NL192894C

NL192894C - Spelinrichting.

Info

Publication number: NL192894C
Application number: NL8301794A
Authority: NL
Original assignee: Gauselmann Paul
Priority date: 1982-05-29
Filing date: 1983-05-19
Publication date: 1998-04-02
Also published as: NL192894B; NL8301794A; DE3220395A1; DE3220395C2

Description

1 192894

Spelinrichting

De onderhavige uitvinding betreft een inrichting voor het spelen van een spel door een speler, omvattende: een speleenheid met telmiddelen voor registratie van een tegoed aantal spelen en vrijgave van de 5 speleenheid; met de speleenheid verbonden bedieningsmiddelen voor bediening van de inrichting door de speler, althans met ten minste één besturingselement voor besturing van het spel en een met de telmiddelen verbonden munt-intwerpeenheid om het tegoed aantal spelen met een waarde van in te werpen muntstuk overeenkomend aantal te verhogen; en 10 met de telmiddelen verbonden toekenningsmiddelen om een aantal vrijspelen aan het tegoed aantal spelen toe te voegen.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage DE-A-2.901.490, waarin de speleenheid dient voor het spelen van een kansspel, waarbij op basis van de spelresultaten van het kansspel een bijzonder spel, zoals een vrij spel, kan worden aangevangen of aan het tegoed aantal spelen kan worden 15 toegevoegd.

De inrichting volgens de bekende techniek heeft als nadeel, dat vrijspelen alleen kunnen worden verkregen als direct gevolg van het spelen van een spel; op basis van het spelresultaat.

De uitvinding beoogt althans het bovengenoemde bezwaar weg te nemen, en verschaft hiertoe een inrichting, met het kenmerk, dat de toekenningsmiddelen een met de bedieningsmiddelen en de telmiddelen 20 verbonden toevalsschakeling omvatten, welke in reactie op bediening van het besturingselement of de muntinwerpeenheid in werking stelbaar is om onafhankelijk van een spelresultaat het tegoed aantal spelen met een aantal vrijspelen te verhogen.

Met de toevalsschakeling in de inrichting volgens de onderhavige uitvinding wordt een aanvullende dimensie aan het spelen met de inrichting toegevoegd, hetgeen bijdraagt tot verhoging van de aantrekkings-25 kracht van de inrichting. Hierdoor wordt de spelen bovendien gestimuleerd verder te spelen.

Verder gunstige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding blijken uit de overige onderconclusies.

Een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is aan de hand van de tekening nader beschreven. De 30 enige figuur van de tekening toont een schakelschema van de inrichting volgens de uitvinding.

De inrichting bevindt zich in een beeldschermtoestel, dat op zijn bedieningslessenaar onder andere twee bedieningsknoppen draagt, waarmee ofwel een één-man-spel of een twee-man-spel wordt ingesteld, nadat het toestel met voldoende munten is gevoed.

De signalen van de bedieningsknoppen komen in de ingangen 1 respectievelijk 2 van de inrichting via 35 een OF-poort 3 in de instel-ingang S van een monoflop 4. Een derde ingang 5 van de OF-poort 3 ontvangt via een hoogdoorlaatfilter 6 bij het inschakelen van het speeltoestel een instel-impuls voor de monoflop 4.

De standtijd van de monoflop 4 van een half uur wordt verkregen met een RC-schakeling 7, 8. Door middel van schakelaars 9 en 9' kan aan de condensator 8 een tweede en/of een derde condensator 8' respectievelijk 8" parallel worden geschakeld, zodat ook standtijden van 1 uur, 11/2 resp. 2 uur instelbaar 40 zijn.

Na afloop van de standtijd valt de monoflop 4 terug in zijn stabiele toestand, waarbij de uitgang Q een H-signaal (hoog-signaal) voert, dat via een OF-poort 10 naar de impulsinstel-ingang 11 van een tweede monoflop 12 loopt. Gedurende de standtijd, die door een RC-schakeling 13 op enige seconden is bepaald, geeft de Q-uitgang 14 een H-signaal af, dat via een EN-poort 15 op een uitgang 16 staat. De uitgang 16 is 45 verbonden met een niet weergegeven geheugen, dat door muntsignalen wordt geïncrementeerd. De muntsignalen komen normaal van een muntcontact M, dat een deel van een niet weergegeven muntinvoer-orgaan is. De signalen op de uitgang 16 worden eveneens muntsignalen genoemd; deze veroorzaken vrije spelen.

De EN-poort 15 wordt gestuurd door de Q-uitgang 17 van een stuurimpulsherkenner voor het door-50 schakelen van het muntsignaal. De stuurimpulsherkenner omvat een derde monoflop 18, die via een bijbehorend hoogdoorlaatfilter 19 door de ingangen 1 en 2, voor zover deze stoorimpulsen voeren, na-triggerbaar wordt ingesteld, waarbij de ingangsleidingen die naar de bedieningsknoppen B1 en B2 voeren als antenne werken. De standtijd van de derde monokop 18 is door een RC-schakeling 20 slechts éénderde van de standtijd van de tweede monoflop 12, zodat alleen zich herhalende stoorimpulsen de 55 afgifte van het muntsignaal kunnen verhinderen.

