NL1013419C2 - Hanger voor pluimvee. - Google Patents

Hanger voor pluimvee. Download PDF

Info

Publication number
NL1013419C2
NL1013419C2 NL1013419A NL1013419A NL1013419C2 NL 1013419 C2 NL1013419 C2 NL 1013419C2 NL 1013419 A NL1013419 A NL 1013419A NL 1013419 A NL1013419 A NL 1013419A NL 1013419 C2 NL1013419 C2 NL 1013419C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
closing
hanger
legs
poultry
closing means
Prior art date
Application number
NL1013419A
Other languages
English (en)
Inventor
Bastiaan Verrijp
Original Assignee
Systemate Group Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Systemate Group Bv filed Critical Systemate Group Bv
Priority to NL1013419A priority Critical patent/NL1013419C2/nl
Priority to EP00203624A priority patent/EP1095571A1/en
Priority to US09/694,294 priority patent/US6375560B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1013419C2 publication Critical patent/NL1013419C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0007Poultry shackles

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)

Description

Hanger voor pluimvee.
De uitvinding heeft betrekking op een hanger voor pluimvee, in het bijzonder -doch niet uitsluitend-voor levend pluimvee, tijdens een slachtproces. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwij ze waarbij de 5 hanger op voordelige wijze ingezet kan worden, alsook op onderdelen van de hanger.
Het slachtproces voor pluimvee begint doorgaans met het ophangen van het gevogelte aan een hangtranspor-teur, door middel waarvan het gevogelte door een station 10 wordt gevoerd waarin het gevogelte op zo snel en pijnloos mogelijke wijze gedood wordt. Daarna wordt het gevogelte geplukt en verder verwerkt.
De hangt ransporteur is voorzien van een reeks hangers, waarin de poten van het gevogelte gehangen kunnen 15 worden. De slachtmedewerkers pakken hierbij het gevogelte op, draaien dit ondersteboven, en brengen vervolgens de poten in daarvoor bestemde opneemruimtes van de hanger.
Wanneer het om reeds levensloos gevogelte gaat kan doorgaans gebruik worden gemaakt van hangers met 20 eenvoudige, sleufvormige poot-opneemruimtes, waarbij de poten eenvoudig in die opneemruimtes geschoven kunnen worden en daar weer uit.
Minder eenvoudig is het ' echter wanneer het om (nog) levend gevogelte gaat. Het levend gevogelte kan zelf 25 nog de poten bewegen, waardoor het risico bestaat dat een 1013419 2 poot uit de hanger geraakt, met als gevolg dat de oriëntatie van het gevogelte niet in overeenstemming is met het verdere proces en het betreffende dier onnodig pijn 2al leiden. Bovendien wordt een goede procesvoering hierdcor 5 verstoord.
Een eerste oplossing hiervoor trachtte men te geven middels hangers met schuin naar boven openende poct-opneemruimtes. De poten werden hierin met kracht ingehsn-gen, hetgeen veel pijn voor de dieren met zich mee bracht, 10 maar bovendien brachten deze hangers nog niet de gewenste betrouwbaarheid.
Als oplossing hiervoor zijn in het verleden hangers toegepast, die voorzien waren van opsluitmidde]en voor de poten, waarbij de hangers voorzien waren van een 15 horizontaal omgezet plaatgedeelte, met daarin twee schuin naar elkaar toe gerichte opneemruimtes voor de poten, en twee veerbelaste, verdraaibare V-vormige platen, die ook een opneemruimte voor de poten bepaalden. De poten were en in de opneemruimtes van de V-vormige platen ingevoerd, 20 daarmee een drukkracht op de veren uitgeoefend, de V-vormige platen verdraaid, totdat de beide opneemruimtes samenvielen, waarna de V-vormige platen werden losgelaten en de poten ingeklemd werden gehouden tussen de randen Λ-an de beide, samenvallende opneemruimtes. Een nadeel hiervan 25 was echter de complexe, moeilijk te reinigen opbouw, maar in het bijzonder dat de op de poten uitgeoefende klem-kracht voelbaar was voor het gevogelte en daarbij zelfs regelmatig tot breuk leidde, waardoor dit pijn leed en onderhevig raakte aan stress.
