NL8320409A - Verbeterde werkwijze. - Google Patents

Description

**'' // 8 3 2 0 4 0 9 r / /' v·· / -1-

Bekledingswerkwijze .

De uitvinding heeft betrekking op het drogen van bekledingslagen, films en dergelijke. Met de uitvinding wordt voorzien in een verbeterde werkwijze (en een daaruit voortvloeiend product) waarbij het drogen effectiever geschiedt dan voor dezen.

5 Volgens één algemeen aspect voorziet de uitvin- een ding in een werkwijze voor het vormen vanJgedroogde bekledingslaag op èen geschikt substraat, omvattende het aanbrengen van een vehikel op dat substraat en onderwerpen van het aangebrachte vehikel aan een behandeling met een drogend werkend middel, welk 10 middel electrostatisch wordt afgezet op het aangebrachte vehikel.

De uitvinding heeft ook andere aspecten die hierna zullen worden getoond.

De uitvinding vindt toepassing bij het drogen van verven, lakken, vernissen, bindmiddelen van drukinkt en drukinkten, 15 vloeibare hechtmiddelen, oppervlaktebekledingsmaterialen, samenstellingen voor breeuvfcloeleinden en dergelijke. Onder de bovengenoemde omschrijving dient het volgende te worden verstaan: 1. Wat betreft de bekleding, film of dergelijke - die moet worden onderworpen of is onderworpen aan de werkwijze 20 volgens de uitvinding - dient de term "drogend werkend" te worden veïstaan (i) als ook te omvatten "hardend werkend" en (ii) als aanduiding dat de bekleding hetzij kleefvrij is, of onoplosbaar is in oplosmiddel of in het bezit is van een vergaande mate van samenhang of in staat is een redelijke mate van een schurende 25 werking of druk zonder beschadiging te doorstaan. Het zal duidelijk zijn dat onder sommige omstandigheden een droge bekledingslaag alle bovengenoemde eigenschappen te zien kan geven. De uitdrukking "bekledingslaag" indien gebruikt als zelfstandignaamwoord is voor de doelstelling van de uitvinding te verstaan als synoniem 30 met "film" (of dergelijke).

2. De uitdrukking "substraat" is in de ruimst mogelijke zin te interpreteren, als omvattende elk oppervlak waarop 8320409 -2- * het vehikel hechtend kan worden aangebracht en waarop het zal blijven zitten terwijl de behandeling met het (drogend werkende) middel wordt uitgevoerd. Zo kunnen wijd uiteenlopende materialen als karton, metaalfoelie, staalplaat, kunststofmateriaal, warmtegevoelig-5 materiaal enz. (afhankelijk van de omstandigheden) worden toegepast).

3. De uitdrukking "vehikel" omvat verven alsmede alles wat hiervoor specifiek werd genoemd.

4. De uitdrukking "middel" betekent de tenminste ene chemische verbinding die de harding of droging van het vehikel 10 teweeg brengt. Het kan soms in deze beschrijving ook worden aangeduid als katalytisch middel of eenvoudig als katalysator.

In één vorm van de uitvinding kan het vehikel van het type zijn dat vrije isocyanaatgroepen bevat. De uitdrukking "vrije isocyanaatgroepen" omvat ook dergelijke groepen die potentieel 15 vrij zijn, waarbij de betekenis die moet worden overgebracht is dat het voor-polymeer isocyanaatgroepen bezit die vrijgemaakt kunnen worden, of beschikbaar zijn, voor reactie met alle mogelijke andere verbindingen die actieve waterstof plaatsen beide (voor het doel van polymeervergroting en/of filmvorming). De ver-20 bindingen die vrije isocyanaatgroepen omvatten omsluit al dat soort verbindingen. Hieronder vallen bijgevolg niet slechts isocya-naten met een urethaanstructuur en polyisocyanaten, maar ook isocyanaten met een polyisocyanaat, biureet- en allofanaatstructuur.

