NL8501462A

NL8501462A - Verbeteringen aan en met betrekking tot pijpkoppelingen.

Info

Publication number: NL8501462A
Application number: NL8501462A
Authority: NL
Original assignee: Hunting Oilfield Services Ltd
Priority date: 1984-06-04
Filing date: 1985-05-22
Publication date: 1986-01-02
Also published as: US4732416A; DE3519662A1; FR2565317A1; JPH0541876B2; KR890000053B1; IT8567513A0; AU4324685A; GB8414203D0; FR2565317B1; AU566989B2; JPS60260792A; CA1288453C; NL187540C; KR860000501A; IT1208809B; NO170107B; DE3519662C2; MX162017A; NO852229L; SU1489586A3

Description

% T T j /MSB/Hunting+Kawasaki/gev.2 Verbeteringen aan en met betrekking tot pijpkoppelingen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op pijpkoppelingen voor het koppelen van pijpen, in het bijzonder maar niet uitsluitend bestemd om gebruikt te worden bij het transport van onder druk staande fluida, bijvoorbeeld stoom, 5 gas of olie, bijvoorbeeld bij de olie- of gasexploratie of -produktie.

Een van de belangrijkste typen koppelingen, die op dit moment worden gebruikt voor dergelijke doeleinden, omvat een vrouwelijk deel met een inwendig omtreksoppervlak dat is 10 voorzien van een schroefdraad en een mannelijk deel met een overeenkomstig uitwendig omtreksoppervlak, eveneens voorzien van een schroefdraad, dat door middel van de schroefdraad in het vrouwelijke deel wordt opgenomen. Tussen de delen zijn afdichtingen nodig en vaak .wordt een dergelijke afdichting 15 gevormd door een kontakt tussen een axiaal gericht oppervlak aan het vrije einde van één van de delen, in het algemeen het mannelijk deel, en een overeenkomstig oppervlak aan het andere deel, waarbij de oppervlakken onder druk tegen elkaar aan liggen wanneer de delen volledig gekoppeld zijn. Om afdichtingen 20 te verkrijgen, die bestand zijn tegen de bedrijfsomstandigheden, moeten de oppervlakken onder een triaxiale samendrukking tegen elkaar aanliggen, dat wil zeggen er moeten drukkrachten optreden in axiale, radiale en omtreksrichtingen. Om dit te bereiken zijn de tegen elkaar aanliggende oppervlakken zowel 25 radiaal als axiaal gericht. In een koppeling is het vrije einde van het mannelijke deel voorzien van twee tegengesteld gerich-te, afgeknot kegelvormige oppervlakken, gevormd door een radiaal buitenoppervlak waarvan de top van de kegel buitenwaarts van het mannelijk deel is gericht en een radiaal binnen-30 oppervlak, waarvan de top van de kegel binnenwaarts van het deel is gericht, zodanig dat het vrije einde van het mannelijk deel een in het algemeen V-vormige doorsnede heeft, gezien in een radiaal vlak. Overeenkomstige oppervlakken zijn aangebracht op een schouder in het vrouwelijke deel en de twee delen zijn j 35 onderling zodanig gedimensioneerd, dat het radiale binnenopper- fe S ? * i £ 9 $ « - 2 - vlak aan het mannelijk deel eerst in kontakt komt met het overeenkomstige oppervlak aan het vrouwelijke deel en vervolgens gedeformeerd wordt teneinde het radiale buitenoppervlak aan het mannelijke deel in kontakt te brengen met het over-5 eenkomstige oppervlak aan het vrouwelijke deel. Wanneer deze twee delen volledig met elkaar in aangrijping verkeren, kan echter bij deze koppeling een zeer hoge spanningsconcentratie optreden langs de lijn die de twee afgeknot kegelvormige opperdeel vlakken van het mannelijk/verbindt en dit kan tot gevolg 10 hebben dat een deel van de schouder van het vrouwelijke deel, dat zich uitstrekt vanaf deze lijn van hoge spanningsconcen-tratie, afschuift, waardoor de afdichting volledig wordt vernield.

Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding 15 wordt een pijpkoppeling verschaft, omvattende een vrouwelijk deel met een van een schroefdraad voorzien inwendig omtreks-oppervlak en een mannelijk deel met een uitwendig omtreks-oppervlak dat overeenkomt met het inwendige omtreksoppervlak van het vrouwelijke deel en bestemd is om in het vrouwelijke • 20 deel opgenomen te worden, en is voorzien van een schroefdraad voor aangrijping met de schroefdraad van het vrouwelijke deel, waarbij, wanneer de delen volledig met elkaar in aangrijping verkeren, een in het algemeen axiaal gericht ringvormig oppervlak aan het vrije einde van êên van de delen een afdichtend 25 kontakt vormen met een overeenkomstig tegenoverliggend, in het algemeen axiaal gericht ringvormig oppervlak aan het andere deel, waarbij de tegen elkaar aanliggende oppervlakken van de delen gedeelten omvatten, die radiaal buitenwaarts en binnenwaarts van de delen zijn gericht en die kontinu zijn 30 gekromd.

Op gunstige wijze worden de kontaktoppervlakken van de delen onderling, zodanig gedimensioneerd, dat deze een radiale perspassing hebben teneinde deformatie van het eind-gedeelte van het vrije einde van het ene deel weg van het 35 andere deel te veroorzaken, wanneer de delen geheel met elkaar in aangrijping verkeren.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een pijpkoppeling verschaft, omvattende een 8501462 - 3 - i i vrouwelijk deel met een van een schroefdraad voorzien inwendig omtreksoppervlak en een in het vrouwelijk deel op te nemen mannelijk deel, dat een met het inwendige omtreksoppervlak van het vrouwelijk deel overeenkomend uitwendig omtreks-5 oppervlak heeft dat is voorzien van een schroefdraad, die in aangrijping kan komen met de schroefdraad van het vrouwelijke deel, waarbij, wanneer de delen geheel met elkaar in aangrijping verkeren, een in het algemeen in axiale richting gekeerd ringvormig oppervlak aan het vrije einde van één van de delen 10 een afdichtingskontakt vormt met een overeenkomstig daar tegenover liggend, in het algemeen in axiale richting gekeerd ringvormig oppervlak aan het andere deel, waarbij het ringvormige oppervlak aan het vrije einde van het ene deel een eerste radiaal buitenwaarts en in axiale richting gekeerd ring-15 vormig oppervlakgedeelte heeft met een eerste krbmmingsstraal, een tweede radiaal binnenwaarts'en in axiale richting gekeerd ^ ringvormig oppervlakgedeelte met een tweede krommingsstraal, en een derde ringvormig oppervlakgedeelte met een derde krommingsstraal, dat de eerste en tweede oppervlakgedeelten met 20 elkaar verbindt en daarin overgaat, waarbij de derde krommingsstraal kleiner is dan de eerste en tweede krommingsstralen, en het andere deel overeenkomstige eerste, tweede en derde ringvormige oppervlakgedeelten heeft met in hoofdzaak dezelfde krommingsstralen als de eerste, tweede en derde ringvormige 25 oppervlakgedeelten van het ene deel, waarbij de relatieve afmetingen van de kontaktoppervlakken zodanig zijn, dat het gedeelte van het vrije einde van het ene deel, dat is voorzien van de ringvormige oppervlakgedeelten een radiale perspassing heeft ten opzichte van het andere deel, zodat een radiale 30 deformatie van het eindgedeelte van het vrije einde van het ene deel in een richting weg van het andere deel optreedt, wanneer de delen geheel met elkaar in aangrijping verkeren.

Op gunstige wijze hebben de oppervlakgedeelten, waar het derde oppervlakgedeelte overgaat in het eerste en tweede 35 oppervlakgedeelte van de delen, respektievelijk gemeenschappelijke raaklijnen.

Overeenkomstig een uitvoeringsvorm is het ene deel het mannelijk deel, waarbij een in het algemeen axiaal gericht 850 1 $ £ ' J * c* — 4 — ringvormig oppervlak aan het vrije einde van het mannelijk deel een afdichtingskontakt vormt met een overeenkomstig daartegenover liggend in het algemeen axiaal gericht ringvormig oppervlak aan het vrouwelijk deel, en de afmetingen 5 van de ringvormige oppervlakgedeelten van de delen zodanig zijn uitgevoerd, dat de eerste oppervlakgedeelten in kontakt komen en gedeformeerd worden voordat de tweede oppervlakgedeelten in kontakt komen.

Op gunstige wijze zijn de oppervlakgedeelten 10 zodanig uitgevoerd, dat terwijl de derde oppervlakgedeelten in kontakt kunnen komen wanneer de delen geheel met elkaar in aangrijping verkeren, de drukspanning daarover kleiner is dan die over de eerste en tweede oppervlakgedeelten van de delen.