3 0 Een doel van de uitvinding., is hierin verbetering te brengen. Hiertoe wordt voorzien in een inrichting voor hangend transport van gevogelte, omvattend een hanger, die eventueel voorzien is van middelen voor bevestiging aan een hangtransporteur, waarbij de hanger voorzien is van 35 ten minste een opneemruimte voor een poot van het gevogelte, welke opneemruimte voorzien is van een toegangsopenLng voor invoer en uitvoer van de poot, waarbij de hanger 1013419 3 voorzien is van middelen voor het afsluiten van de toegangsopening, welke afsluitmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een de toegangsopening afsluitende sluitstand en een de toegangsopening vrijgevende open stand, en van 5 middelen voor het vergrendelen van de afsluitmiddelen in de sluitstand.
Door het afsluiten van de toegansopening van de opneemruimte met gebruikmaking van op de hanger voorziene vergrendelmiddelen wordt de betreffende poot op construc-10 tieve wijze opgesloten gehouden, zonder dat de poot beroerd hoeft te worden. Enerzijds wordt hierdoor het dierenleed verkleind, anderzijds een betrouwbaarder, want technisch beheersbare opsluiting verkregen.
Opgemerkt wordt dat het op zich bekend is om bij 15 het overzetten van karkassen van geslacht gevogelte in het slachtproces gebruik te maken van hangers met opneemruim-tes, waarbij de poten nauwsluitend in de opneemruimtes worden gehouden middels een op de hanger aangebrachte arm, die bij het plaatsen van de poot uit de weg gedrukt kan 20 worden en met een verbreed eind achter de poot terugveert. Bij het verwijderen van de poot wordt de veerarm vanzelf uit de weg gedrukt.
Bij voorkeur is de inrichting volgens de uitvinding voorts voorzien van middelen voor het vergrendelen 25 van de af sluitmiddelen in de open stand, zodat het invoeren bevorderd wordt en onnodige beroering van het gevogelte voorkomen wordt.
De beheersbaarheid wordt vergroot indien de afsluitmiddelen middels rotatie verplaatsbaar zijn tussen 3 0 de sluitstand en de open stand, . en daartoe bij voorkeur middels een draaipenverbinding verbonden zijn met de hanger.
Het is daarbij voordelig indien de afsluitmiddelen voorzien zijn van een bedieningshefboom, die kan 35 worden aangegrepen met de hand of "middels aan de slacht-lijn voorziene verdere bedieningsmiddelen.
Bij voorkeur zijn de afsluitmiddelen voorzien 1013419 4 van een eerste schuin oploopvlak dat in de open stand samenvalt met de opneemruimte, beschouwd in een aanzicht dwars op de opneemruimte en een normaal bezit met e sn component tegengesteld aan de invoerrichting en een compD-5 nent tegengesteld aan de sluitende draairichting. Hiermse kunnen de afsluitmiddelen als vanzelf worden geactiveerd tijdens de invoerbeweging van de poot.
Bij voorkeur zijn de afsluitmiddelen voorzisn van een tweede schuin oploopvlak dat in de sluitstand vo:r 10 de opneemruimte ligt, in lijn daarmee, beschouwd in esn aanzicht dwars op de opneemruimte en een normaal bezit mat een component tegengesteld aan de invoerrichting en ean component tegengesteld aan de openende draairichting. In het geval de afsluitmiddelen de toegangsopening nog aE-15 sluiten, kunnen deze met de invoerbeweging van de poot uit de weg geduwd worden, waardoor op handelingen kan worden bespaard.
