NL8501984A

NL8501984A - Werkwijze voor het aanbrengen van een materiaalbaan tussen de walsen van een lussenaccumulator en lussenaccumulator voorzien van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

Info

Publication number: NL8501984A
Application number: NL8501984A
Authority: NL
Original assignee: Stork Brabant Bv
Priority date: 1985-07-10
Filing date: 1985-07-10
Publication date: 1987-02-02
Also published as: NL192517B; FR2584688A1; DE3622966A1; FR2584688B1; US4723698A; NL192517C; JPS6231646A; JPH07106822B2; DE3622966C2

Description

" -iii; 85 5052/Iem

Korte aanduiding: Werkwijze voor het aahbrengen van een materiaalbaan tussen de walsen van een lussenaccumulator en lussenaccumu-lator voorzien van een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een materiaalbaan tussen de walsen van een lussenaccumulator met een vast gestel en een beweegbaar dansergestel, die beide zijn voorzien van een of meerdere walsenrijen, waarbij de walsenrijen in een doorhaalstand 5 worden gebracht en de materiaalbaan tussen de walsenrijen wordt doorgevoerd.

Een dergelijke werkwijze is bekend.

Bij deze bekende werkwijze worden de walsenrijen in de doorhaalstand gebracht doordat de walsen van het dansergestel tussen de walsen van het 10 vaste gestel door bewogen worden en wel zo ver dat de walsen van de aan de zijde van het vaste gestel gelegen walsenrij van het dansergestel voorbij de walsen van de aan de van het dansergestel afgekeerde zijde gelegen walsenrij van het vaste gestel komen te liggen. Vervolgens wordt de materiaalbaan afhankelijk van het aantal walsenrijen, een of meerdere malen 15 handmatig tussen de walsenrijen doorgevoerd.

Dit met de hand doorvoeren van de materiaalbaan heeft een aantal bezwaren. Het is tijdrovend en er zijn meerdere personen voor nodig. Bovendien moet het bedieningspersoneel bij het doorvoeren tussen de walsenrijen reiken, hetgeen ongewenst is in verband met de veiligheid.

20 De uitvinding beoogt deze bezwaren op te heffen.

Dit oogmerk wordt bereikt door een werkwijze van de bovengenoemde soort welke tot kenmerk heeft dat een vrij uiteinde van de materiaalbaan wordt bevestigd aan baandoorhaalmiddelen en de materiaalbaan met behulp van de baandoorhaalmiddelen tussen de zich in de doorhaalstand bevindende 25 walsenrijen wordt doorgevoerd.

Hierdoor wordt bereikt, dat het doorvoeren van de materiaalbaan relatief snel en door één persoon gerealiseerd kan worden, die bovendien niet tussen de walsenrijen behoeft te reiken.

Bij voorkeur wordt het vrije uiteinde van de materiaalbaan bevestigd 30 aan een kettingsysteem dat in het vaste gestel en het zich in de doorhaalstand bevindende dansergestel wordt geleid en wordt de materiaalbaan door middel van het door het geleid bewegen van het kettingsysteem tussen de walsenrijen doorgevoerd.

Hierdoor kan de materiaalbaan goed geleid tussen de walsenrijen door-- > - i? \u -* i . v - 2 - gevoerd worden.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een lussenaccumulator voor het accumuleren van een materiaalbaan, met een vast gestel en een beweegbaar dansergestel die beide zijn voorzien van een of meerdere 5 walsenrijen, waarbij de walsen van het dansergestel tussen de walsen van het vaste gestel bewogen kunnen worden, welke tot kenmerk heeft, dat de accumulator voorzien is van een inrichting voor het tussen de walsenrijen aanbrengen van de materiaalbaan omvattende baandoorhaalmidde-len voor het tussen de walsen doorvoeren van een einde van de materiaal-10 baan alsmede bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van het uiteinde van de materiaalbaan aan de baandoorhaalmiddelen en aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de baandoorhaalmiddelen.

Doordat er geen ruimte tussen de walsenrijen benodigd is voor het handmatig doorvoeren van de materiaalbaan, kan de accumulator compacter 15 gebouwd worden. Bovendien behoeft de accumulator voor het doorvoeren slechts aan één zijde bereikbaar te zijn.

