NL8600883A - Inrichting voor de montage van schablooneindringen van zeefdrukcilinders. - Google Patents

Description

- 1 -

Inrichting voor de montage van schablooneindringen van zeefdrukcilinders.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting/ waarmee in een cilindermantel, die bestaat uit een vernikkeld chroomstaalweefsel/ schablooneindringen evenwijdig op een bepaalde afstand en in één lijn liggend met 5 de as worden geplaatst.

Bij het gebruik van cilindrische zeefdruk-schablonen voor de rotatiezeefdruk, die bestaan uit een weefsel, dat door metallisering is verstijfd, is de juiste montage van schablooneindringen in de cilindermantel van 10 bijzondere betekenis voor de bruikbaarheid van een zeef-drukci Under in snel draaiende rotatiedrukmachines, omdat door de positie van de schablooneindringen niet slechts de lengte van de cilinder maar door hun ligging in den lijn met de as en evenwijdigheid ook de juiste cilinderplaat-15 sing en daarmede de draainauwkeurigheid van de cilinder wordt gewaarborgd, die door de metallisering van een staaldraadweefsel slechts een beperkte eigen stijfheid heeft. Daarom is getracht de nadelen van de montage met de hand van schablooneindringen en van de beperkte eigen 20 stijfheid en de daarmee verbonden verschuiving van de cilindermantel bij het drukken met een vaststaande rakel binnen de cilinder te vermijden, doordat de cilinders in kogelscharnieren worden geplaatst, die de eigen bewegingen van de cilindermantel in de plaatsing opvangen.

25 Door deze maatregelen is het weliswaar mogelijk bij grote vlakken zeefdruk rotatief te drukken, bijvoorbeeld tapijten. Een pasnauwkeurigheid kan daarmee echter niet worden verkregen. Afgezien daarvan zijn dergelijke lagers kostbaar en oneconomisch.

30 Uit DE-092332129 is een inrichting voor het monteren van schablooneindringen in slangvormige zeefdruk-schablonen bekend, waarmee de schablooneindringen in een axiale spaninrichting geplaatst, daarna de einden van de slangvormige zeefdrukschabloon met slangklemmen op de 35 schablooneindringen bevestigd en de zo gevormde zeefdruk-eilinder door middel van de axiale spaninrichting voorgespannen wordt. Voor het monteren van de zeefdrukcilinder « -/ ~· .

- 2 - wordt deze met de axiale spaninrichting in de zeefdrukeenheid gebouwd en de axiale spaninrichting uit de in de drukeenheid geplaatste zeefdrukcilinder gedemonteerd. Deze inrichting heeft het nadeel,dat de zeefdrukcilinder voor 5 iedere demontage en elk opnieuw gebruiken met de axiale spaninrichting zowel voor het nemen uit de drukeenheid als voor het opnieuw gebruiken moet worden voorgespannen. Dit is enerzijds kostbaar, anderzijds wordt met betrekking tot de pasnauwkeurigheid geen absolute herhaalbaarheid 10 mogelijk gemaakt.

Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag de bekende nadelen door een met betrekking tot de afstand, evenwijdigheid en in êên lijn liggend met de as .absoluut nauwkeurige montage van de eindschijven of 15 schabloonringen te vermijden en daarmee een plaatsing te waarborgen, die een rotatie zonder wringing van de slechts beperkt stijve zeefdrukcilinder toelaat.

De oplossing van dit probleem wordt in een inrichting gezien, door middel waarvan de schablooneind-20 ringen van zeefdrukcilinders uit gemetalliseerd staaldraad-weefsel half automatisch in absolute herhaalbaarheid in de cilindermantel geplaatst, gericht en met een onder toepassing van warmte uithardende kleefstof zodanig in de cilindermantel worden gezet, dat na het afkoelen en het 25 daarmee verbonden krimpen van de zeefdrukcilinder de schablooneindringen met betrekking tot hun evenwijdige afstand, hun evenwijdigheid en hun liggen in één lijn met de as de eindschijven van de cilinder nauwkeurig bepalen.

30 De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit een verwarmbare droogkast met sluitbare deuren, in de bodem waarvan een voering met drie wangen voor het opnemen en richten van de onderste schablooneindring is aangebracht, en aan de achterwand waarvan absoluut rechthoekig ten op-35 zichte van het vlak van de voering met drie wangen twee buiten de cilinder lopende geleidingsstangen voor het opnemen van een aan de geleidingsstangen loodrecht verschuifbare montageslede voor de bovenste schablooneindring zijn aangebracht.

40 De montageslede bestaat uit een ten opzichte •j* ’s -3-- a- . _ . *τ van het vlak van de voering met drie wangen absoluut evenwijdig en in één lijn met de as liggend gerichte bevestiging met een vacuumbevestiging voor de bovenste schabloon-eindring, die ten opzichte van de as van de zeefdrukcilin-5 ders draaibaar is.

Verder zijn er organen aangebracht voor het automatisch verwarmen, ventileren en voor het losmaken van de vacuumbevestiging na het einde van het droogproces van de vastlijming van de schablooneindring.