Bij voorkeur zijn de afsluitmiddelen voorzien van een derde schuin oploopvlak dat in de sluitstand de 20 opneemruimte in buitenwaartse richting begrensd, in lijn daarmee, beschouwd in een aanzicht dwars op de opneemruimte en een normaal bezit met een component tegengesteld aan de uitvoerrichting en een component tegengesteld aan de sluitende draairichting. Hierdoor zal een teruggaande 25 beweging van de poot in de opneemruimte niet kunnen leiden tot het vrijgeven van de toegangsopening, doch in plaats daarvan zal de afsluiting worden versterkt.
Bij voorkeur omvatten de grendelmiddelen veer-middelen voor het in een grendelstand spannen daarvan, 30 zodat onbedoeld loskomen verder wordt tegengegaan. Het is daarbij voordelig indien de grendelmiddelen een of meer inkepingen omvatten, die voor vergrendeling samenwerfcen met een op de hanger voorziene nok, waarmee een eenvoudige constructie is verkregen, die gemakkelijk te reinigen is.
35 Constructieve eenvoud wordt verder bevorderd indien de veermiddelen gevormd worden door een materiaal-sparing in de afsluitmiddelen.
1013419 5
In het geval van de voornoemde draaipen liggen daarbij de veermiddelen bij voorkeur aan de van de opneem-ruimte afgekeerde zijde van de draaipen.
Verdere constructieve eenvoud wordt gerealiseerd 5 indien de materiaalsparing een gebogen sleuf is, waarvan de holle zijde van de kromming aan de draaipuntzijde ligt, en bij voorkeur het kromtemiddelpunt samenvalt met het draaipunt.
In een verdere ontwikkeling van de inrichting 10 volgens de uitvinding is er in voorzien, dat de opneem-ruimte langwerpig is, met een breedte die kleiner is dan het enkelgewricht danwel het pootuiteinde. De poot heeft hierdoor enige bewegingsruimte, waardoor het betreffende dier minder snel pijn zal —lijden, in het geval van een 15 levend dier. In geval van een geschlacht dier wordt hiermee enige meegevendheid verschaft.
In een verdere ontwikkeling van de inrichting volgens de uitvinding is de hanger voorzien van een tijdens gebruik in hoofdzaak horizontaal gelegen gedeelte, 20 waarin de opneemruimte voorzien is. Hierdoor wordt de overgave van het gevogelte vanuit de hanger volgens de uitvinding naar een volgende hanger vergemakkelijkt, en kan dit plaats vinden middels gemakkelijk op te leggen horizontale schuifkrachten.
25 Bij voorkeur worden de afsluitmiddelen gevormd door een plaatvormig, bij voorkeur haakvormig afsluitli-chaam, welk eenvoudig te vormen -en te reinigen- is. Dit plaatlichaam kan gemakkelijk vervaardigd worden uit kunststof, bijvoorbeeld door vormen.
30 De hanger volgens de uitvinding bezit bij voor keur twee opneemruimtes, één voor elke poot.
In een mogelijke uitvoering zijn de opneemruimtes in een enkele dwarsplaat gevormd. Alternatief zijn de opneemruimtes gevormd in van de hanger afhangende benen, 35 waardoor een tussenruimte overblij'ft tussen de benen die voor stationaire delen van de slachtlijn benut kan worden.
Bij voorkeur zijn daarbij de benen scharnierend 1013419 6 verbonden met de hanger, zodat de opneemruimtes zonodig naar een voor de slachtmedewerker gunstige oriëntatie gebracht kunnen worden, tijdens het inhangen.
Bij voorkeur zijn de afsluitlichamen aan ie 5 onderzijde van de plaat danwel de benen aangebracht, zodat meer ruimte wordt verschaft voor bedienende handelingen.
