NL8601036A - Pijpverwerkingsinrichting. - Google Patents

Description

i } -1- 25515/CV/tl

Korte Aanduiding: Pijpverwerkingsinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een pijpverwerkingsinrichting,meer in het bijzonder voor gebruik op boorplatformen en meer in het bijzonder 5 een opstelling van het type opgesteld voor de verplaatsing van pijpstreng-secties tussen een actieve stand boven het muizengat en een opslagstand,waarin de pijpsecties zijn opgestapeld in de verticale stand en bij hun boveneindenop hun plaats worden gehouden met behulp van een vasthoudor-gaan,dat lijkt op een van tanden voorziene kam,een zogenaamd vingerbord, 10 waarvan de tanden of vingers de desbetreffende zijkanten van tussen-gelegen open sleuven begrenzen door de open einde waarvan de pijpen in het vingerbord worden ingezet en worden uitgenomen en welke is uitgerust met een vergrendelopstelling om te voorkomen,dat de pijpen daaruit vallen.

15 Gedurende het boren van olie en gasputten moet de gehele boorstreng meerdere malen in het boorgat worden ingebracht en weer worden uitgehaald. Gedurende dit proces worden de boorpijpsecties,welke ieder ongeveer een lengte van 30 meter boorpi.jp omvat ten, opgeslagen ,door ze verticaal binnen de boortoren op te stellen. Het platform en de boortoren zijn 20 voor dit doel uitgerust met geschikte steunorganen,welke dienen om -de boorpijpen tijdens de opslag te ondersteunen. Deze steunorganen worden wel vingerborden genoemd. Een vingerbord is uitgerust met een aantal evenwijdige tanden of "vingers", die zijn opgesteld met een daartussen gelegen spleet waarvan de breedte de uitwendige diameter van de boorpijp een 25 weinig overschrijdt,en waarbij de spleet tussen de vingers bij een einde open is zodat de boorpijpen door dit open einde in het vingerbord kunnen worden ingebracht en daar weer kunnen worden uitgehaald.

De uitvinding heeft betrekking op een bijzonder goed geschikte vergrendelops telling voor dergelijke vingerborden, welke bouvfc op hetzelfde 30 idee als de pijpverwerkingsinrichting welke dient om het vingerbord-vergrendelmechanisme te openen bij het uitnemen van de boorpijpen uit het vingerbord.

De pijpverwerkingsinrichting waarmede de uitvinding samenhangt is van het type,dat is beschreven en afgebeeld in de Noorse octrooiaanvrage 35 84 2425. Deze op zich bekende pijpverwerkingsinrichting is ontworpen om boorpijpen te hanteren in een hoofdzakelijk verticale stand tussen een ? 5 0 ! 0 ~ £ 7 ï- -2- 25515/CV/tl stand boven het hart van de te vervaardigen boring en een opslagstand in het vingerbord en vice versa. De inrichting is bevestigd aan een slede op het platformdek. Geleidingsorganen voorzien in een lineaire heen en weer gaande beweging van de slede. Een verticale as,welke de daar 5 boven liggende inrichtingconstructie draagt is draaibaar verbonden met de slede.

In overeenstemming met de Noorse octrooiaanvrage 842425 omvat de bovenliggende constructie twee hoofdzakelijk verticale langgestrekte construc-tiedelen, namelijk een eerste constructiedeel dat draaibaar is verbonden 10 met de slede en een tweede constructiedeel dat evenwijdig verplaatst van het eerste deel wordt ondersteund. Door deze uitvoering kan het secondaire deel in en uit worden gedrukt ten opzichte van het eerste deel terwijl de twee delen de verticale stand behouden. Het tweede deel is uitgerust met koppelings-en vasthoudinrichtingen ,die kunnen worden geopend en gesloten 15 voor verticale vasthouding van een boorpijp gedurende de verwerkingshande-lingen.

Opdat de opgeslagen verticaal gestapelde boorpijpen niet uit het vingerbord zullen vallen moet een vergrendelingsopstelling zijn aangebracht welke waarborgt dat de boorpijpen op hun plaats in het vingerbord wor-20 den vastgehouden,totdat zij benodigd-worden. Bekende grendelopstellingen voor dit doel bestaan uit hydraulisch of pneumatisch bediende mechanismes, die op afstand worden bediend. In de praktijk moet er vaak zorg worden gedragen voor het vergrendelen van ongeveer een honderd boorpijpsecties en bekende grendelsystemen ,die worden gebruikt in vingerborden blijken ge-25 compliceerd en moeilijk te bedienen te zijn. Bovendien zijn de aanschaf-fings en onderhoudskosten van het grote aantal vergrendelingsopsteHingen met daarbij behorende hydraulisch of pneumatisch op afstand bedienbare bedieningsmechanismes zeer aanzienlijk.