Het H-signaal van de monoflop 4 komt ook op een activeringsingang 21 van een astabiele multivibrator 22, waarvan de uitgang 23 een relais 24 intermitterend bekrachtigt. Een relaiscontact 25 sluit intermitterend

Claims

1. Inrichting voor het spelen van een spel door een speler, omvattende: 45 een speleenheid met telmiddelen voor registratie van een tegoed aantal spelen en vrijgave van de speleenheid; met een speleenheid verbonden bedieningsmiddelen, bestemd voor bediening van de inrichting door de speler, althans omvattende ten minste één besturingselement voor besturing van het spel en een met de teleenheid verbonden muntinwerpeenheid om het tegoed aantal spelen met een waarde van in te werpen 50 muntstuk overeenkomend aantal te verhogen; en met de telmiddelen verbonden toekenningsmiddelen om een aantal vrijspelen aan het tegoed aantal spelen toe te voegen, met het kenmerk, dat de toekenningsmiddelen een met de bedieningsmiddelen en de telmiddelen verbonden toevalsschakeling (27-41) omvatten, welke in reactie op bediening van het besturingselement of de muntinwerpeenheid in 55 werking stelbaar is om onafhankelijk van een spelresultaat het tegoed aantal spelen met een aantal vrijspelen te verhogen.

1-Hz-impuls - deze kan tot een seconde lang duren - wekt de startschakeling 29 een afzonderlijke impuls op die enerzijds een monofiop 31 met een standtijd van twee seconden en anderzijds een flipflop 32 instelt. 15 De geactiveerde monofiop 31 spert na afloop van zijn standtijd de overdracht toelatende toestand van de startschakeling 29 via de D-ingang daarvan, stelt een andere monofiop 33 in, welke monofiop 33 gedurende zijn standtijd van 4 seconden een naar de OF-poort 25 voerende EN-poort 34 voor het doorschakelen van een vrij-spel-gevend signaal gereed houdt. Een uitgang 35 van de flipflop 32 stuurt een functiegenerator 36 waarvan de uitgangsspanning de 20 frequentie van een spanningsgestuurde oscillator 37 voert voor het doorschakelen van een tientraps ringteller 38. De doorschakelfrequentie neemt steeds meer af, en de ingestelde monofiop 33 onderbreekt de doorschakeling van de ringteller 38 gedurende vier seconden. De tien uitgangen van de ringteller 38 zijn telkens verbonden met een licht-emitterende diode 39, waarvan er één 40 een andere kleur heeft dan de resterende negen. De met de anders gekleurde 25 licht-emitterende diode 40 verbonden uitgang 41 is ook verbonden met de tweede ingang van de voorbereide EN-poort 34, zodat een vrij-spel-gevend signaal via de OF-poort 25 in de impuls-instel-ingang 11 van de tweede monofiop 12 terechtkomt, wanneer de anders gekleurde licht-emitterende dioden 40 het laatst oplicht. Na verloop van de standtijd van de monofiop 33 veroorzaakt deze de blokkering van de NE-poort 34, het 30 terugstellen van de flipflop 32 en wordt de onderbreking van de doorschakeling van de ringteller 38 opgeheven, zodat de licht-emitterende dioden 39 en 40 doorgaand met een constante frequentie worden aangestuurd. De licht-emitterende dioden 39 en 40 zijn in de nabijheid van het beeldscherm voor de speler zichtbaar onder een afdekschijf in een cirkel aangebracht. Bij het niet gebruiken van het toestel werken deze als 35 aandachttrekker. Met de uitgang 35 van de flipflop 32 is ook een ingang van een EN-poort 42 verbonden, zodat de doorschakelimpulsen, die bij de in werking zijnde toevalsgenerator naar de ringteller 38 worden gevoerd, ook op de uitgang 43 van de EN-poort 42 staan. De uitgang 43 is via een versterker 44 verbonden met een luidspreker 45, zodat de doorschakelimpulsen bij het benutten van een vrij spel hoorbaar zijn. 40

2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een de vrij-spel-afgifte kortstondig onderbrekende 3 192894 stuurimpulsherkenner (17-19) door schakeling van een van de muntinwerpeenheid afkomstig muntsignaal.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de toevalsschakeling (27-41) een start-vertragingsschakeling (29,30) met willekeurige vertragingstijden omvat, die het stilzetten van een door een oscillator (37) doorschakelbare ringteller (38) op een willekeurige teltrap regelt en dat één van de teltrappen 5 over het afgeven van een vrij spel beslist.

4. Inrichting volgens conclusie 3, gekenmerkt door met de teltrappen van de ringteller (38) verbonden lichtafgevende organen (39,40) waarvan het met de vrije spel afgevende teltrap verbonden lichtafgevende orgaan (40) in een van de overige lichtafgevende organen (39) afwijkende kleur oplicht.

5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de oscillator (37) een door een functiegenerator 10 bestuurde (36) spanningsgestuurde oscillator is.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de oscillator (37) via een gestuurde schakelaar (42) met een luidspreker (45) verbonden kan worden. Hierbij 1 blad tekening