NL8601625A - Werkwijze en inrichting voor tussenopslag van in schubformatie beschikbaar komend drukwerk. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor tussenopslag van in schubformatie beschikbaar komend drukwerk. Download PDF

Info

Publication number
NL8601625A
NL8601625A NL8601625A NL8601625A NL8601625A NL 8601625 A NL8601625 A NL 8601625A NL 8601625 A NL8601625 A NL 8601625A NL 8601625 A NL8601625 A NL 8601625A NL 8601625 A NL8601625 A NL 8601625A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
winding core
wrapper
printed matter
core
scale formation
Prior art date
Application number
NL8601625A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ferag Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ferag Ag filed Critical Ferag Ag
Publication of NL8601625A publication Critical patent/NL8601625A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H29/00Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles
    • B65H29/006Winding articles into rolls
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2301/00Handling processes for sheets or webs
    • B65H2301/40Type of handling process
    • B65H2301/41Winding, unwinding
    • B65H2301/419Winding, unwinding from or to storage, i.e. the storage integrating winding or unwinding means
    • B65H2301/4192Winding, unwinding from or to storage, i.e. the storage integrating winding or unwinding means for handling articles of limited length in shingled formation
    • B65H2301/41922Winding, unwinding from or to storage, i.e. the storage integrating winding or unwinding means for handling articles of limited length in shingled formation and wound together with single belt like members
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2301/00Handling processes for sheets or webs
    • B65H2301/40Type of handling process
    • B65H2301/41Winding, unwinding
    • B65H2301/419Winding, unwinding from or to storage, i.e. the storage integrating winding or unwinding means
    • B65H2301/4192Winding, unwinding from or to storage, i.e. the storage integrating winding or unwinding means for handling articles of limited length in shingled formation
    • B65H2301/41924Winding, unwinding from or to storage, i.e. the storage integrating winding or unwinding means for handling articles of limited length in shingled formation between two belt like members
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/10Handled articles or webs
    • B65H2701/19Specific article or web
    • B65H2701/1932Signatures, folded printed matter, newspapers or parts thereof and books

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Discharge By Other Means (AREA)
  • Winding Of Webs (AREA)
  • Separation, Sorting, Adjustment, Or Bending Of Sheets To Be Conveyed (AREA)

Description

• - _____ *- VO 8200
Werkwijze en inrichting voor tussenopslag van in schubformatie beschikbaar komend drukwerk.
De uitvinding betreft een werkwijze en inrichting voor tussenopslag van in schubformatie beschikbaar komend drukwerk volgens de aanhef van conclusie 1, resp. van conclusie 13.
Het is bekend in schubformatie beschikbaar komend drukwerk 5 voor tussenopslag tezamen met een wikkelband op een aangedreven wikkel-kem op te wikkelen. (CH-PS 559 691 en DE-PS 31 23 888/ resp. het met laatstgenoemde publikatie overeenkomende US-PS 4.438.618). Daarbij wordt het drukwerk met zijn platte zijde op een bandtransporteur liggend door die bandtransporteur aan de wikkelkern toegevoerd, welke met een horizontaal verlopende as liggend aangebracht is.
De toevoer van de schubformatie kan daarbij boven of onder de wikkelkern plaatsvinden.
Om een compacte drukwerkwikkel met grote opslagcapaciteit te verkrijgen, d.w.z. onder andere een wikkel van grote diameter is het ^ nu vereist, het drukwerk zodanig aan de wikkelkern, resp. de wikkel toe te voeren, dat de vóórlopende rand van het drukwerk naar de wikkelkern, resp. de buitenste winding van de wikkel toe gekeerd is.
Verder moet de wikkelband onder een bepaalde trekspanning verkerend opgewikkeld worden, teneinde tijdens het opwikkelen een aantrekken 20 van de wikkelwindingen te bewerkstelligen,hetgeen voor de vorming van een compacte wikkel absoluut noodzakelijk is. Ondanks al deze maatregelen is de opslagcapaciteit van een dergelijke, op de bekende wijze gevormde wikkel begrensd.
Aan de onderhavige uitvinding ligt nu het probleem ten 25 grondslag, een werkwijze en een inrichting van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen, welke in staat stelt tot het vormen van op eenvoudige wijze te hanteren wikkels met grotere diameter en dienovereenkomstig grotere opslagcapaciteit dan tot dusverre.
Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost door de 2q kenmerken van het onderscheidend kenmerkende deel van conclusie 1, resp. van conclusie 13.
Aangezien het op zijn kant op de wikkelkern opgewikkelde drukwerk steunneemt op de oplegging, is het bij het opwikkelen niet, zoals bij de stand van de techniek, noodzakelijk, speciale voor- 860 1 62 5 r- -2- zieningen te treffen ter verhindering van het uiteenvallen van de wikkel. In het bijzonder kan het drukwerk in elke geschikte stand in de schubformatie aan de wikkelkern resp. de wikkel worden toegevoerd. Verder is het niet noodzakelijk, een onder aanzienlijke 5 trekspanning verkerende wikkelband mede op te wikkelen, om de wikkel bijeen te houden. Veeleer kan er mee worden volstaan, het drukwerk van de telkens buitenste winding op de buitenzijde te doen steun-nemen. Hiervoor kan bijvoorbeeld een met de schubformatie mede op-gewikkelde wikkelband worden gebruikt, welke echter onder slechts 10 een zeer geringe trekspanning behoeft te verkeren.
