NL8502344A - Detergent-verzachtersamenstellingen voor de wascyclus met heet water. - Google Patents

Detergent-verzachtersamenstellingen voor de wascyclus met heet water. Download PDF

Info

Publication number
NL8502344A
NL8502344A NL8502344A NL8502344A NL8502344A NL 8502344 A NL8502344 A NL 8502344A NL 8502344 A NL8502344 A NL 8502344A NL 8502344 A NL8502344 A NL 8502344A NL 8502344 A NL8502344 A NL 8502344A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
composition
carbon atoms
alkyl
formula
detergents
Prior art date
Application number
NL8502344A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Colgate Palmolive Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Colgate Palmolive Co filed Critical Colgate Palmolive Co
Publication of NL8502344A publication Critical patent/NL8502344A/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/66Non-ionic compounds
    • C11D1/835Mixtures of non-ionic with cationic compounds
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/88Ampholytes; Electroneutral compounds
    • C11D1/94Mixtures with anionic, cationic or non-ionic compounds
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/02Anionic compounds
    • C11D1/04Carboxylic acids or salts thereof
    • C11D1/10Amino carboxylic acids; Imino carboxylic acids; Fatty acid condensates thereof
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/38Cationic compounds
    • C11D1/62Quaternary ammonium compounds
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/66Non-ionic compounds
    • C11D1/72Ethers of polyoxyalkylene glycols
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/88Ampholytes; Electroneutral compounds
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C11ANIMAL OR VEGETABLE OILS, FATS, FATTY SUBSTANCES OR WAXES; FATTY ACIDS THEREFROM; DETERGENTS; CANDLES
    • C11DDETERGENT COMPOSITIONS; USE OF SINGLE SUBSTANCES AS DETERGENTS; SOAP OR SOAP-MAKING; RESIN SOAPS; RECOVERY OF GLYCEROL
    • C11D1/00Detergent compositions based essentially on surface-active compounds; Use of these compounds as a detergent
    • C11D1/88Ampholytes; Electroneutral compounds
    • C11D1/90Betaines

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Oil, Petroleum & Natural Gas (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Detergent Compositions (AREA)
  • Treatments For Attaching Organic Compounds To Fibrous Goods (AREA)

