NL8602301A - Bodembewerkingstoestel met een daarachter geplaatst vereffeningsgedeelte. - Google Patents

Bodembewerkingstoestel met een daarachter geplaatst vereffeningsgedeelte. Download PDF

Info

Publication number
NL8602301A
NL8602301A NL8602301A NL8602301A NL8602301A NL 8602301 A NL8602301 A NL 8602301A NL 8602301 A NL8602301 A NL 8602301A NL 8602301 A NL8602301 A NL 8602301A NL 8602301 A NL8602301 A NL 8602301A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
soil cultivation
hollow discs
cultivation device
dams
hollow
Prior art date
Application number
NL8602301A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192021C (nl
NL192021B (nl
Inventor
Theo Van Ing Grad Laak
Original Assignee
Lemken Kg Pflugfab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from DE3546033A external-priority patent/DE3546033C2/de
Application filed by Lemken Kg Pflugfab filed Critical Lemken Kg Pflugfab
Publication of NL8602301A publication Critical patent/NL8602301A/nl
Publication of NL192021B publication Critical patent/NL192021B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192021C publication Critical patent/NL192021C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B21/00Harrows with rotary non-driven tools
    • A01B21/08Harrows with rotary non-driven tools with disc-like tools
    • A01B21/086Harrows with rotary non-driven tools with disc-like tools of the type in which the disc-like tools are individually mounted
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B35/00Other machines for working soil not specially adapted for working soil on which crops are growing
    • A01B35/18Other machines for working soil not specially adapted for working soil on which crops are growing with both rotating and non-rotating tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B35/00Other machines for working soil not specially adapted for working soil on which crops are growing
    • A01B35/20Tools; Details
    • A01B35/28Rotating tools; Mounting rotating tools
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/02Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
    • A01B49/027Combined machines with two or more soil-working tools of different kind with a rotating, soil working support element, e.g. a roller