Met de huidige uitvinding wordt beoogd een algemeen eenvoudige, 30 goedkoper en gemakkelijker te bedienen openings-en sluitsysteem voor de vergrendelopstelling van het vingerbord te verkrijgen.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat de pijpver-werkingsinrichting op een niveau met het vingerbord is uitgerust met een geprofileerde kop die is gevormd met het oogmerk om in te kunnen dringen 35 in de tussengelegen ruimtes tussen de vingers van het vingerbord en om het grendeleffect van de vergrendelopstelling op te heffen terwijl een 3«01 0 3-1 ΐ» I» -3- 25515/CV/tl pijp uit het vingerbord wordt verwijderd.

Een ontwerp voorbeeld voor een opstelling in overeenstemming met de uitvinding is weergegeven in de tekeningen in samenhang met een pijp-verwerkingsinrichting van het type beschreven in de Noorse octrooiaanvrage 5 84 2425 en zal hieronder aan de hand van deze tekening nader worden uiteengezet. .

Fig. 1 toont schematisch een pijpverwerkingsinrichting in samenhang met een boortoren ,platformdek en het zogenaamde vingerbord ,gezien in perspectief.

10 Fig. 2 a en 2 b tonen een detail van het in fig.1 weergegeven -vinger-bord,gezien van de zijkant resp. gezien van boven in gedeeltelijke weergave .

Fig. 3 toont een deel van een deel van een in fig.1 afgebeeld vingerbord.

15 Fig. 4 toont een doorsnede volgens lijn IV- IV in fig.3 waar de gren-delopstelling van het vingerbord slechts in zijn geheel in het linkerdeel van de figuur is afgebeeld aangezien de rechter helft gelijk is aan de linker helft.

Fig. 5 toont een bovenaanzicht van een deel van een grendelopstel-20 ling volgens fig.4 ,met andere woorden een detail van fig.3 op grotere schaal.

Voor een volledig begrip van het constructieve ontwerp en de werking van de pijpverwerkingsinrichting wordt verwezen naar de bovengenoemde Noorse octrooiaanvrage 84 2425 welke geacht wordt hierin te zijn opgenomen 25 door deze verwijzing.

In verband hiermede zal slechts een algemene uiteenzetting worden gegeven van het algemene doel van de pijpverwerkingsinrichting 1,welke is het transporteren van boorstrengsecties van ongeveer 30 meter lengte tussen een actieve stand 2’ boven het hart 3 van een te vervaardigen boring en 30 een niet actieve opslagstand 2 ,waarin de pijpsècties bij het ondereinde zijn ondersteund in op zich bekende,van kanalen voorziene bodemplaten 4, terwijl de boveneinden van de pijpen worden ondersteund door ingrijping in een zogenaamd vingerbord 5 ,waar zij worden bevestigd door middel van grendelmechanismes,die kunnen worden geopend en gesloten. Het onderste 35 gedeelte van de boortoren 6 is met stippellijnen aangeduid. Zoals beschreven in de genoemde Noorse octrooiaanvrage 84 2425 worden de boorpijpen * ό ΰ ï ‘J -; • '* -4- 25515/CV/tl getransporteerd en verwerkt in de verticale stand door middel van een evenwijdige verplaatsing en draaiing van de kolomvormige toren van de inrichting waarbij het koppelings-en vasthoudorgaan 1',dat kan worden geopend en gesloten,dient voor het verkrijgen van een losmaakbare bevestiging van 5 de boorpijpen tussen de twee genoemde standen 2 en 2'.

De vingerborden 5 zijn algemeen vervaardigd uit in doorsnede vierkant staal. De vierkante secties vormen tanden of vingers 5' waarbij de tussen-gelegen spleten 5' open zijn naar de einden waar de boorpijpen worden ingebracht en verwijderd.

10 Om te voorkomen,dat de pijpen uit het vingerbord 5 vallen is een grendelopstelling aangebracht,zoals weergegeven in de fig.3 ,4 en 5.

