NL8400320A

NL8400320A - Rollentransporteur.

Info

Publication number: NL8400320A
Application number: NL8400320A
Authority: NL
Original assignee: Elten Tech Ontwickel Bv
Priority date: 1984-02-02
Filing date: 1984-02-02
Publication date: 1985-09-02

Description

ir -¾ * -1-

Eollentransporteur

De uitvinding betreft een rollentransporteur, voorzien van twee zijdelingse, zich in langsrichting uitstrekkende dragers, van draaibare rollen, die zijn gemonteerd op assen die in de zijdelingse dragers zijn gelagerd, en van middelen, die een · 5 remmende werking op het transport van de voorwerpen kunnen uitoefenen.

Bij het transport van voorwerpen over een hellende rollentransporteur tracht men over het algemeen te vermijden, dat de voorwerpen als gevolg van de helling van de rollentransporteur 10 aan het onderinde van de transporteur een zodanig grote snelheid krijgen, dat bij tegenhouden van de voorwerpen beschadiging van de voorwerpen of van de transporteur ontstaat. Daarom moet een rennende werking cp het transport van de voorwerpen worden uitgeoefend.

15 Deze (lange) zogenoemde zwaartekraditrollentransporteurs hebben het bezwaar, dat bij een te geringe helling geen zekerheid bestaat, dat de te transporteren voorwerpen het ondereinde van de transporteur bereiken, terwijl bij een te sterke helling de voorwerpen met een te hoge eindsnelheid bij het ondereinde 20 van de transporteur aankomen. Een gulden middenweg is er vaak niet.

In de practijk kiest men meestal voor een relatief grote hellingshoek in ccnfoinatie met bijvoorbeeld centrifugaalrertmen cp of in de rollen. Deze uitvoeringsvorm is kostbaar en nog 25 niet voldoende bedrijfszeker, omdat de voorwerpen onderweg tegen de zij geleiding kunnen blijven hangen.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel, deze bezwaren van de békende rollentransporteur^ cp te heffen.

Dit doel wordt bereikt, doordat volgens de uitvinding de 30 genoemde middelen bestaan uit tenminste een zich in langsrichting van de transporteur uitstrekkend element, dat boven het vlak van de transporteur uitsteekt, doordat tenminste één van de dragers een cyclische beweging lean uitvoeren, door middel van een 8400320 3» t -2- aandrijvend orgaan, en doordat de assen van de transporteurrollen zwenkbaar zijn gelagerd in openingen in de zijdelingse dragers.

Tijdens een tijdelijke schuine stand van de transporteurrollen ten opzichte van de zijdelingse dragers bewegen de zich qp de 5 transporteurrollen bevindende voorwerpen tegen het zich in langsrichting van de transporteur uitstrekkende element en worden daardoor afgeremd, waarbij zij, afhankelijk van de tijdsduur en van de hoekstand van de rollen, tot stilstand kunnen worden gebracht, Wanneer nu de transporteurrollen bij de beweging van 10 de drager een andere hoekstand ten opzichte van de dragers innemen, terwijl het voorwerp tegen het genoemde element aanligt, dan zal het voorwerp minder wrijvingsweerstand van het element ondervinden. Passeren de transportteurrollen bij de beweging van de zijdelingse drager een stand loodrecht op die drager, 15 dan wordt hst voorwerp van het genoemde element losgemaakt en over een zekere afstand verder getransporteerd, totdat het voorwerp opnieuw tegen het genoemde element wordt afgeremd.

Bij een uitvoeringsvorm van de rallentransporteur volgens de uitvinding bestaat het genoemde element uit een zijdelingse 20 geleiding voor de voorwerpen, die aan beide zijden op de bovenrand van de dragers is aangebracht, zijn beide dragers schamier-baar verbonden met een schanmalstang, die in een vlak evenwijdig aan het vlak van de rollentransporteur oscilleerbaar is en die is voorzien van een centrale verticale draaitap, die op een 25 vast lager is ondersteund.