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

NL 33.755-Vo/hp ^ é
Bodembewerkingstoestel met een daarachter geplaatst vereffeningsgedeelte.
De uitvinding heeft betrekking op een bodembewer-kingstoestel met dammen opwerpende respectievelijk sleuven achterlatende bewerkingswerktuigen, in het bijzonder extirpa-tortanden en daarachter geplaatste, de door de extirpatortan-.5 den opgeworpen dammen zoveel mogelijk slechtende compensatie-werktuigen in'de. .vorm van draaibaar gelagerde holle schijven, die met hun holle vlakken naar voren in de richting van de te bewerken sleuven een scherpe hoek insluitend schuin zijn geplaatst.
10 Bij de bewerking van de bodem met extirpators of dergelijke bodembewerkingstoestellen met tandvormige bewerkingswerktuigen worden vanzelfsprekend diepe sleuven met daartussen gelegen hoge dammen gevormd. Deze sleuven en dammen zijn voor de daarop volgende bewerking respectievelijk het 15 gereedmaken hinderlijk. Het is bekend een soort roskam te verschaffen (Frans octrooischrift 1.360.746), waarvan de tanden zodanig zijn geplaatst, dat. ze de opgeworpen dammen zoveel mogelijk opnieuw verdelen en de grond in de getrokken sleuven gooien. Bij het uit het Duitse Auslegeschrift 2055566 20 bekende toestel zijn de tanden telkens gericht schuin geplaatst, om een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van de opgeworpen dammen te bereiken. Bij de aanwezigheid van veel stro raakt de roskam echter verstopt. Bovendien is zijn ver-effenings- en mengwerking onvoldoende. Naast deze tandvormige 25 compensatiewerktuigen zijn ook schijfvormige compensatiewerk-tuigen in de vorm van schijfeggen bekend. Bij deze bekende schijfeggen (Duits gebrauchsmuster 8101438) is het echter van nadeel, dat een aanzienlijke zijdelingse trekkracht wordt uitgeoefend Op het gestel van het bodembewerkingstoestel. Om deze 30 zijdelingse trekkracht zoveel mogelijk te compenseren is gepoogd om de schijfeg via schuin geplaatste schijfwielen te ondersteunen. Dit is echter niet telkens een succes, omdat de zijdelingse krachten bij verschillende werkdiepte variëren. Derhalve is bovendien gepoogd de ondersteuningswerking van de d 5 0 2 3 0 1 i -. -2- sch-ij fwielen door een hoekverandering aan te passen aan de respectievelijke zijdelingse krachten. Dit is echter gecompliceerd en duur en maakt het toestel bovendien zwaar om voort te trekken. Derhalve wordt veelvuldig een extra schijfeg 5 achter de eerste schijfeg aangebracht, welke een tegengestelde zijdelingse trekkracht uitoefent. Op deze wijze heffen de krachten zich onderling op. Desondanks is de moeite, om de sleuven en dammen op deze wijze te egaliseren, zeer groot.
Deze uitvoering is derhalve gekoppeld aan een hoog gewicht, 10 hetgeen tot problemen bij de hydraulica van de trekker kan leiden. Eenzijdige schijfeggen hebben geringere gewichtspro-blemen, maar bezitten naast de zijdelingse trekkracht tevens nog het nadeel, dat ze bij opeenvolgende arbeidsgangen nieuwe dammen en sleuven achterlaten. In het algemeen is de com-15 plexiteit van de schijfeggen zeer hoog, omdat de schijven slechts in het gebied van de dammen werkzaam zijn en in het gebied van de sleuven en voren praktisch geen contact met de bodem bezitten. Vanwege de ongunstige schuine stand van de gehele schijven wordt bovendien het voortbewegen van het bo-20 dembewerkingstoestel zelf in belangrijke mate negatief be-invloed.
Deze nadelen moeten worden opgeheven met een bodem-bewerkingstoestel, dat onderdeel is van het Duitse gebrauchsmuster 7736543. Eier zijn telkens tussen de extirpa-25 tortanden en daarachter schijven afzonderlijk of groepsgewijs aangebracht, met welke de dammen moeten worden gecompenseerd. De schijven zijn draaibaar gelagerd en moeten volgens een bijzondere uitvoering tevens als holle schijven worden uitgevoerd. Een nadeel van een dergelijke uitvoering van het bo-30 dembewerkingstoestel is bij de uitvoering met vlakke schijven het feit, dat de extirpator gemakkelijk wordt opgetild en tot blokkeren neigt, omdat alle schijven in één reeks zijn geplaatst. Bij de uitvoering met holle schijven komt hier nog bij, dat deze naar beneden toe naar elkaar toe lopen, zodat 35 kluiten of dergelijke brokken zich tussen deze holle schijven vastklemmen, waardoor de holle schijven blijven stilstaan. De werking van de holle schijven is derhalve beperkt, ze raken 8602301 ' -3- J «r « verstopt en de extirpator slibt dicht. Bovendien wordt de extirpator bij stilstaande schijven aan het achteruiteinde enigszins opgetild, zodat ook de werking hiervan aanzienlijk nadelig wordt beïnvloed.
