NL8001260A - Bevestiging van een deurhendel. - Google Patents

Description

* >> vo 0165

Bevestiging van een deurhendel.

De uitvinding heeft betrekking op een instelbare montage, meer in het bijzonder voor een samenstel voor de binnenhendel van de deur van een automobiel.

Verandering van smaak van de consument en veiligheidsmaat-5 regelen hebben geleid tot een van het gebruikelijke type afwijkende deurhendel, welke voorzien is van een krukarm, die buiten de deur uitsteekt naar een type hendel, dat in het deurvlak is gelegen en wordt bediend door het uit het deurvlak lichten van een vingerplaat.

Dit laatste type hendel is zeer geschikt voor het bedienen 10 van het trekstangmechanisme, dat gekoppeld is met het deurslot, doch de huidige ontwerpen hebben nog nadelen.

Een van de nadelen is het moeilijk ondervangen van de speling in de bedieningshefbomen, zodat instelbare koppelingen van verschillend type noodzakelijk zijn en overigens· problemen ontstaan 15 bij de montage van de hendel in het deurpaneel.

De uitvinding beoogt een instelbare montage te verschaffen, welke niet alleen eenvoudig, snel en zeker aan het deurpaneel kan plaatsvinden, doch tevens van middelen voor het binnen bepaalde grenzen instellen van de stand van de deurhendel om speling in het 20 hefboomstelsel te kunnen vereffenen.

Daartoe bestaat de instelbare montage aan een paneel uit een hoofdgedeelte en een voet, welke voet een in hoofdzaak plat deel is en op een van de vlakken voorzien van middelen, welke in een opening van het paneel kunnen snappen, teneinde de voet aan een zijde 25 aan het paneel te kunnen bevestigen, terwijl op het andere vlak een serie tanden aanwezig is, waarbij het hoofdgedeelte steunvlakken hebben, welke kunnen samenwerken met die zijde van het paneel, welke van de voet is afgekeerd, welke steunvlakken zodanig zijn geplaatst en uitgevoerd, dat een glijdende beweging van het hoofdgedeelte in 30 een richting ten opzichte van het paneel mogelijk is, welk hoofd gedeelte voorts een aantal tanden heeft, dat complementair is aan de tanden op de voet en tissen de steunvlakken is gelegen, zodat wanneer het steunvlak met het paneel samenwerkt, de tanden van het hoofdgedeelte samenwerken met die in de voet, teneinde relatieve 35 bewegingen tussen dat hoofdgedeelte en de voet in een richting te §50 12 60 φ -2- voorkomen.

De montagemiddelen volgens de uitvinding kunnen doelmatig worden toegepast "bij een samengestelde hendel,, welke een montage en een bedieningshefboom bevat, welke kan draaien tussen een eerste 5 ruststand en een tweede stand, waarin een verbihdingsstang, welke gekoppeld is met de bedieningshefboom het schootmechanisme van het slot kan bedienen, welke montagemiddelen bestaan uit een hoofdgedeelte en een voet, welke voet een in hoofdzaak vlak deel is, met aan een vlak middelen, welke kunnen snappen in een opening van het 10 paneel, teneinde de voet aan een zijde daarvan te kunnen monteren, terwijl het andere vlak voorzien is van een aantal paltanden, welk hoofdgedeelte steunvlakken heeft, welke kunnen samenwerken met die zijde van het paneel, welke van de voet is af gekeerd, waarbij tussen de twee steunvlakken een aantal dwarsverlopende paltanden aan-15 wezig is, dat kan samenwerken met die van de voet en zodanig zijn aangebracht, dat, wanneer het steunvlak van het hoofdgedeelte met het paneel samenwerkt, de paltanden van het hoofdgedeelte samenwerken met die van de voet, teneinde relatieve bewegingen tussen het hoofdgedeelte van het montageelement en de voet in een richting 20 te voorkomen.

Bij een andere montage van de hendel volgens de uitvinding is de bedieningshefboom gemonteerd op de basisplaat en is draaibaar tussen drie standen, een centrale stand welke de ruststand is, terwijl in de andere twee standen de bedieningsstang in de ene richting 25 getrokken en in de andere richting gedrukt wordt.

* Bij beide uitvoeringsvormen is een verend orgaan aanwezig, dat de bedieningshefboom in de ruststand tracht te drukken.

