NL8302706A

NL8302706A - Karton, bij voorkeur voor ordners, ringbanden en andere organisatie- en bureaubehoeften, dat van een polyalkeenbekleding is voorzien.

Info

Publication number: NL8302706A
Application number: NL8302706A
Authority: NL
Original assignee: Alkor Gmbh
Priority date: 1982-08-28
Filing date: 1983-07-29
Publication date: 1984-03-16
Also published as: GB2125733A; FR2532343B1; IT8322649A0; DK163255C; SE8304590D0; DK163255B; GB2125733B; DK390983D0; SE8304590L; IT1169784B; SE458213B; ATA305483A; BE897598A; DK390983A; FR2532343A1; CH667889A5; AT384444B; GB8323051D0

Description

V

N.0. 31.961 1 *; *

Karton, bij voorkeur voor ordners, ringbanden en andere organisatie* en bureaubehoeften, dat van een polyalkeenbekleding is voorzien.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een van een polyal-5 keenbekleding voorzien karton, bij voorkeur voor ordners, ringbanden en andere organisatie-* en bureaubehoeften, dat op ten minste één oppervlak van twee over elkaar aangebrachte dunne lagen van een alkeenharsmateri-aal voorzien is, dat in elke laag een verschillende polariteit en dicht-* heid bezit. De polyalkeenlaag bestaat uit een polyalkeencombinatiefolie, 10 die uit ten minste twee lagen is opgebouwd, die op ten minste ëën zijde van het karton is aangebracht of die de ene zijde van het karton volle-* dig afdekkend met ten minste een strookvormige of kadervormige overlapping van het karton op de andere zijde omgeeft, bij voorkeur met een tweede polyalkeencombinatiefolie onder strook- of kadervormige overlap* 15 ping van de eerste polyalkeencombinatiefolie het karton volledig omhullend omgeeft. De polyalkeencombinatiefolie is uit een smelt-kleeffolie als onderfolie van een bepaalde samenstelling op polyalkeenbasis met een dichtheid, die groter is dan de dichtheid van de bovenfolie en ten minste een oppervlakte folie met bepaalde samenstelling met een dichtheid 20 van 0,89 - 0,93 g/cm^, bij voorkeur 0,90 - 0,926 g/cm^ samengesteld, waarbij het karton zonder gelijktijdige toepassing van een kleefstoflaag onmiddellijk met de smelt-kleeffolie of smelt-kleeflaag in verbinding staat en een dikte van 0,3-5 mm, bij voorkeur 1-3 mm bezit.

Het is reeds bekend, papier of kartonmaterlaal met een voorwerp van 25 papier of karton op ten minste het ene oppervlak met een polyetheenhars-materiaal met lage dichtheid te bekleden en een tweede bekleding uit een harsmateriaal met hoge dichtheid op het buitenoppervlak van het harsmateriaal met lage dichtheid aan te brengen (zie Duits Offenlegungsschrift 2.530.477). Deze werkwijze dient voor het verzegelen van papier en kar-30 tonmateriaal, om met behulp van de uitgevoerde bekleding een vloeistofdicht materiaal, bijvoorbeeld voor melkverpakkingen en andere verpakkingen in zuivelfabrieken, te vervaardigen.

Deze verzegelingen voor vloeistofdichte verpakkingen met behulp van bekledingen met een bepaald polyetheenharsmateriaal hebben tussen de la-35 gen van polyetheen met grote dichtheid plaats en zijn echter dan niet geschikt, wanneer het karton voor een ander toepassingsdoel gebruikt en volgens andere werkwijzen omhuld moet worden. In het bijzonder zijn vloeistofdichte verzegelingen volgens Duits Offenlegungsschrift 2.530.477 niet geschikt, omdat, wanneer een daarop volgende vorming met 40 scherpe omtrekken, zoals bij de vervaardiging van karton met bekleed op- 8302706 tm „ < r ';i pervlak voor organisatiedoeleinden, bijvoorbeeld bij ordners, ringban·* den, omslagen en dergelijke, vereist is, temperaturen boven 90°C vereist zijn. Daarbij zou het in het karton aanwezige vocht tot blazen bij het vormen zonder afkoelen onder druk leiden.

5 Doelstelling en opgave van de onderhavige uitvinding was derhalve het extra aanbrengen van kleefstof op het karton en/of de folie te ver·* mijden, desalniettemin toch een goede kleving van de oppervlaktelaag te bereiken en indien mogelijk bij kortere produktietijden verbeterde ei·* genschappen van de folie en het samenstel, bij voorkeur een verbeterde 10 vormbaarheid van het samenstel uit folie en karton te bereiken.

Het gevaar van bros worden door weekmakerverlies moet zoveel moge·* lijk vermeden worden.

Door het wegvallen van het gebruik van extra kleefstoffen kon van het voorverwarmen of naverhitten van de lagen resp. kleefmiddellagen met 15 het doel tot vooraf drogen of tot verdampen van het oplosmiddel of ver·* dunningsmiddel van het kleefmiddel zoveel mogelijk worden afgezien.