5 De uitvinding beoogt derhalve een kort gebouwd, eenvoudig op te tillen, lichtlopend bodembewerkingstoestel, dat vrij is van een zijdelingse trekkracht, te verschaffen, dat tegelijkertijd mengend en vereffenend, echter tevens vrij van verstoppingen werkt.
10 Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de met de gewelfde vlakken naar elkaar toe staande holle schijven in de rijrichting versprongen ten opzichte van elkaar zijn geplaatst. Hierdoor wordt een zich onderling hinderen, in het bijzonder het vastraken van kluiten en derge-15 lijke delen tussen de holle schijven met zekerheid vermeden.
Het resultaat is een volledige werking van het toestel bij . een op voordelige wijze vereffend oppervlak van de bewerkte bodem. Van voordeel is het verder, dat een dergelijk bodembewerkingstoestel lichtlopend werkt, omdat de holle schijven 20 draaibaar zijn gelagerd en een zich vastzetten van stro en dergelijk materiaal wordt verhinderd. Vanwege deze voordelige plaatsing en lagering wordt een zijdelingse trekkracht eveneens volledig vermeden, omdat de krachten zich opheffen, waarbij door de geschikte plaatsing van de holle schijven de 25 opgeworpen dammen gelijkmatig worden verdeeld en op geschikte wijze in de sleuven worden teruggeworpen, zodat een vlakke, en voor de verdere bewerking gunstig voorbereide akker wordt achtergelaten.
Bijzonder gunstig is de uitvoeringsvorm, waarbij 30 het werkvlak van de holle schijven boven het werkvlak van de bewerkingswerktuigen ligt, waardoor wordt gegarandeerd, dat telkens de door de bewerkingswerktuigen opgeworpen dam slechts gedeeltelijk wordt geslecht, zodat een in totaliteit vlak akkeroppervlak wordt verkregen. Hierbij zijn de afzonderlijke 35 holle schijven telkens op doelmatige wijze, met zijn tweeën tot een eenheid samengevoegd, aan het gestel bevestigd.
Volgens een doelmatige uitvoeringsvorm zijn telkens 8602301 -4- twee holle schijven, die inwerken op aangrenzende dammen een met de punt naar achter wijzende V vormend geplaatst. Deze beide holle schijven verdelen de dam telkens gelijkmatig en werpen een gelijkmatig gedeelte van de dam in de voor. Een 5 dergelijke opstelling biedt ten opzichte van de samenvoeging van de op een dam inwerkende holle schijven, het voordeel, dat het gestel als zodanig gelijkmatiger wordt belast.
Op doelmatige wijze zijn de holle schijven door middel van hun schijfassen hellend in de richting van de 10 bodem geplaatst, waarbij de helling en de schuine stand van de schijfas veranderbaar is. Hierdoor kan het inwerken van de holle schijven al naar gelang de aard van de bodem gericht worden véranderd en worden aangepast aan de omstandigheden.
Het veranderen van de schijfasstand wordt hierbij op bijzonder 15 eenvoudige wijze hierdoor bereikt, dat de schijfassen zwenk-baar zijn om het draaipunt en hierbij in diverse posities vastzatbaar zijn. Op deze wijze kunnen drie, vier of meerdere posities worden bereikt, die de lichte loop respectievelijk het licht voorttrekken en de voordelige werking van het bo-20 dembewerkingstoestel volgens de uitvinding garanderen.
Constructief en arbeidstechnisch van voordeel is het samenvoegen van telkens twee holle schijven tot een arbeidseenheid, zoals in het voorgaande reeds is beschreven. Deze zijn gemeenschappelijk op het gestel bevestigd. De tel-25 kens op de dammen inwerkend geplaatste holle schijven kunnen met betrekking tot hun aangrijpingsdiepte gelijktijdig worden gevarieerd, omdat ze volgens de uitvinding met het gestel in de hoogte verstelbaar zijn aangebracht, en bij voorkeur via een versteekinrichting kunnen worden bestuurd. Door het paars-30 gewijs plaatsen en de paarsgewijze versteekmogelijkheid is een precieze en betrouwbare arbeidsdiepte van de werktuigen gegarandeerd.
Een voordelige lichte loop van het bewerkingstoestel wordt ook door die uitvoeringsvorm van de uitvinding bereikt, 35 waarbij de holle schijven met de hellende schijfassen door middel van een arm zwenkbaar zijn gelagerd om een daarvoor geplaatst draaipunt. Hierbij zwaaien de holle schijven telkens 8602301 -5- «r i automatisch naar binnen respectievelijk wijken ze bij een optredende te hoge belasting zijdelings uit, om vervolgens meteen daarna opnieuw hun optimale stand in te nemen.
Bij grote belastingen, bijvoorbeeld door stenen in 5 de bodem, wordt een beschadiging van de compensatiewerktuigen op betrouwbare wijze hierdoor verhinderd, dat de holle schijven apart of groepsgewijs veerbelast en naar boven en/of zijdelings uitwijkend aan het gestel zijn gekoppeld. Bij een dergelijke uitvoeringsvorm wordt op deze wijze gegarandeerd, 10 dat de compensatiewerktuigen telkens na het naar buiten zwenken ook automatisch opnieuw naar hun arbeidsstand worden teruggezwenkt, waartoe de dienovereenkomstig uitgevoerde veer dienst doet.
Al naar gelang de toestand van de bodem en het 15 toepassingsgebied kan het van voordeel zijn, om aan een dergelijk bodembewerkingstoestel verdere bewerkingswerktuigen toe te voegen of ook aan de bewerkingswerktuigen navolgtoe-stellen toe te voegen. Hiervoor is volgens de uitvinding ervoor gezorgd, dat aan het de holle schijven dragende gestel 20 of aan het gestel of aan het aparte gestel bevestigingen voor volgtoestellen of een additioneel driepuntsstangenstelsel zijn toegevoegd. Op deze wijze kan althans nagenoeg elk gewenst navolgtoestel worden vastgekoppeld, bij voorkeur een kruimel-wals met sleeprail of een pakwals of ook een kruimel- of 25 pakwals met een drilmachine. Bij een dergelijke combinatie wordt in een arbeidsproces een vlak, verdicht zaadbed respectievelijk een in éên arbeidsproces bewerkte akker verkregen.
Al naar gelang het toepassingsgebied is het toepassen van een tweerijige extirpator, dat wil dus zeggen zeer 30 kort gebouwde toestellen doelmatig of zelfs noodzakelijk. Dergelijke kort gebouwde toestellen hebben in het bijzonder het voordeel van een gering gewicht, zódat ze met andere toestellen gecombineerd kunnen worden gebruikt. Om de lichte loop van een dergelijk bewerkingstoestel te garanderen, is 35 volgens de uitvinding ervoor gezorgd, dat de versprongen ten opzichte van elkaar geplaatste holle schijven voor het verdelen van de door de extirpatortanden opgeworpen dammen aan een 8602301 -6- extirpator met twee achter elkaar gelegen tandenreeksen zijn toegevoegd, bij voorkeur aan een met breed snijdende scharen. Bij dergelijke bewerkingstoestellen valt de speciale uitvoeringsvorm van de versprongen ten opzichte van elkaar geplaat-5 ste holle schijven uitermate positief op, omdat de op zichzelf bij dergelijke bewerkingstoestellen opgeworpen dammen bijzonder hoog zijn, omdat de aan de weinige tandenreeksen toegevoegde extirpatortanden in verhouding veel aarde moeten losmaken en opwerpen. Met de holle schijven volgens de uit-10 vinding is het dan op voordelige wijze mogelijk deze dammen opnieuw zodanig te compenseren, dat in totaliteit een gelijkvormig oppervlak van het veld wordt verkregen.
De toevoeging van de versprongen ten opzichte van elkaar geplaatste holle schijven aan een extirpator met twee 15 achter elkaar gelegen tandenreeksen kan bovendien goed aldaar worden verwezenlijkt, alwaar de tandenreeksen V-vormig zijn uitgevoerd.
Een zowel bij tweerijige extirpators alsmede bij meerrijige overeenkomstige bewerkingstoestellen met voordeel 20 toepasbare oplossing is deze, waarbij de holle schijven aan een afzonderlijk gestel zijn toegevoegd, dat centraal verstelbaar is. Deze uitvoeringsvorm biedt de mogelijkheid bestaande extirpators zonder veel moeite te vervolmaken en al naar gelang de omstandigheden met of zonder compenserend werkende 25 holle schijven toe te passen. Het gestel neemt bij deze oplossing slechts de holle schijven op, terwijl de extirpator zoals toegelicht voor het overige onveranderd blijft en derhalve ook voor andere toepassingsdoeleinden toepasbaar blijft.