Het drogend werkende (of katalytisch werkende) 25 middel dat zijn werking kan uitoefenen in de dampfase kan ammoniak zijn, of een amine of alle mogelijke andere verbindingen zoals organometaalverbindingen of anorganische metaalzouten die in staat zijn de gewenste reactieweg te versnellen. De uitdrukking "amine" omvat niet slechts de amineimet een eenvoudige primaire alifatische 30 monofunctionele structuur, maar ook aminen die worden gekenmerkt door (i) polyfunctionaliteit en (ii) een verdergaande graad van waterstofsubstitutie. De uitdrukking "dampfase" betekent dat het middel - namelijk ammoniak, een amine enz. - zich in de gasfase, dampfase of een andere in de lucht verdeelde vorm (bijvoorbeeld 35 dispersie, nevel of aerosol) bevindt waarin het beschikbaar is voor 8320409 -3- reactie.

Van het amine zelf kunnen vele voorbeelden worden gegeven. Typische voorbeelden zijn bijvoorbeeld mono-verbindingen zoals methylamine, ethylamine, propylamine, isopropyl-5 amine en de vele isomeren van butylamine en polyfunctionele aminen zoals hydrazine, ethyleendiamine, propyleendiamine en diethyleen-triamine. Verdere voorbeelden zijn diethylamine, triethylamine en dimethylethanolamine (DMEA) en ditertiaire aminen zoals N.N.N',N-tetra-methylethyleendiamine TMEDA) en N.N.N'N'.2-pentamethyl-l.2-10 propaandiamine (PMT)- en alle mogelijke combinaties van dergelijke aminen, in verhoudingen zoals vereist wordt, waarmee voordeel wordt getrokken uit het sy^nergistische effect van een dergelijke combinatie.

Van de orgaQ&metaalverbindingen kunnen ook vele voorbeelden worden gegeven. Typische voorbeelden zijn bijvoorbeeld 15 dibutyltindilauraat, loodtetraethy1, titaniumacet ylacetonaat, dimethyl-tindichloride en stanno- en zinkoctoaten. Van de anorganische zouten die effectief zijn gebleken kunnen worden genoemd bismutnitraat en ferrichloride. Evenzo kan voordeel worden getrokken van het synergistische effect van deze verbindingen in associatie met 2Q elkaar en met het (de) bovengenoemde amine(n).

Eet vehikel kan een uit één of twee componenten bestaande verf of dergelijke zijn die vrije isocyanaat^groepen (zoals hiervoor gedefinieerd) bevat. Een typisch voorbeeld voor een dergelijke verf - die electrostatisch of op andere wijze op 25 een te bekleden substraat kan worden aangebracht en snel kan worden gedroogd door middel van een drogend werkend middel in de dampfase zoals hierna verder wordt gedemonstreerd - is een twee-componenten preparaat samengesteld uit een hydroxylgroepen dragende synthetische harsachtige eerste component en een voor^polymeer met eindstandige 30 isocyanaat<*groepen als tweede component. Het zal duidelijk zijn dat van deze componenten zelf weer vele voorbeelden gegeven kunnen worden.

Een geschikte verf van dit type is een twee componenten wit polyurethaanpreparaat waarin een pigment is gedispergeerd en 35 samengesteld onder toepassing van een alkydhars op basis van kokosnootolie die vervolgens werd gemengd met een voorpolymeer met 8320409 -4- eindstandige isocynaatgroepen op basis van XDI (xyleen diisocyanaat).

In andere samenstellingen kan het voorpolymeer met eindstandige isocyanaatgroepen op basis van XDI worden vervangen door één of meer voorpolymeren op basis van MDI-TDI-HDI-H.„MDI, IPDI en H XDI (om 12 6 5 de standaardafkortingen te gebruiken) - of de reactieproducten van deze diïsocyanaatmonomeren met geschikte polyolen, polycarboxy-of polyaminetussenproducten. Evenzo kan de eerste component ook worden gekozen uit onder andere acryl-, epoxy-, polyether-, polyester-en polysiloxanharsen (om algemene aanduidingen te gebruiken).

10 Een verder modelvoorbeeld van een vehikel dat electrostatisch of op een andere wijze kan worden aangebracht op het substraat en dat snel kan worden gedroogd volgens de uitvinding, is een uit twee delen bestaand vehikel waarvan het eerste deel een hydrojpyp-groepen bevattende polyepoxydehars en het tweede 15 deel een vrije polyamidegroepen bevattende hars omvat.

Het electrostatisch afzetten van het drogend werkende of katalytisch werkende middel kan worden uitgevoerd door het verdampte middel te onderwerpen aan een opgewekt electrostatisch veld. Bij één uitvoeringsvorm van de uitvinding kan het 20 electrostatische veld op orthodoxe wijze tot stand worden gebracht en wel typisch door middel van een electrostatisch pistool van het type dat conventioneel bekend is voor dat doel.