Volgens de uitvinding werd vastgesteld, dat aan deze doeleinden en opgaven door een van een polyalkeenlaag voorzien karton, bij voorkeur voor ordners, ringbanden en andere organisatie* en bureaubehoeften, dat 20 aan ten minste éën oppervlak van twee over elkaar aangebrachte dunne la* gen van een alkeenharsmateriaal is voorzien, voldaan wordt. De polyal* keenbekleding bestaat daarbij uit een polyalkeen*combinatiefolie, die uit ten minste twee lagen is opgebouwd, die op ten minste êén zijde van het karton is aangebracht of die de ene zijde van het karton volledig 25 afdekkend met ten minste een strookvormige of kadervormige overlapping van het karton op de andere zijde omgeeft, bij voorkeur met een tweede polyalkeencombinatiefolie onder strook* of kadervormige overlapping van de eerste polyalkeencombinatiefolie het karton volledig omhullend om* geeft. De polyalkeencombinatiefolie volgens de uitvinding is uit (1) een 30 smelt*kleeffolie als onderfolie, bestaande uit (1.1) een alkeenhomo*, *copolymeer of alkeenhomo* resp. copolymeermengsel, dat in totaal (be* trokken op het totale kunststofmengsel voor de smelt*kleeffolie) 33*5 gew.%, bij voorkeur 30*7 gew.% van een polaire monomeer of polair mono* meermengsel in de vorm van de vaste of vloeibare monomere of gecopolyme* 35 riseerde verbindingen, bij voorkeur als polair comonomeer (comonomeren) bevat, met (1.2) een smeltpunt resp. smelttrajekt van 50*95°C, bij voorkeur 60*90°C, en (1.3) een dichtheid die groter is dan de dichtheid van de bovenfolie (1.4) met een smeltindex 190/2,16 kleiner dan 10 g/10 min., en (2.) ten minste een oppervlaktefolie bestaande uit (2.1) een 40 alkeenhomo*, alkeencopolymeer, een polaire groepen bevattend alkeencopo* 8302706 3 Λ 41 lymeer of een alkeenhomo- resp. alkeencopolymeermengsel, dat (2.2) een smeltpunt resp. smelttrajekt boven 100°C, bij voorkeur 105°C bezit, (2.3) een smeltindex 190/2,16 kleiner dan 10 g/10 min., (2,4) een hardheid lager dan 50 Shore D en (2.5) een dichtheid van 0,91-0,93 g/cm^, 5 bij voorkeur 0,915-0,926 g/cm^ heeft, samengesteld, waarbij het (3.) karton zonder gelijktijdige toepassing van een kleefstoflaag onmiddellijk met de smelt-kleeffolie of smelt-kleeflaag in verbinding staat en (3.1) een dikte van 0,3-5 mm, bij voorkeur 1-3 mm, bezit.

Bij de toepassing of gelijktijdige toepassing van propeen-homo- of 10 copolymeren voor de oppervlaktefolie ontstaat een dichtheid van 0,89-0,915 g/cm^ en een hardheid van minder dan 65 Shore D, zodat in totaal voor de oppervlaktefolie (bij de toepassing van propeen- en/of -etheen-homo* of copolymeren) een hardheid lager dan 65 Shore D, bij voorkeur lager dan 50 Shore D en een dichtheidstrajekt van 0,89-0,93 15 g/cm^, bij voorkeur 0,90*0,926 g/cm^, als grondslag genomen moet worden.

Bij de polyalkeencombinatiefolie volgens de uitvinding valt derhalve het extra aanbrengen van kleefstoffen op het karton en/of de folie weg; eveneens is een voorverwarmen van de kleef laag voor het verdampen 20 van het verdunningsmiddel van het kleefmiddel niet vereist. Kortere pro-duktietijden worden bereikt. Een voordrogen van het karton is eveneens niet vereist, omdat het verzegelingspunt van de smelt-kleeffolie onder de verdampingstemperatuur van het in het karton aanwezige vocht ligt. Er ontstaat een goede kleving van de smeltfolie op het karton en op de op-25 pervlaktefolie op de plaats van de naad.

Tengevolge van de hoge viskositeit van de smelt-kleef laag kan het samenstel uit folie en karton bij het opeenplakken gevormd worden, zonder dat een versnelde afkoeling met of zonder inwerking van druk vereist is.

30 Volgens een uitvoeringsvorm, die de voorkeur verdient, heeft de uit de smelt-kleeffolie (1) en ten minste een oppervlaktefolie samengestelde polyalkeen-combinatiefolie een dikte van 50-400 ym, bij voorkeur 80-300 Jim, daarbij heeft de smelt-kleeffolie een dikte van 5-50 ym, bij voorkeur 10-30 ym.