Dit wordt doelmatig verkregen door een veer te laten werken op de basisplaat en de bedieningshefboom, waardoor een terug-30 brengmoment wordt geleverd, wanneer de bedieningshefboom wordt ge draaid. Een schroefvormig gewonden torsieveer met twee tangentiaal uitstekende armen kan dan worden gebruikt, waarbij de ene arm steunt op de basisplaat en de andere op de bedieningshefboom, wanneer deze hefboom vanuit de ruststand wordt bewogen.

35 De bedieningshefboom omvat doelmatig een krukarm, welke door een opening van de basisplaat heensteekt, zodat de bedienings- 80 0 1 2 60 m- -3- * stang gelegen is aan die zijde van het paneel, welke van het grootste gedeelte daarvan is afgekeerd.

Twee uitvoeringsvormen van de deurhendel volgens de uitvinding zullen met verwijzing naar de tekening nader worden toege-5 licht. In de tekening toont: figuur 1 uit elkaar getekend een eerste uitvoeringsvorm van een samengestelde deurhendel volgens de uitvinding; figuur 2 een langsdoorsnede van het stelsel volgens figuur 1, nadat dit in een paneel is gemonteerd, 10 figuur 3 een perspectivisch aanzicht van het samenstel vol gens figuur 2 In een gemonteerde toestand; figuur k een bovenaanzicht van het stelsel volgens figuur 3; figuur 5 een langsdoorsnede door het samenstel volgens fi-15 guur 3 en U; figuur 6 de vorm van de montageopening in het paneel en de contacten aan de onderzijde van het paneel met de montageelementen; figuur 7 een tweede component van het samenstel volgens figuur 1 en 2; 20 figuur 8 een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van het samenstel volgens figuur 75 figuur 9 een onderaanzicht van de component volgens fi- . guur 8; figuur 10 een eindaanzicht van de component volgens figuur 25 8 en 9; - figuur 11 een aanzicht overeenkomstig figuur 2 van een tweede uitvoeringsvorm van een samengestelde deurhendel; figuur 12 een aanzicht overeenkomstig een van de tweede uitvoeringsvorm; 30 figuur 13 een aanzicht overeenkomstig figuur 7; figuur 15 de samengestelde hendel volgens figuur 11-1^ in eindaanzicht; figuur 16 het stelsel volgens figuur 11-1U In perspectief en een geleidingsframe voor een bedienlngsstang; 35 figuur 17 in perspectief een gedeelte van een andere wijze van monteren met de uitsnijdingen in het hoofdgedeelte en de voet 80 0 1 2 60 * -u- voor het vereenvoudigen van een latere instelling; en figuur 18 een perspectivisch onderaanzicht van de middelen volgens figuur 17 en gereedschap in de uitsnijdingen voor het instellen van het montagedeel.

5 Bij de in figuur 1-10 weergegeven uitvoeringsvorm "bestaat de samengestelde hefboom uit een montagedeel 1, en bedieningshef-boom 2,een spil 3 en een torsieveer U.

Het montagedeel 1 omvat een hoofddeel 5 en een voet 6, welke daaraan verbonden is door flexibele strippen 7.

10 Het hoofdgedeelte van de montage omvat aan een uiteinde een haak 8, welke kan samenwerken met het paneel, waaraan het samenstel moet worden bevestigd.

Twee op een lijn liggende openingen 9 bevinden zich in oren 10, welke boven het montageelement uitsteken, en welke openin-15 gen de spil 3 kan worden gezet. Tussen de oren 10 bevindt zich een opening 15» waarvan het doel nog besproken zal worden. Aan het einde van het montageelement welke van de haaks is afgekeerd, bevinden zich twee verende armen, welke zich vanaf de haak uitstrekken, welke armen 11 voorzien zijn van steunvlakken 12, hellende 20 vlakken 13 en een vingergreep 1^.

De voet 6 is een in hoofdzaak plat rechthoekig element met een aan een einde open sleuf 16, welke zich uitstrekt van de lange zijde en haaks daarop staat. Het bovenvlak van de voet, heeft, zoals blijkt uit figuur 1, twee oren 17» welke zich ongeveer in het 25 midden van de korte zijde bevinden en elk met een steunvlak 18 dat buiten de voet uitsteekt en op enige afstand boven het bovenvlak ligt. Het ondervlak van de voet heeft een aantal paltanden 19» gelegen in vlakken, welke haaks op de richting van de sleuf l6 staan.

30 De onderzijde van het hoofdgedeelte 5 van het montageele- ment heeft een aantal tanden 20, welke zodanig zijn uitgevoerd, dat zij kunnen samenwerken met de paltanden 19 op de voet, zoals nog zal worden besproken.