Description

VO 7357
Titel: Detergent-verzachtersamenstellingen voor de wascyclus met heet water.
De uitvinding heeft betrekking op een samenstelling en een werkwijze voor het reinigen en zachtmaken van weefsels in de wascyclus van een wasbewerking. Meer in het bijzonder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op verzachtersamenstellingen die geschikt zijn voor toepas-5 sing in de wascyclus van een wasbewerking, in het bijzonder onder toepassing van heet water, welke samenstellingen een in water onoplosbare kationogene quatemaire ammoniumverbinding als zachtmakend middel en een nonionogene surfactant met een troebelingspunt beneden de wastemperatuur en een amfotere surfactant voor verhoging van het troebelingspunt van 10 de samenstellingen tot boven de wastemperatuur omvatten.
Samenstellingen die bruikbaar zijn voor het behandelen van weefsels voor het verbeteren van de zachtheid en aanvoeleigenschappen daarvan, zijn op zichzelf bekend.
Bij gebruik in huishoudelijke wasbewerkingen, worden de weefsel-15 verzachters normaal aan het spoelwater toegevoegd tijdens de spoelcyclus met een duur van slechts ongeveer 2-5 minuten. De gebruiker moet derhalve de wasbewerking volgen of andere voorzorgsmaatregelen te nemen zodat de weefselverzachter op het juiste moment wordt toegevoegd. Hiervoor is nodig dat de gebruiker naar de wasmachine terugkeert vlak voor of tij-20_ dens het begin van de spoelcyclus van de wasbewerking, hetgeen voor de gebruiker natuurlijk belastend is. Bovendien moet er speciaal op worden gelet dat een'juiste hoeveelheid van de weefselverzachter wordt gebruikt, teneinde een overdosering te vermijden die de kledingstukken waterafstotend kan maken door afzetting van een vettige film op het oppervlak 25 van het weefsel, en een bepaalde mate van vèrgeling van de weefsels kan veroorzaken.
Als een oplossing voor de bovenstaand vermelde problemen is het bekend om weefselverzachters te gebruiken die verenigbaar zijn met gebruikelijke wasdetergents zodat de verzachters met de detergents kunnen 30 worden gecombineerd in een enkele verpakking om tijdens de wascyclus van de wasbewerking te gebruiken. Voorbeelden van dergelijke aan de wascyclus toegevoegde weefselverzachtersamenstellingen worden beschreven .J02 344 , ‘ *' * - 2 - in de Amerikaanse octrooischriften 3.351.438, 3.660.286 en 3.703.480.
In het algemeen bevatten deze wascyclusweefselverzachtersamenstellingen een kationogene quatemaire ammoniumweefselverzachter en additionele ingrediënten die de verzachtende verbindingen verenigbaar maken met de 5 gebruikelijke wasdetergents.
Het is echter ook bekend dat de aan de wascyclus als een ingrediënt in een detergent-verzachtersamenstelling of als een wascyclus-verzachter toegevoegde kationogene verzachterverbindingen storend werken op de heldermakende werkzaamheid alsook de reinigingskracht van het 10 detergent. Bijgevolg heeft men getracht om deze storende invloed in .
detergent-verzachtersamenstellingen in enige mate te verkleinen door gebruik te maken van nonionogene surfactants, grote hoeveelheden helder-. makende verbindingen, carboxymethylcellulose, antivergelingsverbindingen, blauwmiddelen, enz. Er is echter weinig verbetering bereikt in was-15 cyclusverzachtersamenstellingen waarin een grote verscheidenheid van detergents waarvan de meeste anionogeen zijn, wordt gebruikt.
Er zijn echter ook veel publikaties die betrekking hebben op detergentsamenstellingen welke kationogene verzachtingsmiddelen bevatten, met inbegrip van de quatemaire ammoniumverbindingen als verzachter-20 middelen, en nonionogene oppervlakteactieve verbindingen. Representatieve voorbeelden hiervan zijn de Amerikaanse octrooischriften 4.264.457, 4.239.659, 4.259.217, 4.222.905, 3.951.879, 3.360.470, 3.351.483, 3.644.203, enz. Bovendien tonen de Amerikaanse octrooischriften 3.537.993, 3.583.912, 3.983.079, 4.203.872 en 4.264.479 in het bijzonder 25 combinaties van nonionogeen oppervlakteactief middel, kationogene weefselverzachter en een andere ionogene surfactant of modificerings-middel, zoals twee twitterionogene surfactants, amfotere surfactants en dergelijke.
Hoewel veel van deze bekende samenstellingen onder veel verschil-30 lende omstandigheden bevredigende reiniging en/of verzachting geven, hebben zij toch nog de nadelen dat ze geen adequate verzachting geven - bijvoorbeeld vergelijkbaar met aan de spoelcyclus toegevoegde ver-zachters - in het bijzonder onder condities waarbij met heet water wordt gewassen, d.w.z. bij temperaturen van 60°C en hoger; dat ze de 35 vorming van complexen van de kationogene verbinding vereisen; dat ze ~;; * l o 4 4 V I - - 3 - gebruik maken van in water oplosbare, bijvoorbeeld mono-hoge alkyl-quatemaire ammonium kationogene verbindingen met minder goede verzafchter-eigenschappen; dat ze beperkt zijn tot vloeibare samenstellingen; enz.
Hoewel het voor hedendaagse wasmiddelsamenstellingen en voor 5 conventionele automatische huishoudwasmachines, in het bijzonder in de Verenigde Staten, niet ongewoon is dat men vervuilde kledingstukken onder toepassing van koud of warm waswater kan wassen/reinigen, in het bijzonder voor gevoelige weefsels, was-draagweefseis, permanente-persweefseis, en dergelijke, is niettemin duidelijk dat voor een meer 10 effectieve reiniging (verwijdering van vuil) hogere wastemperaturen vereist zijn. Verder werken in Europa en in andere landen de huishoudwasmachines bij hoge temperaturen van 60°C of meer, tot aan het kookpunt van het waswater. Hoewel deze hoge temperaturen gunstig zijn voor de vuilverwijdering, zijn ze niet even gunstig voor de verzachtende werking.
15 De onderhavige uitvinders hebben gevonden dat de verzachtende werking van een detergentsysteem dat gebaseerd is op een mengsel van een nonionogene detergentverbinding en een kationogene quaternaire amroonium-verbinding als wëefselverzachtend middel in significante mate wordt vergroot door gebruik te maken van een beperkte groep van nonionogene ver-20 bindingen, die troebelingspunten boven de wastemperatuur bezitten.
Verder wordt deze versterking van de verzachtende werking gerealiseerd zonder enige of tenminste zonder enige significante verslechtering van de waswerking (d.w.zi. reinigende werking) . Deze vondst vormt de basis voor een met deze aanvrage samenhangende aanvrage van aanvraagster, 25 van gelijke of nagenoeg gelijke indieningsdatum, en welke getiteld is "Wascyclus detergent-verzachter samenstellingen", waarvan de inhoud hier in zijn geheel door verwijzing daarnaar opgenomen moet worden geacht.
De onderhavige uitvinders hebben ook gevonden dat het troebelings-punt van nonionogene surfactants met troebelingspunten beneden 60 °C tot 30 boven 60°C kunnen worden verhoogd door in de detergentsamenstellingen een amfotere surfactant op te nemen. Ook is gevonden dat de gemengde nonionogene/amfotere surfactantmengsels verenigbaar zijn met in water onoplosbare kationogene quaternaire ammoniumverbindingen als weefsel-verzachters, zoals dimethyldistearylammoniumchloride (DMDSAC) en de 35 verzachtende werking van de kationogene weefselverzachters in dezelfde .; :i ft % L\ k 1 rL. - * . i ί - 4 - mate vergroten als de nonionogene verbindingen met hoog troebelingspunt die zelf troebelingspunten boven de wastemperatuur bezitten. Ook is thans ' gevonden dat het gemengde nonionogene/amfotere surfactantsysteem, zelfs in tegenwoordigheid van de kationogene weefselverzachter, synergistisch 5 werken waarbij verrassenderwijze een betere reinigende werking wordt verkregen dan dezelfde of grotere hoeveelheden van elk van de twee surfactants geven wanneer ze in afwezigheid van de ander worden gebruikt.
Een verband tussen de reinigende werking en het troebelingspunt van een nonionogeen/kationogeen detergentmengsel is bekend uit het 10 Amerikaanse octrooischrift 4.222.905 van Cockrell, Jr. en het Amerikaanse octrooischrift 4.259.217 van Murphy. Meer in het bijzonder wordt in kolom 5, regels 40-61 van laatstgenoemde octrooischrift het volgende opgemerkt: "Werkwijzen voor het wassen van weefsels met de samenstellingen volgens 15 de onderhavige uitvinding die een betere verwijdering van vettig en olieachtig vuil en voordelen voor de verzorging van weefsels geven, worden hierin beschreven. In deze werkwijzen worden de wasmiddelsamen-stellingen gebruikt onder zodanige temperatuursomstandigheden dat de waterige wasoplossing bij of vlakbij (d.w.z. binnen ongeveer 20°C 20 daarvan) het troebelingspunt (d.w.z. de temperatuur waarbij een aan nonionogeen surfactantrijke fase zich in de wasoplossing afscheidt) van het nonionogene/kationogene surfactantmengsel is. Dit kan bij voorkeur worden gerealiseerd door de nonionogene/kationogene surfactant-mengsels zodanig samen te stellen dat hun troebelingspunt tussen onge-25 veer 0 en 95°C, in het bijzonder ongeveer 10-70°C, in het bijzonder tussen ongeveer 20 en 70°C, vooral tussen ongeveer 30 en ongeveer 50°C ligt. Tijdens de wasbewerking wordt de temperatuur van de wasoplossing in dit temperatuurbereik gehouden en binnen 20°C van de temperatuur van het troebelingspunt. De werking wordt verder verbeterd wanneer de 30 temperatuur van de waterige wasoplossing binnen ongeveer 15°C, liever binnen ongeveer 10°C van de temperatuur van het troebelingspunt van het nonionogene/kationogene surfactantmengsel is gelegen."
Kennelijk is de eis om bij wastemperaturen te werken die bij of beneden de temperatuur van het troebelingspunt is gelegen, gebaseerd op 35 de premise dat het troebelingspunt van het surfactantmengsel in het was- 350 2 3 4 4 » * - 5 - water correspondeert met de temperatuur waarbij micellen van het opper-vlakteactieve middel in zodanige mate aggregeren dat deze aggregaten zo groot worden dat ze uit de oplossing komen en van daar de waargenomen troebeling. Een verdere temperatuurstijging zal leiden tot een volledige 5 fasescheiding van een water en het nonionogene surfactant en bijgevolg zal de detergerende werking op de vervuilde weefsels en het totale reinigingsvermogen verloren gaan.
Hoewel in het laatstgenoemde Amerikaanse octrooischrift wordt opgemerkt dat de nonionogene/kationogene mengsels "afhankelijk van de 10 identiteit en concentratie van de kationogene componenten ..... de op zichzelf voor dergelijke kationogene stoffen bekende voordelen, bijvoorbeeld ..... verzachtende werkingen voor textiel, " kunnen geven, is het echter desondanks duidelijk dat er geen sprake was van een inzicht of suggestie dat de verzachtende werkingen van de kationogene stoffen 15 op zichzelf door gebruik van bepaalde nonionogene stoffen met hoge troebelingspunten in significante mate kunnen worden verbeterd. Terwijl in de genoemde Amerikaanse octrooischriften een verband wordt geleerd tussen het troebelingspunt van het nonionogene/kationogene mengsel, de wastemperatuur, en de reinigende werking, is dus nu gevonden dat het 20 het verband tussen het troebelingspunt van de nonionogene stof alleen * (of de nonionogene stof en eventuele in het waswater aanwezige elektro lyten) en de wastemperatuur is dat de verzachtende werking van de in water onoplosbare kationogene quatemaire ammoniumverbindingen als verzachtende middelen beïnvloedt. In tegenstelling tot de eis volgens de 25 onderhavige uitvinding om nonionogene stoffen te gebruiken met hoge troebelingspunten (d.w.z. boven ongeveer 60°C, in het bijzonder boven ongeveer 90°C, allerliefst boven ongeveer 100°C), worden in de beide laatstgenoemde Amerikaanse octrooischriften nonionogene surfactants geprefereerd met betrekkelijk lage troebelingspunten. Daarom zijn de 30 nonionogene surfactants die in de in deze octrooischriften beschreven samenstellingen worden gebruikt, vetalkoholen die geëthoxyleerd zijn met ten hoogste 12 mol ethyleenoxide, bij voorkeur ten hoogste 9 mol ethyleenoxide, en met hydrofiele-lipofiele balans (HLB) waarden van ongeveer 5-17, bij voorkeur ongeveer 6-15.
35 Het was derhalve volledig onverwacht dat de verzachtende werking / f.
V · - 6 - » , van de kationogene verzachter in dramatische mate kon worden verbeterd zonder vermindering en in feite met verbetering van de reinigende werking van het nonionogene surfactant, door gebruik te maken van een gemengd systeem van nonionogene/amfotere surfactants die een troebelings-5 punt boven de wastemperatuur hebben.
Het was op basis van deze vondst dat de onderhavige uitvinding werd gedaan en voltooid.
Een doel van de onderhavige uitvinding is derhalve om de verzachtende werking van detergentsamenstellingen die quaternaire ammoniumver-10 binding-verzachtende middelen en nonionogene detergentverbindingen be vatten, te verbeteren zonder significant nadelige beïnvloeding van de totale reinigende eigenschappen.
Een ander doel van de uitvinding is om in significante mate zowel de verzachtende werking als de reinigende werking van een detergent-15 verzachtersamenstelling te versterken, die water onoplosbare kationogene weefselverzachterverbindingen en nonionogene surfactants met een troebe-lingspunt beneden 60°C bevatten, indien gebruikt voor het wassen van vervuilde weefsels in water bij een temperatuur van tenminste 60°C.