Bij voorkeur bestaan de baandoorhaalmiddelen ten minste uit een ket-tingsysteem dat in het vaste gestel en in het dansergestel geleid kan worden.

20 Een kettingsysteem heeft als voordeel dat het gemakkelijk en goed geleid en aangedreven kan worden.

Doelmatig omvat het kettingsysteem twee aan weerszijden van de walsen aangebrachte eindige kettingen en zijn de uiteinden van de beide kettingen met elkaar verbonden door middel van een evenwijdig aan de walsen verlo-25 pende verbindingsbalk.

Hierdoor is het mogelijk dat de door te voeren materiaalbaan over de volle breedte bevestigd kan worden, hetgeen baanbreuk tijdens het doorvoeren voorkomt.

Voor het vasthouden van de materiaalbaan kan de verbindingsbalk voor-30 zien zijn van klemmen.

Voor het geleiden van de baandoorhaalmiddelen zijn het vaste gestel en het dansergestel voorzien van geleidingsgroeven , welke groeven zodanig zijn aangebracht dat wanneer het dansergestel zich in de doorhaalstand bevindt, de groeven in het 35 vaste gestel en in het dansergestel in het verlengde van elkaar liggen, en te-zamen een doorlopende groef vormen die in de lengterichting van de walser gezien tussen de walserrijen is gelegen.

'*** ^ 3 ώϊ ^ / y ν’ -v ^ ^ ^ j * < '-* - 3 -

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoerings-voorbeeld met behulp van de tekening, waarin: ^

Fig. 1 een lussenaccumulator volgens de uitvinding met materiaalbaan tijdens bedrijf weergeeft in een doorsnede loodrecht op de walsen, 5 Fig. 2 de accumulator van fig. 1 in de operationele stand zonder materiaalbaan en in de doorhaalstand weergeeft,

Fig. 3 de aandrijving van de baandoorvoerinrichting volgens de uitvinding op vergrote schaal weergeeft in een doorsnede volgens de lijn III-III in fig. 2, en 10 Fig. 4 een aanzicht in doorsnede is volgens de lijn IV-IV in fig. 3.

De in fig.1weergegeven lussenaccumulator bestaat onder meer uit een vast gestel 1 en een beweegbaar dansergestel 2. Het vaste gestel 1 is voorzien van drie walsenrijen 3, 4, 5. Het dansergestel 2 is eveneens voorzien van drie walsenrijen 6, 7, 8. Het dansergestel 2 is beweegbaar langs een 15 geleiding 9, welke is aangebracht op het machinegestel 10.

In het vaste gestel 1 en het dansergestel 2 zijn aan weerszijden van de walsen tussen de walsenrijen groeven 11 respectievelijk 12 aangebracht, waarvan de functie verderop zal worden verklaard.

Over de walsen van het vaste gestel 1 en het dansergestel 2 loopt een 20 materiaalbaan 13, welke in fig. 1 met een streep-stippellijn is aangegeven.

De materiaalbaan 13 loopt afwisselend over een wals van het vaste gestel 1 en een wals van het dansergestel 2, zodat de materiaalbaan in de accumulator de vorm heeft van een aantal naast elkaar gelegen lussen, waarbij het aantal lussen bepaald wordt door het aantal walsen. Door het langs 25 de geleiding 9 bewegen van de danser van de accumulator kunnen snelheids-verschillen in de materiaalbaan 13 worden opgevangen.

Van tijd tot tijd, bijvoorbeeld wanneer een nieuwe materiaalbaan op de machine wordt gezet of bij breuk van de materiaalbaan, zal het nodig zijn dat de materiaalbaan opnieuw door de accumulator wordt gevoerd. Wan-30 neer dit het geval is, wordt het dansergestel 2 vanuit een operationele stand, welke in fig. 2 is aangegeven met "A", in de doorhaalstand welke is aangegeven met "B", gebracht, waarbij de walsenrijen 6, 7, 8 van het dansergestel 2 tussen de walsenrijen 3, 4, 5 van het vaste gestel 1 worden bewogen en wel zo ver dat de walsen van de walsenrij 6 van het dansergestel 35 2 voorbij de walsen van de walsenrij 3 van het vaste gestel 1 komen te lig gen. In de doorhaalstand nB" komen de groeven 12 van het dansergestel 2 t ( in het verlengde van dejgroevenll van het vaste gestel 1 te liggen en vormen

3 * Q 1 0 a A

' 7 V i * _. -* ΐίΜ - 4 - aldus aan weerszijden van de walsen een doorlopende, tussen de walsenrijen gelegen groef 14.