Dank zij de steun voor het drukwerk op de oplegging kunnen wikkels van zeer grote diameter met dienovereenkomstig grote opslagcapaciteit worden gevormd. Hierdoor kunnen ook wikkelkemen met betrekkelijk grote diameter worden toegepast, zonder dat daardoor 15 een gewichtige vermindering van de opslagcapaciteit op de koop toe behoeft te worden genomen. Wikkelkernen van naar verhouding grote diameter bieden het voordeel, dat het drukwerk van de binnenste windingen van de wikkel minder nauw opeengewikkeld en daardoor minder sterk gebogen behoeven te worden.
20 Voordelige nadere uitwerkingen van de uitgevonden werkwijze, respectievelijk de volgens de uitvinding voorgestelde inrichting vormen het onderwerp van de volgconclusies.
In hetgeen thans volgt wordt de uitvinding aan de hand van de tekening nader toegelicht. In de tekening tonen, zuiver schema-25 tisch en op verschillende schaal: fig. 1 in zijaanzicht; en fig. 2 in bovenaanzicht, een opwikkelstation voor het opwikkelen van in schubformatie beschikbaar komend drukwerk; fig. 3 in bovenaanzicht een uitvoeringsvorm van een op-30 wikkelstation met verplaatsbare wikkelkern; fig. 4 eveneens in bovenaanzicht, een uitvoeringsvorm van een opwikkelstation met zwenkbare toevoer; fig. 5 in bovenaanzicht; en fig.6 in zijaanzicht een verdere uitvoeringsvorm van een 35 opwikkelstation met verplaatsbare wikkelkern; 8601625 » 5 -3- fig. 7 in bovenaanzicht een variant van een opwikkeistation met stationaire wikkelkem; en fig. 8-13 in zijaanzicht verschillende soorten van toevoer van het drukwerk aan de wikkelkem, resp. voor het wikkelen.
5 In de figuren 1 en 2 is in zijaanzicht en in bovenaanzicht zuiver schematisch een opwikkelstation 1 afgeheeld, dat is voorzien van een steunraam 2, waarin een steunschij f 3 en een daarmee vast. verbonden, holcilindrische wikkelkem 4 draaibaar gelegerd zijn.
De steunschijf 3 en de wikkelkem 4 worden door middel van een 10 aandrijfaggregaat 5 in pijlrichting A (fig. 2) om de met de langsas van de wikkelkem 4 samenvallende, vertikale draaias 4a draaiend aangedreven. Hiertoe is bij het weergegeven uitvoerings-voorbeeld het aandrijf aggregaat 5 voorzien van een aandrijfrondsel £ dat in ineengrijping verkeert met een binnenvertanding 7 van de 15 steunschijf 3. Het spreekt vanzelf, dat de aandrijving van de steunschi jf 3 en de wikkelkem 4 ook op andere geschikte wijze kan plaatsvinden.
Op de wikkelkem 4 wordt in schubformatie 8 beschikbaar komend drukwerk 9 opgewikkeld, dat bij de uitvoeringsvorm volgens 20 de figuren 1 en 2 liggend, d.w.z. met horizontaal verlopende platte zijden, in pijlrichting B (fig.2) wordt toegevoerd. De voorlopende rand van het drukwerk 9, dat ligt op de boven- of onderzijde van de schubformatie 8 kan hetzij de vouwrand of de daar tegenovergelegen open zijrand zijn, en is met 9a aangeduid. De loodrecht op deze 25 vdórlopende rand 9a verlopende zijranden van het drukwerk 9 zijn met 9b en 9c aangeduid. De schubformatie 8 wordt op een overdrachts-plaals IQ aangelegd tegen de wikkelkem 4, resp. tegen de daarop liggende,zich vormende wikkel 11. Blijkens de figuren 1 + 2 wordt de schubformatie 8 in een, in zijn transportrichting B ziende voor 30 de overdrachtsplaats 10 gelegen bereik om zijn langsas 8a over 90° gekeerd, zodat het drukwerk 9 op zijn kant, d.w.z. vertikaal verlopend, tegen de wikkelkem 4, resp. de wikkel 11 aangelegd wordt.
Het toevoeren en keren van de schubformatie 9 geschiedt door een in de fig. 1 en 2 niet weergegeven toevoerinrichting van geschikte 35 constructie.Bij wijze van voorbeeld kan deze toevoerinrichting - 2 Λ £ 0 5 C -v w * « *·*' * i -4- bestaan uit transportbanden.
Met de schubformatie 8 wordt een aan de onderzijde 12 daarvan verlopende steunband 13 opgewikkeld, welke afkomstig is van een , op niet nader weergegeven wijze flauw afge-5 remde voorraadrol 14. Na het keren van de schubformatie 8 komt de onderzijde 12 daarvan en tevens de steunband 13 op de buitenzijde van. de wikkel 11 te liggen.
De steunband 13 doet nu dienst voor het steunen van het drukwerk 9 in de telkens buitenste winding 11a van de wikkel 11, 10 waardoor een omkantelen van liet op zijn kant staande drukwerk 9 wordt verhinderd.
Zoals in fig. 1 met onderbroken lijnen is weergegeven, kan met de schubformatie 8 aanvullend nog een scheidingsband 15 opgewikkeld worden, welke afgewikkeld wordt van een eveneens flauw geremde 15 voorraadspoel 16 en op de bovenzijde 17 van de toegevoerde schubformatie 8 wordt gelegd. Deze bovenzijde 17 wordt, na het keren van de schubformatie 8, tot binnengelegen naar de wikkelkem 4 taegekeerde zijde van de schubformatie 8. De in de wikkel aan deze binnenzijde 17 verlopende scheidingsband 15 doet dienst om het latere van de wikkel 20 11 afwikkelen van de schubformatie 8 te vergemakkelijken.