De uitvinding kenmerkt zich in gunstige zin in het 30 bijzonder hierdoor, dat een bodembewerkingstoestel wordt verschaft, dat over compensatiewerktuigen voor het vermijden van voren en dammen beschikt, dat een gelijkmatig bodemoppervlak garandeert, maar hierbij gelijktijdig vrij van verstoppingen, mengend en vereffenend werkt. Van voordeel is verder de lichte 35 loop van het toestel, hetgeen in het bijzonder bij zware bodems van voordeel is. Voor de eerste keer wordt hiermee tevens een toestel verschaft, waarbij door de compensatie- 8602301 -7- - werktuigen niet alleen een verdeelfunctie of compensatie-functie wordt aanschouwd, maar gelijktijdig ook een mengende en verkleinende werking. De korte bouwaard maakt het aanbouwen van extra toestellen mogelijk, zonder dat de trekkracht 5 van de trekkerhydraulica wordt overbelast.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is weergegeven.
Fig. 1 toont een achteraanzicht van het bodembe-10 werkingstoestel; fig. 2 toont een zijaanzicht; fig. 3 toont een compensatiewerktuig met overbelas-tingsbeveiliging ? fig. 4 toont een gedeeltelijk bovenaanzicht van een 15 bodembewerkingstoestel met een schijfvormig compensatiewerktuig ; fig. 5 toont een perspectivisch aanzicht van het schijfvormig compensatiewerktuig; fig. .6 toont een bodembewerkingstoestel met een aan 20 de achterzijde geplaatst driepuntsstangenstelsel in zijaanzicht, en fig. 7 toont een uitvoeringsvorm van het bodembewerkingstoestel· in zijaanzicht met zwenkbare holle schijven.
Het in fig. 1 getoonde bodembewerkingstoestel 1 be-25 zit naast de aan het gestel 2 bevestigde bewerkingswerktuigen 3, 4 via welke de in de figuur duidelijk weergegeven sleuven 5 en dammen 8 worden gevormd, tussen de bewerkingswerktuigen 3, 4 geplaatste holle schijven 6, 7.
De holle schijven 6, 7 zijn, zoals gezegd, tussen 30 de bewerkingswerktuigen 3, 4 en achter deze zodanig op de dam 8 inwerkend geplaatst, dat ze deze verdelen en de bodem overeenkomstig gedeeltelijk in de sleuf 5 terugbewegen.
Bij de hier weergegeven bewerkingswerktuigen 3,4 betreft het extirpatortanden 9, die aan het onderste uiteinde 35 zijn voorzien van kruisstukscharen 10. De punt 11 daarvan grijpt dieper in de bodem 1, dan de holle schijven 6, 7, zoals met name met behulp van fig. 2 wordt verduidelijkt. In 8602301 -8- het gebied van de buitenste extirpatortanden 9 zijn bovendien begrenzingsschijven 12 aangebracht, die zijdelings voor de kruisstukschaar 10 lopen en ervoor zorgen, dat de in het gebied van de telkens buitenste bewerkingswerktuigen opgeworpen 5 bodem terug in de richting van het midden van het bodembe-werkingstoestel 1 wordt getransporteerd. Op deze wijze wordt met behulp van de begrenzingsschijven 12 een precieze begrenzing van de arbeidsbreedte van een dergelijk bodembewerkings-toestel 1 verkregen.
10 Pig. 2 toont voor het bodembewerkingstoestel 1 de onbewerkte bodem 15, in het gebied van de extirpatortanden 9 respectievelijk de bewerkingswerktuigen 3, 4 de geëxtirpeerde bodem 16 en achter de holle schijven 6, 7 de vereffende bodem 17. In fig. 2 zijn achter de holle schijven 6, 7 extra toe-15 stellen aangebracht, waarbij het in het weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld een kruimelwals 20 en een sleeprail 21 betreft, die via een bevestiging 22 aan het gestel 2 zijn bevestigd. Fig. 2 verduidelijkt bovendien de opstelling en het aanbrengen van de paarsgewijs samengevoegde holle schijven 6, 7, die 20 via een gemeenschappelijke draaghalm 19 aan het gestel 2 zijn gekoppeld respectievelijk bevestigd.