15 In het geval dat het ene deel het mannelijk deel is, is de krommingsstraal van het eerste oppervlakgedeelte van het mannelijk deel bij voorkeur kleiner dan de tweede krommingsstraal van het tweede oppervlakgedeelte en is de krommingsstraal van het derde oppervlakgedeelte in hoofdzaak 20 kleiner dan.zowel de eerste als tweede krommingsstraal.

Bijvoorbeeld kan de eerste krommingsstraal ongeveer de helft zijn van de tweede krommingsstraal en kan de derde krommingsstraal ongeveer een tiende zijn van de tweede krommingsstraal.

25 In het geval dat het ene deel het mannelijk deel is, gaat het eerste oppervlakgedeelte van het mannelijk deel bij voorkeur over in een cilindrisch omtreksoppervlakgedeelte en gaat het eerste oppervlakgedeelte van het vrouwelijk deel over in een afgeknot kegelvormig oppervlakgedeelte, waarvan 30 de maximum diameter groter is dan die van het cilindrische oppervlakgedeelte van het mannelijk deel, zodat het afgeknot kegelvormige oppervlakgedeelte van het vrouwelijk deel dient voor het geleiden van het vrije einde van het mannelijk deel naar zijn positie ten opzichte van het vrouwelijk deel. De 35 minimum-diameter van het afgeknot kegelvormige oppervlakgedeelte van het vrouwelijk deel is bij voorkeur kleiner dan die van het cilindrische oppervlakgedeelte.

In het geval het ene deel het mannelijk deel is, 85(M4li 2

? V

- 5 - kan het tweede oppervlakgedeelte van het mannelijk deel eindigen nabij het binnenoppervlak van het mannelijk deel of overgaan in een vierde ringvormig afgeknot kegelvormig gedeelte dat dan eindigt nabij het inwendige oppervlak van 5 het deel. In het laatste geval is het vrouwelijk deel eveneens voorzien van een overeenkomstig vierde ringvormig oppervlakgedeelte met in hoofdzaak dezelfde coniciteit als het vierde oppervlakgedeelte van het mannelijk deel. Op gunstige wijze vormen de vierde afgeknot kegelvormige oppervlakge-10 deelten raaklijnen aan de tweede oppervlakgedeelten.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het ene deel het vrouwelijk deel, waarbij een in het algemeen axiaal gericht oppervlak aan het vrije einde van het vrouwelijke deel een afdichtend kontakt vormt met een over-15 eenkomstig daartegenover liggend in het algemeen axiaal gericht ringvormig oppervlak aan het mannelijk deel, en zijn de afmetingen van de ringvormige oppervlakken van de delen zodanig, dat de tweede oppervlakgedeelten in kontakt komen en gedeformeerd worden voordat de eerste oppervlakgedeelten 20 in kontakt komen.

Bij voorkeur is de tweede krommingsstraal kleiner dan de eerste krommingsstraal en de derde krommingsstraal aanzienlijk kleiner dan zowel de eerste als tweede krommingsstraal. Bijvoorbeeld kan de tweede krommingsstraal ongeveer 25 de helft zijn van de eerste krommingsstraal en de derde krommingsstraal ongeveer een tiende van de tweede krommingsstraal.

Uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding zullen nu, slechts als voorbeeld, worden beschreven aan de 30* hand van de bijgevoegde tekeningen, waarin:

Figuur 1 een axiale doorsnede is van een uitvoeringsvorm van een pijpkoppeling volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 2 en 3 vergrote axiale doorsneden zijn van delen van de koppeling van figuur 1; 35 Figuur 4 en 5 de delen van figuur 2 en 3 tonen tijdens het in elkaar grijpen van de delen van de pijpkoppeling ! van figuur 1, en

Figuur 6 en 7 axiale doorsneden zijn van andere uit- 8501452 . f * - 6 - * voeringsvorraen van pijpkoppelingen volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 1 toont een koppeling, die een mannelijk deel 1 en een vrouwelijk deel 2 omvat. Bij deze uitvoerings-5 vorm wordt het vrouwelijk deel 2 gevormd door een deel van een huls 3, die ook een tweede vrouwelijk deel 2a vormt voor verbinding met een tweede mannelijk deel la. Elk van de mannelijke delen 1, la is aangebracht aan het einde van een pijpsectie 4, 4a, en kan, zoals wordt getoond, in één geheel 10 gevormd zijn met de pijpsectie of kan afzonderlijk zijn vervaardigd en vastgelast of op andere wijze daaraan bevestigd zijn.

