NL8900196A - Inrichting voor het bevestigen van eindringen in een rotatiezeefdrukschabloon. - Google Patents

Description

Inrichting voor het bevestigen van eindringen in een rotatie-zeefdrukschabloon.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bevestigen van eindringen in de uiteinden van een rotatiezeef-drukschabloon waarin middelen aanwezig zijn voor het positioneren van het schabloon en de eindringen ten opzichte van elkaar onder vormen van een samenstel daarvan alsmede verwarmingsmiddelen om hechtingsmiddel, dat voor het vormen van een verbinding tussen een schabloon en een eindring kan worden aangebracht op de lijmrand van elk der eindringen, door hechting genoemde verbinding te laten vormen.

Een dergelijke inrichting is bekend en wordt toegepast voor het bevestigen van eindringen in een rotatiezeefdrukschabloon. Een rotatiezeefdrukschabloon is in het algemeen een naadloze, metalen geperforeerde cylinder, bijvoorbeeld uit galvanisch neergeslagen nikkel, die patroonmatig is afgedekt met een lak en waarbij de niet afgedekte delen overeenkomen met het patroon dat men op een substraat, bijvoorbeeld textiel, wenst te drukken. Om een dergelijk patroon te drukken wordt het rotatiezeefdruk-schabloon draaiend in aanraking gebracht met een van een patroon te voorzien substraat waarbij de omtrekssnelheid van het schabloon en de verplaatsingssnelheid van het substraat in hoofdzaak gelijk zijn. Binnen het schabloon wordt een druk-pasta toegevoerd die met behulp van een stationair opgestelde rakel door de perforaties van het schabloon wordt geperst en zodoende op het substraat aankomt. Voor het bevestigen van een rotatiezeefdrukschabloon in een drukmachine zijn zogenaamde eindringen in het schabloon bevestigd die enerzijds een lijmrand bezitten die door lijmen wordt verbonden met de binnenzijde van het schabloon en anderzijds een klemrand of bajonetrand bezit die wordt verbonden met zich aan de machine bevindende schabloon-bevestigingskoppen die aan de twee uiteinden van het schabloon dit vastgrijpen en in de lengterichting van het schabloon trekkracht uitoefenen. De aan de drukmachine bevestigde schabloonkoppen worden met behulp van de machine aandrijving aangedreven en op die wijzen kan aan het schabloon een rotatie-snelheid worden gegeven waarbij de omtrekssnelheid in hoofdzaak gelijk is aan de verplaatsingssnelheid van het substraat.

De veelvuldig toegepaste eindringen zijn uit aluminium spuitgietwerk vervaardigd en vinden op ruime schaal toepassing.

Bij het bedrijven van de hiervoor beschreven bekende inrichting worden de toegepaste eindringen alsmede de binnenrand van het schabloon van een lijmlaag voorzien en vervolgens ten opzichte van het schabloon gepositioneerd en vanuit die positionering verschoven naar een positionering waarbij de aan de eindringen aanwezige lijmrand valt binnen de omtrek aan de beide uiteinden van het betreffende schabloon. Vervolgens wordt binnen de eindringen een verwarmingselement geplaatst dat in aanraking is met het materiaal van bedoelde eindringen. De door de verwarmingselementen geproduceerde warmte wordt door geleiding getransporteerd naar het grensgebied tussen de lijmrand en het schabloon waar zich een hoeveelheid hechtingsmiddel bevindt dat onder invloed van warmte een verbinding tussen het schabloon en een eindring kan bewerkstelligen door gelering en/of polymerisatie van de lijm. Een dergelijk hechtmiddel is vaak een door warmte uithardbaar hechtmiddel zoals een uithardbaar epoxyhars systeem.

Een dergelijke verwarmingsmogelijkheid werd in de bekende inrichtingen nodig geacht vanwege de betrekkelijk grote warmtegevoeligheid van bijvoorbeeld het nikkelmateriaal van dergelijke rotatiezeefdrukschablonen. Verwarming van een dergelijk materiaal boven bijvoorbeeld ongeveer 250 °C gaf voor bepaalde schabloontypen het gevaar van een verbrozing van het nikkelmateriaal waardoor de levensduur van het betreffende schabloonmateriaal zeer nadelig werd beïnvloed. Door de warmte toe te voeren op gecontroleerde wijze via de eindring die een betrekkelijk grote massa bezat kon een handhaving van een temperatuur beneden 250 °C goed gewaarborgd worden.

Een dergelijke verwarming van een hechtingsmiddel door het door geleiding via de eindring toevoeren van warmte kan echter bij toepassing van bijvoorbeeld kunststof eindringen niet plaatsvinden. Veelal werd in dergelijke gevallen gebruik gemaakt van zogenaamde koudhardende hechtingsmiddelen zoals bijvoorbeeld koudhardende epoxyhars-harder systemen.

Dergelijke koudhardende lijmsysternen bezitten echter het nadeel dat ze niet bestendig zijn tegen bepaalde oplosmiddel systemen of zich in drukmedia bevindende chemicaliën zodat voor die gevallen een in de warmte uithardend hechtingsmiddel systeem een noodzaak is, wat echter onmogelijk is bij kunststof eindringen.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel voor de aangegeven problematiek een oplossing te verschaffen en wordt gekenmerkt doordat de verwarmingsmiddelen worden gevormd door infrarode straling leverende middelen die op afstand zijn opgesteld aan de buitenzijde van het rotatiezeefdrukschabloon in de nabijheid van de uiteinden daarvan.

Verrassenderwijs is namelijk gebleken dat door toepassing van infrarode straling leverende middelen een zeer goede controle van de temperatuur gewaarborgd is die een voldoende uitharding van een geschikt hechtingsmiddel kan bewerkstelligen maar waarbij in alle gevallen gewaarborgd kan worden dat de temperatuur van bijvoorbeeld het nikkelen schabloonmateriaal een kritische temperatuur van bijvoorbeeld 250 °C niet overschrijdt.

Vermoed wordt dat een bovenmatige temperatuurverhoging van het nikkelmateriaal wordt voorkomen door het reflekterende karakter van bedoeld materiaal waarbij een groot deel van de met behulp van infrarode straling toegevoerde energie door reflektie wordt toegevoerd aan het hechtingsmiddel dat zich tussen de lijmrand van de eindring en het schabloon bevindt. Veelal is een overmaat hechtingsmiddel aanwezig zodat een gedeelte daarvan ook door de perforaties van het zeefdrukschabloon dringt en in de vorm van uitstulpingen aanwezig is aan de buitenzijde van het schabloon. Deze overmaat kan desgewenst voor het uitharden worden weggenomen. De inrichting volgens de uitvinding kan met succes worden toegepast bij metalen eindringen alsmede bij het gebruik van kunststof eindringen. In alle gevallen wordt een voortreffelijke hechting van de lijmrand in hetuiteinde-gebied van het schabloon bereikt.

In het bijzonder bestaan de infrarode straling leverende middelen uit meerdere infrarood stralers terwijl elk der toegepaste infrarood stralers voorzien is van een geschikte reflektor die de straling kan bundelen tot een gedefinieerde bundel en waarbij een aantal infrarood stralers zodanig is gekozen dat de elkaar gedeeltelijk overlappende bundels gezamenlijk de hele omtrek van het betreffende schabloon gelijkmatig kunnen bestralen.

Waar in z*n algemeenheid de infrarode straling leverende middelen gevormd kunnen worden bijvoorbeeld door een zich rond de omtrek van het schabloon in de nabijheid van het uiteinde daarvan uitstrekkende ringvormige infraroodstraler wordt volgens de hiervoor geschetste bijzondere uitvoeringsvorm een dergelijk groot infrarode straling leverend middel opgedeeld in meerdere kleinere infrarood stralers waarbij doelmatig elk der infrarood stralers voorzien is van een reflektor. Door geschikte dimensionering van de reflektor kan ervoor gezorgd worden dat, bij geringe overlap van de diverse bundels, de totale omtrek van het betreffende schabloon bij de uiteinden (d.w.z. ter plaatse van de lijmrand) gelijkmatig wordt bestraald.

Met voordeel is in de nabijheid van de achterzijde van elke reflektor een warmte-isolerend materiaal opgesteld waardoor een warmteverlies naar de omgeving wordt tegengegaan.