Door elk van de beide groeven 14 kan een ketting 15 worden geleid.

De kettingen 15 hebben een vrij uiteinde. De vrije uiteinden van de ket-5 tingen 15 zijn met elkaar verbonden door middel van een evenwijdig aan de walsen verlopende verbindingsbalk.

Voor het doorvoeren van de materiaalbaan 13 tussen de zich in de doorhaalstand bevindende walsenrijen wordt een vrij uiteinde van de materiaalbaan bevestigd aan de verbindingsbalk tussen de vrije uiteinden van 10 de ketting 15, bij voorbeeld met behulp van op de verbindingsbalk aangebrachte klemmen. Vervolgens worden de kettingen 15 door de aan weerszijden van de walsen gelegen geleidingsgroeven 14 geleid, waarbij het op de verbindingsbalk bevestigde uiteinde van de materiaalbaan tussen de zich in de doorhaalstand bevindende walsenrijen wordt doorgevoerd.

15 Wanneer de materiaalbaan 13 geheel tussen de walsenrijen is doorge voerd, wordt het uiteinde van de materiaalbaan losgemaakt van het ketting-systeem en worden de kettingen 15 weer teruggeleid door de groeven 14, zodat het dansergestel 2 weer in een operationele stand nA" kan worden gebracht. Na het in de operationele stand brengen van het dansergestel 20 2 ligt de materiaalbaan 13 op de juiste wijze in lussen in de accumulator.

Bij het tussen de walsenrij doorvoeren van de materiaalbaan 13 door middel van het door de groeven 14 geleiden van de kettingen 15, worden de kettingen aangedreven door kettingwielen 16, die op zich weer via een of mechanisch 25 riem 17 handmatig/worden aangedreven.

In fig. 3 is dit aandrijfsysteem nader weergegeven. De beide kettingwielen 16 zijn aangebracht op een gemeenschappelijke as 18, waarop eveneens een riemschijf 19 is bevestigd. Over de riemschijf 19 loopt de riem 17, die anderzijds over een riemschijf 20 loopt, welke op een door middel 30 van een slinger 20 draaibare as 21 is bevestigd. In fig. 3 zijn eveneens de kettingen 15 weergegeven, alsmede de verbindingsbalk die de vrije uiteinden van de kettingen 15 met elkaar verbindt, en die is aangegeven met 22.

In fig. 4 is aangegeven hoe een ketting 15 in de richting dwars op 35 de lengterichting van de ketting in een geleidingsgroef 14 is opgesloten.

De ketting 15 is ter plaatse van de draaipunten van de schalmen voorzien van rollen 23, die in in de zijwanden van de geleidingsgroef 14 aange- 33 0 1 9 8 4 - 5 -

...iiiiuHW

" τ· brachte ondiepe langsgroeven 24 lopen. De rollen 23 zijn daardoor in radiale richting en tevens in axiale richting opgesloten.

De kettingen 15 worden bij de beschreven uitvoeringsvormen gebruikt als duwketting, dat wil zeggen de uiteinden van de kettingen 15 met het 5 hieraan bevestigde uiteinde van de materiaalbaan 13 worden door de gelei-dingsgroeven 14 geduwd. Het is echter ook mogelijk om de kettingen 15 eerst door de geleidingsgroef 14 te voeren, vervolgens de materiaalbaan 13 aan de kettingen te bevestigen en ten-slotte de materiaalbaan met behulp van de kettingen tussen de walsenrijen door te trekken. De kettingen 15 fun-10 geren dan als trekketting.

