NL8403272A - Inrichting voor het vervaardigen van pallets. - Google Patents

Description

-1 - 24259/CV/tl » _ i

Korte Aanduiding: Inrichting voor het vervaardigen van pallets.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vervaardigen van pallets,die zijn opgebouwd uit in twee op afstand·, van el-5 kaar gelegen lagen opgestelde planken en tussen deze planken aangebrachte afstandsorganen in de vorm van blokken of balken.

Veelal worden deze pallets nog hoofdzakelijk met de hand vervaardigd, hetgeen een duur en tijdrovend werk is en een nadelig invloed op de kostprijs van de pallets heeft.

10 Verder zijn er wel voorstellen gedaan om het vervaardigen van pallets volledig te mechaniseren, maar*'·dit leidt veelal tot zeer gecompliceerde en dure constructies, hetgeen ook kostprijs verhogend werkt.

Met de uitvinding wordt beoogd een inrichting voor het vervaardigen van pallets te verkrijgen waarmede aan bovengenoemde nadelen kan worden 15 tegemoet gekomen.

Volgens de uitvinding kan dit worden verkregen met behulp van een inrichting,die is voorzien van een door een gestel ondersteunde tafel, waarop een raam van steunbalken is aangebracht alsmede met behulp van verstelcilinders verstelbare klemorganen,die zodanig zijn opgesteld,dat 20 de afstandsorganen in de voor het vervaardigen van de pallet geschikte stand tussen steunbalken en de klemorganen en/of tussen de klemorganen zelf kunnen worden vastgeklemd,terwijl althans enige van de steunbalken vanuit de stand,die zij innemen tijdens het vervaardigen van een pallet, verstelbaar zijn tot in een stand waarin zij op afstand van de vervaar-25 digde pallets zijn gelegen.

Bij gebruikmaking van een dergelijke inrichting kunnen de verschillende voor de vervaardiging van een pallet benodigde planken en afstatisorganen op eenvoudige wijze in de geschikte stand in de inrichting worden geplaatst om vervolgens met elkaar met behulp van nagels of der-30 gelijke te worden verbonden,terwijl de vervaardigde pallet gemakkelijk uit de inrichting is te verwijderen na het losmaken van de klemorganen en het verstellen van de desbetreffende steunbalken.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van een 35 inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont enige uitvoeringsvormen van pallets,die kunnen worden 8403272 » 'ï -2- 24259/CV/tl vervaardigd onder gebruikmaking van de machine volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont schematisch een vooraanzicht op de inrichting volgens de uitvinding.

Fig. 3.toont schematisch een achteraanzicht op de in fig.1 afge-5 beelde inrichting.

Fig. 4 toont een zijaanzicht op fig.2,gezien in de richting vólgens pijl IV in fig.2.

Fig. 5 is een doorsnede over fig.2,gezien volgens de lijn V -V in fig. 2.

10 Fig. 6 is een doorsnede over fig.2,gezien volgens de lijn VI-VI in fig. 2. '·

Fig. 7 toont op grotere schaal een bovenaanzicht op het in fig.2 omcirkelde gedeelte A.

Fig. 8 toont een doorsnede over fig.7,gezien volgens de lijn VIII-15 VIII in fig.7.

Fig. 9 toont op grotere schaal een bovenaanzicht op het in fig. 2 omcirkelde gedeelte B.

Fig.10 toont een doorsnede over fig.9,gezien volgens de lijn X -X in fig.9.

20 Fig.11 toont op grotere schaal het in fig.2 omcirkelde gedeelte E.

Fig.12 toont een zijaanzicht op fig.11,gezien volgens de pijl XII in fig.11.

Fig. 13 toont een doorsnede over fig.11,gezien volgens de lijn XIII- XIII in fig.11.

25 Fig.14 toont een doorsnede over fig.11, gezien volgens de lijn XIV- XIV in fig.11.

Fig.15 toont op grotere schaal een bovenaanzicht op het in fig. 2 omcirkelde gedeelte F,gezien volgens de lijn XV-XV in fig.16.

Fig.16 toont een doorsnede over fig.15,gezien volgens de lijn XVI -30 XVI in fig.15.

Fig. 1 toont verschillende uitvoeringsvormen van pallets,die kunnen worden vervaardigd onder gebruikmaking van een machine volgens de uitvinding.

