NL8402209A - Onderwerpinterpretatiemethode. - Google Patents

Onderwerpinterpretatiemethode. Download PDF

Info

Publication number
NL8402209A
NL8402209A NL8402209A NL8402209A NL8402209A NL 8402209 A NL8402209 A NL 8402209A NL 8402209 A NL8402209 A NL 8402209A NL 8402209 A NL8402209 A NL 8402209A NL 8402209 A NL8402209 A NL 8402209A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
subject
command
flag
topic
definition
Prior art date
Application number
NL8402209A
Other languages
English (en)
Original Assignee
American Telephone & Telegraph
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by American Telephone & Telegraph filed Critical American Telephone & Telegraph
Publication of NL8402209A publication Critical patent/NL8402209A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09BEDUCATIONAL OR DEMONSTRATION APPLIANCES; APPLIANCES FOR TEACHING, OR COMMUNICATING WITH, THE BLIND, DEAF OR MUTE; MODELS; PLANETARIA; GLOBES; MAPS; DIAGRAMS
    • G09B7/00Electrically-operated teaching apparatus or devices working with questions and answers
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09BEDUCATIONAL OR DEMONSTRATION APPLIANCES; APPLIANCES FOR TEACHING, OR COMMUNICATING WITH, THE BLIND, DEAF OR MUTE; MODELS; PLANETARIA; GLOBES; MAPS; DIAGRAMS
    • G09B7/00Electrically-operated teaching apparatus or devices working with questions and answers
    • G09B7/02Electrically-operated teaching apparatus or devices working with questions and answers of the type wherein the student is expected to construct an answer to the question which is presented or wherein the machine gives an answer to the question presented by a student

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Educational Administration (AREA)
  • Educational Technology (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Management, Administration, Business Operations System, And Electronic Commerce (AREA)
  • Electrically Operated Instructional Devices (AREA)

