NL8602599A - Nietmachine van het cassette-type. - Google Patents

Description

* 1 ·* VO 8429 “Nietmachine van het cassette-type".

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een nietmachine van het cassette-type.

In een oudere Japanse octrooiaanvrage hebben de uitvinders een nietmachine voorgesteld van een type waarbij 5 een cassette die een stel nietjes bevat wordt geladen in een houderdeel dat gemonteerd is tussen een basis en een handvat.

In dit voorstel is de cassette geschikt om in het binnenste van het houderdeel te worden ingebracht doorheen 10 het geopende achterste uiteinde daarvan. In een dergelijke - opstelling wordt de cassette in het houderdeel gehouden t enkel door de wrijving teweeggebracht tussen de cassette en de binnenwanden van het houderdeel.

Wanneer om het even welke uitwendige kracht op de 15 cassette wordt uitgeoefend, kan ze zodanig verplaatst worden dat de nietjesaandrijfopeningen in het voorste uiteinde van de cassette niet meer op één lijn liggen met een drijfbaan tussen een drijfelement van het handvat en een aambeeld van de basis.

20 Daarom is een doel van de onderhavige uitvinding te voorzien in een nietmachine van het cassette-type waarin \ een cassette die een stel nietjes bevat, in een cassette-ontvangend deel wordt geladen doorheen het voorste uiteinde daarvan en dat middelen bevat voor het strak vast-25 houden van de cassette binnenin het cassette-ontvangend deel.

Om het bovenvermelde doel te bereiken, voorziet de onderhavige uitvinding in een nietmachine van het cassette-type omvattende een basisdeel, een cassette-30 ontvangend deel dat wentelbaar op'het basisdeel is gemon-

Saö2539 *< * -¾ - 2 - teerd, welk cassette-ontvangend deel in de vorm is van een hol deel met een voorste geopend uiteinde en een achterste gesloten uiteinde, een handvatdeel dat wentelbaar is gemonteerd op het cassette-ontvangend deel, een cassette 5 bevattende een stel te drijven nietjes die in het holle stuk van het cassette-ontvangend deel werd ingebracht doorheen het geopende voorste uiteinde , zodanig dat de voorste nietjesdrijfopeningen van de cassette op één lijn worden gebracht met een drijfbaan tussen een drijf-10 element op het handvatdeel en een aambeeld op het basisdeel, en middelen voor het op haar plaats vastzetten van de cassette binnenin het cassette-ontvangend deel.

Figuur 1 stelt een longitudinale doorsnede voor van een nietmachine van het cassette-type gebouwd volgens 15 de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 stelt een dwarsdoorsnede voor volgens een lijn A-A in figuur 1.

Figuur 3 stelt een dwarsdoorsnede voor volgens een lijn B-B in figuur 1. * 20 Figuur 4 stelt een dwarsdoorsnede voor volgens een lijn C-C in figuur 1.

Figuur 5 stelt een dwarsdoorsnede voor volgens een lijn D-D in figuur 1.

In de tekeningen wordt een nietmachine van het 25 cassette-type voorgesteld die algemeen een basisdeel 1 omvat, een handvatdeel 2 en een cassette-ontvangend deel 3 dat gemonteerd is tussen de basis- en handvatdelen.

Alle delen zijn bij voorkeur vervaardigd van om het even welk geschikt kunststofmateriaal.

30 Het basisdeel 1 heeft de vorm van een langwerpig deel dat naast zijn voorste einde een goed bekend metalen aambeeld 4 bevat. Het achterste uiteinde van het basisdeel 1 is gevormd met een uitsnijding 5 voor een doel dat verder wordt beschreven. Het basisdeel 1 omvat een 35 verhevenheid 6 onmiddellijk voorwaarts van de uitsnijding i 8602599 λ- 'i - 3 - 5 in het inwendige van het basisdeel 1. De verhevenheid 6 heeft een op zijn bovenkant uitgevende uitsparing 7 die daarin is gevormd voor een doel dat verder wordt beschreven. Zoals het best kan gezien worden in figuur 5 2, zijn de tegenoverliggende binnenwanden van het basis deel 1 respectievelijk gevormd met zich naar binnen en zijwaarts uitstrekkende uitsteeksels 8 die eveneens verder zullen beschreven worden.

Het handvatdeel 2 heeft eveneens de vorm van een 10 langwerpig deel gelijkaardig aan het basisdeel 1. Het voorste uiteinde van het handvatdeel 2 omvat een metalen drijfelement 9 dat bekend is uit de strand van de techniek. Het achterste uiteinde van het handvatdeel 2 omvat een uitsparing 10 die daarin is gevormd in zijn 15 bovenste binnenwand voor een doel dat verder wordt beschreven.

De bovenste binnenwand van het handvatdeel 2 is eveneens gevormd met een verhevenheid 11 die vóór de uit sparing 10 nagenoeg in het centrale deel ervan is 20 geplaatst. De verhevenheid 11 heeft een op zijn onderkant uitgevende uitsparing 12 die is aangebracht voor een verder beschreven doel. Zoals het best kan worden gezien in figuur 2, omvatten de tegenoverliggende binnenwanden van het handvatdeel 2 zich naar binnen en 25 zijwaarts uitstrekkende uitsteeksels 12A die daarin de verhevenheid 11 nagenoeg in het midden gevormd zijn.

De functie van deze uitsteeksels 12A zal verder worden beschreven.

Het cassette-ontvangend deel 3, dat is gemonteerd 30 tussen het handvatdeel 2 en het basisdeel 1, is in de vorm van een hol deel met een voorste geopend uiteinde 13 en een achterste uiteinde dat is afgesloten door een eindplaat.3A. Het holle stuk van het cassette-ontvangend deel 3 is gevormd om een cassette 14 te ontvangen 8602599 I r c - 4 - waarin een stel nietjes is geladen. De cassette 14 zal verder meer gedetailleerd worden beschreven.

Het cassette-ontvangend deel 3 omvat vasthecht-elementen 16 en 17 die zich in tegenovergestelde 5 richtingen uitstrekken loodrecht op de langsas van het deel 3. Het bovenste vasthechtelement 16 omvat laterale uitsteeksels 16A die zich vanaf zijn tegenoverliggende zijden naar buiten toe uitstrekken.

Bij het assembleren grijpen de laterale uitsteeksels 10 16A op het bovenste vasthechtelement 16 achter de in wendige uitsteeksels 12A van het handvatdeel 2 voor het verbinden van deze laatste met het cassette-ontvangend deel 3. Het onderste vasthechtelement 17 wordt gesplitst in twee vasthechtdelen 17A die elk 15 een laterale uitsprong 17B hebben die zich vanaf hun zijwand naar buiten toe uitstrekt. Bij het assembleren grijpen de laterale uitsprongen 17B op het onderste vasthechtelement 17 achter de respectievelijke inwendige uitsteeksels 18 op het basisdeel 1 om deze laatste 20 met het cassette-ontvangend deel 3 te verbinden.

Het cassette-ontvangend deel 3 omvat eveneens wentelplatén 20 en 21 die zich daarvan weg uitstrekken loodrecht op de langsas van het cassette-ontvangend deel 3 in de tegenovergestelde richtingen en achter 25 de respectievelijke vasthechtelementen 16 en 17. De bovenste wentelplaat 20 wordt opgenomen in de uitsparing 12 van het handvatdeel 2 terwijl de onderste wentelplaat 21 wordt opgenomen in de uitsparing 7 van het basisdeel 1. Aldus kan elk van de handvat- en 30 basisdelen 2 en 1 in beperkte mate worden gewenteld rond de overeenstemmende wentelplaat 20 of 21.

Een plaatachtig element 22 strekt zich opwaarts en loodrecht uit in de nabijheid van het achterste uiteinde van het cassette-ontvangend deel 3 en wordt 35 glijdbaar opgenomen in de uitsparing 10 aan het i 8602599 * % - 5 - achterste uiteinde van het handvatdeel 2. Dit plaatachtig element 22 functioneert om de rotatie van het handvatdeel 2 zodanig te geleiden dat het positief kan worden gewenteld volgens een gegeven baan. Als gevolg daarvan kan het drijf-5 element 9 absoluut zijn gegeven baan positief, volgen wanneer het handvatdeel 2 relatief ten opzichte van het cassette-ontvangend deel 3 wordt gewenteld.

Een bijzondere wentelplaat 24 strekt zich naar onder en loodrecht vanaf de onderzijde van het cassette-ontvangend 10 deel 3 uit in de nabijheid van en achter het onderste plaatachtig deel 21. De wentelplaat 24 wordt opgenomen in een uitsparing 26 die is gevormd in een vergrendel-hefboom 25 die is geplaatst in de uitsnijding 5 om het *· achterste uiteinde van het basisdeel 1. Wanneer het 15 achterste uiteinde van de vergrendelboom 25 met de hand tegen het cassette-ontvangend deel 3 wordt gedrukt,dan kan de vergrendelhefboom 25 worden gewenteld onder het ombuigen van de wentelplaat 24.

De vergrendelhefboom 25 omvat een zich opwaarts 20 uitstrekkend vasthechtelement 28 daarin gevormd aan het binnenuiteinde daarvan. Wanneer de cassette 14 in het cassette-ontvangend deel 3 wordt ingebracht en als een vasthechtopening 29 in de onderzijde van de cassette 14 op één lijn ligt met een opening 30 die is gevormd door 25 de bodemwand van het cassette-ontvangend deel 3,dan dringt het vasthechtelement 28 van de vergrendelhefboom 25 in de op één lijn liggende openingen 29 en 30 om achter de achterste rand van de vasthechtopening 29 in de cassette 14 te grijpen zodanig dat de cassette 14 positief in het 30 cassette-ontvangend deel 3 zal worden gehouden. In de

voorgestelde uitvoeringsvorm wordt het op één lijn leggen van de openingen 29 en 30 verkregen wanneer de cassette 14 helemaal in het holle gedeelte van het cassette-ontvangend deel 3 is geplaatst met het achterste eindvlak 35 van de cassette 14 aanliggend tegen de eindplaat 3A

8602599 * - 6 - door dewelke het achterste uiteinde van het cassette-ontvangend deel 3 rs afgesloten. De voorste rand van het vasthechtelement 28 op de vergrendelhefboom 25 is afgeschuind om het voorbijschuiven van het achterste uiteinde 5 van de cassette 14 over het vasthechtelement 2β te vergemakkelijken wanneer de cassette 14 in het cassette-ontvangend deel 3 wordt gebracht.

Wanneer de cassette 14 uit het cassette-ontvangend deel 3 moet worden verwijderd,wordt de vergrendelhefboom 10 25 eenvoudigweg met de hand tegen het cassette-ontvangend deel 3 gedrukt. Als gevolg daarvan wordt het vasthecht-element 28 uit de op één lijn liggende openingen 29 en 30 teruggetrokken. Daarna kan de cassette 14 gemakkelijk uit het cassette-ontvangend deel 3 worden verwijderd.

15 Een plaatveer 31 strekt zich naar boven en naar voor uit vanaf het cassette-ontvangend deel 3 naast aan het bovenste vasthechtelement 16.

Bij het assembleren komt de plaatveer 31 tegen de inwendige bovenwand van het handvatdeel 2 om het opwaarts 20 te duwen met een in de stand van de techniek goed bekend doel. Aangezien de laterale uitsteeksels 16A van het bovenste vasthechtelement 16 op het cassette-ontvangend deel 3 achter de laterale uitsteeksels 12 op het handvatdeel 2 grijpen, zal dit laatste niet in ongewenste mate 25 door de werking van de plaatveer 31 worden gewenteld.

De cassette 14 kan gelijksoortig zijn aan één die door de uitvinders is voorgesteld geweest in een oudere Japanse octrooiaanvrage. Wanneer de cassette 14 helemaal in het cassette-ontvangend deel 3 is geplaatst,is het 30 enkel nog vereist dat de nietjesdrijfopeningen aan het voorste uiteinde van de cassette 14 op een lijn zonder liggen met een gegeven drijfbaan tussen het drijfelement 9 en het aambeeld 4. In het kort, wordt een stel nietjes in het holle gedeelte van de cassette 14 geladen.

35 Een aanvoerinrichting wordt in het holle gedeelte van 8602599 - 7 - de cassette 14 ingebracht. De aanvoerinrichting omvat . een geleidingsstang 32, een afsluitkap 33 gevormd als integrerend deel van het achterste uiteinde van geleidingsstang 32, een geleiding 34 glijdbaar gemonteerd aan het 5 voorste of binnenste einde van de geleidingsstang 32 en een spiraalveer 35 gemonteerd rond de geleidingsstang 32 tussen de geleiding 34 en de afsluitkap 33. Wanneer de aanvoerinrichting in de cassette wordt aangebracht, wordt het stel nietjes daarin door de geleiding 34 naar het 10 voorste uiteinde van de cassette 14 gedrongen door de werking van de spiraalveer 35. De geleidingsstang 32, afsluitkap 33 en geleiding 34 kunnen vervaardigd zijn van om het even welk geschikt kunststof materiaal.

- Zoals het best kan worden gezien in de figuren 15 2 tot 5, omvat de cassette 14 een richel 40 die gevormd is op het bovenvlak van de cassette 14 en die zich over de lengte daarvan uitstrekt. De inwendige bovenzijde van het cassette-ontvangend deel 3 omvat een daarin gevormde overeenstemmende geleidingsgroef 41 die samenwerkt met 20 de richel 40 van de cassette 14 om het inbrengen van de cassette 14 in het cassette-ontvangend deel 3 volgens een geschikte oriëntering te vergemakkelijken.

Dergelijke gelëidingsmiddelen kunnen één van vele verschillende vormen aannemen. Bij voorbeeld kan de richel 25 gevormd zijn op de bovenste binnenwand van het cassette-ontvangend deel 3 terwijl de geleidingsgroef kan gevormd zijn op de bovenzijde van de cassette 14. Dergelijke richel- en groefconstructies kunnen eveneens zijn gevormd tussen de onderkant van de cassette 14 en de onderste 30 binnenwand van het cassette-ontvangend deel 3 of tussen de tegenoverliggende zijden van de cassette en het cassette-ontvangend deel 14,3.

Indien bijna alle onderdelen van de nietmachine vervaardigd zijn van een kunststof materiaal, dan kan elk 35 van deze onderdelen als een eenheid worden gevormd.

3602599

•V V

- 8 -

Dit vergemakkelijkt zowel de fabrikatie als de assemblage van een dergelijk type nietmachine.

-fel 8602599

Claims (7)

1. Nietmachine van het cassette-type met het kenmerk dat ze een basisdeel (1) bevat, een cassette-ontvangend deel (3) dat wentelbaar gemonteerd is op het basisdeel (1), een handvatdeel (2) dat wentelbaar 5 gemonteerd is op het cassette-ontvangend deel (3),welk in de vorm van een hol deel dat een voorste open uiteinde (13) en een achterste gesloten uiteinde bezit,is,een cassette (14) die een stel nietjes bevat die moeten worden voortgedreven en die in het holle deel van het 10 cassette-ontvangend deel (3) doorheen het voorste geopende uiteinde (13) is ingebracht zodanig dat de nietjesdrijfopeningen vooraan in de cassette (14) op ~ één lijn komen te liggen met een gegeven drijfbaan tussen een drijfelement (9) op het handvatdeel (2) en een aambeeld 15 (4) op het basisdeel (2) en middelen voor het op haar plaats vergrendelen van de cassette (14) in het cassette-ontvangend deel (3).

2. Nietmachine van het cassette-type volgens conclusie l,met het kenmerk dat de vergrendelmiddelen 20 een vergrendelhefboom (25) bevatten die wentelbaar is verbonden met het cassette-ontvangend deel (3) op een plaats naast het achterste üiteinde daarvan, welke vergrendelhefboom (25) een inwendig vasthechtuiteinde (28) omvat, waarbij de cassette (14) een vasthechtopenihg 25 (29) bezit die geschikt is om op één lijn te liggen met een opening (30) die in het cassette-ontvangend deel (3) is gevormd wanneer de cassette (14) volledig in het holle deel van het cassette-ontvangend deel (3) is ingebracht en waarbij het inwendige vasthechtuiteinde (28) van de 30 vergrendelhefboom (25) geschikt is om in de openingen (29,30) te grijpen wanneer zij op één lijn liggen.

3. Nietmachine van het cassette-type volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de vergrendelhefboom (25) een uitsparing (26) omvat die geschikt is om een 8602598 ’’ V -loop het cassette-ontvangend deel (3) gevormde wentel-plaat (24) op te nemen zodanig dat de vergrendelhefboom (25) rond de wentelplaat (24) kan wentelen om het inwendige vasthechtuiteinde (28) van de vergrendelhefboom 5 (25) vrij te maken uit de op één lijn liggende openingen wanneer het tegenoverliggende uiteinde van de vergrendelhefboom (25) naar het cassette-ontvangend deel (3) toe wordt bewogen.

4. Nietmachine van het cassette-type volgens 10 conclusie 1, met het kenmerk dat het handvatdeel (2) een uitsparing (10) omvat die geschikt is om een wentelplaat (22) op te nemen die gevormd is op het cassette-ontvangend deel (3) op een plaats die grenst aan het - achterste uiteinde daarvan zodanig dat het handvatdeel 15 (2) kan worden gewenteld rond de wentelplaat (22).

5. Nietmachine van het cassette-type volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het basisdeel (1) een uitsparing (7) omvat die geschikt is om een wentelplaat (21) op te nemen die gevormd is op het cassette-ontvangend 20 deel (3) nageoeg in het midden tussen de tegenoverliggende uiteinden zodanig dat het basisdeel (1) kan worden gewenteld rond de wentelplaat (21).

6. Nietmachine van het cassette-type volgens een van de vorige conclusies , met het kenmerk dat longitudinale 25 geleidingsmiddelen (40,41) zijn voorzien tussen de cassette (14) en het cassette-ontvangend deel (3) zodanig dat de cassette (14) in een geschikte positie in dit cassette-ontvangend deel (3) kan worden opgenomen.

7. Nietmachine van het cassette-type volgens een 30 van de vorige conclusies,met het kenmerk dat elk van de onderdelen gevormd is uit om het even welk geschikt kunststofmateriaal. 8802599