NL8303012A

NL8303012A - METHOD AND APPARATUS FOR PACKAGING SPATIAL PRODUCTS.

Info

Publication number: NL8303012A
Application number: NL8303012A
Authority: NL
Original assignee: Ferrero Ohg
Priority date: 1982-11-24
Filing date: 1983-08-29
Publication date: 1984-06-18
Also published as: NL187305C; DE3243500A1; SE460354B; SE8305374D0; EP0110080A1; GB2130545B; DK522583A; SE8305374L; DE3243500C2; GB2130545A; DK154285C; DK522583D0; EP0110080B1; DK154285B; GB8328071D0

Description

VO 5052VO 5052

Betr.: Werkwijze en inrichting voor het verpakken van ruimtelijke voortbrengselen.Subject: Method and device for packaging spatial products.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verpakken van ruimtelijke voortbrengselen, in het bijzonder een kogelvormige bonbon, in een foelievormig verpakkingsmateriaal, in het bijzonder een dunne foelie van aluminium, doordat het verpakkingsmateriaal 5 in een in hoofdzaak vlakke gedaante over een opening wordt gelegd, en het te verpakken voortbrengsel zodanig in het verpakki ngsTna-tg-i-f aal wordt gewikkeld, dat het verpakkingsmateriaal aan een zijde wordt dicht-gestopt. De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze met een mechanisme voor het toevoeren 10 van het verpakkingsmateriaal en het leggen daarvan op de opening, met een mechanisme voor het wikkelen van het voortbrengsel in het verpakkingsmateriaal en het dichtstoppen van het verpakkingsmateriaal aan één zijde van het verpakte voortbrengsel, en met een mechanisme voor het af geven van het voortbrengsel in het gebied van het verpakkingsmateriaal.The invention relates to a method for packaging spatial products, in particular a spherical bonbon, in a foil-shaped packaging material, in particular a thin foil of aluminum, in that the packaging material 5 is laid over an opening in a substantially flat shape and the product to be packaged is wrapped in the packaging in such a way that the packaging material is closed on one side. The invention further relates to an apparatus for carrying out this method with a mechanism for feeding the packaging material and placing it on the opening, with a mechanism for winding the product in the packaging material and sealing the packaging material on one side of the packaged article, and with a mechanism for dispensing the article in the region of the packaging material.

15 Bonbons worden volgens een bekende werkwijze en met een bekende inrichting zodanig verpakt, dat voorgesneden verpakkingsfoeliegedeelten en de bonbons achter elkaar in een behandelingsstation worden gebracht, zodat een bonbon wordt ingeklemd tussen twee vijzels, en het verpakkings-foeliegedeelte wordt ingeklemd in het midden tussen een vijzel en de 20 bonbon. Eet in eerste instantie vlakke verpakkingsfoeliegedeelte wordt dan door de gemeenschappelijke beweging van de vijzels, de bonbon en het verpakkingsfoeliegedeelte vervormd tot een holle vormruimte, zodat het rónd de bonbon wordt gelegd. Dit betekent, dat het omvormen van het in eerste instantie vlakke verpakkingsfoeliemateriaal aan de bonbon zelf 25 wordt uitgevoerd. Wanneer de bonbon of een ander te verpakken voortbrengsel een onregelmatig, mogelijk van uitsteeksels voorzien buitenoppervlak heeft, bestaat bij deze soort verpakking het gevaar, dat de uitsteeksels door het foeliemateriaal worden gedrukt en daarbij het foelie-materiaal kapotmaken. Dat heeft natuurlijk een onaantrekkelijk uiter-30 lijk van de verpakte bonbon tot gevolg.Bonbons are packaged according to a known method and with a known device such that pre-cut packaging foil parts and the bonbons are placed one after the other in a treatment station, so that a bonbon is clamped between two augers, and the packaging foil part is clamped in the middle between a mortar and the 20 bonbon. The initially flat packaging foil section is then deformed into a hollow molding space by the joint movement of the augers, the bonbon and the packaging foil section, so that it is laid round the bonbon. This means that the conversion of the initially flat packaging film material to the bonbon itself is carried out. When the bonbon or other product to be packaged has an irregular, possibly protruded outer surface, with this type of packaging there is a risk that the protrusions are pressed through the foil material and thereby destroy the foil material. This of course results in an unattractive appearance of the packaged bonbon.

Bovendien is de doorstromingshoeveelheid bij een dergelijke inrichting beperkt. Wanneer de doorstromingshoeveelheid n.1. wordt verhoogd tot boven een bepaalde grens, vindt een te sterke inwerking plaats op de bonbon, en vindt dus de op zichzelf vereiste voorzichtige behan-£ 2 Λ ” λ ·!In addition, the flow rate in such an arrangement is limited. When the flow rate n.1. is increased above a certain limit, the bonbon becomes too strong to act, and thus the prudent care required per se is £ 2 Λ ”λ ·!

W V , < i SW V, <i S

« * l r - 2 - deling van het bijzondere voortbrengsel niet langer plaats.The division of the special product no longer takes place.

Ook zijn de in de aanhef genoemde werkwijze en inrichting voorgesteld, volgens welke het verpakkingsfoeliegedeelte als vlak materiaal op een opening wordt gelegd, waaronder een door radiaal naar buiten be-5 weegbare lamellen gevormde, naar beneden toelopende holle ruimte is aangebracht. Wanneer de zodoende op het in eerste instantie vlakke verpakkingsfoeliegedeelte liggende bonbon naar beneden wordt gestoten, beweegt deze zich samen met het verpakkingsmateriaal door de genoemde holle ruimte naar beneden, t.w. onder het gelijktijdig naar buiten spreiden 10 van de genoemde lamellen, die daarbij het verpakkingsfoeliemateriaal tegen de bonbon drukken. Wanneer het daarbij gaat om een kogelvormige bonbon, vindt dit aandrukken rond het gehele kogelvormige buitenvlak van de bonbon zodanig plaats, dat het verpakkingsfoeliemateriaal aan het bovenste einde van de verpakte bonbon zodanig wordt dichtgestopt, dat 15 het een staartvormig.uitsteeksel vormt. Dit staartvormige uitsteeksel wordt met een stang samengedrukt, zodat daar een kleine materiaalophoping ontstaat.The method and device mentioned in the preamble have also been proposed, according to which the packaging foil section is laid as a flat material on an opening under which a hollow space formed by radially outwardly movable slats is provided. When the chocolate thus lying on the initially flat packaging foil part is pushed downwards, it moves downwards together with the packaging material through the said hollow space, i.e. while simultaneously spreading outwards said lamellae, which thereby press the packaging foil material against the bonbon. In the case of a spherical bonbon, this pressing takes place around the entire spherical outer surface of the bonbon such that the packaging foil material is plugged at the top end of the packaged bonbon so that it forms a tail-shaped protrusion. This tail-shaped projection is compressed with a rod, so that there is a small accumulation of material there.

Ook volgens dit voorstel vindt het vormen van het verpakkingsfoeliemateriaal aan de bonbon zelf plaats, zodat de reeds hiervoor ge-20 noemde nadelen met betrekking tot de beschadiging van de foelie optreden. Ook een bijzonder voorzichtige behandeling van de bonbons is bij een dergelijke verpakkingswerkwijze niet mogelijk. Wel kan de doorstromings-hoeveelheid bij het aanbrengen van een aantal van dergelijke inrichtingen naast elkaar, worden vergroot zonder dat de stuurtijd voor elke afzon-25 der lijke bonbon moet worden verlengd.Also according to this proposal, the packaging foil material is formed on the bonbon itself, so that the drawbacks already mentioned above with regard to the damage of the foil occur. A particularly careful treatment of the bonbons is also not possible with such a packaging method. However, the flow rate when arranging a number of such devices side by side can be increased without the control time having to be increased for each individual bonbon.

Derhalve ligt aan de uitvinding de opgave ten grondslag om een werkwijze en èen inrichting van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmede het verpakken van een ruimtelijk voortbrengsel, in het bijzonder een bonbon, eventueel kogelvormige bonbon, zodanig voor-30 zichtig kan plaats vinden, dat de bonbon noch, het verpakkingsmateriaal zelf wordt beschadigd. Dit moet met.eenvoudige middelen zodanig plaatsvinden, dat tegelijkertijd een grote doorstromingshoeveelheid bij een toereikend kleine stuurtijd is gewaarborgd.The object of the invention is therefore based on the provision of a method and an apparatus of the type mentioned in the preamble with which the packaging of a spatial product, in particular a bonbon, optionally spherical bonbon, can be carried out so carefully. find that neither the bonbon nor the packaging material itself is damaged. This must be done with simple means, such that at the same time a large flow rate with a sufficiently short control time is ensured.

Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat het ver-35 pakkingsmateriaal uit de over de opening van een vormruimte liggende, in hoofdzaak vlakke gedaante, tot een zodanige ruimtelijke gedaante wordt voorgevormd, dat deze aan de bovenzijde open is, doordat het voortbreng-This task is solved according to the invention in that the packaging material is pre-formed from the substantially flat shape overlying the opening of a molding space into such a spatial shape that it is open at the top by the production

ί> T Λ *7 '·' Oί> T Λ * 7 '' O

·.; « '··» I * - 3 - sel in deze ruimtelijke gedaante van het verpakkingsmateriaal wordt gebracht en doordat vervolgens het opengedeelte van de ruimtelijke gedaante van het verpakkingsmateriaal door het dichtstoppen van het materiaal wordt gesloten.· .; «* ··» I * - 3 - selector is brought into this spatial shape of the packaging material and then the open part of the spatial shape of the packaging material is closed by closing the material.

5 Door deze bijzonder eenvoudige werkwijze vindt de vervorming van het verpakkingsmateriaal voor het grootste deel plaats onafhankelijk van het te verpakken voortbrengsel zelf, zodat een veel mindere beïnvloeding van het voortbrengsel en het verpakkingsmateriaal plaats vindt ten opzichte van de stand van de techniek, hetgeen in het bij-10 zonder voordelig is wanneer bonbons en in het bijzonder van een onregelmatig, eventueel ruw oppervlak voorziene bonbons moeten worden verpakt.By this particularly simple method, the deformation of the packaging material takes place for the most part independently of the product to be packaged itself, so that a much less influence on the product and the packaging material takes place compared to the prior art, which is it is particularly advantageous if bonbons and in particular bonbons provided with an irregular, possibly rough surface have to be packaged.

Overeenkomstig een voordelige verdere uitvoering van de oplossing volgens de uitvinding wordt als verpakkingsmateriaal een, een 15 aantal verpakkingsplaat sen omvattend brede en samenhangende foelie gebruikt en zodanig toegevoerd, dat bij het toevoeren in lengterichting en vervolgens in dwarsrichting, het doorsnijden van de foelie plaatsvindt in voor elk voortbrengsel bestemde, naast elkaar liggende foe-liegedeelten, die in deze losgesneden toestand op de genoemde openingen 20 van de vormruimten komen te liggen. Hierbij wordt de foelie bij voorkeur toegevoerd aan twee achter elkaar liggende, van elkaar gescheiden plaatsen.In accordance with an advantageous further embodiment of the solution according to the invention, a packaging film comprising a number of packaging plates comprising a wide number of packaging plates is used and supplied in such a way that, during feeding in the longitudinal direction and then in the transverse direction, the film is cut in front each article is provided with adjoining foil portions, which in this cutaway state come to lie on said openings 20 of the mold spaces. The film is herein preferably supplied to two locations situated one behind the other, separated from one another.

Opdat de foeliegedeelten bij het voorvormen niet kunnen verschuiven, wordt het verpakkingsmateriaal bij het voorvormen in het midden-25 gebied vastgehouden door bij voorkeur een zuigkracht (zuiglucht). Zodoende ontstaat bij het gebruik van optimaal weinig verpakkingsmateriaal met zekerheid een onberispelijk symmetrische en ruimtelijke gedaante voor het opnemen van de te verpakken voortbrengselen.In order that the foil parts cannot shift during the preforming, the packaging material is retained in the middle region during the preforming by preferably a suction force (suction air). Thus, when an optimally little packaging material is used, an impeccably symmetrical and spatial shape is assured for receiving the products to be packaged.

Voor het sluiten van het open gedeelte van de ruimtelijke ge-30 üaante van het voorgevormde verpakkingsmateriaal wordt dit samen met het daarin zich bevindende voortbrengsel in een vormmatrijs geschoven, en wordt daarbij het verpakkingsmateriaal door de vorm van de matrijs met het open gedeelte rond het nog vrije deel van het voortbrengsel gelegd, Hierbij vindt een dichtstoppen van het uitstekende materiaal 35 plaats. Dit aanvormen van het materiaal vindt bij voorkeur eveneens plaats met ondersteunende zuiglucht, die het nog niet aanliggende verpakkingsmateriaal in de holle ruimte van de vormmatrijs trekt, o - ·': Λ ] 0 * * - k -In order to close the open part of the spatial shape of the preformed packaging material, it is pushed together with the product contained therein into a mold, and the packaging material is molded with the open part around the mold. a free part of the product has been laid. A plugging of the projecting material 35 takes place here. This shaping of the material preferably also takes place with supporting suction air, which draws the not yet adhering packaging material into the cavity of the mold, o - · ': Λ] 0 * * - k -

Het uitstekende, dichtgestopte materiaal vormt een staartvormig vanaf het voortbrengsel uitstekend uitsteeksel, dat in de richting naar het voortbrengsel -wordt gedrukt, zodat zich daar een kleine materiaal-ophoping vormt.The protruding, plugged material forms a tail-shaped projection protruding from the article, which is pressed in the direction towards the article, so that a small accumulation of material forms there.

5 Om het verschuiven van het verpakkingsmateriaal ten opzichte van het voortbrengsel te voorkomen, vanneer het laatste gedeelte van het verpakkingsmateriaal in de vormmatrijs rond de bonbon vordt gelegd, vordt bij het in de vormmatrijs drukken van het voorgevormde verpakkingsmateriaal met het daarin zich bevindende voortbrengsel, met een zuig-10 kracht ingeverkt op het gesloten gedeelte van het tot een ruimtelijke ge·^ . . daante voorgevormde verpakkingsmateriaal.5 To prevent the packaging material from shifting relative to the product, when the last part of the packaging material is placed in the mold around the bonbon, when the preformed packaging material with the product contained therein is pressed into the mold, with a suction force compressed on the closed part of it into a spatial. . as preformed packaging material.

Overeenkomstig een voordelige verdere uitvoering vordt de voorgevormde ruimtelijke gedaante van het verpakkingsmateriaal voor de eind-vorming en eventueel na een controle, uitgeblazen, zodat geen storende 15 deeltjes tussen het verpakkingsmateriaal en het voortbrengsel kunnen komen te liggen.In accordance with an advantageous further embodiment, the preformed spatial shape of the packaging material is blown out before final formation and, optionally, after a check, so that no disturbing particles can get between the packaging material and the product.

Het verpakte voortbrengsel vordt overeenkomstig een voordelige verdere uitvoering gebracht in een opneming en daar vastgeplakt, nadat vantevoren een plakmiddel is aangebracht op de bodem van de opneming.According to an advantageous further embodiment, the packaged product is introduced into a receptacle and pasted there, after an adhesive has been applied in advance to the bottom of the receptacle.

20 Opdat dit met voordeel met de genoemde kleine materiaalophoping van het verpakkingsmateriaal naar de bodem van de opneming toe, plaats vindt, vordt het verpakte voortbrengsel met voordeel automatisch over 180° gedraaid voordat het in de opneming vordt gebracht.In order that this advantageously takes place with the said small material accumulation of the packaging material towards the bottom of the accommodation, the packaged product is advantageously automatically rotated through 180 ° before it is introduced into the accommodation.

De opgave vordt volgens de uitvinding verder opgelost door een 25 inrichting voor het uitvoeren van de verkvijze, velke inrichting is gekenmerkt, doordat althans één de genoemde opening vormende, aan, de tegenover deze opening liggende zijde nagenoeg'gesloten vormruimte is voorzien, doordat over de opening althans een in de vormruimte naar binnen beveegbare vormstempel is aangebracht, doordat op een ten opzichte van 30 de vormstempel verspringende plaats onder de vormruimte althans één vezel is aangebraeht, die onder inverking op het in de vormruimte zich bevindende, door de voorgevormde ruimtelijke gedaante van het verpakkingsmateriaal omgeven voortbrengsel, kan vorden bevogen door de open bodem van de vormruimte, waarbij aan de van de vijzel af gekeerde zijde 35 van de vormruimte boven de genoemde opening van de vormruimte althans één matrijs is aangebracht, waarvan de holle ruimte in de richting vanaf de vormruimte toeloopt, n *1 *2 •'j -..- ... y ft »» » * · - 5 -According to the invention, the problem is further solved by a device for carrying out the non-sticking device, characterized in that at least one forming space, which is said to form the said opening, is substantially closed on the side opposite this opening, because over the at least one molding die which is movable inwardly in the molding space is provided by the fact that at least one fiber is arranged at a location offset from the molding die under the molding space, which is compressed by the preformed spatial shape of the molding space. the product surrounded by the packaging material can be filled by the open bottom of the molding space, at least one mold being arranged on the side 35 of the molding space facing away from the auger above the opening of the molding space, the cavity of which extends in the direction from the shape space tapers, n * 1 * 2 • 'j -..- ... y ft »» »* · - 5 -

In de vijzel is bij voorkeur een zuigkanaal aangebracht, dat uitmondt in de eindzijde daarvan, die komt aan te liggen tegen het, het voortbrengsel bevattende, voorgevormde verpakkingsmateriaal. Zodoende is gewaarborgd, dat het verpakkingsmateriaal bij de eindvorming in de vormma-5 trijs niet kan verschuiven. Het aanbrengen van een zuigkanaal in de vijzel betekent een bijzonder eenvoudige oplossing, omdat de vijzel zodoende een dubbele werking uitvoert, t.w. enerzijds het bewegen van het half verpakte voortbrengsel met de ruimtelijke gedaante van het verpakkingsmateriaal in de richting naar de vormmatrijs, en anderzijds het daarbij 10 voorkomen van het verschuiven van het verpakkingsmateriaal ten opzichte van het voorwerp. Zodoende is altijd gewaarborgd, dat bij een optimaal krap bemeten verpakkingsmateriaal, een volledig omhullen van het voortbrengsel kan plaats vinden.Preferably, a suction channel is provided in the auger, which opens into the end side thereof, which comes to lie against the preformed packaging material containing the product. In this way it is ensured that the packaging material cannot shift during final formation in the mold. The provision of a suction channel in the auger represents a particularly simple solution, because the auger thus performs a double action, i.e. on the one hand, moving the semi-packaged product with the spatial shape of the packaging material in the direction towards the mold, and on the other hand thereby preventing the packaging material from shifting relative to the object. In this way it is always ensured that with an optimally tightly dimensioned packaging material, a complete encapsulation of the product can take place.

Overeenkomstig een voordelige verdere uitvoering mondt een zuig-15 kanaal uit in de holle ruimte van de vormmatrijs aan de zijde, die ligt tegenover de zijde, waar het voortbrengsel in de holle ruimte wordt geschoven. Daardoor wordt het uiteindelijk aanvormen van het verpakkingsmateriaal voor het sluiten van de verpakking, verder verbeterd voor wat betreft een voorzichtige behandeling van het verpakkingsmateriaal en de 20 bonbon.According to an advantageous further embodiment, a suction channel opens into the cavity of the mold on the side opposite the side where the product is slid into the cavity. Therefore, the final shaping of the packaging material before closing the packaging is further improved in terms of a careful handling of the packaging material and the bonbon.

Aan de zijde van de holle ruimte van de vormmatrijs, die ligt tegenover de zijde, waar het voortbrengsel naar binnen wordt geschoven, is een gat aangebracht, waardoor een stang in de holle ruimte naar binnen kan worden geschoven. Met deze stang kan een eventueel zich vormend 25 staartvormig uitsteeksel van het dicht gestopte verpakkingsmateriaal, worden samengedrukt tot een kleine materiaalophoping.On the side of the cavity of the mold, which is opposite to the side where the article is slid in, a hole is provided through which a rod can be slid in the cavity. With this rod, any tail-shaped protrusion of the densely packed packaging material can be compressed into a small accumulation of material.

Met voordeel is in de vozmstempel voor het voorvormen van het verpakkingsmateriaal, een zuigkanaal aangebracht, dat naar buiten uitmondt aan de eindzijde van de vozmstempel, waarmede deze bij het inwer-30 ken op het op de opening van de vormruimte liggende gedeelte van het verpakkingsmateriaal in eerste instantie in aanraking komt. Door dit zuigkanaal, dat eventueel is verbonden met een vacuumbron, kan het midden van het vlakke verpakkingsmateriaalgedeelte tijdens het voorvormen zodanig in het midden tegen de vormstempel worden gehouden, dat tijdens het voor-35 vormen geen verschuiving van het gedeelte met betrekking tot de vormstempel kan plaats vinden. Dit maakt het gebruik mogelijk van een optimaal klein, materiaalsparend verpakkingsmateriaalgedeelte.Advantageously, in the mold for preforming the packaging material, a suction channel is provided, which opens outwardly at the end side of the mold, with which, when working on the part of the packaging material lying on the opening of the mold space, first comes into contact. Due to this suction channel, which is optionally connected to a vacuum source, the center of the flat packaging material portion during the preforming can be held centrally against the molding die such that during the preforming there can be no displacement of the portion with respect to the molding die take place. This allows the use of an optimally small, material-saving packaging material section.

Γ:." - ~ * 1 0 < i t - 6 -Γ :. "- ~ * 1 0 <i t - 6 -

Voor het vergroten van de doorstromingshoeveelheid hij een gelijkblijvende. Vuurtijd, is met voordeel een aantal vormruimten dwars op een voortbewegingsrichting daarvan aangebracht in een draagelement. Ook is een aantal draagelement en in de vorm van een transportband zonder 5 einde aan elkaar geregen, zodat de openingen van de vormruimten in het bovenste part, het werkpart, naar boven zijn gericht. De afzonderlijke behandelingsstations zijn hierbij achter elkaar boven en/of onder het werkpart aangebracht.To increase the flow rate, it remains the same. Firing time, a number of mold spaces are advantageously arranged transversely to a direction of travel thereof in a support element. Also, a number of support element and in the form of an endless conveyor belt are strung together, so that the openings of the mold spaces in the upper part, the working part, are directed upwards. The separate treatment stations are arranged one above the other and / or below the workpiece.

Bij een doelmatige verdere uitvoering omvat het behandelings-10 station voor het voorvormen van het verpakkingsmateriaal, twee in de voortbewegingsrichting van het werkpart achter elkaar aangebrachte dwars-rijen met vormstempels, die over een halve hartafstand van de vormstempels van een vormstempelrij ten opzichte van elkaar verspringend zijn aangebracht. In elke drager zijn evenveel vormruimten dwars op de voortbewe-15 gingsrichting daarvan aangebracht als in het totaal vormstempel in de twee rijen aanwezig zijn. Bij elke rij met vormstempels behoort een mechanisme voor het toevoeren van een als verpakkingsmateriaal dienende foelie aan de openingen van de vormruimten, welke mechanismen zijn uitgerust met achter elkaar aangebrachte glijmessen voor het in lengterichting en dwars-20 richting .doorsnijden van de foelie, waarbij de afgesneden, vlakke foelie-gedeelten bij de mechanismen eveneens in dwarsrichting ten opzichte van elkaar'verspringend liggen.In an expedient further embodiment, the treatment station for preforming the packaging material comprises two transverse rows of molding dies arranged one behind the other in the direction of travel of the working part, which are staggered half a distance from the molding dies of a molding die row are provided. In each carrier, there are as many mold spaces arranged transversely to the direction of travel thereof as there are in the total mold punch in the two rows. Each row of mold dies includes a mechanism for feeding a foil serving as packaging material to the openings of the mold spaces, which mechanisms are provided with successively arranged sliding blades for longitudinally and transversely cutting the foil, the cut, flat film portions at the mechanisms are also staggered relative to each other.

Deze bijzondere uitvoering van de inrichting heeft tot gevolg, dat bij eenzelfde breedte van de installatie dwars op de voortbewegings-25 richting van de vormruimten een groter aantal vormruimten kan worden aangebracht. Zonder deze bijzondere uitvoering is dit n.1. niet mogelijk, omdat de in eerste instantie vlakke verpakkingsfoeliegedeelten zodanig groot zijn, dat zij op grond van hun grootte een grotere afstand van de vormruimten dwars op de voortbewegingsrichting bepalen. Overeenkomstig 30 de onderhavige oplossing wordt echter in eerste instantie bij een dichte^ re opstelling van de vormruimten dwars op de voortbewegingsrichting, in slechts elke tweede vormruimte een verpakkingsmateriaal voorgevormd. In de daartussenliggende vormruimten vindt het voorvormen van het verpakkings-foeliemateriaal plaats op een naar voren getrokken plaats.As a result of this special embodiment of the device, a larger number of mold spaces can be arranged at the same width of the installation transverse to the direction of travel of the mold spaces. Without this special version, this is n.1. not possible, because the initially flat packaging film parts are so large that they determine a greater distance from the mold spaces transverse to the direction of travel due to their size. In accordance with the present solution, however, in a dense arrangement of the mold spaces transverse to the direction of travel, a packaging material is preformed in only every second mold space. In the intervening mold spaces, the preforming of the packaging film material takes place at a place drawn forward.

35 Met yoordeel is ten behoeve van de ruimtebesparing een mechanis me voor het toevoeren van het verpakkingsmateriaal in de voortbewegingsrichting van de drager van de vormruimten aan de ene zijde, en het andere mechanisme aan de andere zijde van het behandelings station voor het voor- · . . \ . j - - ij? 'V V V* - 7 - romen van het verpakkingsmateriaal aangehraeht. Hierbij voeren deze mechanismen het verpakkingsmateriaal toe in naar elkaar gekeerde richtingen.For reasons of space savings, there is a mechanism for feeding the packaging material in the direction of travel of the carrier of the mold spaces on one side, and the other mechanism on the other side of the pre-treatment station. . \. you? 'V V V * - 7 - creamed of the packaging material. Here, these mechanisms feed the packaging material in opposite directions.

De twee vormstempelrijen zijn gemeenschappelijk beweegbaar in de Tormruiraten van twee dragers.The two shape stamp rows are movable together in the Tormruiraten of two carriers.

5 Overeenkomstig een verdere, voordelige uitvoering zijn de twee vormstempelrijen beweegbaar in de vormruimten van twee dragers, die over de breedte van één drager op onderlinge afstand liggen.According to a further, advantageous embodiment, the two mold stamp rows are movable in the mold spaces of two carriers, which are mutually spaced over the width of one carrier.

Tenslotte bevindt zich overeenkomstig een doelmatige uitvoering van het onderwerp van uitvinding, aan het einde van het werkpart van de 10 door de dragers van de vormruimten gevormde transportband zonder einde, een overzetstation, dat de verpakte voortbrengselen opneemt, over 180^ draait en afgeeft op een transportband, die aan het einde van het werkpart dwars daarop is aangebracht en van plakmiddel voorziene opnemingen aanvoert, waarin de verpakte voortbrengselen met de kleine materiaalophoping 15 naar beneden worden gezet en vastgeplakt. Bij het verpakken van een bonbon worden deze opnemingen gevormd door op zichzelf bekende plissé's.Finally, according to an effective embodiment of the subject of the invention, at the end of the working part of the endless conveyor belt formed by the carriers of the mold spaces, there is a transfer station, which takes up the packaged articles, rotates them 180 degrees and delivers them on a conveyor belt, which is arranged transversely thereto at the end of the working part and which supplies adhesive-provided receptacles, in which the packaged articles are put down and glued with the small material accumulation. When packaging a bonbon, these admissions are formed by pleats known per se.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin ; fig. la een hoofdverpakkingsstraat toont voor het verpakken van 20 kogelvormige bonbons; fig. 1b een nevenverpakkingsstraat toont voor het in een plissê brengen van de kogelvormige bonbons, en het aanbrengen van een etiket; fig. 2a een doorsnede is volgens de lijn Ha - Ha in fig. 1; fig. 2b een lengtedoorsnede is van het mechanisme voor het voor- 25 vormen; fig. 3a een ruimtelijke afbeelding is van het snijmechanisme en het voorvormmechanisme; fig. 3b een gedetailleerd zij-aanzicht is van het snijmechanisme; fig. ^ een zij-aanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van het 30 mechanisme voor het leggen van de bonbons in de voorgevormde verpakkings-foeliegedeelten; fig. 5 een doorsnede is van het mechanisme voor het sluiten van het voorgevormde verpakkingsmateriaalgedeelte met een daarin zich bevindende kogelvormige bonbon; 35 fig. 6 een doorsnede is van een mechanisme voor het overzettenThe invention is further elucidated with reference to the drawing, in which; Fig. 1a shows a main packaging street for packaging 20 spherical chocolates; Fig. 1b shows a side packaging street for pleating the spherical bonbons and applying a label; Fig. 2a is a section on the line Ha - Ha in Fig. 1; Fig. 2b is a longitudinal section of the preforming mechanism; Fig. 3a is a spatial view of the cutting mechanism and the preform mechanism; Fig. 3b is a detailed side view of the cutting mechanism; FIG. 1 is a side view, partly in section, of the mechanism for loading the chocolates into the preformed packaging film portions; FIG. 5 is a sectional view of the mechanism for closing the preformed packaging material portion with a spherical bonbon located therein; Fig. 6 is a sectional view of a transfer mechanism

van de verpakte bonbons en voor het leggen daarvan in plissé’s, aangevoerd op de nevenverpakkingsstraat; en ƒ** * -T ' ’ Oof the packaged chocolates and for placing them in pleated blinds, supplied on the side packaging street; and ƒ ** * -T''O

t - δ - fig. T een doorsnede is van het mechanisme voor het op de transportband van de nevenverpakkingsstraat leggen van de plissê's.t - δ - fig. T is a cross-section of the mechanism for laying the pleats on the conveyor belt of the secondary packaging street.

Volgens de overzichtstekening in fig. 1a is het hoofdstuk van de hoofdverpakkingsstraat A een transporteur 10 zonder einde, die is samen-5 gesteld uit in de transportriehting samengeschikte, dwars daarop in lengterichting zich uitstrekkende, als lijsten uitgevoerde dragers. Bij het verkpart 10a, d.w.z. het bovenste part van de transportband 10 zonder einde, behoort een aantal behandelingsstations, welke stations worden gevormd door een reeks mechanismen, welke mechanismen in de rieh-10 ting van de voortbeweging van de transportband 10 zonder einde, welke voortbeweging in fig. 1 is aangeduid door de pijl C, achter elkaar en gedeeltelijk boven, respectievelijk onder het werkpart zijn aangebracht .According to the overview drawing in Fig. 1a, the chapter of the main packaging street A is an endless conveyor 10, which is composed of carriers, arranged transversely longitudinally, in the form of frames, in the form of carriers. Associated with the upper part of the endless conveyor belt 10 is a number of treatment stations, which stations are constituted by a series of mechanisms, which mechanisms in the direction of advancement of the endless conveyor belt 10, which advance in Fig. 1 is indicated by the arrow C, which are arranged one behind the other and partly above or below the working part.

Een mechanisme D1 voor het toevoeren en op maat snijden van het 15 verpakkingsfoeliemateriaal, een mechanisme E voor het voorvormen van de op maat gesneden verpakkingsmateriaalgedeelten, een mechanisme D2 voor het toevoeren en op maat snijden van het verpakkingsfoeliemate-riaal, een mechanisme F voor het toevoeren en brengen van de bonbons in de voorgevormde verpakkingsfoeliemateriaalgedeelten G, een mechanisme 20 voor het controleren van het aanwezig zijn van bonbons in het voorgevormde toegesneden gedeelte van het verpakkingsfoeliemateriaal en voor het uit de drager -naar buiten blazen van het voorgevormde verpakkingsfoeliemateriaal in het geval, dat daarin geen bonbon aanwezig is, een mechanisme E voor het sluiten van het voorgevormde, toegesneden verpak-25 kingsfoeliemateriaalgedeelte met de daarin zich bevindende bonbon, en een mechanisme I voor het overbrengen van de verpakte bonbons op de transportband van de nevenverpakkingsstraat B en het leggen van de bonbons in de op de transportband van deze nevenverpakkings straat B aangevoerde plissê's, 30 De nevenverpakkings straat B heeft, overeenkomstig de afbeelding in fig. lb, als kernstuk een dwars op de voort bewegingsrichting van de transportband 10 zonder einde van de hoofdverpakkingsstraat A zich uitstrekkende andere transportband lU zonder einde, waaroverheen een deel van het mechanisme I is aangebracht. In de voort bewegingsrichting van 35 de transportband 1¾ voor het mechanisme I bevindt zich een mechanisme K voor het uit een opslag op de transportband 11 leggen van plissê’s, alsmede een mechanisme L voor het aanbrengen van een lijnpunt op de inwendige ί Λ η 1 ?A mechanism D1 for feeding and cutting the packaging film material, a mechanism E for preforming the cut packaging material parts, a mechanism D2 for feeding and cutting the packaging film material, a mechanism F for feeding and introducing the chocolates into the preformed packaging foil material portions G, a mechanism 20 for checking the presence of chocolates in the preformed cut portion of the packaging foil material and blowing the preformed packaging foil material out of the carrier in the event that there is no bonbon therein, a mechanism E for closing the preformed, cut packaging foil material portion with the bonbon contained therein, and a mechanism I for transferring the packaged bonbons to the conveyor belt of the secondary packaging street B and laying the chocolates in the on the tran sports belt of this side packaging street B supplied pleats, The side packaging street B has, in accordance with the illustration in Fig. 1b, as core piece a core conveyor belt 10 extending endlessly transverse to the direction of travel of the conveyor belt 10 of the main packaging street A, over which part of the mechanism I is mounted. In the direction of travel of the conveyor belt 1¾ for the mechanism I there is a mechanism K for placing pleats from a storage on the conveyor belt 11, as well as a mechanism L for applying a line point to the internal ί 1 Λ 1?.

:J j J: J j J

_________i - 9 - bodems van de plissê's, en achter het mechanisme I een mechanisme M voor het aahbrengen van een etiket op de in de plissé vastgeplakte, verpakte "bonbon._________i - 9 - bottoms of the pleated blinds, and behind the mechanism I a mechanism M for affixing a label to the "bonbons" glued in the pleated blind.

Onderstaand worden thans de afzonderlijke mechanismen verduide-5 lijkt aan de hand van de andere figuren, in eerste instantie aan de hand van de fig. 3a en 3b, het mechanisme Dl respectievelijk D2 voor het toevoeren en op maat snijden van het verpakkingsfoeliemateriaal. De twee mechanismen zijn gelijk, maar werken met betrekking tot de toevoer van het foeliemateriaal aan het mechanisme E echter in tegengestelde richtingen, 10 waarbij er rekening mee moet worden gehouden, dat in het bijzonder het bedrijf van de transportband 10 met tussenpozen, d.w.z. stapsgewijs plaats vindt.The individual mechanisms will now be explained below with reference to the other figures, primarily with reference to Figures 3a and 3b, the mechanisms D1 and D2, respectively, for feeding and cutting the packaging film material. The two mechanisms are the same, but with respect to the supply of the film material to the mechanism E, they operate in opposite directions, however, it must be taken into account that, in particular, the operation of the conveyor belt 10 takes place intermittently, ie stepwise finds.

Het verpakkingsfoeliemateriaal wordt van een rol 16 afgetrokken met een zodanige breedte, dat het verpakkingsf oeliemateriaal kan worden 15 gesneden tot een rij met overeenkomstig dit voorbeeld zeven toegesneden gedeelten Z (fig. 3a), welke toegesneden gedeelten in de voort bewegingsrichting van de transportband 10 zonder einde naast elkaar zijn aangebracht, en elk zijn bestemd voor het verpakken van êén bonbon.The packaging film material is subtracted from a roll 16 with a width such that the packaging film material can be cut into a row of, according to this example, seven cut sections Z (Fig. 3a), which cut sections in the direction of travel of the conveyor belt 10 are arranged side by side, and each is intended for packing one bonbon.

Ka de rol 16 loopt het verpakkingsf oeliemateriaal V over een 20 rollenstelsel l8, waarvan twee rollen 20 zijn aangebracht aan een draaibare hefboom 22. De hefboom verschaft in het rollenstelsel 18 een mate-riaalvoorraad 2k, die evenveel verpakkingsfoeliemateriaal opslaat als voor elk betreffende toegesneden gedeelte moet worden afgetrokken. Derhalve mag het betrekkelijk dunne foeliemateriaal niet direkt van de zware 25 rol 16 worden afgetrokken. Achter het rollenstelsel 18 bevindt zich een draaibare messendrager 26, waaraan dwars op de voortbewegingsrichting zes cirkelvormige messen 28 zijn aangebracht, die de foelie in zeven lengtestroken 30 van gelijke breedte snijden. Achter de cirkelvormige messen 28 bevindt zich een klemarm 32, die het terugschuiven van de 30 foelie voorkomt wanneer een nieuwe voorraad wordt gevormd in het rollenstelsel· 18.In the roll 16, the packaging film material V runs over a roller assembly 18, two rollers 20 of which are mounted on a rotatable lever 22. The lever provides in the roller assembly 18 a stock of material 2k, which stores as much packaging foil material as for each respective cut portion must be deducted. Therefore, the relatively thin film material should not be pulled directly from the heavy roll 16. Behind the roller assembly 18 there is a rotatable knife carrier 26, on which six circular knives 28 are arranged transverse to the direction of travel, which cut the film into seven longitudinal strips 30 of equal width. Behind the circular knives 28 is a clamping arm 32, which prevents the film from sliding back when a new supply is formed in the roller assembly · 18.

Het aftrekken van de materiaalvoorraad 2k vindt plaats door middel van een slede 34, die via een hefboomstangenstelsel 3o heen-en-weer kan worden bewogen in de richting van de dubbele pijl 38. Bij de bewe-35 ging naar links in fig. 3b vindt het aftrekken van de foelie plaats wanneer een via de hefboom 40 gestuurde klemarm h2 het verpakkingsfoeliemateriaal tegen de slede 3k klemt. Deze klemarm k2 beweegt samen met de T ^ " .-1 -1 Λ _ / - 10 - slede 3¼.Subtracting the material supply 2k takes place by means of a carriage 34, which can be moved back and forth via a lever rod system 3o in the direction of the double arrow 38. In the movement to the left in Fig. 3b the pulling off of the film takes place when a clamping arm h2 controlled via the lever 40 clamps the packaging film material against the carriage 3k. This clamp arm k2 moves together with the T ^ ".-1 -1 Λ _ / - 10 carriage 3¼.

De slede 34 "beweegt een voldoende hoeveelheid verpakkingsfoelie-materiaal met de in de voortbewegingsrichting vereiste breedte over een drager 12 van de transportband 10 zonder einde, die is voorzien van dwars 5 op de voortbewegingsrichting in een rij aangebrachte vormruimten 44.The carriage 34 "moves a sufficient amount of packaging film material of the width required in the advancing direction over a support 12 of the endless conveyor belt 10 which is provided with mold spaces 44 arranged in a row transversely to the advancing direction.

Direkt voor deze drager 12 bevindt zich een dwarssnijmechanisme b6, dat de lengtefoeliebanen 30 zodanig dwars afscheidt, dat nagenoeg vierkante toegesneden gedeelten Z in het midden boven elke opening 48 van een vorm-ruimte 44 komen te liggen.Directly in front of this carrier 12 is a transverse cutting mechanism b6, which separates the longitudinal foil webs 30 so that substantially square cut sections Z lie in the center above each opening 48 of a molding space 44.

10 Zoals reeds is aangevoerd, zijn twee mechanismen voor het toe voeren en op maat snijden van het verpakkingsfoeliemateriaal voorzien aan weerszijden van een inrichting voor het voorvormen van de toegesneden gedeelten Z, t.w. in de opstelling volgens fig. 1a. Het tussen de twee mechanismen D1 en D2 zich bevindende mechanisme E voor het voor vormen van 15 de toegesneden gedeelten Z omvat een dwarskop 50 met twee rijen vorm- stempels 52, waarbij elke rij zeven vormstempels omvat (natuurlijk alleen bij wijze van voorbeeld). De vormstempels van de twee rijen zijn onderling over een halve hartafstand van de vormstempels dwars op de voortbewegingsrichting van de transportband 10 zonder einde verspringend aange-20 bracht, waarbij de vormstempels van elke rij zodanig zijn opgesteld ten opzichte van de vormruimten 44 van de drager 12, dat elke vormstempel van elke rij alleen behoort bij elke tweede vormruimte 44 van de drager 12. Dit betekent, dat elke vormstempelrij behoort bij zeven van de veertien dwars op de voortbewegingsrichting van de transportband 10 aan-25 gebrachte vormruimten 44 van de drager 12. Zodoende zijn ook de gesneden lengtestroken 30 bij voorkeur over een halve breedte van de toegesneden gedeelten onderling verspringend.As already stated, two mechanisms for feeding and cutting the packaging foil material are provided on either side of a device for preforming the cut portions Z, i.e. in the arrangement according to Fig. 1a. The mechanism E for forming the cut portions Z between the two mechanisms D1 and D2 comprises a crosshead 50 with two rows of die dies 52, each row comprising seven die dies (of course, by way of example only). The mold dies of the two rows are staggered about half a center distance from the mold dies transverse to the direction of travel of the endless conveyor belt 10, the mold dies of each row being arranged relative to the mold spaces 44 of the carrier 12 that each molding die of each row belongs only to every second molding space 44 of the carrier 12. This means that each molding die row belongs to seven of the fourteen molding spaces 44 of the carrier 12 arranged transversely of the direction of travel of the conveyor belt 10. Thus, the cut longitudinal strips 30 are preferably staggered over half a width of the cut portions.

De veertien vormruimten 44 zijn op grond van ruimtebesparing met hun aan de bovenzijde liggende openingen 48 zodanig dicht bij elkaar 30 aangebracht, dat de voor het verpakken van de bonbon vereiste grootte van het toegesneden gedeelte Z een aantal openingen 48 bedekt, en de toegesneden gedeelten elkaar onderling overlappend bij het voorvormen belemmeren. Derhalve vindt het voorvormen van de eerste zeven toegesneden gedeelten eerst plaats door één vormstempelrij, en dan op een latere plaats 35 de overige zeven toegesneden gedeelten door de andere vormstempelrij, t.w. na elkaar, hoewel de twee vormstempelrijen natuurlijk gelijktijdig door middel van de dwarskop 50 in de vormruimten 44 van de drager 12 ü v' v -J V i £The fourteen mold spaces 44 are arranged so as to save space with their openings 48 located at the top so close to each other that the size of the cut portion Z required for packaging the bonbon covers a number of openings 48 and the cut portions each other overlap when preforming. Therefore, the preforming of the first seven cut sections takes place first through one mold stamp row, and then at a later location the remaining seven cut sections through the other mold stamp row, i.e. one after the other, although the two mold stamp rows are of course simultaneously formed by means of the cross head 50 in the mold spaces 44 of the support 12.

___________I___________I

% * * - 11 - naar binnen worden bewogen. Eierbij liggende vormstempelrijen 52 op een hartafstand van twee dragerbreedten uit elkaar, zodat dit duidelijk blijkt uit fig. 1a. De verspringende aanbrenging van de lengte stroken 30 en de aanbrenging van de openingen h8 in de drager 12 zijn in het bij-5 zonder duidelijk uit fig. 2a aan de hand van een schematische afbeelding.% * * - 11 - are moved inward. Egg-shaped rows of molds 52 located at a center distance of two carrier widths apart, so that this is clear from Fig. 1a. The staggered arrangement of the longitudinal strips 30 and the arrangement of the openings h8 in the carrier 12 are particularly clear from Fig. 2a with reference to a schematic representation.

De behandeling van het voorvormen wordt verduidelijkt aan de hand van de fig. 2b en 3a, waarbij de bijbehorende onderdelen in fig. 3a met betrekking tot de werking slechts schematisch zijn afgeheeld. Tussen de vormstempels 52 en de drager 12 bevindt zich een vaste tussenlijst 10 5^s die is voorzien van doorgangen 56, door welke doorgangen de vormstempels 52 kunnen bewegen. Samen met de vormstempels beweegt boven de tussenlijst 5^ een klemlijst 58 mee.The treatment of the preform is explained with reference to Figs. 2b and 3a, the associated parts in Fig. 3a being schematically shown with respect to the operation. Between the molding dies 52 and the carrier 12 there is a fixed intermediate frame 105 which is provided with passages 56 through which the molding dies 52 can move. Together with the mold stamps, a clamping strip 58 moves along the intermediate strip 5 ^.

Wanneer het toegesneden gedeelte Z zich op de tussenlijst 5^ bevindt, wordt het door een zuigluehtkracht op de tussenlijst getrokken 15 om het naar boven veren van hettoegesnede gedeelte te voorkomen en zodoende een regelmatig vouwen bij het voorvormen te waarborgen. De klemlijst 58 klemt het toegesneden gedeelte Z aanvullend vast, opdat een symmetrisch voorvormen van het toegesneden gedeelte kan plaats vinden.When the cut portion Z is on the intermediate bar 5 ^, it is drawn onto the intermediate bar by a suction force to prevent the cut-up portion from springing up and thus ensure regular folding during preforming. The clamping strip 58 additionally clamps the cut portion Z so that symmetrical preforming of the cut portion can take place.

De bovenste en de onderste stand van de vormstempels 52 met de uitgangs-20 toestand van het toegesneden gedeelte Z en de voorgevormde gedaante Z’ is schematisch afgebeeld in fig. 3a.The top and bottom positions of the molding dies 52 with the initial state of the cut portion Z and the preformed shape Z 'are schematically shown in Fig. 3a.

In fig. 2b is bovendien het bedieningsmechanisme 60 voor de vormstempels 52 afgebeeld. Bovendien blijkt uit deze figuur, dat zich in elke vormstempel 52 een zuigkanaal 62 bevindt, dat uitmondt aan de eind-25 zijde 6k van de vormstempel, waar deze in eerste instantie komt aan te liggen tegen het toegesneden gedeelte Z. Door de in het kanaal 62 aangelegde zuigkracht kan het toegesneden gedeelte Z tijdens het voorvormen daarvan in de vormruimte W aanvullend in het midden worden vastgehouden, zodat een symmetrisch voorvormen van het toegesneden gedeelte 30 Z is gewaarborgd.In Fig. 2b, moreover, the operating mechanism 60 for the molding dies 52 is shown. In addition, it can be seen from this figure that in each mold punch 52 there is a suction channel 62, which opens at the end side 6k of the mold punch, where it initially comes to bear against the cut portion Z. Due to the in the channel 62 applied suction force, the cut portion Z can be additionally retained in the mold space W during preforming thereof, so that symmetrical preforming of the cut portion 30 Z is ensured.

In fig. k is het mechanisme F afgebeeld voor het toevoeren en leggen van de kogelvormige bonbons P in de voorgevormde gedaanten Z', die stapsgewijs worden aangevoerd in de vormruimten van de drager 12. Overeenkomstig de afbeelding in fig. k worden vier rijen met zeven bon-35 bons elk gelijktijdig ingelegd, De bonbons worden dwars op de voort-bewegingsrichting van de transportband 10 zonder einde via transportbanden 66 in het gebied gebracht van een hark 68, die door middel van c.r ' ’1 ^ t - 12 - een drijfmechanisme JO kan worden verschoven in de voortbewegingsrichting van de drager 12. Bij dit verschuiven vallen de bonbons P overeenkomstig de pijlen J2 in boven de vormruimten lU aangebrachte trechters 72 en vandaar in de voorgevormde gedaanten Z' van het verpakkings-5 foeliemateriaal.Fig. K shows the mechanism F for feeding and laying the ball-shaped chocolates P in the preformed shapes Z ', which are fed stepwise into the mold spaces of the carrier 12. In accordance with the picture in fig. K, four rows of sieves bon-35 bons each inlaid simultaneously. The bonbons are brought transversely to the direction of movement of the endless conveyor belt 10 via conveyor belts 66 in the region of a rake 68, which is driven by means of a driving mechanism. JO can be shifted in the direction of travel of the carrier 12. During this shifting, the chocolates P fall into funnels 72 arranged above the mold spaces 1U in accordance with the arrows J2 and hence in the preformed shapes Z 'of the packaging film material.

Zoals eveneens is te zien in fig. U, bewegen de dragers 12 zich stapsgewijs in een eveneens uit fig. la blijkend mechanisme G voor het controleren van het aanwezig zijn van bonbons in de voorgevormde gedaanten van het verpakkingsfoeliemateriaal. Dit mechanisme bestaat 10 in hoofdzaak uit een schuif stang 7U, die aan de onderzijde is voorzien van een zuignap j6. De schuifstang 7U wordt aangedreven via het bedie-ningsmechanisme j8. Wanneer de zuignap jé op een bonbon P stoot, keert de schuifstang weer terug in de uitgangsstand, hetgeen wordt gestuurd doordat bij het aanleggen van de zuignap, geen blaaslucht meer door de 15 zuignap naar buiten kan komen. Wanneer de schuifstang echter bij het ontbreken van een bonbon verder naar beneden beweegt zonder dat de zuignap komt aan te liggen tegen een. bonbon, vindt het uit de betreffende vormruimte UI; naar buiten blazen plaats van de voorgevormde gedaante Z ’, opdat deze voorgevormde gedaante van het verpakkingsfoelie-20 materiaal bij de latere automatisch plaats vindende verdere behande-* lingsstappen niet leidt tot beïnvloeding van het automatische verloop-De gedaante Z’ wordt in een trechter 79 geblazen en af gevoerd door een buis 80.As can also be seen in Fig. U, the carriers 12 move stepwise in a mechanism G, also shown in Fig. 1a, for checking the presence of chocolates in the preformed shapes of the packaging film material. This mechanism mainly consists of a sliding rod 7U, which is provided at the bottom with a suction cup j6. The sliding rod 7U is driven via the operating mechanism j8. When the suction cup hits you on a bonbon P, the slide rod returns to the starting position, which is controlled by the fact that no blowing air can escape through the suction cup when the suction cup is applied. However, if the sliding rod moves further down in the absence of a bonbon without the suction cup coming into contact with one. bonbon, find it out from the appropriate shape space UI; blow out the place of the preformed shape Z ', so that this preformed shape of the packaging foil material does not, in the subsequent automatic treatment steps taking place, lead to influencing of the automatic progression. The shape Z' becomes in a funnel 79 blown and discharged through a tube 80.

Het slid.ten van de verpakking, d.w.z. van de voorgevormde gedaan-25 te Z’ vindt plaats in het mechanisme H, dat gedetailleerder is afgebeeld in fig. 5. Dit mechanisme bestaat bij voorkeur uit twee in de voortbe-wegingsrichting van de drager 12 vast aangebrachte vormmatrijzen 8l, waarvan de holle ruimte 8U vanaf de drager 12 toeloopt.Sliding of the package, ie of the preformed D-25 at Z 'takes place in the mechanism H, which is shown in more detail in fig. 5. This mechanism preferably consists of two in the direction of movement of the carrier 12 fixed molds 81, the hollow space 8 of which tapers from the carrier 12.

In het toelopende gedeelte van de ho^le ruimte 8U van elke vorm-30 matrijs kan een stang 86 naar binnen worden geschoven, die overeenkomstig de dubbele pijl 82 heenr-en-weer kan worden bewogen. Aan het onderste einde van de vormruimte UU bevindt zich een opening 88, door welke opening een vijzel 90 naar binnen kan worden geschoven, die overeenkomstig de dubbele pijl 92 in fig. 5 door middel van het bedieningsmechanisme 9U 35 naar boven en naar beneden kan worden bewogen. De vijzel 90 mondt uit in het eindvlak 9δ, dat in aanraking komt met het gesloten gedeelte van de voorgevormde gedaante Zf van het verpakkingsf oeliemateriaal en via dit &In the tapered portion of the full space 8U of each mold die, a rod 86 can be slid in, which can be moved back and forth in accordance with the double arrow 82. At the lower end of the molding space UU there is an opening 88 through which an auger 90 can be pushed in, which can be moved up and down in accordance with the double arrow 92 in Fig. 5 by means of the operating mechanism 9U 35. moved. The auger 90 debouches in the end face 9δ, which comes into contact with the closed part of the preformed shape Zf of the packaging film material and through this &

VV

- 13 - gedeelte indirekt met de bonton P.- 13 - indirect part with the Bonton P.

Het verloop van het sluiten van de vorm vindt als volgt plaats.The process of closing the mold takes place as follows.

De vijzels 90 worden door middel van het bedieningsmechanisme 9¼ naar boven bewogen. De door de zuigkanalen 9¼ aangebrachte zuigkracht 5 houdt hierbij de voorgevormde gedaanten Z’ van het verpakkingsfoelie-materiaal in vast verband ten opzichte van de bonbons P. Hierdoor worden de voorgevormde gedaanten Z’ samen met de bonbons P in de holle ruimten 8¼ van de vormmatrijzen 8l geschoven. Via een zuigleiding 100 werkt een zuigkracht in de holle ruimten 8k, waardoor samen met de vorm 10 van de holle ruimten 8¼ van de vormmatrijzen 8l, de naar boven boven de bonbons uitstekende rand van de voorgevormde gedaanten Z' van het ver-pakkingsfoelïemateriaal wordt diehtgestopt, zoals dit blijkt uit fig. 5» waar de bonbons reeds in deze toestand met streeplijnen zijn afgebeeld.The augers 90 are moved upwards by means of the operating mechanism 9¼. The suction force 5 applied by the suction channels 9¼ hereby keeps the preformed shapes Z 'of the packaging film material in relation to the bonbons P. As a result, the preformed shapes Z' together with the chocolates P are formed in the cavities 8¼ of the molds Slid 8l. Via a suction line 100, a suction force acts in the cavities 8k, so that together with the mold 10 of the cavities 8¼ of the mold dies 8l, the upwardly protruding edge of the bonbons of the preformed shapes Z 'of the packaging film material is plugged upwards. as shown in FIG. 5, where the bonbons are already shown in dashed lines in this state.

Hierbij vormt zich een staartvormig, diehtgestopt foeliemateriaal uit-15 steeksel Z". Van boven wordt door middel van de stang 86 zodanig op dit uitsteeksel ingewerkt, dat het wordt samengedrukt tot een kleine mate-riaalophoping.Here, a tail-shaped, densely stuffed film material forms projection Z ". From above, the rod 86 acts on this projection in such a way that it is compressed into a small accumulation of material.

De zo vervaardigde tussenproducten vallen weer in de vormruimten ^ van de drager 12 en worden verder getransporteerd in het mechanisme 20 I, dat gedetailleerd is afgebeeld in fig. 6. Dit mechanisme bestaat uit twee rijen vijzels 102, die door middel van één bedieningsmechanisme 10¼ overeenkomstig de dubbele pijl 106 naar boven en naar beneden beweegbaar zijn, en bij de opwaartse beweging door de onderste openingen 88 van de vormruimten kh stoten en daarbij de verpakte bonbons P naar boven 25 uit de vormruimten naar buiten stoten, waarbij de reeds genoemde kleine materiaalophopingen Z"' boven liggen. In elke vijzel 102 bevindt zich een zuigkanaal 108, dat uitmondt aan de bovenste eindzijde van de vijzel en daar door een zuigkracht bij bewegingen naar boven, de verpakte bonbon P vasthoudt. Elk der vijzels 108 brengt een bonbon P over naar 30 een draaimeehanisme 110, dat bestaat uit twee rijen onder veerbelasting staande vasthoudstaven 112, die met zuignappen 11¼ de overgebrachte, verpakte bonbons vasthouden en over 90° in de richting van de dubbele pijl ll6 draaien tot in de met streepstippellijnen afgeheelde stand. Daar worden de bonbons overgenomen door een ander draaimeehanisme 118, dat even-35 sens is voorzien van twee rijen vasthoudstangen 120, waarmede de bonbons via zuignappen 122 worden overgenomen. Dit draaimeehanisme 118 draait overeenkomstig de dubbele pijl 12¼ over 90° vanuit de met streepstippel- r* ** ~ ~ Λ ! Λ 1 \J v -J J / i .1 4 . :1 __j * η - 14 - lijnen weergegeven stand in de met getrokken lijnen weergegeven stand, waarbij de vasthoudstangen 120 aanvullend in de richting van hun lengte-hartlijn kunnen worden bewogen, zoals dit is aangeduid door de dubbele pijl 126.The intermediates produced in this way fall back into the mold spaces of the carrier 12 and are transported further into the mechanism 20 I, which is shown in detail in Fig. 6. This mechanism consists of two rows of jacks 102, which by means of one operating mechanism 10¼ the double arrow 106 can be moved up and down, and during the upward movement, push through the lower openings 88 of the mold spaces kh and thereby push the packaged bonbons P upwards out of the mold spaces, the aforementioned small material accumulations Z In each auger 102 there is a suction channel 108, which opens at the upper end side of the auger and holds the packaged bonbon P by a suction force during movements upwards. Each of the augers 108 transfers a bonbon P to 30 a rotational mechanism 110, consisting of two rows of spring loaded retaining bars 112, which are packaged with suction cups 11¼ Hold the chocolates and rotate them through 90 ° in the direction of the double arrow ll6 to the position marked with dotted lines. There, the bonbons are taken over by another rotary mechanism 118, which is equally provided with two rows of holding rods 120, with which the bonbons are taken over via suction cups 122. This rotary mechanism 118 rotates 90 ° in accordance with the double arrow 12¼ from the dashed dot * ** ~ ~ Λ! Λ 1 \ J v -Y Y / i .1 4. : 1 __j * η - 14 - lines shown in the solid line position, the holding rods 120 being additionally movable in their longitudinal axis, as indicated by the double arrow 126.

5 Het draaimechanisme 118 bevindt zich boven de reeds beschreven transportband van de nevenverpakkingsstraat B, waarop de nog te beschrijven plisse's 128 worden aangevoerd. Zoals is te zien in fig. 6, worden de verpakte bonbons P door het draaimechanisme 118 in de plisse's geplaatst en daar vast geplakt, waarbij de kleine ophopingen Z"' 10 door het uitgevoerde draaien over 180° thans onzichtbaar in de plisse's liggen.The rotary mechanism 118 is located above the conveyor belt of the secondary packaging street B already described, on which the pleats 128 to be described are supplied. As can be seen in Fig. 6, the wrapped chocolates P are placed by the rotary mechanism 118 in the pleats and taped there, the small accumulations Z 10 being now invisible in the pleats by the 180 ° rotation performed.

In een in fig. J afgebeeld mechanisme voor het op de transportband lU leggen van de plisse's 128 zijn twee rijen met onder veerbelas-ting staande draaivijzels 130 voorzien, die door een lengtebeweging over-15 eehkomstig de dubbele pijl 132 de plisse's uit de betreffende voorraad-houders 13^ nemen, doordat de plissé’s via in de vijzels zich bevindende zuigkanalen 136 tegen de vijzels wórden aangezogen en daar vastgehouden. Vervolgens vindt het draaien plaats van de vijzels overeenkomstig de dubbele pijlen 138 tot in de met streepstippellijnen weergegeven standen.In a mechanism shown in Fig. J for placing the pleats 128 on the conveyor belt 1U, two rows of spring-loaded rotary jacks 130 are provided, which by means of a longitudinal movement correspond to the double arrow 132 of the pleats from the stock in question. holders 13 ^, because the pleated fabrics are drawn in against the augers via suction channels 136 located in the augers and held there. The augers are then rotated in accordance with the double arrows 138 to the positions shown by dashed lines.

20 Vanuit deze stand worden de vijzels met de plisse's overeenkomstig de dubbele pijl 1^0 naar beneden bewogen, zodat de plisse's 128 in dubbele rijen van elk veertien plisse's op de transportband 1¼ kunnen worden geplaatst, hetgeen plaats vindt, doordat de tot dan in stand gehouden zuigkracht wordt opgeheven.From this position, the augers are moved downwards with the pleats in accordance with the double arrow 1 ^ 0, so that the pleats 128 can be placed in double rows of fourteen pleats each on the conveyor belt 1¼, which takes place in that the hitherto in position held suction is canceled.

25 Daarna vindt in het mechanisme L (fig. 1b) het aanbrengen plaats . van een lijnpunt op de inwendige bodem van de plisse's 128, waarna de zodoende van een lijnpunt voorziene plisse's onder het draaimechanisme 118 komen. Daar worden de’ bonbons P, zoals met streepstippellijnen blijkt uit fig. 6, in de plisse's gebracht en vastgeplakt. Daarna wordt door het 30 in fig, 1b te ziene mechanisme M nog een etiket op de verpakte bonbon geplakt.Subsequently, the mounting takes place in the mechanism L (fig. 1b). from a line point on the interior bottom of the pleats 128, after which the pleated lines thus provided come under the rotary mechanism 118. There, the bonbons P, as shown by dashed-dotted lines in Fig. 6, are placed in the pleats and taped. Thereafter, by the mechanism M shown in Fig. 1b, another label is affixed to the packaged bonbon.

De beschreven inrichting is zonder wrijving volledig automatisch werkzaam zonder enig ingrijpen van een bediener.The described device operates fully automatically without friction without any operator intervention.

O ·) ..O ·) ..

Claims

1. Method for packaging spatial products, in particular a spherical bonbon, in a foil-shaped packaging material, in particular a thin foil of aluminum, in that the packaging material is placed over an opening in a substantially flat shape and it is packaged the product is wrapped in the packaging material in such a way that it is plugged on one side, characterized in that the packaging material is preformed from the substantially flat shape lying over the opening of a molding space to such a spatial shape that it is upwards is open, whereby the product is brought into this spatial shape of the packaging material, after which the open part of the spatial shape of the packaging material is closed by closing the material.

2. A method according to claim 1, characterized in that the packaging material is supplied as a multi-packaged wide and cohesive film and is cut longitudinally and then transversely in each product-oriented side-by-side horizontal foil portions lying in said cut state on said openings of the mold spaces.

A method according to claim 2, characterized in that the film is supplied at two consecutively separated locations.

4. A method according to claim 1, characterized in that the spatial shape of the preformed packaging material for closing the open part together with the product contained therein is pushed into a molding mold and the packaging material thereby being molded with the an open part is placed around the still free part of the product, and the protruding material is plugged shut.

A method according to claim k, characterized in that the plugged protruding material, when it protrudes tail-like from the article, is pressed in the direction towards the article, so that there is a small accumulation of material there. 35

6. Method according to claims 3, U and 5, characterized in that O ~ ~ "" * * «<1 - 16 -" when pressing the preformed packaging material with the material contained therein into the cavity of the molds product, a suction force acts on the assembly of packaging material and product, which at least supports the rest of the forming of the packaging material on the product.

Method according to Claims 1, 4 to 6, characterized in that when the preformed packaging material with the product contained therein is pressed into the mold, on the closed part of the preformed packaging material 10 into a spatial shape, preferably by a suction force is applied, which prevents the packaging material from shifting relative to the product during the final molding of the packaging material to the product.

8. Method according to claim 1, characterized in that the preformed spatial shape of the packaging material is blown out of the molding space before the final molding when no article has been placed in the molding space.

9- Method according to claim 1, characterized in that the packaged product is rotated through 180 ° and placed in a receiving with the small accumulation of the packing material, after glue has been applied to the inner bottom of the receiving.

10. Device for carrying out the method, comprising a mechanism for feeding the packaging material and placing it on the opening, a mechanism for enclosing the product of the packaging material and sealing the packaging material on one side of the packaged article, and of a mechanism for dispensing the article in the region of the packaging material, characterized in that at least one forms the said opening (kS), on the opposite side of the opening, substantially closed mold space (¾), in which at least one molding punch (52) to be introduced into the molding space is arranged above the opening, at least one mortar (9 ^) is arranged in a location offset from the molding die below the molding space, which further acting on the material contained in the mold space, surrounded by the preformed spatial shape Z 'of the packaging material insert (P) can be moved through the open bottom (88) of the molding space, and on the side of the molding space facing away from the auger above its opening f \ ”Λ *" · Λ --1: ')'.: At least a molding die (8l) is provided, the hollow space (84) of which tapers in the direction from the molding space.

11. Device as claimed in claim 10, characterized in that a suction channel (98) is arranged in the auger (94) and opens into the abutting end side which abuts the preformed packaging material (Z ') containing the product (p'). (9δ) of the mortar.

Device according to claim 10, characterized in that a suction channel (100) opens into the hollow space (84) of the molding die (81) on the side opposite the side where the article (P) in the hollow 10. space is pushed in.

13. Device according to claim 10, characterized in that a hole is formed on the side of the cavity (84) of the molding die (81) opposite the side where the product (P) is slid in by which hole a rod (86) can be pushed into the hollow space.

Device according to claim 10, characterized in that a suction channel (62) is arranged in the molding die (52) and opens outwardly into the end side thereof, with which it acts on the opening (48) of the molding space ( 44) horizontal portion of the packaging material, 20 will come into contact initially.

Device according to claim 10, characterized in that a number of mold spaces (44) are arranged transversely to a direction of travel thereof in a preferably frame-shaped carrier (12), a number of carriers being in the form of a conveyor belt (10) without end a row is joined so that the openings (48) of the mold spaces (44) in the top part, the work part (10a) face up, and the individual treatment stations (D1, E, D2, F, G, I, I) are arranged one above the other and / or below the work part.

Device according to claim 15, characterized in that the treatment station (E) for preforming the packaging material comprises two transverse rows of mold dies (52) arranged one behind the other in the direction of travel of the working part (10a). half center distance of the mold punches of a row are staggered, with as many mold spaces (44) arranged transversely of the direction of travel in the carrier (12) as there are as a whole mold punches in the two rows, at each row with mold punches, a mechanism (D1 and D2, respectively) belongs to the supply of a foil (x) - - x A - 18 - ψ »ο serving as packaging material to the openings (48) of the mold spaces, which mechanisms are formed with cutting knives (28 and 46) arranged one behind the other for cutting the film in the longitudinal and transverse directions, and the cut, flat film parts (Z) of the two mechanisms, et seq. are also staggered in the transverse direction, preferably over a half film width.

Device according to claim 16, characterized in that the one mechanism (D1) for feeding the packaging material in the direction of movement of the carrier (12) of the mold spaces (½) on one side, and the other mechanism ( D2) is arranged on the other side of the processing station (E) for forming the packaging material, the packaging material being fed in opposite directions.

18. Device according to claims 16 and 17, characterized in that the two mold stamp rows are movable together and in the mold spaces (44) of two carriers (12).

Device according to claim 18, characterized in that the two mold stamp rows are movable in the mold spaces (44) of two carriers (2) having a center distance with a width equal to the distance between the two carriers.

Device according to claim 16, characterized in that a transfer station (I) is arranged at the end of the working part (10a) of the endless conveyor belt (10) formed by the carriers (12) of the mold spaces (44) for transferring stations (I) receiving the packaged articles (P), rotating them through 180 ° and delivering them to a conveyor belt (14), which is arranged transversely thereon at the end of the working part for supplying adhesive inserts (128), in which the packaged articles can be placed and glued with the small material accumulation (Z "f). n« * '7 ^ v - -.. .i tl Ί.' · '* ^ V * ·.