NL8301794A

NL8301794A - Inrichting voor een speelautomaat met bediening door munt- en bedieningselementen.

Info

Publication number: NL8301794A
Application number: NL8301794A
Authority: NL
Original assignee: Gauselmann Paul
Priority date: 1982-05-29
Filing date: 1983-05-19
Publication date: 1983-12-16
Also published as: DE3220395A1; DE3220395C2; NL192894B; NL192894C

Description

» * «· * T-5 1

INRICHTING VOOR EEN SPEELAUTOMAAT MET BEDIENING

DOOR MUNT- EN BEDIENINGSELEMENTEN.

De uitvinding betreft een inrichting voor een speelautomaat met bediening door munt- en bedieningselementen.

Soms blijven nieuw opgestelde speeltoestellen, waartoe beeldschermspelen, flipperkasten en andere behoren onbe-5 speeld, omdat men met deze niet vertrouwd is.

Het doel van de uitvinding is een inrichting voor speelautomaten van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen die een werkzame stimulatie tot spelen op kan wekken.

Het doel wordt bereikt door ten minste één ten gevolge 10 van de bediening activeerbare en over het geven van een vrij spel beslissende schakelkring.

Een belangrijke uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt door een toevalsschakelkring, die bij voorkeur bij het door een munt bedienen van een munt-15 contact wordt ingeschakeld. Daardoor wordt de geanimeerde speler bovendien gestimuleerd verder te spelen.

Verdere gunstige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding blijken uit de overige onderconclusies.

Een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is 20 aan de hand van de bijgevoegde tekening nader beschreven. De enige figuur van de tekening toont een schakelschema van de inrichting volgens de uitvinding.

De inrichting bevindt zich in een beeldschermtoestel, dat op zijn bedieningslessenaar onder andere twee bedienings-25 knoppen draagt, waarmee ofwel een éên-man-spel of een twee-man-spel wordt ingesteld, nadat het toestel met voldoende munten is gevoed.

De signalen van de bedieningsknoppen komen in de ingangen 1 resp. 2 van de inrichting via een OF-poort 3 in de in-30 stel-ingang S van een monoflop 4. Een derde ingang 5 van de OF-poort 3 ontvangt via een hoogdoorlaatfilter 6 bij het inschakelen van het speeltoestel een instel-impuls voor de monoflop 4.

De standtijd van de monoflop 4 van een half uur wordt 8301794 2 verkregen met een RC-schakeling 7, 8. Door middel van schakelaars 9 en 9' kan aan de condensator 8 een tweede en/of een derde condensator 8' resp. 8'' parallel worden geschakeld, zodat ook standtijden van 1 uur, 1½ resp. 2 uur instelbaar 5 zijn.

Na afloop van de standtijd valt de monoflop 4 terug in zijn stabiele toestand, waarbij de uitgang (J een H-signaal (hoog-signaal) voert, dat via een OF-poort 10 naar de impuls-instel-ingang 11 van een tweede monoflop 12 loopt. Gedurende 10 de standtijd, die door een RC-schakeling 13 op enige seconden is bepaald, geeft de Q-uitgang 14 een H-signaal af, dat via een EN-poort 15 op een uitgang 16 staat. De uitgang 16 is verbonden met een niet weergegeven geheugen, dat door rauntsigna-len wordt gexncrementeerd. De muntsignalen komen normaal van 15 een muntcontact M, dat een deel van een niet weergegeven munt-invoerorgaan is. De signalen op de uitgang 16 worden eveneens muntsignalen genoemd; deze veroorzaken vrije spelen.

De EN-poort 15 wordt gestuurd door de Ώ-uitgang 17 van een stuurimpulsherkenner voor het doorschakelen van het 20 muntsignaal. De stuurimpulsherkenner omvat een derde monoflop 18, die via een bijbehorend hoogdoorlaatfilter 19 door de ingangen 1 en 2, voor zover deze stoorimpulsen voeren, na-trig-gerbaar wordt ingesteld, waarbij de ingangsleidingen die naar de bedieningsknoppen BI en B2 voeren als antenne werken. De 25 standtijd van de derde monoflop 18 is door een RC-schakeling 20 slechts éénderde van de standtijd van de tweede monoflop 12, zodat alleen zich herhalende stoorimpulsen de afgifte van het muntsignaal kunnen verhinderen.