Bij een andere uitvoeringsvorm van de rallentransporteur volgens de uitvinding bestaat het genoemde element uit schijfvormige flenzen aan de uiteinden van de' transporteurrollen en is het. aandrijvende orgaan met .tenminste één zijdelingse drager, verbonden 30 en kan periodiek een cyclus van een heen- en teruggaande beweging uitvoeren.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de rollentransporteur volgens de uitvinding bestaat het genoemde element uit tenminste één zijdelingse drager, die in langsrichting van de transporteur 35 heen en weer verplaatsbaar is en is het aandrijvende orgaan met die zijdelingse drager verbonden en kan periodiek een cyclus van 8400320 -3- een heen- en teruggaande beweging uitvoeren.

Daarbij is volgens de uitvinding de cyclus van de heengaande en de teruggaande beweging van het aandrijvende orgaan zodanig, dat de transporteurrollen, in transportrichting gezien, aan het 5 einde van de heengaande beweging een stcnpe hoek en aan het einde van de teruggaande beweging een scherpe hoek roet de verplaatsbare drager insluiten.

Door toepassing van deze maatregelen wordt bereikt, dat de voorwerpen voor het begin van de heengaande beweging van de 10 verplaatsbare drager als gevolg van de in transportrichting ingesloten scherpe hoek tussen de transporteurrollen en de verplaatsbare drager door de transporteurrollen tegen de verplaatsbare drager aan worden gevoerd, waardoor hun beweging wordt af geremd en de voorwerpen tot stilstand kunnen worden 15 gebracht. Tijdens de heengaande beweging van de verplaatsbare drager kanen de transporteurrollen op een bepaald moment in een stand loodrecht qp de beide langswanden van de transporteur te staan en vervolgens sluiten de transporteurrollen, in transportrichting gezien, een starpe hoek in roet de verplaatsbare 20 drager, waardoor de voorwerpen van de verplaatsbare drager worden losgemaakt en in de richting van de andere drager bewegen. Wanneer de verplaatsbare drager de teruggaande beweging uitvoert verandert de ingesloten hoek tussen de transporteurrollen en da verplaatsbare drager, in transportrichting gezien, 25 weer in een scherpe hoek, bewegen de voorwerpen weer tegen de verplaatsbare drager en worden af geremd respectievelijk kunnen tot stilstand worden gebracht.

Bij een bij zcmder doelmatige uitvoeringsvorm van de rollen-transporteur volgens de uitvinding zijn beide dragees in langs-30 richting van de transporteur verplaatsbaar en voorzien van een eigen aandrijfinrichting en bedraagt de grootte van de heengaande en de teruggaande beweging van het aandri j forgaan van de ene aandrijfinrichting de helft van de grootte van de beide bewegingen van het aandrijforgaan van de andere aandrijfinrichting.

35 Bij deze uitvoeringsvorm van de rollentransporteur volgens 8400320 -4-

y O

de uitvinding is het mogelijk, de rollentransporteur de vorm van een gewone rollentransporteur te geven, dat wil zeggen waarbij de rollen loodrecht qp de beide dragers staan.

Dit kan worden bereikt, door de beide dragers met behulp van 5 een regelinrichting op de aandrijf inrichtingen alleen de heengaande beweging te laten uitvoeren.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een paar uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.

Fig. 1 is een perspectivisch bovenaanzicht van ëën uitvoerings-10 vorm van de rollentransporteur volgens de uitvinding in twee verschillende standen, fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn lï-II in fig. 1, fig. 3 is een gedeeltelijk zijaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de rollentransporteur volgens de uitvinding 15 in twee verschillende standen, fig. 4 toont een dwarsdoorsnede van nog een andere uitvoeringsvorm van de rollentransporteur volgens de uitvinding en fig. 5 toont een dwarsdoorsnede van weer een andere uitvoeringsvorm van de rollentransporteur volgens de uitvinding.

20 De rollentransporteur volgens de uitvinding die in de fig.

1 en 2 is getekend, bestaat uit twee zijdelingse dragers 1 en 2 en uit rollen 3, die qp assen 4 zijn gelagerd in qpeningen 5 in de dragers 1 en 2. In de eenvoudigste en goedkoopste uitvoeringsvorm van de transporteur zijn de qpeningen 5 met 25 een iets grotere diameter uitgevoerd, dan de assen 4, zodat de assen 4 in de openingen 5 zwenkbaar zijn. De assen 4 kunnen echter ook in kogelschamieren zijn gelagerd (niet getekend), waarbij de assen 4 aan ëën uiteinde verschuifbaar in het kogel-schamier zijn gelagerd en aan het andere uiteinde vast in het 30 kogelschamier zijn bevestigd.

Volgens de fig. l en 2 zijn op de drager 1 TJ-vormige geleidingen 6 bevestigd, die bijvoorbeeld van slijtvaste kunststof zijn vervaardigd en die grijpen over de bovenrand van een vaste steunplaat 7, die dezelfde afmetingen kan hébben als de 35 dragers 1 en 2.

Volgens de uitvinding is de drager 1 met behulp van de * 8400320 C φ -5- geleidingen 6 in langsrichting op de steunplaat 7 verplaatsbaar. Daartoe is volgens de uitvinding een dubbelwerkende zuiger-cilinder-ccnbinatie 8 aangebracht, die bijvoorbeeld aan de vaste steunplaat 7 kan zijn gemonteerd en waarvan de zuigerstang 9 met de drager 5 1 is verbonden. De hydraulische of pneumatische cilinder is

Verbonden net een regelinrichting (niet getekend!, die de mediumfcoeyoer naar de cilinder zodanig regelt, dat de zuigerstang 9 en dus ook de drager 1 periodiek, bijvoorbeeld met tussenpozen van een paar seconden, een heengaande slag in pijlrichting A 10 en teruggaande slag in de pijlrichting B uitvoert.

In de uitgangsstand van de rollentransporteur, die in het linkergedeelte van fig. 1 is getekend, sluiten de transporteurrollen 3, in de transportrichting C gezien, een scherpe hoek α in met de drager 1. De zich op de transporteur bevindende, te transporteren 15 voorwerpen, bijvoorbeeld kratten met gevulde houders, hebben, wanneer de transporteur zoals algemeen gebruikelijk in de transportrichting C naar beneden helt en daardoor de voorwerpen met behulp van de zwaartekracht transporteert, in de genoemde stand van de rollen 3 de neiging, tegen de drager 1 aan te Iepen, 20 waardoor hun beweging in transportrichting C wordt afgeremd en de voorwerpen eventueel tot stilstand konen.

Wanneer nu de zuigerstang 9 en daarmee de lager 1 de heengaande slag in pijlrichting A uitvoert, waarbij de rollen 3 in transport-richting gezien een storpe hoek 3 met de drager 1 insluiten, 25 dan hebben de voorwerpen de neiging in de richting van de andere drager 2 te bewegen, waardoor zij van de drager 1 loskamen en worden getransporteerd in pijlrichting C. Wanneer de drager 1 door middel van de cilinder 8 de teruggaande slag in pijlrichting B uitvoert, sluiten de rollen 3 veer een scherpe hoek α in 30 met de drager 1, waardoor de voorwerpen opnieuw tegen de drager 1 aanlopen en worden afgeremd respectievelijk tot stilstand konen.

Door het tijdsverloop tussen de heengaande slag in pijlrichting ^ A en de teruggaande slag in pijlrichting (Bf te regelen, kan men de afstand, waarover de voorwerpen bij elke cyclus worden 35 getransporteerd, instellen. De heengaande slag en de teruggaande 8400320 4

jr D

-6- slag kunnen ook direct op elkaar volgen.

Volgens de uitvinding kunnen ook beide dragers 1 en 2 zijn voorzien van een eigen aandrijf inrichting 8f 9 respectievelijk 10/ 11, waarbij de grootte van de slag van de aandrijf inrichting 5 10, 11 de helft bedraagt van die van de aandrijf inrichting 8, 9.

Door nu beide aandrij f inrichtingen 8, 9 en 10, 11 net behulp van de regelinrichting (niet getekend) alleen de heengaande slag in de pijlrichting A te laten uitvoeren, kunnen de transpor-teurrollen 3 in de normale stand loodrecht op de dragers 1 en 2 10 woeden geplaatst, waardoor de transporteur ook als een normale rollentransporteur zonder afremming van de voorwerpen kan worden toegepast.

In plaats van de geleidingen 6 op de vaste steunplaat 7 kunnen, volgens de uitvinding scharnierstrippen 11 (fig. 31 15 worden toegepast. Daarbij voert de verplaatsbare drager 1 van de rollentransporteur een schoksgewijze beweging uit in zcwel de heengaande richting A als de teruggaande richting B. Daarmee kan, wanneer de hellingshoek ten opzichte van het horizontale vlak van de rollentransporteur gelijk blijft, de door de voorwerpen 20 per cyclus afgelegde weg worden vergroot ten opzichte van die bij de uitvoeringsvorm volgens de fig. 1 en 2. Ook kunnen bij een kleinere hellingshoek van de rollentransporteur volgens de uitvinding ten opzichte van het horizontale vlak de voorwerpen over dezelfde afstand worden getransporteerd als bij de 25 , uitvoeringsvorm van de rollentransporteur volgens de fig. 1 en 2.

Verder is het volgens de uitvinding ook mogelijk, in plaats van de hydraulische of pneumatische cilinders 8, 9 en 10, .11 een kruk-drijf stangmechanisme 13, 14 (fig. 3). toe te passen, . waarbij de krukschijf 13 bij elke cyclus één volledige omwenteling o 30 over 360 maakt.

Tenslotte kan in plaats van de cilinders 8, 9 en 10, 11 eventueel ook een excentriek-aandrijving (niet getekend) worden toegepast.

Bij de uitvoeringsvorm van de rollentransporteur volgens 35 de uitvinding, die in fig. 4 is getekend, zijn op de beide zijdelingse 8400320 -7- dragers 15 en 16 lagers 17 en 18 gemonteerd, waarin de transporteur-rollen 19 net uitstekende astappen 20, 21 zwenkbaar zijn gelagerd. Volgens de uitvinding zijn de transporteurrollen 19 aan de uiteinden voorzien van sdiijfvormige flenzen 22 en 23, waarvan 5 de werking dezelfde is als die van de zijdelingse dragers 1 en 2 van de uitvoeringsvormen volgens de fig. 1, 2 en 3. Verder is één van de bovenbeschreven aandrijf inrichtingen 8-9, 10-11, 13-14 of een andere aandrij finrichting met tenminste een zijdelingse drager 15, 16 verbonden (niet getekend!, die periodiek een cyclus 10 van een heengaande beweging A en een teruggaande beweging B kan uitroeren, zie de fig. 1 en 3«

De uitvoeringsvorm van de rollentransporteur volgens de uitvinding, die in fig. 5 is getekend, is voorzien van zijdelingse dragers 24 en 25, waarin transporteurrollen 26 met 15 behulp van lagers 27 en 28 cp astappen 29 en 30 zwenkbaar zijn gelagerd. Bovenop de dragers 24 en 25 zijn op hun kant liggende If-profielen 31 en 32 aangebracht, die een zijdelingse geleiding voor de voorwerpen 33 vormen.

Aan de onderzijde van de dragers 24 en 25 zijn door middel 20 van ü-vormige verbindingsprofielen 34 en 34 U-vormige draag-profielen 36 en 37 aangebracht, waarin op assen 38 en 39 scharnierbussen 40 en 41 zijn gelagerd, die door een schcmmel-stang 42 met elkaar zijn verbonden. De scharmelstang 42 is in het midden voorzien van een verticale draaitap 43, die 25 cp een vast lager 44 op bijvoorbeeld een vloer 45 is ondersteund.

Bet U-profiel 31, de drager 24, het verbindingspxofiel 34 en het draagprofiel 36 kunnen uit één stuk van bijvoorbeeld plaatstaal zijn vervaardigd. Hetzelfde geldt voor het ü-profiel 32, de drager 25, het verbindingsprofiel 35 en het draagprofiel 30 37 aan de andere zijde van de transporteur.

De in fig. 5 getekende rollentransporteur werkt cp dezelfde wijze als de boven beschreven rollentransportems, met dien verstande, dat de rollentransporteur volgens fig. 5 niet is voorzien van een aandri j f inrichting. Bet " aandri jvende 35 orgaan" wordt hierbij namelijk gevormd door de zwaartekracht, zodat wanneer één of meer voorwerpen 33 tegen één van beide 8 4 o 0 3 2 0 -8-

w V

U-profielen 31 en 32 aan bewegen, deze voorwerpen 33 dat U-profiel en daarmee ook de betreffende drager als gevolg van de daarop uitgeoefende wrijvingskrachten een heengaande beweging A laten uitvoeren. Daarbij voert de andere drager een teruggaande 5 beweging B uit, zodat de transporteurrollen 26, in transportrichting C gezien, aan de zijde van de voorwerpen een stcnpe hoek β met de betreffende drager insluiten en de voorwerpen 33 zich van die drager losmaken en in transportrichting C in de richting van het andere TJ-profiel bewegen, waar het boven beschreven proces 10 zich herhaalt, enzovoorts.

De rollentransporteur volgens fig. 5 is een zogenoemde zelfdenkende rollentransporteur.

0400320

Claims

2. Rollentransporteur. volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het genoemde element bestaat uit een zijdelingse geleiding (31, 321 voor de voorwerpen, die aan beide zijden op de bovenrand van de dragers (24, 25) is aangebracht, dat beide dragers schamierbaar zijn verbonden met een schaimelstang (42)., die 20 in een vlak evenwijdig aan het vlak van de rollentransporteur oscilleerbaar is en die is voorzien van een centrale verticale draaitap (431, die qp een vast lager (441 is ondersteund.
3. Rollentransporteur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het genoemde element bestaat uit schijfvormige flenzen 25 (22, 231 aan de uiteinden van de transporteurrollen (191 en dat het aandrijvende orgaan (8, 9? 10, 11? 13, 14) met tenminste één zijdelingse drager (15, 161 is verbonden en periodiek een cyclus van een heengaande (A) en een teruggaande beweging (Bl kan uitvoeren.
4. Rollentransporteur volgens conclusie 1, met 'liet kenmerk, dat het genoemde element bestaat uit tenminste êën zijdelingse drager (1, 21, die in langsrichting van de transporteur heen en weer verplaatsbaar is en dat het aandrijvende orgaan (8, 9? 10, 11? 13, 141 met die zijdelingse drager (1, 21 is verbonden 35 en periodiek een cyclus van een heengaande (A) en een teruggaande 8400320 y « -ιοί beweging (B) kan uitvoeren.
5. Rollentransporteur volgens conclusie 4, met het kenmerk/ dat de cyclus van de heengaande (A) en de teruggaande beweging (B) van het aandrijvende orgaan (9, 11, 141 zodanig is, dat 5 de transporteurrollen (3) in transportriditing (Cl gezien, aan het einde van de heengaande beweging (Al een stompe hoek (3 ) en aan het einde van de teruggaande beweging (Bl een scherpe hoek (al met de verplaatsbare drager (1, 21 insluiten.
6. Rollentransporteur volgens conclusie 5, met het kenmerk, 10 dat beide dragers (1, 21 in langsrichting van de transporteur verplaatsbaar zijn en zijn voorzien van een eigen aandrijforgaan (8, 9,* 10, Hf 13, 141 en dat de grootte van de heengaande (A) en de teruggaande beweging (Bl van het ene aandrijforgaan de helft is van die van de beide bewegingen van het andere aandrijf-15 orgaan.
7. Rollentransporteur volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste een aandrijforgaan bestaat uit een dubbelwerkenda zuiger-cilindercrmbinatie (8, 9; J.0, lil.
8. Rollentransporteur volgens conclusie 5 of 6; met het kenmerk, 20 dat tenminste^ één aandrijforgaan bestaat uit een kruk-drijfstang- mechanisnje (13, 141.
9. Rollentransporteur volgens één van de conclusies 5 t/m 8, itet 'het kenmerk, dat tenminste één verplaatsbare drager (1, 21 door middel van geleidingen (6, 11}'beweegbaar is ondersteund 25 qp een vast steunorgaan (71.
10. Rollentransporteur volgens één van de conclusies 5 t/m 8, met het kenmerk, dat tenminste één verplaatsbare drager (1, 2) door middel van schamierstrippen (11} is ondersteund op het vaste steunorgaan (7}.
11. Rollentransporteur volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rolassen (4,- 20, 21,* 29, 30} door middel van kogelschamieren in de dragers (1, 2; 15, 16; 24, 25} zijn gelagerd, waarbij de assen in één kogelschamier in langsrichting verschuifbaar zijn en in het andere kogelschamier zijn vastgezet.
12. Rollentransporteur, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 8400320 'zr 6 j