De bedieningshefboom, zoals deze in figuur 7 is weergegeven 35 en in een andere uitvoeringsvorm in figuur 8-10 omvat een gebogen rechthoekige vingerplaat 21 en een knikarm 22, welke knikarm aan een einde in hoofdzaak haaks op de vingerplaat staat. De knikarm 22 80 0 1 2 60 * -5- kan zoals is weergegeven iets excentrisch ten opzichte van de vin-gerplaat 21 gelegen zijn, doch kan er ook centrisch aan bevestigd worden. Aan de randen van de vingerplaat bevinden zich flenzen 22, waardoor de plaat tegen buiging wordt verstijfd. De flenzen 23 zijn 5 nabij de krukarm verbreed, terwijl in de flenzen en de krukarm door lopende boringen 2k zijn aangebracht voor het opnemen van de spil 3, nadat de hendel is gemonteerd. Een rug 25 loopt dwars over de onderzijde van de vingerplaat. Het ondervlak van de vingerplaat 21 kan vlak zijn uitgevoerd, zoals blijkt uit figuur 7 doch kan ook een 10 bewerkt vlak zijn, zoals weergegeven in figuur 8 en9. Daarin heeft de vingerplaat een ribbenpatroon aan de onderzijde, dat dient ter verstijving en het verbeteren van het uiterlijk van de vingerplaat.

Verdere onderdelen van een samenstel zijn de spil 3, welke doelmatig kan bestaan uit een kunststof buisje, doch deze kan ook 15 uit ander materiaal bestaan, en een twee-armige torsieveer 1*.

De hefboom wordt gemonteerd door allereerst de bedienings-hefboom boven het hoofdgedeelte 5 van het montageelement 1 te brengen, de hefboom naar omlaag te bewegen, zodat de oren 10 van het hoofdgedeelte 5 zich bevinden tussen de flenzen 23 en de krukarm 20 door de opening 1$ heensteekt. De openingen 9 en 2k in de bedie- ningshefboom, resp. het montageelement worden op een lijn gebracht waarna de spil 3 in de openingen wordt gestoken, waardoor de bedie-ningshefboom draaibaar in het montageelement is, zoals blijkt, uit figuur 2. De torsieveer k bevindt zich tussen de krukarm en een van 25 de flenzen van de vingerplaat, zodat bij het monteren van de spil 3 deze door de veer heen kan passeren. Deze veer wordt dus vastge-houden tussen een montageelement en de bedieningshefboom, waarbij de ene arm Ha van de veer gelegen is tegen het einde van de vingerplaat nabij de krukarm van de bedieningshefboom, terwijl de andere 30 arm Hb van de veer steunt tegen een reaktievlak van een montageele ment .

In het weergegeven geval steunt de arm Hb van de veer tegen een einde van de opening 15, welke zich bevindt in het hoofdgedeelte 5 van het montageelement. Op deze wijze zal de torsieveer de 35 bedieningshefboom tegen de klok in verdraaien, zoals blijkt uit figuur 2.

SO0 1 2 60 -6- *

Waxmeer de samengestelde hendel op.deze wijze is gemonteerd, is de bevestiging aan het deurpaneel op snelle en doelmatige wijze mogelijk door de aanwezigheid van het hoofdgedeelte 5 en de voet 6,

De bevestiging aan het paneel geschiedt, doordat in het 5 paneel een opening overeenkomtig figuur 6 is gevormd, De opening bestaat uit een grote rechthoekige insnijding 26 in een korte zijde waarvan de sleuf 27 uitmondt. De sleuf 27 heeft twee dwarsinsnij-dingen 28.

Voor het bevestigen van het montageelement aan het paneel 10 ' wordt de voet 6 allereerst gevouwen tot in een stand onder het hoofdgedeelte van het montageelement 1 door de flexibele strippen 7 te buigen. De flexibele strippen 27 kunnen in het midden verzwakt zijn uitgevoerd, zodat de voet op een lijn met het hoofdgedeelte gebracht kan worden. De voet kan dan in een stand worden gebracht 15 waarbij de paltanden 19 van de voet tegenover de paltanden 20 van het hoofdgedeelte komen te liggen, waarbij de oren 17 van de voet van het hoofdgedeelte van hé; montage-element zijn afgekeerd. De voet wordt dan zodanig tegenover het paneel gezet, dat de oren 17 in de uitsnijdingen 28 komen. De steunvlakken 18 vormen een snap-20 sluiting tussen de voet en het paneel.