Zoals wordt getoond, heeft elk mannelijk deel 1, la een in het algemeen afgeknot kegelvormig buitenomtreks-15 oppervlak 5, 5a, dat van een schroefdraad is voorzien en heeft elk vrouwelijk deel 2, 2a een overeenkomstig afgeknot kegelvormig inwendig omtreksoppervlak 6, 6a, dat eveneens is voorzien van een schroefdraad voor het opnemen en aangrijpen van het overeenkomstige mannelijke deel. De delen kunnen van 20 conventionele schroefdraad zijn voorzien of bijvoorbeeld zijn voorzien van schroefdraad zoals beschreven in ëén van de Britse octrooiaanvragen No. 8421540, 8421541 of 8421615. De . schroefdraad aan de omtreksoppervlakken eindigt kort voor de vrije einden 7, 7a van de mannelijke delen en de over-25 eenkomstige binneneinden van de oppervlakken 6, 6a van het vrouwelijk deel en, wanneer de delen geheel met elkaar in aangrijping verkeren, wordt een in het algemeen axiaal gericht oppervlak aan het vrije einde van elk mannelijk deel in afdichtend kontakt gebracht met een overeenkomstig 30 daartegenover liggend, in het algemeen axiaal gericht oppervlak aan een schouder 8 van het vrouwelijk deel, zoals meer uitgebreid zal worden beschreven met betrekking tot de figuren 2 tot en met 5, die slechts het vrije einde 7 van het mannelijk deel 1 en het overeenkomstige gedeelte van de 35 schouder 8 en het aangrenzende inwendige oppervlak van het ; vrouwelijk deel 2 tonen. j

Zoals in figuur 2 wordt getoond, is het vrije | einde 7 van het mannelijk deel 1 voorzien van een eerste 850 1 4 c i.

V * - 7 - radiaal buitenwaarts en axiaal gericht ringvormig oppervlak-gedeelte 9, dat een krommingsstraal R1 heeft, en een tweede radiaal binnenwaarts en axiaal gericht ringvormig oppervlak-gedeelte 10 met een krommingsstraal R2. De oppervlakgedeelten 5 9, 10 zijn onderling verbonden door een derde ringvormig oppervlakgedeelte 11 met een krommingsstraal R3, welk opper-vlakgedeelte 11 overgaat in de oppervlakgedeelten 9 en 10 bij de lijnen 12 en 13, waar de aangrenzende oppervlakgedeelten gemeenschappelijke raaklijnen hebben teneinde een eventuele 10 discontinuïteit in de kromming van de oppervlakgedeelten 9, 10, 11 weg te nemen. Het derde oppervlakgedeelte 11 strekt zich uit over de top of rug van het eindoppervlak van het mannelijk deel en heeft een aanzienlijk kleinere krommingsstraal dan die van de eerste en tweede oppervlakgedeelten.

• De krommingsstraal R1 kan bijvoorbeeld de helft zijn van de krommingsstraal R2 en de krommingsstraal R3 kan ongeveer een tiende zijn van de krommingsstraal R2.

Het eerste oppervlakgedeelte 9 gaat over in een cilindrisch omtreksoppervlakgedeelte 14, dat een raaklijn 20 vormt aan het oppervlakgedeelte 9 ter plaatse van de lijn 15.

Het tweede oppervlakgedeelte 10 kan bij 16 eindigen bij het binnenoppervlak van het mannelijk deel. Als alternatief kan het oppervlakgedeelte 10 bij 16 overgaan in een vierde afgeknot kegelvormig oppervlakgedeelte 17, dat in onderbroken 25 lijnen wordt getoond, en raakt aan het oppervlakgedeelte 10 ter plaatse van lijn 16. Het oppervlakgedeelte 17 eindigt dan bij het binnenoppervlak van het mannelijk deel.

Zoals in figuur 3 wordt getoond, is het vrouwelijk deel 2 voorzien van oppervlakgedeelten 19, 20, 21 en eventu-30 eel 27 overeenkomend met de oppervlakgedeelten 9, 10, 11 en 17 van het mannelijk deel en met in hoofdzaak dezelfde krom-mingsstralen Rl, R2 en R3 en met overgangslijnen 22, 23 en 26 overeenkomend met de lijnen 12, 13 en 16. In het vrouwelijk deel gaat het eerste oppervlakgedeelte 19 echter bij 35 28 over in een afgeknot kegelvormig oppervlakgedeelte 29, dat zich bijvoorbeeld kan uitstrekken over ongeveer 5° tot 30° ten opzichte van de hartlijn, en dat gevolgd wordt door een cilindrisch oppervlakgedeelte 30. De maximum diameter ÉSxOi k 5 2 u· ·*, S e *7 'J' « f · ί* - 8 - van het oppervlakgedeelte 29 is groter dan de diameter van het oppervlakgedeelte 14 van het mannelijk deel, zodat de oppervlakgedeelten 14 en 30 zich op een kleine afstand van elkaar bevinden zelfs wanneer de delen volledig met elkaar 5 in aangrijping verkeren. De minimum diameter van het oppervlakgedeelte 29 is echter kleiner dan de diameter van het oppervlakgedeelte 14 en de maximale afmetingen van de gedeelten 9, 10, 11 zijn groter dan die van de gedeelten 19, 20, 21. Wanneer de delen dus in elkaar worden geschroefd, wordt 10 het vrije einde van het mannelijke deel naar zijn uiteindelijke positie geleid door het afgeknot kegelvormige oppervlakgedeelte 29 van het vrouwelijk deel en maakt dit aanvankelijk kontakt met het vrouwelijk deel in het gebied van de lijn 28. De oppervlakken 9 en 10 komen dan geleidelijk met elkaar in 15 kontakt zoals wordt getoond in fig. 4 met een toenemende mate van deformatie, die aanvankelijk elastisch en tenslotte plastisch is, zodat deze oppervlakken 9, 19 worden blootgesteld aan triaxiale spanningen tengevolge van zowel axiale samen-drukking als radiale binnenwaartse buiging of deformatie van 20 het eindgedeelte van het vrije einde 7 van het mannelijk deel, veroorzaakt door het kontakt tussen de oppervlakken 9 en 19. Wanneer de oppervlakken 9 en 19 geheel met elkaar in aanraking komen te verkeren, komen de oppervlakken 10 en 20, en indien aanwezig 17 en 27, in kontakt en worden, zoals in fig. 5 wordt 25 getoond, samengedrukt.

De oppervlakken 9, 10 en 11, en 19, 20 en 21 zijn zodanig gedimensioneerd en aangebracht dat, wanneer de oppervlakken 9, 19 en 10, 20 geheel met elkaar in aangrijping verkeren en onder de beoogde drukspanning staan, de oppervlak-30 ken 11 en 21 zich enigszins op een afstand van elkaar kunnen bevinden of met elkaar in kontakt kunnen zijn, maar in elk geval zullen deze aan een aanzienlijk geringere drukbelasting bloot staan dan de oppervlakken 9, 19 en 10, 20.

De tolerantie van de kroramingsstralen van de 35 oppervlakken 9, 10 en 11 en 19, 20 en 21 is zodanig, dat de krommingsstralen van de oppervlakken 19 en 20 van het vrouwelijke deel ten minste gelijk zijn aan of enigszins groter zijn dan de krommingsstralen van de oppervlakken 9, 10 en de krom- 850 1 4 ΰ Ü - 9 - _ /*· V « mingsstraal van het oppervlak 21 ten hoogste gelijk is aan of enigszins kleiner is dan de krommingsstraal van het oppervlak 11.

Hoewel de uitvinding beschreven is in de 5 context van een koppeling, waarbij het vrouwelijk deel gevormd wordt door een bus, zal het duidelijk zijn dat deze even goed toepasbaar is op een pijpkoppeling zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 6, waarbij de mannelijke en vrouwelijke delen 31, 32 in êén geheel gevormd zijn met of bevestigd zijn 10 aan, bijvoorbeeld zoals getoond door lassen of op een andere wijze, aan de einden van de pijpsecties 4, 4a, waarbij een in het algemeen axiaal gericht oppervlak, bijvoorbeeld zoals beschreven aan de hand van figuur 2, aan het vrije einde 37 van het mannelijk deel 31 af dichtend kon takt maakt met een 15 overeenkomstig in het algemeen axiaal gericht oppervlak, zoals bijvoorbeeld beschreven aan de hand van figuur 3, en aangebracht aan de schouder 38 van het vrouwelijk deel 32.

Hoewel bovendien een afdichtend kontakt beschreven is tussen een in het algemeen axiaal gericht opper-20 vlak aan het vrije einde van het mannelijke^ deel en het inwendige oppervlak aan het vrouwelijke deel, zal het duidelijk zijn dat de uitvinding even goed toegepast kan worden bij een koppeling, waarbij afdichting gewenst is tussen een in het algemeen axiaal gericht oppervlak aan het vrije einde 25 van het vrouwelijk deel en een overeenkomstig oppervlak aan het mannelijk deel, bijvoorbeeld zoals getoond in figuur 7.

Zoals getoond in figuur 7 maakt een axiaal gericht oppervlak aan het vrije einde 38. van het vrouwelijk deel 32 een afdichtend kontakt met een oppervlak, dat is 30 gevormd aan een schouder 39 van het mannelijk deel 31. De oppervlakgedeelten overeenkomend met de oppervlakgedeelten 9, 10, 11 zijn aangebracht aan het vrije einde 38 en oppervlakgedeelten overeenkomend met de oppervlakgedeelten 19, 20, 21 zijn aangebracht op de schouder 39 zoals boven beschreven, 35 met uitzondering daarvan, dat de oppervlakgedeelten overeenkomend met de gedeelten 9 en 19 radiaal binnenwaarts zijn gericht in plaats van radiaal buitenwaarts (en daarom hier tweede oppervlakgedeelten worden genoemd) en de oppervlakgedeelten overeenkomend met de gedeelten 10, 20 zijn radiaal 85014 ö 2 |

* V

-10- buitenwaarts in plaats van radiaal binnenwaarts gericht (en worden daarom hier eerste oppervlakgedeelten genoemd). Het vrouwelijk deel kan ook zijn voorzien van oppervlakgedeelten overeenkomend met de gedeelten 14 en 17 en het mannelijk deel 5 kan voorzien zijn van oppervlakgedeelten overeenkomend met de gedeelten 29, 30 en 27.

In een specifieke uitvoeringsvorm van een pijp-koppeling zoals boven beschreven aan de hand van figuren 1 tot en met 5, zijn de krommingsstralen Rl, R2 en R3 van het 10 mannelijk deel 0/2 inch, 0,4 inch en 0,04 inch (5 mm, 10 mm en 1 mm) en is de axiale afstand tussen de middelpunten van de cirkels met straal R1 en R2 0,287 inch (7,3 mm).

8501462

Claims

4 - 11 -CONCLUSIES
1. Pijpkoppeling omvattende een vrouwelijk deel (2, 32) met een van schroefdraad voorzien inwendig omtreks-oppervlak (6) en een in het vrouwelijk deel op te nemen mannelijk deel (1, 31) met een met het inwendige omtreksoppervlak 5 van het vrouwelijke deel overeenkomend uitwendig omtreksoppervlak (5), dat is voorzien van een schroefdraad voor aangrij-ping met de schroefdraad van het vrouwelijk deel, met het kenmerk, dat wanneer de delen geheel met elkaar’ in aangrijping verkeren, een in het algemeen axiaal gericht ringvormig opper-10 vlak (9, 10, 11) aan het vrije einde (7, 37, 38) van êën van de delen een afdichtend kontakt vormt met een tegenoverliggend overeenkomstig, in het algemeen axiaal gericht ringvormig oppervlak (19, 20, 21) aan het andere deel, waarbij de tegen elkaar aanliggende oppervlakken van de delen gedeelten omvat-15 ten die radiaal buitenwaarts en binnenwaarts van de delen zijn gericht en die kontinu gekromd zijn.
2. Pijpkoppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kontaktoppervlakken van de delen onderling zodanig zijn gedimensioneerd, dat deze een radiale perspas- 20 sing hebben zodanig, dat deformatie van het eindgedeelte van het vrije einde van het ene deel weg van het andere deel plaats vindt wanneer de delen geheel met elkaar in aangrijping worden gebracht.
3. Pijpkoppeling omvattende een vrouwelijk deel 25 (2, 32) met een van schroefdraad voorzien inwendig omtreksoppervlak (6) en een in het vrouwelijk deel op te nemen mannelijk deel met een met het inwendig omtreksoppervlak van het vrouwelijk deel overeenkomend uitwendig omtreksoppervlak (5), dat is voorzien van een schroefdraad die in aangrijping kan 30 worden gebracht met de schroefdraad van het vrouwelijk deel, met het kenmerk, dat wanneer de delen geheel met elkaar in aangrijping verkeren, een in het algemeen in axiale richting verkerend ringvormig oppervlak (9, 10, 11) aan het vrije einde (7, 37, 38) van één van de delen een afdichtend kontakt 35 vormt met een daartegenover liggend overeenkomend, in het algemeen in axiale richting gekeerd ringvormig oppervlak (19, 20, 21. aan het andere deel, waarbij het ringvormige oppervlak aan 8501462 -12 - het vrije einde van het ene deel een eerste radiaal buitenwaarts en in axiale richting gekeerd ringvormig oppervlak-gedeelte (9, 10) met een eerste krommingsstraal, een tweede radiaal binnenwaarts en in axiale richting gekeerd ringvormig 5 oppervlakgedeelte (10, 9) met een tweede krommings straal en een derde ringvormig oppervlakgedeelte (11) met een derde krommingsstraal, dat het eerste en tweede oppervlakgedeelte met elkaar verbindt en daarin overgaat, omvat, waarbij de derde krommingsstraal kleiner is dan de eerste en tweede 10 krommingsstraal, en het andere deel overeenkomstige eerste, tweede en derde ringvormige oppervlakgedeelten (19, 20, 21) heeft, met in hoofdzaak dezelfde krommingsstraal als de eerste, tweede en derde ringvormige oppervlakgedeelten (9, 10, 11) van het ene deel, waarbij de relatieve afmetingen van de kontakt-15 oppervlakken zodanig zijn uitgevoerd, dat het van de ringvormige oppervlakgedeelten voorziene gedeelte van het vrije einde van het ene deel een radiale perspassing heeft ten opzichte van het andere deel, teneinde een radiale deformatie van het eindgedeelte van het vrije einde van het ene deel te 20 veroorzaken in een richting weg van het andere 'deel, wanneer de delen geheel met elkaar in aangrijping verkeren.
4. Pijpkoppeling volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in het gebied waar het derde oppervlakgedeelte (11, 21. van de delen overgaat in het eerste en tweede oppervlak- 25 gedeelte (9, 19 en 10, 20) van de delen, de oppervlakgedeelten gemeenschappelijke raaklijnen hebben.
5. Pijpkoppeling volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, dat het ene deel het manndelijk deel is, waarbij een in het algemeen axiaal gericht ringvormig oppervlak (9, 10, 11) 30 aan het vrije einde (7, 37) van het manndelijk deel een afdich-tend kontakt vormt met een tegenover liggend overeenkomstig, in het algemeen inuaxiale richting gekeerd ringvormig oppervlak (19, 20, 21) van het vrouwelijke deel, en de afmetingen van de ringvormige oppervlakgedeelten van de delen zodanig 35 zijn, dat de eerste oppervlakgedeelten (9, 19) in kontakt komen en gedeformeerd worden voordat de .tweede oppervlakgedeelten (10, 20) in kontakt komen.
6. Pijpkoppeling volgens conclusie 5, met het kenmerk, 8501482 - 13 - dat wanneer de delen geheel met elkaar in aangrijping verkeren, de drukspanning over het tweede oppervlakgedeelte (11,21) kleiner is dan die over het eerste en tweede oppervlakgedeelte (9, 19 en 10, 20).
7. Pijpkoppeling volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de eerste krommingsstraal kleiner is dan de tweede krommingsstraal en de derde krommingsstraal aanzienlijk kleiner is dan zowel de eerste als de tweede krommingsstraal. .