Deze en andere doeleinden van de uitvinding die uit de volgende 20 beschrijving duidelijk zullen worden, worden bereikt door een wasmiddel-samenstelling te verschaffen die geschikt is voor het wassen van vervuilde weefsels in een waterige wasvloeistof bij een verhoogde temperatuur van tenminste ongeveer 60°C tot aan de kooktemperatuur van ongeveer 100°C, welke wasmiddelsamenstelling een nonionogeen oppervlakteactief 25 middel met een troebelingspunt beneden de verhoogde temperatuur, · een s in water onoplosbare kationogene quaternaire ammoniumverbinding als weefselverzachter en een amfotere surfactant in een voldoende hoeveelheid om het troebelingspunt van de samenstelling te verhogen tot een hogere temperatuur dan de verhoogde temperatuur, omvat. In de voorkeurs-30 uitvoeringsvorm zal de detergentsamenstelling tenminste één additioneel detergent additief bevatten, gekozen uit detergentbuilders, verdikkers, middelen tegen hernieuwde afzetting, corrosie inhibitors, bleekmiddelen, enzymen, kleurstoffen, blauwmiddelen, optische heldermakers, parfums, en dergelijke.
35 De nonionogene stoffen die gebruikt kunnen worden, worden alleen 8502 344 * « - 7 - beperkt door hun oplosbaarheid in water en door de temperatuur van hun troebelingspunt.
Geschikte nonionogene oppervlakteactieve middelen zijn in de handel verkrijgbaar en zijn afgeleid van de condensatie van een alkyleen-5 oxide of equivalente reactant en een hydrofoob materiaal met reactieve waterstofatomen. De hydrofobe organische verbindingen kunnen alifatisch, aromatisch of heterocyclisch zijn, hoewel de eerste twee klassen de voorkeur hebben. De geprefereerde types hydrofobe materialen zijn hogere alifatische alkoholen en alkylfenolen, hoewel andere kunnen worden ge-10 bruikt zoals carbonzuren, carboxamiden, mercaptanen, sulfonamiden, enz.
De ethyleenoxidecondensaten met hogere alkylfenolen of hogere vetalkoho-len vertegenwoordigen voorkeursklassen van nonionogene verbindingen. Gewoonlijk zal de hydrofobe groep tenminste ongeveer 6 koolstofatomen bevatten, en bij voorkeur tenminste ongeveer 8 koolstofatomen, en kan 15 hij zelfs wel ongeveer 50 koolstofatomen of meer bevatten, waarbij een voorkeursgebied ligt bij ongeveer 8-22 koolstofatomen, in het bijzonder 10-18 koolstofatomen voor de alifatische alkoholen en 12-20 koolstof-atomen voor de hogere alkylfenolen. De hoeveelheid alkyleenoxide zal in aanzienlijke mate variëren afhankelijk van de hydrofobe stof, maar 20 als algemene richtlijn en regel zullen ongeveer 3 mol alkyleenoxide per mol hydrofobe stof tot ongeveer 14 mol alkyleenoxide per mol hydrotroop de vereiste wateroplosbaarheid, reinigende werking en temperaturen van troebelingspunt van minder dan ongeveer 60°C geven.
De geprefereerde nonionogene surfactants kunnen derhalve worden 25 voorgesteld door
Formule I volgens het formuleblad.
waarin R een primaire of secundaire alkylketen met ongeveer 8-22 koolstof atomen is en n een gemiddelde is van 3-14, bij voorkeur 4-12, in het bijzonder 6-11; of 30 Formule II volgens het formuleblad waarin R' een primaire of secundaire alkylketen met 4-12 koolstofatomen is en m een gemiddelde van 3-14, bij voorkeur 4-12, in het bijzonder 6-11 is.
8502344 * * * - 8 -
De geprefereerde alkoholen waaruit de verbindingen met formule I worden bereid, omvatten lauryl, myristyl, cetyl, stearyl en oleyl, alsmede mengsels daarvan. Bijzonder geprefereerde waarden van R zijn C.n tot C waarbij de C.0 tot C alkyls en mengsels daarvan bijzondere 1U 18 15 5 voorkeur hebben.
De geprefereerde waarden van R' zijn tot C^r waarbij en C^, met inbegrip van octyl, isooctyl en nonyl bijzondere voorkeur hebben.
Typerende voorbeelden van een nonionogene verbinding met formule I zijn laurylalkohol, gecondenseerd 5 of 7 of 11 mol ethyleenoxide. Een 10 typerend voorbeeld van een nonionogene verbinding met formule II is isooctylfenol of nonylfenol, gecondenseerd met 3-8 mol ethyleenoxide.
Andere nonionogene verbindingen die gebruikt kunnen worden, omvatten de polyoxyalkyleenesters van de organische zuren zoals de hogere vetzuren, de terpentijnharszuren, talloliezuren, zuren van aardolie-15 oxidatieprodukten enz. Deze esters zullen gewoonlijk ongeveer 10 tot ongeveer 22 koolstofatomen in de zuurgroep hebben en ongeveer 3 tot ongeveer 12 mol ethyleenoxide of een equivalent daarvan bevatten.
Weer andere nonionogene surfactants zijn de alkyleenoxideconden-saten met de hogere vetzuuramiden. De vetzuurgroep zal in het algemeen 20 ongeveer 8 tot ongeveer 22 koolstofatomen bevatten en zal bij voorkeur gecondenseerd zijn met ongeveer 3 tot ongeveer 12 mol ethyleenoxide.
De corresponderende carboxamiden en sulfonamiden kunnen eveneens worden gebruikt als zijnde nagenoeg equivalente middelen.
De hoeveelheid nonionogene stof zal gewoonlijk de minimale hoe-25 veelheid zijn die hij toevoeging van het waswater samen met de amfotere surfactant een adequate reinigende werking zal geven. In het algemeen kunnen hoeveelheden variërend van ongeveer 0,5 tot ongeveer 20%, bij voorkeur vanaf ongeveer 1 tot ongeveer 15% en in het bijzonder bij voorkeur vanaf ongeveer 1 tot ongeveer 10 gew.% van de samenstelling 30 worden gebruikt.
De samenstellingen volgens de onderhavige uitvinding zijn primair bestemd voor gebruik in verband met huishoudelijke en commerciële wasmachines die bij verhoogde wastemperaturen werken, in het bijzonder bij watertemperaturen boven ongeveer 60°C, bij* voorkeur boven 80°C en 35 in het bijzonder bij voorkeur bij de kooktemperatuur, d.w.z. bij 100°C
6502344 t « - 9 - of hoger. Natuurlijk kunnen echter deze samenstellingen, hoewel ze bijzonder effectief zijn wanneer ze bij deze verhoogde wastemperaturen worden gebruikt, ook hun betere verzachtende werking tot uiting brengen bij lagere temperaturen beneden 60°C en lager tot ongeveer 20°C of lager.
5 Wanneer de samenstellingen worden samengesteld voor gebruik bij wastemperaturen over een breed bereik van zeg bijvoorbeeld 20 tot 60°C, alsook bij hogere temperaturen zodat ze zeer geschikt zijn voor een breed bereik van weefsels met inbegrip van delicate en natuurlijke en synthetische vezels, alsmede meer temperatuurongevoelige weefsels, zoals 10 katoen enz., kan de nonionogene/amfotere combinatie en verhouding zodanig worden gekozen dat een troebelingspunt wordt verkregen dat de waswatertemperatuur met tenminste ongeveer 20°C overschrijdt, bijvoorbeeld een troebelingspunt van de samenstelling in het bereik van 80 tot 90°C.
Wanneer de samenstelling echter wordt ontworpen om in beginsel bij ver-15 hoogde wastemperaturen van 60°C en hoger te worden gebruikt, zoals in Europa meestal het geval is, alsook wanneer industriële wasmachines worden gebruikt, dan zal de samenstelling aanzienlijk hogere troebelings-punten hebben, bijvoorbeeld tot aan ongeveer 50°C boven de wastemperatuur. Voor een wastemperatuur van 60°C, dient de nonionogene/amfotere combina-20 tie derhalve een troebelingspunt van tenminste ongeveer 65°C, bij voorkeur tenminste ongeveer 70°C en hoger tot ongeveer 90°C, te bezitten, bij voorkeur in het bereik van ongeveer 70-85°C. Voor waswatertemperaturen van 100°C, wordt het troebelingspunt van de samenstelling gekozen in het bereik van ongeveer 105°C tot ongeveer 150°C, bij voorkeur 105-120eC.
25 De hier gebruikte term troebelingspunt duidt op de temperatuur waarbij een grafiek waarin de lichtverstrooiingsintensiteit van de samenstellingen is uitgezet tegen de temperatuur van de wasoplossing, een scherpe stijging naar zijn maximum waarde begint te vertonen om de volgende experimentele condities: 30 De lichtverstrooiingsintensiteit wordt gemeten met behulp van een model VM-12397 Photogoniodifussometer, vervaardigd door de Société Frangaise d'instruments de controle et d'analyses, France (dit instrument wordt hierna verder aangeduid als SOFICA). De monstercel van de SOFICA en het deksel daarvan worden gewassen met hete aceton, en gelegenheid 35 gegeven om te drogen. Het surfactantmengsel wordt bereid en met gedestilleerd water in oplossing gebracht in een concentratie van 1000 dpm.
8502 34 4 ψ 4 , - 10 -
Een monster van ongeveer 15 ml van de oplossing wordt in de monstercel gebracht, gebruikmakend van een injectiespuit met een 0,2 urn nucleopoor filter. De naald van de spuit wordt door het deksel van de monstercel geleid zodat het inwendige van de cel niet blootgesteld wordt aan stof 5 uit de atmosfeer. Het monster wordt in een variabel temperatuurbad gelaten, en zowel het bad als het monster werden aan constant roeren onderworpen. Het bad wordt verwarmd met behulp van de opwarmer van de SOFICA en afgekoeld door de toevoeging van ijs (opwarmingssnelheid 1°C/ minuut); de temperatuur van het monster wordt bepaald door de temperatuur 10 van het bad. De lichtverstrooingsintensiteit (een hoek van 90°) van het monster wordt daarna bij verschillende temperaturen bepaald, waarbij een groen filter en geen polarisator in de SOFICA wordt gebruikt.
In de onderhavige uitvinding worden troebelingspuntmetingen voor zowel oplossingen van het nonionogene/amfotere materiaal (tegen 1 gew.%) 15 in gedestilleerd als in water dat 10% NaCL bevat, uitgevoerd, hoewel laatstgenoemde oplossing in het algemeen de hoeveelheid zouten en elek-. trolyten die bij normaal gebruik feitelijk optreden ver overtreft.
Wanneer derhalve het troebelingspunt van het nonionogene/amfotere systeem gemeten in 10%-ige NaCl oplossing, aan het troebelingspuntvereiste volgens 20 de uitvinding voldoet, zal het geen probleem zijn om samenstellingen te formuleren die zeer hoge concentraties builderzouten en andere elektrolyten, bijvoorbeeld tot aan ongeveer 85% van de samenstelling, bevatten.
In dit opzicht is bekend dat de temperatuur van het troebelings-25 punt voor een bepaalde samenstelling in de wasoplossing afhangt van de fysische ""en chemische eigenschappen (zoals CMC en oplosbaarheid) van de kationogene, nonionogene/amfotere en additionele componenten die in die samenstelling aanwezig zijn, en verlaagd zal worden door vergroting van de lengten van de alkylketens van de nonionogene oppervlakteactieve 30 verbinding, door verkleining van de ethoxyleringsgraad van de nonionogene component, of door toevoeging van elektrolyten zoals fosfaten, polyfosfaten, perboraten, carbonaten, sulfaten, enz., in het bijzonder in relatief kleine hoeveelheden (bijvoorbeeld vanaf ongeveer 1 tot ongeveer 15% van een bepaalde samenstelling).
35 Omdat in de uitvinding in water onoplosbare kationogene verzach- r· -·» s’» *7 1 3.
M S ϊϊ V A A
Mf UiO W Λ « - 11 - terverbindingen worden gebruikt, zullen de kationogene stoffen nagenoeg geen enkel effect hebben op het troebelingspunt van de totale samenstelling. Omdat de in de uitvinding toegepaste kationogene verzachter-verbindingen in water onoplosbaar zijn, is de temperatuur van het troe-5 belingspunt van de totale samenstelling in feite zeer lastig te meten omdat de mengsels van nature wat troebel zijn. Daarom wordt het troebelingspunt van het nonionogene, en nonionogene/amfotere mengsel, met of zonder toevoeging van elektrolyten, bepaald in afwezigheid van de kationogene verbinding, en aldus verkrijgt men een voldoend nauwkeurige 10 meting van het troebelingspunt van de totale samenstelling met inbegrip van het kationogene materiaal.
Voor wastemperaturen vanaf ongeveer 60 tot ongeveer 70°C, zullen alle onderstaand beschreven nonionogene surfactants, die echter ge-ethoxyleerd zijn met tenminste 15 mol ethyleenoxide, in het algemeen 15 15 tot 30 mol ethyleenoxide, troebelingspunten geven boven de wastempe raturen, en in staat zijn om een verbeterde verzachtende werking te geven zonder het amfotere surfactant.
Voor hogere wastemperaturen van 71°C tot 100°C, in het bijzonder 80 tot 100°C echter, hebben alleen de in hogere mate geëthoxyleerde 20 surfactants, bijvoorbeeld 25 tot 30 mol ethyleenoxide per mol hydrofoob, bijvoorbeeld de C -CQ alkylfenolen die geëthoxyleerd zijn met 25 tot 8 y 30 mol, in het bijzonder 28 tot 30 mol en allerliefst ongeveer 30 mol ' ethyleenoxide, voldoend hoge troebelingspunten om een verbeterde verzachtende werking zonder het amfotere materiaal te verschaffen.
25 Hoewel detergentsamenstellingen gebaseerd op de nonionogene surfactants met hoge troebelingspunt een verbeterde verzachtende werking kunnen geven, zoals beschreven in de eerdervermelde samenhangende octrooiaanvrage, ondervinden deze samenstellingen vaak een geringe verslechtering van de renigende werking. Bovendien zijn de in hoge mate 30 geëthoxy leerde nonionogene materialen duurder en minder gemakkelijk in de handel verkrijgbaar dan de in de onderhavige uitvinding toegepaste nonionogene materialen met lage troebelingspunten.