Bij één uitvoeringsvorm van de uitvinding kan electrostatisch afzetten van het drogend werkende middel (katalysator) 25 volgen op een voorafgaande trap waarin het vehikel op het substraat wordt aangebracht. Co-afzetting, omvattende electrostatisch co-afzetten dat wil zeggen gelijktijdig aanbrengen van zowel bekledingsmiddel als drogend werkend middel door de werking van een electrostatisch veld- valt echter ook binnen het kader van de uitvinding. Volgens 30 een verdere werkwijzeaspect heeft de uitvinding derhalve ook betrekking op een werkwijze zoals hiervoor algemeen omschreven die verder wordt gekenmerkt doordat de trappen van het aanbrengen van het vehikel op het substraat en het electrostatisch afzetten van het drogend werkende middel gelijktijdig worden uitgevoerd. Volgens 35 een hiermee verband houdend aspect heeft de uitvinding betrekking op 8320409 -5- een inrichting zoals hierna beschreven, voor het uitvoeren van deze werkwij ze.

Als inleiding op de beschrijving van de juist genoemde inrichting wordt gerefereerd aan de wijze waarop het 5 vehikel op het substraat wordt aangebracht. Wat dit betreft kan het vehikel, typisch een verf, worden aangebracht door schilderen met de hand (onder toepassing van een kwast), dompelen, spuitenof door gebruik maken van een inrichting waarmee het aanbrengen van de verf op het substraat zelf electrostatisch geschiedt. Dit 10 electrostatisch afzetten van verf kan worden bewerkstelligd door middel van een electrostatisch verfpistool.

De inrichting voor het uitvoeren van de co-afzetting van vehikel en drogend werkend middel kan dit (zoals hiervoor aangegeven) doen door de werking van een electro-15 &atisch veld. Volgers; dit verwante aspect van de uitvinding voorziet de uitvinding in een inrichting die, in combinatie, omvat middelen voor het richten van een electrostatisch geladen vehikel, bijvoorbeeld een verf, naar het te bekleden substraat en middelen voor het gelijktijdig richten van een electrostatisch geladen 20 drogend werkend middel, dat zich typisch in dampfase bevindt, naar het substraat waarbij het eerstgenoemde en in de tweede plaats genoemde middel concentrisch ten opzichte van elkaar zijn gerangschikt. Deze inrichting die ook kan dienen om alleen een drogend werkend middel naar het substraat te voeren zal hierna meer in 25 detail worden beschreven.

Het drogend werkend middel in de dampfase kan op verschillende wijzen worden opgewekt, waaronder verdampings-technieken of injectietechnieken. Een inrichting waarmee een drogend werkend middel in de dampfase op effectieve wijze wordt 30 voortgebracht vormt een ander aspect van de uitvinding. Volgens dit aspect voorziet de uitvinding in een inrichting die, in combinatie, omvat, middelen voor het verdampen van een vloeibaar drogend werkend middel, middelen voor het beheerst brengen van het verdampte middel naar een gewenste plaats - bijvoorbeeld naar de genoemde 35 tweede middelen van de hiervoor omschreven inrichting, en in de 8320409 -6- baan (waarlangs het verdampte middel wordt gevoerd) geplaatste middelen voor het vaststellen (van de concentratie van dat middel) die doeltreffend zorgt dat de concentratie van het toegevoerde verdampte middel binnen voorafgestelde grenzen wordt gehouden. Als 5 het verdampte middel naar de genoemde tweede middelen gevoerd,v*ordt functioneren der, dampfase ontwikkelende componenten en de co-afzetting (teweegbrengendel componenten tezamen als een enkele inrichting.

De uitvinding zal nu achtereenvolgens worden beschreven aan de hand van de bijgaande tekeningen en een aantal 10 specifieke voorbeelden. Het zal duidelijk zijn dat die volgende beschrijving bedoeld is om werkingskenmerken van de uitvinding te illustreren - en dus niet als limitatief moet worden beschouwd.

In de tekeningen geeft:

Fig. 1 een perspectivisch beeld van een inrichting 15 voor het in de dampfase brengen (opwekken), van het drogend werkende middel.