Het op zijn kant staand opgewikkelde drukwerk 9 ligt met zijn onderste zijde 9c op de steunschijf 3, welke het gewicht van de wikkel 11 draagt.
Aangezien de diameter van de wikkel 11 tijdens het opwikkelen 25 groter wordt, moet hetzij de wikkelkern 4 of de overdrachtsplaats 10 verstelbaar zijn. In hetgeen hieronder volgt worden aan de hand van figuren 3 en 4 daarvoor geschikte uitvoeringsvoorbeelden toegelicht.
In fig. 3 is in een soortgelijke, nog schematischer afbeelding 30 dan in fig. 2, een wikkelstation 1 afgebeeld, waarbij de overdrachtsplaats 10 stationair blijft, terwijl de wikkelkern 7 tezamen met de wikkel 11 en de steunschijf 3 in pijlrichting C verplaatsbaar gelegerd zijn. Deze verplaatsing geschiedt overeenkomstig de tijdens het opwikkelen groter wordende wikkeldiameter. Met streeppunt-35 lijnen is de stand van de steunschijf 3 en van de wikkelkern 4 q £ rt i '5 ') % -5- 4r + bij voltooide wikkel 11 weergegeven.
In fig. 4 is in bovenaanzicht een uitvoeringsvorm af geheeld, waarbij de wikkelkem 4 en de steunschijf 3 stationair zijn en de overdrachtsplaats 10 zich, overeenkomstig de toenemende wikkeldiameter 5 van de wikkelkem 4 af verwijdert. Bij dit uitvoeringsvoorbeeld wordt de schubformatie 8 door de toevoerinrichting reeds op zijn kant, d.w.z. met het drukwerk 9 in een vertikale stand, toegevoerd.Daarbij zijn de vóórlopende randen 9a van het drukwerk 9 naar de wikkelkem 4, resp. de wikkel 11 toe gekeerd. Van de transportinrichting is, zui-10 ver schematisch, een kantelorgaan 18 weergegeven,dat in pijlrichting D zwenkbaar is. Dit toevoerkantelorgaan 18 is voorzien van twee tegenover elkaar gelegen, slechts ten dele weergegeven transportbanden 19 en 20, welke tussen elkaar in een transportkanaal 21 vormen, waardoor de schubformatie 8 in pijlrichting B naar de wikkel 11 ge-15 transporteerd wordt. In het bereik van de overdrachtsplaats 10 wordt het, het transportkanaal 21 verlatende drukwerk 9 tegen de wikkel 11 aan gelegd. De met de schubformatie 8 opgewikkelde steun-band 13 noch de eventueel aanwezige scheidingsband 15 zijn in fig. 4 weergegeven. Met streeppuntlijnen is het toevoerkantelorgaan 18 20 in zijn buitenste eindstand afgebeeld, welke dat kantelorgaan bij voltooide wikkel 11 inneemt, waarvan de omtrek aangegeven is met de streeppuntlijnen 22. De uitvoering van het toevoerorgaan 18 is zodanig, dat de schubbenstroom 8 bij elke zwenkstand van het toevoerkantelorgaan 18 ongeveer onder dezelfde hoeken tot bij de wikkel 11 25 gebracht wordt.
In de fig. 5 en 6 is in bovenaanzicht en in zijaanzicht in pijlrichting VI in fig. 5 een verdere uitvoeringsvorm van een opwikkelstation 1 weergegeven. Bij deze uitvoeringsvorm vindt de toevoer van het drukwerk 9 plaats door middel van een transporteur 30 25, welke, op onderlinge afstand aan een rondgaand aangedreven trekorgaan 26 bevestigde grijper 27 bevat, welke slechts schematisch weergegeven zijn. Deze grijper 27 houden de schubformatie 8 in een overeindstaande stand en grijpen het drukwerk 9 aan in het bereik van de bovenste zijrand 9b {fig.6) van dat drukwerk. De steunband 13 35 en - voorzover aanwezig - tevens de scheidingsband 15, worden door - - Λ A Λ o -.. *> I Λ / -¾
'i. S’ i·» 1 W
r -6- t v omleidrollen 23 en 24 voortdurend voor het overdrachtsbereik 10 tegen de buitenzijde 12, resp. de binnenzijde 17 van de schubformatie 8 aan gelegd.
Zoals blijkt uit fig. 6, wordt het door de transporteur 5 25 hangend toegevoerde drukwerk 9 met zijn onderste zijrand 9c op een afstand a boven de steunschijf 3 verlopend over de steunschijf 3 verplaatst. Daardoor wordt enerzijds vermeden dat het drukwerk 9 tegen de rand van de steunschijf 3 aanstoot, en wordt er anderzijds veilig voor gezorgd, dat het drukwerk 9 met zijn onderste zijrand 10 9c tijdens zijn transport niet op de steunschijf 3 komt te liggen, hetgeen beschadiging van het drukwerk tot gevolg zou kunnen hebben. Op de overdrachtsplaats 10, waar de schubforraatie 8 komt aan te liggen tegen de wikkelkem 4 resp. tegen de wikkel 11, worden de grijpers 27 geopend. Het vrijgegeven drukwerk 9 valt onder invloed van zijn eigen 15 gewicht omlaag en komt met zijn onderste zijrand 9c te liggen op de steunschijf 3. De steunband 13 verhindert daarbij het wegkantelen van het vrijgegeven drukwerk 9.
