NL8600581A - Flexibele schuimstofisolatiebuis met daarbij behorende bevestigingsklembeugel. - Google Patents

Description

* * -1- VO 8056

Flexibele schuimstofisolatiebuis met daarbij behorende bevestigings-klembeugel.

De onderhavige uitvinding betreft een flexibele schuimstofisolatiebuis met daarbij behorendé bevestigingsklembeugel.

Schuimstofisolerende buizen worden thans in grote omvang als warmteisolatie voor verwarmings- of koelbuisleidingsystemen ge-5 bruikt. Omdat de schuimstof zelf zeer gevoelig tegen stoten en andere omgevingsinvloeden is, zijn de schuimstofisolerende buizen van een buitenste beschermfolie voorzien of de schuimstofisolerende buizen worden na het opbrengen op de leidingen met beschermfolies omwikkeld.

De wanddiktes van de toegepaste schuimstofisolerende buizen 10 zijn naargelang de gewenste mate van isolerende werking uitgevoerd en omgeven de te isoleren leidingbuis naar alle zijden gelijkmatig. Door de nieuwe verwarmingsinstallatiesvereisten (HVO), welke in juni 1982 van kracht geworden zijn, moet bij een bepaalde Lambda-waarde ( ) de warmteisolatie van buizen een bepaalde dikte hebben. Dit geldt ook 15 in het tussenlaagbereik, doch slechts naar de koude zijde toe. Een voorbeeld hiervoor is de laag van de kelder ten opzichte van het woon-bereik. Volgens de voorschriften van verwarmingsinstallaties moet een isolatie naar de kelder toe, niet echter naar de woonruimte toe aanwezig zijn.

20 Doel van de uitvinding is een flexibele schuimstofisolatie buis ter beschikking te stellen, welke aan de warmteisolerende voorschriften voor tussenlagen voldoet, d.w.z. dat de mate van isolerende werking bijv. naar de kelder groter is dan naar het woonbereik.

Opgelost wordt dit probleem volgens de uitvinding, doordat 25 de inwendige holle ruimte van de schuimstofisolerende buis excentrisch ten opzichte van de buiswand is aangebracht, zodat de langsas van de cylindrische holle binnenruimte evenwijdig verzet ten opzichte van de langsas van de buiswand verloopt. Om er daarbij te zeker van te zijn, dat bij een later aanbrengen in wezen de dikkere zijde van de schuim— 30 stofisolerende buis naar de koudere zijde toe, bijv. de kelderzijde, komt aan te liggen, is de schuimstofisolatiebuis volgens de uitvinding aan deze zijde tenminste iets afgevlakt. Opdat dan de schuimstofisolerende buis met de daarin zich bevindende leidingbuis op de gewenste 1 V/ V ü „ * S ΐ 4 -2- plaats blijft, wordt deze in de op enige afstand van het kelder-plafond bevestigde bevestigingsklembeugels, welke in vorm met de afgevlakte buishelft overeenstemmen, ingeklemd.

Onderwerp van de onderhavige uitvinding is dus een flexibele 5 schuimstofisolatiebuis, met daarbij behorende bevestigingsklembeugel, welke gekenmerkt is, doordat (a) de holle binnenruimte van de buis excentrisch ten opzichte van de buiswand is aangebracht, zodat de langsas van de cylindrische holle binnenruimte evenwijdig verzet ten opzichte van de langsas 10 van de buiswand verloopt, (b) het op een steun in aanraking komende deel van de buis af gevlakt is, en (c) de bevestigingsklembeugel in zijn vorm met de afgedichte buishelft overeenstemt, zodat de afgevlakte buishelft na het indrukken 15 in de bevestigingsklembeugel een stevige houvast in de schuimstof-isolerende buis waarborgt.

Volgens de uitvinding wordt het extra voordeel verkregen, dat ongeacht het aanhouden van de wettelijke warmteisolatievoorschrif-ten kleinere Estrich-hoogten bij in totaal kleinere constructieve 20 hoogte van de warmteisolerende buisleidingsystemen bereikt wordt.