Description

* * I
i ( i VO 6396
Betr.: Onderwerpinterpretatiemethode.
De uitvinding heeft betrekking op een onderwerpinterpretatieme-thode in een op een rekenmachine gebaseerd stelsel voor het leveren van instructiemateriaal uit een informatiebasis, dat verdeeld is in segmenten en waartoe toegang kan worden verkregen om het materiaal weer te 5 geven op het scherm van een rekeninrichting-toegangspost, waarbij de segmenten overeenkomstig onderwerpen zijn gegroepeerd.
Het elektronisch leveren van instructiemateriaal is op velerlei wijzen geschied. Zo tonen bijvoorbeeld de Amerikaanse octrooisehriften 3.566Λ82 en 3.606.688 televisiezendmethoden’om instructiemateriaal 10 over sterk verspreide ontvangers van het televisietype te verdelen.
De in wezen unilaterale communicatie, welke bij dergelijke stelsels aanwezig is, vereist, dat de toevoer van het instructiemateriaal in een voorafbepaalde volgorde voortgaat zonder dat iemand, bijvoorbeeld een vragensteller, de gelegenheid heeft de toevoersnelheid te wijzigen of 15 naar willekeurig gekozen punten in het instructiemateriaal af te takken.
In een artikel van R. Kaplow e.a., getiteld "TICS: A System for the Authoring and Delivery of Interactive Instructional Programs,", dat is verschenen op pagina 381 - 388 van Proceedings, Seventh Annual Princeton Conference on Information Sciences and Systems, welke conferentie 22-23 20 maart 1973 heeft plaats gevonden, gaf een door een rekeninrichting ondersteund instruetietoevoerstelsel een vragensteller, zoals een student, enige vrijheid in hen aftakken en instellen van een geschikte snelheid hij het verwerken van instructiemateriaal, doordat de student de beschikking had over bepaalde, globale commando’s. Deze commando's waren 25 op een willekeurig tijdstip bruikbaar en maakten bijvoorbeeld het herhalen van een op dat moment aanwezig onderwerp of het aftakken naar bepaalde instructiemateriaalknooppunten mogelijk, welke laatste door de leraar in het instructiemateriaal, meer in het bijzonder werden geïdentificeerd in termen van een stelsel sleutelwoorden, die uniek waren 30 voor de aftakpunten. Het probleem is evenwel geweest, dat de meeste studenten, welke nieuw zijn voor de materie van instructiemateriaal, of een door een rekeniurichting ondersteund instructiestelsel, relatief passief zijn en zelden voordeel trekken van de gelegenheid om gebruik te maken van een dergelijke globale flexibiliteit, die hen geboden wordt 35 zonder in hoofdzaak te worden geleid.
♦ 8402209 • V .
- 2 -
Het probleem, is volgens de uitvinding opgelost door een onder-werpinterpretatiemethode in een op een rekenmachine gebaseerd stelsel, welke methode omvat de stappen van het verschaffen van een aankondi-gingsroutine om de post in een commandomodus gedurende tenminste een 5 voorafbepaald stel commando’s te brengen, aan een student zowel een aankondiging, dat een nieuw onderwerp op het punt staat te beginnen, en een aanwijzing, dat de student een gelegenheid heeft om een keuze te doen voor het uit voer en van een commando uit de commando's van het voorafbepaalde stel, weer te geven, welk stel is voorzien van tenminste 10 een adres-generiek overdracht seommando. voor het over dragen van de pro-grairima-uitvoering naar een andere plaats in de informatiebasis, en het oproepen van de routine bij voorafbepaalde onderwerpplaatsen in het materiaal.
De uitvinding verzacht bovenstaande problemen van flexibiliteit 15 in de overdracht van de student . over het instructiemateriaal in een door een rekenmachine ondersteund instructiestelsel door een besturing van de studentoverdrachtswerkopties uit te oefenen. De opties worden aan de student aangeboden door middel van een op te roepen aan-kondigingsroutine teneinde voor een student een aankondiging weer te 20 geven, ten aanzien van het feit, dat een nieuw onderwerp in de regelmatige instructiemateriaalvolgorde op het punt staat om te beginnen, en de student de gelegenheid heeft êén commando uit een voorafbepaald stel commando's te kiezen, welke laatste tenminste een adres-generiek overdracht seommando omvatten. De inhoud van het stel commando's kan worden 25 gemodifieerd door, door de ontwerper van het instructiemateriaal geplaatste binaire besturingsvlaggen. De commando's van het stel staan aan een student slechts in dergelijke aankondigingspunten ter beschikking.
Een aankondigingsvlag wordt in een geheugen geplaatst op door de 30' ontwerper te kiezen plaatsen in een instructiemateriaaltoevoerprogram-ma, zodat elke keer, dat een programmavermelding op een dergelijke willekeurige plaats wordt opgeroepen, de genoemde routine wordt uitgevoerd om de weergave aan. de student aan te bieden op een wijze, welke, tenminste gedeeltelijk, gemeenschappelijk is voor deze aankondigingen. In 35 de aankondiging kan extra materiaal worden ondergebracht, doch dit is van een. karakter, dat door het stelsel wordt berekend en aan de weergave wordt toegevoegd, zodat bepaalde, gedetailleerde codering, of sleutel- 8402209 . ·* · - 3 - woordspecifica-ties, welke uniek zijn voor elk knooppunt in een les, niet door een ontwerper van het instructiemateriaal behoeft te worden ontworpen en gecodeerd.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder ver-5 wijzing naar de tekening. Daarbij toont : fig. 1 een "hardware"-stelsel voor het bedrijven van door een rekeninrichting ondersteunde instructie- (CAI) stelsels volgens de uitvinding; fig. 2 een knooppuntsboom, welke een hiërarchische organisatie 10 aangeeft, welke voor leermateriaal in instructiemateriaal, dat in het stelsel volgens fig. 1 wordt geleverd, kan worden gebruikt; fig. 3 t/m 5 gedeeltelijke schema's van het tijdgeheugen volgens fig. 1, dat gebruikt wordt voor het leveren van instructiemateriaal, waarvan de. structuur is weergegeven in fig. 2; 15 fig. 6 en T de twee delen van een processtroomdiagram van een onderwerpinterpretatieroutine, welke moet worden toegepast in de centrale processoreenheid van het stelsel volgens fig. 1; fig. 8 een processtroomdiagram van een "zoek volgende werking"-functie, toegepast bij het schema volgens fig. 6; 20 fig. 9 en 10 postweergeefinrichtingen of schermen, welke een aan kondiging illustreren, die tijdens het proces volgens fig. 6 en 7 optreedt; en fig. 11 t/m 13 processtroomdiagrammen voor het uitvoeren van drie overdrachtscommando's, aangegeven in het schema volgens fig. T· 25 fig· 1 toont een typerende "hardwaren-configuratie, welke wordt toegepast voor het bedrijven van door een rekeninrichting ondersteunde instructiestelsels. Een gebruikerpost 10 omvat een kathodestraalbuis, weergeefinrichting of een scherm 11, en een toetsenbord 12, ingericht voor ASCII. De post 10 is via een kabel 13 gekoppeld om in combinatie 30 met een centrale gastheerprocessoreenheid 16 te worden bedreven. Deze rekeninriehting omvat, zoals gebruikelijk, een tijdelijk geheugen 17* Het geheugen 17, hier soms een primair geheugen genoemd, bevat een stapel voor onderwerpdefinities van instructiemateriaal, welke later zullen worden beschreven, teneinde gedeelten van instructiemateriaal of lessen 35 voor te stellen, dat op dat moment wordt uit gevoerd. Het geheugen 17 bezit bovendien andere geheugenvermogens (niet weergegeven), zoals het programmageheugen, welke zijn ondergebracht in de gastheer-CHI 16.
8402209 f % - h -
Met de CPU is ook een secundair geheugen 18, zoals een geschikt schijf-stelse.1, gekoppeld, voor het verschaffen van massa-opslag van de in-structiemateriaalinformatiebasis. Deze informatiebasis omvat digitale representaties van de tekstuele en grafische materialen, welke aanwezig 5 zijn in instructiemateriaal, dat overeenkomstig een instructiemateriaal-toevoerprogramma in. de gastheer-CPU l6 moet worden geleverd. Een dergelijk instructiemateriaaltoevoerprogramma wordt bij voorkeur bedreven TM · · met het ϋϊΓΙΣ -stelsel, bijvoorbeeld het UÏÏIX-stelsel V, waarvan men een beschrijving, vindt in een verzameling artikelen in Vol. 57, No. 6, deel 10 2, van het Bell System Technical Journal nummer van juli-augustus 1978 ·
Een. subject wordt meer in het bijzonder gesplitst in onderwerpen, welke weer kunnen worden verdeeld, in subonderwerpen enz. Dit leidt tot een hiërarchisch georganiseerde inhoudstabel. In '’software" termen is een onderwerp een procedure; een onderwerp kan een. ander onderwerp oproe-15 pen, dat naar het oproepende onderwerp terugkeert wanneer dit is geschied; en deze oproep- en terugvoerrelaties bepalen een onderwerps-"boom"«
Zoals hier gebruikt in een instructietoevoerkontekst heeft de uitdrukking "onderwerp" een iets ruimere betekenis dan gewoonlijk aan 20 deze term wordt toegekend in de kontekst van een lichaam van tekstueel materiaal. Derhalve is een onderwerp hier een procedure, soms een "onderwerpprocedure" genoemd, welke tenminste twee delen omvat, welke hier later zullen worden besproken. Een deel omvat een aantal typen be-sturingsvlaggen van binaire aard, waarin de aanwezigheid van een bit, 25 een symbool of een groep van symbolen een eerste operationele significantie heeft; en de afwezigheid daarvan heeft een tweede operationele significantie. Een ander deel van de onderwerpsprocedure omvat tenminste twee typen van uit te voeren elementen. Een type uit te voeren element is een uiteindelijk onderwerp of een "tak", welke het uitvoeren van 30 een functie bestuurt, zoals het op het scherm 11 weergeven van een bepaald segment van tekst of grafisch materiaal, dat door een student moet worden beschouwd. Een ander type uit te voeren element is een produktie-lijst, welke een of meer conditie-werkingsparen of "produkties" omvat, die elk het uitvoeren van een genoemde handeling besturen, indien aan 35 een bepaalde voorwaarde wordt voldaan, of indien geen voorwaarde wordt opgegeven. Produktiehandelingen worden dikwijls "onderwerpoproepen" genoemd, welke het effect van. het besturen van een geheugenstapel van 8402209 i i - 5 - hiërarchisch gerelateerde of in elkaar passende onderwerpen hebben, bijvoorbeeld het oproepen van de onderwerpsdefinitie voor "radiosOecificaties" bij de stapel. Andere werkingen, welke een gevolg zijn van het verwijderen van onderwerp uit de stapel, worden terugvoerhandelingen genoemd en 5 verwijderen bijvoorbeeld het huidige onderwerp uit de stapel en keren terug tot het onderwerp, waaruit werd opgeroepen. Weer andere werkingen, welke noch onderwerpsoproepen, noch terugvoerhandelingen zijn, dienen voor gemengde functies, zoals het instellen van waarden van variabelen van of een numeriek type, bijvoorbeeld stel X gelijk aan 1 in, of van 10 een functioneel type, bijvoorbeeld stel de inhoud van een geheugenplaats, welke "keuze” wordt genoemd, in op het ene woord van een aantal weergegeven woorden, dat door een student wordt gekozen. Werkingen in conditie-werkingsparen kunnen ook een onderstel van het taktype van uit te voeren elementen zijn.
15 Fig. 2 toont een onderwerpsboom ter illustratie van het concept van een regelmatige instructiemateriaaltoevoerreeks voor hiërarchisch gerelateerde onderwerpen. Het werkelijke mechanisme voor het gebruik van de geheugenstapel zal verder worden beschouwd onder verwijzing naar de fig. 3-5- De boom is getekend met het wortelonderwerpknooppunt in 20 het midden van een cirkel, in dit geval aangegeven met de verwijzing "0" en de eindonderwerpknooppunten zijn langs de omtrek gerangschikt. Knooppunten binnen de cirkel groeperen onderwerpen tot betekenisvolle groepen. Een student begint meer in het bijzonder in het midden en beweegt zich naar de omtrek voor bepaalde onderwerpen. De volgorde van 25 onderwerpsuitvoering, d.w.z. in de regelmatige volgorde van de instruc-tiemateriaaltoevoer, heeft de neiging in rechtse zin te verlopen; de student doorloopt het instructiemateriaal als de wijzers van een klok.
Het concept van een regelmatige instructiemateriaaltoevoervolgorde is een benadering, waarbij wordt aangenomen, dat alle delen van het in-30 structiemateriaal door de student in dezelfde volgorde als door de ontwerper is beoogd, voor een student, die steeds de juiste antwoorden heeft gegeven, wanneer hem vragen worden gesteld, worden beschouwd.
Alfanumerieke referentiesymbolen illustreren een wijze om de hiërarchie van knooppunten aan te geven en de regelmatige instructiemateriaal-35 toevoervolgorde aan te geven. Een stippellijn in fig. 2 strekt zich langs ëén onderwerpsaftakking van de knooppuntsboom uit; het onderwerp en de subonderwerpen van deze aftakking worden steeds meer specifiek wanneer 8402209 F v - 6 - men zich vanuit het centrale knooppunt nul langs de aftakking naar de buitenomtrek, naar een eindonderwerp, zoals dat, weergegeven door het knooppunt Y, beweegt, hetgeen soms een tak wordt genoemd. Bij wijze van voorbeeld wordt aangenomen, dat een student de handeling bij de tak I 5 voltooit en de regelmatige instruct iemat eriaaltoevoervolgorde heeft gevolgd voor instructiemateriaal, voorgesteld, door het schema van fig. 2. Aangezien er geen verdere onderwerpen in, op of voorbij het niveau van de tak Y aanwezig zijn, vindt men het volgende onderwerp, dat moet worden uitgevoerd, door zich langs de aftakking naar binnen, vanuit het 10 knooppunt Y naar het onderwerpsknooppunt B1c te bewegen en daarna naar het volgende onderwerpsknooppunt, dat moet worden uit gevoerd,-. op het niveau n.1. het onderwerpsknooppunt B1d. Het laatstgenoemde onderwerp, is het laatste in de regelmatige toevoerreeks onder het onderwerp B1 van de af geheelde aftakking en het onderwerp B1 is zelf het laatste uit te voe-15 ren onderwerp op het niveau daarvan onder het volgende, hogere onderwerpsknooppunt 1. Op het niveau van het knooppunt 1 zijn evenwel verdere onderwerpsknooppunt en 2 en 3 aanwezig. Derhalve is in de regelmatige instructiemateriaalvolgorde het volgende onderwerp, dat moet worden beschouwd, .nadat B1 is voltooid, het onderwerp, voorgesteld door het knoop-20 punt 2. Subonderwerpen onder het onderwerp 2 worden overeenkomstig de regelmatige instructiemateriaaltoevoervolgorde uitgevoerd door de onderwerpen, voorgesteld door de knooppunt A2a, A2b, enz. onder het knooppunt A2 te voltooien. Bij het voltooien van de onderwerpen van al deze knoop-, punten op het niveau van het knooppunt A2 is de volgende stap in de re-25 gelmatige instructiemateriaaltoevoervolgorde het zich bewegen naar het daaropvolgende onderwerp op het niveau van het knooppunt A2, d.w.z. het onderwerp, voorgesteld door het knooppunt B2 en de bijbehorende ongeschikte onderwerpsknooppunt en. Derhalve gaat de instructiemateriaaltoe-voer regelmatig op de. aangegeven wijze voort, waarbij deze voortgang in 3Q een rechtse zin om het centrale knooppunt 0 plaats vindt, totdat onderwerpen, voorgesteld door alle knooppunten onder het knooppunt 0, zijn toegevoerd en door de student zijn voltooid.
Fig. 3 en de gerelateerde fig. k en 5 omvatten een geheugenschets van een gedeelte van het temporaire geheugen 17 in fig. 1 en illustreren 35 de bovengenoemde oüderwerpsdefinitiestapel. In verband met de normale noodzaak om ruimte in het primaire geheugen 17 te behouden, omvat een onderwerpdefinitie in de stapel primaire informatie, welke bijvoorbeeld 8402200 * i - 7 - door geheugenadreswijzers, aktuele instructiemateriaaltekst voorstelt, die in een secundair geheugen is opgeslagen. De proportie aan werkelijke instructiemateriaalinformatie, die in de stapel aanwezig is, is een oat-werpkeuze, welke wordt bestuurd door het type "hardware”, dat gebruikt 5 wordt voor het realiseren van het stelsel.