Fig. 2 een perspectivisch beeld van een inrichting voor het teweeg brengen van een afzetting van drogend werkend middel - of/voor het co-afzetten^vehikel en drogend werkend middel.

20 De inrichting van fig. 1 (die algemeen is aange geven door het verwijzingscijfer 1). bestaat uit een kastvormige buitenste constructie 2 die een tank 3 bevat voor de vloeibare katalysator. De katalysator wordt verstoven in een binnenste kamer 4 die is gelegen onder de tank 3, door middel van verstuivings-25 mondstukken 5 die de katalysator vanuit de tank 3 onder:'.invloed ?van de zwaartekracht krijgen toegevoerd. Lucht wordt in de kamer 4 toegelaten via een luchtinlaatfilter 7 in een zijwand 8 van de constructie. In de kamer 4 wordt een turbulente luchtstroom voortgebracht om vermenging en verstuiving daarin te vergemakkelijken.

30 Dit wordt tot stand gebracht door een turbulenties teweeg brengende ventilator 6 in het onderste gedeelte van de kamer.

De verstuivingsmondstukken 5 krijgen, terwijl katalysator eraan wordt toegevoerd vanuit de tank 3, samengeperste lucht toegevoerd via een slang 9, welke (lucht1 wordt gebruikt om 35 een fijn verdeëidèc nevel bij de mondstukken 5 te vormen.

8320409 -7-

Om de (zich in de) dampfase (bevindende) katalysator vanaf de kamer 4 af te leveren is een turbulenties teweeg brengende ventilator 10 met variabele snelheid, waarvan de werking wordt geregeld door een mechanisme 16, aangebracht 5 in een zijwand 11 van de constructie tegenover de zijwand 8 waarin zich het luchtfilter 7 bevindt. De ventilator 10 voert de, zich in dampfase bevindende, katalysator naar een gewenste plaats - in een bepaald geval naar de hiervoor omschreven en hierna aan de hand van fig. 2 beschreven co-afzettingsinrichting 10 via een flexibele leiding 12. In een kap 13 die is geplaatst rondom de ventilator 10 is een orgaan voor het vaststellen van (de aanwezigheid van) een katalysator (sensor) 14 geplaatst.

Deze sensor meet de concentratie aan katalysator in de dampfase die door de leiding gaat en geeft een concentratiemeting die 15 wordt teruggevoerd naar en weergegeven door een wijzer met wijzerplaat: 15.

Door instellen van de verstuiving en verdamping van de in de tank 3 opgeslagen vloeibare katalysator die door middel van de wijzer met wijzerplaat 15 binnen vooraf vastgestelde 20 grenzen kan worden geregeld, kan de concentratie van de katalysator in de dampfase die door de inrichting wordt afgegeven, indien nodig worden gevolgd. Zoals hiervoor is aangegeven wordt ook de snelheid waarmee de katalysator wordt afgegeven geregeld door instellen van de. ventilator met variabele snelheid 10. Op deze 25 wijze kunnen vooraf ingestelde concentraties aan katalysator nauwkeurig worden gehandhaafd.

In het geval van een moleculaire oplossing van de katalysator in de dampfase in lucht zullen de concentraties uiteraard variëren tussen nul en de verzadigingsconcentratie 30 voor de betreffende gebruikte katalysator bij de beschouwde temperatuur. In het geval van een aerosolvormige mist bestaat deze beperking niet.

Zoals hiervoor aangegeven kan de inrichting volgens fig. 1 gebruik maken van een flexibele leiding 12 om katalysator 35 in de dampfase toe te voeren aan de inrichting die wordt geïllustreerd 8320409 -8- in fig. 2 (en die algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 20). Deze inrichting kan worden gebruikt voor het electrostatisch afzetten van katalysator alleen, of voor het electrostatisch co-afzetten van katalysator en van een vehikel-typisch een verf.

5 De inrichting 20 omvat een standaard electrostatisch pistool 21 met een loop 22 vanwaar de electrostatische lading wordt uitgezonden. Een toevoerleiding 23 die uitmondt aan de achterzijde van het pistool 21: levert de verf af aan de loop 22 van het pistool, van waaruit deze verf eveneens met een electrostatische 10 lading wordt afgegeven. Een electrische geleider 24 levert de energie voor het opwekken van de electrostatische lading in het pistool 21. Zover is het pistool conventioneel en algemeen bekend in de techniek.