Het H-signaal van de monoflop 4 komt ook op een active-30 ringsingang 21 van een astabiele multivibrator 22, waarvan de uitgang 23 een relais 24 intermitterend bekrachtigt. Een re-laiscontact 25 sluit intermitterend een stroomkring voor een lamp 26, die goed zichtbaar op het speeltoestel is aangebracht en die een vrij spel aangeeft.

35 Bij het benutten van het vrije spel wordt weer één van de bedieningsknoppen BI resp. B2 bediend, zodat de monoflop 4 op de reeds beschreven wijze wordt ingesteld. Het H-signaal op de activeringsingang 21 valt af, en het relaiscontact 25 blijft na het voor de laatste maal bedienen van de bedienings- 8301794 *» m 3 knop gedurende de standtijd van de monoflop 4 open.

De tweede monoflop 12, die het muntsignaal opwekt, kan ook via een OF-poort 25 een instel-impuls uit een toevals-schakeling ontvangen, die hierna is beschreven.

5 De toevals-schakeling wordt gestart door het rauntcon- tact M, dat een deel vormt van het niet weergegeven muntin-voerorgaan, waarbij een impulsoverdrachtschakeling 27 via een ingang 28 wordt geactiveerd, zodat deze in de overdracht toelatende toestand met een 1-ms-impuls een startschakeling 29 10 activeert, die continu van een vrijlopende 1-Hz-generator 30 impulsen ontvangt. Bij het optreden van de volgende 1-Hz-im-puls - deze kan tot een seconde lang duren - wekt de startschakeling 29 een afzonderlijke impuls op die enerzijds een monoflop 31 met een standtijd van twee seconden en anderzijds 15 een flipflop 32 instelt. De geactiveerde monoflop 31 spert na afloop van zijn standtijd de overdracht toelatende toestand van de startschakeling 29 via de D-ingang daarvan, stelt een andere monoflop 33 in, welke monoflop 33 gedurende zijn standtijd van 4 seconden een naar de OF-poort 25 voerende EN-poort 20 34 voor het doorschakelen van een vrij-spel-gevend signaal gereed houdt.

Een uitgang 35 van de flipflop 32 stuurt een functiege-nerator 36 waarvan de uitgangsspanning de frequentie van een spanningsgestuurde oscillator 37 voert voor het doorschakelen 25 van een tientraps ringteller 38. De doorschakelfrequentie neemt steeds meer af, en de ingestelde monoflop 33 onderbreekt de doorschakeling van de ringteller 38 gedurende vier seconden.

De tien uitgangen van de ringteller 38 zijn telkens 30 verbonden met een licht-emitterende diode 39, waarvan er één 40 een andere kleur heeft dan de resterende negen. De met de anders gekleurde licht-emitterende diode 40 verbonden uitgang 41 is ook verbonden met de tweede ingang van de voorbereide EN-poort 34, zodat een vrij-spel-gevend signaal via de OF- 35 poort 25 in de impuls-instel-ingang 11 van de tweede monoflop 12 terechtkomt, wanneer de anders gekleurde licht-emitterende diode 40 het laatst oplicht.

Na verloop van de standtijd van de monoflop 33 veroorzaakt deze de blokkering van de EN-poort 34, het terugstellen 83017S4 * 4 van de flipflop 32 en wordt de onderbreking van de doorschakeling van de ringteller 38 opgeheven, zodat de licht-emitteren-de dioden 39 en 40 doorgaand met een constante frequentie worden aangestuurd.

5 De licht-emitterende dioden 39 en 40 zijn in de nabij heid van het beeldscherm voor de speler zichtbaar onder een afdekschijf in een cirkel aangebracht. Bij het niet gebruiken van het toestel werken deze als aandachttrekker.

Met de uitgang 35 van de flipflop 32 is ook een ingang 10 van een EN-poort 42 verbonden, zodat de doorschakelimpulsen, die bij de in werking zijnde toevalsgenerator naar de ringteller 38 worden gevoerd, ook op de uitgang 43 van de EN-poort 42 staan. De uitgang 43 is via een versterker 44 verbonden met een luidspreker 45, zodat de doorschakelimpulsen bij het 15 benutten van een vrij spel hoorbaar zijn.

8301794

Claims

1. Inrichting voor een speelautomaat met bediening door munt- en bedieningselementen, gekenmerkt door ten minste één ten gevolge van de bediening in werking stelbare en over het afgeven van een vrij spel beslissende schake- 5 ling (1-9, 27-41).

2. Inrichting volgens conclusie 1, g ekenmerkt door een tijdschakeling (1-9), die na afloop van zijn stand-tijd een vrij spel afgeeft.

3. Inrichting volgens één van de voorgaande conclu- 10 sies, g ekenmerkt door een toevalsschakeling (27- 41).

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, g ekenmerkt door een door de schakeling (1-9) activeerbaar vrij-spel-signaleringsorgaan (26).

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclu sies, gekenmerkt door een de vrij-spel-afgifte kortstondig onderbrekende storingsimpulsherkenner (17-19).

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met ten minste één bedieningselement na het bedienen 20 waarvan het spel is geopend, met het kenmerk, dat ten minste één van de schakelingen (1-9) onder invloed van het bedieningselement (BI, B2) ingeschakeld kan worden.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met een door een munt te bedienen contact, met het kenmerk, dat de 25 toevalsschakeling (27-41) onder invloed van het contact (M) ingeschakeld kan worden.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt door een na-triggerbare tijdschakeling (1-9).

9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclu sies, g ekenmerkt door instelbare, de standtijd bepalend organen (7-9'').

10. Inrichting volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat de tijdschakeling een door een frequentie- 35 stabiele impulsbron doorschakelbare telschakeling omvat met 8301794 V# telstandaftakkingen voor het instellen van een gewenste stand-tijd en met een terugstel-ingang voor het na-triggeren.

11. Inrichting volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat de tijdschakelkring (1-9) een monoflop (4) 5 omvat met RC-elementen (7-811) voor het instellen van een gewenste standtijd.

12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de het vrije spel signalerende orgaan (26) een lamp is, die door een tot de inrich- 10 ting behorende astabiele multivibrator (22) intermitterend wordt aangestuurd.

13. Inrichting volgens conclusie 10, m e t het kenmerk, dat de lamp (26) op de speelautomaat is gemonteerd.

14. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de toevalsschakeling (27-41) een start-ver-tragingsschakeling (29, 30) met willekeurige vertragingstijden omvat, die het stilzetten van een door een oscillator (37) doorschakelbare ringteller (38) op een willekeurige teltrap 20 regelt en dat één van de teltrappen over het afgeven van een vrij spel beslist.

15. Inrichting volgens conclusie 14, g e kenmerkt door met de teltrappen van de ringteller (38) verbonden lichtafgevende organen (39, 40) waarvan het met de 25 vrije spel afgevende teltrap verbonden lichtafgevende orgaan (40) in een van de overige lichtafgevende organen (39) afwijkende kleur oplicht.

16. Inrichting volgend één van de conclusies 14 t/m 15, g ekenmerkt door een door een functiegenerator 30 (36) spanningsgestuurde oscillator (37).

17. Inrichting volgens conclusie 16, m e t het k e n m e r k, dat de oscillator (37) via een door de start-vertragingsschakeling (29, 30) gestuurde schakelaar (42) met een luidspreker (45) verbonden kan worden. 8301794 S' —ν*—I- ** - ——- I Hl—I-τ| |—1 t „ s, Ρτί rdfe-^ - * rT Μ—η—J ο» --^ *** r\J -£ Ή '-- . πτίϊ-Η, ΤΗ-ι___£ΐΙ ,_„ ,_U . -Γ >i -Γ Isj-m ^-¾¾ Γ-- οΊ is s—Ν I I r1. ^ Πη m fX-^ β ^t\ _f? i4 Λ, 2l ?Jiir4 I* + cX rVn * —[—* ’ (L--»-...... uj ί·-—-—4 O o I I - I 1 1 1¾ | _ i ! | A-h\ vs | | S?~x ^ ·- A 5: A I VAi? J.---1 ^ ! vtCv I? "fS>s ; Y^? , ffiliilf^s ,H> lZ3 -O 1 / \ *> 8301794