De kolomr echt hoeken aan de linkerzijde van fig. 3 omvat, als aangegeven, respectieve onderwerpsdefinities voor een niveau van subonder-werpen, behorende bij een bepaald onderwerpsknooppunt in het knooppunt sboomschema van fig. 2. Bij wijze van voorbeeld wordt aangenomen, 10 dat het af geheelde gebied van het geheugen de subonderwerpen onder het onderwerpsknooppunt, aangeduid met 0 in fig. 2, voorstelt, terwijl een student onderwerp Y beschouwt. In dat geval zijn de onderwerpen in de stapel die langs de stippellijn in fig. 2. Derhalve komt de bovenste rechthoek, aangeduid met onderwerp 0 in fig. 3, overeen met het op een 15 soortgelijke wijze met ”0” in fig. 2 aangeduide onderwerpsknooppunt. De volgende rechthoek onder onderwerp 0 stelt onderwerp 1 voor; en de onderste rechthoek in de kolom,, n.1. dié, aangeduid met onderwerp Y, komt overeen met het onderwerpsknooppunt Y in fig. 2. Subonderwerpen onder het onderwerp 0 passen in elkaar op een wijze, welke nog zal worden be-20 schreven, opdat een student in een willekeurig bepaald punt van de toevoer van instructiemateriaal, bijvoorbeeld in het knooppunt Y in fig. 2, wordt geassocieerd met het centrale knooppunt 0 van fig. 2 via een aftakking, welke is opgebouwd uit een reeks van in elkaar passende onder-werpsrelaties.
25 Sik van de onderwerpsgebieden in het stapelgedeelte van het ge heugen 17, weergegeven in fig. 3, omvat dezelfde basiselementen of dezelfde basisstructuur, doch omvat verschillende specifieke inhouden, d.w.z. verschillende adreswijzers, gegevens en vlaggen, of misschien nulin-formatie in één of meer van de elementen. Een dergelijke structuur, welke 30 sen onderwerpsprocedure in het geheugen voorstelt, met specifieke inhouden, wordt hier een onderwerpsdefinitie genoemd. De basisonderwerps-structuur is voor het onderwerp 1 weergegeven in fig. 3. Tijdens de iu-structiemateriaaltoevoer worden onderwerpen, zoals dié, weergegeven in fig. 3 voor een onderwerp Y, dat op dit moment wordt uit gevoerd, en alle 35 onderwerpen via welke het onderwerp werd opgeroepen om te worden uitgevoerd, aanwezig in de stapel in het primaire geheugen 17·
Aan het begin van de instructiemateriaaltoevoer wordt een onder- 8402209 ii '* - 8 - werpdefinitie aan de stapel toegevoegd; deze handeling wordt een "drukken" van het onderwerp in de stapel genoemd. Het onderwerp, dat het meest recent in de stapel is gedrukt, is het huidige onderwerp, d.w.z. het onderwerp, dat op dit moment moet worden uitgevoerd. Wanneer het uitvoeren 5 van een onderwerp is voltooid, wordt de definitie daarvan uit het primaire geheugen 17 gewist; hij deze handeling wordt het onderwerp uit de stapel "verwijderd". Het beheer van de stapel voor het besturen van het drukken en verwijderen van onderwerpen overeenkomstig de instructiema-teriaaltoevoervolgorde, als gewijzigd door de invoer door de student, 10 geschiedt door een onderwerpvertolkingsinrichting, welke onder verwijzing naar fig. 6 zal worden beschreven. Het zal blijken, dat, wanneer de vertolkingsinrichting werkt, er een drukken en/of verwijderen van onderwerpen ten opzichte van de stapel plaats vindt voor uitwerking naar een tak voordat educationeel significante informatie aan de student 15 wordt weergegeven tengevolge van een uitvoeren van dat takonderwerp.
Een onderwerpdefinitie omvat een aantal velden, die elk tenminste een registerplaats in het primaire geheugen bevatten. Elk veld van een bepaald type vindt men steeds op dezelfde plaats van een onderwerpdefinitie. Een dergelijk veld kan een of meer· tekstsegmenten, een 20 of meer binaire vlaggen of een of meer adressen, die naar andere plaatsen in het geheugen, gewoonlijk het primaire geheugen, waar bepaalde informatiedelen kunnen worden gevonden, wijzen, bevatten. Die delen van de aangewezen informatie maken ook deel uit van de onderwerpdefinitie en zij kunnen in sommige gevallen zelf onderwerpdefinities zijn. Indien 25 een registerplaats, welke voor tekst of adres is aangewezen, op een bepaald moment deze informatie niet bevat, wordt gesteld, dat deze een nul is.
Eên veld in elke onderwerpdefinitie is een verbindingsveld en het wordt beoogd, dat dit veld een verbindingsadres bevat, dat het instruc-30 tiemateriaaltoevoerstelsel naar het onderwerp richt, waarnaar het stelsel bij de regelmatige instructiemateriaaltoevoervolgorde dient terug te keren wanneer het uitvoeren van het onderwerp, dat de verbinding bevat, is voltooid. Tot een dergelijk verbindingsadres wordt toegang verleend aan het eind van het uitvoeren van· een onderwerp, juist voordat de onder-35 werpdefinitie uit de stapel wordt verwijderd. Daarna begint het uitvoeren van het volgende onderwerp in de regelmatige instructiemateriaal-volgorde. De verbindingsfunctie is in fig. 3 schematisch voorgesteld door S'4 & 2 2 0 Q -.............. —.....
— ·> v I * ft iee»relke zich. uit strekt vanuit een punt in het verbindingsveld-regaar de volgende onderwerpsrechthoek hoven de representatie j vaarhindings veld, indien er een der gelijk onderwerp overhlijft oza. en uitgevoerd. Indien een verhindingsadresplaats een nul is, <4 · « 5 xs ructxemateriaaltoevoer voltooid.
I ander veld in een onderverpdefinitie is het titelveld en dit veli een onderwerpnaamregister en een onderwerptitelregister. De "til de tekstuele versie van de onderwerpstitel, welke aan een stucelke gebruik maakt van het instructiemateriaal, in een ge-10 schit van de instructiemateriaaltoevoer wordt weergegeven. Dit ondetitelregister Van of een nul of tekst bevatten, teneinde, zoals rkt, een binaire vlagfunctie te verkrijgen. Indien het tij-densnstructiemateriaaltoevoer bijvoorbeeld nodig is om na te gaan of aniet een onderwerpstitel aanwezig is teneinde gebruik te ma-15 ken t toestand van het titelregister als een besturingsvlag, is het citelregisteriahoud, welke wordt gezocht. Het naamregister is een ie identificatie van het onderwerp, welke kan worden gebruikt voor ;erugwinnen van informatie omtrent dat onderwerp uit een bestand het secundaire geheugen.
)20 vlagveld omvat een aantal registers voor sommige van de ver schil! typen biniire oesturingsvlaggen, die optioneel in de onder-<| werpsdiitie aanwens kunnen zijn voor het uitvoeren van voorafbepaal- 4e aodiaties van® instructiemateriaaltoevoer ten opzichte van de onderw$def init ie vaar in de vlag optreedt. Indien een vlag aanwezig 1 25 is, is voorafbe^i® modificatie in wezen dié voor dat onderwerp en voor al onderwerp» velke worden opgeroepen, d.w.z. welke bij de sta-f pel met at onder1? zijn. verbonden. Indien de vlag afwezig is, heeft | 4eze moc?icatie ,a effect. Deze vlaggen kunnen op een eenvoudige wij- ,·ί Ze wordet gemodifr<i ^Qor instructiemateriaalontwerper bij het op- | 30 maken vs; de invé1831 instructiemateriaalinformatiebasis. Of- I schoon in de tekS verschillende vlaggen zijn onderscheiden door ver- l schillende symbo elke vlag bij voorkeur gerealiseerd door ten- I minste één bit <P voorafbepaalde plaats van een onderwerpsdefinitie.
!Ter illustratie· vlaggen.(afwijkend van de titelvlag), meer 35 in het hijzonderr3eSevea ia ket onderwerpsdefinitiedetail volgens v J fig. 3; deze vi-eggen zullen later worden beschreven. Een ander type, j 4at niet specif·11 3 is weergegeven, zal onder verwijzing naar I 840220 I __ - 10 - de fig. ^ en 5 worden beschreven.
Een q-vlag is de eerste vlag, welke is weergegeven in fig. 3. Deze q-vlag, welke meer gedetailleerd onder verwijzing naar fig. 13 zal worden besproken, wordt gebruikt voor het begrenzen van de mate van over-5 dracht uit een punt naar een ander punt in een instructiemateriaaltoe-voervolgorde in responsie op een door een student gegeven opgeefcomman-do. Warneer een der gelijk commando van een student wordt ontvangen, tast het instructiemateriaaltoevoerprogramma de stapel automatisch af totdat een onderwerpdefinitie wordt gevonden, die in het vlagveld 10 daarvan een %-vlag bevat. Op dat moment wordt de aftasting beëindigd, en wordt de instructiemateriaaltoevoer bij het bij de vlag behorende onderwerp hervat.
Een h-vlag wordt in de tekening als een h geregistreerd en is een geschiedenisvlag. Deze vlag wordt gebruikt om te veroorzaken, dat te 15 kiezen typen van de voltooiingsgeschiedenis van het onderwerp door de student worden geregistreerd in een bestand, dat uitsluitend voor die bepaalde student wordt gehouden. De geschiedenisvlag kan verschillende vormen aannemen. Indien de vlag eenvoudig optreedt als een bit in het h-vlagregister, wordt de minimale geschiedenis geregistreerd en omvat 20 deze eenvoudig de basisinformatie, welke de student in het betreffende onderwerp heeft geïntroduceerd en welke de student tenslotte in het betreffende onderwerp heeft overgelaten. Bij andere vormen is de geschiedenisvlag van nut voor het registreren van informatie, welke van nut kan zijn om een student opnieuw in de regelmatige instructiemateriaal-25 toevoervolgorde overeenkomstig de aard van een bepaalde les of een bepaald onderwerp, dat wordt uit gevoerd, te brengen. Zo veroorzaakt bijvoorbeeld een hr-geschiedenisvlag het kopiëren van de volledige gebeur-tenisssenlijst (later te beschrijven), die tijdens het uitvoeren van het onderwerp door de student wordt gecompileerd, en wel in een voor de 30 student specifiek bestand in het secundaire geheugen. Indien een van de andere vormen in het onderwerp wordt gebruikt, richt de aanwezigheid van een adreswijzer in het vlagregister het stelsel op een geheugenplaats, welke bits in voorafbepaalde plaatsen omvat om door de respectieve toestanden daarvan aan te geven welke vormen van geschiedenisvlag in ge-35 bruik zijn.
Een uitschakelvlag d wordt gebruikt om een instructiemateriaalont-werper in staat te stellen een of meer bepaalde commando's voor het be- 8402209 * * - 11 - grenzen van de opties van de student op te kiezen wijzen buiten werking te stellen. Deze opties worden beschikbaar gesteld in combinatie met een gestandsriseerde onderwerpsaankondiging (later te beschrijven). Ook hier identificeert een adreswijzer in het d-vlagregister een geheugen-5 plaats, welke bitrepresentaties voor de bepaalde commando's omvat, welke buiten werking zijn gesteld. De uitschakelfunctie heeft twee aspecten. Volgens een aspect belet deze functie het opnemen van het uitgeschakelde commando in de gestandariseerde aankondiging. Volgens het andere aspect signaleert, indien de student een dergelijk commando geeft tij-10 dens het uitvoeren van het betreffende onderwerp, zelfs ofschoon het commando niet in de gestandariseerde aankondiging wordt weergegeven, het stelsel eenvoudig aan de student, dat een ongeldig commando is ontvangen.
Een optelvlag o wordt gebruikt om het een ontwerper mogelijk te 15 maken een of meer commando’s aan de gestandariseerde lijst toe te voegen teneinde de opties van de student uit te breiden in responsie op de gestandariseerde aankondiging. Een wijzer naar een Toegevoegd Optisch lijst-register identificeert de toegevoegde opties.
Bij de onderwerpsvermelding volgens fig. 3 zijn ook drie lijst-20 velden aanwezig, welke al dan niet wijzeradresinformatie kunnen bevatten, afhankelijk van de aard van het bepaalde onderwerp in één geval, en de aard van de resultaten van een overweging door de student van het onderwerp in de andere twee gevallen. Deze drie zijn velden voor een produktielijst, gebeurtenislijst respectievelijk een variabele lijst.
25 Het produktielijstregister bevat een wijzer met een gekoppelde lijst van produktieknooppunten, die subonderwerpen identificeren, welke onder het huidige onderwerp kunnen worden opgeroepen. Als zodanig wordt een dergelijk knooppunt soms betiteld als een onderwerpsopröep. De. gekoppelde lijst van produkties wordt verder daarin gekenmerkt, dat deze 30 circulair is. Derhalve veroorzaakt het voltooien van de eerste produk-tie, dat de tweede wordt opgeroepen en achtereenvolgens enz. totdat de N-de produktie is opgeroepen en voltooid. Daarna wordt de eerste produk-tie in de lijst opnieuw opgeroepen, zoals schematisch is voorgesteld door de pijl 20, welke zich vanuit de il-de produktie naar het produktienummer 35 1 terug uitstrekt. Een individueel produktieknooppuntsstelselgeheugen- diagram zal later worden beschreven onder verwijzing naar fig. Indien een onderwerp een taak is, bevat het produktielijstregister een nulwaarde.
8402209 - 12 -
In de onderwerpsdefinitie volgens fig. 3 is ook een gebeurtenislij st aanwezig. Dit register bevat een wijzer met een gekoppelde lijst van gebeurtenisknooppunten in het temporaire geheugen 17- In gebeurtenisknooppunten kan men informatie aantreffen omtrent produkties, welke 5 zijn voltooid door de student, welke bezig is bij het uitvoeren van het instructiemateriaal. De gebeurtenislijst is nul (leeg) hetzij in een onderwerp, dat een tak is, hetzij in een onderwerp, waaraan door de student nog niet. is begonnen. De gebeurtenislijst groeit naarmate- de produkties van het onderwerp door een student worden beschouwd. Aangezien 10 elke nieuwe gebeurtenisbeschouwing..wordt geregistreerd of opgeslagen, werkt deze samen met een wijzer naar een hoofdadres van een laatste, vooraf geregistreerde gebeurtenis teneinde een. opzoeken in de gebeurtenislij st te vereenvoudigen. In dit geval is het adresverbindingsstel-sel evenwel niet circulair. Indien de student het onderwerp tevoren 15 heeft beschouwd en indien de hr-geschiedenisvlag is ingesteld, wordt wanneer het onderwerp weer wordt opgeroepen, de gebeurtenislijst teruggebracht tot de ishoud, welke deze had op het moment, dat de student het laatst het onderwerp beschouwde. Een illustratieve gebeurtenisknoop-puntsstelselgeheugendiagram zal onder verwijzing naar fig. 5 worden 20 beschreven.
Het variabele lijstregister in de onderwerpsdefinitie volgens fig. 3 is nul voor alle onderwerpen, behoudens takken. In een tak bevat de_i lijst een wijzer naar een adres in het primaire geheugen 17, waar variabele knooppunten kunnen worden gevonden, die specifieke informatie om-25 trent de resultaten van een overweging door een student van elke actie, die de tak omvat, bevatten. Een gebeurtenisknooppunt omvat ook een gekoppelde, variabele lijst van dezelfde opbouw als de onderwerpsknoop-punt variabele lijst en deze zal verder onder verwijzing naar fig. 5 worden besproken. Indien de produktie bijvoorbeeld een test bevatte 30 ten aanzien van hoeveel de student heeft geleerd door de produktie te beschouwen, zal de variabele lijst aangeven of de student deze proef heeft doorstaan of daarvoor is gezakt. Bij het voltooien van een onderwerp met een hr-geschiedenisvlag of wanneer de student een dergelijk onderwerp verlaat, draagt het stelsel de inhoud van de gebeurtenislijst 35 over naar het geschiedenisbestand van de student.
Fig. toont een geheugendiagram van een produktieknooppunt van het type, vermeld in verband met fig. 3· Dit knooppunt omvat meer in het 8402209 --13- bijzonder Tier registers, welke bij voorkeur in een bestand in bet secundaire geheugen 18 in plaats van in net temporaire, primaire geheugen 17 aanwezig zijn.
Sen eerste register is een binair vlagregister en bevat een aan-5 kondigingsvlagbit a. Een aankondigingsvlagbit in de EJ-toe stand, bijvoorbeeld een binaire ΞΕΕΓ, brengt de post in een commandomodus, waarin deze commando's van de gebruiker kan ontvangen en uitvoeren; en de bit leidt de weergave van de genoemde, gestandariseerde aankondiging in wanneer toegang tot de bijbehorende produktie wordt verkregen. De aan-10 kondigingsbit wordt ook gebruikt in tenminste een later te beschrijven geval om de mate van een adres-generieke overdracht door een student ten aanzien van onderwerpen in het instructiemateriaal naar punten, waaraan de student verdere commando's kan toevoeren, te begrenzen. Een adres-generieke overdracht is een overdracht, waarbij het commando een bepaald 15 type werking vereist, bijvoorbeeld overslaan of herhalen, en als een deel van het commando geen bepaald bestemmingsadres bevat. De, de mate van de aankondigingsvlagoverdracht begrenzende functie wordt dikwijls gebruikt in combinatie met, doch is niet dezelfde als, dezelfde functie van een titelvlag. Een titel kan worden gebruikt om de overdrachts-20 plaats voor de student te identificeren.