Zoals hiervoor aangegeven, kan de flexibele leiding 15 12 de inrichting van fig. 1 verbinden met het pistool 21. De zich in de dampfase bevindende katalysator wordt tegen de loop van het electrostatische pistool gespoten door middel van het drukverschil dat wordt teweeggebracht door de ventilator 10 uit fig. 1. In de inrichting van fig. 2 zorgt een omhulsel voor de loop, 25, dat 20 concentrisch om de loop 22 is geplaatst ervoor, dat de zich in dampfase bevindende katalysator niet door het pistool 21 wordt afgegeven voordat het voorste uiteinde van de loop is bereikt. Op deze wijze wordt ook de katalysator geladen door het electrostatische veld dat aan de voorste rand van de loop 22 wordt opgewekt en wordt 25 deze katalysator in voldoende mate geladen om de verdampte en nu geladen katalysator vanzelf te doen afzetten op een geaard substraat waar het pistool naar toe wordt gericht.

Als het pistool moet worden gebruikt zal, bij één uitvoeringsvorm, voor het electrostatisch afzetten van drogend 30 werkend middel alleen (na voorafgaand verven van het substraat) ker bedienen van het trel^mechanisme 27 het beoogde doel bewerkstelligen. Als, volgens een andere uitvoeringsvorm, co-afzetting gewenst wordt, zal het pistool 20, geregeld door bedienen van het trekker-mechanisme 27, gelijktijdig verf krijgen toegevoerd via leiding 35 23 en katalysator in dampfase via leiding 12 (en electrostatische 8320409 -Si- lading via de geleider 24).. Als de trekker 27 bij die uitvoeringsvorm wordt ingedrukt zullen verf uit de loop 20 en katalysator uit het omhulsel 25 gelijktijdig electrostatisch worden geladen. Zowel de stroom verf als de stroom en de concentratie aan katalysator kunnen 5 worden geregeld zodat bij de co-afzetting van verf en katalysator een gewenste verhouding wordt bereikt. Het zal duidelijk zijn dat, als de componenten uit fig. 1 het drogend werkende middel in damp-fase toevoeren aan de componenten uit fig. 2 via de flexibele leiding 12, de zo geassocieerde componenten functioneren als een 10 enkele inrichting.

De werkwijze waarmee electrostatisch geladen katalysator wordt aangebracht op vooraf geverfde voorwerpen (op alle oppervlakken daarvan) of waarbij co-afzetting van electrostatisch geladen katalysator en verf wordt bewerkstelligd (op 15 al die oppervlakken) leidt tot een aanzienlijke versnelling van de uitharding van de verf laag of film waarmee droogtijden worden bereikt die duidelijk commercieel van belang zijn. De wijze waarop afzetten of co-afzetten op alle oppervlakken wordt bewerk- zijn stelligd zal duidelijk‘uit fig. 2 - waarin de divergerende 2Q weg van drogend werkend middéenvan vehikel zodra dat middel en 1 dat vehikel de inrichting verlaten zijn weergegeven.

De uitvinding wordt nu nader beschreven aan de hand van vijf voorbeelden. Ten aanzien van deze voorbeelden dient het volgende te worden opgemerkt.

25 De in deze voorbeelden gebruikte verf is een twee-componenten witte polyurethaansamenstelling zoals hiervoor vermeld.

Voorzover het een bekende constructie heeft, beantwoordt het electrostatische pistool aan (één van) drie 30 basistypen - die, gemakshalve, hierna respectievelijk worden aangeduid als typen I, II en III. Kort gezegd, bewerkstelligt pistool van type I de electrostatisch afzetting van verf (of ΘΘΠ ander vehikel) door middel van\roterende schijf die de verf verstuift in een electrostatisch veld dat wordt opgewekt aan het 35 uiteinde van een draadvormig filament dat voor dat doel aanwezig is (en de zo geladen verf wordt afgeleverd aan het substraat dat 8320409 -10- wordt bekleedl. Het pistool van type II wekt een electrostatisch veld op door middel van een filament dat aan het einde van een loop is geplaatst waardoorheen de verf wordt aangevoerd die door de electrostatische lading moet worden weggevoerd (waarbij de 5 verf wordt afgeleverd aan en wordt getransporteerd door de loop, met behulp van lucht). Het pistool van type III werkt op nagenoeg dezelfde wijze als het pistool van type II; de verf die electrostatisch moet worden geladen wordt echter hydraulisch aan de loop toegevoerd.

10 Voorbeeld 1 (achtereenvolgens af zetten).

Een behoorlijk geaarde metalen plaat wordt op beide oppervlakken bekleed met een verf zoals hiervoor omschreven met behulp van een electrostatisch handspuitpistool type I. Lucht die circa 2000 delen per miljoen dimethylethanolamine 15 in dampvorm bevat en die werd ontwikkeld met de inrichting uit fig. 1, wordt onder een rechte hoek op de geverfde plaat gericht - en binnen een tijdsverloop van twee minuten wordt de zich in de dampfase bevindende katalysator geladen met behulp van een electrostatisch spuitpistooltype III terwijl geen verf aan dat pistool 20 wordt toegevoerd en slechts een lading wordt opgewekt. Het pistool is opgesteld tegenover de plaat zodat het geladen veld de katalysator-stroom kan kruisen. Het transport van katalysator in de dampfase uein het electrostatische veld uit het pistool van type III gaan continue circa twee minuten door na welke tijd zowel de katalysator 25 (stroom), als de (stroom van) electrostatische lading wordt onderbroken. Na een nahardingstijd van nog eens acht minuten in enigszins turbulente lucht blijkt de film aan beide zijden van de plaat versneld te zijn gedroogd en een bevredigende gedroogde film te zijn verkregen.

30 Voorbeelde 2 (achtereenvolgens afzetten)

Verdampt dimethylethanolamine (hierna aangeduid als DMEA) uit de inrichting van fig. 1 wordt via een flexibele buis 12 toegevoerd aan het kunststof omhulsel van de loop 25 gelegen rondom de loop 22 van een electrostatisch pistool. Dit is de 35 inrichting uit fig. 2 waarbij het pistool in dit geval een electro- 8320409 -11- statisch pistooltype II is. Geverfde platen die waren gereed gemaakt op dezelfde wijze als beschreven in voorbeeld 1, werden'blootgesteld aan een stroom van de zich in dampfase bevindende katalysator uit het pistool als geïllustreerd in fig. 2. De zich in de dampfase 5 bevindende katalysator wordt opgebracht in een concentratie van circa 2500 delen per miljoen, gedurende ongeveer zestig seconden na het schilderen. Deze stroom van katalysator wordt ongeveer twee minuten gehandhaafd, waarna hij wordt gestopt en de plaat wordt blootgesteld aan zachtjes stromende lucht gedurende ongeveer 10 acht minuten. Na deze na-hardingsperiode blijkt het drogen van de geverfde film aan beide zijden van de plaat merkbaar te zijn versneld.

Voorbeeld 3 (co-afzetting)

Een afzetpistool, zoals beschreven in voorbeeld 15 2 en geïllustreerd in fig. 2 wordt opgesteld en verbonden met de inrichting van fig. 1. Verf, zoals hiervoor beschreven, wordt daarna door het pistool gevoerd en - gelijktijdig wordt de zich in de dampfase bevindende katalysator (DMEA) in een concentratie van circa 4000 delen per miljoen DMEA als een moleculaire oplossing 20 in lucht toegevoerd. Goed geaarde platen werden geverfd door gelijktijdig opbrengen van verf en katalysator. Onder deze omstandigheden bereikten de geverfde platen evenzeer snel een bij aanraken droog aanvoelende toestand als een algemene commer-cië.e-1 droge; toestand.

25 Voorbeeld 4

Dit voorbeeld is soortgelijk aan dat beschreven in voorbeeld 3, dat wil zeggen dezelfde handelwijze werd herhaald, maar in dit geval was de gebruikte zich in de dampfase bevindende katalysator PMT (terwijl alle andere parameters dezelfde waren).

30 De mate waarin versnelde droging optrad trad nog duidelijker aan het licht dan met DMEA en er werd een zelfs nog snellere commerciële droogheid bereikt.

Voorbeeld 5

In dit voorbeeld was de zich in de dampfase 35 bevindende katalysator lood tetraethyl. Alle andere omstandigheden waren in identiek met de in detail in voorbeeld 3 beschreven omstandig- 8320409 -12- heden. Opnieuw werd een even duidelijke versnelling van de uit-harding van de verf bereikt.

Tot slot wordt herhaald dat de voorafgaande gedetailleerde beschrijving slechts bedoeld is ter illustratie 5 van de uitvinding. Zo lang de basiscriteria in acht worden genomen kunnen zaken die hier binnen vallen en die opzichzelf niet kritisch zijn, worden gevarieerd overeenkomstig de van de situatie afhankelijke eisen.

8320409

Claims (15)

1. Werkwijze voor het vormen van een gedroogde bekledingslaag op een geschikt substraat, met het kenmerk dat een vehikel wordt aangebracht op dat substraat en het aangebrachte vehikel wordt onderworpen aan een behandeling met een drogend 5 werkend middel, welk middel electrostatisch. wordt afgezet op het aangebrachte vehikel.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 mét 'hét kenmerk dat het aanbrengen van het vehicel op het substraat en het electrostatisch afzetten van het drogend werkende middel hetzij achtereen— 10 volgens of gelijktijdig worden uitgevoerd.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat het drogend werkende middel zijn drogende werking uitoefent in de dampfase.

4. Werkwijze volgens één der conclusies 1 tot 3 15 met het kenmerk dat het vehiikel een één-cf tweedelig vehikel is dat vrije isocyanaatgroepen bevat.

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4 met het kenmerk dat het drogend werkende middel wordt gekozen uit ammoniak, een amine, een organometaalkatalysator of één of andere combinatie 20 daarvan.

6. Werkwijze volgens conclusie 5 met het kenmerk dat het drogend werkende middel een alkanolamine is.

7. Werkwijze volgens conclusie 3 of één van de conclusies 4 tot 6, voorzover daarvan afhankelijk, met het kenmerk 25 dat het drogend werkende middel in de dampfase wordt gebracht door beheerste verstuiving van een vloeibare voorloper van het drogend werkende middel.

8. Werkwijze voor het vormen van een gedroogde bekleding op een geschikt substraat, met het kenmerk dat men een 30. vehikel aanbrengt op het substraat en het vehikel onderwerpt aan behandeling met een drogend werkend middel in de dampfase, waarbij het drogend werkende middel electrostatisch wordt afgezet op het vehicel en (i), de trap van het aanbrengen van het vehikel 35 8320409 -14- A op het substraat voorafgaat aan de trap van het electrostatisch afzetten van het drogend werkende middel in de dampfase, of (iii de trap van het aanbrengen van het vehikel op het substraat en de trap van het electrostatisch afzetten van 5 het drogend werkende middel in de dampfase gelijktijdig worden uitgevoerd.

9. Werkwijze volgens conclusie 8 met het kenmerk dat het vehikel een ééndelig of tweedelig vehikel is dat vrije isocyanaatgroepen bevat.

10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9 met het kenmerk dat het vehikel electrostatisch wordt aangebracht op het substraat.

11. Werkwijze volgens conclusie 1 of 8, in hoofdzaak zoals hierin beschreven aan de hand van "één of meer van de voorafgaande voorbeelden en/of de bijgaande tekeningen.

12. Inrichting ter gebruike bij het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 of 8, gekenmerkt door, in combinatie, middelen voor het richten van een electrostatisch geladen vehikel, zoals een verf, naar het te bekleden substraat en middelen voor het gelijktijdig richten van een electrostatisch geladen 20 drogend werkend middel in de dampfase naar het substraat, waarbij het genoemde eerste en tweede middel concentrisch ten opzichte van elkaar zijn geplaatst.

13. Inrichting ten gebruike bij het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1 of 8, gekenmerkt door, in 25 combinatie middelen voor het verdampen van een vloeibaar drogend werkend middel, middelen voor het beheerst afleveren van het verdampte middel op een gewenste plaats en middelen voor het vaststellen (van de aanwezigheid van verdampt middel) aangebracht in de afleverbaan en zo werkend dat ze verzekeren dat de concentratie 30 van afgeleverd verdampt middel binnen vooraf vastgestelde grenzen wordt gehouden.

14. Inrichting volgens conclusie 13 mét het kenmerk dat de vereiste plaats de inrichting volgens conclusie 12 is en dat het verdampte middel beheerst wordt afgeleverd aan de 35 genoemde tweede middelen van de laatstgenoemde inrichting. 8320409 ’ -15- k

15. Inrichting volgens één der conclusies 12 tot 14, in hoofdzaak zoals eerder beschreven aan de hand van de fig. 1 en 2 van de bijgaande tekeningen. 8320409