Wanneer de voet aldus is vastgezet, dan wordt het hoofdgedeelte van het montageelement zodanig gericht,dat de haak 8 door de sleuf 27 kan worden gestoken en tegen het ondervlak van het paneel aankomt, zoals blijkt uit figuur 2, waarbij het einde van 25 de sleuf , welk vlak Ho gearceerd in figuur 6 is weergegeven.

Tenslotte wordt het hoofdgedeelte om de haak gekanteld, teneinde de verende arm 11 door deze naar elkaar toe te drukken, in de verbrede opening 26 worden gezet. De schuine vlakken 13 komen met de langsranden van de opening 26 in contact en buigen de armen 30 11 naar binnen toe af. Wanneer de schuine vlakken boven de opening 26 zijn bewogen, springen de armen 11 weer naar buiten, zodat de steunvlakken 12 in contact komen met de onderzijde van het paneel nabij de randopening, zoals door de arcering k*\ in figuur 6 is weergegeven. In deze laatste fase komen de paltanden 20 van het 35 hoofdgedeelte van een montageelement in samenwerking met de paltan den 19 van de voet. Juist voordat de paltanden in elkaar grijpen 800 1 2 60 -7- *- wordt het hoofdgedeelte in een richting bewogen, waardoor speling in de overbrenging wordt beperkt.

Een verbindingsstang 29 koppelt het vrije einde van de krukarm met het bedieningsmechanisme van het slot. De verbindings-5 stang is zodanig gekoppeld, dat de deur wordt geopend door aan de stang te trekken, zodat bij het van de deur aflichten van de vinger-plaat de krukarm de verbindingsstang aantrekt en de deur kan worden geopend. De veer U dient om de vingerplaat en de verbindingsstang weer naar de ruststand terug te brengen.

10 De twee stellen palwielen zijn complementair en werken zo danig samen,dat beweging van de basisplaat naar rechts, zie figuur 2, voorkomen wordt, terwijl een kleine beweging in de andere richting mogelijk blijft. Het voordeel hiervan is, dat, nadat de hendel aan de deur is gemonteerd, en de verbindingsstang 29 verbonden is 15 met het vrije einde van de krukarm 22, speling tussen de hendel en het deurslot vereffend kan worden door het naar links bewegen van de basisplaat, derhalve de bedieningshefboom 2, Wanneer de speling is opgeheven en de vingerplaat in de juiste ruststand ten opzichte van de deur is gekomen, zal elke ongewaenste beweging worden voor-20 komen als gevolg van het onderling samenwerken van de series pal-tanden.

De samengestelde hefboom kan aldus zeer snel worden gemonteerd en ingesteld door enkele eenvoudige handelingen, waarbij geen gereedschap noodzakelijk is.

25 Wanneer de hendel van éen deur afgehaald moet worden, bijv.

voor het opnieuw instellen of vervanging van het slotmechanisme, dan geschiedt dit zeer eenvoudig door de vingergrepen naar elkaar toe te drukken, welke zich bevinden aan de einden van de verende armen 11, Daardoor kunnen de armen 11 uit de opening worden gehaald 30 en kan het montageelement ten opzichte van de voet worden gedraaid.

Teneinde de voet van het paneel af te halen, wordt deze zodanig ingedrukt, dat de sleuf l6 sluit en de steunvlakken 18 buiten samenwerking komen met het paneel. Alsdan kan de voet gemakkelijk uit het paneel worden verwijderd.

35 Een doelmatige uitvoeringsvorm van een samengestelde hendel volgens de uitvinding toont figuur 11—1h * welke hendel kan samen- 800 1 2 60 -8- werken met een sluit en blokkeermechanisme van een deurslot, zodanig, dat wanneer op een verbindingsstang trek wordt uitgeoefend, de deur wordt geopend en door druk uit te oefenen op de verbindingsstang de deur wordt gesloten. Op deze wijze is geen afzonderlijke 5 kozijnknop of andere blokkeerhefboom noodzakelijk, zoals deze ge bruikelijk is in deuren van automobielen.

De hefboom is in hoofdzaak op dezelfde wijze opgebouwd als bij de boven besproken uitvoeringsvorm, zodat om herhalingen te voorkomen, slechts verschillen besproken zullen worden.

10 De hefboom bestaat een montageelement 10-1, doch het hoofd gedeelte is voorzien van steunvlakken 20^a, 20^b, die elk kunnen samenwerken met een einde van de armen 10l+a, 10¼¾ van een veer 10¼.

De bedieningshefboom heeft twee steunvlakken 3Q^a, 30¼¾ welke kunnen samenwerken met de armen 10^a en 10¼¾ van de veer 10¼.

15 Doelmatig steunen de vlakken 20¼a, 20^, 30¼a, 30¼¾ tegen de veerarmen ^a, 10¼¾ wanneer deze iets gespannen is, zodat geen speling in het stelsel ontstaat.De bedieningshefboom en derhalve de vingerplaat wordt in de juiste ruststand met betrekking tot het hoofdgedeelte van het montageelement gehouden.

20 Zoals duidelijk uit figuur 11 blijkt, zal door het verdraai en van de bedieningshefboom hetzij tegen de klok in of met de wijzers mee de veer worden gespannen hetzij door een druk op het steun-vlak 30¼a en 20¼¾, dan wel op de vlakken 30¼¾. en 20¼a.

Zoals reeds eerder besproken is de verbindingsstang 1029 25 verbonden met het vrije uiteinde van de krukarm 1Q22 van de bedie ningshefboom 102. Door de vingerplaat 1021 van de deur af te drukken, wordt aan de verbindingsstang getrokken en wordt de deur geopend en door de vingerplaat naar de deur toe te drukken wordt druk op de verbindingsplaat uitgeoefend en zal de deur gesloten worden.

30 Wanneer de vingerplaat en dus de bedieningshefboom en de verbin dingsstang naar de ruststand terugkeren nadat de deur gesloten is, zal door een vrije slag in de overbrenging voorkomen worden, dat de deur ontsloten wordt wanneer de vingerplaat naar de ruststand terugkeert.

35 Voor het verbeteren van het aanzien wordt een sluitplaat 37 op het binnenvlak van de deur bevestigd, De deurhefboom is doelma- 300 1 2 60 ' V- * -9- tig opgenomen in een kom 3Q, welke op een lijn ligt met de sluitplaat 3Ts welke kom een uitsparing 31 voor de vinger heeft om achter de vingerplaat te kunnen komen.

Teneinde na de montage van de hendel aan het paneel instel-5 ling mogelijk te maken, kan de uitvoeringsvorm volgens figuur 17 en 18 worden toegepast.

De tanden van het hoofdgedeelte en de voet zijn zodanig symmetrisch uit gevoerd, dat relatieve bewegingen tussen de montagevoet en het hoofdgedeelte van de basisplaat in beide richtingen mogelijk zijn.

Daartoe is een uitsnijding of een aantal uitsnijdingen 3¼ aanwezig in de opening van het hoofdgedeelte van de basisplaat en " is een tweede uitsnijding of een stel uitsnijdingen 35 aangeöracht in de zijde van de sleuf van de montagevoet, welke uitsnijdingen tegenover elkaar liggen wanneer de hendel in de deur is bevestigd.

^ De opening kan worden verbreed, zodat de tweede uitsnijding of de tweede uitsnijdingen toegankelijk zijn. Voor het instellen wordt de vingerplaat gelicht alsof de deur geopend wordt, waardoor een spleet ontstaat tussen de kom en de onderzijde van de vingerplaat.

Door deze spleet wordt een schroevendraaier 36 of dergelijk ge-reeds chap gestoken waarbij een zijde van het blad in samenwerking kan komen met een van de eerste uitsnijdingen en de andere zijde met een van de tweede insnijdingen. Door verdraaiing van de schroevendraaier zal de voet en het hoofdgedeelte van een montageelement in tegengestelde richtingen bewegen, welke bewegingen afhangen van 25 de richting waarin het draaien plaatsvindt.

Op deze wijze kan de hendel worden ingesteld zonder de sluitplaten te demonteren.

Een alternatieve montage van de hendel is weergegeven in figuur 15 en 16, waarbij een geleidingsvlak 32 zich onder het mon- 30 . . .

tageelement uitstrekt en kan samenwerken met de verbindingsstang, waarbij deze stang niet kan bewegen in een richting, welke evenwijdig loopt aan de as van de spil en van de krukarm 22 is afgekeerd. In figuur 15 is deze uitsnijding duidelijk getekend. De aanwezigheid van het geleidingsvlak betekent, dat de verbinding tussen 35 ...

de stang en de krukarm kan worden vereenvoudigd, bijv. kan de he- dieningsstang aan het uiteinde 33 over 90° zijn opgezet ten opzich- 800 1 2 60 * -10- te van het hoofdgedeelte van de staaf, welk uiteinde dan is opgenomen in een dwarsboring van de krukarm. De stang wordt dan door het geleidingsvlak tegengehouden en kan niet uit de krukarm treden. Eventueel kan meer dan een geleidingsvlak aanwezig zijn.

5 De hedieningshefboom en het montageelement kunnen uit kunst stof zijn vervaardigd en kunnen elke kleur en oppervlaktegeaard-heid bezitten.

Het hoofdgedeelte en de voet kunnen gescheiden delen zijn. Hoewel de aanvrage besproken is met betrekking tot een 10 deurhendel, is het duidelijk, dat montagemiddelen ook kunnen wor den toegepast in die omstandigheden waar een component aan een paneel moet worden bevestigd en een relatieve instelling van de component en het paneel vereist is.

800 1 2 60

Claims (10)

1. Instelbaar montageelement ter bevestiging aan een paneel, in hoofdzaal: bestaande uit een hoofdgedeelte en een voet, welke voet een vlakke component is, waarvan een vlak middelen heeft, die 5 kunnen snappen in een opening van het paneel om de voet aan een zijde van het paneel vast te kunnen zetten,..terwijl het andere vlak een aantal tanden heeft, welk hoofdgedeelte steunvlakken heeft, welke kunnen samenwerken met de zijden van het paneel, welke van de voet is af gekeerd, welke steunvlakken zodanig zijn aangebracht 10 en uitgevoerd, dat een glijbeweging van het hoofdgedeelte in de ene richting ten opzichte van het paneel mogelijk is, terwijl het hoofdgedeelte voorts een serie tanden heeft, welke complementair zijn aan die van de voet en zodanig tussen de steunvlakken gelegen zijn, dat, wanneer de steunvlakken in contact komen met het paneel, 15 de tanden van het hoofdgedeelte in die van de voet grijpen en be wegingen tussen het hoofdgedeelte en de voet in die ene richting worden voorkomen.

2. Montageelement volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gedeelte van het montageelement. langwerpig Is. en aan een 20 zijde een haakvormig uitsteeksel heeft, alsmede een stel verende armen met steunvlakken, welke in de gemonteerde toestand samenwerken met die zijde van het paneel, welke van de voet is af gekeerd, zodat een glijbeweging ten opzichte van het paneel in de langs-richting van het hoofdgedeelte van het montageelement mogelijk is.

3. Montageelement volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat de voet voorzien is van een sleuf en het hoofdgedeelte een langwerpige opening heeft, welke sleuf en welke opening zich uitstrekken in de richting van de relatieve beweging van het hoofdgedeelte en het paneel en in hoofdzaak samenvallen wanneer het montage-30 element aan het paneel is bevestigd. U. Montageelement volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat een zijde van de sleuf en de overliggende zijde van de opening een of meer uitsteeksels hebben,

5. Montageelement volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, 35 dat de tanden van het hoofdgedeelte en die van de voet de vorm heb ben van paltanden.

6. Montageelement volgens conclusie met het kenmerk, dat 800 1 2 60 -12- de tanden symmetrisch zijn uitgevoerd.

7. Montageelement volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de voet en het hoofdgedeelte door een aantal flexibele strippen onderling zijn verbonden.

8. Montageelement volgens, conclusie 7» met het kenmerk., dat de strippen nabij het midden verzwakt zijn uitgevoerd.

9. Deurhendel voor een motorvoertuig met instelbare middelen volgens conclusies 3, 8, welke hendel een bedieningshefboom heeft, welke draaibaar is op het hoofdgedeelte van het montage- 1Q element, welke hefboom een vingerplaat heeft en een krukarm, welke krukarm door de opening van het hoofdgedeelte heensteekt, alsmede door de sleuf in de voet van het montageelement.

10. Deurhendel volgens conclusie 9» met het kenmerk, dat de bedieningshefboom beweegbaar is tussen een ruststand en een be- 15 dieningsstand, terwijl verende middelen aanwezig zijn, teneinde de bedieningshefboom naar de ruststand terug te voerèn, nadat deze bewogen is.

11. Deurhendel volgens conclusie 10,. met het kenmerk, dat de bedieningshefboom twee werkzame, standen heeft en een ruststand 20 welke tussen de werkzame standen gelegen is. 800 1 2 60