Deze nadelen van onze eerdere vondst worden in de onderhavige uitvinding vermeden omdat de toevoeging van het amfotere surfactant 35 het gébruik mogelijk maakt van de minder dure en gemakkelijk in de S5C2 344 - 12 - handel verkrijgbare nonionogene materialen met troebelingspunten beneden 60°C, en met hydrofiele-lipofiele balanswaarden (HLB) van ongeveer 5 tot ongeveer 17? aanzienlijk lagere hoeveelheden totale surfactants vereist voor het bereiken van een equivalente of superieure reinigende werking? 5 en het troebelingspunt van de samenstelling verhoogt boven de gekozen wastemperatuur waardoor de verzachtende werking van de kationogene weefselverzachter wordt versterkt.
Thans is gevonden dat voor alle nonionogene materialen het troebelingspunt met wel ongeveer 40°C, in het algemeen ongeveer 5 - 20 °C 10 kan worden verhoogd door aan de samenstelling een amfotere oppervlakte-actieve verbinding toe te voegen, bijvoorbeeld een amfotere carboxyethy-leerde hogere vetalkyl (bijvoorbeeld coco) imidazolineverbinding, in het algemeen in een hoeveelheid van ongeveer 1 tot 20%, bij voorkeur 1 tot 15%, liever nog ongeveer 1 tot 10%, betrokken op het gewicht van 15 de samenstelling.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, die bijzonder geschikt is voor het wassen van vervuilde weefsels in een waterhoudend waswater bij een verhoogde temperatuur in het bereik van ongeveer 80 tot 100°C, omvat de detergentsamenstelling naast een nonionogeen surfactant 20 met formule I of formule II en de in water onoplosbare kationogene quaternaire ammoniumverbinding als weefselverzachter met formule III of formule IV, een amfoteersurfactant in een hoeveelheid, die voldoende is om het troebelingspunt van de samenstelling te verhogen tot boven de verhoogde temperatuur van 80 tot 100°C, liefst boven ongeveer 105°C.
25 Zonder aan een bepaalde werkingstheorie te willen worden gebonden, is de hypothese dat de amfotere en nonionogene surfactant gemengde micellen vormen die beter oplosbaar zijn dan micellen welke uit de nonionogene materialen alleen zijn gevormd. Deze gemengde micellen geven een grotere weerstand tegaide vorming van voldoend grote aggrega-30 ten om uit oplossing te komen, waardoor de temperatuur van het troebelingspunt wordt verhoogd.
Vrijwel alle bekende amfotere surfactants kunnen worden gebruikt om het troebelingspunt van de nonionogene surfactants/kationogene weefselverzachter samenstelling te verhogen.
35 Voorbeelden van geschikte amfotere detergents zijn die welke
SjB Λ ft * Λ ? 002^4^ - 13 - zowel de anionogene als kationogene groep bevatten met een hydrofobe organische groep, die bij voorkeur een hogere alifatische groep is, bijvoorbeeld met ongeveer 10-20 koolstofatomen. Daartoe behoren de N-lange keten alkylaminocarbonzuren [bijvoorbeeld met de formule ER^NR'COOM]; 5 N-lange keten alkyliminodi-carbonzuren (bijvoorbeeld met de formule RN(R'COOM)2) en N-lange keten alkylbetaines (bijvoorbeeld met de formule RR^R^N* -R'COO ) waarin R een alkylgroep met lange keten is, bijvoorbeeld met ongeveer 10-20 koolstofatomen, R' een tweewaardige groep is die de amino en carboxyldelen van een aminozuur met elkaar 10 verbindt (bijvoorbeeld een alkyleengroep met 1-4 koolstofatomen), M waterstof of een zoutvormend metaal is, ^ een waterstofatoom of een andere eenwaardig gesubstituent voorstelt (bijvoorbeeld methyl of een andere lage alkylgroep), en en R^ eenwaardige substituenten zijn, die via koolstof-stikstofverbindingen met het stikstofatoom zijn ver-15 bonden (bijvoorbeeld methyl of een andere lage alkylsubstituent).
Voorbeelden van specifieke amfotere detergents zijn N-alkyl-beta amino-propionzuren; N-alkyl-beta-iminodipropionzuren en N-alkyl, N,N-dimethyl-glycine; de alkylgroep kan bijvoorbeeld afgeleid zijn van cocovetalkohol, laurylalkohol, myristylalkohol (of een lauryl-myristylmengsels), gehy-20 drogeneerde tallalkohol, cetyl, stearyl of mengsels van dergelijke alko-holen. De gesubstitueerde aminopropion- en iminodipripionzuren worden vaak geleverd in de vorm van natriumzouten of andere zouten, die eveneens in de praktijk van de uitvinding kunnen worden gebruikt. Voorbeelden van andere amfotere detergents zijn vetimidazolines zoals die welke bereid 25 worden door een vetzuur met lange keten (bijvoorbeeld met 10-20 koolstof-atomen) te laten reageren met diethyleentriamine en monohalogeencarbon-zuren met 2-6 koolstofatomen, bijvoorbeeld l-coco-5-hydroxyethyl-5-carboxyethylimidazoline; betaines die een sulfonzuurgroep in plaats van een carbonzuurgroep bevatten; betaines waarin de lange ketensubstituent 30 met de carbonzuurgroep verbonden is zonder een daartussen gelegen stikstofatoom, bijvoorbeeld inwendige zouten van 2-trimethylaminovetzuren zoals 2-trimethylaminolaurinezuur, en verbindingen van een van de eerder-vermelde types waarin het stikstofatoom vervangen is door fosfor.
Een specifieke klasse van amfotere surfactants zijn de complexe 35 vetamidosurfactants met de algemene formule V (zie het formuleblad) SS-0 2 3 4 4 - 14 - waarin R een rechte of vertakte, verzadigde of onverzadigde alifatische groep met 12-18 koolstofatomen voorstelt (bijvoorbeeld lauryl, trideyl, tetradecyl, pentadecyl, palmityl, heptadecyl, stearyl, tall, coco, soja, 1 2 oleyl, linoleyl) , R en R elk onafhankelijk van elkaar een tweewaardige 5 alifatische koolwaterstofgroep met 2-5 koolstofatomen voorstellen (bijvoorbeeld methyleen, ethyleen, propyleen, butyleen, 2-methylbutyleen, pentyleen, enz.), en M waterstof of een alkalimetaal (bijvoorbeeld natrium, kalium, cesium en lithium) voorstelt. Voorbeelden van verbindingen met formule V die in de handel verkrijgbaar zijn, omvatten de 10 verbindingen met formule a, die verkrijgbaar is als Miranol CM (vloeibaar) en Miranol DM (pasta) van Miranol Chemical Co.; Soromine AL en SoromineAt van de GAF Corporation en de Deriphatverbindingen van General Mills.
De amfotere verbindingen, die beschreven zijn in de kolommen 3 15 en 4 van het Amerikaanse octrooischrift 4.203.872 van Flanagan kunnen eveneens worden gebruikt. Deze omvatten de volgende zeven groepen verbindingen .
(1) Betaine detergents met formule b. Een geschikt voorbeeld is de verbinding met formule c.
20 (2) Een'alkylbrugbevattende betainedetergents met formule d.
Een geschikt voorbeeld is de verbinding met formule e.
(3) Imidazolinedetergents met formule f.
Een geschikt voorbeeld is de verbinding met formule g.
(4) Alkyliminopropionaatdetergents met formule h.
25 (5) Alkyliminodipropionaatdetergents met formule i.
(6) Van een etherbrug voorziene alkyliminodipropionaatdetergents met formule j.
(7) Amfotere detergentsbasis van cocoimidazoline met formule k
Mengsels van een of meer van de amfotere detergents met elkaar 30 en met de bovenstaand vermelde amineoxidedetergents kunnen eveneens worden gebruikt.
In de bovenstaande formules b-k is R^ een rechte of vertakte verzadigde of onverzadigde alifatische groep met ongeveer 7 tot ongeveer 20, bij voorkeur ongeveer 8 tot 18, liefst ongeveer 10 tot 14 koolstof-35 atomen, zijn R2 en R^ elk lage alkylgroepen met 1-4 koolstofatomen, bij ? y. n 9 " £ £ 4 - 15 - voorkeur methyl of ethyl, liefst ethyl, is R een tweewaardige alkyl-groep met 1-4 koolstofatomen, bij voorkeur methyleen of ethyleen, liefst ethyleen.
Een bijzonder geprefereerde groep van amfotere verbindingen zijn 5 (8) de carboxyethoxyleerde hogere vetalkylminidazolineverbindingen met de formule 1, waarin R^ éen rechte of vertakte, verzadigde of onverzadigde alifatische groep met 7-20 koolstofatomen, bij voorkeur 8-18 koolstofatomen, liefst 4 10-14 koolstofatomen voorstelt, en R een tweewaardige lage alkylgroep 10 met 1-4 koolstofatomen is, bij voorkeur met 1 of 2 koolstofatomen.
Geprefereerde groepen R^ omvatten coco, tall,heptadecyl, oleyl, decyl en dodecyl, in het bijzonder coco (d.w.z. afgeleid van cocovetzuur). De geprefereerde groep R4 is ethyleen (-Cï^Cë^-). De verbinding carboxy-ethyleerd cocoimidazoline is verkrijgbaar als Rexoteric CSF, een merk-15 produkt van Rexolin als een 100% actieve ingrediëntbasis, of als een 45% actieve ingrediëntoplossing.
De open keten carboxyethyleerde hogere vetalkylaminederivaten vormen een andere geprefereerde klasse van amfotere verbindingen. Deze omvatten de bovenstaand vermelde groepen (4), (5) en (6), d.w.z. de 20 alkyliminopropionaat en van een etherbrug voorziene alkyliminopropionaat detergents. Carboxyethyleerd octylamine dat als Rexoteric OASF verkrijgbaar is bij Rexolin, is een bijzonder geprefereerd lid van deze groep.
Andere klassen van amfotere surfactants,zoals de sarcosines, 25 taurines, isothionaten en dergelijke kunnen eveneens worden gebruikt.
Hoewel er geen vaste richtlijnen bestaan voor het selecteren van combinaties van nonionogene surfactants en amfotere surfactants, of de juiste hoeveelheden van elk voor het verkrijgen van de noodzakelijke temperatuur van het troebelingspunt boven de wastemperatuur teneinde 30 de verzachtende werking van de kationogene weefselverzachter te bevorderen, is het gewoonlijk voldoende om het amfotere materiaal - met de bovenstaand aangegeven hoeveelheid nonionogene surfactants - te gebruiken in een hoeveelheid van ongeveer 1-20%, bij voorkeur ongeveer 1 tot ongeveer 15%, liefst ongeveer 1 tot ongeveer 10%, gebaseerd op het 35 totale gewicht van de samenstelling. Geschikte verhoudingen van noniono- * & i
Sr «V* * fc· *·* * ·* - 16 - geen materiaal:amfoteermateriaal binnen de bovenstaandvermelde hoeveelheden liggen in het bereik van ongeveer 1:5 tot 10:1, bij voorkeur 1:3 tot 6:1, liefst 1:2 tot 4:1.
Enkele algemene richtlijnen en regels met betrekking tot de 5 factoren die het troebelingspunt beïnvloeden, zoals dat langere alkyl-ketengroepen in de amfotere stof in het algemeen het troebelingspunt van de samenstellingen zullen verlagen, zijn echter bovenstaand beschreven. Dienovereenkomstig zal duidelijk zijn dat binnen de bovenstaande algemene bereiken, de hoeveelheid en aard van het amfotere materiaal 10 sterk kan variëren, afhankelijk van de specifieke aard en beoogde bedrijf stempera tuur van de samenstelling, alsook van de aard en hoeveelheden van de andere ingrediënten, in het bijzonder het nonionogene surfactant en de elektrolyten.
Typerende voorbeelden die de troebelingspuntverhogende werking 15 van het amfotere materiaal laten zien, zijn in de volgende experimentele gegevens te vinden, die verkregen zijn door de temperaturen van het troebelingspunt (in °C) te meten met de bovenstaand beschreven methode voor oplossingen van 1% actieve stoffen in hetzij gedestilleerd water, hetzij een zoutoplossing (10% NaCl).
20 troebelingspunt (°C)
Surfactant (gewichtsverhouding) Gedestilleerd H^Q 10% NaCl A. C12-C15 alkylalkohol EO 7:1 43±2 <25 B. C12-C15 alkylalkohol EO 11:1 85±2 59±2 A.+Rexoteric OASF (1:2) 75±2 50±2 25 A.+ Rexoteric OASF (4:1) 58+2 28±2 A. + Rexoteric CSF (4:1) 55+2 42±2 B. + Rexoteric OASF (1:2) >100 85+2 B.+ Rexoteric OASF (4:1) 95±2 70±2 B.+ Rexoteric CSF (4:1) >100 80±2 30 Isooctylfenol EO 30:1 >100
Nonylfenol EO 20:1 >100 72
Nonylfenol EO 15:1 91
Ter vergelijking zijn bovenstaand ook de waarden voor het troebelingspunt van enkele, in hogere mate geethoxyleerde alkylfenolnonionogene 35 surfactants vermeld.
85023H
t - 17 -
De derde essentiële ingrediënt in de samenstellingen volgens de uitvinding, is de kationogene weefselverzachter. Verzachtingsmiddelen worden gebruikt om weefsels of textiel zacht te maken, en de termen "verzachting" en "verzachter" verwijzen naar het aanpakken, de hand, 5 het aanraken of aanvoelen; dit is de gevoelsindruk die weefsels of textiel geven aan de hand of aan het lichaam en is van esthetisch en commercieel belang. In het algemeen bestaan de kationogene weefselverzach-ters uit tenminste één hydrofiele functionele groep die een negatieve lading draagt en een hydrofobe groep die een quaternair ammoniumatoom 10 dat positief geladen is, bevat.
Om voldoende zachtheid aan de behandelde weefsels te verlenen, is het essentieel dat de kationogene verbinding in water onoplosbaar is. Hierin wordt een verbinding in water onoplosbaar beschouwd wanneer zijn oplosbaarheid in water bij de wastemperatuur minder dan ongeveer 15 1%, bij voorkeur minder dan ongeveer i% is.
Het is in het algemeen gewenst dat de kationogene verzachtings-verbinding in de samenstelling werd opgenomen in een vorm die een hoge dispergeerbaarheid in de wasvloeistof en daardoor een maximale hechting aan de behandelde weefsels verzekert. Afmetingen van de in de wasvloei-20 stof gedispergeerde deeltjes, variërend van kleiner dan 10 tot ongeveer 50 bij voorkeur van kleiner dan 10 tot ongeveer 20 jm, kunnen worden gebruikt voor de kationogene verzachtingsverbinding om dit effect te bewerken.