Dit vergrendel , onderlinge vergrendel of blokkeermechanisme bestaat uit een aantal onder veerwerking staande grendelbouten 7,die worden ondersteund in de vingers 5' door middel van hun desbetreffende gelaste 15 assen 8,welke verticaal verlopend in de een vierkante doorsnede bezittende vingers 5’ en die draaibaar zijn ondersteund in bovenste en onderste legers 9 resp. 10. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is iedere grendel-boutas 8 omsloten door een spiraalvormige torsieveer 11 waarvan de einden enerzijds zijn vastgezet in as 8 en anderzijds in het onderste leger 20 10. De torsieveer tracht via as 8 de bijbehorende grendelbout in een schuine ( in bovenaanzicht gezien ) vergrendelde stand te houden, fig.3 en 5, waar het vrije einde van de grendelbout naar binnen is gericht ,met andere woorden afgekeerd van het ingangseinde van de desbetreffende tussenge-legen spleet 5’ aan het voorvlak van het vingerbord 5 · Iedere grendel-25 bout 7 is dus afzonderlijk draaibaar, geheel onafhankelijk van de andere grendelbouten ,ofschoon de grendelbouten 7 op naburige vingers 5’ samen in paren werken om een boorpijp 2, die daar binnen is geplaatst ,te blokkeren.

In de vergrendelde stand liggen de einden van de grendelbouten 7 aan 30 tegen een aanslag 12, welke vast is bevestigd aan de vinger 5’. Ieder van de grendelbouten heeft een begrensde lengte ,zodat hij slechts gedeeltelijk ©ver de grendelspleet of tussengelegen spleet 5" uitsteekt tussen twee naburige vingers 5’,indien hij in de vergrendelde stand is.

Indien de pijpsecties in.de opslagstand moeten worden geplaatst 35 tussen de vingers van het vingerbord 5 duwt de pijp 2 zelf,die dan wordt vastgehouden en gemanoeuvreerd met behulp van de pijpverwerkingsinrichting $ A f? '1 Λ T V2 O O i ’ v -5- 25515/CV/tl f.

r * 1 in de verticale stand,een paar grendelbouten 7, 7' naar binnen door het overwinnen van de torsieveerkracht ,zodat de pijp voorbij het paar grendelbouten en mogelijk voorbij een verder paar van verschillende paren grendelbouten kan bewegen totdat de pijp in de gewenste stand in het viner-5 bord 5 staat. De hoirzontaal gerichte druk van de verticale pijp 2,welke wordt vastgehouden in de pijpverwerkingsinrichting dwingt dus de bouten 7 af te buigen en de pijp toe te staan voorbij tebewegen,waarna de bouten 7 weer naar buiten springen naar de vergrendelingsstand ,onmiddellijk nadat de pijp deze bouten is gepasseerd. Zoals duidelijk is uit fig.3 kan 10 het gebeuren dat een pijpsectie 2 voorbij verschillende paren grendelbouten 7, 7 moet worden gedrukt voordat de desbetreffende pijp zijn opslag-stand bereikt.

Om het grendelmechanisme te openen met het oog op het verwijderen van de pijpen,die in het vingerbord zijn opgeslagen,is een grendelvrij-15 maakkop 13 aangebracht volgens de uitvinding bij de bovenzijde van de pijpverwerkingsinrichting 1 op een niveau met het vingerbord 5. Deze kop is gevormd met het oogmerk om in staat te zijn te bewegen in de spleten gelegen tussen de paren vingers van het vir^rbord en daarbij het grendel-effect van de bouten te overwinnen totdat het mogelijk is om met behulp 20 van de koppeling en vasthoudorganen 1' van de pijpverwerkingsinrichting 1 een pijp uit het vingerbord 5 terug te trekken.

De kop 13 is gevormd met een voorste concaaf gedeelte 13’ en een achterste taps wigvormig gedeelte 13'r. "Voorste " verwijst hier naar het einde van de kop 13, welke het eerst binnentreed in de spleet 5" ,en 25 "achterste " verwijst naar het gedeelte dat daarna volgt,indien de kop zijn binnenwaartse beweging in het vingerbord maakt.

De hoeken of buitenranden 13"* van het concave gedeelte 13 * botsen gedurende de inwaartse beweging’van de kop,zoals vermeld,tegen een desbetreffende grendelbout 7 of een paar grendelbouten ,met andere woorden 30 twee samenwerkende tegenover elkaar gelegen bouten,en drukken deze bouten naar binnen door het overwinnen van de torsieveerkracht uitgeoefend door de veer 11 tegen de as 8 van de grendelbout. Indien de kop 13 naar buiten beweegt,terwijl de koppelings- en vasthoudorganen 1’ van de inrichting 1 de pijp 2,die uit zijn plaats in het vingerbord moet worden verwijderd, 35 vasthouden,worden de grendelbouten naar de niet vergrendelende stand af gebogen met behulp van het wigvormige achterste gedeelte 13" van de kop om Λ ;% ƒ* ?

v 0 V

-6- 25515/CV/tl een ongehinderde verwijdering van de pijp toe te staan.