Bij deze uitvoeringsvorm blijft de overdrachtsplaats 10 tijdens het gehele opwikkelen op dezelfde plaats, terwijl de wikkelkern 20 4 met inbegrip van de steunschüf 3 in pijlrichting C (fig.5) weg- verpla&tst wordt, zoals aan de hand van fig. 3 reeds is toegelicht.
Daarentegen verandert bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 7 de plaats van de wikkelkern 4 en van de steunschijf 3 tijdens het opwikkelen niet. Het drukwerk wordt op dezelfde wijze als bij 25 de uitvoeringsvorm volgens de figuren 5 en 6 op een afstand boven de steunschijf 3 verlopend door een transporteur 25 toegevoerd.
Voor het oplopen op de wikkel 11, d.w.z. vóór de overdrachtsplaats 10, wordt de schubformatie 8 over een omleidwals 28 gevoerd, welke in pijlrichting E om zijn as 28a draait. In het bereik van het op-30 lopen van de toegevoerde schubformatie 9 op de omleidwals 28 is een slechts schematisch weergegeven openingsinrichting 30 voor de grijpers27 aangebracht. Bij het voorbij deze openingsinrichting 30 lopen van de grijpers 27 worden die grijpers 27 geopend en geven het drukwerk 9 vrij. Het vrijgegeven drukwerk wordt door de omleidwals 35 28 en eventueel door een steunrol 29 aan de overdrachtsplaats 10 3601625 * * -7- toegevoerd en tot aan de wikkelkern 4, resp. tot aan de wikkel 3 geleid. Daarbij wordt de schubformatie 9 tussen de steunbalk 13 en de scheidingswand 15 gehouden.
Bij toenemende diameter van de wikkel 11 wordt de omleid-5 wals 23 en wordt ook de steunrol 29 alsmede de openings- inrichting 30 in pijlrichting F van de wikkelkern weg verplaatst.
Aan. 3e hand van de figuren 3-13 worden in hetgeen thans volgt verdere mogelijkheden voor de toevoer en voor het tegen de wikkel-kem 4 resp. tegen de wikkel 11 aanleggen van het drukwerk toegelicht.
10 In deze figuren zijn echter slechts de voor een goed begrip noodzakelijke delen van het opwikkelstation weergegeven.
Bij de uitvoeringsvormen volgens fig. 8-11 wordt het drukwerk 9 evenals bij de in het voorgaande toegelichte uitvoeringsvormen door middel van een transporteur 25 toegevoerd, welke grijpers 27 het 15 drukwerk 9 aan de bovenrand 9b ervan aangrijpen. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 8 wordt het drukwerk 9 evenals bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 5 en 6 in een vertikale hangstand toegevoerd.
Het drukwerk 9 loopt daarbij met zijn onderste zijrand 9c op afstand a van de steunschijf 3 boven die steunschijf. Op de overdrachtsplaats 10 20 wordt het drukwerk 9 vrijgegeven en komt met zijn onderrand 9c te liggen op de -steunschijf 3 en wordt tegen de wikkel 11 aan gelegd. Bij de varianten volgens de fig. 9 en 11 wordt het drukwerk 9 in een ten opzichte van de vertikaal min of meer hellende schuine stand toegevoerd. Het drukwerk-9 wordt op de overdrachtplaats10 eerst met zijn ondergelegen 25 zijrand 9c aan de omtrek van de wikkel 11 op de steunschijf 3 neergezet en eerst daarna door omhoog zwenken in pijlrichting G volledig tegen de wikkel 11 aan gelegd. Bij de in fig. 10 weergegeven variant is de steunschijf 3 en daardoor tevens de wikkelkern 4 schuin geplaatst, d.w.z. enigszins hellend ten opzichte van de vertikaal.
30 Het drukwerk 9 wordt door de transporteur 25 evenals bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 8 in vertikaal hangende stand toegevoerd en het aanleggen van het drukwerk 9 geschiedt op dezelfde wijze als in het voorgaande aan de hand van de figuren 9 en 11 beschreven. Het drukwerk 9 wordt eerst met zijn ondergelegen zijrand 35 9c op de steunschijf 3 neergezet en eerst daarna tot aanleggen tegen de wikkel 11 gebracht.
i· 'J Λ 4 Λ Λ ï S aU 1 oZ ö r.
-8-
Dit aanleggen van het drukwerk 9 kan op elke willekeurige geschikte wijze plaatsvinden. Zo kan bijvoorbeeld de geleiding van de transporteur 25 zodanig uitgevoerd zijn, dat het drukwerk 9 tot aanliggen tegen de wikkel 11, resp. de wikkelkem 4 gebracht 5 wordt.Het is echter ook denkbaar, nog te voorzien in aanvullende aandrukmiddelen, zoals b.v. in transportbanden of leiplaten. Verder kan de steunband 13 ook voor het tegen de wikkel 11 aanleggen van het schuin staande drukwerk 9 worden gebruikt.
Bij de variant volgens fig. 12 wordt het drukwerk op 10 soortgelijke wijze, als in de figuren 1 en 2 weergegeven, liggend toegevoerd, doch zadeldakvormig omgezet zoals in fig. 12 door het met 19' aangeduide drukwerk aangeduid. Het tegen de wikkel 11 aan leggen van dit zadeldakvormig bovendrukwerk 9' vindt op soortgelijke wijze plaats als aan de hand van de figuren 1 en 2 werd beschreven, 15 waarbij eerst de naar de wikkel 11 toe gekeerde helft van het drukwerk 9 en in aansluiting daarop de andere drukwerkhelft tegen de wikkelhelft aan gelegd wordt.
Bij de uitvoeringvorm volgens fig.13 is voorzien in een oploopplaat 31 of dergelijke, waar het drukwerk 9 tegen op loopt 20 en waardoor het uitbuigen van het onderste deel 32 van het drukwerk 9 vanuit het vertikale drukwerkvlak wordt bewerkstelligd.
Door dit ten opzichte van het bovenste drukwerkdeel 33 van richting veranderen van het onderste drukwerkdeel 32 wordt de ondergelegen zijrand 9c zover opgelicht, dat deze niet tegen de zijrand van de 25 steunschijf 3 aan stoot en ook niet tijdens het transport over de steunschijf 3 daarop ligt. Op soortgelijke wijze als bij de uitvoeringsvormen volgens de figuren 9-11 ligt het drukwerk 9 op de overdrachtsplaats 10 eerst slechts in het bereik van de ondergelegen zijrand 9c tegen de wikkelkern 4 resp. tegen de wikkel 11 aan 30 en wordt eerst in aansluiting daarop volledig tegen de wikkel 11 resp. de wikkelkem 4 aan gedrukt.
In fig. 13 is met onderbroken lijnen een variant weergegeven, waarbij het onderste deel 32 van het drukwerk 9 van de wikkel 11 af geleid wordt, terwijl het bovenste drukwerkdeel 33 35 door de transporteur 25 tot tegen de wikkel 11 aan geleid wordt.
^ W V £ V Sm -9-
Het van richting veranderen van het onderste drukwerkdeel 32 geschiedt op zichzelf op dezelfde wijze als bij de met getrokken lijnen weergegeven variant, d.w.z. bijvoorbeeld eveneens met behulp van een oploopplaat. Bij de met onderbroken lijnen weergegeven variant wordt 5 dus eerst het bovenste drukwerkdeel 33 tegen de wikkel 11 aan gelegd. Het onderste drukwerkdeel 32 komt, na het vrijgeven, door de oploopplaat als gevolg van de eigen elasticiteit van het drukwerk 9 automatisch aan te liggen tegen de drukwerkwikkel 11. In bepaalde gevallen dient echter tevens te worden voorzien in geleidingsmiddelen 10 welke het onderste deel 32 van het drukwerk 9 tegen de wikkel 11 aan leggen.
Na voltooiing van een wikkel 11 kan deze, tezamen met de wik-kelkem 4 en de steunschijf 3 uit het opwikkelstation 1 worden verwijderd en via een tussenopslag of ook rechtstreeks naar een af-15 wikkelstation warden gébracht. Het afwikkelen van de sehubformatie 8 van de wikkel 11 geschiedt door het afwikkelen van de steunband 13 en Vein de scheidingsband 15. Het daarbij mede af gewikkelde drukwerk 9 wordt door een afvoertransporteur van geschikte constructie overgenomen en toegevoerd aan een station waarin dat drukwerk 20 verder wordt verwerkt.
Aan de hand van de tekening zijn in het voorgaande slechts enkele der vele mogelijke varianten toegelicht. Op enkele verdere varianten wordt in hetgeen hieronder volgt nog kort verwezen.
De stand van het drukwerk 9 in de sehubformatie 8 is 25 voor het feilloos vormen van een wikkel niet van belang.
Het is derhalve niet belangrijk of de voorlopende randen 9a van het drukwerk 9 naar de wikkelkern 4 toe gekeerd zijn of niet. De toevoer van het drukwerk 9 aan de wikkelkern 4, resp. de wikkel II kan naar keuze door middel van bandtransporteurs of door van grijpers voorziene 30 toevoertransporteurs of ook op andere geschikte wijze plaatsvinden.
Verder is het denkbaar, de wikkelkern 4 en de steunschijf 3 niet van het centrum uit, doch van de omtrek van de steunschijf 3 of van de wikkel 11 uit aan te drijven. Wanneer de aandrijving evenwel aan de omtrek van de drukwerkwikkel 11 plaatsvindt, is er 35 een zeker gevaar voor beschadiging van het drukwerk 9» 3 0 U i ΰ 2 0 -10-
De steunband 13 kan dan worden gemist, wanneer het drukwerk 9 van de buitenste winding 11a van de wikkel 11 op andere wijze wordt gesteund. Dit kan bijvoorbeeld door een zich langs de wikkel-omtrek uitstrekkende steunband plaatsvinden, welke in dezelfde draai-5 richting als de wikkel 11 omloopt en welke is voorzien van een langs-vereffeningsinrichting, teneinde aanpassing aan de groter wordende wikkeldiameter mogelijk te maken.
Tenslotte zij er nog op gewezen, dat in plaats van de steunen scheidingsbanden 15 ook andere geschikte elementen, bijvoor-10 beeld snoeren of koorden en dergelijke kunnen worden toegepast.
Als steun- en scheidingsbanden 13,15 worden bij voorkeur kunststof-foelies toegepast.
8601S2S

Claims (23)

1. Werkwijze voor tussenopslag van in schubformatie beschikbaar komend drukwerk, waarbij die schubformatie tot een wikkel wordt opgewikkeld op een draaiend aan te drijven wikkelkem, met het kenmerk, dat die schubformatie (8) wordt opgewikkeld om een vertikale of 5 ten opzichte van de vertikaal enigszins hellende as (4a) en het drukwerk (9) daarbij met zijn ondergelegen, dwars op de opwikkelas (4a) verlopende zijrand (9c) neergezet wordt op een, met de wikkel-kern (4) mee draaiende oplegging (3).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tijdens 10 het opwikkelen de telkens buitenste winding (11a) van de wikkel (11) aan zijn buitenzijde (12) gesteund wordt.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat met de schubformatie (8) een aan de ten opzichte van de wikkelkem (4) buitengelegen zijde (12) verlopend, langgerekt flexibel steunelement 15 (13), bijvoorbeeld een band, een snoer, koord of dergelijke mede opgewikkeld wordt.
4. Werkwijze volgens één der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat met de schubformatie (8) een op de naar de wikkelkem (4) toe gekeerde zijde (17) van die formatie (8) verlopend, langgerekt, 20 flexibel scheidingselement (15) , bijvoorbeeld een band, een snoer, koord of dergelijke mede opgewikkeld wordt.
5. Werkwijze volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het op de wikkelkem (4), resp. de reeds gevormde wikkel (11) toe lopende, op te wikkelen drukwerk (9) eerst bij het op de wikkel- 25 kern (4) resp. op de wikkel (ll)oplopen,op de oplegging (3) neergezet wordt.
6. Werkwijze volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de schubformatie (8) liggend, met het drukwerk (9) ongeveer loodrecht op de vertikaal geplaatst toegevoerd wordt en vóór het 30 op de wikkelkem (4), resp. op de wikkel (11) oplopen om zijn langs-as (8a) gedraaid en opgericht wordt.
7. Eerkwijze volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de schubformatie (8) opgericht met het drukwerk(9) ongeveer vertikaal geplaatst toegevoerd wordt, waarbij het drukwerk (9) bij voorkeur eerst bij het op de wikkelkem (4) , resp. op de wikkel 6601625 -12- (11) oplopend neergezet wordt op de oplegging (3).
8. Werkwijze volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de schubfonnatie (8) met het drukwerk (9) in een ten opzichte van de vertikaal hellende, schuine stand tot aan 5 de wikkelkem (4) ,resp. tot aan de wikkel (11) wordt geleid en het drukwerk (9) eerst in het bereik van hun ondergelegen zijrand (9c) en eerst daarna volledig tegen de wikkelkem (4) resp. tegen de wikkel (11) aan gelegd wordt.
9. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het 10 drukwerk (9') zadeldakvormig omgezet toegevoerd wordt.
10. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het onderste deel (32) van het drukwerk (9) vóór het op de wikkelkem (4) resp. op de wikkel (11) oplopen uit het drukwerkvlak in de richting naar de wikkel (11) toe of daar vanaf van richting 15 veranderd wordt.
11. Werkwijze volgens conclusies 1-10, met het kenmerk, dat^ de schubformatie (8) op een stationaire plaats (10) tegen de wikkelkem (4), resp. tegen de wikkel (11) aan gelegd wordt en de wikkelkem (4) overeenkomstig de toenemende wikkeldiameter 20 verplaatst wordt.
12. Werkwijze volgens één der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de schubformatie (8) op een,zich bij groter wordende wikkeldiameter van de wikkelkem (4) af verplaatsende plaats (10) tegen de stationaire wikkelkem (4), resp. wikkel (11) aangelegd 25 wordt.
13. Inrichting voor tussenopslag van in schubformatie beschikbaar komend drukwerk met een draaiend aan te drijven wikkelkem en een toevoerinrichting voor het toevoeren van de schubformatie aan de wikkelkem, resp. de zich op die wikkelkem vormende 30 wikkel, met het kenmerk, dat de wikkelkem (4) met vertikale of ten opzichte van de vertikaal enigszins hellende draaias (4a) aangebracht is en onder de wikkelkem (4) is voorzien in een daarmee mede draaiende oplegging (3) voor het opgewikkelde drukwerk (9), op welke oplegging het drukwerk (9) met zijn ondergelegen, dwars op 35 de draaias (4a) van de wikkelkem (4) verlopende zijrand (9c) opgelegd wordt. 8531625 -13-
14- Inrichting volgens conclusie 13, gekenmerkt door een met de wikkelkern (4) te verbinden, langgerekt, flexibel en van een voorraadspoel (14) af te trekken steunelement (13) , bijvoorbeeld een band, een snoer, koord of dergelijke, welke met de schubformatie 5 (Sj aan de ten opzichte van de wikkkelkem (4) buitengelegen zijde (12) van die wikkelkern verlopend opwikkelbaar is.
15. Inrichting volgens conclusies 13 of.14, gekenmerkt door een met de wikkelkern (4) te verbinden, langgerekt, flexibel en van een voorraadspoel (16) af te trekken scheidingselement (15) 10 bijvoorbeeld een band, een snoer, koord of dergelijke, welke met de schubformatie (8) aan de naar de wikkelkern (4) toegekeerde zijde (17) van die formatie verlopend op te wikkelen is.
16. Inrichting volgens één der conclusies 13-15, met het kenmerk, dat de toevoerinrichting een toevoertransporteur (25) om- 15 vat, welke is voorzien van, aan een omlopend aan te drijven trek-orgaan (26) achter elkaar aangebrachte grijpers (27), welke het % drukwerk (9) aan de bovengelegen, in de transportrichting (B) verlopende zijrand (9b) daarvan aangrijpen.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat 20 de toevoertransporteur (25) het drukwerk (9) hangend en met zijn ondergelegen zijrand (9c) op een afstand (a) van de oplegging (3) verlopend toevoert en in het bereik (10) van het op de wikkelkern(4) resp. op de wikkel(11) oplopend, vrijgeeft.
18. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat 25 de toevoertransporteur (25) het drukwerk (9) in een ten opzichte van de vertikaal hellende schuine stand tot aan de wikkelkern(4), resp. de wikkel (11) aanvoert, en dat is voorzien in middelen voor het aanleggen van het, bij voorkeur eerst met zijn ondergelegen zijrand (9c) tegen de wikkelkern (4), resp. de wikkel (11) aange-30 legde drukwerk (9).
19. Inrichting volgens conclusie 16, gekenmerkt door middelen (31) voor het van richting veranderen van het hangend toegevoerde drukwerk (9) in de richting naar de wikkelkern (4), resp. naar de wikkel (11) toe of daar vanaf vóór het op de wikkelkern(4) resp. op de wikkel (11) oplopen van het drukwerk. 5. y i d 2 ΰ 35 -14- r
20. Inrichting volgens één der conclusies 13-15, met het kenmerk, dat de toevoerinrichting een, de schubformatie (8) totaan de wikkelkem (4), resp. de wikkel (11) geleidende bandtransporteur (19,20) omvat.
21. Inrichting volgens één der conclusies 13-20, met het kenmerk, dat de overdrachtsplaats (10) van het drukwerk (9) van de toevoerinrichting (19,20;25) tot de wikkelkem (4), resp. de wikkel (11) stationair aangebracht is en de wikkelkem (4) overeenkomstig de groter wordende wikkeldiameter verstelbaar is.
22. Inrichting volgens één der conclusies 16-20, met het kenmerk, dat de wikkelkem(4) stationair is aangebracht en de overdrachtsplaats (10) van het drukwerk (9) van de toevoerinrichting (19,2Q?25) op de wikkelkem (4), resp. op de wikkel (11) wat zijn ligging betreft overeenkomstig de groter wordende wikkeldiameter ver-15 anderbaar is.
23. Inrichting volgens één der conclusies 13-22, met het kenmerk, dat de oplegging (3) schijfvormig is uitgevoerd en bij voorkeur is verbonden met de wikkelkem (4). 8801825
NL8601625A 1985-07-01 1986-06-23 Werkwijze en inrichting voor tussenopslag van in schubformatie beschikbaar komend drukwerk. NL8601625A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH2930/85A CH668055A5 (de) 1985-07-01 1985-07-01 Verfahren und vorrichtung zum zwischenspeichern von in schuppenformation anfallenden druckprodukten.
CH293085 1985-07-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8601625A true NL8601625A (nl) 1987-02-02

Family

ID=4244820

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8601625A NL8601625A (nl) 1985-07-01 1986-06-23 Werkwijze en inrichting voor tussenopslag van in schubformatie beschikbaar komend drukwerk.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4637198A (nl)
JP (1) JPS6212566A (nl)
AT (1) AT395956B (nl)
AU (1) AU573096B2 (nl)
BE (1) BE905022A (nl)
CA (1) CA1260026A (nl)
CH (1) CH668055A5 (nl)
DE (1) DE3619939C2 (nl)
FI (1) FI80003C (nl)
FR (1) FR2584053B1 (nl)
GB (1) GB2178010B (nl)
IT (1) IT1189583B (nl)
NL (1) NL8601625A (nl)
SE (1) SE460186B (nl)
ZA (1) ZA864764B (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH668411A5 (de) * 1985-12-20 1988-12-30 Ferag Ag Vorrichtung zum speichern von in schuppenformation anfallenden druckprodukten.
CH670245A5 (nl) * 1986-01-20 1989-05-31 Ferag Ag
RU1804426C (ru) * 1986-05-02 1993-03-23 Фераг Аг Устройство дл сматывани в переносной рулон каскадно подводимой печатной продукции и обв зывани полученного рулона
CH671003A5 (nl) * 1986-07-21 1989-07-31 Ferag Ag
DK169787A (da) * 1987-04-03 1988-10-04 Thorsted Maskiner As Fremgangsmaade til lagringspaa- og afvikling af flade artikler, navnlig tryksager, samt apparat til udoevelse af fremgangsmaaden
DE3825861A1 (de) * 1988-07-29 1990-02-01 Schmidlin Hans Verfahren und vorrichtung zur handhabung und weiterverarbeitung eines wabenbandes
DE59000559D1 (de) * 1989-02-22 1993-01-21 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum zwischenspeichern von mehrblaettrigen, gefalteten druckereierzeugnissen, wie zeitungen, zeitschriften und teilen hievon.