Bij de bewerking van steenachtige bodems is het doelmatig een in fig. 3 weergegeven overbelastingsbeveiliging 24 toe te passen, waarbij met behulp van een versprongen ge- 25 plaatst draaipunt 27 en de belasting via een veer 26 een ver- zwenken van de draaghalm met de daaraan aangebrachte, respectievelijk bevestigde holle schijven 6, 7 wordt bereikt, wanneer deze tegen een dienovereenkomstig grote steen of hindernis stoten. Fig. 3 licht verder een versteekinrichting 25 toe, 30 met behulp waarvan de beide holle schijven 6, 7 op verschillende hoogten kunnen worden bevestigd, om aldus gericht de in fig. 1 aangeduide dammen 8 te kunnen bewerken respectievelijk te kunnen compenseren.
Fig. 4 toont een opstelling met twee holle schij-35 ven 6, 7 in bovenaanzicht, waarbij hier twee op aangrenzende dammen 8 .inwerkende holle schijven zijn weergegeven. Het be- ‘ treft derhalve een uitvoeringsvorm, die van de in fig. 1 8602301 -9- , getoonde afwijkt, namelijk in zoverre, dat hier de aan aangrenzende dammen toegevoegde holle schijven zijn weergegeven, namelijk als een gecombineerde eenheid. Volgens fig. 1 zijn telkens de op één dam 8 inwerkende holle schijven 6, 7 met de 5 gewelfde vlakken 29 naar elkaar toe gekeerd, terwijl de holle vlakken30 naar de sleuven 50 zijn toegekeerd, waardoor het slechten van de dammen 8 in de sleuven 5 wordt bereikt. Bovendien zijn de holle schijven 6, 7 met hun schijfassen 32 zowel in de richting van de bodems 15, 16, 17 alsmede in de rij-10 richting hellend aangebracht.
Naast de instelmogelijkheid van de holle schijven 6, 7 afzonderlijk, is het ook mogelijk de afzonderlijke groepen, die op aangrenzende dammen 8 inwerken, versprongen ten opzichte van de volgende groep te plaatsen, teneinde aldus een 15 beïnvloeding van de afzonderlijke groepen onderling op zekere wijze te verhinderen.
Volgens fig. 5 is de schuine stand van de schijfas 32 veranderbaar, wanneer de om het zwenkpunt 36 zwenkbare schijfas 32 telkens via de steekpennen 34, 35 in de gewenste 20 stand wordt gefixeerd. Fig. 5 biedt bovendien een mogelijkheid van het plaatsen van twee holle schijven 6, 7 in de gewenste versprongen stand. Fig. 5 maakt hierbij duidelijk, dat vanwege de gekozen versprongen stand een belemmering van de grondstroom door de beide schijven, die met het gewelfde 25 vlak 29 naar elkaar toe zijn gekeerd, niet mogelijk is.
Fig. 6 toont een uitvoeringsvorm, waarbij, in afwijking tot de weergave volgens fig. 2, een afzonderlijk achterste driepuntsstangenstelsel 38 is aangebracht, om eventuele navolgtoestellen overeenkomstig te kunnen koppelen.
30 In fig. 4 toont de hoekot , in welke vorm de afzon derlijke holle schijven 6, 7 op doelmatige wijze worden geplaatst, om een betrouwbaar transporteren van de grond vanuit de dam 8 in de sleuf 5 te bereiken.
De in fig. 7 weergegeven extirpator correspondeert 35 wat betreft de principiële opbouw met de in fig. 2 getoonde extirpator. De als compensatiewerktuigen werkende holle schijven 6, 7 zijn hier echter toegevoegd aan een apart 0 - \ ·* - - . i -10- gestel 39, dat via een parallel stangenstelsel 40 met een instelinrichting 41 telkens zodanig in hoogte verstelbaar is, dat hierdoor de arbeidsdiepte van de holle schijven 6, 7 overeenkomstig de omstandigheden kan worden veranderd. De afzon-5 derlijke holle schijven 6, 7 zijn met de hellende schijfassen 32 door middel van een arm 33 zwenkbaar gelagerd om een daarvoor geplaatst draaipunt 31. Ze kunnen derhalve bij een overbelasting zijdelings uitwijken en zwenken vervolgens automatisch opnieuw naar hun correcte stand terug.
10 Fig. 2 toont een tweerijige extirpator, die tussen de extra toestellen 20, 21 en de beide tandenreeksen 43, 44 telkens versprongen ten opzichte van elkaar geplaatste holle schijven 6, 7 bezit. Overeenkomstig is de oplossing volgens fig. 7, met dit verschil, dat hier bovendien de afzonderlijke 15 holle schijven 6, 7, waarbij er immers rechthoekig op de langsas van het bewerkingstoestel gezien meerdere van dergelijke paren van holle schijven aanwezig zijn, toegevoegd zijn aan een eigen gestel 39, zodat de extirpator telkens met of zonder dit extra gestel 39 kan worden toegepast, al naar 20 gelang of de compenserende werking van de holle schijven 6, 7 nodig is of niet.
8602301