Het tweede register in het produktieknooppunt is een actieregister en dit wijst naar een plaats van het secundaire geheugen 18, welke de machinerepresentatie van de onderwerpsnaam of een andere actienaam bevat, waarmede het produktieknooppunt samenwerkt. Andere acties kunnen 25 bijvoorbeeld zijn een terugkeerwerking (nog te beschrijven) of een eenvoudige instelwerking, zoals "stel X in óp 0", waardoor aan de variabele "X" de waarde "0" wordt toegewezen. Een produktie kan zelf verwijzen naar een actie, welke een subonderwerpsdefinitie is, welke eveneens in de bijbehorende produktielijst kan verwijzen naar een of meer subonderwerpen, 30 welke betrekking hebben op werkingen, die sub-subonderwerpdefinities zijn, enz. Dit is tezamen met de onder verwijzing naar fig. 3 genoemde onderwerpsknooppuntverbinding de onderwerp-subonderwerpnestvorming, waarnaar reeds is verwezen. Indien een onderwerpsdefinitieproduktielijstveld gelijk is aan nul, is het onderwerp een tak; de vereiste werking daar-35 van wordt gespecificeerd in het takregister van fig. 3» dat het adres van de takinstructie in het secundaire geheugen geeft.
Een derde register in het produktieknooppunt is een voorwaarde- 8402209 - ill· - register en dit wijst naar een plaats van het secundaire geheugen, welke een uitdrukking volgens Boole bevat, indien een plaats geschikt is voor de "bepaalde produktie, waarbij de voorwaarde wordt bepaald waaronder de produktie moet worden uitgevoerd. Zo kan het register bijvoorbeeld een 5 IF-vermelding bevatten met een effect, zoals 'Voer deze actie slechts uit indien produktie 3*2 reeds aanwezig is in de gebeurtenissenlijst van het onderwerp, dat op dit moment wordt uitgevoerd." Het voorwaar deregister kan ook wijzen naar een TERWIJL-vermelding, welke een effect heeft, zoals "voer deze actie uit bij het wachten op een bepaald door de student 10 ingevoerd commando."
Een vierde register in het produktieknooppunt bevat het verbindings-of wijzeradres, dat het betreffende produktieknooppunt mét het volgende knooppunt in de in fig. 3 aangegeven circulaire produktie-uitvoerlus verbindt.
15 Fig. 5 is een geheugendiagram van een gebeurtenisknooppunt van het type, aangegeven in fig. 3· Dit geheugensegment bevindt zich eveneens meer in het bijzonder in een bestand in het secundaire geheugen 18. In het gebeurtenisknooppunt zijn vier registers aanwezig. Een eerste register van de vier bevat het verbindingsadres, dat wijst naar het adres 20 van het laatste voorafgaande gebeurtenisknooppunt, dat aan de gebeurtenislij st werd toegevoegd. Het tweede register is een produktienaamre-gister en dit identificeert bijvoorbeeld door het produktienummer n, de produktie, waarbij deze gebeurtenis behoort.
Een derde register in het gebeurtenisknooppunt is een titelre-25 gister en dit kan een door een machine uitleesrepresentatie van de titeltekst bevatten, welke aan een student moet worden weergegeven, die zich bezig houdt met het bestuderen van deze bepaalde produktie. Deze titelinformatie wordt uit het "onderwerpstitel"-register van de onder-werpstapel in fig. 3 gekopieerd op het moment, dat het door de aange-30 geven produktie opgeroepen onderwerp, wordt uitgevoerd.
Het laatste register in het gebeurtenisknooppunt volgens fig. 5 is het variabele lijstregister en dit bevat eveneens (evenals het variabele lijstveld van de basisonderwerpdefinitie volgens fig. 3) een wijzer met een gekoppelde lijst van. variabele knooppunten, een knoop-35 punt voor elke variabele, die bij de gebeurtenis is geregistreerd, of het onderwerp in het geval van de variabele lijst volgens fig. 3· Elk variabel knooppunt omvat drie registers, zoals aangegeven voor de tweede 34 02 2 0 § , » - 15 - variabele in fig. 5. Een eerste register bevat een wijzer naar de naam van de variabele. Een tweede register bevat de waarde wan deze variabele, zoals eerder is besproken. Een derde register is het verbindingsre-gister, dat een adres bevat, dat naar het volgende knooppunt in de va-5 riabele knooppuntsgroep wijst, indien er nog een knooppunt in de groep is.
De werking van het drukken van een onderwerp is reeds vermeld. Het onderwerp .0 wordt gedrukt wanneer de vertolkingsinrichting begint te werken, misschien tengevolge van een keuze door de student; en volgende 10 onderwerpen worden door onderwerpsoproepen gedrukt, zoals bij een pro-duktiewerking. Deze onderwerpsnaam wordt door het instructiemateriaal-toevoerstelsel gebruikt voor het localiseren van de onderverpa&éfihiiie
V
in een onderwerpsbestand van de informatiebasis. De onderwerpadefinitie welke op deze wijze wordt verkregen, wordt dan in de stapel geplaatst 15 en wordt het huidige onderwerp. Indien van de onderwerpsdefinitie een geschiedenisvlag is ingesteld, wordt een registratie, welke het begin van het uitvoeren van het onderwerp aangeeft, in het geschiedenisbestand van de student geregistreerd. Deze registratie omvat de onderwerpsnaam, optioneel, de tijd van de dag. Indien het onderwerp een produktie-20 lijst omvat en indien de geschiedenisvlag in het vlagveld een herneem-geschiedenisvlag hr is, worden de gebeurtenislijstwijzer en de huidige-produktiewijzer op de eventueel aanwezige laatste waarden ingesteld, die in het geschiedenisbestand van de student zijn geregistreerd, zodat de beschouwing vanaf dat punt kan worden hervat.
25 Op het terrein van door een rekenmachine ondersteunde instructies bestaan er vele bekende instructiemateriaaltoevoermethoden en deze omvatten verschillende onderwerpinterpreterende methoden voor het regelen van de toegang tot de verschillende delen van het instructiemateriaal in een instruetiemateriaalinformatiebasis in geschikte segmenten en het 30 toevoeren van deze segmenten door deze aan een student weer te geven.
Sommige van deze onderwerp-interpreterende methoden maken een aanmerkelijke besturing van de instructiemateriaaltoevoervolgorde door de student mogelijk en andere doen dit niet. De onderwerpinterpreterende methode welke hier ter illustratie van de uitvinding zal worden beschre-35 ven, is een methode, waarbij een student een aanmerkelijke besturing kan uitoefenen. Deze onderwerpinterpreteerinrichting is ook van nut buiten het door een rekenmachine ondersteunde instructiestelsel, waarbij 8402203 * v - 16 -.
deze inrichting hier is weergegeven. Zo omvatten "bijvoorbeeld vele typen door een gebruiker interactieve rekenstelsels een faciliteit om aan een gebruiker een aspect, zoals een stelselcommando, toe te lichten. De on-derwerpinterpreteerinrichtings welke onder verwijzing naar fig. 6 zal 5 worden besproken, dient om dergelijke toelichtingen te geven.
Fig. 6 toont een onderwerp-interpreterend proces, dat met succes kan. worden toegepast op een instructiemateriaaltoevoerhandeling, waarbij. de uitvinding wordt gebruikt voor het vereenvoudigen van de toevoer van opeenvolgende onderwerpen en de nestcomponenten daarvan. Res-10 pectieve stappen van het illustratieve proces kunnen óf eenvoudig worden gerealiseerd door de vakman óf zijn meer gedetailleerd in gerelateerde figuren weergegeven met stappen, welke op deze wijze gemakkelijk realiseerbaar zijn. Het proces is hierna beschreven en de illustratieve pseudocode vindt men in. de appendix.
15 De onderwerpinterpreteerinrichting beslist voor een stelsel op wel ke aftakking en waar op de aftakking van de knooppuntsboom het stelsel op dat moment werkt. Daarna veroorzaakt de interpreteerinrichting, dat een geschikt type uitvoering plaats vindt voor die plaats. Zo beheert de inrichting de stapel volgens fig. 3 óf zodanig, dat een onderwerp 20 "uitnesten" (door onderwerpacties of oproepen) vanaf de wortel plaats vindt, óf een centraal stapgedeelte naar een tak, welke het mogelijk maakt, dat nieuwe informatie aan een student wordt weergegeven of een "naar binnen gerichte,, nestwerking (door terugvoeracties) plaats vindt, gewoonlijk tijdelijk, om tenslotte een nieuw stel takken te bereiken, 25 welke behoren bij een ander onderwerp of subonderwerp. Nadat een bepaalde tak voor toevoer aan de student is geïdentificeerd, veroorzaakt de interpreteerinrichting een uitvoering door het weergeven van informatie, welke in de takvoorwerpdefinitie is aangeduid. Op geschikte punten van het stapelbeheer, gekozen door de instructiemateriaalontwer-30 per door een a-vlagplaatsing, zoals boven reeds is beschreven, veroorzaakt het interpreteerproces, dat een gestandariseerde aankondiging wordt weergegeven om de student te informeren, dat een verandering van subject, d.w.z. van onderwerp op het punt staat plaats te vinden, zodat de student kan kiezen hoe hij vanuit dit punt wenst voort te gaan.
35 Het hoofdalgorithme van de onderwerpinterpreteerinrichting volgens fig. 6 plaatst of drukt onderwerpsdefinities in een stapel, zoals de geheugenstapel, weergegeven in fig. 3, en verwijdert individuele onder- & 1 n O O fl (y 'ü) L·, &* ~ V·-· / * - it - verpsdefinities uit de stapel wanneer de uitvoering daarvan door de student wordt voltooid.
Het algorithms "begint met Het in de stapel drukken van een eerste onderwerp, waarbij de stapel expandeert of samentrekt naar gelang in-5 structiemateriaaltoevoer voortgaan, en eindigt wanneer de stapel leeg is. Ter illustratie wordt in termen van de knooppuntsboom volgens fig.
2 verondersteld, dat Het initiële onderwerp Het onderwerp Ho. 0 is.
Een post op de bijbehorende produktielijst veroorzaakt, dat onderwerp Ho.
1 aan de stapel wordt toegevoegd en een post op de produktielijst van Het 10 onderwerp Ho. 1 veroorzaakt, dat onderwerp Ho. B1 in de stapel wordt gedrukt. Op dit punt wordt verder ter illustratie aangenomen, dat de instruct iemateriaaltoevoer in een faze van de uitvoering van Het onderwerp Ho. B3 is, zodat de onderwerpen Ho. 0, 1 en B1 zicH in de stapel bevinden, wanneer elk onderwerp in de stapel wordt gedrukt, wordt aan 15 Het bijbehorende verbindingsregister Het adres van Het laatst voorafgaande onderwerp, dat in de stapel is gedrukt, toegevoerd.
Het laatste onderwerp, dat in de stapel wordt geplaatst, is Het onderwerp, dat op dit moment moet worden uitgevoerd en dit wordt derhalve betiteld als Het "Huidige onderwerp". In fig. 6 wordt Het Huidi-20 ge onderwerp BI bij de eerder genoemde illustratie eerst getest om vast te stellen of dit onderwerp al dan niet een produktielijst omvat.
Indien dit niet Het geval is, is Het een tak, welke zich bijvoorbeeld bij een buitenste uiteinde van de knooppunt sboom volgens fig. 2 bevindt. Wanneer de oproep voor de tak plaats vindt, wordt een protokol, waar-25 van er vele bekend zijn en welke geen deel uitmaken van de uitvinding, gebruikt voor Het uitvoeren van de tak; Het protokol specificeert de tekst en/of de grafische symbolen, welke moeten worden weergegeven; en Het protokol voorziet ook in toetsenbordresponsies, waarom door de student in de post 10 is verzocht. Dit uitvoeren van Het takonderwerp is Het 30 instructie-uitgangspunt wat Hetreft een student. De rest van Het proces volgens fig. 6 en een eventuele interactie daarin met een student Heeft betrekking op Het beheer van de geheugenstapel; en deze rest gaat in sterke mate onopgemerkt aan de student voorbij. Ha Het uitvoeren van de tak springt Het proces naar punt E in fig. 6 voor Het uitvoeren van een 35 terugvoeractie.
Een terugvoeractie is een actie, waarin Het stelsel van Het Huidige onderwerp terugkeert naar Het onderwerp , waarvan Het onderwerp is 8402209 v Ί* - 18 - opgeroepen, en de terugvoer actie omvat de stappen, na het punt E in fig.
6. Derhalve worden de waarden van de variabelen van het huidige onderwerp, bijvoorbeeld de testresultaten van de student, ingesteld. D.w.z.,. dat variabelen in de lijst, waarnaar vanuit het variabele lijstregis-5 ter van het huidige onderwerp (of vanuit het huidige produktie-, gebeurtenisknooppunt, variabele lijstregister in het geval van een niet-takonderwerp) is gewezen, in de variabele lijst van het gebeurtenisknooppunt voor de produktie van het onderwerp, dat het huidige onderwerp heeft opgeroepen,, worden gekopieerd. Vervolgens wordt de onderwerps-10 stapel verwijderd teneinde de huidige-onderwerpsdefinitie te verwijderen. Tenslotte wordt de onderwerpsstapel getest om vast te stellen of deze al dan niet leeg is. Indien de stapel leeg is, eindigt de onder-werpsinterpretatie omdat het instructiemateriaal is beëindigd. Indien de stapel niet leeg is, voert het proces een lus terug naar het punt 15 B in fig. 6 uit, d.w.z, stapt naar het volgende onderwerp (het onderwerp waaruit het zojuist verwijderde onderwerp is opgeroepen), en wel volgens de regelmatige instructiemateriaalvolgorde onder gebruik van het verbindingsadres van het zojuist verwijderde onderwerp; het nieuwe onderwerp wordt voor een produktielijst beproefd.
20 Wanneer een huidig onderwerp wordt bereikt, dat een produktielijst \ omvat, wordt deze lijst onderzocht om de volgende actie, welke geschikt is om te worden uitgevoerd, op te sporen. De voorwaarde voor de eerste of andere geschikte produkties op te lijst wordt geëvalueerd om vast te stellen of de toestand daarvan al dan niet geldt, hetgeen 25 aangeeft, dat een uitvoeractie is gevonden. De gecombineerde werking van het vinden van de volgende actie en het beslissen of al dan niet een actie is gevonden, zullen hierna meer gedetailleerd onder verwijzing naar fig. 8 worden besproken. Indien in het instructiemateriaal bij het zoeken van de volgende actie geen juiste voorwaarde wordt ge-30 vonden, d.w.z, dat de voorwaarde voor elke. actie vals was, eindigt het uitvoeren van de produktielij st in verband met het ontbreken van een nieuwe uit te voeren actie. Het. proces springt naar het punt Ξ in fig.
6 om een terugvoeractie uit te voeren, zoals deze zojuist is besproken.
In termen van fig. 6 is er geen variabele, welke moet worden ingesteld 35 in het geval van geen echte voorwaarde, zodat, als opgemerkt, het onderwerp wordt verwijderd. Indien evenwel een actie wordt gevonden, vinden procestests plaats om het type actie, dat nodig is, vast te stellen.
vi 4 0 9 9 fl ü - 19 -
Indien de gevonden actie een instelactie is, moet de vaarde van een variabele, die in de actie is gespecificeerd, in een variabel knooppunt van bet gebeurtenisknooppunt van de produktie worden geregistreerd. Derhalve wordt de waarde van de variabele in bet geschikte beschikbare 5 variabele knooppunt van de gebeurtenis-voorstellende uitvoering van de actie, welke is gevonden, ingesteld. Het proces keert dan terug naar het punt C om nogmaals te trachten de volgende actie te vinden, welke uitvoering vereist.
Thans zal het negatieve resultaat van de instelactiebeslissing 10 worden beschouwd. In fig. S is aangegeven, dat dan een aankondigingsbe-slissing moet plaats vinden. De aankondigingsb eslis sing is gebaseerd op ' een bepaling van het feit of al dan. niet een aankondigingsvlag in het aankondigingsvlagregister van het produktieknooppunt, dat de zojuist gevonden actie bevat, aanwezig is. Indien een aankondiging moet plaats 15 vinden, gaat het programma in de commandomodus over en takt af naar de aftakking G, welke in fig. 7 is weergegeven. Deze figuur zal thans worden beschreven voordat de beschrijving van het proces volgens fig. 6 wordt hervat.
In fig. 7 is de eerste stap van het proces het berekenen van gel-20 dige opties voor de gestandariseerde optielijst. Dit geschiedt door een kopie van de gestandariseerde lijst uit het geheugen op te roepen, eventuele opties, geïdentificeerd door de o-vlagwijzer in dezelfde definitie toe te voegen, en eventuele commando-opties, geïdentificeerd door de d-vlagwijzer in de onderwerpsdefinitie te laten vervallen. Deze 25 gewijzigde lijst blijft dan in wezen bestaan totdat een nieuw produktieknooppunt met een a-vlag wordt bereikt.
Onderwerpstitels, welke de aard van elk commando, dat in de ge-modifieerde standaardlijst blijft, kenmerken, worden dan berekend.
Zoals weergegeven in fig. 10, geeft het stelsel voorts op een gunstige 30 wijze met enige overdrachtseommando-opties een berekende karakterisering van commando-uitvoeriagsresultaten weer, zoals de berekende overdracht sbestemming in termen van de bestemmingsonderwerpstitel. Deze berekeningsstap dient voor tenminste twee doeleinden. De stap maakt het mogelijk, dat het stelsel wordt bevredigd, dat elke overdracht een gel-35 dig bestemmingsadres voorstelt voordat de overeenkomstige titeltekst aan de student wordt weergegeven. Bovendien bespaart het stelsel, dat in het geheugen, in combinatie met elk van de overdrachtscommando-indicatieSj 8402209 - 20 - het werkelijke geheugenadres van de overeenkomstige overdrachtsbestem-ming, indien deze bestemming is berekend, zodat, indien deze bepaalde commando-optie. wordt gekozen, de overdracht direkt zonder verdere berekeningen kan plaats vinden. Het is duidelijk, dat door een goed ge-5 kozen plaatsing van bestüringsvlaggen door een instructiemateriaal- ontwerper, overeenkomstig de educationele oogmerken, welke de ontwerper wenst te bereiken,, aan de student in geschikte punten verschillende overdrachtsopties worden aangeboden in termen van overdrachtstypen. De specifieke bestemmingen of andere resultaatkarakteriseringen voor die 10 typen overdracht worden normaliter door het stelsel berekend voor elk bepaald onderwerp zonder dat de ontwerper specifieke genormaliseerde overdrachtsadressen in het instructiemateriaaltoevoerprogramma voor , elk bepaald onderwerp behoeft onder te brengen.
Vervolgens geeft men de student een wenk om op basis van een vol-15 gend responsief student commando vast te. stellen in welke richting de instruetiemateriaaltoevoer vanuit dit punt dient plaats te vinden. De student heeft op dit punt de opties om de instruetiemateriaaltoevoer in de regelmatige toevoervolgorde te accepteren door een eerste commando m te geven 8f door een commando te geven, aangegeven door een 20 vraagteken teneinde een geëxpandeerde weergave van de opties van de student, welke beschikbaar zijn, te verkrijgen, als weergegeven in fig. 10. (Er wordt op gewezen, dat deze commando's slechts voor een student beschikbaar staan wanneer de onderwerpsinterpretatie-inrich-ting door een a-vlag, die de standaardaankondiging inleidt, in de com-25 mandomodus is gebracht.)-
Een illustratieve weergeefinrichting of scherm voor het verschaffen van de bovengenoemde wenk is weergegeven in fig. 9· Daar wordt in het bovenste gedeelte van het scherm de tekst weergegeven voor een onderwerp, aangeduid met 1.1 en getiteld "Introductie tot bedrijfsstelselbe-30 standen." Het huidige subonderwerp onder dit onderwerp, d.w.z. de huidige produktie-actie of onderwerpsnaam, is getiteld "Wat is een bestand ?"; daarna wordt tekst, welke een stand beschrijft, weergegeven, waarvan enige regels in fig. 9 2ijn aangegeven. Aan de onderzijde van het scherm in fig. 9 treden, wanneer wordt aangenomen, dat dit scherm de eindtak in 35 de toevoer van het subonderwerp is, twee commando-opties op. De ene is vervat in een tekst "Type m voor: Bestand naamconventies." Deze tekst geeft aan de student aan, dat het volgende subonderwerp onder het onderwerp "Introductie tot bedrijfsstelselbestanden" het subonderwerp "be- a.A.O ? 9 η a 1 «Mm Mm ï· tnj.
-· --*:i Κ:η;:·Μ -21- ' standnaamcoiijn. Indiea de student met het instructiema-
Vi·..1 teriaal ia c volgorde vaa de iastructiemateriaaltoevoer
. 1 -**v1 f. . '-ffK
. ·1- wenst voortx dit laatste subonderwerp wenst over te gaan, ' typt de stucm, ea gaat de iastructiemateriaaltoevoer voort.
J - vl·· 5 Dit is het jsultaat vaa de accepteertest ia fig. 7, ea het ’ proces heer naar het punt D in fig. o. Indxen de studeat evenwel andien wenst te overwegen, treedt onder de toven-genoemde teè optie op, voorgesteld door een tekst, welke vermeldt ,r(jeefopties)." Het stelsel is voorts bij voor--Λ_ tO keur sodaniit een studeat, welke de standaard optielijst V-. : herinnert eamando, in plaats van "?," op dit punt kan in- * - .-'ij troducerea; nandofuactie beveiligt het juiste resultaat :-c. indien dit ineerd.
' ’ :7, Τϊ^':ώ ¥annedt aangenomen, dat de student de meer fundamen- • -/^ 15 tele procedhet of accepteren van het aangegeven volgende onderwerp o van de lijstweergave, veroorzaakt een beves-. . . tigend resuccepteertest, dat1 het proces terugkeert naar
— ·- 1 riep-Sv'S
het punt D . negatief resultaat is een oproep om hulp; het stelsel bieergave volgens fig. 10 aan; en keert daarna ·"'·'· ’’ 20 terug naar fig· 7 om een commando-invoer vanuit de studeat ' ; \"'T ; af te wacht ' -'. ··.;·· v'·; In fin een weergave ï vaa een gestandariseerd stel van coamand?ea andere volgorde dan die, weergegeven in fig.
.. 7), welke aals gebruiker van het instructiemateriaal be- 25 schikbaar wals een deel van de aankondigingsfunctie, welke • 1- 1 ·.· ·. op het schels aangegeven. De commando-opties in fig. 10, . \-Va ·. '"·. ·] en weergegë^erende gedeelten van fig. 71 zullen later meer volledig wed1 Op dit moment wordt evenwel aangenomen, dat ·.· ·’ ii de student st ea dat het stelsel de vereiste uitvoering • | 30 uitvoert er^is1 6 en het geschikte punt voor dat commando terugkeert.ssen de.opties volgens fig. 10 geschiedt door een geschil; aangegeven optieletters te introduceren, d.w.z. te τ vaa de commando-opties stellen overdrachten naar verscin het instructiemateriaaltoevoerstelsel voor 35 ea enige va worden eveneens aangegeven in de illustratieve . ' i aommandobeshet subroutiaeprocesstroomdiagram volgens fig. 7· .. . · j opgelat hierna de overdrachtscommando ’ s adres-generieke i' 84 02
.. - I
f i ’ ____ - 22 - commando's zijn, doordat een student, velie een commando introduceert, eenvoudig liet type overdrachtsbeweging aangeeft, dat de student wenst te verkrijgen. Het stelsel associeert dan dit overdrachtscommando met het eerder berekende resultaat en voert de uitvoering dienovereenkomstig 5 uit.
De eerste optie bij de geëxpandeerde weergave van de commando-op-ties. in fig. 10 (niet weergegeven in fig. 7) is een herhaling van de m-commando-optie voor het kiezen van het volgende onderwerp in de regelmatige instruetiemateriaaltoevoervolgorde. D.w.z., dat de student 10- heeft beslist, dat geen hulp nodig is. De keuze van de m-optie in dit punt heeft hetzelfde effect als eerst, n.1. het terugkeren naar het punt D in fig. 6.
De volgende optie in fig. 10 is een overslaancommando, aangegeven door de letter s. Het stelsel reageert met zodanige overdrachten, dat 15 het volgende zojuist aangekondigde onderwerp wordt overgeslagen, hetgeen op een illustratieve wijze weer wordt gekenmerkt door "bestand naamcon-venties." Details van het proces voor het uitvoeren van het overslaand commando zullen onder verwijzing naar het schema volgens fig. 12 worden beschreven. Op dit moment wordt evenwel slechts opgemerkt, dat het 20 stelsel het onderwerp, getiteld "bestand naamconventies" zal overslaan en naar de huidige productielijst voor het volgende aangekondigde onderwerp in de regelmatige toevoervolgorde zal zoeken. Dit zoeken kan een terugvoeraetie omvatten. Het zoeken naar het overslaan wordt beëindigd door het localiseren van een onderwerp met zowel een a-vlag in 25 een vlagveld van een produktieknooppunt als een specifieke titel in het titelnaamtekstveld van het overeenkomstige gebeurtenisknooppunt, en on-· afhankelijk van het feit of de student het nieuw gelocaliseerde onderwerp al dan niet reeds heeft voltooid. Wanneer een geschikte bestemming, aangegeven door de besturingsvlaggen, wordt gevonden, keert het pro-30 gramma terug naar het punt F in fig. 6 (als aangegeven in fig. 7) om te testen of de stapel al dan niet leeg is, zoals boven is beschreven. Wanneer wordt aangenomen, dat de stapel niet leeg is, voert het proces volgens fig. 6 een lus naar B uit en begint de produktielijsttest in de overslaanbestemmingsonderwerpsdefinitie.
35 Op een soortgelijke wijze draagt, indien de student de letter r typt teneinde het herhalingscommando te introduceren, het stelsel de instructiemateriaaltoevoer weer terug over de huidige onderwerpgebeur- 340220s Ί . ---- - 23 ; ί ten;» zoekende naar een onderwerpstitelvlag. Voor het illustra- ' · tie! in fig. 10 "betekent dit een terugkeer naar het "begin van het ’i onde getiteld ”¥at is een "bestand ?”. Teneinde dit resultaat te real veroorzaakt het herhalingscommando, dat het stelsel de on-, 5 derweurteaislijst opnieuw doorloopt, zoekende naar een onderwerps- : titeringsvlag, en zowel de onderwerps gebeurt eni s lij s t als de hui- digectiewijzers terugstelt. Dit maakt de gebruiker het mogelijk "•f^i de ra volgorde van acties voor dit onderwerp vanaf het begin nog- maaloorlopen. Het bereiken van deze instructiemateriaalbestemming •; 10 zal aadetailleerd worden beschreven onder verwijzing naar fig. 11.
'-'"i . ; Bij HLtooxen van deze herhalingsoverdrachtsfuncties, en als aangege-
Iven 1. T» wordt het programma dan overgedragen naar het punt A
in fi^beneinde de «adsrwerp^iapel te drukken en het herhalingsonder- werp (een in hetalgeaeen het laatste onderwerp met titel is, dat 15 in de el wordt drukt door het onderwerp, waaruit de aankondiging heeft jts gevonkte herstellen.
Hiuvoerenu een opgeefcommando verwijdert de onderwerpsstapel tenzij ede 3t£PeeS ^s» in welk geval de student de onderwerpsinter- pretatiererlant onderwerp met een opgeefvlag in de stapel wordt - 20 gevonden. Bij hetiÜseren van de opgeefvlag, en als aangegeven in ; fig. γ, ieert ketes terug naar het punt B in fig. 6 teneinde het Ί uitvoerea van he'^werp met de q.-vlag te hervatten. Het laatste al- ; ternatie? van hanzen van de overdracht door een opgeefvlag stelt een normale proc^oor, welke het aan een student mogelijk maakt uit 25 het huidige ond^evoerschijn te komen zonder het instructiemate- . . _ / J riaaltoevoerstel verlaten.
vl ....
Ia fig. jgegeven, dat verschillende ïnformatiecommando's-, " ' niet weergegeveS· 10» ook aan een student ter beschikking kunnen worden gesteld & hogelijk maken voor een invoer van informatie ' 30 of weergave vai&tie. Zo kan een student bijvoorbeeld informatie . . verkrijgen, zoMjs* van titels van onderwerpen bij het huidige v onderwerp in ehctiemateriaaltabel van inhouden, of een lijst van onderwerpstitererLle ^ij sleutelwoorden, die door de student worsen geintrodue een uitleg van het door een rekeninrichting on-35 dersteunde iastelsel. Op een soortgelijke wijze kan, .de student "" ·jj commentaar inP-> ^ aan elektronische ’’brievenbus” van het ---¾.¾¾ instructiematieer aoet worden toegevoerd. De weergave van dit \ 840220
'N
- 2U - materiaal, zoals nodig voor een informatie-uitwisseling, vereist meer in liet bijzonder, dat de student een programmaterugkeer commandeert vaaneer hij gereed is; het proces gaat dan -/volgens een lus terug naar het punt H. in fig. 7.
5 Indien geen informatie-ui twisseling vordt gekozen, kan de student ook of andere commando’s geven, welke een instructiemateriaalonderwer-per geschikt acht om in het standaardcommando-optiestel te worden opgenomen, êf eventuele o-vlag toegevoegde commando-opties. Elk. van deze commando-opties brengt een geschikte terugkeer naar fig. 7 met zich mede. 10 Er is in fig* 7 geen foutactie en een falen van een student om bij een van de beschikbare opties te reageren belemmert de instructiemateriaal-toeveer in dit punt.
De gestandariseerde commando-optieweergave van fig. 9 en 10 kan op een geschikte wijze door de instructiemateriaalontverper- worden ge-15 kozen om te worden aangepast aan de educationele noden en doelstellingen, die door de ontwerper zijn beoogd. Een belangrijk aspect van de aanwezigheid van een dergelijk genormaliseerde weergave is, dat deze het aan de ontwerper mogelijk maakt een besturing uit te oefenen over de beschikbaarheid voor de student van een bepaald stel opties door éen-20 . voudig een besturingsvlag n.1. de. aankondigingsvlag, in een geschikt punt van het geheugendiagram van het instructiemateriaaltoevoerstelsel te.plaatsen. Men dient zich ook te herinneren, dat zelfs nog een verdere flexibiliteit voor de ontwerper beschikbaar is doordat in geschikte onderwerpsbesturingsvlagvelden de uitschakelvlag of de toevoegings-25 optigrlag worden opgenomen. Deze vlaggen veroorzaken, dat bij het proces eventuele bepaalde commando’s buiten werking worden gesteld, waarvan de ontwerper meent, dat zij niet ter beschikking van de student dienen te worden gesteld, of extra commando's worden toegevoegd, welke bij een bepaald onderwerp beschikbaar dienen te zijn.
30 Thans terugkerende tot fig. 6 bij het aankondigingsvlagbeslissings- punt en veronderstellende, dat geen aankondiging behoeft plaats te vinden, moet een beslissing plaats vinden ten aanzien van het feit of de huidige actie al dan niet een onderwerpsactie is. Een dergelijke actie is een actie, waarbij het productieknooppuntsactieregister een nieuw 35 onderwerp noemt en daardoor veroorzaakt, dat het proces de productielij st van het huidige ontwerp verlaat door het oproepen van een nieuw onderwerp, bijvoorbeeld B1a, verder afgelegen op dezelfde aftakking in 8;4O2 2 09 - - 25 - fig. 2. In dat geval gaat het proces over naar het punt A ia fig. 6; het nieuwe onderwerp wordt in de stapel gedrukt, zoals geschikt is voor een overdracht naar het volgende niveau van instructiemateriaaltoevoer, n.1. het naar buiten langs een aftakking in de knooppuntsboom van fig.
5 2 bewegen.