8. Pijpkoppeling volgens één der conclusies 5 tot en met 7, met het kenmerk, dat de krommingsstraal van het eerste en tweede oppervlak (19, 20) van het vrauwelijk. deel ten minste gelijk is aan de eerste en tweede krommingsstraal van het mannelijk deel en de krommingsstraal van het derde opper-15 vlakgedeelte (21) van het vrouwelijk deel ten hoogste gelijk is aan de derde krommingsstraal van het mannelijk deel.
9. Pijpkoppeling volgens ëën van de conclusies 5 tot en met 8, met het kenmerk, dat het eerste oppervlakgedeelte (9) van het mannelijk deel overgaat in een cilindrisch 20 omtreksoppervlakgedeelte (14), en het eerste oppervlakgedeelte (19) van het vrouwelijk deel overgaat in een afgeknot kegelvormig oppervlakgedeelte (29), waarvan de maximale diameter groter is dan de diameter van het cilindrische oppervlakgedeelte (14) van het mannelijk deel, zodat het afgeknot 25 kegelvormige oppervlakgedeelte (29) van het vrouwelijk deel het vrije einde (7, 37) van het mannelijk deel geleidt naar de positie geheel in aangrijping ten opzichte van het vrouwelijk deel.
10. Pijpkoppeling volgens conclusie 9, met het kenmerk, 30 dat de minimum-diameter van het afgeknot kegelvormige oppervlakgedeelte (29) van het vrouwelijk deel kleiner is dan de diameter van het cilindrische oppervlakgedeelte (14) van het mannelijk deel.
11. Pijpkoppeling volgens ëën van de conclusies 5 tot 35 en met 10, met het kenmerk, dat het tweede oppervlakgedeelte (10) van het mannelijk deel overgaat in een vierde ringvormig afgeknot kegelvormig oppervlakgedeelte (17), dat eindigt bij het inwendige oppervlak van het mannelijk deel en het 85 0 1 4 o 2 -14- * Η - w vrouwelijk deel voorzien is van een overeenkomstig vierde oppervlakgedeelte (27) met in hoofdzaak dezelfde coniciteit als het vierde oppervlakgedeelte (17) van.het mannelijk deel.
12. Pijpkoppeling volgens conclusie 11, met 5 het kenmerk, dat de vierde afgeknot kegelvormige oppervlak- gedeelten (17, 27) van de delen raaklijnen vormen aan respek-tievelijk de tweede oppervlakgedeelten (10, 20).
13. Pijpkoppeling volgens conclusie 3 of 4', met het kenmerk, dat het ene deel het vrouwelijk deel (32) 10 is, waarbij een in het algemeen axiaal gericht oppervlak (9, 10, 11) aan het vrije einde (38) van het vrouwelijk deel een afdichtend kontakt vormt met een overeenkomstig tegenoverliggend, in het algemeen axiaal gericht ringvormig oppervlak van het mannelijk deel (31), en de afmeting van de ringvormige 15 oppervlakken van de delen zodanig zijn, dat de tweede oppervlakgedeelten (9, 19) in kontakt komen en gedeformeerd worden voordat de eerste^oppervlakgedeelten (10, 20) in kontakt komen.
14. Pijpkoppeling volgens conclusie 13, met 20 het kenmerk, dat wanneer de delen geheel met elkaar in aanraking verkeren, de drukspanning over de derde oppervlakgedeelten (11, 21) kleiner is dan die over de eerste en tweede oppervlakgedeelten (9, 19 en 10, 20).
15. Pijpkoppeling volgens conclusie 13 of 14, 25 met het kenmerk, dat de tweede krommingsstraal kleiner is dan de eerste krommingsstraal en de derde krommingsstraal aanzienlijk kleiner is dan zowel de eerste als de tweede krommingsstraal.
16. Pijpkoppeling volgens êën van de conclusies 30 13 tot en met 15, met het kenmerk, dat de krommingsstraal van het eerste en tweede oppervlakgedeelte (19, 20) van het mannelijk deel ten minste gelijk is aan de respektieve krommings-stralen van het eerste en tweede oppervlak (9, 10) van het vrouwelijk deel, en de krommingsstraal van het derde opper-35 vlak (21) van het mannelijk deel ten hoogste gelijk is aan de krommingsstraal van het derde oppervlakgedeelte (11) van het vrouwelijk deel.
17. Pijpkoppeling volgens één van de conclusies 8501462 - 15 - 13 tot en met 16, met het kenmerk, dat het tweede oppervlak-gedeelte (9) van het vrouwelijk deel overgaat in een cilindrisch omtreksoppervlakgedeelte (14) en het tweede oppervlak-gedeelte (19) van het mannelijk deel overgaat in een afgeknot 5 kegelvormig oppervlakgedeelte (29), waarvan de maximale diameter kleiner is dan de diameter van het cilindrische oppervlakgedeelte (14) van het vrouwelijk deel zodat het afgeknot kegelvormige oppervlakgedeelte (29) van het mannelijk deel het vrije einde (38) van het vrouwelijk deel naar de uitein-10 delijke positie ten opzichte van het mannelijk deel geleidt.
18. Pijpkoppeling volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de minimum diameter van het afgeknot kegelvormige oppervlakgedeelte (29) van het mannelijk deel groter is dan de diameter van het cilindrische oppervlakgedeelte (14) van 15 het vrouwelijk deel. • 19. Pijpkoppeling volgens êén van de conclusies 13 tot en met 18, met het kenmerk, dat het eerste oppervlakgedeelte (10) van het vrouwelijk deel overgaat in een vierde ringvormig afgeknot kegelvormig oppervlakgedeelte (17) dat 20 eindigt bij het uitwendig oppervlak van het deel, en het mannelijk deel voorzien is van een overeenkomstig vierde ringvormig oppervlakgedeelte (27) met in hoofdzaak dezelfde coniciteit als het vierde oppervlakgedeelte (17) van het vrouwelijk deel.
20. Pijpkoppeling volgens conclusie 19, met het 25 kenmerk, dat de vierde afgeknot kegelvormige oppervlakgedeelten (17, 27) raaklijnen vormen aan de respektieve. .eerste oppervlakgedeelten (10, 20). 85 0 1 4 él; !