NL8303418A - Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van tonerresten van een fotogeleidend oppervlak. - Google Patents

Description

* V * 835056/Timmers

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het verwijderen van tonerresten van een foto-geleidend oppervlak.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwijderen van tonerresten van het oppervlak van een voor elektrofotografische beeldoverdracht gebruikt fotogeleidend oppervlak waarbij men een met een 5 reinigingsvloeistof bevochtigd reinigingsmedium waarvan de polariteit vergelijkbaar is met die van de te verwijderen tonerresten beweegt ten opzichte van en in contact met dit te reinigen oppervlak, zoals beschreven in de niet vóórgepubliceerde octrooiaanvrage 8300294 ten name van aanvraag-10 ster.

De techniek der elektrostatische beeldoverdracht is algemeen bekend. Ook is bekend dat bij vele elektrofoto-grafische beeldoverdrachtprocessen de daarbij toegepaste toner niet geheel van het oppervlak van het overdracht-15 medium naar het ontvangen medium wordt overgédragen zodat resten toner op het overdrachtmediuxn achterblijven die effectief moeten worden verwijderd wanneer men wil voorkomen dat de kwaliteit van de beeldoverdracht verslechtert.

Dit is in het bijzonder van belang in een inrichting zoals 20 beschreven in de Nederlandse octrooiaanvragen 8105675 en 8105676 waarmee men door herhaald belichten van één zelfde fotohalfgeleideroppervlak met verschillende deelbeelden gebruikmakend van toners met verschillende kleuren een gekleurd eindbeeld vormt daar in het bijzonder bij het zeer 25 kritische vierkleurenwerk ieder tonerresidu storend is voor de eropvolgende kleuren; tonerresidu1s kunnen aanleiding geven tot met de vorm van het met het residu bedekte oppervlak overeenkomende lichtere of donkere vlekken in de volgende beelden.

30 Hoewel met de werkwijzrê' zoals in de aanhef beschreven reeds gunstige resultaten worden bereikt beoogt de uitvinding een werkwijze en inrichting voor het uitvoeren daarvan te verschaffen waarmee een nog betere en snellere reiniging wordt gerealiseerd.

^ ·Ν ‘ * ·. ", ; \ V V · - β .4 ' ί 2

De volgens de uitvinding voorgestelde werkwijze wordt daartoe daardoor gekenmerkt dat men tijdens de heen- en teruggaande beweging van het in zachte aanraking met het oppervlak zijnd reinigingsmedium via dit medium 5 afwisselend reinigingsvloeistof aan het te reinigen oppervlak toevoert resp. daarvan afvoert.

Het periodiek via het reinigingsmedium toevoeren van reinigingsvloeistof aan het te reinigen oppervlak resp. het daarvan afvoeren resulteert in een zeer effectieve 10 en snelle reiniging van het fotogeleidend oppervlak.

Bij voorkeur wordt de werkwijze zodanig uitgevoerd dat men op de heen- en teruggaande beweging van het medium een periodieke beweging met geringe amplitude en een be-wegingscomponent in deze hoofdrichting of een hoek daarmee 15 makend superponeert. Deze maatregel resulteert in een nog verdergaande verbetering van de reiniging.

Een volkomen schoon en van alle verontreinigingen vrij oppervlak wordt verkregen wanneer men het oppervlak aansluitend aan het bewerken ervan door het reinigings7 20 medium met een vloeistof bevochtigt en deze vloeistof vervolgens afzuigt.

De uitvinding verschaft voorts een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze als bovenomschreven omvattende een in een ten opzichte van een van tonerresten te 25 reinigen fotogeleidend oppervlak heen- en terugbeweegbaar gestel opgenomen houder aangebracht reinigingsmedium en middelen voor het beochtigen daarvan met reinigingsvloeistof, gekenmerkt door middelen voor het door het medium afwisselend aan het., naar het f otogeleidend oppervlak gerich-30 te buitenoppervlak daarvan toevoeren resp. afvoeren van de reinigingsvloeistof.

Bij voorkeur bevat de houder een veerkrachtig kussenvormig vloeistof-doorlatend reinigingsmedium voorzien van middelen voor het afwisselend daardoorheen aan het te rei-35 nigen oppervlak toevoeren van reinigingsvloeistof resp. daarvan afvoeren van reinigingsvloeistof.

8 3 o 3 4 1 ü .................' ^ r · s* , 3

Voor het tot stand brengen van de periodieke beweging der houder kan met voordeel een uitvoeringsvorm worden toegepast waarin de houder rust op twee met evenwijdige assen op afstand van elkaar gelegen excentrische roterend 5 aan te drijven rollen of schijven waarvan er een tussen met de houder verbonden geleidevlakken is opgesloten en is aangesloten op een toevoerleiding voor reinigingsvloei-stof.

Ook is een uitvoeringsvorm mogelijk waarin de houder 10 rust op twee evenwijdige ondersteuningslijsten die synchroon en periodiek verplaatsbaar aandrijfbaar ten opzichte van het gestel daarin zijn aangebracht en is aangesloten op een toevoerleiding voor reinigingsvloeistof.

Bij voorkeur is het geheel zodanig uitgevoerd dat de 15 houder is aangesloten op zowel een toe- als een afvoer- 1aiding voor reinigingvloeistof en voorts gekenmerkt door periodiek bekrachtigde afsluitmiddelen om periodiek reinigingsvloeistof toe- dan wel af te voeren en de houder kan voorts zijn voorzien van middelen voor het teweegbrengen 20 van een periodieke heen en weergaande beweging met kleine amplitude.

Het materiaal van het kussen kan van dezelfde polariteit zijn als die der toner doch het kussen kan ook zijn bedekt met een vel waarvan de polariteit overeenkomt met 25 die der te verwijderen tonerresten.

De bevochtigingsmiddelen bestaan bij voorkeur uit een meniskusbevochtiger terwijl de inrichting voorts bij voorkeur is uitgevoerd met een inrichting voor het afzuigen van op het te reinigen oppervlak aanwezige vloeistofresten 30 waardoor direkt na de reiniging een droog fotogeleidend oppervlak ter verschikking staat voor een nieuwe opname.

·· 'O

i 4 .

De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 is een schematisch zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; 5 fig. 2 is een schematisch zijaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig. 3 is een schematisch zijaanzicht van een derde uitvoeringsvorm; de figuren 4a t/m 4d tonen de verschillende fasen van 10 de beweging van de houder met het reinigingsmedium zoals toegepast in de uitvoeringsvorm volgens fig. 3.

In de figuren is met het verwijzingscijfer 1 aangegeven een bij de, op zich bekende, fotografische beeldover-dracht gebruikt fotogeleidend medium waarvan het opper-15 vlak 2 grondig van tonerresten moet worden gereinigd. De volgens de uitvinding hiertoe gebruikte inrichting is schematisch in zijaanzicht weergegeven en omvat een vloeistofdichte kamer 3 waarin een, op een geschikte, niet nader aangegeven wijze, „ondersteunde houder 4 is op-20 genomen. Deze houder bevat een kussen 5 uit veerkrachtig materiaal met een open celstructuur afgedekt met een fil-terdoek 6.

Onder dit filterdoek bevindt zich een stel vloeistof-verdeelbuizen 7 verbonden met een vloeistoftoevoerleiding 25 8 terwijl in de bodem van de kamer 4 de vloeistofafvoer- leiding 9 uitmondt; een voorraad van de voor het reinigen van het oppervlak 2 gebruikte vloeistof (welke bij voorkeur is van de soort die een polariteit heeft vergelijkbaar met die van de te verwijderen tonerresten) bevindt zich in het 30 reservoir 10. Aan de onderzijde van het reservoir is de leiding 11 aangesloten die via de opvoerpomp 12 en de bestuurde klep 13 is verbonden met de toevoerleiding 8 en via de afvoerpomp 14 en de bestuurde klep 15 is verbonden met de afvoerleiding 9. Het openen resp. sluiten van de klep-35 pen 13 resp. 15 geschiedt onder invloed van een schematisch aangegeven besturingsinrichting 16; de kleppen 13 en 15 kunnen bijv. elektrisch bediende kleppen zijn en de be- -v O -4 i ij . * .

5 sturingsinrichting 16 levert elektrische signalen die het openen resp. sluiten van de beide kleppen teweegbrengen .

Bij voorkeur is de inrichting, zoals aangegeven, voor- « 5 zien van een extra bevochtigingskamer' 17 voor het door middel van een vloeistofmeniskus 18 voor- en nabevochtigen van het oppervlak 2; deze kamer 17 staat via de klep 19 in verbinding met de leiding 8. Uit de kamer overlopende vloeistof wordt afgevoerd via de afvoer 20 die uitmondt in 10 het reservoir 10 terwijl na het bevochtigen de op het oppervlak 2 nog aanwezige restvloeistof tijdens de bewegingsrichting volgens pijl 23 wordt afgezogen via de afzuig-inrichting 21.

Het geheel kan in de richting van de pijlen 22 en 23 15 in een heen en weer gaande beweging langs het oppervlak 2 worcfenbewogen waarbij het filterdoek 6 in contact is met dit oppervlak.

Door het openen en sluiten van de klep 13 wordt periodiek vloeistof via het kanaal 8 tot onder het filterdoek 20 aangevoerd en door het filterdoek heen gedrukt; de aan het oppervlak 2 op deze wijze toegevoerde vloeistof wordt weer afgevoerd na het sluiten van de klep 13 en het openen van de klep 15. Deze bewerking wordt uitgevoerd tijdens de beweging van het geheel in de richting van de 25 pijlen 22 en 23. Bij de beweging in de richting van de pijl 23 wordt het gereinigd oppervlak aansluitend aan het reinigen bevochtigd door de meniskusbevochtigings-inrichting 17-18 en aansluitend gedroogd door middel van de afzuiginrichting 21.

30 De tijdens het afzuigen van de vloeistof via de leiding 9 van het plaatoppervlak verwijderde vloeistof zal geringe hoeveelheden tonerresten bevatten die achterblijven in het filterdoek 6. Teneinde er zeker van te zijn dat steeds schone vloeistof voor het reinigen resp. na bevochtigen 35 wordt gebruikt, kan in de leiding 20 een filter 24 zijn r* v7 ·. fa ' «*, * w 6.

opgenomen; dit filter kan ook zijn opgenomen in de toevoer-leiding 11.

Fig. 2 toont een uitvoeringsvorm waarbij de toe- resp. afvoer van vloeistof via het filterdoek aan resp. van het 5 te reinigen oppervlak 2 wordt gerealiseerd door middel van een op en neer gaande beweging van de houder. In deze figuur zijn overeenkomstige delen aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers.

De houder 4' is wat anders uitgevoerd als de houder 4: 10 er is ook hier het kussen 5' uit veerkrachtig materiaal met open celstructuur waarover het filterdoek 6' is gespannen, doch de in de uitvoering volgens fig. 1 aanwezige afvoer 9 ontbreekt, er is slechts de toevoer 8', uitmondend in een centrale toevoeropening 8" via welke het kussen 5' 15 van vloeistof wordt voorzien die wordt aangevoerd via de pomp 12 en waarvan de toevoer wordt bestuurd door de klep 13'. De houder 4' wordt ondersteund door de steunen 25, 26 die een naar het oppervlak 2 toe en daarvan afgerichte beweging uitvoeren in de richting van de pijlen 27, bijv.

20 door aandrijven door een geschikte mechanische, elektro-mechanische of pneumatische vibrator. Tijdens de naar het oppervlak 2 toe gerichte beweging wordt vloeistof door het filterdoek heen naar het oppervlak gedrukt.

Tijdens de van het oppervlak 2 af gerichte beweging 25 wordt vloeistof met tonerresten door het filterdoek 6' gezogen: de tonerresten blijven achter in het filterdoek 6', terwijl via de klep 13' en de leiding 8' verse vloeistof wordt aangevoerd. De overtollige vloeistof met tonerresten stroomt langs de houder 4' in kamer 3 en wordt via de 30 leiding 20 afgevoerd. Het geheel wordt langs het oppervlak 2 heen en weer bewogen in de richting van de pijlen 22, 23 zoals hierboven met betrekking tot de uitvoering volgens fig. 1 beschreven.

Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm waarbij de naar het 35 oppervlak 2 en daarvan af gerichte beweging van de houder 4" gepaard gaat met een op de beweging van de houder langs het oppervlak gesuperponeerde oscillerende heen en weer gaande beweging. Deze wordt op eenvoudige wijze verkregen O T ·-. - r ,.f Uw , O -V I 0 7 doordat de houder 4" wordt ondersteund door twee op afstand van elkaar gelegen excentrische steunrollen 29, 30. De rol 29 is opgesloten tussen de linkerwand 31 van de houder 4” eherzijds en de wand 32 van het vloeistoftoevoerkanaal 8” an-5 derzijds, terwijl de houder 4" vrij rust op de rol 30. Het resultaat is dat de excentrische rol 29 zowel een op en-neer gaande beweging als een heen en weer gaande beweging tot stand brengt en de rol 30 uitsluitend een op en neer gaande beweging opwekt.

10 Uitgaande van de situatie volgens fig. 4 zal een rechts om gerichte beweging van de rol 29 en een rechtsom gerichte beweging van de rol 30, zoals aangegeven met de pijlen 33 resp. 34, tot gevolg hebben dat het linker einde van de houder 4" naar boven wordt gedrukt in de richting van de pijl 35 15 het rechter einde omlaag beweegt in de richting van de pijl 36; Tegelijkertijd beweegt de hele houder naar rechts in de richting van de pijl 37.Uit het linker gedeelte van het filterdoek 6' wordt dus vloeistof weggedrukt naar buiten terwijl naar het rechter gedeelte vloeistof door het filterdoek wordt aange-20 zogen. In de stand volgens fig. 4b zijn de bewegingen tot stilstand gekomen terwijl bij een verdergaande draaiing van de rollen 29, 30 de situatie volgens 4c ontstaat: het rechter gedeelte van de houder 4" wordt nu omhoog gedrukt in de richting van de pijl 38 en het linker gedeelte gaat omlaag in de 25 richting van de pijl 39, terwijl het geheel een naar links gerichte beweging in de richting van de pijl 40 uitvoert. In de situatie volgens fig. 4d zijn deze bewegingen weer geëindigd en bij een verdergaande rotatie van de rollen 29, 30 ontstaat de situatie volgens fig. 4a.

30 Door een juiste afstemming op elkaar van de "dakhoek" van het filterdoek, de slag van de kantelbeweging in de richting van de pijlen 35, 36, 38, 39 en de indrukking van het kussen 51 blijft het doek 6' altijd goed gespannen en blijft de verhouding tussen het maximum en minimum doekoppervlak dat 35 tijdens de kantel beweging met de plaat in aanraking is vrijwel gelijk 1 zodat ook de aandrukkracht vrijwel constant blijft.

- Conclusies - q T a ~ » «f 3

Claims (12)

1. Werkwijze voor het verwijderen van tonerresten van het oppervlak van een voor elektrofotografische beeldoverdracht gebruikt fotogeleidend oppervlak waarbij men een met een reinigingsvloeistof bevochtigd reinigingsmedium waarvan de 5 polariteit vergelijkbaar is met die van de te verwijderen tonerresten beweegt ten opzichte van en in contact met dit te reinigen oppervlak, met het kenmerk, dat men tijdens de heen- en teruggaande beweging van het in zachte aanraking met het oppervlak zijnd reinigingsmedium 10 via dit medium afwisselend reinigingsvloeistof aan het te reinigen oppervlak toevoert resp. daarvan afvoert.

2. Werkwijze volgens conclusie l,met het kenmerk, dat men op de heen- en terugaande beweging van het medium een periodieke beweging met geringe amplitude en 15 een bewegingscomponent in deze hoofdrichting of een hoek daarmee makend superponeert.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, m e t het kenmerk , dat men het oppervlak aansluitend aan het bewerken ervan door het reinigingsmedium met een vloeistof 20 bevochtigt en deze vloeistof vervolgens afzuigt.

4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, omvattende een in een ten opzichte van een van tonerresten te reinigen fotogeleidend oppervlak heen en weer beweegbaar gestel opgenomen houder aangebracht rei- 25 nigingsmedium en middelen voor het bevochtigen daarvan met reinigingsvloeistof, gekenmerkt door middelen voor het door het medium afwisselend aan het, naar het fotogeleidend oppervlak gerichte buitenoppervlak daarvan toevoeren resp. afvoeren van de reinigingsvloeistof.

5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk , dat de houder een veerkrachtig kussenvormig vloeistof-doorlatend reinigingsmedium bevat voorzien van middelen voor het afwisselend daardoorheen aan het te reinigen oppervlak toevoeren van reinigingsvloeistof resp. 35 daarvan afvoeren van reinigingsvloeistof. l? j -·; 0 4 i v «. « » >

6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de houder rust op twee met evenwijdige assen op afstand van elkaar gelegen excentrische roterend aan te drijven rollen of schijven waarvan er een tussen 5 met de houder verbonden geleidevlakken is opgesloten en de houder is aangesloten op een toevoerleiding voor reinigingsvloeistof.

7. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk , dat de houder rust op twee evenwijdige 10 ondersteuningslijsten die synchroon en periodiek verplaats baar aandrijfbaar ten opzichte van het gestel daarin zijn aangebracht en de houder is aangesloten op een toevoer-leiding voor reinigingsvloeistof.

8. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het 15 kenmerk, dat de houder is aangesloten op zowel een toe- als een afvoerleiding voor reinigingsvloeistof en voorts gekenmerkt door periodiek bekrachtigde afsluitmiddelen om periodiek reinigingsvloeistof toe- dan wel af te voeren en de houder voorts kan zi-jn voorzien van midde-20 len voor het teweegbrengen van een periodieke heen en weergaande beweging met kleine amplitude.

9. Inrichting volgens conclusies 5-8, met het kenmerk , dat het materiaal van het kussen is van dezelfde polariteit als die der toner.

10. Inrichting volgens conclusies 5-8, met het kenmerk, dat het kussen is bedekt met een vel waarvan de polariteit overeenkomt met die der te verwijderen tonerresten.

11. Inrichting volgens conclusies 8-10, met het 30 kenmerk, dat de bevochtigingsmiddelen bestaan uit een meniskusbevochtiger.

12. Inrichting volgens conclusies 6-11, gekenmerkt door een inrichting voor het afzuigen van op het te reinigen oppervlak aanwezige vloeistofresten. •3" Λ ~ i 3 V / -J i j