US5161793A (en) * 1991-02-06 1992-11-10 Fmc Corporation Interleaving apparatus for rolled up segments
DE59707126D1 (de) * 1996-02-16 2002-06-06 Ferag Ag Verfahren und Vorrichtung zum Abwickeln von Druckprodukten in Schuppenformation
SE511112C2 (sv) 1997-12-11 1999-08-09 Idab Wamac International Ab Förfarande och anordning för temporär lagring av tryckalster
DE10217240A1 (de) * 2002-04-15 2003-10-23 Optima Filling & Packaging Verfahren und Vorrichtung zum Verpacken von Gegenständen

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2973911A (en) * 1957-01-28 1961-03-07 Western Electric Co Methods of handling wire
US3069822A (en) * 1960-01-18 1962-12-25 W D Allen Mfg Co Hose winding machine
CH559691A5 (en) * 1973-06-25 1975-03-14 Burda Farben Kg Non-cohesive sheet storage mechanism - accommodates staggered sheets between two belts winding onto drum
DE2455755C3 (de) * 1974-11-26 1978-06-08 Basf Ag, 6700 Ludwigshafen Verfahren zum Herstellen von Magnetbandkassetten, insbesondere Kompaktkassetten, und Werkstückträger zur Ausführung des Verfahrens
US4255917A (en) * 1979-09-21 1981-03-17 Stone Walter N String packaging machine and apparatus
CH642602A5 (de) * 1980-07-15 1984-04-30 Ferag Ag Einrichtung zum stapeln von im schuppenstrom anfallenden druckprodukten, wie zeitungen, zeitschriften und dergleichen.
CH652701A5 (de) * 1981-02-03 1985-11-29 Ferag Ag Verfahren und einrichtung zur erzielung eines langzeitpressungseffekts bei druckprodukten, insbesondere zeitungen.
CH652699A5 (de) * 1981-10-12 1985-11-29 Ferag Ag Einrichtung zum speichern von in einer schuppenformation anfallenden flaechigen erzeugnissen, insbesondere druckprodukten.
CH654553A5 (de) * 1981-12-09 1986-02-28 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum speichern von kontinuierlich, insbesondere in einem schuppenstrom, anfallenden flaechigen erzeugnissen, vorzugsweise druckprodukten.

Also Published As

Publication number Publication date
JPS6212566A (ja) 1987-01-21
FI862782A (fi) 1987-01-02
FI862782A0 (fi) 1986-06-30
AU5938686A (en) 1987-01-08
FR2584053A1 (fr) 1987-01-02
GB2178010A (en) 1987-02-04
AU573096B2 (en) 1988-05-26
SE8602883D0 (sv) 1986-06-27
GB2178010B (en) 1989-07-19
AT395956B (de) 1993-04-26
CA1260026A (en) 1989-09-26
IT1189583B (it) 1988-02-04
ATA140086A (de) 1992-09-15
SE8602883L (sv) 1987-01-02
FI80003B (fi) 1989-12-29
ZA864764B (en) 1987-02-25
US4637198A (en) 1987-01-20
DE3619939A1 (de) 1987-01-08
GB8616061D0 (en) 1986-08-06
BE905022A (fr) 1986-11-03
DE3619939C2 (de) 1994-12-08
IT8620848A1 (it) 1987-12-19
CH668055A5 (de) 1988-11-30
IT8620848A0 (it) 1986-06-19
FR2584053B1 (fr) 1987-11-27
FI80003C (fi) 1990-04-10
SE460186B (sv) 1989-09-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI76979B (fi) Foerfarande och anordning foer paketering av foeretraedesvis rektangulaera foeremaol med banformat omslagsmaterial.
JP2525637B2 (ja) 平らな形成物を連続的に巻き取って巻取物とし、または巻取物からこれを連続的に繰出す装置
FI69041B (fi) Anordning foer stapling av i fjaellformation ankommande tryckprodukter saosom tidningar tidskrifter och dylika
CA1291076C (en) Method of, and apparatus for, fabrication of portable tubular-shaped packages formed of printed products, such as newspapers, periodicals, and the like and portable package produced according to the method
NL8601625A (nl) Werkwijze en inrichting voor tussenopslag van in schubformatie beschikbaar komend drukwerk.
US4912911A (en) Machine for stretch wrapping of large reels of paper and other materials
FI85362C (fi) Anordning foer behandling av tryckalster saosom tidningar, tidsskrifter och liknande.
CA2345194A1 (en) Strapper with improved winding and cutting assembly
FR2517652A1 (fr) Procede et dispositif pour prelever des produits plats, de preference des produits imprimes, enroules sur un noyau d'enroulement
US5048261A (en) Top sheet dispenser for a stretch wrapping apparatus
FR2528023A1 (fr) Procede et dispositif pour la reprise de produits plats se presentant en disposition en ecailles, en particulier pour la reprise de feuilles imprimees
US6536702B1 (en) Surface winding on an a-frame winder
AU634023B2 (en) Apparatus for the unwinding of flexible sheet-like structures from a roll
CA1238847A (en) Apparatus for wrapping stacked goods
WO2006122568A1 (en) Apparatus and method for cable winding apparatus
US5927047A (en) Device and method in wrapping machine
JPH0749344B2 (ja) ずれ重なり集合物として巻取られた印刷製品の巻き戻し装置
NL8401716A (nl) Inrichting voor tussenopslag van drukwerk.
US5291823A (en) Pressing device for winding machines for producing tubular packs of printed products
JP3553366B2 (ja) 親巻搬送設備
FI75791C (fi) Anordning foer uppspolning av i fjaellartad formation inkommande tryckprodukter.
US5671896A (en) Apparatus for the reeling up and unreeling of flat printed products
US4523421A (en) Method and apparatus for wrapping metal coil
CA1069039A (en) Spiral-wrap apparatus
EP1089931B1 (en) Surface winding on an a-frame winder

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed