NL8400919A - Geleidebaan voor geslacht gevogelte. - Google Patents

Description

84503 6/Timmers * <ï *

Korte aanduiding: Geleidebaan voor geslacht gevogelte"

De uitvinding heeft betrekking op een geleidebaan voor geslacht gevogelte dat hangend en met ten minste een poot daardoor ondersteund onder inwerking van een meenemer daarlangs wordt voortbewogen.

5 Een dergelijke geleidebaan is beschreven in de niet vóórgepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 8204464.

Bij deze bekende geleidebaan is elke poot opgesloten tussen twee langwerpige geleiders zodat voor het transport van gevogelte dat aan de beide poten is opgehangen vier geleiders 10 en twee meenemers nodig zijn.

De uitvinding beoogt onder behoud van de goede en zekere werking van de geleidebaan een vereenvoudiging daarvan te verschaffen. Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat de pootondersteuningen worden gevormd door enerzijds 15 een geleider en anderzijds een daartegenover gelegen aan een meenemer gevormde steunrand.

Daar de helft van het anders noodzakelijke aantal geleiders kan vervallen en tevens de aandrijving van de meenemers eenvoudiger kan worden uitgevoerd wordt een 20 goedkopere doch even bedrijfszeker werkende inrichting verkregen.

Bij voorkeur zet elke steunrand zich aan het einde ervan voort in een naar de daarmee samenwerkende geleider gerichte steunrand. Met deze maatregel wordt bereikt dat 25 de poot van de vogel alzijdig is opgesloten zodat ook wanneer daarop trekkrachten worden uitgeoefend, zoals dit bijv. tijdens het uitvoeren van bewerkingen aan de vogel het geval kan zijn, de vogel niet uit de ondersteuning kan loskomen.

30 Bij een uitvoeringsvormen met twee vaste geleiders en op de beide poten inwerkende meenemers is de uitvoering bij voorkeur zodanig dat elke meenemer de afstand tussen twee geleiders overbrugt en is voorzien van twee naar de respectievelijke geleiders gerichte steunranden.

35 Ter verkrijging van een betrouwbaar en goed invoeren van de vogels in de geleidebaan wordt bij voorkeur gebruik 8400910 2 4- $ gemaakt van een tussen de geleiders opgenomen aanslagelement voor de poten der vogels bestaande uit een vast huis met aan weerskanten daarvan in langsrichting in het huis en tot in de ruimte tussen de geleiders en evenwijdig daaraan 5 aangebrachte invoergeleiders verschuifbare blokkeerpennen die elk een radiaal uitstekende stuurnok dragen, geleid in een in de huiswand gevormde, in de huisomtreks- en huis-langsrichting verlopende geleidegroef en samenwerkend met een meenemer, zodanig dat een verplaatsing ervan onder 10 invloed van een meenemer in de bewegingsrichting van het gevogelte een naar het midden van het huis gerichte axiale verplaatsing van de blokkeerpennen teweegbrengt.

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

15 Fig. la is een bovenaanzicht van een meenemer toegepast bij de geleidebaan volgens de uitvinding; fig. lb is een vooraanzicht van een dergelijke meenemer ; fig. 2 toont een vooraanzicht van een meenemer in 20 combinatie met twee geleiders; fig. 3 is een schematisch zijaanzicht van een deel van de geleidebaan volgens de uitvinding; fig. 4 is een vooraanzicht van een volgens de uitvinding in de geleidebaan toegepast aanslagelement; 25 fig. 5a is een gedeeltelijk bovenaanzicht - gedeel telijk doorsnede van het in het aanslagelement toegepaste huis; fig. 5b is een gedeeltelijk vooraanzicht - gedeeltelijk doorsnede van dit huis; 30 fig. 5c is een zijaanzicht van een bij het aanslagelement toegepaste blokkeerpen; fig. 5d is een bovenaanzicht van deze pen; fig. 6 is een onderaanzicht van het invoergedeelte met het aanslagelement van de geleidebaan volgens de uit-35 vinding.

8400919 3 * *

De in de figuren afgebeelde meenemer is in zijn geheel 1 aangegeven met het verwijzingscijfer 1 en bestaat in de afgebeelde uitvoeringsvorm uit het lijfdeel 2 waarvan de aan weerskanten uitstekende einddelen 3, 4 tijdens bedrijf 5 steunen op de vaste geleiders 5 resp. 6. In de afgebeelde uitvoeringsvorm (zie ook fig. 2) zijn deze geleiders vervaardigd uit plaatmateriaal met omgezette eindranden 5a, 6a; uiteraard kunnen ook massieve geleiders met een. andere dwarsdoorsnede worden toegepast.

10 Het verdikte meenemerdeel 7 past in de ruimte tussen de geleiders 5, 6 zodat de meenemer tegen verschuiving in dwarsrichting is geborgd.

Met behulp van bouten 8 en hoekstukken 9 is elke meenemer opgehangen aan twee transportkettingen 10 waarmee 15 de meenemers langs de geleidebaan worden voortbewogen.

Het lijfdeel 2 zet zich voort in een versmald gedeelte 11 met twee, naar de respectievelijke geleiders 5, 6 ge- ~ richte steunranden 12, 13 die zich elk voortzetten in een haakvormig deel 14 resp. 15. Dwars op de steunranden 12 20 resp. 13 staande steunranden 16 resp. 17 completeren de ligplaats voor de poot 18 van het aan de geleidebaan te transporteren gevogelte.

Deze poot 18 wordt, zoals uit de figuren blijkt, opgesloten tussen enerzijds een geleider 5 resp. 6 en ander-25 zijds de steunranden 16 resp. 17 en 12 resp. 13. Door de aanwezigheid van de haakvormige delen 14 resp. 15 is de poot alzijdig opgesloten zodat ook wanneer op de vogel krachten worden uitgeoefend in de met de pijl 19 aangegeven voortbewegingsrichting waardoor de vogel als het ware voor 30 de meenemer wordt meegetrokken de vogel niet uit de ligplaatsen kan vrijkomen.

Een geleidebaan als bovenomschreven zal, evenals de bekende geleidebaan, worden toegepast in een inrichting waarin het gevogelte bepaalde bewerkingen ondergaat en 35 waarin het aan de ene zijde wordt ingevoerd en aan de andere zijde weer wordt uitgevoerd; de kettingen waaraan de meenemers zijn bevestigd zijn eindloze kettingen geleid .....

8400919 4 ï >> over omleidrollen aan het in- en uitvoereinde van de bewerkingsinrichting. De vogels moeten dan stuk voor stuk in de geleidebaan worden ingevoerd en worden na het invoeren door de meenemers meegenomen.

5 De uitvinding verschaft een inrichting waarmee dit invoeren wordt vergemakkelijkt en waarmee wordt verzekerd dat steeds beide poten door de meenemers worden gegrepen.

Een dergelijke inrichting wordt gevormd door een aanslag-element voor de poten van het gevogelte met blokkeerpennen 10 die afwisselend de baan voor het gevogelte blokkeren resp. vrijgeven in combinatie met een invoerbaan.

Details daarvan zijn gegeven in de figuren 4 t/m 6.

De figuren 4 en 6 tonen de invoereinden 5a resp. 6a van de geleiders 5 resp. 6 met daartussen de invoergeleiders 15 22 resp. 23, aan de voorzijde verbonden door het dwarsstuk 24. Tussen de geleiders 22, 23 is aangebracht het aanslag-huis 25 met daarin de boring 26 waarin zijn opgenomen twee r. blokkeerpennen 27 resp. 28 elk met een afgeschuind einde 27a resp. 28a. Zij staan onder inwerking van een drukveer 20 29 en dragen elk een dwars op de langsas ervan staande stuurnok 30 met een geleidewiel 31; de stuurnokken zijn geleid in groeven 32 resp. 33 gevormd in de voorrand van het huis 25? de groeven verlopen over een hoek van circa 90° en.van buiten naar binnen.

25 Bijgevolg zal een verdraaiing van een aanslagnok 30 over 90° tot gevolg hebben dat de blokkeerpennen van de uit het huis uitstekende stand worden gebracht in de teruggetrokken·stand, en omgekeerd. De beweging van de uitstekende '(blokkeer-) stand naar de teruggetrokken 30 (vrijgeef-) stand geschiedt wanneer een meenemer boven het aanslaghuis passeert en daarbij via de rollen 31 de nokken 30 naar voren drukt; de teruggaande beweging naar de uitgangsstand geschiedt na het passeren van de meenemer onder invloed van de veer 29.

35 De werking .van de inrichting is als volgt:

De bediener of een automatisch invoermechanisme brengt de poten van de vogel tussen invoergeleider 22 en geleiderr 8400919 5 Μ 5 ¾ deel 5a resp. invoergeleider 23 en geleiderdeel 6a waarbij ! de vogel zo ver mogelijk naar voren wordt gedrukt, dus tegen de in de baan van de poten uitstekende blokkeerpennen 27 en 28. Een daarna passerende meeneiner 1 drukt met‘de 5 voorrand via de rollen 31 de nokken 30 omlaag waardoor de blokkeerpennen 27, 28 naar binnen worden getrokken en de steunranden 16, 17 de vogel meenemen. Doordat kort voorbij de blokkeerpennen 27, 28, dus ter plaatse 32, 33 in de overgang tussen de invoergeleiderdelen 5a resp. 6a en de 10 geleiders 5 resp. 6 de afstand tussen de geleiders kleiner wordt wordt elke poot positief in de daarvoor bestemde ligplaats gedrukt.

- Conclusies - 8400919

Claims (6)

1. Geleidebaan voor geslacht gevogelte dat hangend en met ten minste een poot daardoor ondersteund onder inwerking van een meenemer daarlangs wordt voortbewogen, met het kenmerk, dat de pootondersteuningen worden gevormd door 5 enerzijds een geleider en anderzijds een daartegenover gelegen aan een meenemer gevormde steunrand.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke steunrand zich aan het einde ervan voortzet in een naar de daarmee samenwerkende geleider gerichte steunrand.

3. Inrichting volgens conclusies 1-2, met tWee vaste geleiders en op de beide poten inwerkende meenemers, met het kenmerk, dat elke meenemer de afstand tussen twee geleiders overbrugt en is voorzien van twee naar de respectievelijke geleiders gerichte steunranden.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ;·. de meenemers op de geleiders rusten.

5. Inrichting volgens conclusies 1-4, gekenmerkt door een tussen de geleiders opgenomen aanslagelement voor de poten der vogels bestaande uit een vast huis met aan weers-20 kanten daarvan in langsrichting in het huis en tot in de ruimte tussen de geleiders en evenwijdig daaraan aangebrachte invoergeleiders verschuifbare blokkeerpennen die elk een radiaal uitstekende stuurnok dragen, geleid in een in de huiswand gevormde, in de huisomtreks- en huislangsrichting 25 verlopende geleidegroef en samenwerkend met een meenemer, zodanig dat een verplaatsing ervan onder invloed van een meenemer in de bewegingsrichting van het gevogelte een naar het midden van het huis gerichte axiale verplaatsing van de blokkeerpennen teweegbrengt.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat elke blokkeerpen staat onder inwerking van een drukveer. 8400919