35 Volgens een uitvoeringsvorm, die de voorkeur verdient, bestaat het polaire groepen bevattend alkeencopolymeer of alkeencopolymeermengsel uit (1.1.1) ten minste een etheen- en/of propeencopolymeer of bevat dit, waarbij in totaal 33-5 gew.%, bij voorkeur 30-7 gew.% van een polaire monomeer of een polaire monomeermengsel als comonomeer (comononeren) of 40 als polaire eenheden in het totale kunststofmengsel voor de smelt-kleef- 8302706 \ 4 folies aanwezig zijn· Daarbij wordt het alkeencopolymeer of alkeencopo-lymeermengsel bij voorkeur door copolymerisatie van het polaire monomeer reap, polaire monomeermengsel met een et heen·* en/of propeen-homo- en/of -copolymeer bereid.

5 Volgens een andere uitvoeringsvorm, die de voorkeur verdient, be staat het polaire groepen bevattende alkeencopolymeermengsel uit (1.1.2) een niet-polaire groepen bevattend etheen- en/of propeenhomo- en/of -copolymeer of een polaire groepen bevattend alkeencopolymeer, bij voorkeur polaire groepen bevattend etheencopolymeer, dat door copolymerisatie met 10 10-70 gew.%, bij voorkeur 25-60 gew.% van een polair monomeer of polair monomeermengsel bereid is, met dien verstande, dat in totaal 33-5 gew.%, bij voorkeur 30-7 gew.%, van een polair monomeer of een polair monomeermengsel als comonomeer (comonomeren) of als polaire eenheden in het totale kunststofmengsel voor de smelt-kleeffolies aanwezig zijn.

15 Voorts is (1.1.3) de smeltindex (190/2,16). van het met een of meer polaire monomeren gecopolymeriseerde polyalkeen en/of mengsel van poly-alkenen met copolymeren met polaire monomeren van de smelt-kleeffolie kleiner dan 10 g/10 min., bij voorkeur kleiner dan 8 g/10 min.

Volgens een uitvoeringsvorm, die de voorkeur verdient, bevat de 20 smelt-kleeffolie bovendien (1.1.4) een anorganische vulstof of een anorganisch vulstofmengsel als anti-blokkeringsmiddel. Ook de oppervlaktefo-lie bevat doelmatig (2.1.2) een anorganische vulstof of een anorganisch vulstofmengsel, dat bij voorkeur als matteringsmiddel dient.

Volgens een uitvoeringsvorm, die de voorkeur verdient, worden per 25 100 gew.dln van de kunsthars resp. het kunstharsmengsel voor de smelt- kleeffolie en/of de oppervlaktefolie 0-40 gew.dln, bij voorkeur 0,5-20 gew.dln, van een vulstof of vulstofmengsel gebruikt. De vulstof resp. het vulstofmengsel dient zeer fijn verdeeld te zijn.

Per 100 gew.dln van de kunsthars resp. het kunstharsmengsel worden 30 voor de smelt-kleeffolie en/of de oppervlaktefolie 0,3-5 gew.dln, bij voorkeur 0,5*3 gew.dln, van een of meer hulpmiddelen voor de verwerking toegevoegd.

Omdat zowel de bovenfolie als ook de smelt-kleeffolie arm aan weekmaker zijn (weekmakergehalte lager dan 3 gew.%) bij voorkeur vrij van 35 primaire resp. vloeibare weekmakers zijn, bezitten de folies volgens de uitvinding het voordeel, dat een weekmakerverlies niet of slechts in een zeer verminderde mate kan optreden.

Onder vrij van weekmaker wordt in het kader van de onderhavige uitvinding verstaan, dat de recepturen vrij van primaire resp. vloeibare 40 weekmakers of vrij van andere uitwendige weekmakers zijn. Onder weekma- 8302706 5 kerarm wordt verstaan, dat zij slechts een zeer gering gehalte primaire resp. vloeibare weekmakers bezitten, bijvoorbeeld bij recepturen, die pigmenten, kleurstoffen of vulstoffen gelijktijdig bevatten·

Als met polaire gecopolymeriseerde polyalkenen resp. als polaire 5 groepen bevattende alkeencopolymeren worden bij voorkeur die toegepast, die etheen*vinylacetaat*copolymeer met een vinylacetaatgehalte van 33*5 gew.%, bij voorkeur 30*7 gew.%, en/of alkyl* resp. alkeenacrylaten in het bijzonder etheenacrylaat en/of butyl* en/of isobutylacrylaat, bevat* ten.

10 Deze vereiste eigenschappen kunnen ook bereikt worden met mengsels van polyalkenen en copolymeren met een hoger gehalte aan de bovengenoem* de monomeren in een zodanige verhouding, dat het aandeel van deze mono* meren 33*5 gew.%, bij voorkeur 30*7 gew.%, in het mengsel bedraagt.

Volgens een uitvoeringsvorm kunnen ook de polyalkeenmengsels of al* 15 keencopolymeermengsels een gewichtshoeveelheid andere kunststoffen in gewichtshoeveelheden tot 15 gew.%, bij voorkeur tot 10 gew.%, bijvoor* beeld EPDM (terpolymeer van etheen, propeen en een dieen met een onver* zadigd deel van het dieen in de zijketen), EPM (etheen*propeen*copoly* meer) enz. bevatten.

20 De oppervlaktefolie bestaat bij voorkeur uit (2.1.3) polyetheen, bij voorkeur hogedruk polyetheen, polypropeen resp. de copolymeren of mengsels daarvan met a*alkeenpolymeren, waarbij de elasticiteitsmodulus lager dan 10^ kp/cm^, bij voorkeur lager dan 10^ kp/cm^ en de Shore D hardheid lager dan 65, bij voorkeur lager dan 50 is.

25 De uit de smelt*kleeffolie of de smelt*kleeflaag en ten minste een oppervlaktefolie samengestelde polyalkeen*combinatiefolie is bij voor* keur een gecoëxtrudeerde folie*

Volgens een uitvoeringsvorm, die de voorkeur verdient, wordt de fo* lie onder toepassing van een daaropvolgende behandeling en afkoeling van 30 het koelwalsproces vervaardigd.

De uit smelt*kleeffolie of smelt*kleeflaag en ten minste een opper* vlaktefolie samengestelde polyalkeen*combinatiefolie heeft een elastic!* teitsmodulus, die lager is dan 10^ kp/cm^, bij voorkeur lager 10^ kp/cm.2 en een Shore D hardheid lager dan 65, bij voorkeur lager dan 50.

35 Volgens een uitvoeringsvorm, die de voorkeur verdient, is de poly* alkeen*combinatiefolie tezamen met het karton gevormd.

Als anorganische vulstof of als anorganisch vulstofmengsel zijn krijt, talk, siliciumdioxide of glasbolletjes in de smelt*kleeffolie of smelt*kleeflaag en/of oppervlaktelaag aanwezig, waarbij de gemiddelde 40 korrelgrootte van de vulstof kleiner is dan 40 pm, bij voorkeur kleiner 8302706 6 dan 20 ym.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze ter vervaar* diging van karton, dat van een polyalkeenfolie is voorzien, waarbij de folie resp. folies op ten minste één zijde van het karton, of het karton 5 volledig omhullend, bij voorkeur volledig omhullend met een strookvormi* ge overlapping, wordt aangebracht.

Volgens de werkwijze van de uitvinding ter vervaardiging van het karton, dat van een polyalkeenfolie is voorzien, wordt een ten minste uit twee lagen opgebouwde polyalkeen-combinatiefolie op één zijde van 10 het karton volledig af dekkend, met ten minste een strookvormige of ka* dervormige overlapping van het karton op de andere zijde aangebracht, en bij voorkeur met een tweede polyalkeen*combinatiefolie onder strook* of kadervormige overlapping van de eerste polyalkeen*combinatiefolie de an* dere zijde van het karton afgedekt.

15 Daarbij wordt een uit ten minste twee lagen opgebouwde polyalkeen* combinatiefolie van (1.) een smelt*kleeffolie of smelt*kleeflaag, be* staande uit (1.1) een alkeenhomo*,*copolymeer of alkeenhomo* resp. *co* polymeermengsel, dat in totaal (betrokken op het totale kunststofmengsel voor de smelt*kleeffolie) 33*5 gew.%, bij voorkeur 30*7 gew.%, van een 20 polair monomeer of polair monomeermengsel in de vorm van de vaste of vloeibare monomere of gecopolymeriseerde verbindingen, bij voorkeur als polair comonomeer (comonomeren) bevat, met (1.2) een smeltpunt resp. smelttrajekt van 50*95eC, bij voorkeur 60*90°C, (2.) ten minste een op* pervlaktefolie, bestaande uit (2.1) een alkeenhomo*, alkeencopolymeer, 25 een polaire groepen bevattend alkeencopolymeer of een alkeenhomo* resp. alkeencopolymeermengsel, dat (2.2) een smeltpunt resp. smelttrajekt bo* ven 100°C, bij voorkeur boven 105°C, bezit, (2.3) een smeltindex (190/2,16) lager dan 10 g/10 min. bezit, op een (3.) karton zonder ge* lijktijdige toepassing van een kleefstoflaag onmiddellijk met de smelt* 30 kleeffolie of de smeltkleeflaag geplakt. Het opbrengen resp. opeenplak* ken heeft (4.) bij temperaturen van 50*95°C, bij voorkeur 70*90°C onder inwerking van druk plaats. Op het karton wordt daarbij zonder gelijktij* dige toepassing van een kleefstoflaag onmiddellijk de polyalkeencombina* tiefolie met de smelt*kleeffolie of smelt*kleeflaag geplakt.

* 35 Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze, die de voorkeur ver* dient, wordt het karton op de gewenste maat gesneden en wordt een poly* v alkeen*combinatiefolie met grotere afmetingen dan die van het karton op de ene zijde van het karton volledig afdekkend onder het aanhouden van ten minste een vrije randstrook van de polyalkeen*combinatiefolie aange* 40 bracht en vervolgens om het karton geslagen, zodat de polyalkeen-combi* 8302706 / natiefolie het karton op de andere zijde strook* of kadervormig overlap* pend, bij voorkeur met een tweede polyalkeen*combinatiefolie onder strook* of kadervormige overlapping van de eerste polyalkeen*combinatie* folie het karton volledig omhullend, omgeeft.

5 Het karton wordt, nadat het gewenste, bijv. rechthoekige of vier* kante formaat, gereed is gemaakt, hetzij direkt aan een verdere verwer* king toegevoerd hetzij in een magazijn opgestapeld en/of bewaard. De po* lyalkeen*combinatiefolie wordt in de boekbandmachine bij voorkeur onder afwikkelen van een wals tot de gewenste afmetingen gesneden. Het omslaan 10 van de buiten het karton uitstekende vrije polyalkeen*combinatierand* strook heeft door middel van mechanische inrichtingen of werkwijzen, bij voorkeur onder toepassing van borstels plaats. Het opeenplakken heeft bij voorkeur door middel van gevormde platen en/of walsen plaats. Bij het aanpersen door middel van platen bedraagt de persdruk 0,3*5 kp/cm^, 15 bij het opeenplakken met de wals bedraagt de lijndruk 3*30 kp/cm. De in* werkingstijd van de warmte wordt op 0,5*5 s (= seconden) ingesteld. Ex* tra maatregelen voor het fixeren van de vorming zijn bij de werkwijze volgens de uitvinding niet noodzakelijk. Het karton bezit daarbij een dikte van 0,5*5 mm, bij voorkeur 1*3 mm.

20 Volgens een werkwijze, die de voorkeur verdient, wordt (4.1.3) de warmte door blijvend verwarmde platen of walsen op de te verbinden lagen resp. folies overgedragen. Daarbij vormen deze platen of walsen het sa* menstel, zonder dat extra maatregelen voor het fixeren van de vorming worden toegepast.

25

Voorbeeld I

Gecoëxtrudeerde folie, waarbij de bovenfolie uit polypropeen (ELTEX PKS 404 * gedeponeerd merk van Solvay & Cie) en de onderfolie uit een polaire groepen bevattend alkeencopolymeermengsel, dat 9 gew.% van een 30 mengsel van een grootmoleculige acrylester en een polyetheen bevat, be* staat. De dikte van de bovenfolie bedraagt 120 ym en die van de kleeffo* lie 30 ym.

Plaktemperatuur: 90°C

Sterkte van de lasnaad: 6 N/15 mm 35 Plaktijd: 3 s

Kleving tegen karton: niet scheidbaar; delaminering van het karton bij verhoogde belasting bij de trekproef.

8302706 w W *>

Voorbeeld II

Gecoëxtrudeerde folie op basis van polyalkeen, waarbij de bovenfolie uit hogedruk polyetheen (LDPE 1018 van BASF) en de onderfolie uit een polaire groepen bevattend copolymeer van etheen met 5 etheen-vinylacetaat (EVA-gehalte 30 gew.%) bestaat.

Plaktemperatuur: 90°C

Sterkte van de lasnaad: 2,5 N/15 mm

Plakt!jd: 3 s

Kleving tegen karton: uitscheuren van het karton bij ver* 10 hoogde belasting bij de trekproef.

Voorbeeld III

Bovenfolie van een lineair hogedruk polyetheen (lineair polyetheen met lage dichtheid), onderfolie mengsel van een polaire groepen bevat* 15 tend copolymeermengsel van etheen met etheen*vinylacetaat, bestaande uit 50 gew.dln met een vinylacetaatgehalte van 20 gew.% en 50 gew.dln met een vinylacetaatgehalte van 30 gew.%.

Plaktemperatuur 88°C

Sterkte van de lasnaad: 1,2 N/15 mm 20 Plaktijd: 3,5 s

Kleving tegen karton: Gedeeltelijk uitscheuren van het karton bij verhoogde belasting bij de trekproef.

25 Voorbeeld IV

Bovenfolie 50 gew.dln lineair hogedruk polyetheen en 50 gew.dln van een polaire groepen bevattend etheencopolymeer met een etheen-vinyl* acetaatgehalte van 30 gew.% en de onderfolie 100 gew.dln van een polaire groepen bevattend etheencopolymeer met een etheen-vinylacetaatgehalte 30 van 30 gew.%.

Plaktemperatuur: 92° C

Sterkte van de lasnaad: 3,2 N/15 mm

Plaktijd: 2,8 s

Kleving tegen papier: Uitscheuren van* het karton bij ver* 35 hoogde belasting bij de trekproef.

Voorbeelden V*VIII

Bovenfolie volgens de voorbeelden 1*4. Bovendien werden aan de kunststof resp. het kunststofmengsel van de onderfolie 0,5*3 gew.% vul* stoffen als anti*blokkeringsmiddel toegevoegd. Bij een plaktijd van 3 s 40 en een plaktemperatuur van 90°C werden sterkten van 2,5*3,5 N/15 mm ge* 8302706 9 ^ JO» meten. Bij alle kleefonderzoekingen ontstond een uitscheuren van het karton bij verhoogde belasting bij de trekproef.

Voorbeelden IX-XII

5 Onderfolie volgens de voorbeelden 1*4 (ook 5*8). Bovendien worden aan de bovenfolie 0,5*3 gew.% vulstoffen als anti*blokkeringsmiddel toe* gevoegd. Deze komen overeen met de betreffende voorbeelden 1*4 (zonder vulstoftoevoeging) resp. de voorbeelden 5*8.

10 Voorbeeld XIII

De onderfolie volgens voorbeeld 2. De bovenfolie zoals voorbeeld 2, echter bovendien 7 gew.dln EPDM (terpolymeer van etheen, propeen en een dieen met een onverzadigd deel van het dieen in de zijketen) om de mate van glanzen van de folie, in te stellen.

15 Plaktemperatuur: 87°C

Plaktijd: 2 s

Kleving tegen karton: Gedeeltelijk delamineren van het karton bij het onderzoek van de kleving.

20

Voorbeeld XIV

Gecoëxtrudeerde folie, waarbij de bovenfolie uit hogedruk poly* etheen en de onderfolie uit een mengsel van 60 gew.dln lineair hogedruk polyetheen en 40 gew.dln van een polaire groepen bevattend etheen*vinyl* 25 acetaat*copolymeer met een vinylacetaatgehalte van 60 gew.% bestaat.

Hardheid: 48 Shore D

Plaktemperatuur: 94°C

Plaktijd: 2,5 s

Kleving tegen karton: Uitscheuren van het karton bij ver* 30 hoogde belasting bij de trekproef.

Beschrijving van de tekening

In de bijgevoegde tekening is schematisch een karton, dat van een polyalkeenlaag is voorzien, voor ordners, ringbanden of soortgelijke or* ganisatie* en bureaubehoeften voorgesteld.

35 Met het cijfer 1 is de smelt*kleeffolie als onderfolie aangegeven, die tezamen met de oppervlaktefolie (2) volgens het coëxtrusieproces is vervaardigd. Het op de gewenste maat gesneden karton (3) is door de uit de smelt*kleeffolie (1) en de bovenfolie (2) bestaande combinatiefolie zodanig omgeven, dat op de onderste zijde van het karton (3) een polyal* 40 keen*combinatiefolie met grotere afmetingen dan die van het karton onder 8302706 10 % het aanhouden van ten minste een vrije randstrook van de polyalkeen1com1 binatiefolie wordt aangebracht en vervolgens om het karton wordt gesla1 gen, zodat de polyalkeen-combinatiefolie het karton op de bovenzijde van een strook1 of kadervormige overlapping (4) voorziet. Volgens een uit1 5 voeringsvorm, die de voorkeur verdient, is een tweede polyalkeen1combi1 natiefolie onder strook1 of kadervormige overlapping (5) van de eerste polyalkeen1combinatiefolieoverlapping op de bovenzijde van het karton aangebracht.

8302706 i

Claims

1. Karton, dat van een polyalkeenbekleding is voorzien, bij voorkeur voor ordners, ringbanden en andere organisatie- en bureaubehoeften, 5 dat op ten minste één oppervlak van twee over elkaar aangebrachte dunne lagen van een alkeenharsmateriaal voorzien is, dat in elke laag een verschillende dichtheid bezit, met het kenmerk, dat de polyalkeenbekleding uit een uit ten minste twee lagen opgebouwde polyalkeen-combinatiefolie bestaat, die op ten minste één zijde van het karton is aangebracht of 10 die de ene zijde van het karton volledig afdekkend met ten minste een strookvormige of kadervormige overlapping van het karton op de andere zijde omgeeft, bij voorkeur met een tweede polyalkeen-combinatiefolie onder strook- of kadervormige overlapping van de eerste polyalkeen-combinatiefolie het karton volledig omhullend omgeeft,» en de polyalkeencom* 15 binatiefolie uit 1. een smelt-kleeffolie als onderfolie, bestaande uit 1.1 een alkeenhomo-, -copolymeer of alkeenhomo- resp. copolymeermeng-sel, dat in totaal (betrokken op het totale kunststofmengsel voor de smelt-kleeffolie) 33-5 gew.Z, bij voorkeur 30-7 gew.Z, van een 20 polair monomeer of polair monomeermengsel in de vorm van de vaste of vloeibare monomere of gecopolymeriseerde verbind!ng(en), bij voorkeur als polair(e) comonomeer(comonomeren), bevat, met 1.2 een smeltpunt resp. smelttrajekt van 50-95°C, bij voorkeur 60-90°C, 1.3 een dichtheid, die groter dan de dichtheid van de bovenfolie is en 25 1.4 een smeltindex 190/2,16 kleiner dan 10 g/10 min., en 2. ten minste een oppervlaktefolie, bestaande uit 2.1 een alkeenhomo-, alkeencopolymeer, een polaire groepen bevattend alkeencopolymeer of een alkeenhomo- resp. alkeencopolymeermengsel, dat 30 2.2 een smeltpunt resp. smelttrajekt boven 100°C, bij voorkeur boven 105°C bezit, 2.3 een smeltindex 190/2,16 kleiner dan 10 g/10 min., 2.4 een hardheid kleiner dan 65 Shore D, bij voorkeur kleiner dan 50 Shore D, en 35 2.5 een dichtheid van 0,89-0,93 g/cm^, bij voorkeur 0,90-0,926 g/cm^, heeft, is samengesteld, 3. waarbij het karton zonder gelijktijdige toepassing van een kleef-stoflaag onmiddellijk met de smelt-kleeffolie of smelt-kleeflaag in 40 verbinding staat en 8302706 3.1 een dikte van 0,3*5 mm, bij voorkeur 1*3 mm, bezit.

2. Van een polyalkeenfolie voorzien karton volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uit de smelt*kleeffolie of smelt*kleeflaag (1) en ten minste een oppervlaktefolie (2) samengestelde polyalkeen*combinatie* 5 folie een dikte van 50*400 pm, bij voorkeur 80*300 pm, bezit.

3. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de smelt*kleeffolie resp. de smelt*kleeflaag 1.4 een dikte van 5*50 pm, bij voorkeur 10*30 pm, bezit.

4. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens conclusies 1*3, met 10 het kenmerk, dat het polaire groepen bevattende alkeencopolymeer of al* keencopolymeermengsel uit 1.1.1 ten minste een etheen* en/of propeencopolymeer bestaat of dit bevat en dat in totaal 33*5 gew.%, bij voorkeur 30*7 gew.%, van een polair monomeer of een polair monomeermengsel als comono* 15 meer(comonomeren) of als polaire eenheden in het totale kunst* stofmengsel voor de smelt*kleeffolies aanwezig zijn.

5. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens ëën of meer van de conclusies 1*3, met het kenmerk, dat het polaire groepen bevattende al* keencopolymeermengsel uit 20 1.1.2 een niet*polaire groepen bevattend etheen* en/of propeenhomo* en/of copolymeer of een polaire groepen bevattend alkeencopoly* meer, bij voorkeur polaire groepen bevattend etheencopolymeer, bestaat, dat door copolymerisatie met 10*70 gew.%, bij voorkeur 25*60 gew.% van een polair monomeer of polair monomeermengsel is 25 bereid, met dien verstande, dat in totaal 33*5 gew.%, bij voor* keur 30*7 gew.%, van een polair monomeer of van een polair mono* meermengsel als comonomeer (comonomeren) of als polaire eenheden in het totale kunststofmengsel voor de smelt*kleeffolies aanwe* zig zijn.

6. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens ëën of meer van de conclusies 1*5, met het kenmerk, dat 1.1.3 de smeltindex (190/2,16) van het met ëën of meer polaire monome* ren gecopolymeriseerde polyalkeen en/of het mengsel van polyal* „ kenen en alkeencopolymeren met polaire monomeren van de smelt* 35 kleeffolie kleiner dan 10 g/10 min., bij voorkeur kleiner dan 8 g/10 min., is.

7. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens één of meer van de conclusies 1*6, met het kenmerk, dat de smelt*kleeffolie resp. smelt* kleeflaag bovendien 40 1.1.4 een anorganische vulstof of een anorganisch vulstofmengsel (als 8302706 anti*blokkeringsmiddel) bevat.

8. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens één of meer van de conclusies 1*7, met het kenmerk, dat de oppervlaktefolie 2.1.2 een anorganische vulstof of een anorganisch vulstofmengsel be* 5 vat.

9. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens één of meer van de conclusies 1*8, met het kenmerk, dat de oppervlaktefolie 2.1.3 uit polyetheen, polypropeen, de copolymeren of mengsels daarvan met a*alkeenpolymeren bestaat, waarvan de elasticiteitsmodulus 10 kleiner is dan 10^ kp/cm^, bijvoorkeur kleiner dan 10^ kp/cm? en de Shore D*hardheid ervan kleiner is dan 65, bij voor* keur kleiner dan 50.

10. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens één of meer van de conclusies 1*9, met het kenmerk, dat de uit de smelt*kleeffolie of de 15 smelt*kleeflaag en ten minste een oppervlaktefolie samengestelde polyal* keen*combinatie£olie een gecoëxtrudeerde folie is.

11. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens één of meer van de conclusies 1*10, met het kenmerk, dat de gecoëxtrudeerde folie volgens het vlakke folieproces, bij voorkeur onder een daaropvolgende koeling 20 volgens het koelwalsproces, vervaardigd is.

12. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens één of meer van de conclusies 1*11, met het kenmerk, dat de uit de smelt*kleeffolie of smelt*kleeflaag en ten minste een oppervlaktefolie samengestelde polyal* keen*combinatiefolie een elasticiteitsmodulus lager dan 10^ kp/cm^, 25 bij voorkeur lager dan 10^ kp/cm^ en een hardheid lager dan 65 Shore D, bij voorkeur lager dan 50 Shore D heeft.

13. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens één of meer van de conclusies 1*12, met het kenmerk, dat de polyalkeen*combinatiefolie ge* vormd is, bij voorkeur tezamen met het karton gevormd is.

14. Van polyalkeenfolie voorzien karton volgens één of meer van de conclusies 1*13, met het kenmerk, dat als anorganische vulstof of vul* stofmengsel krijt, talk, siliciumdioxide of glasbolletjes in de smelt* kleeffolie of de smelt*kleeflaag en/of de oppervlaktefolie aanwezig zijn, waarbij de gemiddelde korrelgrootte van de vulstof kleiner dan 40 35 pm, bij voorkeur kleiner dan 20 pm is.

15. Werkwijze ter vervaardiging van met een polyalkeenfolie voor* zien karton, waarbij de folie op ten minste een zijde van het karton wordt aangebracht, met het kenmerk, dat een ten minste uit twee lagen opgebouwde polyalkeen*combinatiefolie op een zijde van het karton volle* 40 dig afdekkend, met ten minste een strookvormige of kadervormige overlap* 8302706 ping van het karton op de andere zijde wordt aangebracht en bij voorkeur met een tweede polyalkeencombinatiefolie, onder strook* of kadervormige overlapping van de eerste polyalkeen-combinatiefolie de andere zijde van het karton wordt afgedekt, dat de polyalkeen-combinatiefolie uit 5 1. een smelt-kleeffolie of smelt-kleeflaag, bestaande uit 1.1. een alkeenhomo-, -copolymeer of alkeenhomo- resp. -copolymeer-mengsel, dat in totaal (betrokken op het totale kunststofmengsel voor de smelt-kleeffolie) 33-5 gew.%, bij voorkeur 30-7 gew.% van een polair monomeer of polair monomeermengsel in de vorm van 10 vaste of vloeibare monomere of gecopolymeriseerde verbindingen, bij voorkeur als polair(e) comonomeer(comonomeren) bevat, met 1.2 een smeltpunt resp. smelttrajekt van 50-95°C, bij voorkeur van 60-90°C, en 2. ten minste een oppervlaktefolie, bestaande uit 15 2.1 een alkeenhomo- of alkeencopolymeer, dat 2.2 een smeltpunt resp. smelttrajekt boven 100°C, bij voorkeur boven 105°C, bezit, 2.3 een smeltindex 190/2,16 lager dan 10 g/10 min. bezit, waarbij de polyalkeen-combinatiefolie met de smeltfolielaag op het 3. karton zonder gelijktijdige toepassing van een kleefstoflaag on middellijk wordt geplakt en 3.1 het karton een dikte van 0,5-5 mm, bij voorkeur 1-3 mm, bezit, dat 4. het opbreng- en behandelingsproces door een 25 4.1 opeenplakken bij temperaturen van 50-95°C, bij voorkeur 70-90°C, alsmede 4.2 onder inwerking van druk plaats heeft.

16. Werkwijze ter bereiding van een van polyalkeenfolie voorzien karton, waarbij de folie op ten minste een zijde van het karton of het 30 karton volledig omhullend, bij voorkeur volledig omhullend met een strookvormige overlapping wordt aangebracht, volgens conclusies 15, met het kenmerk, dat de polyalkeen-combinatiefolie volgens het coëxtrusie-proces vervaardigd is en vervolgens op het karton wordt aangebracht.

17. Werkwijze ter vervaardiging van een van een polyalkeenfolie 35 voorzien karton volgens conclusie 15 en/of 16, met het kenmerk, dat 4.1.1. het cacheren door middel van gevormde platen en/of walsen plaats heeft.

18. Werkwijze volgens een of meer van de conclusies 15-17, met het kenmerk, dat 40 4.2.1 bij het aandrukken door middel van platen de persdruk 0,3-5 8302706 < 15 kp/cm^, bij het opeenplakken met walsen de lineaire druk 3*20 kp/cm bedraagt.

19. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 15-18, met het kenmerk, dat 5 4.1.2. de inwerkingstijd van de warmte 0,5-5 s («seconden) bedraagt.

20. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 15-19, met het kenmerk, dat 4.1.3. de warmte door permanent verwarmde platen of walsen op de te verbinden lagen resp. folies wordt overgebracht.

21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat deze pla ten of walsen het samenstel vormen, zonder dat extra maatregelen voor het fixeren van het gevormde toegepast worden.

22. Werkwijze volgens één of meer van de conclusies 15-21, met het « kenmerk, dat het karton op de gewenste maat gesneden worden en een poly-15 alkeen-combinatiefolie met grotere afmetingen dan die van het karton op de ene zijde van het karton volledig afdekkend onder het aanhouden van ten minste een vrije randstrook van de polyalkeen-combinatiefolie wordt opgebracht en vervolgens om het karton wordt geslagen, zodat de polyalkeen-combinatiefolie het karton op de andere zijde strook- of kadervor-20 mig overlappend, bij voorkeur met een tweede polyalkeen-combinatiefolie onder strook- of kadervormige overlapping van de eerste polyalkeen-com-binatiefolie het karton volledig omhullend, omgeeft. ****** 8302706