NL8602372A - Nietmachine. - Google Patents

Description

* ** VO 8399 "Nietmachine".

De uitvinding heeft betrekking op verbeteringen aan een nietmachine.

Een nietmachine van het type waarbij een stel nietjes in een behuizing wordt geladen doorheen het open 5 achteruiteinde ervan is bekend,

In de Japanse gebruiksmodelaanvrage Sho 59-140418 bij voorbeeld, hebben wij een wegwerp-nietmachine voorgesteld die eenvoudig en gemakkelijk in elkaar kan worden gezet. In dergelijke nietmachines*wordt het stel nietjes 10 dat in het freem van de nietmachine werd geladen verend gedrongen naar het voorste uiteinde van het freem toe door middel van een aanvoerinrichting die een aanvoer-elenient omvat dat aansluit tegen het achterste van de geladen nietjes, een kap- die het open achterste uiteinde van het 15 freem afsluit en een spiraalvormige drukveer tussen de kap en het aanvoerelement voor het verend in voorwaartse richting dringen van het aanvoerelement. De drukveer is aangebracht binnenin het freem en tussen het aanvoerelement en de kap zonder dat ze wordt ondersteund door een 20 of ander geleidingsmiddel.

Bijgevolg kan de drukveer worden gebogen of gedraaid zodat ze haar functie niet naar behoren kan vervullen. Bovendien is het aanbrengen van de drukveer in het freem van de nietmachine redelijk moeilijk.

25 De uitvinding beoogt te voorzien in een ver beterde aanvoerinrichting die geschikt is voor gebruik in een type van nietmachine waarbij sen stel nietjes in het freem van de nietmachine wordt geladen doorheen het open uiteinde daarvan, welke verbeterde aanvoerinrichting ge-30 makkelijk en eenvoudig in de nietmachine kan worden aange- 8602372 * <* - 2 - bracht en in staat is haar functie naar behoren te vervullen.

Tot dit doel voorziet de uitvinding in een nietmachine die een basis omvat, een freem dat wentelbaar is gemonteerd op de basis en dat geschikt is om een stel op 5 een van elkaar scheidbare manier verbonden nietjes te ontvangen doorheen het open achteruiteinde van het freem, een aanvoerinrichting die doorheen het open abhteruiteinde ervan in het freem is aangebracht om de nietjes verend in het freem naar het voorste uiteinde daarvan te dringen en 10 een handvat dat aan zijn achterste einde kantelbaar op het freem is gemonteerd, waarbij de verbetering wordt gekenmerkt doordat de aanvoerinrichting een aanvoerelement omvat dat aansluit tegen het achterste nietje van de geladen nietjes, een stang waarop het aanvoerelement schuivend is 15 aangebracht, een kap die is verbonden met het achterste uiteinde van de stang en een spiraalvormige drukveer die omheen de stang is aangebracht en verend werkt tussen het aanvoerélement en de kap.

Figuur 1 is een zicht in perspectief met de 20 onderdelen los van elkaar getekend van een uitvoeringsvorm van een nietmachine vervaardigd volgens onderhavige uitvinding -

Figuur 2 is een vergroot zicht in perspectief van een aanvoerelement toegepast in de aanvoerinrichting van 25 figuur 1.

Figuur 3 is een bovenzicht dat een kap en een stang voorstelt die één geheel vormen en die worden toegepast in de aanvoerinrichting van figuur 1.

In figuur 1 wordt een nietmachine getoond die 30 een basis 1 omvat, een behuizing voor nietjes (het freem in de voorgestalde uitvoeringsvorm) 2 die op de basis is aangebracht op een manier die zal beschreven w orden en een handvat 3 dat op het freem 2 is aangebracht op een manier die zal beschreven worden.

35 De basis 1 heeft de vorm van een lange doos en 8602372 « ί - 3 - omvat erin gevormde binnenste versterkingewanden 4.

Het voorste einde 8 van de basis 1 omvat een aambeeld 7 dat voldoende bekend is voor een vakman en dat op een bekende manier is aangebracht op een naar binnen gerichte 5 zijde ervan.

De basis 1 omvat eveneens een uitsparing 6 die erin is aangebracht op een plaats die iets meer naar achter is gelegen dan het centrale gedeelte tussen de tegenover elkaar gelegen einden van de basis 17 het 10 doel daarvan zal hieronder worden beschreven.

Het freem 2 omvat een zich longitudinaal uitstrekkend hol gedeelte dat is geschikt gemaakt om daarin een stel’nietjes te kunnen laden. Het bodemvlak van het freem 2 omvat een buigzaam plaatvormig element 5 15 dat zich naar onder uitstrekt vanaf nagenoeg het midden van de bodem van het freem 2.

Het plaatvormig element 5 is in de uitsparing 6 geschoven zodat het freem 2 rond het plaatvormig element 5 tegenover de basia 1 kan gedraaid worden.

20 Het bovenste gedeelte van het freem 2 dat zich tegenover het plaatvormig element 5 bevindt omvat een verend element 9 dat zich voorwaarts en opwaarts uitstrekt vanaf het freem 2 en dat samenwerkt met het handvat 3 zoals hierna wordt beschreven.

25 Het freem 2 omvat een ander buigzaam plaatvormig element 12 dat zich opwaarts uitstrekt vanaf de bovenzijde van het freem 2 op het achterste einde en eveneens samenwerkt met het handvat 3 zoals hierna zal worden beschreven.

Het freem 2 omvat verder zoals bekend aan de voorkant gleuven 30 19 zowel door zijn bovenwand als door zijn onderwand. Het voorste van de nietjes die in het inwendige van het freem 2 zijn geladen komt tussen de bovenste en onderste gleuven 19 te liggen.

Het handvat 3 heeft de vorm van een lange doos 35 gelijkaardig aan die van de basis 1 en omvat een drijf- 8602372 « w - 4 - element 13 dat is aangebracht op het voorste einde in het inwendige van het handvat 3.

Wanneer het voorste eind van het handvat 3 zoals bekend met de hand naar beneden wordt gedrukt, wordt het 5 drijfelement 13 doorheen de gleuven 19 op het voorste eind van het freem 2 zo verplaatst dat het voorste van de nietjes in het freem 2 naar beneden en naar het aambeeld 7 toe wordt gedreven. Het gedreven nietje wordt vervormd tot in een vorm die geschikt is om voorwerpen als bladen 10 papier met elkaar te verbinden.

Het handvat 3 omvat tevens een opening 11 aan zijn achterste uiteinde voor het ontvangen van het plaatvormige element 12 op het achterste uiteinde van het freem 2,waarbij de opening 11 aan het achterste uiteinde gevormd 15 is door een paar op afstanden elkaar geplaatste.plaatvormige elementen 10, 10A die zich in het hahdvat 3 naar beneden uitstrekken vanaf het achterste uiteinde ervan.

Het plaatvormige element 12 van het freem 2 wordt zodanig in de opening 11 ontvangen dat het handvat 3 verend 20 rond het plaatvormige element 12 kan gewenteld worden ten opzichte van het freem 2 en de basis 1.

Een stel nietjes dat in het holle gedeelte van het freem 2 is geladen, wordt verend naar het voorste uiteinde van het freem 2 gedrongen door middel van een aanvoer-25 inrichting 20 om zo het voorste van de nietjes tegenover de gleuven 19 van het freem 2 te brengen. Wanneer het drijf-element 13 van het handvat 3 door de gleuven 19 wórdt bewogen, wordt het voorste nietje gescheiden van het stel nietjes en in contact gebracht met het aambeeld 7 van de 30 basis 1, zoals voor een deskundige duidelijk zal zijn.

De aanvoerinrichting 20 omvat een voorste aanvoer-element 14 dat aanligt tegen het achterste nietje van het stel nietjes,een spiraalveer 15 om het aanvoerelement 14 verend voort te drijven naar het voorste uiteinde van het freem 2, 35 en een kap 16 die aanligt tegen het achterste uiteinde van 8602372 - 5 - de spiraalveer 15 en die is verbonden met het achterste uiteinde van het freem 2. Het aanvoerelement 14 heeft een H-vormige dwarsdoorsnede waarbij het middelste verbindende gedeelte 21 in het midden een kleine opening 22 5 omvat.Set aanvoerelement 14 is zodanig in het freem 2 aangebracht dat de tegenover elkaar liggende beendelen 23 en 24 met hun uiteinde aanliggen tegen het achterste nietje.

Het einde van de stang 25 die zich vanop een binnenwand van de kap 16 naar binnen' en loodrecht erop 10 uitstrekt is verschuifbaar in de kleine opening 22 in het aanvoerelement 14. De spiraalveer 15 is aangebracht rond de stang 25 zoals is voorgesteld in de figuur 1 en is uitgerust om verend te werken tussen de achterzijde van een centraal verbindingsstuk 21 van het aanvoerelement 14 15 en de binnenzijde van de kap 16. Wanneer de kap 16 is aangebracht aan het achterste uiteinde van het freem 2, duwt de spiraalveer 15 het aanvoerelement 14 en dus het stel nietjes verend in de voorwaartse richting.

De kap omvat eveneens montagelippen 16A en 16B 20 die zich aan weerskanten van de stang 25 bevinden en die zich evenwijdig met de stang 25 naar binnen uitstrekken vanaf de binnenwand van de kap 16.

Elk van de montagelippen 16A en 16B omvat een uitsteeksel 17 dat zich vanaf de buitenzijde ervan 25 lateraal uitstrekt.

Wanneer de kap 16 in het open achterste uiteinde van het freem 2 wordtgeschoven, worden de montagelippen 16A en 16B verend naar binnen gebogen. Wanneer de uitsteeksels 17 van de gebogen montagelippen 16A en 16B tegenover 30 openingen 18 (figuur 1) liggen die zijn aangebracht in de overeenstemmende delen van de zijwanden van het freem 2, dan klikken de uitstekende delen 17 in hun respectievelijke openingen 18. Het resultaat is dat de kap 16 op het achterste uiteinde van het freem 2 vast kan worden gemonteerd.

35 Bij het samenstellen wordt eerst een stel nietjes in het inwendige van het freem 2 geladen doorheen diens 8602372 ¥ - 6 - open achterste uiteinde. Het einde van de stang 25 op de kap 16 wordt in de kleine opening 22 van het aanvoer-element 14 gestoken nadat de spiraalveer 15 over de stang 25 werd geschoven. Daarna wordt het geheel van het aan-5 voerelement , de stang en de veer (14,25,15) doorheen het open achterste uiteinde van het freem 2 daarin ingebracht waarna de kap 16 tegen de achterste eindzijde van het freem 2 wordt geduwd tot wanneer de uitsteeksels 17 op de montagelippen 16A en 16B in de openingen 18 in de zijwanden 10 van het freem 2 klikken. Vervolgens wordt het freem 2 op de basis 1 aangebracht door het inbrengen van het plaatvormig element 5 van het freem 2 in de uitsparing 6 van de basis 1. Daarna wordt het plaatvormig element 12 van het freem 2 ingebracht in de opening 11 van het hand-15 vat 3, hetgeen het samenstellen van de nietmachine vervolledigt.

Hoewel de onderhavige uitvinding werd beschreven met betrekking tot een wegwerpnietmachine die eenvoudig en gemakkelijk kan worden geassembleerd, spreekt het 20 vanzelf dat de ondérhavige uitvinding op een analoge wijze kan worden toegepast op de andere types van nietmachines.

8602372

Claims (3)

1. Nietmachine omvattende een basis, een behuizing voor nietjes die draaibaar op deze basis is gemonteerd en die een open achteruiteinde omvat, waarbij de behuizing voor de nietjes geschikt is om een stel op een scheidbare 5 manier aan elkaar verbonden nietjes te ontvangen doorheen het open achteruiteinde, aanvoermiddelen die in de behuizing voor de nietjes doorheen het open achteruiteinde daarvan zijn aangebracht, om het stel nietjes verend naar het voorste uiteinde van de behuizing voor de nietjes te 10 dringen.en een handvat dat aan zijn achterste uiteinde kantelbaar op de behuizing voor de nietjes is gemonteerd, met het kenmerk dat de aanvoerinrichting (20% een aan-voerelement (14) omvat dat aansluit tegen het achterste nietje van het ontvangen stel nietjes, een stang (25) die 15 met haar voorste uiteinde schuivend op het aanvoerelement (14) is gemonteerd, een kap (16) die is verbonden met het achterste uiteinde van deze stang (25) en een samendrukbare spiraalveer (15) die omheen de stang (25) is aangebracht en die verend werkt tussen het aanvoerelement 20 (14) en de kap (16) .

2. Nietmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de kap (16) en de stang (25) één geheel vormen en dat de stang (25) zich naar binnen uitstrekt vanaf de binnenzijde van de kap (16) en loodrecht daarop. 25

3. Nietmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de kap (16) tevens een paar montagelippen (16A,16B) omvat die zich naar binnen uistrekken vanaf de binnenzijde van de kap (16) aan weerszijden van de stang (25), welke montagelippen (16A,16B) in de ruimte evenwijdig 30 met de stang (25) zijn gelegen an waarbij de montagelippen (16A,16B) elk een uitsteeksel (17) omvatten dat zich lateraal uitstrekt vanaf de zijkant van de montagelippen (16A,16B) en dat is uitgerust om in één van de overeen- 3602372 - 8 - • ΐ stemmende openingen (18) te klikken die zijn gevormd in de tegenover elkaar liggende zijwanden van de behuizing voor de nietjes (2). m 8 "? Λ *) "Γ “7 *3 Ö M L· 0 / L