Claims (14)

1. Bodembewerkingstoestel met dammen opwerpende respectievelijk sleuven achterlatende bewerkingswerktuigen, in het bijzonder ext irpatortanden en daarachter geplaatste, de door de extirpatortanden opgeworpen dammen zoveel mogelijk 5 slechtende compensatiewerktuigen in de vorm van draaibaar gelagerde holle schijven, die met hun holle vlakken naar voren in de richting van de te bewerken sleuven een scherpe hoek insluitend schuin zijn geplaatst, met het kenmerk, dat de met de gewelfde vlakken (29) naar elkaar toe staande 10 holle schijven (6, 7} in de rijrichting versprongen ten opzichte van elkaar zijn geplaatst.
2. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het werkvlak van de holle schijven (6, 7) boven het werkvlak van de bewerkingswerktui- 15 gen (3, 4) ligt.
3. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat telkens twee holle schijven (6, 7) tot een eenheid samengevoegd aan het gestel (2) zijn bevestigd.
4. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat telkens twee holle schijven (6, 7), die inwerken op aangrenzende dammen een met de punt naar achter wijzende V vormend zijn geplaatst.
5. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 1, 25 met het kenmerk, dat de holle schijven (6, 7) door middel van hun schijfassen (32) hellend in de richting van de bodem (15, 16, 17) zijn geplaatst.
6. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 1 en conclusie 5, met het kenmerk,, dat de helling en 30 de schuine stand van de schijfas (32) veranderbaar is.
7. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de schijfassen (32) zwenk-baar zijn om het draaipunt (36) en hierbij in diverse posities vastzetbaar zijn.
8. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 1, 8602301 -12- met het kenmerk, dat de holle schijven (6, 7) met de hellende schijfassen (32) door middel van een arm zwenkbaar zijn gelagerd om een daarvoor geplaatst draaipunt (31).
9. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de holle schijven (6, 7) apart of groepsgewijs veerbelast en naar boven en/of zijdelings uitwijkend aan het gestel (2) zijn gekoppeld.
10. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 1, 10 met het kenmerk, dat aan het gestel (2) of aan het aparte gestel (39) bevestigingen (22) voor volgtoestellen (20, 21) of een additioneel driepuntsstangenstelsel (38) zijn toegevoegd.
11. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat de holle schijven (6, 7) afzonderlijk of paarsgewijs respectievelijk hun halm (19) door middel van een versteekinrichting (25) in de hoogte verstelbaar zijn.
12. Bodembewerkingstoestel met dammen opwerpende 20 respectievelijk sleuven achterlatende bewerkingswerktuigen, in het bijzonder extirpatortanden en daarachter geplaatste, de door de extirpatortanden opgeworpen dammen zoveel mogelijk slechtende compensatiewerktuigen in de vorm van draaibaar gelagerde holle schijven, die met hun holle vlakken naar voren in de 25 richting van de te bewerken sleuven een scherpe hoek insluitend schuin zijn geplaatst, met het kenmerk, dat de versprongen ten opzichte van elkaar geplaatste holle schijven (6, 7) aan een extirpator met twee achter elkaar gelegen tandenreeksen (43, 44) zijn toegevoegd, bij voorkeur 30 aan een met breed snijdende scharen (10).
13. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de tandenreeksen (43, 44) V-vormig zijn uitgevoerd.
14. Bodembewerkingstoestel volgens conclusie 1 of 35 conclusie 12, met het kenmerk, dat de holle schijven (6, 7) aan een afzonderlijk gestel (39) zijn toegevoegd, dat centraal verstelbaar is. 8602301
NL8602301A 1985-12-24 1986-09-12 Grondbewerkingsinrichting. NL192021C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3546033 1985-12-24
DE3546033A DE3546033C2 (de) 1985-08-27 1985-12-24 Bodenbearbeitungsgerät mit nachgeordnetem Einebnungsteil