Zo toont fig. la een eerste uitvoeringsvorm van een pallet,waarbij 25 het onderste begrenzingsvlak van de pallet wordt gevormd door een drietal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende planken 1 aan de uiteinden en in t 8403272 » % * -3- 24259/CV/tl de midderis waarvan afstandsorganen in de vorm van parallellepipedum vormige klossen 2 zijn bevestigd. Op de bovenzijden van deze klossen rusten zich loodrecht op de planken 1 uitstrekkend planken 3,die dienen ter ondersteuning van een aantal zich evenwijdig aan de planken 2 en 5 aan elkaar uitstrekkende,het bovenvlak van het pallet vormende planken 4.

Bij het in fig.1b weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn de het ondervlak van het pallet vormende evenwijdig aan elkaar verlopende planken 5 verbonden met behulp van een drietal zich loodrecht op de planken 5 uitstrekkende,afstandsorganen vormende balken 6. Op deze balken 10 zijn rechtstreeks de het bovenvlak van de pallet vormende ,zich evenwijdig aan de planken 5 uitsthekkende planken 7 bevestigd.

Bij het in fig.1c weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt het ondervlak van het pallet gevormd door de randen van dit ondervlak begrenzende en zich haaks op elkaar uitstrekkende planken 8 en 9 waaraan weer af-15 standsorganen vormende klossen 10 zijn bevestigd. Op deze klossen rusten een drietal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende planken 11,die dienen ter ondersteuning van het bovenvlak van de pallet vormende,zich loodrecht op de planken 11 uitstrekkende planken 12.

Bij het in fig.ld weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt het onder-20 vlak van het pallet gevormd door een drietal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende planken 13,die onderling zijn verbonden door zich loodrecht op deze planken uitstrekkende planken 14,waarvan de buitenste planken 14 op enige afstand van de vrije uiteinden van de planken 13 zijn gelegen.

Op de planken 14 zijn afstandsorganen vormende klossen 15 aangebracht, 25 waarop zih evenwijdig aan de planken 13 uitstrekkende planken 16 rusten.

Deze planken 16,die eveneens buiten de deze planken 16 ondersteunende klossen 15 uitsteken aan de zijkanten van het pallet,dienen ter ondersteuning van het bovenvlak van het pallet vormende ,zich loodrecht op de planken 16 uitstrekkende planken 17.

30 Het zal duidelijk zijn,dat op de boven beschreven uitvoeringsvor men van de pallet variaties resp. combinaties van de weergegeven uitvoeringsvormen denkbaar zijn.

Zoals weergegeven in de fig.2 - 4 omvat de inrichting een gestel 18 voorzien van een tweetal zich omhoog uitstrekkende steunen 19 aan de 35 boveneinden waarvan legers 20 zijn bevestigd. In deze legers 20 zijn . horizontaal en in eikaars verlengde gelegen astappen 21 gelegerd,die zijn beves-· tigd aan een door een vlakke plaat gevormde tafel 22 welke is verstijfd 8403272 • __ — 7 i -4- 24259/CV/tl met een-aan de onderzijde van de tafel 22 aangebrachte en zich langs de omtrek*van deze tafel uitstrekkende,door een hoekijzer gevormde verstijvingsbalk 23.

Aan het gestel is verder een verstelcilinder 24 bevestig^,voorzien 5 van een zuigerstang,waarvan het buiten de cilinder uitstekende uiteinde is gelegen in een kast 25 en is verbonden met een niet nader weergegeven tandheugel. Deze tandheugel is in ingrijping met een aan een van de tappen 21 bevestigd rondsel,zodanig,dat met behulp van de verstelcilinder de tafel 22 om de hartlijnen van de tappen 21 kan worden verzwenkt en 10 in iedere gewenste stand kan worden opgesteld.

Gezien in fig.2 is nabij ./-de linker zijkant van de tafel 22 op het · voorvlak van deze tafel 22 een steunbalk 26 aangebracht,welke zich gezien in fig.2 loodrecht op de draaiingsassen van de tappen 21 uitstrekt.

Deze steunbalk 26 is met behulp van niet nader weergegeven bouten aan de 15 tafel 22 vastgeklemd en,zoals in fig.2 is weergegeven zijn voor het doorvoeren van deze bouten een groot aantal gaten 27 aangebracht,zodat het mogelijk is om de klembalk 26 in meerdere standen,ten opzichte van elkaar verschoven in een richting loodrecht op de lengterichting van de klembalk 26,aan de tafel 22 vast te klemmen.

20 Met de steunbalk 26 zijn de uiteinden gekoppeld van een tweetal zich dwars op deze steunbalk 26 uitstrekkende steunbalken 28.De andere uiteinden van de steunbalken 28 zijn gekoppeld met een zich evenwijdig aan de steunbalk 26 uitstrekkende steunbalk 29

Daar de opbouw van de beide steunbalken 28 .gelijk is en de verbindingen 25 van de steunbalken 28 met de steunbalken 26 en 29 spiegelsymmetrisch zijn zal de uitvoering van de steunbalken 28 en de verbinding van deze steunbalken 28 met de steunbalken 26 en 29 slechts voor een van de steunbalken 28 worden beschreven.

Zoals in het bijzonder uit fig.2 en 5 blijkt omvat iedere steunbalk 30 28 een tweetal boven elkaar geplaatste kokerbalken 30 en 31 waarin verdere kokerbalken 32 en 33 telescopisch verschuifbaar en met behulp van klemmid-delen 34 in iedere gewenste stand vastzetbaar zijn ter regeling van de , lengte van de steunbalk 28.

Aan het naar de steunbalk 26 toegekeerde uiteinde van de steunbalk 28 35 is een verbindingsorgaan 35 bevestigd,dat met behulp van een een zich loodrecht op de tafel 22 uitstrekkende scharnieras vormende scharniercon- 8403272

Hl

H

ft ----------- t * -5- 24259/CV/tl structie 364met de steunbalk 26 is verbonden. De scharnierconstructie 36 is aan de steunbalk 26 vastgezet met behulp van een bout 37 ,die is gevoerd door een zich in de lengterichting van de steunbalk 26 uitstrekkend sleufgat 38,zodat het aankoppelpunt van de steunbalk 28 aan de. steun-5 balk 26 in de lengterichting van de steunbalk kan worden ingesteld (Fig.7,8).

Aan het van de steunbalk 26 afgekeerde uiteinde van de steunbalk 28 is met behulp van een zich evenwijdig aan de draaiingsas van de schar-nierconstructie 36 uitstrekkende scharnierpen 39 het uiteinde van een koppelarm 40 gekoppeld. Het andere uiteinde van de koppelarm 40 is met 10 behulp van een scharnierconstructie 41,welke een zich evenwijdig aan de pen 39 uitstrekkende scharnieras'· vormt,verbonden met de steunbalk 29.

Daarbij is ook de scharnierconstructie 41 met de steunbalk 20 gekoppeld met behulp van een in de steunbalk 29 aangebracht sleufgat 42 gelegen bout 43,zodat ook het aankoppelpunt van de steunbalk 29 aan de steunbalk 15 29 in de lengterichting van de steunbalk versteld kan worden (Fig.9,10).

Het zal duidelijk zijn,dat zo zowel de afstand tussen de zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende steunbalken 28 als de afstand tussen de zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende steunbalken 26 en 29 kan worden ingesteld in afhankelijkheid van de gewenste maat van de te vervaardigen 20 pallets.

Zoals verder in het bijzonder in fig.3 en 6'is weergegeven zijn onder de tafel 22 een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende verstelcilinders 44 aangebracht met-de zuigerstangen waarvan zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende verstelstangen 45‘zijn verbonden. Deze ver-25 stelstangen 45,die in hun lengterichting verschuifbaar worden ondersteund door aan de onderzijde van de tafel 22 bevestigde legers 46 strekken zich loodrecht op de lengterichtig van de steunbalken 26 en 29 uit.

Zoals verder uit fig.6 blijkt zijn aan de steunbalk 29 oren 47 bevestigd,die zich uitstrekken door in de tafel 22 aangebrachte sleuf-30 gaten 48,terwijl aan de ondereinden van deze oren 47 bussen 49 zijn bevestigd waardoorheen de verstelstangen 45 zijn gestoken. In de bussen 49 zijn een aantal gaten 50 aangebracht evenals in de verstelstangen 45 (fig.16) ,zodat de steunbalk 29 in verschillende standen aan de verstelstangen kan worden vastgezet met behulp van door de gaten 50 en overeen-35 komstige in de verstelstangen 45 aangebrachte gaten gestoken grendelorga-nen 51.

8403272 t ___ _, f , -6- 24259/CV/tl

Boven*de steunbalken 26 en 29 zijn zich evenwijdig aan deze steunbalken uitstrekkende balken 52 resp.53 aangebracht,die om hun lengteas draaibaar zijn gelegerd in aan de uiteinden van de steunbalken 26 en 29 aangebrachte steunen 54 resp.55. Deze balken 52 en 53 zijn om jiun lengte-5 assen verdraaibaar met behulp van aan deze balken bevestigde handgrepen 56. Verder zijn aan de balken 52 en 53 zich schuin naar binnen en naar beneden toe uitstrekkende vingers 57 resp. 58 bevestigd voor een hieronder nog nader te omschrijven doel.

Zoals onder meer blijkt uit fig.6 zijn op de verstelstangen 45 op 10 enige afstand van de bussen 49 soortgelijke bussen 59 aangebracht,die op dezelfde wijze als de bussen 49^'in verschillende standen ten opzichte van de verstelstangen 45 kunnen worden vastgezet.

Ieder van de bussen 59 draagt een zich omhoog uitstrekkende plaat 60, welke is gevoerd door een in het verlengde van een sleufgat 48 gelegen 15 sleufgat 61 in de tafel 22. Aan ieder van de platen 60 is met behulp van een steun 62 een kokervormige balk 63 bevestigd,zodanig dat de lengteas van deze kokervormige balk zich evenwijdig aan het oppervlak van de tafel 22 en de steunbalken 26 en 29 uitstrekt (fig.11- 14).

Centraal in deze steunbalk is een geleidingsbuis 64 opgesteld,welke 20 nabij zijn uiteinden met behulp van schuin verlopende steunen 65 in de balk 63 is vastgezet. Aan een van deze steunen zijn een tweetal korte verstelcilinders 66 bevestigd, terwijl aan de ander van deze steunen 65 een tweetal langere verstelcilinders 67 is bevestigd. Met de zuigerstangen van de korte verstelcilinders 66 is een klemplaat' 68 verbonden. Aan de 25 klemplaat 68 is een in de bus 65 geleide geleidingsstang 69 bevestigd.

Aan de zuigerstangen van de langere verstelcilinders 67 is een plaat 70 bevestigd. Aan de plaat 70 is een in de bus 64 gelegen geleidings-stang 71 bevestigd. Verder is aan de plaat 70 een uitwisselbaar klemstuk 72 bevestigd. De afmeting van het klemstuk gemeten in de richting waarin 30 het klemstuk 72 met behulp van de verstelcilinders 67 kan worden verplaatst kan worden aangepast aan de afmetingen van de onderdelen,in het bijzonder van de afstandsstukken van het met behulp van de inrichting te vervaardigen pallet.

Aan de van de tafel 22 afgekeerde zijde van de kokervormige balk 63 35 is nog een klinkplaat 73 bevestigd.

840 32 72 «4 * » -7- 24259/CV/tl

Het zal duidelijk zijn, dat de aan de beide verstelstangen 45 bevestigd en hierboven aan de hand van de figuren 12- 14 beschreven kokerbalken met daarin opgenomen verstelcilinders en dergelijke spiegelsymmetrisch zijn uitgevoerd ten opzichte van de door de in eikaars verlengde gelegen 5 hartlijnen van de tappen 21 gevormde draaiingsas van de tafel.

Soortgelijke middelen gelegen nabij de steunbalk 26 zijn op soortgelijke wijze met de verstelstangen 45 verbonden en de overeenkomstige onderdelen van deze middelen zijn dan ook van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als gebruikt voor de onderdelen van deze middelen in de fig.12-14.

10 Het zal duidelijk zijn,dat de verschillende gestelbalken 63 met de daarin opgenomen verstelcilinders 66,6? en de klemorganen 68, 72 en de daaraan bevestigde klinkplaten 73 ten opzichte van de verstelstangen verstelbaar zijn en in gewenste standen ,afhankelijk van de afmetingen en vormgevingen van de te vervaardigen pallets kunnen worden ingesteld.

15 Aan de steunbalk 29 zijn een tweetal klinkplaten 74 ondersteunende balken 75 bevestigd (fig. 15,16),waarin op soortgelijke wijze als hierboven beschreven aan de hand van de fig.12- 14 verstelcilinders zijn opgenomen met behulp waarvan met de klemorganen 68 en 72 overeenkomende klemorganen 76 verstelbaar zijn.

20 Nabij de steunbalken 28 zijn aan de tafel 22 aanslagen 77 bevestigd die dwars op de lengterichting van de steunbalken 28 instelbaar zijn. Verder zijn ongeveer midden tussen de steunbalken 28 aan de tafel 22 tegenover elkaar opgestelde aanslagen 78 en 79 aangebracht,die naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar en in gewenste standen vastzetbaar zijn.

25 Indien de steunbalken 26,28 en 29 de in fig.2 weergegeven stand innemen kunnen de onderlaag van het te vervaardigen pallet vormende planken op de tafel 22worden gelegd tussen de balken 28 en de aanslagen 77-Vervolgens worden de klossen of balken vastgeklemd tussen de balken 28 en de daar tegenover gelegen met behulp van de verstelcilinders 67 verstelbare 30 klemstukken 72 of tussen de met behulp van de versteld Under 66 verstelbare klemplaten 68.

Vervolgens kunnen de het bovenvlak van het pallet vormende planken . worden aangebracht ,waarbij de uiteinden van de planken kunnen worden geplaatst tussen de uiteinden van de vingers 57 en 58 om een juiste 35 positionering van de planken te bewerkstelligen. Daarna kunnen met behulp van geschikte werktuigen,bij voorkeur pneumatisch werkende 8403272 -8- 24259/CV/tl J i r · pistolen of dergelijke krammen of spijkers op de beoogde plaatsen worden ingeslagen voor het met elkaar verbinden van de planken en de afstands-organen. De uiteinden van de ter plaatse van de klinkplaten 73 en 74 ingeslagen spijkers of krammen zullen door deze klinkplaten worden omgebo-' 5 gen zodat een goede vastzetting van deze spijkers of krammen zal worden gewaarborgd.

Zoals verder nog uit fig.2 en 3 blijkt zijn ter hoogte van de plaatsen waar de afstandsorganen met behulp van de klemorganen kunnen worden vastgeklemd in de tafel 22 uitsparingen 80 aangebracht zodat oprde plaats 10 van deze uitsparingen het pallet aan weerszijden toegankelijk is voor het aanbrengen van -spijkers,krammen of dergelijke.

Nadat de het pallet vormende onderdelen met elkaar zijn verbonden kunnen de verschillende klemorganen met behulp van de verstelcilinders 66 en 67 worden teruggetrokken ,waarna de verstelstangen 45 met behulp 15 van de verstelcilinders 44 in hun lengterichting kunnen worden verplaatst. Daardoor zullen de steunbalk 29 en de met de verstelstangen 45 gekoppelde balken 63 met daarin opgenomen verstelcilinders en dergelijke gezien in fig.2 naar rechts worden verplaatst. Ten gevolge van deze verplaatsing van de steunbalk 29 naar rechts zullen de nabij deze steunbalk gelegen 20 uiteinde van de steunbalken 28 naar buiten zwenken door verdraaiing om de hartlijnen van de scharnierverbindingen 36 ,waardoor het pallet los op de tafel zal komen te liggen en gemakkelijk te verwijderen zal zijn.

Verder zal het duidelijk zijn,dat door de verdraaibare opstelling van 25 de tafel 22 met behulp van de tappen 21 de tafel steeds in de voor de uit te voeren handelingen meest geschikte stand kan worden gebracht.

Een verdere mogelijkheid voor het vastklemmen van afstandsorganen wordt verkregen door deze vast te klemmen tussen de lange zijkanten van de met behulp van de verstelcilinders 44 verplaatsbare kokerbalken 63 en 30 75 en de steunbalk 26 resp. op afstand van deze de kokerbalken,bij voorkeur losneembaar aan de tafel bevestigde niet afgeheelde aanslagen.

Verder zal het duidelijk zijn,dat via niet nader weergegeven leidingen en met behulp van geschikte regelmiddelen op gewenste tijdstippen fluidum onder druk naar de verstelcilinders kan worden toegevoerd 35 resp.van de verstelcilinders kan worden afgevoerd.

8403272

Claims (14)

1. Inrichting voor het vervaardigen van pallets,die zijn opgebouwd uit in twee op afstand van elkaar gelegen lagen opgestelde planken en tussen deze planken aangebrachte afstandsorganen in de vorm van blokken of balken,met het kenmerk,dat de inrichting is voorzien van een door 5 een gestel ondersteunde tafel ,waarop een raam van steunbalken is aangebracht alsmede met behulp van verstelcilinders verstelbare klemorganen, die zodanig zijn opgesteld,dat de afstandsorganen in de voor het vervaardigen van de pallet geschikte stand tussen de steunbalken en de klemorganen en/of tussen de klemorganen zelf kunnen worden vastgeklemd,terwijl 10 althans enige van de steunbalken vanuit de stand,die zij innemen tijdens het vervaardigen van een pallet’ verstelbaar zijn tot in een stand,waarin zij op afstand van de vervaardigde pallet zijn gelegen.

2. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat aan een vast op de tafel bevestigde steunbalk dé uiteinden van een tweetal zich dwars op 15 deze steunbalk uitstrekkende steunbalken scharnierend zijn bevestigd.

3. Inrichting volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat de vast op de tafel aangebrachte steunbalk in een richting loodrecht op zijn lengterichting ten opzichte van de tafel verstelbaar en in meerdere standen vastzetbaar is.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3,met het kenmerk,dat de aankoppel-punten van de verzwenkbare steunbalken aan de vast op de tafel bevestigde steunbalk in de lengterichting van de vast op de tafel bevestigde steunbalk instelbaar zijn.

5· Inrichting volgens een der conclusies 2- 4', met het kenmerk,dat de 25 van de dwars op de tafel aangebrachte steunbalk afgekeerde uiteinden van de verzwenkbaar met deze vast op de tafel aangebrachte steunbalk gekoppelde steunbalken met een zich evenwijdig aan de vast aan de tafel bevestigde steunbalk verlopende steunbalk zijn gekoppeld met behulp van scharnierend aangebrachte koppelstukken.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk,dat de zich evenwijdig aan de vast aan de tafel bevestigde steunbalk uitstrekkende steunbalk verstelbaar is met behulp van onder de tafel aangebrachte,zich loodrecht op deze steunbalk uitstrekkende en in hun lengterichting verplaatsbare verstelstangen. 35

7· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 5 en 6 ,met het •kenmerk,dat aan de verplaatsbare en zich evenwijdig aan de vast opge- 8403272 -10- 24259/CV/tl < * * \ stelde steunbalk uitstrekkende steunbalk klemorganen zijn bevestigd die in een richting evenwijdig aan deze steunbalk verplaatsbaar zijn.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat tussen de vast aan de tafel bevestigde steunbalk en de zich even- 5 wijdig aan deze steunbalk uitstrekkende verplaatsbare steunbalk verdere klemorganen zijn aangebracht,die in een richting evenwijdig aan deze steunbalken verplaatsbaar zijn.

9. Inrichting volgens conclusie 8,met het kenmerk, dat deze verdere klemorganen worden ondersteund door steunorganen ,die met de verstel- 10 stangen gekoppeld zijn.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat aan een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende steunbalken vingers zijn aangebracht,die dienen als afstandsorganen voor de planken van het pallet en verstelbaar zijn tussen een werkzame en niet werkzame 15 stand.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies ,met het kenmerk, dat op de tafel instelbare aanslagen zijn aangebracht bestemd voor het positioneren van planken op het tafeloppervlak.

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, 20 dat afstandsorganen vast te klemmen zijn tussen de vast aan de tafel bevestigde steunbalk en op afstand van deze steunbalk op de tafel aangebrachte aanslagen met behulp van dwars op deze steunbalk verplaatsbare organen.

13. Inrichting volgens conclusie 12,met het kenmerk,dat de verplaats-25 bare organen worden gevormd door kokerbalken,waarin verstelcilinders voor de klemorganen zijn Ondergebracht.

14. Inrichting althans nagenoeg zoals hierboven omschreven en/of afgebeeld in bijgaande figuren. > .......— 8403272