Het met behulp van het beschreven kettingsysteem tussen de walsenrijen doorvoeren van een materiaalbaan heeft verschillende voordelen ten opzichte van het handmatig doorvoeren: - bij het doorvoeren van de baan behoeft men niet meer tussen de 15 walsenrijen te reiken, hetgeen de veiligheid ten goede komt.

- het doorvoeren van de baan kan door één persoon in korte tijd gerealiseerd worden; - dé door te voeren baan kan over de volle breedte bevestigd worden, hetgeen baanbreuk tijdens het doorvoeren voorkomt; 20 - doordat er geen ruimte tussen de walsenrijen benodigd is voor het handmatig doorvoeren, kan de accumulator compacter gebouwd worden; - de accumulator behoeft slechts aan één zijde bereikbaar te zijn voor het doorvoeren van een materiaalbaan.

8501934

Claims

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een materiaalbaan tussen de walsen van een lussenaccumulator met een vast gestel en een beweegbaar danserge-stel, die beide zijn voorzien van een of meerdere walsenrijen, waarbij de walsenrijen in een doorhaalstand worden gebracht en de materiaalbaan tus- 5 sen de walsenrijen wordt doorgevoerd, met het kenmerk, dat een vrij uiteinde van de materiaalbaan wordt bevestigd aan baandoorhaal-middelen en de materiaalbaan met behulp van de baandoorhaalmiddelen tussen de zich in de doorhaalstand bevindende walsenrijen wordt doorgevoerd.

2. Werkwijze volgens conclusie l,met het kenmerk, dat 10 het vrije uiteinde van de materiaalbaan wordt bevestigd aan een ketting- systeem dat in het vaste gestel en het zich in de doorhaalstand bevindende dansergestel wordt geleid en de materiaalbaan door middel van het door het geleid bewegen van het kettingsysteem tussen de walsenrijen wordt doorgevoerd.

3. Lussenaccumulator voor het accumuleren van een materiaalbaan, met een vast gestel en een beweegbaar dansergestel die beide zijn voorzien van een of meerdere walsenrijen, waarbij de walsen van het dansergestel tussen de walsen van het vaste gestel bewogen kunnen worden, met het kenmerk, dat de accumulator voorzien is van een inrichting 20 voor het tussen de walsenrijen aanbrengen van de materiaalbaan omvattende baandoorhaalmiddelen voor het tussen de walsen doorvoeren van een einde van de materiaalbaan alsmede bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van het uiteinde van de materiaalbaan aan de baandoorhaalmiddelen en aandrijf-middelen voor het aandrijven van de baandoorhaalmiddelen. 25 4·. Accumulator volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de baan doorhaalmiddelen ten minste bestaan uit een kettingsysteem dat in het vaste gestel (1) en in het dansergestel (2) geleid kan worden.

5. Accumulator volgens conclusie 4·, met het kenmerk, dat het kettingsysteem twee aan weerszijden van de walsen aangebrachte 30 eindige kettingen (15) omvat.

6. Accumulator volgens conclusie 5,met het kenmerk, dat de uiteinden van de beide kettingen (15) met elkaar verbonden zijn door middel van een evenwijdig aan de walsen verlopende verbindingsbalk (22).

7. Accumulator volgens conclusie 6,met het kenmerk, dat de verbindingsbalk (22) is voorzien van klemmen voor het vasthouden van het vrije uiteinde van de materiaalbaan (13). 850 ï 334 τ S. Accumulator volgens een of meer der conclusies 4· - 7, met het kenmerk, dat het kettingsysteem een duwkettingsysteem is.

9. Accumulator volgens een of meer der conclusies 3 - 8, m e t het kenmerk, dat het vaste gestel (1) en het danser gestel (2) 5 voorzien zijn van geleidingsgroeven (11) respectievelijk (12) voor het geleiden van de baandoorhaalmiddelen, welke groeven (11, 12) zodanig zijn aangebracht dat wanneer het dansergestel (2) zich in de doorhaalstand bevindt, de groeven (11, 12) in het vaste gestel (1) en in het dansergestel (2) in het verlengde van elkaar liggen en te zamen een doorlopende 10 groef (½) vormen die in de lengterichting van de walsen gezien tussen de walsenrijen is gelegen. 3531984