Geschikte in water onoplosbare quaternaire ammoniumverbindingen 25 als weefselverzachters, die in de handel bekend zijn, kunnen worden weergegeven met de formules III en IV, waarin R^ en R£ en R^ en Rg elk onafhankelijk van elkaar een alifatische groep met lange keten met 16-22 koolstofatomen voorstellen, Rg en R^ en R^ onafhankelijk van elkaar lage alkylgroepen voorstellen of Rc de groep -R0NHCR0 kan zijn, waarin o y „ o o 30 Rg een alifatische groep met lange keten met 16-22 koolstofatomen is, en Rg een tweewaardige alkylgroep met 1-3 koolstofatomen voorstelt, en X een anion is dat een in water oplosbaar zout vormt, bijvoorbeeld een halogenide, bijvoorbeeld chloride, bromide, jodide; een sulfaat, acetaat, hydroxide, methosulfaat, ethosulfaat, of soortgelijke anorganische of 35 organische oplosbaarmakende mono- of dibasische groep. De koolstofketen £2*2 344 - 18 - van de alifatische groep met 16-22 koolstofatomen, in het bijzonder 16-20 koolstofatomen, kan recht of vertakt, en verzadigd tot onverzadigd zijn. De lage alkylgroepen hebben 1-4 koolstofatomen en kunnen een hydroxy Igroep bevatten. De koolstofketens worden bij voorkeur verkregen uit 5 vetzuren met lange ketens zoals die, afgeleid van tallolie en sojabonenolie. De termen "di-soja" en "di-tall" enz., die hier worden gebruikt, verwijzen naar de bron waarvan de vetalkylketens met lange keten afgeleid zijn. Mengsels van bovenstaande stoffen alsook andere in water onoplosbare quaternaire ammonium oppervlakteactieve middelen kunnen desgewenst 10 eveneens worden toegepast. Het geprefereerde ammoniumzout is een dialkyl. dimethylam rmniumchloride waarin de alkylgroep afgeleid is van gehydro-geneerde tallolie of stearinezuur, of een di-hoger alkylimidazolinium-chloride. Specifieke voorbeelden van quaternaire ammoniumverzachtings-middelen met formule III, geschikt voor toepassing in de samenstellingen 15 volgens de onderhavige uitvinding, omvatten: gehydrogeneerde ditall- dimethylammoniumchloride, dimethyldistearvlammoniumchloride, dimethyl-stearylcetylammoniumbromide, dimethyldicetylammoniumchloride, di-soja-dimethylammoniumchloride, de corresponderende sulfaat, methosulfaat, ethosulfaat, bromide en hydroxidezouten daarvan, enz.
20 Voorbeelden van quaternaire ammoniumverzachtingsmiddelen met formule IV omvatten 1-methyl-l ,2-diheptadecylimidazoliniumchloride (bromide, methosulfaat), 1,2-dieicosylalkylamidoethyl-l-methylimidazo-liniumchloride (bromide, methosulfaat, etc.), 2-hexadecyl-l-methyl-1-[(2-dodecoylamido)ethyl]imidazoliniummethylsulfaat, 2-heptadecyl-1-25 methyl-1[2-stearoylamido)ethyl]imidazoliniummethylsulfaat, 2-nonadecyl/ heneicosyl-1-[2-eicosoyl/docosoylimido)ethyl]imidazoliniummethylchloride.
Dimethyldistearylammoniumchloride heeft bijzondere voorkeur in verband met zijn superieure verzachtende werking, biologische afbreekbaarheid, lage oplosbaarheid in water, beschikbaarheid en kostprijs.
30 De hoeveelheid kationogene weefselverachter kan in het algemeen variëren van ongeveer 1 tot ongeveer 20%, bij voorkeur van ongeveer 4 tot ongeveer 16%, en liefst van ongeveer 6 tot 9 gew.% van de samenstelling,
De gewichtsverhouding van het nonionogene oppervlakteactieve 35 middel tot de kationogene weefselverachter kan binnen een bereik van &£ ‘j ‘ά 3 4 4 - 19 - ongeveer 1:10 tot 5:1 liggen, bij voorkeur van ongeveer 1:8 tot 4,5:1.
De detergentsamenstellingen van de uitvinding worden bij voorkeur geleverd in de vorm van vrij vloeiende poeders maar kunnen ook in vloeibare vorm worden gepresenteerd.
5 De detergentsamenstellingen volgens de uitvinding kunnen ook en zullen in het algemeen in water oplosbare builderzouten bevatten. In water oplosbare anorganische basische builderzouten die alleen met de detergentverbinding of gemengd met andere builders kunnen worden gebruikt, zijn alkalimetaalcarbonaten, boraten, fosfaten,polyfosfaten, bicarbonaten, 10 en silicaten, (ammonium of gesubstitueerde ammoniumzouten kunnen ook worden gebruikt). Specifieke voorbeelden van dergelijke zouten zijn natriumtripolyfosfaat, natriumcarbonaat, natriumtetraboraat, natrium-pyrofosfaat, kaliumpyrofosfaat, natriumbicarbonaat, kaliumtripolyfosfaat, natriumhexamethafosfaat, natriumsesquicarbonaat, natriummono- en diortho-15 fosfaat, en kaliumbicarbonaat. De alkalimetaalsilicaten zijn bruikbare builderzouten die eveneens de functie hebben dat de samenstelling anti-corrosief voor wasmachineonderdelen maken . Natriumsilicaten met Na20/SiC>2 verhoudingen van 1,6/1 tot 1/3,2 in het bijzonder ongeveer 1/2 tot 1/2,8 hebben de voorkeur. Kaliumsilicaten met dezelfde verhou-20 dingen kunnen ook worden gebruikt.
Een andere klasse van hier bruikbare builders zijn de in water onoplosbare aluminosilicaten, zowel die van het kristallijne als die van het amorfe type. Verschillende kristallijne zeolieten (d.w.z. aluminosilicaten) worden beschreven in het Britse octrooischrift 25 1.504.168, het Amerikaanse octrooischrift 4.409.136 en de Canadese octrooischriften 1.072.835 en 1.087.477, die alle door verwijzing hier opgenomen geacht moeten worden voor dergelijke beschrijvingen.
Een voorbeeld van amorfe zeolieten dat hier bruikbaar is, kan worden aangetroffen in het Belgische octrooischrift 835.351 en dit Belgische 30 octrooischrift dient eveneens hier door verwijzing opgenomen te worden geacht. De zeolieten hebben in het algemeen de formule (M-O) .(Al 0,) .(SiO ) ,wH O 2 X 2 3 y 2 Z 2 waarin z gelijk is aan 1, y gelijk is aan 0,8 tot 1,2 en bij voorkeur 1, z gelijk is aan 1,5 tot 3,5 of hoger en bij voorkeur 2 tot 3 en w gelijk 35 is aan 0 tot 9, bij voorkeur 2,5 tot 6 en H bij voorkeur natrium is.
.2 34 4 ψ «, - 20 -
Een typerend zeoliet is zeoliettype A of een zeoliet met soortgelijke structuur, waarbij type 4A bijzondere voorkeur heeft. De geprefereerde aluminosilicaten hebben calciumionen uitwisselingsvermogens van ongeveer 200 milliequivalenten per gram of hoger, bijvoorbeeld 400.
5 Andere materialen zoals kleien, in het bijzonder van de water onoplosbare types, kunnen bruikbare toevoegsels in samenstellingen volgens de uitvinding zijn. Bijzonder bruikbaar is bentoniet. Dit materiaal is primair montmorilloniet, dat een gehydrateerd aluminiumsilicaat is waarin ongeveer 1/6 van de aluminiumatomen vervangen kan zijn door 10 magnesiumatomen en waarmee variërende hoeveelheden waterstof, natrium, kalium, calcium enz. op losse wijze gecombineerd kan zijn. Het bentoniet in zijn meer gezuiverde vorm (d.w.z. vrij van eventueel grit, zand enz.), geschikt voor detergents, bevat steeds tenminste 50% montmorilloniet en zijn kationenuitwisselingsvermogen is derhalve tenminste ongeveer 50 tot 15 75 meq. per 100 g bentoniet. Bijzonder geprefereerd benzoniet zijn de
Wyoming-bentonieten of bentonieten uit het westen van de Verenigde Staten, die in de handel zijn als Thixo-jels 1,2,3 en 4 bij Georgia Kaolin Co. Bekend is dat deze bentonieten textiel verzachten zoals beschreven in het Britse octrooischrift 401.413 van Marriott en het 20 Britse octrooischrift 461.221 van Marriott en Dugan.
Voorbeelden van organische basische sequestrerende builderzouten, die alleen met de detergent of gemengd met andere organische en anorganische builders kunnen worden gebruikt, zijn alkalimetaal, ammonium of gesubstitueerd ammonium, aminopolycarboxylaten, bijvoorbeeld natrium en 25 kaliumethyleendiaminetetraacetaat, natrium en kaliumnitrilotriacetaten en triethanolammonium N-(2-hydroxyethyl)-nitrilodiacetaten. Gemengde zouten van deze polycarboxylaten zijn eveneens geschikt.
Andere geschikte builders van het organische type omvatten carboxymethylsuccinaten, tartronaten en glycollaten. Van bijzondere 30 waarde zijn de polyacetaalcarboxylaten. De polyacetaalcarboxylaten en hun toepassing in detergentsamenstellingen worden beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.144.226; 4.315.092 en 4.146.495. Andere octrooischriften over soortgelijke builders zijn de Amerikaanse octrooischriften 4.141.676; 4.169.934; 4.201.858; 4.204.852; 4.224.420; 35 4.225.685; 4.226.960; 4.233.422; 4.233.423; 4.302.564 en 4.303.777.
850 2 344 - 21 -
Ook relevant zijn de Europese octrcoipublikaties 0015024; 0021491 en 0063399.
Verschillende andere detergentadditieven of adjuvants kunnen in het detergentprodukt aanwezig zijn om daaraan extra gewenste eigenschap-5 pen te verlenen, van functionele of esthetische aard. Aldus kunnen in de samenstelling ondergeschikte hoeveelheden worden opgenomen van vuil-suspenderende middelen of middelen tegen hernieuwde afzetting, bijvoorbeeld polyvinylalkohol, vetamiden, natriumcarboxymethylcellulose, hydroxypropylmethylcellulose; optische heldermakers, bijvoorbeeld katoen, 10 amine en polyesterheldermakers, bijvoorbeeld stilbeen, triazool en benzidinesulfonsamenstellingen, in het bijzonder gesulfoneerd gesubstitueerd triazinylstilbeen, gesulfoneerd nafthotriazoolstilbeen, benzidine-sulfon, enz.,waarbij stilbeen en triazoolcombinaties de meeste voorkeur hebben.
15 Blauwmiddelen zoals ultramarijn blauw; enzymen, bij voorkeur proteolytische enzymen zoals subtilisine, bromeline, papaine, trypsine en pepsine, alsook amylase type. .enzymen;; bactericiden, bijvoorbeeld tetrachlorosalicylanilide, hexachlorofeen? fungiciden; kleurstoffen; pigmenten (in water dispergeerbare); conserveringsmiddelen; ultraviolet-20 absorberende middelen; antivergelingsmiddelen, zoals natriumcarboxymethylcellulose, complex van C^2 tot c22 a^ylalkohol met cj2 tot ci8 alkylsulfaat? pH modificatoren en pH buffers; kleurveilige bleekmiddelen, parfums, en anti-schuimmiddelen of schuimonderdrukkers, bijvoorbeeld siliciumverbindingen, kunnen eveneens worden gebruikt.
25 De bleekmiddelen worden voor het gemak ruwweg onderverdeeld in chloorhoudende bleekmiddelen en zuurstofhoudende bleekmiddelen. Typerende voorbeelden van chloridebleekmiddelen zijn natriumhypochloriet (NaOCl), kaliumdichloroisocyanuraat (59% beschikbaar chloor), en trichloroiso-cyanuurzuur (85% beschikbaar chloor). Zuurstofbleekmiddelen worden ver-30 tegenwoordigd door natrium- en kaliumperboraten en kaliummonopersulfaat. De zuurstofbleekmiddelen hebben de voorkeur. Bleekmiddelstabilisatoren en/of activatoren zoals bijvoorbeeld tetraacetylethyleendiamine, kunnen eveneens worden opgenomen.
De hoeveelheden van componenten die in de geprefereerde totale 35 verzorgingssamenstellingen aanwezig kunnen zijn, in gewichtsprocenten
330 2 3 H
- 22 - (van actieve stoffen) gebaseerd op het totale gewicht van het eindprodukt, zijn als volgt: nonionogeen detergent - ongeveer 0,5 tot ongeveer 20%, bij voorkeur ongeveer 1% tot ongeveer 15%, in het bijzonder 1% tot 10%; amfotere surfactant - ongeveer 2 tot 20%, bij voorkeur 1 tot 15%, 5 en in het bijzonder 1 tot 10%; quaternair ammoniumzout - ongeveer 1% tot ongeveer 20%, bij voorkeur ongeveer 4% tot ongeveer 16%, liefst ongeveer 6 tot 9%; alkalimetaalbuilderzouten - ongeveer 20% tot 85% en bij voorkeur ongeveer 35% tot ongeveer 80%, en liefst ongeveer 60 tot 75%, waarbij de rest werd uitgemaakt door detergentadditieven, vulstoffen en 10 vocht. Geschikte bereiken voor de detergentadditieven zijn: enzymen - 0 tot 2%, in het bijzonder 0,7 tot 1,3%; corrosie inhibitors - ongeveer 0 tot 40%, en bij voorkeur 5 tot 30%; antischuim middelen en schuim-onderdrukkers - 0 tot 15%, bij voorkeur 0 tot 5%, bijvoorbeeld 0,1 tot 3%; vuilsuspenderende middelen of middelen die hernieuwde afzetting 15 tegengaan en antivergelingsmiddelen - 0 tot 10%, bij voorkeur 0,5 tot 5%; kleurstoffen, parfums, heldermakende middelen en blauwmiddelen in een totaalgewicht van 0% tot ongeveer 2% en bij voorkeur 0% tot ongeveer 1%; pH modificatoren en pH buffers . 0 tot 5%, bij voorkeur 0 tot 2%; bleekmiddel - 0% tot ongeveer 40% en bij voorkeur 0% tot ongeveer 25%, 20 bijvoorbeeld 2 tot 20%; bleekmiddelstabilisatoren en bleekmiddelactiva-toren 0 tot ongeveer 15%, bij voorkeur 0 tot 10%, bijvoorbeeld 0,1 tot 8%. In de keuzes van de adjuvants, zal men die materialen kiezen, die verenigbaar zijn met de hoofdbestanddelen van de detergentsamenstelling.
Hoewel de nonionogene en amfotere stoffen bij voorkeur de enige 25 oppervlakteactieve detergentverbindingen zijn die in de samenstellingen volgens de uitvinding worden toegepast, kunnen kleine hoeveelheden van andere oppervlakteactieve verbindingen, met inbegrip van andere nonionogene stoffen, anionogene stoffen, en stoffen in zwitterionvorm eveneens worden gebruikt, bij voorkeur in hoeveelheden tot 20 gew.%, in het bij-30 zonder tot 10% gew.% en liefst tot aan 5 gew.%.
Voorbeelden van anionogene stoffen omvatten alle eerdervermelde nonionogene materialen, die bijvoorbeeld echter meer dan 15 mol alky-leenoxide per mol hydrofoob bevatten, bijvoorbeeld 15 tot 30 mol ethyleenoxide per mol hydrofoob.
35 Voorbeelden van geschikte anionogene detergents bevattende in 85(3 2 34 4 water oplosbare zouten, bijvoorbeeld in natrium, kalium, ammonium, alkylolammoniumzouten van hogere vetzuren die ongeveer 8 tot 20 kool- stofatomen, bij voorkeur 10 tot 13 koolstofatomen bevatten.
- 23 -
Geschikte vetzuren kunnen worden verkregen uit oliën en wassen 5 van dierlijke of plantaardige oorsprong, bijvoorbeeld tall, vet, cocos-nootolie, tallolie en mengsels daarvan. Bijzonder goed bruikbaar zijn de natrium en kaliumzouten van de vetzuurmengsels die afgeleid zijn cocosnootolie en tall, bijvoorbeeld natriumcocosnootzeep en kaliumtall-zeep.
10 De anionogene klasse van detergents omvat ook de in water oplos bare gesulfateerde en gesulfonateerde synthetische detergents met een alkylgroep van 8 tot 26 en bij voorkeur ongeveer 12 tot 22 koolstofatomen in hun molecuulstructuur (De term alkyl omvat het alkylgedeelte van de hoge acylgroepen).
15 Voorbeelden van de gesulfonateerde anionogene dertergents zijn de hogere alkylmononucleaire aromatische sulfonaten, zoals de hogere alkylbenzeensulfonaten die 10 tot 16 koolstofatomen in de hogere alkylgroep bevatten in een rechte of vertakte keten, bijvoorbeeld de natrium, kalium en ammoniumzouten van hogere alkylbenzeensulfonaten, hogere alkyl-20 tolueensulfonaten, hogere alkylfenolsulfonaten, en hogere naftaleen- sulfonaten. Een geprefereerd sulfonaat is lineair alkylbenzeensulfonaat met een hoog gehalte aan 3- (of hogere) fenylisomeren en een overeenkomstig laag gehalte (duidelijk beneden 50%) aan 2-(of lagere) fenylisomeren, dat wil zeggen waarin de benzeenring bij voorkeur voor een 25 groot gedeelte gebonden is aan de 3-positie of een hogere positie (bijvoorbeeld de 4, 5, 6, of 7-positie) van de alkylgroep en het gehalte aan isomeren waarin de benzeenring aan de 2- of 1-positie is gebonden, dienovereenkomstig laag is. Bijzonder geprefereerde materialen worden vermeld in het Amerikaanse octrooischrift 3.320.174.
30 Andere geschikte anionogene detergents zijn de olefine sulfonaten, met inbegrip van alkeensulfonaten met lange keten, hydroxyalkaan-sulfonaten met lange keten of mengsels van alkeensulfonaten en hydroxy-alkaansulfonaten. Deze olefine sulfonaatdetergents kunnen op een bekende wijze worden bereid door reaktie van SO^ met olefinen met lange keten 35 die 8 tot 25, bij voorkeur 12-21 koolstofatomen bevatten, en de formule 6502344 - 24 - RCH-CHR^ hebben, waarin R een hogere alkylgroep met 6-23 koolstofatomen voorstelt en R^ een alkylgroep met 1-17 koolstofatomen voorstelt of waterstof is, onder vorming van een mengsel van sultonen en alkeen-sulfonzuren dat daarna wordt behandeld om de sultonen om te zetten in 5 sulfonaten. Andere voorbeelden van sulfaat of sulfonaat detergents zijn paraffine sulfonaten die ongeveer 10-20, bij voorkeur ongeveer 15-20 koolstofatomen bevatten , bijvoorbeeld de primaire paraffine sulfonaten die bereid worden door alfaolefine met lange keten en bisulfieten te laten reageren en paraffinesulfonaten met de sulfonaatgroepen verdeeld 10 langs de paraffineketen zoals getoond in de Amerikaanse octrooischriften 2.503.280; 2.507.088; 3.260.741; 3.372.188 en het Duitse octrooischrift 735.096; natrium en kaliumsulfaten van hogere alkoholen met 8-18 koolstofatomen, zoals natriumlaurylsulfaat en natriumtallalkoholsulfaat; natrium en kaliumzouten van alfa-sulfovetzuuresters die ongeveer 10 tot 15 20 koolstofatomen in de acylgroep bevatten, bijvoorbeeld methyl-alfa- sulfomyristaat en methyl-alfa-sulfo-talloaat, ammoniumsulfaten van mono-diglyceriden van hogere (C^g-C^g) vetzuren, bijvoorbeeld stearinemono-glyceridemonosulfaat; natrium en alkyloammoniumzouten van alkylpolyetheen-oxyethersulfaten, bereid door condensatie van 1-5 mol ethyleenoxide met 20 1 mol hogere alkyl (Cg -C g) alkohol; natrium hogere alkyl (C^g-C^g) glycerylethersulfonaten; en natrium of kaliumalkylfenolpolyetheenoxy-ethersulfaten met ongeveer 1-6 oxyethyleengroepen per molecuul waarin de alkylgroepen ongeveer 8 tot ongeveer 12 koolstofatomen bezitten.
De geschikte anionogene detergents omvatten ook de C -C,Q acyl- o lo 25 sarcosinaten (bijvoorbeeld natriumlauroylsarcosinaat), natrium en kaliumzouten van het reaktieprodukt van hogere vetzuren met 8-18 koolstofatomen in het molecuul, veresterd met isethionzuur, en natrium en kaliumzouten van de C_-C.0 acyl N-methyltauriden, bijvoorbeeld natriumcocoyl— o lo methyltauraat en kaliumstearoylmethyltauraat.
30 Voorbeelden van zwitterionogene surfactants omvatten de derivaten van quaternaire ammoniumverbindingen die een alifatische rechte groep met 14-18 koolstofatomen en een sulfaat of sulfonaat anionogene oplos-baarmakende groep bevatten. Specifieke voorbeelden zijn 3-(N,N-dimethyl-N-hexadecylammonio)-2-hydroxypropaan-l-sulfonaat, 3-(N,N-dimethyl-N-35 tallowylammonio)-2-hydroxypropaan-l-sulfonaat, 3-(N,N-dimethyl-N-tetra- 8502 3 4 4 -25- decylammonio)-propaan-l-sulfonaat, en 6-N,N-(dimethyl-N-hexadecylammonio)-hexanoaat.
Verder is gevonden dat het nonionogene/amfotere surfactmengsel verrassenderwijze een verbeterde reinigende werking heeft in vergelijking 5 tot een gelijke gewichtshoeveelheid van hetzelfde nonionogene materiaal alleen of in vergelijking met het overeenkomstige nonionogene materiaal, geëthoxyleerd met voldoende ethyleenoxide om hetzelfde troebelingspunt te verkrijgen. Wanneer bijvoorbeeld carboxyethyleerd hogere vetalkylimida-zoline als het amfotere materiaal wordt gebruikt, kan ongeveer 50 tot 90% 10 van het nonionogene materiaal worden vervangen door slechts ongeveer 10 tot 40% van het amfotere materiaal om dezelfde of superieure verzachtende werking (afhankelijk van de wastemperatuur) en dezelfde of superieure reinigende werking te realiseren.
Omdat het amfotere materiaal synergistisch kan werken met het 15 nonionogene materiaal voor wat betreft de reinigende werking, kan de totale hoeveelheid nonionogeen materiaal en amfoteer materiaal in de detergentsamenstelling in hoge mate worden verkleind, bijvoorbeeld 3 tot 20%, in het bijzonder 5 tot 10% van de samenstelling. De verhouding van nonionogeen tot amfoteer materiaal is niet bijzonder kritisch, maar 20 voor een bepaalde gewichtshoeveelheid nonionogeen materiaal zal het troebelingspunt stijgen naarmate de hoeveelheid amfoteer materiaal toeneemt.
In het algemeen zullen verhoudingen van nonionogeen materiaal tot amfoteer materiaal van ongeveer 1:5 tot 10:1, bij voorkeur 1:3 tot 6:1, liefst 1:2 tot 4:1, verbeterde reinigende eigenschappen geven, alsmede 25 verzachtende eigenschappen (waar nodig om het troebelingspunt van het nonionogene materiaal tot boven de wastemperatuur te verhogen). Verder zal binnen de bovenstaand vermelde hoeveelheden en verhoudingen het gemengde nonionogene/amfotere surfactantmengsel volledig verenigbaar zijn met de verzachtende kationogene quaternaire ammoniumverbinding.
30 Naast de zogenoemde actieve materialen van deze samenstellingen, zijn vulzout of vulzouten en vocht andere belangrijke bestanddelen. Een vulzout draagt bij aan de verbetering van de mechanische eigenschappen van het produkt, waardoor gewoonlijk de vloeisnelheid wordt verbeterd en een eventuele neiging tot kleverigheid wordt tegengewerkt. Ook kan 35 het bijdragen aan een bevordering van een gemakkelijk oplossen van het produkt in waswater. Van bruikbare vulzouten is natriumsulfaat het beste, 850 2 34 4 * * - 26 - bij voorkeur in de watervrije toestand. Andere vulzouten met inbegrip van natriumchloride, natriumacetaat, en de alkalimetaalzouten van dergelijke zuren kunnen echter eveneens worden gebruikt, evenals stijfseis, talksoorten, silicaat en verschillende andere vulstoffen die een dragende 5 of ondersteunende functie uitoefenen. De hoeveelheid vulstof of mengsel daarvan zal gelegen zijn in een bereik van 5 tot 50%, bij voorkeur 10 tot 30% en liefst ongeveer 20% bedragen, in het bijzonder wanneer i natriumsulfaat in watervrije vorm het vulzout is. De gehaltes aan vocht zullen gewoonlijk 1 tot 15%, bij voorkeur 5 tot 12% en liefst ongeveer 10 8% bedragen. Wanneer dergelijke hoeveelheden worden gebruikt ontstaat een op een bevredigende wijze vloeiend deeltjesvormig, poedervormig of granulair produkt, dat door regeling van de deeltjesgrootte en het vochtgehalte kan worden verhinderd om buitensporig te stuiven.
Ongeacht de vorm van het wasmiddel is zijn gebruik in het was-15 proces in essentie gelijk. De deeltjesvormige samenstelling wordt gewoonlijk aan waswater toegevoegd in een automatische wasmachine zodat de concentratie daarvan in het waswater kan variëren van ongeveer 0,05 tot 1,5%, gewoonlijk 0,1 tot 1,2%. Het water waaraan het wordt toegevoegd, zal bij voorkeur een matige of lage hardheid hebben, bij-20 voorbeeld 30 tot 120 dpm hardheid, als calciumcarbonaat, maar zowel zachtere of hardere waters kunnen worden gebruikt. De watertemperatuur kan 20 tot 100°C zijn en is bij voorkeur 60 tot 100°C in die gevallen waarin de textiel of het wasgoed hoge temperaturen kan weerstaan zonder verslechtering of vervaging van kleurstoffen te ondervinden. Wanneer 25 gewenst is om te wassen bij lage temperaturen, kan de temperatuur op 20 tot 40°C worden gehouden, onder welke condities een goede reiniging en verzachting het gevolg zijn, hoewel het produkt niet even schoon hoeft te zijn als wanneer het bij de hogere temperaturen wordt gewassen. Bij de genoemde concentraties van detergentsamenstellingen zal de pH 30 van het waswater gewoonlijk 7 tot 11, bij voorkeur 8 tot 10 zijn. Bij dergelijke pH waarden is de samenstelling werkzaam als detergent, niet al te schadelijk voor het materiaal dat gewassen wordt noch voor de menselijke huid, en geeft hij een effectieve reiniging en verzachting.
De gewichtsverhouding van wasgoed:waswater zal gewoonlijk ongeveer 35 1:4 tot 1:30 of 1:10 tot 1:30 zijn.
fs er .ijï f l /' ^ /) -.'x <2/ "Ij? tv -'.Λ V *. i % - 27 -
De samenstellingen volgens de onderhavige uitvinding geven significant verbeterde verzachtende eigenschappen, bij wastemperaturen van tenminste 60°C, in vergelijking tot bijvoorbeeld identieke samenstellingen waarin echter geen amfoteer materiaal wordt gebruikt om het 5 troebelingspunt tot boven 60°C te verhogen. Dit effect kon niet worden voorspeld op basis van de stand van de techniek, omdat er geen bekende correlatie was tussen het troebelingspunt van het nonionogene surfactant en de verzachtende werking.
Een typerende formulering van een poedervormige detergent-ver-10 zachtersamenstelling volgens de uitvinding wordt onderstaand gegeven, waarin alle delen en percentages op gewichtsbasis zijn:
SAMENSTELLING A
C^2-Cj5 vetalcohol EO 11:1 2,0
Rexoteric OASF 45 (45% A.I.) 8,9 15 natriummetasilicaat 8,0 natriumtripolyfosfaat 28,0 natriumpyrofosfaat 10 I^O 24,0 natriumorthofosfaat 0,5 nitrilotriacetaat (NTA), Na-zout 8,0 20 dimethyldistearylammoniumchloride (93% AI) 8,0 ondergeschikte en uiteenlopende ingrediënten (b.v. parfum, optische heldermakers, vocht etc.) rest
Vervuilde weefsels worden gewassen bij 60°C in ongeveer 20 liter water dat 7 korrels hardheidionen bevat per gallon (3,8 liter), waarbij 25 ongeveer 100 g van samenstelling A werd gebruikt.
De gewassen weefsels worden op zachtheid geëvalueerd door een panel van 4 expertbeoordelaars aan meerdere copieën na cumulatief wassen.
Ter vergelijking werd een identieke samenstelling bereid waarin echter het Rexoteric OASF niet werd gebruikt en de hoeveelheid veta^-kohol 30 EO 11:1 verhoogd werd tot 8% (vergelijkingsvoorbeeld), of ongeveer 15% van vetalkohol EO 30:1 (referentievoorbeeld 1) of 15% van nonyl- fenol EO 20:1 (referentievoorbeeld 2) werd gebruikt in plaats van het in samenstelling D gebruikt nonionogene en amfotere materiaal, en werd oó0 2 34 4 ’· - 28 - e elk van deze samenstellingen op dezelfde wijze als samenstelling A geëvalueerd. Elk van de samenstellingen kreeg een puntenwaardering op een schaal van 1 tot 10 waarbij 10 de hoogste waardering is en dezelfde detergentsamenstelling (zonder kationogene verzachter) en een in de 5 spoelcyclus toegevoegde verzachter (dimethyldistearylammoniumchloride) voorstelt. Op deze schaal realiseerden samenstelling A en referentie-voorbeelden 1 en 2 een score van 5-6 en een gelijke reinigende werking.
De samenstelling van het vergelijkingsvoorbeeld kreeg een waardering van slechts 2-3.
10 Wanneer in samenstelling A de C|2~Ci5 vetalkohol EO 11:1 vervangen werd door een gelijke hoeveelheid nonylfenol EO 4:1 of nonylfenol EO 8:1, of C,«-C,ς vetalkohol 7:1 of vetalkohol EO 5:1, werd eveneens 12 l3 14 16 een waardering van 5-6 bereikt.
Even goede resultaten werden verkregen door dimethyldistearyl-15 ammoniumchloride in samenstelling A te vervangen door dimethylgehydroge-neerde ditallammoniumchloride, diëthyldisoyaammoniumchloride, dimethyl-stearylcetylammoniumchloride of 2-hexadecyl-l-methyl-l[2-dodecoylamido)-ethyl]imidazoliniummethylsulfon, en de overeenkomstige bromide, sulfaat en hydroxidezouten daarvan.
20 Even goede resultaten werden verkregen door Rexoteric OASF in samenstelling A te vervangen door Rexoteric CSF, Miranol DM, de verbinding met formule c of de verbinding met formule m.
Een bijzonder voordeel van de detergent-verzachtersamenstelling volgens de uitvinding is dat, aangezien ze een betere reinigende werking 25 kunnen verschaffen met lagere totale hoeveelheden surfactants, sterker geconcenteerde samenstellingen kunnen worden bereikt en verpakt voor gebruik door de consument.
De werkwijze voor het bereiden van de hierin beschreven samenstellingen zijn in het algemeen op zichzelf bekend en in het bijzonder wordt 30 verwezen naar het Amerikaanse octrooischrift 4.269.722 van Joshi, waarin nonionogene, builderbevattende poeders met hoge dichtheid worden bereid uit gesproeidroogde basiskorrels die besproeid worden met nonionogene detergent (dat andere ondergeschikte conventionele additieven zoals kleurstoffen, parfums, heldermakende middelen, bleekmiddelen, enz.
35 kan bevatten) . De inhoud van deze publikatie moet hier door verwijzing opgenomen worden geacht.
5502344

Claims (10)

1. Wasmiddelsamenstelling waarmee vervuilde weefsels gewassen en verzacht kunnen worden in een waterige wasvloeistof bij een verhoogde temperatuur van tenminste 6Q°C, welke samenstelling omvat (a) een in water oplosbaar nonionogeen oppervlakteactief middel, 5 met een troebelingspunt beneden de verhoogde temperatuur; (b) een in water onoplosbare kationogene quaternaire aramonium-verbinding als weefselverzachtend middel, welke gekozen wordt uit de groep bestaande uit de verbindingen met de formules III en IV, waarin en R2 en R_ en R^ elk onafhankelijk van elkaar alifatische groepen 10 met lange keten met 16-22 koolstofatomen voorstellen, en R^ en R., elk onafhankelijk van elkaar lage alkylgroepen voorstellen, of Rg de groep -RnNHCR0 kan zijn waarin R0 een alifatische groep met lange keten y „ ö 8 0 met 16-22 koolstofatomen is en R^ een tweewaardige alkylgroep met 1-3 koolstofatomen voorstelt, en X een zoutvormend anion is; en 15 (c) een amfoteer surfactant in een voldoende hoeveelheid om het troebelingspunt van de samenstelling'te verhogen tot een hogere temperatuur dan de verhoogde temperatuur.
2. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin de nonionogene opper-vlakteactieve stof (a) gekozen is uit de groep bestaande uit verbindingen 20 met de formules I en II waarin R een primaire of secundaire, rechte of vertakte alkylketen met 8-22 koolstofatomen voorstelt, R' een primaire of secundaire alkylgroep met 7-12 koolstofatomen voorstelt, en elk van n en m getallen zijn met een gemiddelde waarde van 4 tot 14.
3. Samenstelling volgens conclusie 1, waarin het amfotere surfactant 25 gekozen is uit de groep bestaande uit (1) betaine detergents met formule b (2) een alkylbrug bevattende betaine detergents met formule d (3) imidazoline detergents met formule f (4) alkyliminopropionaat detergents met formule h 30 (5) alkyliminodipropionaat detergents met formule i (6) van een etherbug voorziene alkyliminodipropionaat detergents met formule j 53 '2344 ' t - 30 - (7) Cocoimidazoline gebaseerde amfotere detergents met formule k (8) carboxyethyleerde hogere vetalkylimidazoline gebaseerde amfotere detergents met formule 1 en mengsels daarvan, waarin een alifatische groep met 7-20 koolstof-5 atomen voorstelt, R£ en R^ elk een lage alkylgroep met 1-4 koolstof atomen voorstellen, en R^ een tweewaardige lage alkylgroep met 1-4 koolstof-atomen voorstelt.
4. Samenstelling volgens conclusie 1 omvattende op gewichtsbasis van actieve ingrediënten gebaseerd op het totaalgewicht van de samen-10 stelling, (a) ongeveer 0,5 tot ongeveer 20%, (b) ongeveer 1 tot ongeveer 20%, (c) ongeveer 1 tot ongeveer 20%, en (d) de rest detergent adjuvants, vulstoffen en vocht.
5. Samenstelling volgens conclusie 4, waarin de verhouding (a):(b) 1:10 tot 5:1 is en de verhouding van (a):(c) 1:5 tot 10:1 is.
6. Samenstelling volgens conclusie 1, welke verder tenminste een detergentadditief omvat, gekozen uit de groep bestaande uit anorganische detergentbuilderzouten, organische detergentbuilderzouten, vuilsuspen- 20 derende middelen, middelen tegen hernieuwde afzetting, vetamiden, schuimonderdrukkingsmiddelen, antischuimmiddelen, optische heldermakers, kleurstoffen, pigmenten, blauwmiddelen, antivergelingsmiddelen, enzymen, corrosieinhibitors, pH modificeringsmiddelen, pH buffers, bactericiden, fungiciden, conserveringsmiddelen, bleekmiddelen, bleekstabilisatoren, 25 bleekactivatoren, parfums, en water.
7. Samenstelling volgens conclusie 1, welke op gewichtsbasis van actieve stoffen omvat (a) ongeveer 0,5 tot ongeveer 20% van het nonionogene oppervlakte-actieve middel; 30 (b) ongeveer 1 tot ongeveer 20% van het kationogene verachtings- middel; (c) ongeveer 1 tot ongeveer 20% van het amfotere surfactant; (d) ongeveer 20 tot ongeveer 85% detergentbuilderzouten; (e) 0 tot ongeveer 40% corrosieinhibitors; 35 (f) 0 tot ongeveer 40% bleekmiddelen en activators; E 3 0 2 3 4 4 « »v - 31 - (g) O tot ongeveer 10% vuilsuspenderende middelen of middelen tegen hernieuwde afzetting; (h) 0 tot ongeveer 10% antivergelingsmiddelen; (i) 0 tot ongeveer 2% elk van optische heldermakers, kleurstof-5 fen, blauwmiddelen, bactericiden, fungiciden en enzymen; (j) 0 tot ongeveer 15% antischuimmiddelen of schuimonderdrukkers; (k) 0 tot ongeveer 5% van elk van pH modificeringsmiddelen en pH buffers; en (l) de rest water,
8. Samenstelling volgens conclusie 3, omvattende (a) ongeveer 1 tot 10%, (b) ongeveer 6 tot 9%, (c) ongeveer 1 tot 10%, en (d) de rest detergent adjuvants, vulstoffen en vocht, waarin 15 de verhouding van (a):(b) 1:8 tot 4,5:1 is en de verhouding van (a):(c) 1:2 tot 4:1 is.
9. Werkwijze voor het reinigen en verzachten van vervuilde weefsels in een waterig waswater bij een temperatuur van tenminste ongeveer 60°C, omvattende het wassen van de weefsels in een waterige oplossing van de 20 samenstelling volgens conclusie 1.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarin de temperatuur van het waswater ongeveer 100°C bedraagt. "» Λ Λ *T * ? -j v 2
NL8502344A 1984-08-31 1985-08-26 Detergent-verzachtersamenstellingen voor de wascyclus met heet water. NL8502344A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US64660484A 1984-08-31 1984-08-31
US64660484 1984-08-31