Indien de onderwerpsactiebeslissing negatief is, is de nieuwe actie geen onderwerpsactie; derhalve moet de actie een terugvoeractie zijn aangezien dit het enige andere type is, dat in de illustratie beschikbaar staat. D.w.z., dat het uitvoeren van de productielijstacties 10 van het huidige onderwerp in de mogelijke mate zijn voltooid; het proces moet via het verbindingsadres van dat onderwerp naar het volgende hogere onderwerpsniveau overgaan, d.w.z. naar binnen terugkeren langs de aftakking van fig. 2 naar het onderwerp, dat het huidige onderwerp wordt genoemd. Op dit punt worden gekozen variabelen teruggevoerd naar 15 het oproepende onderwerp. Eén van deze variabelen heeft dezelfde naam «la het onderwerp en wordt soms betiteld als de "onderwerj^toestands-variabele.,f De waarden van de bepaalde variabelen worden geregistreerd in de juiste beschikbare variabele knooppunten van de gebeurtenis voorstellende uitvoering van het zojuist voltooide onderwerp van het oproe-20 pende onderwerp. Verder worden de waarden van variabelen, welke in de onderwerpsgebeurtenisknocppunten in het instructiemateriaal bij het uitvoeren van de onderwerpsproductielijst, welke zojuist is voltooid, zijn opgezameld in het geschiedenisbestand van de student ingesteld, indien een hr-geschiedenisvlag zich in het vlagveld van het huidige on-25 derwerp bevindt. Bij het voltooien van de instelling van de teruggaande variabele waarden en het eventueel registreren van geschiedenisinformatie, wordt het onderwerp uit de productielijststapel verwijderd. Er vindt een test plaats om daarna te bepalen of de stapel leeg is. Indien de stapel niet leeg is keert het proces terug naar het punt B in fig. o 30 om te testen of er al dan niet een produktielijst in het volgende gekoppelde onderwerp van de stapel aanwezig is. Indien daarentegen de stapel leeg is, eindigt het onderwerpsinterpretatieproces; in verband met het nestkarakter van verschillende onderwerpen in de hiërarchieke hoorn, wordt ook het eind van het instructiemateriaal bereikt. · 35 Fig. 8 toont een processtroomdiagram voor het proces van het zoeken van de volgende productie-actie met een ware voorwaarde, zoals eerder is aangegeven, na het punt C in fig. 6. Initieel wordt in fig. 8 8402209 - 26 - de startproduktiewijzer, d.w.z. de wij z ervaar de op het moment, dat de "zoek volgende actie"-subroutine is begonnen, in de produktielijst van het onderwerp' voor toekomstige referentie opgeslagen. Daarna vindt een test plaats om. te bepalen of de huidige actie al dan niet aanwezig is 5 in een produktie, welke de eerste op de produktielijst is na diegene, welke door de startvijzer wordt aangegeven. Indien niet, vindt een test plaats om te bepalen of er al dan niet een met de huidige produktie geassocieerde, tijdelijke voorwaarde aanwezig is; indien niet, wordt de produktiewijzer voortbewogen. Indien elke test een bevestigend resul-10 taat oplevert, wordt de bij de huidige produktie behorende voorwaarde geëvacueerd om te bepalen of deze echt of vals is. Indien het blijkt, dat de voorwaarde echt is, keert het proces terug naar het punt K in fig. 6. Indien de voorwaarde niet juist is, d.w.z., dat de produktie op dit moment niet moet worden uit gevoerd, wordt de produktiewijzer in.-de 15 circulaire produktielijst naar de volgende produktie daarin voortbewogen, lia elke voortbeweging van de produktiewijzer wordt de nieuwe, huidige produktiewijzer vergeleken met de startproduktiewijzer. Wanneer geen aanpassing met de startproduktiewijzer aanwezig is, voert het proces volgens fig. 8 een lus terug, uit teneinde de voorwaarde van de 20 nieuwe huidige produktie te evalueren zonder rekening te houden met het feit of deze de eerste is na de startproduktie, ofwel of deze een, een tijddurende voorwaarde is. Indien er een aanpassing is, betekent dit, dat de gehele produktielijst is beschouwd; het proces keert terug naar het punt E van fig. 6 voor het uitvoeren van een terugvoeractie, d.w.z.
25 zich langs de onderwerpsstapel naar boven bewegen om de oproepende onder-werpsdefinitie te beschouwen.
Fig. 11 toont meer gedetailleerd een processtroomschema voor het uitvoeren van het eerder in verband met de fig. 7 en 10 genoemde herha-lingscommando. Dit commando is werkzaam binnen slechts een enkel onder-30 werp en tast de gebeurtenisknooppuntsstapel van het huidige onderwerp af. Het proces begint met het testen of de gebeurtenisstapel al dan niet leeg is, d.w.z. of de gebeurtenislijstwijzer van het huidige onderwerp al dan niet gelijk aan nul is. Indien deze nul is, wordt het huidige onderwerp eenvoudig opnieuw gestart, beginnende met de eerste produktie. 35 Indien de gebeurtenisstapel niet leeg is, voert het proces een test uit om na te gaan of de huidige gebeurtenis al dan niet een specifieke titeltekst in het bijbehorende gebeurtenisknooppunt omvat. D.w.z. dat een 8402209 -27-- test wordt uitgevoerd ten aanzien van de toestand van een titelbestu-ringsvlag. Indien er geen titeltekst is, verwijdert het proces dan deze gebeurtenis uit de gebeurtenisstapel; d.v.z. dat de gebeurtenis uit de stapel in de onderwerpsdeiinitie wordt verwijderd en het proces een lus 5 terug uitvoert om nogmaals te bepalen of de gebeurtenisstapel al dan niet leeg is. Indien deze niet leeg is, wordt de nieuwe huidige gebeurtenis getest. Wanneer een gebeurtenis wordt gevonden, die in het bijbehorende titelregister een bepaalde titel heeft, wordt de produktiewij-zer van de onderwerpsdefinitie teruggesteld op het produktienummer, dat 10. ia dat gebeurtenisknooppunt is aangegeven. Vervolgens wordt de gebeurte-*nis waarbij zojuist een titeltest is voltooid, uit de gebeurtenisstapel verwijderd. Vervolgens wordt het uitvoeren van het huidige onderwerp bij A In fig. 6 hervat.
Fig. 12 toont een processtroomdiagram voor het uitvoeren van een 15 overslaancommando waarvan de gebruiker een aangekondigde onderwerps- actie van de produktielijst kan overslaan. Het algorithme voor het overslaan van een onderwerp omvat het vinden van een produktie-actie op een produktielijst met een geldende voorwaarde en een a-vlag, welke actie een terugvoeractie of een onderwerpsactie met een titelvlag in het on-20 derwerpsknooppunt is. Wanneer het proces volgens fig. 12 begint, wordt een test uitgevoerd om te bepalen of er al dan niet een produktielijst is, d.w.z, het productielijstregister nul is. Indien er geen lijst is, springt het proces naar D in fig. 12 voor het uit voer en van terugvoer-actiefuncties, overeenkomende met die, welke voor het punt E in fig. 6 25 zijn beschreven. Indien als resultaat blijkt, dat de stapel niet leeg is, voert het proces een test uit ten aanzien van een opgeef vlag in de huidige onderwerpsdefinitie. Indien er een opgeefvlag is, gaat het proces naar E in fig. 12; indien niet, voert het proces een lus terug uit naar A in fig. 12 om de produktielijst opnieuw te testen. Indien het 30 blijkt, dat de stapel leeg is, gaat het proces naar E ia fig. 12, d.w.z. eindigt het proces. Aangezien dit eindigen een uittreden (fig* 7) naar F in fig. 6 is, stopt de onderwerpsinterpretatie-inrichting.
Thans terugkerende tot A, d.w.z. de produktielijst van fig. 12 en het bevestigde resultaat daarvan,· veroorzaakt dit resultaat het opslaan 35 van de start- , d.w.z. huidige produktielijststatus. Dit omvat het opslaan van de produktiewijzerwaarde en het gebeurtenisstapelpositienummer van de laatst voltooide gebeurtenis van de gebeurtenislijst.
8402209 — 28 >*
Vervolgens wordt voor een produktie met een onderwerpsactie, een variabele waarde, welke het overslaan van de huidige produktie aangeeft, in een variabel knooppunt van het gebeurtenisknooppunt, behorende bij die produktie, in de huidige onderverpsdefinitie ingesteld en wordt de 5 huidige produktiewijzer voortbewogen* Indien de nieuwe wijzer is aangepast aan de startstatusproduktiewijzer betekent dit, dat een omwikkeling in de circulair gekoppelde produktielijst heeft plaats gevonden. Aange-zien er geen nut bestaat bij een verder zoeken naar een overdrachts-be-grenzende vlag in deze huidige produktie, wordt de bijbehorende gebeur-10 tenislijst vanuit de toestand daarvan na overslaan teruggebracht naar de toestand daarvan voordat de huidige overslagfunctie begon. Het proces springt dan naar D in fig. 12. voor het uitvoeren van de terugvoeractie-functies en het, indien nodig hervatten van het zoeken naar een a-vlag in het oproepende onderwerp.
15 Indien de nieuwe wijzer niet is aangepast aan de startproduktie- wijzer, wordt de produktievoorwaarde. van de nieuw aangewezen produktie geëvalueerd. Indien de voorwaarde niet geldig is, voert het proces een lus terug naar C in fig. 12 uit, omdat de nieuwe produktie niet gereed is om te worden uitgevoerd; de produktiewijzer van de onderwerpsdefi-20 nitie wordt opnieuw voortbewogen. In het andere geval is de voorwaarde juist; de nieuwe, huidige produktie-actie daarvan wordt getest om het type daarvan te bepalen. De actie wordt eerst getest om na te gaan of deze een terugvoeractie is door te zoeken naar de terugvoeractie op de plaats., aangewezen door de waarde in het actieregister van het produktie-25 knooppunt. Indien een terugvoeractie wordt gevonden, springt het proces naar D in fig. 12 voor het uitvoeren van de terugvoerfuncties, inclusief hët verwijderen van de onderwerpsstapel, zodat het zoeken naar een a-vlag· in het oproepende onderwerp kan worden hervat.
Indien blijkt, dat een actie geen terugvoeractie is, wordt deze 30 . getest om te bepalen of de actie al dan niet een onderwerpsactie is door te zoeken naar een onderwerpsactie op de plaats, aangewezen, door de waarde in het actieregister van het produktieknooppunt. Indien de actie geen onderwerpsactie is, moet de actie een instelactie zijn; het proces voert een lus. terug naar B in fig. 12 uit om de instelactie uit te voe-35 ren. Indien de actie evenwel een onderwerpsactie is, test het algorithme volgens fig. 12 een produktiedefinitie om na te gaan of de actie al dan niet een aankondigingsactie is en of het bij de actie genoemde onderwerp 8402209 - 29 - al dan niet een titel heeft. Indien de heide voorwaarden aanwezig zijn, is de overslagsubroutine beëindigd; (zoals aangegeven in fig. 7) treedt het proces uit naar F in fig. 6. Indien evenwel een vlag ontbreekt, voert de subroutine volgens fig. 12 een lus terug naar B uit voor het xn-5 stellen van een variabele, welke aangeeft, dat de onderwerpsactie is overgeslagen.
Fig. 13 toont een proeesstroomdiagram voor het uitvoeren van het opgeef commando. Deze commando-uitvoering begint met het verwijderen van het huidige onderwerp uit de onderwerpsstapel, aangegeven in fig. 3.
10 Dit vindt plaats onafhankelijk van het feit of het huidige onderwerp al dan niet is voltooid. Het verbindingsadres van het verwijderde onderwerp wordt in dit punt van het programma eveneens gecontroleerd; indien het adres nul is, is de stapel leeg, d.w.s., dat het laatste onderwerp daaruit is verwijderd, en eindigt het uitvoeren van het onderwerpsinter-15 pretatie-inrichtingsprogramma. Indien de stapel evenwel niet leeg is, zal er in dit verbindingsadresregister een adres aanwezig zijn; het programma gaat over naar dit adres om de volgende onderwerpsdefinitie op te roepen. In deze nieuwe onderwerpsdefinitie wordt een vlagveld gecontroleerd om te bepalen of al dan niet een q-vlag aanwezig is. Indien 20 er geen q-vlag aanwezig is, voert het proces lussen uit om dit onderwerp uit de stapel te verwijderen en opnieuw een controle uit te voeren teneinde na te gaan of de stapel al dan niet leeg is. Indien er echter in het vlagveld van het nieuwe onderwerp een q-vlag aanwezig is, gaat het proces (bij punt B in fig. 6) voort met het uitvoeren van dit nieuwe 25 onderwerp overeenkomstig de procedures van het onderwerpsinterpreta-tie-inrichtingsprograrnma, dat eerder onder verwijzing naar fig. 6 is besproken.
Een proces, zoals dat volgens fig. 13 wordt ook gebruikt in het geval van een optioneel toegevoegd commando onder gebruik van de o-vlag.
30 Indien het toegevoegde commando bijvoorbeeld was f - "zoek nieuw onderwerp onder gebruik van sleutelwoorden” en de student dit heeft gekozen, veroorzaakt het proces volgens fig. 13 - het uitvoeren van een controle ten aanzien van een of-vlag in plaats van de q-vlag - een zoeken van de gehele onderverpsstapel, zoals deze op dat tijdstip aan-35 wezig is. Indien in de stapel geen of-vlag wordt gevonden, stopt de interpretatie-inrichting. Op deze wijze wordt de besturing weer terug overgedragen naar het proces, dat de interpretatie-inrichting heeft opgeroepen.
8402209 ψ * Λ - 30 -
Op dit punt wordt opgemerkt, dat een conventioneel ASCII-toetsen-bord gewoonlijk een 'Verbreek”-, bijvoorbeeld DEL-toets omvat. De student kan door deze toets te gebruiken een verbreekcommando op elk willekeurig tijdstip tijdens de instructiemateriaaltoevoer introduceren 5 zonder te wachten op de weergave van een aankondiging van commando-opties. De invoer van een verbreekcommando, in het huidige instructiemateriaal-toevoerprogramma, heeft hetzelfde effect als het invoeren van een over-slagcommando, ontvangen na een aankondigingsweergave, hetgeen boven is beschreven.
§ 4 Q 2 2 Q 9 - 31 -
APPENDIX
PROCEDCJRE interpret topic BEGIN
CALL push_topic 5 DO
1Έ- (present topic is production list)
BEGIN
CALL find_action IF (valid production action found) 10 IF (set action) CALL record__event ELSE IF (announce flag)
BEGIN
CADE command_option 15 IF (production action ready signal set) CALL topic_stack
END
ELSE
20 CALL topic__stack
ELSE
CALL remove_topic
END
ELSE
25 CALL twig_topic UNTIE (topic stack is empty)
END
PROCEDORE push_topic BEGIN
30 create topic node read topic definition from secondary memory add topic node to interpreter stack
END
8402209 . * 4- p » V * Λ -32- PROCEDURE remo vé^top ie
' BEGIN
create returned variable list remove present topic from interpreter stack 5 IE (present topic is a production list) CALL record^/event
ELSE
add returned variable list to twig variable list
END
10 PROCEDURE record_event BEGIN
create event node record production number record variable list 15 add event node to event list
END
i
PROCEDURE topic_stack BEGIN
IE (topic action) 20 CALL push_topic ELSE IP (return action) CALL remove__topic
END
PROCEDURE £ind__action 25 BEGIN
store pointer to present production (starting pointer) IF (first action flag set or "while” type condition) evaluate production condition 8402209 - 33 - , a
WHILE (condition evaluation not "true") BEGIN
advance production pointer IE (pointer equals starting pointer) 5 RETURN no action found
evaluate production condition END
RETURN action found END
10 PROCEDURE commandjoption BEGIN
create list of valid command options IE (topic action) read topic title from secondary memory 15 display simple prompt
WHILE (TRUE) DO BEGIN
read valid command option from keyboard IE (command is "accept") 20 turn on action ready signal ELSE IE (command is."repeat")
BEGIN
CALL event_reset turn on action ready signal 25 END
ELSE IF (command is "skip") CALL skip_forward ELSE IE (command is "quit") CALL quit_remove 30 ELSE IF (command is -o flag addition) CALL commanderamove ELSE IF (command is "help")
BEGIN
display full list of options 3402209 >
ι I
-3^-
CONTINUE
END
ELSE IF (command is "where")
BEGIN
5 display/titles on interpreter stack
CONTINUE
END
' BREAK END
10 END
PROCEDURE skip_forward BEGIN DO
IF (present topic is production list)
15 BEGIN
store pointer to present production (starting pointer)
store pointer to present event CALL skip_topic 20 DO
BEGIN
advance production pointer IF (pointer equals starting pointer)
BEGIN
25 CALL skip_remove
BREAK
END
ELSE IF (production condition is "true") IF (announce flag set) 30 IF (return action) set action ready signal ELSE IF (topic action) IF (topic title flag set) set action ready signal 8402209 1 « > " - 35 “ «- *
ELSE
GALL skip-topic ELSE IF (return action)
BEGIN
5 CALL skip_remove
BREAK
END
ELSE IF (topic action) / CALL skip_topic 10 ELSE IF (set action) CALL record_event
END
UNTIL (action ready signal is set)
END
,, *»« n“ ?» \ ο λ n ? ? 0 ?
Ut·· Cm: V T- % I*.
- 36 - , ¢,
ELSE
IF (quit flag sat for present topic) set quit signal ELSE.
5 CALL ratiove_top ic
END
UNTIL (action ready signal OR quit signal OR stack empty)
10 END
’ PROCEDURE skip topic *
BEGIN
set topic state value tro indicate "skip”
CALL record_event 15 END
PROCEDURE skip_remove BEGIN
restore event list IF (quit flag, set for present topic) 20 set quit signal
ELSE
CALL remove_topic
END
PROCEDURE event_reset 25 BEGIN
WHILE (event pointer not. equal to starting pointer) remove event node from stack /
END
8402203 - 3T -
PROCEDURE quit_remove BEGIN DO
BEGIN
5 CALL remove^topic
IF (quit flag set for present topic) BREAK
UNTIL (stack is empty)
END
10 PROCEDURE commanderemove 3EG IN DO
BEGIN
CALL remove_J:opic 15 IF ,(option flag matching command set)
BREAK
UNTIL (stack is empty)
END
8402209

Claims (12)

1. Onderwerpsinterpretatiem.eth.ode in een op een rekeninrichting gebaseerd stelsel voor het leveren van instructiemateriaal uit een informatiebasis, verdeeld in segmenten, vaartoe toegang kan worden verkregen voor weergave van het materiaal op een scherm van een rekeninrich- 5 tingstoegangspost, waarbij de segmenten overeenkomstig onderwerpen zijn gegroepeerd met het kenmerk,, dat wordt voorzien in een aankondigingsrou-tine om de post in een commandomodus gedurende tenminste een voorafbepaald stel commando’s te brengen, het aan de student weergeven van zowel een aankondiging, dat een nieuw onderwerp op het punt staat te be-10 ginnen als een kennisgeving, dat de student een gelegenheid heeft om het uitvoeren van een commando uit de commando's van het voorafbepaalde stel te kiezen, welk stel tenminste een adres-generiek overdracht scomman-do omvat voor het over dragen van een programma-uitvoering naar een andere plaats in de informatiebasis, en het oproepen van de routine bij 15 voorafbepaalde onderwerpsplaatsen in het materiaal.
2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat in responsie op het oproepen voor het tenminste ene overdrachtscommando van de routine een uitvoerresuitaat-kenmerkende tekst wordt berekend, en de tekst met een wenk aan de gebruiker voor het ene commando wordt weergegeven.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het oproepen omvat het in de informatiebasis plaatsen van aahkondigingsvlaggen op de voorafbepaalde plaatsen, het testen van elk onderwerp ten aanzien van een aankondigingsvlag, en het automatisch oproepen van de aankondigingsrou-tine wanneer een dergelijke vlag wordt gedetecteerd.
25 Werkwijze volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat het ui'tvoeren van het tenminste ene overdrachtscommando, in termen van mate van overdracht, wordt begrensd door een eind van de overdracht via de informatiebasis te markeren door tenminste één voorafbepaalde markeervlag in de informatiebasis, welke markeervlag of dezelfde is of verschilt van 30 een van de aankondigingsvlaggen, en het ene overdrachtscommando wordt uitgevoerd door de informatiebasis te onderzoeken ten aanzien van de markeervlag voor een onderwerpsplaats, waarbij de routine werd opgeroepen, in een richting, bepaald door een dergelijk commando.
5. Werkwijze volgens conclusie k met. het kenmerk, dat een stapel aan-35 wezig is in een geheugen voor het opslaan van onderwerpsdefinities, 8402209 - 39 - waarbij elke definitie tenminste één vlagveld omvat, en bet uitvoeren bet afzoeken van de stapel ten aanzien van een vlagveld van een onderwerpsdefinitie, dat de markeervlag omvat , en bet hervatten van de toevoer van bet materiaal ter plaatse van de markeervlag omvat.
6. Werkwijze volgens conclusie ij· met bet kenmerk, dat een stapel aan wezig is in een geheugen voor onderverpsdefinities, die elk zijn voorzien van tenminste een besturingsvlagveld, waarbij een onderwerpsdefinitie voor tenminste één onderwerp is voorzien van een binaire opgeefvlag, bet ene overdracbtscommaado een opgeefcommando is en bet uitvoeren voor bet 10 opgeefcommando bet af zoeken van de besturingsvlagvelden en de stapel ten aanzien van de markeervlag in de vorm van een opgeefvlag in een instel-toestand en bet hervatten van de toevoer van bet materiaal bij een onderwerpsdefinitie met de ingestelde opgeefvlag omvat. 7* Werkwijze volgens conclusie k met bet kenmerk, dat een stapel aan-15 wezig is in een geheugen voor uit een aantal elementen bestaande onder-werpsdefinities, waarbij elke definitie adres-gekoppelde geheugenplaat-sen omvat voor bet opslaan van tenminste een deel van de onderwerps-definitie-elementen, en bet uitvoeren bet af zoeken van tenminste een van de definities en de bijbehorende adres-gekoppelde plaatsen ten aanzien 20 van de markeervlag, en bet hervatten van de toevoer van bet materiaal uit een onderwerpsdefinitie-element met de markeervlag omvat.
6. Werkwijze volgens conclusie 7 met bet kenmerk, dat de gekoppelde plaatsen produktie-actieplaatsen en bijbehorende gebeurtenisplaatsen omvatten voor bet opslaan van informatie, welke betrekking beeft op de 25 overwegingen van de student ten aanzien van respectieve produktie-acties van een onderwerpdefinitie, waarbij de gebeurtenisplaatsen elk zijn voorzien van een onderwerpstitelregister, dat nul kan zijn, bet ene overdracbtscommando een onderwerpsberbalingscommando is en bet uitvoeren van bet herhalingscammando bet controleren van bet titelregister van de 30 gebeurtenisplaatsen op de aanwezigheid van een titel daarin als de markeervlag, en bet hervatten van de toevoer van bet materiaal uit een pro-duktie-aktie, overeenkomende met een gebeurtenisplaats met de titelmar-keervlag, omvat.
9· Werkwijze volgens conclusie ij· met bet kenmerk, dat een stapel aan-35 wezig is in een geheugen voor onderwerpsdefinities, waarbij elke definitie tenminste een onderwerpsidentificatieveld en een adres-gekoppelde geheugenplaats omvat, welke al dan niet een onderwerpstitel. kan bevatten, 8402209 -Ηθ- en het uitvoeren het afzoeken van de adres-gekoppelde plaats van de on-derwerpsdefinities op de aanwezigheid van een onderverpstitel daarin als de markeervlag, en het hervatten van de toevoer van het materiaal hij een onderwerpsdefinitie met een onderwerpstitelmarkeervlag omvat.
10. Werkwijze volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat het stelsel is voorzien van organen, die door een gebruiker op een willekeurig tijdstip tijdens de instructiemateriaaltoevoer kunnen worden bediend teneinde ëen toevoervolgordeverbreekcommando in te voeren en het af zoeken het in de reeks voort schakelen naar een onderwerpsdefinitie met zowel 10 een aahkondigingsvlag als een onderwerpstitel omvat.
11. Werkwijze volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat het ene overdracht seommando een instructie-overslagcommando is en het af zoeken het in de reeks voortbewegen naar een onderwerpsdefinitie, die zowel een aankondigingsvlag als een onderwerpstitel bevat, omvat.
12. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat een 'stapel aan wezig is in een geheugen voor tenminste één onderwerpsdefinitie van een onderwerp, dat op dit moment_ïwordt uitgevoerd, welke definitie een besturing svlagveld voor een commando-instelmodificatievlag en een indicator voor het aangeven van de instelmodificatie omvat, en een voorafbepaal-20 de toestand van de modifieatievlag en van de indicator wordt gedetecteerd en het commandostel overeenkomstig de toestanden wordt gemodifieerd. 13·. Werkwijze volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat de commando-instelmodificatievlag een commando-uitschakelvlag is, de indicator een commandocode voor tenminste één van de commando's van het stel is en het 25 tenminste ene een commandocode aaangevende commando uit het stel tijdens het uitvoeren van het onderwerp van de tenminste ene onderwerpsdefinitie wordt geëlimineerd, iH. , Werkwijze. volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat de commando-instelmodificatievlag een commandotoevoegvlag is, de indicator een com-30 mandocode voor tenminste één verder commando, dat aan het stel moet worden toegevoegd, is en het tenminste ene door de commandocode aangegeven commando aan het stel wordt toegevoegd tijdens het uitvoeren van het onderwerp van de tenminste ene onderwerpsdefinitie.
15. Werkwijze ten gehruike bij een door een rekeninrichting ondersteund 35 instruetiestelsel, waarin tekstuele cursusstof wordt toegevoerd door de overdracht van voorafbepaalde tekstsegmenten uit een geheugen aan een weergeef inrichting in een gebruiker-interactieve post, waarbij de cursus- 3402209 * »' * - in - stof is verdeeld in. een schetshiërarchie van onderwerpen, waarin een on-derwerpsdefinitie een titel en een of meer acties, voorgesteld door verschillende eenheidsweergaven van cursusmateriaal omvat, welke werkwijze dient voor een door een gebruiker bestuurde overdracht van het uitvoe-5 ren van cursusstof van de onderwerpen met het kenmerk, dat in samenwerking voorafbepaalde definities van de onderwerpsdefinities een bestu-ringsvlag wordt opgeslagen teneinde een commano-optieroutine in te leiden, door het aan een gebruiker weergeven overeenkomstig de routine aankondigen,, dat een nieuw onderwerp het volgende uit te voeren onder-10 werp is, en aan de gebruiker een voorafbepaald stel van door de gebruiker te kiezen adres-generieke commando-opties voor overdracht via de cursusstof ter beschikking wordt gesteld. 8402209
NL8402209A 1983-07-13 1984-07-12 Onderwerpinterpretatiemethode. NL8402209A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US51336783 1983-07-13
US06/513,367 US4541056A (en) 1983-07-13 1983-07-13 Instruction system topic-interpreting method

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402209A true NL8402209A (nl) 1985-02-01

Family

ID=24042965

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402209A NL8402209A (nl) 1983-07-13 1984-07-12 Onderwerpinterpretatiemethode.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US4541056A (nl)
JP (1) JPS6039269A (nl)
AU (1) AU556969B2 (nl)
BE (1) BE900161A (nl)
CA (1) CA1216365A (nl)
DE (1) DE3425057A1 (nl)
FR (1) FR2549255B1 (nl)
GB (1) GB2143667B (nl)
IT (1) IT8421865A0 (nl)
NL (1) NL8402209A (nl)
SE (1) SE458321B (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4754326A (en) * 1983-10-25 1988-06-28 Keycom Electronic Publishing Method and apparatus for assisting user of information retrieval systems
US4970683A (en) * 1986-08-26 1990-11-13 Heads Up Technologies, Inc. Computerized checklist with predetermined sequences of sublists which automatically returns to skipped checklists
US5101494A (en) * 1986-09-26 1992-03-31 Bull Hn Information Systems Inc. System for producing memory maps by interpreting a descriptor file which identifies and describes the data structures present in memory
US4866663A (en) * 1987-02-13 1989-09-12 Sanders Associates, Inc. Simulation system
JPS6468171A (en) * 1987-09-09 1989-03-14 Ikegami Tsushinki Kk Data processor
US5058008A (en) * 1989-10-03 1991-10-15 Pitney Bowes Inc. Mail system with personalized training for users
US5261820A (en) * 1990-12-21 1993-11-16 Dynamix, Inc. Computer simulation playback method and simulation
US5395243A (en) * 1991-09-25 1995-03-07 National Education Training Group Interactive learning system
US5421730A (en) * 1991-11-27 1995-06-06 National Education Training Group, Inc. Interactive learning system providing user feedback
US5890149A (en) * 1996-06-20 1999-03-30 Wisdomware, Inc. Organization training, coaching and indexing system
US5764884A (en) * 1996-10-31 1998-06-09 International Business Machines Corp. Method and apparatus for improved instruction counting schemes
US6018732A (en) * 1998-12-22 2000-01-25 Ac Properties B.V. System, method and article of manufacture for a runtime program regression analysis tool for a simulation engine
US7033179B2 (en) * 2001-03-27 2006-04-25 Schneider Automation Inc. Web based factory automation training on demand
US20050095572A1 (en) * 2003-11-04 2005-05-05 Realvue Simulation Technologies, Inc. Methods and systems for providing simulation-based technical training
JP2005284667A (ja) * 2004-03-29 2005-10-13 Konica Minolta Business Technologies Inc 文書管理プログラム及び文書管理装置
RU2715006C1 (ru) * 2019-12-10 2020-02-21 Публичное акционерное общество «Аэрофлот - российские авиалинии» Способ согласования содержания функциональных блоков учебных курсов

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3606688A (en) * 1968-07-19 1971-09-21 Associated Research Lab Propri Method and apparatus for teaching a multiplicity of students
US3566482A (en) * 1968-10-24 1971-03-02 Data Plex Systems Educational device
DE2317626A1 (de) * 1973-04-07 1974-11-07 Basf Ag Lehrgeraet mit darbietung von verzweigten lehrprogrammen
US4109938A (en) * 1975-09-25 1978-08-29 Mitchell Beazley Encyclopedias, Ltd. System for arranging and retrieving information
US4422105A (en) * 1979-10-11 1983-12-20 Video Education, Inc. Interactive system and method for the control of video playback devices

Also Published As

Publication number Publication date
US4541056A (en) 1985-09-10
IT8421865A0 (it) 1984-07-12
JPS6039269A (ja) 1985-03-01
SE8403552L (sv) 1985-01-14
SE458321B (sv) 1989-03-13
GB2143667B (en) 1987-02-11
AU556969B2 (en) 1986-11-27
GB2143667A (en) 1985-02-13
FR2549255A1 (fr) 1985-01-18
FR2549255B1 (fr) 1986-11-21
BE900161A (fr) 1984-11-05
GB8417524D0 (en) 1984-08-15
DE3425057A1 (de) 1985-01-24
CA1216365A (en) 1987-01-06
AU3031284A (en) 1985-01-17
SE8403552D0 (sv) 1984-07-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8402209A (nl) Onderwerpinterpretatiemethode.
US6678706B1 (en) Hypertext marker and method for dynamically displaying help information in an interactive data processing system
US5421730A (en) Interactive learning system providing user feedback
CN110362671B (zh) 题目推荐方法、设备和存储介质
US20020059056A1 (en) Training apparatus and method
US20050188311A1 (en) System and method for implementing an electronic presentation
JPH1040084A (ja) データリンク方法及びデータリンクシステム
Gay Changing conceptions of multicultural education.
JP2002287608A (ja) 学習支援システム
CN111859943A (zh) 一种考研词句来源识别学习方法及系统
Lytle Learner-Centered Literacy Assessment: An Evolving Process.
Berry Implementing Classroom Research in a State University: A Developmental Process.
JP3551440B2 (ja) 電子学習機
JP2589296B2 (ja) 学習装置の教材作成方式
Mezghani A software architecture and reference implementation based on xAPI for a modular, personalized learning platform
Miller Theme: Laboratory Facilities Improvement.
McGivney The State Politics of Education: Toward an Emerging Theory.
Koster et al. Elan 1.7 Manual
Bryce A Criterion-Referenced Multiple-Choice Test Using Slides as Cues.
JP2672904B2 (ja) 画像データベース検索方法
JPH0520273A (ja) 電子学習機
NL1017139C2 (nl) Werkwijze en systeem voor genereren van een of meer opdrachtenlijsten.
JP2541944B2 (ja) 並び換え部分文字列結合処理方式
CN117453888A (zh) 训练数据的生成方法、装置、设备及存储介质
JPH08171342A (ja) 会計学習方法

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed