NL8403178A - Werkwijze voor het door schroeven in de grond aanbrengen van een trekanker. - Google Patents

Description

p & c W 6236-1 Ned.B/EvF * * *

Korte aanduiding: Werkwijze voor het door schroeven in de grond aanbrengen van een trekanker.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het door schroeven in de grond aanbrengen van een uit een centrale stang en een aan het inschroefeinde daarvan aanwezig schroefblad bestaand trekanker.

Dergelijke trekankers worden o.a. toegepast voor het verankeren 5 van grond- en/of waterkerende constructies, het verankeren van tuien voor mastconstructies en dergelijke. Afhankelijk van de toepassing worden dergelijke ankers onder verschillende elevatiehoefcen in de grond gebracht.

Een bekend type trekanker is het in de aanhef genoemde, zogenaamde schroef anker, waarvan het schroefblad uit één enkele gang met een 10 in verhouding van de buitendiameter van het schroefblad geringe spoed bestaat.

Het Nederlandse octrooischrift 166.301 beschrijft een dergelijk anker, alsook een voorbeeld van een inrichting met behulp waarvan dit anker in de bodem wordt geschroefd.

15 De door dergelijke schroefankers op te nemen trekkracht berust op de sterkte van de rond de centrale trekankerstang aanwezige grondkolom, waartegen zich het als ankerplaat fungerende schroefblad afzet. Ook bij betrekkelijk grote schroefbladdiameters is de toelaatbare trekbelasting van dergelijke trekankers betrekkelijk gering.

20 Voor grotere trekbelastingen is een ander type trekanker bekend en wel het zogenaamde "groutanker". Bij toepassing van een trekanker van dit type wordt een dikwandige stalen buis, die aan het inbrengeinde door een losse ankervoet is afgesloten, door middel van slag-, slagboor- en/of boorapparatuur in de grond gebracht, waarna in de buis een stalen anker- 25 staaf of een systeem van staaldraad wordt aangebracht. Vervolgens wordt de buis onder druk gevuld met een hydraulische mortel. Tenslotte wordt de buis geleidelijk uit de grond teruggetrokken, waarbij de mortel de daarbij vrijkomende ruimte opvult en ook in de wand van het door de buis in de grond gemaakte gat dringt.

30 Dergelijke "groutankers" zijn echter betrekkelijk kostbaar in vergelijking tot de eerder beschreven schroefankers.

De uitvinding nu beoogt een werkwijze te verschaffen, met behulp waarvan een betrekkelijk goedkoop trekanker voor hoge trekbelastingen kan worden verkregen.

35 De werkwijze volgens de uitvinding wordt hiertoe gekenmerkt, dat men gebruik maakt van een trekanker van het in de aanhef genoemde 840 3 1 7 8 - 2 - ί ' .

"schroeftype" waarvan het schroefblad meerdere windingen bevat, waarbij men na het inschroeven van het anker de .rond de centrale .ankerstang in de ruimten tussen de opeenvolgende schroefbladwindingen opgesloten grondmassa verstevigd door deze te injecteren met een hydraulisch verhardings-5 middel.

Op deze wijze wordt ter plaatse van het schroefblad een draagkrachtige grondkolom gevormd, waarin het eigenlijke trekanker onwrikbaar vast komt te zitten en die door de zijdelingse "uitlopers" van het hydraulische verhardingsmiddel een hechte verbinding met de 10 omgevende grondmassa verkrijgt. Het is duidelijk, dat de door een aldus verkregen anker op te nemen trekbelasting kan worden vergroot door de axiale lengte van het schroefbladgedeelte en dus de lengte van de te verstevigen grondkolom te vergroten en/of de diameter van de schroefbladwindingen groter te kiezen. Bij slappere grondsoorten zal men in het 15 algemeen een betrekkelijk korte lengte en een grotere diameter kiezen.

Bij voorkeur laat men het anker na het bereiken van de gewenste inschroefdiepte nog een weinig verder doordraaien terwijl respectievelijk waarna men het verhardingsmiddel inbrengt. Dit betekent, dat men het anker als het ware laat "doldraaien", waardoor de te verstevigen .

20 grondkolom losser wordt en het verhardingsmiddel beter daarin alsook in de:'.omgevende grondmassa kan doordringen.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding wordt het verhardingsmiddel via de hol uitgevoerde centrale stang en door over de lengte van het schroefblad verpreid liggende zijdelingse uittreeopeningen 25 ingebracht.

Opgemerkt wordt, dat uit het Nederlandse octrooischrift 87241 een werkwijze voor het verstevigen van de bodem bekend is, waarbij een van uitstekende armen voorziene buis roterend in de grond wordt gebracht en waarbij de door de armen bewerkte grondkolom wordt verstevigd door 30 injecteren met een hydraulisch verhardingsmiddel. Het gaat hierbij echter niet om het aanbrengen van een trekanker, daar de buis na het injecteren weer uit de grond wordt teruggetrokken.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een bij de werkwijze volgens de uitvinding toe te passen trekanker, dat gekenmerkt wordt door 35 een holle buissectie, waarop eën schroefblad met meerdere windingen is aangebracht, terwijl in de wand van de holle buissectie een aantal over de lengte van het schroefblad verspreid liggende openingen aanwezig is.

De uitvinding wordt hieronder aan de hand van de tekening met 840 3 1 7 8 s * - 5 - een ui tvoeringsvoorbeeld nader toegelicht.

o

Het in de tekening weergegeven, onder een hoek van ca. 40 in de grond gebrachte anker, bestaat uit een centrale buis 1, waarvan de holle ruimte aan het benedeneinde is afgesloten door een penvoxmige 5 plug 2. Op de buitenmantel van de buis 1 is, bijvoorbeeld door lassen, een schroefblad 3 aangebracht, dat in het getekende uitvoeringsvoorbeeld een vijftal windingen heeft. De ankerbuis 1 heeft aan zijn boveneinde een van een centraal doorlaatkanaal voorzien schroefdraaddeel 4, teneinde het anker te kunnen verbinden met een verlengbuis 5. De ankerbuis 1 heeft 10 een diameter, die bijvoorbeeld kan variëren van 50 tot 100 mm, terwijl het schroefblad 3 een diameter heeft welke kan variëren tussen 100 en 250 mm, een en ander afhankelijk van de door het anker op te nemen trekbelasting.-

De effectieve lengte van het anker, d.w.z. de totale lengte 15 van het schroefblad, kan, afhankelijk van de grondsoort, anderhalf tot· zes meter en meer bedragen.

Het getekende anker kan op bekende wijze en met behulp van bekende, niet nader weergegeven apparatuur, in de bodem worden geschroefd-De inschroefdiepte kan daarbij van enkele meters tot enkele tientallen 20 meters bedragen, waarbij men afhankelijk van de inschroefdiepte, kortere of langere, danwel een kleiner of groter aantal verlengbuizen toepast.

Zodra de inschroefdiepte is bereikt, kan via de holle ruimte van de ankerbuis 1 en de eventuele verlengbuizen 5 een geschikt ver-hardingsmiddel of mortel onder druk worden toegevoerd, welke mortel 25 via in de wand van de ankerbuis 1 aanwezige openingen 6 zijdelings in de door het schroefblad 3 gevangen grondkolom wordt geïnjecteerd. De openingen 6 kunnen daarbij tijdens het inschroeven met behulp van pluggen van bijvoorbeeld elastisch materiaal zijn afgesloten, welke daarna onder invloed van de druk van de injectiemortel worden weggedrukt.

30 Bij voorkeur wordt het anker na het bereiken van de inschroef diepte nog een aantal slagen verder gedraaid, terwijl het in axiale richting wordt geblokkeerd. Hierdoor wordt de tussen het schroefblad 3 opgesloten grondkolom losgemaakt en ontstaat er ruimte voor het zijdelings in de grondkolom, alsmede in het daaromheen liggende grondlichaam 35 doordringen van de mortel. In de tekening is het binnen de harcering gelegen gebied aangegeven, dat op deze wijze door het injecteren van de mortel wordt verstevigd.

Zoals de tekening aangeeft, kan de via de holle ruimte van 840 31 7 8 r * - a - de buizen 1 en 5 toegevoerde mortel ook via korte buisstukjes 6a naar meer naar buiten gelegen injectieplaatsen worden geleid. Bij voorkeur bevinden zich deze injectiepunten aan de in de inschroefrichting wijzende zijde van het schroefblad. Afhankelijk van de grondgesteldheid, kan de injectie-5 druk uiteraard lager of hoger worden gekozen. Een geschikte gemiddelde waarde van deze pompdruk ligt in de orde van grootte van 10 bar.

3 '5 0 3 1 7 8'

Claims (4)

1. Werkwijze voor het door schroeven in de grond aanbrengen van een uit een centrale stang en een aan het inschroefeinde daarvan aanwezig schroefblad bestaand trekanker, met het kenmerk, dat men gebruik maakt van een trekanker,. waarvan het schroefblad meerdere windingen bevat, 5 waarbij men na het inschroeven van het anker de rond de centrale anker-stang in de ruimten tussen de opeenvolgende schroefbladwindingen opgesloten grondmassa verstevigt .door deze te injecteren met een hydraulisch verhardingsmiddel.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat men het 10 anker na het bereiken vein de gewenste inschroefdiepte nog een aantal slagen verder doordraait en daarbij het anker in axiale zin blokkeert, terwijl resp. waarna men het verhardingsmiddel inbrengt.

3. Werkwijze volgens conclusies 1-2, met het kenmerk, dat men het verhardingsmiddel via de hol uitgevoerdë centrale stang en door over de 15 lengte van het schroefblad verspreid liggende zijdelingse uittree-operiingen inbrengt.

4. Trekanker, bestemd voor toepassing bij de werkwijze volgens conclusies 1-3, gekenmerkt door een holle buissectie, waarop een schroefblad met meerdere windingen is aangebracht, terwijl in de wand van de 20 holle buissectie een aantal over de lengte van het schroefblad verspreid liggende uittreeopeningen resp. korte üittreestompen of -buizen aanwezig is. 840 31 7 8