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8602301A true NL8602301A (nl) 1987-07-16
NL192021B NL192021B (nl) 1996-09-02
NL192021C NL192021C (nl) 1997-01-07

Family

ID=6289523

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8602301A NL192021C (nl) 1985-12-24 1986-09-12 Grondbewerkingsinrichting.

Country Status (4)

Country Link
AT (1) AT392715B (nl)
FR (1) FR2591847B1 (nl)
GB (1) GB2184332B (nl)
NL (1) NL192021C (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8902596A (nl) * 1989-10-19 1991-05-16 Evers B V Inrichting voor het bewerken van de grond, en werkwijze voor het gebruik daarvan.
US5458203A (en) * 1989-10-19 1995-10-17 Evers Research B.V. Device for working the ground
DE10242541A1 (de) * 2002-09-13 2004-03-25 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co. Kg Scheibenegge
DE20309687U1 (de) 2003-06-24 2003-10-02 Hendlmeier, Konrad, 93107 Thalmassing Bodenbearbeitungsgerät
US8016044B2 (en) 2009-10-29 2011-09-13 Cnh America Llc Soil shaping agricultural implement
US9609797B2 (en) 2012-11-01 2017-04-04 Cnh Industrial America Llc Agricultural implement with pivoting tool frame

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR620088A (fr) * 1926-08-10 1927-04-14 élément de houe pour butter et biner
DE7702529U1 (de) * 1977-01-29 1977-07-28 Gross, Johann, 8404 Woerth Geraet zum einebnen von furchen im boden
DE7736543U1 (de) * 1977-11-30 1978-04-06 Rabewerk Heinrich Clausing, 4515 Bad Essen Spurzustreicher fuer bodenbearbeitungsgeraete
DE7905438U1 (de) * 1979-02-27 1979-05-31 Maschinenfabrik Rau Gmbh )+=& Weilheim Landwirtschaftliches kombinationsgeraet zur bodenbearbeitung mit scheibenegge
DE8101438U1 (de) * 1981-01-22 1981-06-04 H. Niemeyer Söhne GmbH & Co KG, 4441 Riesenbeck Bodenbearbeitungsgeraet

Also Published As

Publication number Publication date
NL192021C (nl) 1997-01-07
GB2184332A (en) 1987-06-24
GB8623207D0 (en) 1986-10-29
FR2591847A1 (fr) 1987-06-26
FR2591847B1 (fr) 1992-02-21
GB2184332B (en) 1989-12-28
AT392715B (de) 1991-05-27
NL192021B (nl) 1996-09-02
ATA241086A (de) 1990-11-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4088083A (en) Rotary harrow and attachments
US4656957A (en) Liquid fertilizer applicator
US9320189B2 (en) Tillage system
US8408324B2 (en) Reducing build up of crop residue on shanks
EP0428198B1 (en) Device for working the ground
US20080141914A1 (en) Combined Agricultural Machine
HU182892B (en) Tiller
US5458203A (en) Device for working the ground
JP2013545483A (ja) 地盤処理用具
US10368474B2 (en) Double rolling basket linkage
CA2034995C (en) Dual tillage implement
NL8602301A (nl) Bodembewerkingstoestel met een daarachter geplaatst vereffeningsgedeelte.
JPS63237702A (ja) 耕耘用農業機械
CA2821207C (en) Soil cultivation implement
EP0481538B1 (en) Device for working the ground
US4884640A (en) Soil cultivating implements
NL8203748A (nl) Ploeg.
US1299676A (en) Cultivator.
NL7806897A (nl) Rijengrondfrees met aanaarder.
GB2265534A (en) Improvements in or relating to tillage elements.
JPH02190101A (ja) 農業用播種機
BE1005570A5 (fr) Equipement pour tracteur destine au labourage.
NL7906820A (nl) Gecombineerde inrichting voor het losmaken van grond en voor het bereiden van een zaadbed.
NL8203749A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
NL8500135A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: LEMKEN KG

BC A request for examination has been filed
DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: LEMKEN GMBH & CO. KG.

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20060401