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8502344A true NL8502344A (nl) 1986-03-17

Family

ID=24593722

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8502344A NL8502344A (nl) 1984-08-31 1985-08-26 Detergent-verzachtersamenstellingen voor de wascyclus met heet water.

Country Status (22)

Country Link
JP (1) JPS6176596A (nl)
KR (1) KR930000925B1 (nl)
AU (1) AU589570B2 (nl)
BE (1) BE903152A (nl)
CH (1) CH671964A5 (nl)
DE (1) DE3530506A1 (nl)
DK (1) DK395085A (nl)
ES (1) ES8800336A1 (nl)
FI (1) FI83971C (nl)
FR (1) FR2571756B1 (nl)
GB (1) GB2163770B (nl)
GR (1) GR852117B (nl)
IT (1) IT1182848B (nl)
LU (1) LU86061A1 (nl)
MX (1) MX162751A (nl)
MY (1) MY102696A (nl)
NL (1) NL8502344A (nl)
NO (1) NO853426L (nl)
NZ (1) NZ213189A (nl)
PT (1) PT81051B (nl)
SE (1) SE8504004L (nl)
ZA (1) ZA856296B (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2537377B2 (ja) * 1987-11-19 1996-09-25 株式会社資生堂 洗浄剤組成物
GB8709057D0 (en) * 1987-04-15 1987-05-20 Unilever Plc Composition for softening fabrics
GB2207144B (en) * 1987-06-23 1991-07-31 Camille Simon Limited Detergent compositions
US4830782A (en) * 1987-08-31 1989-05-16 Colgate-Palmolive Company Hot water wash cycle built nonaqueous liquid nonionic laundry detergent composition containing amphoteric surfactant and method of use

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB974278A (en) * 1962-07-13 1964-11-04 Bespak Industries Ltd Improvements in and relating to spray producers
SE339731B (nl) * 1964-10-06 1971-10-18 Procter & Gamble
US3496110A (en) * 1966-04-01 1970-02-17 Colgate Palmolive Co Shampoo
NL7018396A (nl) * 1969-12-19 1971-06-22
GB1331062A (en) * 1970-10-29 1973-09-19 Procter & Gamble Ltd Detergent compositions
FR2083258A5 (nl) * 1971-03-26 1971-12-10 Kourovtzeff Kir
GB1453043A (en) * 1973-05-14 1976-10-20 Procter & Gamble Ltd Low phosphate detergent compositions
GB1471144A (en) * 1973-06-29 1977-04-21 Shell Int Research Manufacture of sulphobetaines
GB1492938A (en) * 1974-01-11 1977-11-23 Procter & Gamble Ltd Low sudsing detergent compositions
JPS52130806A (en) * 1976-04-28 1977-11-02 Tsumura Juntendo Kk Detergent composition
JPS5914077B2 (ja) * 1976-10-01 1984-04-03 花王株式会社 液体軽質洗剤組成物
US4259217A (en) * 1978-03-07 1981-03-31 The Procter & Gamble Company Laundry detergent compositions having enhanced greasy and oily soil removal performance
AT396690B (de) * 1977-06-29 1993-11-25 Procter & Gamble Phosphatfreie wäschewaschmittelzusammensetzung
GB2002022B (en) * 1977-07-01 1982-01-27 Unilever Ltd Detergent compositions
JPS6054360B2 (ja) * 1978-04-24 1985-11-29 花王株式会社 ドライクリ−ニング用洗浄剤組成物
US4239659A (en) * 1978-12-15 1980-12-16 The Procter & Gamble Company Detergent compositions containing nonionic and cationic surfactants, the cationic surfactant having a long alkyl chain of from about 20 to about 30 carbon atoms
DE2918363A1 (de) * 1979-05-07 1980-11-27 Henkel Kgaa Waschmittel fuer textilien
US4301044A (en) * 1980-01-22 1981-11-17 The Procter & Gamble Company Biodegradable zwitterionic surfactant compounds
JPS57126896A (en) * 1980-10-17 1982-08-06 Procter & Gamble Liquid detergent/softening agent composition
NZ208157A (en) * 1983-05-31 1986-11-12 Colgate Palmolive Co Built single-phase liquid detergent compositions containing stabilised enzymes

Also Published As

Publication number Publication date
GB2163770B (en) 1988-11-30
GR852117B (nl) 1985-12-24
BE903152A (fr) 1986-02-28
DK395085D0 (da) 1985-08-29
PT81051B (pt) 1987-11-11
FI853340L (fi) 1986-03-01
DK395085A (da) 1986-03-01
FR2571756A1 (fr) 1986-04-18
KR860001871A (ko) 1986-03-24
IT8548511A0 (it) 1985-08-30
AU4660185A (en) 1986-03-06
FR2571756B1 (fr) 1988-10-14
LU86061A1 (fr) 1986-02-18
PT81051A (en) 1985-09-01
JPS6176596A (ja) 1986-04-19
ES8800336A1 (es) 1987-11-01
ZA856296B (en) 1987-03-25
MY102696A (en) 1992-09-30
GB8521760D0 (en) 1985-10-09
CH671964A5 (nl) 1989-10-13
FI853340A0 (fi) 1985-08-30
FI83971B (fi) 1991-06-14
NO853426L (no) 1986-03-03
NZ213189A (en) 1989-06-28
KR930000925B1 (ko) 1993-02-11
ES546598A0 (es) 1987-11-01
MX162751A (es) 1991-06-14
IT1182848B (it) 1987-10-05
DE3530506A1 (de) 1986-03-13
GB2163770A (en) 1986-03-05
FI83971C (fi) 1991-09-25
SE8504004D0 (sv) 1985-08-28
SE8504004L (sv) 1986-03-01
AU589570B2 (en) 1989-10-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2742133C (en) Laundry cleansing and conditioning compositions
DK168398B1 (da) Ikke-vandigt, flydende, kraftigt virkende, builderholdigt tøjvaskemiddel
BR112015023790B1 (pt) Polímeros de ácido itacônico
CA2575015A1 (en) Softening laundry detergent
CA1086600A (en) Hard surface cleaning compositions and methods of their use
NL8502423A (nl) Voor een was-cyclus bestemde, detergens en verzachter bevattende composities met verbeterde weefsel-substantiviteit.
NL8702332A (nl) Antistatisch makende en vezelverzachtende emulsie van een complex van kationogene en anionogene capillairaktieve verbindingen voor toepassing in de wascyclus voor wasgoed.
NL7915015A (nl) Wasmiddelen met laag fosfaatgehalte.
AU771861B2 (en) Liquid laundry detergent composition containing ethoxylated quaternary surfactant
NL7908918A (nl) Wasmiddel-verzachterpreparaten.
NL8801961A (nl) Niet-ionogeen wasmiddel met verbeterd vuilafstotend vermogen.
CA2514766C (en) Laundry cleansing and conditioning compositions
NL8502344A (nl) Detergent-verzachtersamenstellingen voor de wascyclus met heet water.
US3530071A (en) Scouring cleanser containing chlorinated trisodium phosphate stabilized against loss of bleaching effectiveness with borax
JPS60197796A (ja) 洗濯組成物
US6525016B2 (en) Blend of imidazolinium quat and amido amine quat for use in fabric softeners with premium softening, high-viscosity at low-solids and non-yellowing properties
JPS61176700A (ja) 布帛柔軟化帯電防止性液体洗剤組成物
PL186663B1 (pl) Zastosowanie wodnej kompozycji
GB2163771A (en) Wash cycle detergent-softener compositions
KR20150059580A (ko) 액체 세제 조성물
NL8502422A (nl) Voor een was-cyclus bestemde, detergens en verzachter bevattende composities.
EP0463801A2 (en) Composition and method for fabric encrustation prevention
NL8602897A (nl) Detergenssamenstelling met verbeterde eigenschappen ten aanzien van het verwijderen van olie-achtig vuil.
JP4534193B2 (ja) 粉末洗剤組成物
NL8800397A (nl) Fosfaatvrije weefsel-verzachtende detergentcompositie.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed