam 30 zijn kamers 32 uitgespaard waarin in de lengterichting van het lichaam 30 verschuif, bare zuigers 33 zijn opgenomen. De zuigers 33 zijn met behulp van buiten v het lichaam 30 uitstekende zuigerstangen 34 gekoppeld met aankoppelbeugels 10: 35,die zijn voorzien van gaten 36 voor het opnemen van de scharnierpennen 14 met behulp waarvan platformdelen aan het uit de onderdelen 30,32- 36 bestaande koppelstuk kunnen worden gekoppeld.
Aan de van de zuigerstang 34 afgekeerde zijde van de zuigers 33 is op de kamer 32 een bij voorkeur flexibele leiding 37 aangesloten,zoals 15 schematisch in fig. 9 is weergegeven. Via deze leiding 37 is de kamer 32 aangesloten op een bij voorkeur instelbare drukopnemer 38. Deze constructie is in het bijzonder gedacht voor een hefinrichting met een enkele mast waarbij aan weerszijden van de mast platformdelen uitsteken.
Onder invloed van de op een uitstekend platformdeel uitgeoefende 20 belasting zal op de zuiger 33 en de zuigerstang 34 een bepaalde kracht in horizontale richting worden uitgeoefend,ten gevolge waarvan een bepaalde druk in de kaner 32 zal worden opgewekt. Deze druk wordt overgebracht op de drukopnemer 30 ,met behulp waarvan bijvoorbeeld bij het overschrijden van een toelaatbare waarde van de belasting een hoorbaar 25 en/of zichtbaar signaal wordt ingeschakeld en/of waarmede de aandrijving van de wagen wordt stopgezet resp. een starten van de wagen onmogelijk wordt gemaakt. Het zal duidelijk zijn,dat na het verwijderen van de borgpen 31 de constructie ook kan worden gebruikt in een hefinrichting met twee masten.
30 Zoals bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld kunnen niet nader weer gegeven middelen zijn aangebracht die de verplaatsingen van de zuigerstangen waarnemen om bepaalde organen in werking te stellen.
Bij het in fig.10 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat een koppelstuk een tweetal cilinders 39, die met behulp van een zich horizon-35 taal en loodrecht op de lengterichting van het platform uitstrekkende scharnieras 40 scharnierend met elkaar zijn gekoppeld.
& fj ^ 7 Λ Π ij \jr ν· ^
V
-7- 26025/CV/tl
In ieder van de cilinders 39 is een zuiger gelegen,die is ver bonden met een buiten de desbetreffende cilinder uitstekende zuigerstang 41. De slechts schematisch weergegeven platformdelen,bijvoor de platform-delen 4 en 5 kunnen weer met behulp van de scharnierpennen 14 met dit 5 koppelstuk worden verbonden.
Aan de van de zuigerstangen 41 afgekeerde zijden van de in de cilinders 38 en 39 gelegen zuigers zijn op de cilinders bij voorkeur flexibele leidingen 42 resp.43 aangesloten,die ieder met een bij voorkeur instelbare drukopnemer 44 resp.45 in verbinding staan. Verder zijn de beide leidingen 10 42 en 43 onderling verbonden door een van een afsluiter 46 voorziene leiding 47.
Bij deze constructie neemt de scharnieras 40 een vaste stand in ten opzichte van de wagen en wordt de beweging van bijvoorbeeld het plat-formdeel 4 op het platformdeel 5 overgedragen door verplaatsing van olie 15 tussen de beide cilinders 38 en 39 >bij openstaande afsluiter 46. De werking van een dergelijke opstelling bij twee masten is dan gelijk aan die van de hierboven beschreven uitvoeringsvorm waarbij niet nader weergegeven middelen kunen zijn aangebracht om verplaatsing van de zuigerstangen waar te nemen en hierdoor bepaalde organen in werking te stellen, 20 zoals omschreven aan de hand van het eerste uitvoeringsvoorbeeld.
Indien de met een dergelijk koppelorgaan uitgeruste wagen moet worden toegepast op een hefinrichting,waarin slechts een enkele mast wordt benut, zal de afsluiter 46 worden gesloten.
De drukopnemers 44 en 45 kunnen weer op soortgelijke wijze als 25 hierboven beschreven aan de hand van het in fig.9 weergegeven uitvoerings-voorbeeld benut worden voor het uitvoeren van bepaalde regelingen resp. het in werking stellen van alarmsignalen of dergelijke indien de op een platformdeel uitgeoefende kracht een toelaatbare waarde overschrijdt.
Indien gewenst in het bijzonder bij zwaar belaste of grote hefin-30 richtingen kunnen ook de scharnierassen 12 aan de bovenzijde van de platformdelen onderling zijn gekoppeld door een ten opzichte van de wagen 2 evenwijdig aan het koppelstuk 15 verschuifbaar koppelstuk.
Hierdoor wordt een nog betere overdracht van krachten op de platformdelen bereikt,terwijl lengte veranderingen ten gevolge van scheef lopen 35 worden gecompenseerd.
V' V. ’·: .. 'J C
< » -8- 26025/CV/tl
Eventueel is het mogelijk om de verschuifbare koppelstukken te laten inwerken op belasting opnemende middelen,zoals drukdozen,veren, rekstrookjes of dergelijke,die een (over) belasting van de platformde-len kunnen registreren en bij een te grote belasting de inrichting 5 bijvoorbeeld kunnen uitschakelen.
P, £ fé ~ 7 A
Claims (11)
1. Hefinrichting voorzien van althans een mast,van een langs deze mast op en neer beweegbare wagen en van een aan de wagen bevestigd platform, dat zich aan weerszijden van de wagen althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende platformdelen heeft,met het kenmerk,dat ieder van de beide 5 platformdelen met behulp van een tweetal op enige afstand boven elkaar gelegen horizontaal verlopende en zich loodrecht op de lengterichting van het desbetreffende platformdeel uitstrekkende scharnierassen met de wagen is gekoppeld,terwijl tussen althans twee,ieder bij een platformdeel behorende scharnierassen een zich evenwijdig aan de lengterichting van het plat-10 form uitstrekkend koppelstuk is aangebracht,dat een horizontale verplaatsing van de scharnierassen ten opzichte van de wagen toestaat.
2. Hefinrichting volgens conclusie I,waarbij de hefinrichting is voorzien van twee masten langs ieder waarvan een wagen verplaatsbaar is en een zich tussen beide masten uitstrekkend platformdeel met beide 15 wagens is gekoppeld,met het kenmerk,dat door iedere wagen een de aan weerszijden van de desbetreffende wagen gelegen platformdelen verbindend koppelstuk in zijn lengterichting verschuifbaar wordt ondersteund.
3. Hefinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk,dat het koppelstuk tegen verschuiving vastzetbaar is.
4. Hefinrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat het koppel stuk is voorzien van een met de mast verbonden deel en ten opzichte daarvan verschuifbare en met de platformdelen gekoppelde delen.
5. Hefinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk,dat het koppelstuk is voorzien van een tweetal met de platformdelen gekoppelde zuigers, 25 die ieder verschuifbaar zijn in een zuigerkamer,die is uitgespaard in het met de mast verbonden deel van het koppelstuk.
6. Hefinrichting volgens conclusie 5»met het kenmerk,dat de zuiger-kamers ieder aan de van de platformdelen afgekeerde zijden van de zuigers zijn verbonden met een drukopnemer,welke bij het overschrijden van een 30 bepaalde druk signalen kan afgeven en/of andere organen in of uit werking kan stellen.
7. Hefinrichting volgens conclusie 5 of 6,met het kenmerk,dat het de zuigerkamers omvattende deel van het koppelstuk ten opzichte van de mast verschuifbaar en in een stand ten opzichte van de mast vastzetbaar is.
8. Hefinrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk,dat het de zuigerkamers omvattende orgaan onverschuifbaar is ten opzichte van de kV A. * - · β t ·;> , · t; i.' -10- 26025/CV/tl t i V mast en de de beide zuigerkamers zijn verbonden door een leiding,die op de zuigerkamers is aangesloten aan de van de platformdelen afgekeerde zijden van de zuigers.
9. Hefinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk,dat in de leiding 5 een afsluiter is opgenomen.
10. Hefinrichting volgens een der voorgaance conclusies, met het kenmerk, dat met het koppelstuk middelen samenwerken,die de aandrijving van althans een het platform ondersteunende wagen uitschakelen,indien althans een deel van het koppelstuk over een bepaalde afstand vanuit een middenstand 10 is versteld.
11. Hefinrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat door het koppelstuk een remmechanisme wordt bediend met behulp waarvan een wagen ten opzichte van een mast kan worden vastgeklemd, indien althans een deel van het koppelstuk over een bepaalde afstand 15 vanuit een middenstand is versteld. Eindhoven, december 1986 β £ δ 7 Λ ÏS1' y v t- U >;
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8603300A NL193829C (nl) | 1986-12-24 | 1986-12-24 | Hefinrichting voorzien van althans een mast en een langs deze mast op en neer beweegbaar platform. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8603300A NL193829C (nl) | 1986-12-24 | 1986-12-24 | Hefinrichting voorzien van althans een mast en een langs deze mast op en neer beweegbaar platform. |
NL8603300 | 1986-12-24 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8603300A true NL8603300A (nl) | 1988-07-18 |
NL193829B NL193829B (nl) | 2000-08-01 |
NL193829C NL193829C (nl) | 2000-12-04 |
Family
ID=19849062
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8603300A NL193829C (nl) | 1986-12-24 | 1986-12-24 | Hefinrichting voorzien van althans een mast en een langs deze mast op en neer beweegbaar platform. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL193829C (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL9300629A (nl) * | 1993-04-14 | 1994-11-01 | Hek Manufacturing B V | In hoogte verstelbaar platform. |
EP1245521A2 (de) * | 2001-03-26 | 2002-10-02 | GEDA-Dechentreiter GmbH & Co. KG. | Neigungsabhängige Fangvorrichtung für einen Zweimastaufzug |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB602204A (en) * | 1941-09-24 | 1948-05-21 | Andre Faure | Improvements in cranes |
US3516512A (en) * | 1968-03-06 | 1970-06-23 | Eisenbau Karl Ladwig Bsb | Mobile scaffold |
FR2129094A5 (nl) * | 1971-03-15 | 1972-10-27 | Sogemat | |
FR2327187A1 (fr) * | 1975-10-09 | 1977-05-06 | Viandon Maurice | Appareil de levage mixte a equilibrage automatique |
FR2482995A3 (fr) * | 1980-05-22 | 1981-11-27 | Piat Impalcature Automatiche S | Echafaudage decomposable pour supporter des ponts et des plate-formes mobiles |
FR2544298A1 (fr) * | 1983-04-15 | 1984-10-19 | Pupovic Milenko | Grue avec plate-forme de travail mobile |
DE3420737A1 (de) * | 1983-08-16 | 1985-03-07 | VEB Baumechanisierung Dresden, DDR 8029 Dresden | Zusatzeinrichtung fuer hoehenverstellbare arbeitsgerueste |
-
1986
- 1986-12-24 NL NL8603300A patent/NL193829C/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB602204A (en) * | 1941-09-24 | 1948-05-21 | Andre Faure | Improvements in cranes |
US3516512A (en) * | 1968-03-06 | 1970-06-23 | Eisenbau Karl Ladwig Bsb | Mobile scaffold |
FR2129094A5 (nl) * | 1971-03-15 | 1972-10-27 | Sogemat | |
FR2327187A1 (fr) * | 1975-10-09 | 1977-05-06 | Viandon Maurice | Appareil de levage mixte a equilibrage automatique |
FR2482995A3 (fr) * | 1980-05-22 | 1981-11-27 | Piat Impalcature Automatiche S | Echafaudage decomposable pour supporter des ponts et des plate-formes mobiles |
FR2544298A1 (fr) * | 1983-04-15 | 1984-10-19 | Pupovic Milenko | Grue avec plate-forme de travail mobile |
DE3420737A1 (de) * | 1983-08-16 | 1985-03-07 | VEB Baumechanisierung Dresden, DDR 8029 Dresden | Zusatzeinrichtung fuer hoehenverstellbare arbeitsgerueste |
Cited By (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL9300629A (nl) * | 1993-04-14 | 1994-11-01 | Hek Manufacturing B V | In hoogte verstelbaar platform. |
EP0624544A1 (en) * | 1993-04-14 | 1994-11-17 | Hek Manufacturing B.V. | Platform, adjustable in height |
US5555952A (en) * | 1993-04-14 | 1996-09-17 | Hek Manufacturing B.V. | Platform, adjustable in height |
EP1245521A2 (de) * | 2001-03-26 | 2002-10-02 | GEDA-Dechentreiter GmbH & Co. KG. | Neigungsabhängige Fangvorrichtung für einen Zweimastaufzug |
EP1245521A3 (de) * | 2001-03-26 | 2004-03-03 | GEDA-Dechentreiter GmbH & Co. KG. | Neigungsabhängige Fangvorrichtung für einen Zweimastaufzug |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL193829C (nl) | 2000-12-04 |
NL193829B (nl) | 2000-08-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7510056B2 (en) | Roof railing for an elevator car adapted to be collapsed with a handle actuating all sides at the same time | |
US6883643B2 (en) | Self-raising platform assembly | |
CN112777455B (zh) | 电梯轿厢 | |
AU2004224230A1 (en) | Retractable step | |
FI59370B (fi) | Foer ett fartyg avsedd lastramp | |
EP3943432B1 (en) | Elevator car with foldable working platform | |
US20060175791A1 (en) | Running board lift assembly | |
CN109476470A (zh) | 用于车辆的轨道式升降平台以及用于轨道式升降平台的升降机构 | |
WO2020053761A1 (en) | Hydraulic lift structure with vertical lifting movement for motor vehicles and similar vehicles | |
KR20170080758A (ko) | 고가 사다리차용 복합 신축 붐 | |
EP2345623B1 (en) | A system comprising a movable work platform, as well as an apparatus and a crane device | |
NL193829C (nl) | Hefinrichting voorzien van althans een mast en een langs deze mast op en neer beweegbaar platform. | |
KR200402250Y1 (ko) | 크레인용 인양물의 무게중심 조정장치 | |
US752248A (en) | Crane | |
CN106348121B (zh) | 货梯防坠方法及实施该方法的货梯防坠落装置 | |
EP4166720A1 (en) | Unit for the inspection/maintenance of the under-bridge zone of a bridge or viaduct | |
JP7168409B2 (ja) | 移動式リフト | |
NL1029286C2 (nl) | Hefinrichting, alsmede lastmeetsysteem. | |
NL8105415A (nl) | Schaarhoogwerker. | |
CN103541304B (zh) | 导梁走行式的桥梁检测及救援作业车 | |
NL8602207A (nl) | Verbetering van een verplaatsbaar platformhefwerktuig met een dubbele telescopische arm. | |
BE1018593A5 (nl) | Multifunctionele werkkooi met verbeterde eigenschappen. | |
NL2007349C2 (nl) | Transportinrichting en -systeem, alsmede werkwijze voor de toepassing daarvan. | |
EP4313841A1 (en) | Installation for secure access to an upper part of a vehicle | |
CN113968531B (zh) | 具有可折叠式工作平台的电梯轿厢 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20061224 |