De uitvinding verschaft verder een werkwijze voor het ophangen van, in het bijzonder levend, gevogelta, waarbij het gevogelte met de poten omhoog in een hanger 10 wordt gehangen, waarbij de poten in betreffende opneen-ruimtes worden ingevoerd en daarin worden opgesloten middels afluitermiddelen, die vergrendeld worden door enkel constructieve onderdelen op de hanger.
Bij voorkeur wordt- de poten tijdens de aanwezig-15 heid in de opneemruimtes een bepaalde mate van verplaat-singsvrijheid geboden.
Hoewel de hanger volgens de uitvinding op meerdere plaatsen in een slachtlijn gebruikt kan worden, is deze in het bijzonder voordelig indien het gevogelte 20 tijdens het hangen gedood en/of geplukt wordt.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:
Figuur 1 een zijaanzicht op een eerste uitvce-25 ring van een hanger volgens de uitvinding;
Figuur 2 een onderaanzicht op de onderplaat van de hanger van figuur l, zonder afsluitlichaam;
Figuur 3 een zijaanzicht op de onderplaat van figuur 2; 30 Figuren 4A-C respectievelijk een vooraanzicht op een alternatieve uitvoering van een hanger volgens de uitvinding, eem vooraanzicht op een andere alternatisve uitvoering en een onderaanzicht op de onderzijde van c.ie uitvoeringen, echter zonder afsluitlichaam; 35 Figuur 5 een aanzicht ;op een afsluitlichaam volgens de uitvinding;
Figuur 6 een onderaanzicht op de hanger van 1013419 7 figuur 1, tijdens invoeren van een poot; en
Figuur 7 een onderaanzicht op de hanger van figuur 1, na het invoeren van een poot.
De in figuur 1 weergegeven hanger 1 is opgehan-5 gen aan een verder niet weergegeven hangtransporteur, op zich bekend. De hanger 1 wordt voortbewogen in de richting A. De hanger 1 bezit een verticaal hanggedeelte 3, dat geknikt kan zijn (3a) of recht (3b). Beneden is het hanggedeelte 3 omgezet in een horizontale plaat 2, die duide-10 lijker getoond is in figuur 2.
De horizontale plaat 2 bezit twee langwerpige, naar voren reikende, van toegangsopeningen 8a voorziene en door rand 8b begrensde opneemruimtes 8, die aan de voorzijde begrensd worden door-schuine zoek- of invoerranden 15 9. De plaat 2 bezit twee neerwaarts reikende draaipennen 6 en twee neerwaarts reikende grendelpennen 7, zoals ook te zien is in figuur 3.
Uit de figuren 4A-C valt op te maken dat de plaat 2 ook gedeeld kan zijn in twee platen 2', die aange-20 bracht zijn aan de ondereinden van benen 3c dan wel 3d, zodat een de hanger 1' (figuur 4A) of 1' ' (figuur 4B) een vrije ruimte O omsluit. In het geval van de hanger 1' is hierbij een omgekeerd V-vormige constructie verkregen, die via boveneind 5 opgehangen is aan een hangtransporteur. In 25 het geval van hanger 1'' zijn de benen 3d ter plaatse van boutverbindingen 31 scharnierend in de richtingen G verbonden met dwarsbalk 30, die via boveneind 32 opgehangen is aan een hangtransporteur.
Zoals te zien is in figuur 1 is aan het onder-30 vlak van de plaat 2 een af sluitplaat 4 bevestigd, welke plaat 4 verder weergegeven is in figuur 5. De afsluitplaat 4 is haakvormig, waarbij een haakdeel 17 en een grendel-deel 18 te onderscheiden zijn, die aan weerszijden van het gat 10 gelegen zijn. Met het gat 10 kan de af sluitplaat 4 35 op de draaipen 6 gedrukt worden om -'vervolgens daarop tegen verwijdering geborgd te worden. Eventueel kan een klikver-binding gebruikt worden.
1013419 8
In het haakdeel 17 van de af sluitplaat 4 is e=n langwerpige opsluitruimte 16 gevormd, die begrensd wordt door (eerste) schuine rand 11, gebogen rand 12a, rechte rand 12b en teruglopende (tweede) schuine rand 13, onder 5 vrijlaten van een ingang 16a. Aan de buitenzijde is nog een (derde) schuine rand 14 gevormd, waarbij de randen 13 en 14 een haak 26 bepalen.
In het grendeldeel 18 van de af sluitplaat 4 is een het eind een bedieningshefboom 22 gevormd, en meer 10 naar het gat 10 toe een cirkelvormige sleuf 19, die doorloopt in boogvormige tongen 20, die uitsteken van het grendeldeel 18 om spleten 21 te bepalen voor verbetering van de veerkracht. Aan de buitenrand zijn twee grendelin-kepingen 23,24 gevormd, di-e van elkaar gescheiden zijn 15 door verhoging 25.
De werking wordt nu uitgelegd onder verwijzing naar figuren 6 en 7. Om redenen van eenvoud van tekening is slechts één helft weergegeven, voor één poot.
Met de hand wordt de poot P van een gevogelte, 20 zoals een levende kip of een karkas daarvan, voor de toegangsopening 8a van de opneemruimte 8 gebracht, en can in horizontale richting in de opneemruimte 8 en door de opening 16a van de af sluitplaat, tot binnen de ruimte 16 geschoven. De verdikte knokkel of enkelgewricht (de rest
2 5 van de poot en van de kip is weggelaten) P' van de poot P
wordt hierbij boven de plaat 2 gehouden. In dit geval is de afsluitplaat 4 reeds in een schuine toegangsstc.nd geplaatst, waarin de opening 8a vrij gegeven is. Door ingrijping van de grendelnok 7 in de inkeping 24 is de 3 0 afsluitplaat in deze stand geborgd. - -
Bij voorgaande beweging van de poot P in de richting B komt deze tegen oploopvlak 11, waarna een dwarskracht op vlak 11 en daarmee een om draaipen 6 kantelend moment C op de afsluitplaat 4 wordt uitgeoefend. De 35 afsluitplaat 4 wordt aanvankelijk echter verhinderd te draaien door de vergrendeling op nok 7. De nok 7 oef snt daarbij echter een kracht uit op de rand van de inkeping 1013419 9 24, die leidt tot veerkrachtige vervorming van de spleet 19, zodanig dat de verhoging onderlangs de nok 7 kan bewegen en de nok naar inkeping 23 kan snappen. Dan is de stabiele, vergrendelde sluitstand weergegeven in figuur 7 5 verkregen, waarin de poot 6 opgenomen is in de opneemruim-te 8 en de ruimte 16, en naar alle richtingen begrensd door de randen 12a, 12b, 13 van ruimte 16 en de rand 8b van de opneemruimte 8, die samen een volledig omlopende rand bepalen. De begrensde ruimte is echter langwerpig, 10 zodat voor de poot P verplaatsingsmogelijkheid in de richtingen D en E bestaat. Wanneer de poot P zich in de richting E beweegt zal deze aankomen tegen vlak 13, waarbij een sluitende moment op de afsluitplaat uitgeoefend wordt. De knokkel of enkelgewricht P' steunt nu onbelem-15 merd af op de bovenzijde van de plaat 2 langs de begrenzingen van de opneemruimte 8. De kip kan nu als het ware vrij aan de poten hangen.
Indien de kip vrijgemaakt moet worden van de hanger 1 kan met behulp van tot de slacht lijn behorende 20 middelen een moment F uitgeoefend worden op de hefboom 22 om, met indrukking van de spleet 19, de afsluitplaat weer naar de stabiele open stand te verdraaien, waarbij de nok 7 dan uit inkeping 23, over de verhoging 25 beweegt en in inkeping 24 snapt. Eventueel kan de hefboom 22 met de hand 25 bediend worden.
Wanneer een en ander zo is ingericht, dat de hanger 1 aankomt bij de ophangplaats met de afsluitplaat in de gesloten stand, dan kan men er voor kiezen om gebruik te maken van de aanwezigheid van het schuine vlak 30 14, door met de poot P daartegen.te_drukken, waardoor een openend moment F uitgeoefend wordt op de afsluitplaat 4 en deze naar de open stand gedwongen wordt. Daarna gaat men verder met de handelingen zoals hiervoor omschreven.
101 3419

Claims (29)

1. Inrichting voor hangend transport van gevogelte, omvattend een hanger, die eventueel voorzien is van middelen voor bevestiging aan een hangtransporteur, waarbij de hanger voorzien is van ten minste een opneemruitr te 5 voor een poot van het gevogelte, welke opneemruimte vocr-zien is van een toegangsopening voor invoer en uitvoer van de poot, waarbij de hanger voorzien is van middelen vcor het afsluiten van de toegangsopening, welke afsluitmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een de toegangsopening 10 afsluitende sluitstand en een de toegangsopening vrijgevende open stand, en van middelen voor het vergrendelen van de afsluitmiddelen in de sluitstand.
2. Inrichting volgens conclusie 1, voorts vocr-zien van middelen voor het vergrendelen van de afsluitmid- 15 delen in de open stand.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waart ij de afsluitmiddelen middels rotatie tussen de sluitstand en de open stand verplaatsbaar zijn.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de 20 afsluitmiddelen middels een draaipenverbinding verbonden zijn met de hanger.
5. Inrichting volgens conclusie 3 of 4, waarbij de afsluitmiddelen voorzien zijn van een bedieningsbt f-boom. . —
6. Inrichting volgens conclusie 3, 4 of 5, waarbij de afsluitmiddelen voorzien zijn van een eerste schuin oploopvlak dat in de open stand samenvalt met de opneemruimte, beschouwd in een aanzicht dwars op de opneemruimte en een normaal bezit met een component tegenge-30 steld aan de invoerrichting en een component tegengesteld aan de sluitende draairichting. 1013419
7. Inrichting volgens een der conclusies 3-6, waarbij de afsluitmiddelen voorzien zijn van een tweede schuin oploopvlak dat in de sluitstand voor de opneemruim-te ligt, in lijn daarmee, beschouwd in een aanzicht dwars 5 op de opneemruimte en een normaal bezit met een component tegengesteld aan de invoerrichting en een component tegengesteld aan de openende draairichting.
8. Inrichting volgens een der conclusies 3-7, waarbij de afsluitmiddelen voorzien zijn van een derde 10 schuin oploopvlak dat in de sluitstand de opneemruimte in buitenwaartse richting begrensd, in lijn daarmee, beschouwd in een aanzicht dwars op de opneemruimte en een normaal bezit met een component tegengesteld aan de uit-voerrichting en een component tegengesteld aan de sluiten-15 de draairichting.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de grendelmiddelen veermiddelen omvatten voor het in een grendelstand spannen daarvan.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij de 20 grendelmiddelen een of meer inkepingen omvatten, die voor vergrendeling samenwerken met een op de hanger voorziene nok,
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de veermiddelen gevormd worden door een materiaalsparing in 25 de afsluitmiddelen.
12. Inrichting volgens conclusies 4 en 11, waarbij de veermiddelen gelegen zijn aan de van de opneemruimte afgekeerde zijde van de draaipen.
13. Inrichting volgens conclusie 12, waarbij de 30 materiaalsparing een gebogen sle.uf -is, waarvan de holle zijde van de kromming aan de draaipuntzijde ligt, en bij voorkeur het kromtemiddelpunt samenvalt met het draaipunt.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opneemruimte langwerpig is, met een 35 breedte die kleiner is dan het pootuiteinde.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hanger voorzien is van een tijdens 1013419 gebruik in hoofdzaak horizontaal gelegen gedeelte, waarin de opneeraruimte voorzien is.
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de afsluitmiddelen gevormd worden door 5 een plaatvormig afsluitlichaam.
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij het afsluitlichaam in hoofdzaak haakvormig is.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, waarbij het afsluitlichaam van kunststof is.
19. Inrichting volgens een der voorgaande con clusies, omvattend twee opneemruimtes.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij de opneemruimtes in een enkele dwarsplaat gevormd zijn.
21. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij de 15 opneemruimtes gevormd zijn in van de hanger afhangende benen.
22. Inrichting volgens conclusie 21, waarbij de benen scharnierend verbonden zijn met de hanger.
23. Inrichting volgens een der conclusies 16-22, 2 0 waarbij de af sluit lichamen aan de onderzijde van de plaat danwel de benen aangebracht zijn.
24. Afluitlichaam geschikt als afsluitmiddel an voor de inrichting volgens een der voorgaande conclusies.
25. Werkwijze voor het ophangen van, in hat 25 bijzonder levend, gevogelte, waarbij het gevogelte met de poten omhoog in een hanger wordt gehangen, waarbij de poten in betreffende opneemruimtes worden ingevoerd an daarin worden opgesloten middels afsluitmiddelen, die vergrendeld worden door enkel constructieve onderdelen op 30 de hanger. ·_
26. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij de poten tijdens de aanwezigheid in de opneemruimtes een bepaalde mate van verplaatsingsvrijheid wordt geboden.
27. Werkwijze volgens conclusie 25 of 26, waar-35 bij het gevogelte tijdens het hangen gedood en/of geplukt wordt.
28. Inrichting voorzien van een of meer van de 1013419 in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
29. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoeg-5 de tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- AF 1013419
NL1013419A 1999-10-28 1999-10-28 Hanger voor pluimvee. NL1013419C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013419A NL1013419C2 (nl) 1999-10-28 1999-10-28 Hanger voor pluimvee.
EP00203624A EP1095571A1 (en) 1999-10-28 2000-10-19 Hanger for poultry
US09/694,294 US6375560B1 (en) 1999-10-28 2000-10-23 Hanger for poultry

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1013419 1999-10-28
NL1013419A NL1013419C2 (nl) 1999-10-28 1999-10-28 Hanger voor pluimvee.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1013419C2 true NL1013419C2 (nl) 2001-05-02

Family

ID=19770149

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1013419A NL1013419C2 (nl) 1999-10-28 1999-10-28 Hanger voor pluimvee.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US6375560B1 (nl)
EP (1) EP1095571A1 (nl)
NL (1) NL1013419C2 (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8187062B2 (en) * 2006-03-10 2012-05-29 Johnson Food Equipment, Inc. Shackle with pivot feature and log chain drive mechanism
US7422517B2 (en) * 2006-03-10 2008-09-09 Johnson Food Equipment Inc. Shackle with pivot feature
US8157625B2 (en) * 2010-01-26 2012-04-17 Foodmate Bv Method and apparatus for collecting meat from an animal part
US8632380B2 (en) * 2010-01-26 2014-01-21 Foodmate B.V. Method and apparatus for removing a sleeve of meat from an animal part having bone with knuckles on each of its opposite ends
US8757354B2 (en) 2010-04-19 2014-06-24 Foodmate Bv Turning block alignment
NL2004574C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Rotatable article support for a conveyor.
NL2006075C2 (en) 2011-01-26 2012-07-30 Foodmate B V Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station.
NL2004573C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Turning block alignment.
US8789684B2 (en) 2010-04-19 2014-07-29 Foodmate Bv Rotatable article support for a conveyor
US8727839B2 (en) 2011-01-21 2014-05-20 Foodmate Bv Poultry wing cutter for narrow pitch poultry lines
US8882571B2 (en) 2011-01-26 2014-11-11 Foodmate Bv Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat therefrom and apparatus for performing the method
US8267241B2 (en) 2011-01-26 2012-09-18 Foodmate Bv Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station
PL2667728T3 (pl) 2011-01-26 2016-01-29 Foodmate Bv Sposób usuwania kości z ud zwierzęcych w celu oddzielania i zbierania z nich mięsa oraz urządzenie realizujące sposób
US8430728B2 (en) 2011-02-14 2013-04-30 Foodmate Bv Special cut poultry wing cutter
NL2009033C2 (en) 2012-06-19 2013-12-23 Foodmate B V Weighing method and apparatus.
NL2009718C2 (en) 2012-10-29 2014-05-01 Foodmate B V Method of mechanically removing skin from animal parts.
US8808068B2 (en) 2012-10-29 2014-08-19 Foodmate Bv Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity
US9078453B2 (en) 2013-11-01 2015-07-14 Foodmate B.V. Method and system for automatically deboning poultry breast caps containing meat and a skeletal structure to obtain breast fillets therefrom
US8961274B1 (en) 2013-12-18 2015-02-24 Foodmate Bv Selective tendon cutter and method
US9782247B2 (en) * 2014-02-18 2017-10-10 Cook Medical Technologies, LLC Flexible embolic double filter
US9763459B2 (en) 2014-07-30 2017-09-19 Foodmate, B.V. Animal part holder
DK179305B1 (en) * 2016-10-06 2018-04-23 Teknologisk Inst Poultry shackle or product carrier with tendon trap for suspending poultry or parts thereof
CN116784371B (zh) * 2023-06-02 2023-11-28 杭州申浙家禽有限公司 全自动家禽屠宰生产线

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2438608A (en) * 1944-07-29 1948-03-30 Johnson Co Gordon Poultry shackle
US2584377A (en) * 1947-06-12 1952-02-05 John H Wunderlich Support and shackle for fowl
US2625707A (en) * 1950-07-11 1953-01-20 Joseph M Liittjohann Poultry suspending device
US2644981A (en) * 1948-10-12 1953-07-14 Barker Poultry Equipment Co Poultry shackle
US2731665A (en) * 1950-09-05 1956-01-24 Gordon W Johnson Company Shackle for poultry dressing machines
US3152360A (en) * 1962-09-04 1964-10-13 Barker Automation Inc Leg lock shackle
GB2288111A (en) * 1994-04-06 1995-10-11 Silsoe Research Inst Poultry shackles

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1006955A (en) * 1911-04-06 1911-10-24 Edward Lace Gambrel.
US2614287A (en) * 1949-06-25 1952-10-21 Barker Poultry Equipment Co Poultry shackle
US2688765A (en) * 1951-02-06 1954-09-14 Barker Poultry Equipment Co Poultry shackle
US4215654A (en) * 1978-06-05 1980-08-05 Parker Alonzo E Jr Shackling system for live poultry
NL8400919A (nl) * 1984-03-22 1985-10-16 Stork Pmt Geleidebaan voor geslacht gevogelte.
US5505657A (en) * 1992-01-17 1996-04-09 Stork Pmt B.V. Device for conveying slaughtered animals, in particular birds

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2438608A (en) * 1944-07-29 1948-03-30 Johnson Co Gordon Poultry shackle
US2584377A (en) * 1947-06-12 1952-02-05 John H Wunderlich Support and shackle for fowl
US2644981A (en) * 1948-10-12 1953-07-14 Barker Poultry Equipment Co Poultry shackle
US2625707A (en) * 1950-07-11 1953-01-20 Joseph M Liittjohann Poultry suspending device
US2731665A (en) * 1950-09-05 1956-01-24 Gordon W Johnson Company Shackle for poultry dressing machines
US3152360A (en) * 1962-09-04 1964-10-13 Barker Automation Inc Leg lock shackle
GB2288111A (en) * 1994-04-06 1995-10-11 Silsoe Research Inst Poultry shackles

Also Published As

Publication number Publication date
EP1095571A1 (en) 2001-05-02
US6375560B1 (en) 2002-04-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1013419C2 (nl) Hanger voor pluimvee.
EP1038443B1 (en) Carrying hook for poultry
US5875738A (en) Tiltable poultry shackle
US6837782B2 (en) Device for processing a slaughter product
CN109452341B (zh) 一种生猪吊挂自动加工系统
EP1764001A3 (en) Eviscerating member, device and method for processing a cluster of viscera of a slaughtered animal
EP1125505A3 (en) Eviscerator
US9763459B2 (en) Animal part holder
EP0757528B1 (en) Clothes hanger
US2438608A (en) Poultry shackle
US3993026A (en) Poultry coop
US3990400A (en) Poultry coop with self-dumping side door
US4771509A (en) Multiple strap poultry leg retainer
EP3522730B1 (en) Poultry shackle or product carrier with tendon trap for suspending poultry or parts thereof
US3563363A (en) Conveyor system
CN111372460B (zh) 带骨肢肉的夹紧装置、带骨肢肉的放入装置以及带骨肢肉的夹紧方法
AU2009222532A1 (en) A method and device for de-gambrelling
US9271510B2 (en) Method of suspending a bird from a shackle and an apparatus for suspending birds
US2890078A (en) Hanger for big game
ES2043141T3 (es) Colgador para un tansportador suspendido.
NL1003230C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het behandelen van kippen.
NL8104877A (nl) Inrichting voor het uithalen van slachtvogels.
NL2017755B1 (en) Shackle for suspending viscera packs of slaughtered poultry in a processing line
BR212019008871Y1 (pt) Disposição aplicada em manilha para suspender pacotes de vísceras de aves abatidas em uma linha de processamento
US2146815A (en) Device for preventing distortion of meat carcasses

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Effective date: 20100330

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20161101