Bij voorkeur heeft de schuimstofisolerende buis een uitwendige beschermmantel, welke in het bijzonder uit een slijtvaste folie, bijv. een uit polyethyleen, polyvinylchloride of polyacrylnitrile bestaat. Uiteraard kan de beschermmantel echter ook door coextrusie 25 of door afschrikken van het opschuimende mengsel in het vormwerktuig gevormd worden. De buitenste beschermmantel is in zoverre van belang, omdat, voordat het Estrich gehouden wordt, een aantal arbeiders over deze isolatie heenloopt en aldus in hoge mate een beschadigings-gevaar aanwezig is.

30 De schuimstofisolatiebuizen volgens de uitvinding zijn bij voorkeur in langsrichting gespleten, waarbij de langsspleet elke willekeurige stand evenwijdig aan de langsas van de buis kan hebben.

De langsspleet kan daarbij de wand van de schuimstof-isolatiebuis geheel of ten dele doordringen. In geval van het slechts ten dele 35 doordringen,kan de spleet voor de montage geheel doorgesneden of doorgescheurd worden. Bij voorkeur is de langssleuf aan de onderzijde i '. i > ·' t -3- Λ £.

van de schuimstofisolatiebuis aangebracht en verloopt in het bijzonder loodrecht in radiale richting vanaf de oplegzij.de naar de langs-as van de schuimstofisolerende buis.

Bij het toepassen van de schuimstofisolatiebuis volgens de 5 uitvinding worden deze hetzij in ongespleten toestand over de te isoleren buis getrokken, dan wel worden de.in langsrichting gespleten schuimstofisolatiebuizen opgeklapt, in de te isoleren buizen geklapt en met kleefband gesloten.

De schuimstofisolatiebuis zelf kan uit elke gewenste schuim-10 kunststof bestaan. Bij voorkeur bestaat deze uit polyethyleen. In plaats van flexibele kunststofschuim kan men uiteraard echter ook een starre schuim toepassen, waarbij het dan in elk geval voordelig is, wanneer de schuimstofisolatiebuis op zodanige wijze in langsrichting gespleten is, als dit in het Duitse octrooischrift 1.266.485 be— 15 schreven is.

De schuimstofisolatiebuis volgens de uitvinding uit stijve bij voorkeur stijve polyurethaanschuimstoffen, met betreffende langs-spleten kan bijv. volgens de in het Duitse octrooi 1.266.485 beschreven methode vervaardigd worden.

20 De flexibele schuimstofisolatiebuizen worden volgens de uit vinding bij voorkeur geëxtrudeerd. De afgevlakte zijde van de schuimstofisolatiebuis kan daarbij direkt tijdens het extrusieproces aangebracht worden, dan wel kunnen de buisvormige extrusieprodukten op de gewenste zijde gezaagd of gefreesd worden.

25 Volgens een bijzonder voordelige produktiemethode voert men het extrusiewerktuig zodanig uit, dat een dubbele schuimstofiso— latiebuis geëxtrudeerd wordt, waarbij de beide schuimstofisolatiebuizen volgens een spiegelvlak in spiegelbeeld ten opzichte van elkaar ge-legen zijn. Na het extruderen worden dan de beide samenhangende iso-30 latiebuizen gescheiden- Op deze wijze wordt vermeden, dat afval ontstaat, hetgeen bij het afzagen, resp. affrezen wel het geval is.

De bevestigingsklembeugels hebben een vorm, welke overeenstemt met de afgevlakte buishelft. De breedte van deze bevestigings-klembeugel is ongeveer 2-3 cm, zodat deze door middel van schroeven 35 of dergelijke tegen het plafond bevestigd kunnen worden. In de praktijk worden daartoe geschikte spijkers in het plafond geschoten. De klem- -4- ► 3 τ beugels zelf bestaan uit kunststof, bijv. polyvinylchloride, of metaal, bijv. aluminium, waarbij zowel de kunststof alsook het metaal stijf of flexibel kunnen zijn. De bevestigingsklembeugels worden bij voorkeur eveneens geëxtrudeerd "en dan op de gewenste breedte gesneden.

5 De uitvinding wordt aan de hand van figuren, welke een bij zondere voorkeursuitvoeringsvorm voorstellen, toegelicht, zonder deze echter te beperken.

Figuur 1 toont een doorsnede door een schuimstofisolatiebuis volgens de uitvinding met afgevlakte buishelft 4 en de excentrisch 10 aangebrachte holle binnenruimte 2, alsmede de langsspleet 9.

Figuur 2 toont in doorsnede de bevestigingsklembeugel volgens de uitvinding, welke in vorm met de afgevlakte buishelft 4 overeenstemt.

Figuur 3 toont in bovenaanzicht de bevestigingsklembeugel 15 volgens de uitvinding met de gaten voor de bevestigingsschroeven, resp. spijkers.

Figuur 4 toont in doorsnede een dubbel isolatiebuisextrusie- produkt, dat na het extruderen volgens het spiegelvlak 7 gescheiden wordt.

20 Betekenis van de verwijzingscijfers 1 Schuimstofisolatiebuis 2 Inwendige holle ruimte van de schuimstofisolatiebuis 1 3 Schuimstof uit kunststof — 4 Afgevlakte buishelft 25 5 Bevestigingsklembeugel 6 Beschermmantel van de schuimstofisolatiebuis 1 7 Spiegelvlak 8 Oplegzijde 9 Langsspleet.

30 * -S "* *►·.

Claims (10)

1. Flexibele schuimstofisolatiebuis met bijbehorende bevestigingsklembeugel, met het kenmerk, dat (a) de inwendige holle ruimte van de buis (2) excentrisch ten op- 5 zichte van de buiswand (3) aangebracht is, zodat de langsas van de cylindrische holle binnenruimte evenwijdig verzet ten opzichte van de langsas van de buiswand (3) verloopt, (b) het aan de onderzijde tot steun komende deel (4) van de buis afgevlakt is en 10 (c) de bevestigingsklembeugel (5) in zijn vorm met de afgevlakte buishelft (4) overeenstemt, zodat de afgevlakte buishelft na het indrukken in de bevestigingsklembeugel (4) een stevig vasthouden van de schuimstofisolatiebuis waarborgt.

2. Schuimstofisolatiebuis volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de buis een uitwendige beschermmantel (6) heeft.

3. Schuimstofisolatiebuis volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de beschermmantel (6) uit een slijtvaste folie, in het bijzonder een folie uit polyethyleen, polyvinylchloride of polyacrylnitrile bestaat.

4. Schuimstofisolatiebuis volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de beschermmantel (6) door coextrusie gevormd is.

5. Schuimstofisolatiebuis volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de beschermmantel (6) tijdens het extruderen van de schuimstofwand uit de te verschuimen kunststofmassa gevormd is,

6. Schuimstofisolatiebuis volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de schuimstofwand uit een kunststofschuim bestaat, bij voorkeur uit polyethyleen.

7. Schuimstofisolatiebuis volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat deze in langsrichting gespleten is, waarbij de langs- 30 spleet (9) de wand van de schuimstofisolatiebuis vanaf de oplegzijde (8) in radiale richting evenwijdig aan de langsas van de buis geheel of ten dele doordringt.

8. Bevestigingsklembeugel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bevestigingsklembeugel (5) uit een kunststof, bij voor- 35 keur polyvinylchloride of een metaal, bij voorkeur aluminium, bestaat, waarbij de kunststof en het metaal flexibel of stijf kunnen zijn.

9. Werkwijze voor het vervaardigen van flexibele schuimstof— -6— J \J V isolatiebuizen (1), met het kenmerk, dat men de schuimstofisolerende buis (1) in spiegelbeeldvorm als dubbele schuimstofisolatiebuis (7) extrudeert en- voor of na het extruderen volgens het spiegelvlak scheidt, zodat men door middel van een extrusieproces het dubbele 5 aantal schuimstofisolatiebuizen verkrijgt.

10. Werkwijze volgens conclusies 8 en 9, met het kenmerk, dat men de schuimstofisolatiebuis (1) door het op lengte brengen van een langssleuf (9) voorziet, welke de wand van de schuimstofisolatiebuis vanaf de oplegzijde (8) in radiale richting evenwijdig 10 aan de langsas van de buis geheel of ten dele doordringt.