In overeenstemming met de uitvinding wordt de pijpverwerkingsin-richting zelf gebruikt voor het bedienen van het vergrendelingsmechanis-me op het vingerbord 5,zodat de vergrendelingsmechanismes automatisch 5 werken. De voordelen van de uitvinding zullen duidelijk zijn,aangezien de uitvinding onder andere leidt tot aanzienlijke economische besparingen evenals een eenvoudigere en betrouwbaardere regeling van het vergrendel-mechanisme van het vii^rbord .

10 t U β β; <i π τ ίΐ.

Claims (3)

1. Inrichting voor een pijpverwerkingsinrichting in het bijzonder voor gebruik op boorplatforms en uitgevoerd voor de overdracht van pijpstrengsecties tussen een actieve stand boven het boorgat en een op-slagstand ,waar de pijpsecties worden opgeslagen in de verticale stand 5 en bij hun boveneinden op hun plaats worden gehouden met behulp van een op een van tanden voorziene kam een op een zogenaamd vingerbord lijkend vasthoudorgaan,waarvan de tanden of vingers daartussen gelegen open sleuven vormen door de einden waarvan de pijpen in het vingerbord worden ingébracht en uitgenomen en waarbij het vingerbord is uitgerust TO met een vergrendelingsinrichting om te voorkomen,dat de pijpen uit het vingerbord vallen ,met het kenmerk,dat de pijpverwerkingsirnichting (1) op een niveau met het vingerbord (5) is uitgerust met een geprofileerde kop (13), welke is gevormd met het oogmerk om in staat te zijn binnen te dringen in de tussen de vingers (5 ’) van het vingerbord gelegen 15 sleuven (5,r) en om het vergrendeleffect van de vergrendelinrichting (7) op te heffen indien een pijp (2) uit het vingerbord (5) wordt verwijderd.

2. Inrichting voor een vingerbord bestaande uit een aantal evenwijdige onderling op afstand van elkaar gelegen tanden of vingers waarbij de 20 tussen de tanden gelegen spleten aan een einde open zijn voor het‘inbrengen van pijpen voor opslag ,en welk vingerbord is uitgerust met een vergrendelinrichting bestemd om te voorkomen dat de pijpen uit hun opslagstand geraken,met het kenmerk,dat de grendelinrichting is voorzien van een aantal onder veerbelasting (11) staande onafhankelijke verticale 25 assen en draaibare grendelbouten (7) ,die van een zodanige lengte zijn, dat zij zich slechts over een deel van de breedte van een spleet (5"j uitstrekken,waarbij de onder veerwerking staande grendelbouten (7) in paren samenwerken om pijpen ( 2) ,die zijn binnegebracht,te vergrendelen en ze te verhinderen tegen vallen uit hun opslagstand doordat de veer-30 kracht de grendelbouten (7) in de vergrendelende stand houdt waar zij aanliggen tegen een aanslag (12) of dergelijke,terwijl de grendelbouten (7) zijn opgesteld orrr-geschikt te zijn de tussengelegen sleuven vrij te geven bij invoer van de pijpen door de werking van de pijp zelf en uitgevoerd zijn om voor de verwijdering van de pijp te openen door een 35 speciale kop van de pijpverwerkingsinrichting welke kop (13) is gevormd met het oogmerk om in de sleuven (5") in te dringen en daarbij de gren- V ij v ; _ * ‘ w -8- 25515/CV/tl delbouten (7) te dwingen tijdelijk naar de zijkant van de sleuf te bewegen voor ongehinderde verwijdering van pijpen uit het vingerbord (5).

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de kop 5 (13) van de pijpverwerkingsinrichting zodanig is gevormd,dat het bij voorkeur een voorste concaaf eindgedeelte (13') heeft en een achterste taps verlopend wigvormig gedeelte (13"),waarbij de buitenranden (13"*) van het concave gedeelte zo zijn opgesteld dat zij de grendelbouten (7) treffen en ze naar de zijkant van de sleuf verplaatsen door middel 10 van de inwaartse beweging van de kop in een sleuf (5") in het vingerbord,en waarbij het achterste taps verlopende wigvormige gedeelte (13") is gevormd om de grendelbouten zijwaarts te bewegen en ze in een niet actieve zijwaarts bewogen niet vergrendelende stand te houden gedurende de buitenwaartse beweging van de kop (13) voor de verwijdering van 15 pijpen (2). S 3 p j p x A V \J ij I \j V t?