10 Voor het inzetten, richten en vastlijmen van een zeefdrukcilindermantel wordt eerst de onderste van lijm voorziene schablooneindring op de voering met drie wangen gespannen en de bovenste van lijm voorziene schabloon-eindring in de slechts voor de schabloongeleiding dienende 15 vacuumbevestiging van de montageslede geplaatst. Daarna wordt de cilindermantel op de onderste schablooneindring gezet en de met enigszins uit de cilinderas gezwenkte vacuumbevestiging staande montageslede zodanig op de cilindermantel neergelaten, dat de schablooneindring met zijn 20 omtrek onder gelijktijdige zwenking in de cilinderas kegelvormig in de cilindermantel wordt geplaatst. De schablooneindring wordt daarbij slechts over een afstand in de cilindermantel neergelaten, die correspondeert met de resterende hoogte van de cilindermantel voor de verhitting.

25 Aansluitend wordt de kast gesloten en met bepaalde temperatuur en tijd verwarmd. Tijdens de verwarming groeit de cilindermantel door de vooraf berekende warmte-uitzetting over de mantel van de schablooneindring zover omhoog tot de cilindermantel met de bovenrand van de schablooneind-30 ring afsluit. Na afloop van de vooraf berekende uithar-dingstijd wordt de kast geventileerd en tot kamertemperatuur afgekoeld. Daarbij krimpt de cilindermantel niet ... slechts op de schablooneindringen, maar wordt ook weer de cilinderlengte gereduceerd tot de oorspronkelijke lengte.

35 Er wordt dus tegelijk met het uitschakelen van de verwarming de vacuumbevestiging van de bovenste schablooneindring losgemaakt, zodat het ontstaan van spanningen of scheuren in de cilindermantel wordt vermeden en de nu gerede zeefdrukcilinder op de vooraf berekende cilinder-40 lengte bij kamertemperatuur kan worden ingesteld.

* - 4 -

Voor de verdere toelichting van de uitvinding wordt verwezen naar het uitvoeringsvoorbeeld, dat is weergegeven in de bijgevoegde tekening.

Fig. 1 toont een schematische afbeelding van de 5 inrichting in open zijaanzicht.

De inrichting bestaat uit een voor van sluit-bare deuren voorziene kast 1/ die van een toevoer 2 voor warme lucht en een sluitbare opening 3 voor afvoerlucht is voorzien.

10 In de toevoer 2 voor warme lucht is een niet weergegeven thermostaat aangebracht, via welke de temperatuur van de warme lucht, die met het oog op de licht gevoelige bekleding van de cilindermantel niet boven 60°C mag komen, aan de bron voor warme lucht wordt geregeld.

15 In de bodem en in de achterwand van de kast 1 is een absolute rechthoekige bevestiging 4, die is vervaardigd van een lasconstructie van zware staalplaat, voor het opnemen van de voering 5 met drie wangen en de geleidings-stangen 6 voor de geleiding van de montageslede 7 aange-20 bracht. De montageslede 8 bestaat uit een op de gelei-dingsstangen 6 verschuifbare en vastzetbare stangbevesti-ging 8, een ten opzichte van de langsas 9 van de cilinder door middel van een hefboom 11 enigszins zwenkbare bevestiging 1Ö, waarin een vacuumaanzuiging 13 loopt, waarvan 25 de as in êên lijn ligt met de as van de onderste voering 5 met drie wangen.

De cilindermantel 16 met de eindschijven 14, 15 wordt gehouden door de voering met drie wangen 5.

De inrichting maakt de montage van de eind-30 schijven in de cilindermantels van verschillende lengte en verschillende diameter mogelijk.

-conclusie- ) -j » j

Claims (1)

1. C_0_N_C_L_ü_S_I_E -5-. Inrichting voor het monteren van schabloon-eindringen in een cilindermantel, die is verstijfd door metallisering en bestaat uit staaldraadweefsel, waarbij het oppervlak van de cilindermantel is bekleed met een 5 licht gevoelige emulsie of oplossing, met twee bevestigingen voor de ten opzichte van de cilinderas in één lijn zich bevindende montage van de schablooneindringen, waarvan tenminste éên verschuifbaar en vastzetbaar is geleid, gekenmerkt door een met deuren sluitbare droor-10 kast (1) met een met betrekking tot de temperatuur regelbare toevoer (2) voor warme lucht en een regelbare opening (3) voor afvoerlucht, een in de bodem en aan de achterwand van de droogkast (1) aangebracht, absoluut rechthoekig, onderste bevestigingsdeel (4), dat bestaat uit een las-15 constructie van staalplaat en een voering (5) met drie wangen heeft, en een op rechthoekige geleidingsstangen (6) , die ten opzichte van de bodem buiten de cilinder lopen, verschuifbaar en vastzetbaar geleide montageslede (7) , die bestaat uit een stangbevestigingsdeel (8) en 20 uit een bovenste bevestigingsdeel (10), dat door middel van een hefboom (11) enigszins ten opzichte van de langsas van de cilinder (9) in ëên lijn liggend zwenkbaar is, in welk bevestigingsdeel een van een vacuumafzuiging (13.) voorziene voering (12) met drie wangen is aangebracht, 25 waarvan de as in éên lijn ligt met de as van de onderste voering (5) met drie wangen.