Met veel voordeel zijn in de inrichting volgens de uitvinding de infrarode straling leverende middelen instelbaar opgesteld. Door bijvoorbeeld de afstand van de infrarood stralers tot aan het oppervlak te variëren kan een variatie van de mate van overlap worden bereikt waardoor de homogeniteit van het warmte effekt wordt beïnvloed.

In een zeer voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting zijn in de inrichting middelen aanwezig om het samenstel van een van eindringen te voorzien schabloon en de op hun plaats in de uiteinden van het schabloon aangebracht eindringen een rotatie te laten uitvoeren om de lengte as van het schabloon. Een dergelijke rotatie is van voordeel indien men een geringer aantal infrarood stralers wenst te gebruiken dat theoretisch nodig zou zijn bij minimale overlap om de gehele omtrek van het schabloonuiteinde de bestralen. Door het schabloon en eindringsamenstel te laten roteren wordt een middelingseffekt van de warmtetoevoer bereikt waardoor toch een zeer goed resultaat kan worden verkregen.

Indien een element wordt toegepast dat zich uitstrekt rondom de gehele omtrek van het schabloon ter plaatse van de lijmrand kan een eventuele inhomogeniteit bij een electrisch aansluitingspunt in een dergelijk element worden verdeeld over de gehele omtrek zodat toch een homogeen verwarmingseffekt wordt bereikt.

Met veel voordeel zijn in de inrichting volgens de uitvinding meetmiddelen aanwezig voor het vaststellen van de temperatuur van het betreffende schabloon ter plaatse van de lijmrand terwijl genoemde meetmiddelen samenwerken met een regelkring- loop die zorgdraagt voor het regelen van de werking van de infrarode straling leverende middelen in overeenstemming met het verschil tussen de gemeten waarde van de temperatuur en een instelwaarde daarvan.

1 Door met name de temperatuur van het oppervlak van het schabloon ter plaatse van de lijmrand te meten kan men nog beter waarborgen dat een bepaalde kritische temperatuur van het toegepaste schabloonmateriaal niet wordt overschreden.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de enkele schetsmatig getekende figuur waarin de inrichting volgens de uitvinding in z'n algemeenheid met 1 wordt aangeduid terwijl een van eindringen te voorzien schabloon met 2 met een dessin 13 is aangegeven.

Een eindring 4 die dient te worden aangebracht bezit een lijmrand 3 terwijl de klemrand van de eindring die kan samenwerken met een schabloonkop van een machine met 5 wordt weergegeven.

Zoals in de uitvergroting is aangegeven bevindt de aangebrachte lijm zich tussen de lijmrand 3 en de wand van het schabloon 2. Doelmatig zijn in de lijmrand één of meer groeven aanwezig voor het opnemen van een vergrote lijmhoeveelheid en het bevorderen van de hechting van de lijm aan de lijmrand en het schabloon.

In dit geval wordt, zoals schetsmatig aangegeven, de klemrand vastgegrepen door een opneemrand 6; aan de andere wijze van het schabloon (hier niet geschetst) is een gelijksoortige opneemklemrand 6 aanwezig voor het opnemen van de klemrand 5 van de eindring aan de andere zijde van het schabloon.

De opneemklemrand 6 is verbonden met een draagelement 12 dat beweegbaar is bevestigd op de draagtafel 7.

Een infrarood element 8 is op korte afstand van het oppervlak van het schabloon ter plaatse van de lijmrand 3 opgesteld. De infrarood straler 8 is opgenomen in aansluitklemmen 11 die op niet getoonde wijze zijn verbonden met een elektrische krachtbron. De infrarood straler 8 wordt aan één zijde omgeven door een reflektor 9 bijvoorbeeld in de vorm van een parabolische of elliptische spiegel. De reflektor 9 waaraan de aansluitklemmen 11 zijn bevestigd of waar deze doorheen steken is bevestigd aan een vasthoud-element 10 dat op niet geschetse wijze met de vaste wereld is verbonden.

Het vasthoud-element 10 laat een instelling van de infrarood straler 8 ten opzichte van de buitenzijde van het schabloon toe. Doelmatig zijn middelen aanwezig om het schabloon met de daarin klemmend bevestigde eindringen 4 om een as te roteren die samevalt met de as van het schabloon. Daartoe zijn in dat geval lagermiddelen aanwezig die een draaiing van de eindring opneemklem 6 ten opzichte van de drager 12 mogelijk maken.

In een specifiek geval worden, in afhankelijkheid van de rapportafmeting het betreffende schabloon 3 tot 10 infrarood stralers van bijv. 300 Watt elk geplaatst. Bij een standaard 64 cm rapport (een omtrek van 64 cm) schabloon werden bijvoorbeeld 6 stralers van 300 Watt gebruikt.

Een geschikt geblokkeerd uithardbaar epoxyhars-harder systeem dat in het onderhavige geval uithardt bij + 110 °C werd in 2 tot 5 minuten met behulp van de aangeduide stralers uitgehard. Een nahardingsbewerking die bij gebruik van inrichtingen volgens de stand van de techniek veelal gebruik wordt bleek niet noodzakelijk te zijn. Geen verschil werd geconstateerd bij toepassing van metalen eindringen en bij toepassing van kunststof eindringen.

Opgemerkt wordt dat de in de onderhavige beschrijving aangeduide middelen voor het leveren van infrarode straling in het algemeen straling verschaffen in het infrarode gebied tussen 760 en 10.000 Nanometer.

Bij toepassing van de onderhavige inrichting kan volstaan worden met het aanbrengen van lijm op de lijmrand van de eindring. Geen sterkte verschil wordt geconstateerd ten opzichte van de vroegere situatie waarin lijm werd aangebracht zowel op de eindring lijmrand als op de binnenzijde van de schabloonrand.

Bij toepassing van een bij + 110 °C uithardend geblokkeerd epoxyhars-harder systeem zoals boven aangegeven kan men de inrichting volgens de uitvinding ook toepassen voor het uitnemen van eindringen. Het van ringen voorzien schabloon wordt daartoe in de inrichting opgenomen waarna de uitgeharde lijmlaag door infraroodstraling wordt verwarmd tot + 200 °C gedurende 10-15 mm.

De lijm ondergaat dan een verbrozing waarna door een lichte slagbewerking de eindring door het schabloon wordt losgelaten.

Claims (6)

1. Inrichting voor het bevestigen van eindringen (4) in de uiteinden van een rotatiezeefdrukschabloon (2) waarin middelen aanwezig zijn voor het positioneren van het schabloon (2) en de eindringen (4) ten opzichte van elkaar onder vormen van een samenstel daarvan alsmede verwarmingsmiddelen om hechtingsmiddel, dat voor het vormen van een verbinding tussen een schabloon (2), en een eindring (4) kan worden aangebracht op de lijmrand (3) van elk der eindringen (4), door hechting genoemde verbinding te laten vormen met het kenmerk dat de verwarmingsmiddelen worden gevormd door infrarode straling leverende middelen die op afstand zijn opgesteld aan de buitenzijde van het rotatiezeefdrukschabloon (2) in de nabijheid van de uiteinden daarvan.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de infrarode straling leverende middelen bestaan uit meerdere infraroodstralers (8) en elk der toegepaste infraroodstralers (8) voorzien is van een geschikte reflektor (9) die de straling kan bundelen tot een gedefinieerde bundel en waarbij het aantal infraroodstralers (8) zodanig is gekozen dat de elkaar gedeeltelijk overlappende bundels gezamenlijk de gehele omtrek van het betreffende schabloon (2) kunnen bestralen.

3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk dat aan de van een infraroodstraler (8) afgewende zijde van een reflektor (9) een warmte-isolerend materiaal is opgesteld.

4. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies 1-3 met het kenmerk dat de infrarode straling leverende middelen instelbaar zijn opgesteld.

5. Inrichting volgens conclusie 1-4 met het kenmerk dat middelen aanwezig zijn om tijdens de werking van de infrarode straling leverende middelen het samenstel van schabloon en eindringen een rotatie te laten uitvoeren om de lengteas van het schabloon.

6. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat meetmiddelen aanwezig zijn voor het vaststellen van de temperatuur van het betreffende schabloon ter plaatse van de lijmrand en dat genoemde meetmiddelen samenwerken met een regelkringloop die zorg draagt voor het regelen van de werking van de infrarode straling leverende middelen in overeenstemming met het verschil tussen de gemeten waarde van de temperatuur en een instelwaarde daarvan.