NL8301559A - Werkwijze voor het vervaardigen van een magnetisch opname-medium met een kalanderbehandeling. - Google Patents

Description

* VO 4801

Werkwijze voor het vervaardigen van een magnetisch opname-medium met een kalanderbehandeling._

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een magnetisch opname-medium, en meer in het bijzonder op een kalanderbehandeling voor een magnetische laag.

Verscheidene middelen zijn gebruikt om het oppervlak van een 5 magnetische laag van een magnetische opnameband van het beklede type glad te maken. In het algemeen wordt een kalanderbehandeling uitgevoerd om het beklede oppervlak glad te maken nadat een magnetische laag is aangebracht op een niet-magnetische drager in een^werkwijze voor het vervaardigen van een magnetische opnameband van het beklede type. Er 10 is echter geen voldoende gladheid van het oppervlak bereikt om opname met hoge dichtheid te realiseren.

Doel van de uitvinding is om een magnetisch opname-medium te verschaffen met uitstekende gladheid van het oppervlak.

Een ander doel van de uitvinding is om een magnetisch opname-15 medium te verschaffen met verbeterde ëiektro-magnetische eigenschappen.

De onderhavige uitvinders hebben onverwachts gevonden dat verbeterde resultaten kunnen worden gerealiseerd door de omstandigheden voor de kalanderbehandeling te veranderen en hebben daarmee deze uitvinding gerealiseerd.

20 Dit houdt in, dat de doeleinden van de uitvinding kunnen worden gerealiseerd door een magnetisch opname-medium dat vervaardigd wordt door een magnetische laag aan te brengen op een niet-magnetische drager en de magnetische laag.te voeren door een vochtige zone met een relatieve vochtigheid van niet minder dan 60 % voorafgaande aan of tijdens een 25 kalanderbehandeling. Door de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding te gebruiken kan een betrekkelijk lange tijdsperiode verstrijken tussen de plaatsing van de ferromagnetische laag op de dragerbasis en de kalanderbehandeling zonder dat ongewenste effecten optreden zoals verslechteringen van de dLektro-magnetische eigenschappen en de opper-30 vlakte eigenschappen op het vervaardigde opname-medium. Verder kan het resulterende opname-medium op regelmatige wijze in de vorm van een rol worden opgewonden, zodat de randen op lijn in een enkel vlak worden gebracht. Als gevolg daarvan kan een daarop volgende stap (bijvoorbeeld een snij-stap) met gemak worden uitgevoerd.

8301559 -2-

De figuren 1, 2, 3, 4, en 5 zijn schematische aanzichten,, die verschillende in verband met de onderhavige uitvinding toegepaste ka-landerbehandelingen tonen;

Fig. 6 is een schematisch aanzicht, dat de kalanderbehandeling 5 volgens de onderhavige uitvinding toont die uitgevoerd wordt terwijl de beklede basis onderworpen wordt aan een atmosfeer met een relatieve vochtigheid van niet minder dan 60 %; en

Fig. 7 is een grafiek die het verband toont tussen de vochtigheid gedurende de kalanderbehandeling en de glans van het oppervlak.

10 Een inrichting voor de kalanderbehandeling is een algemeen toe gepaste inrichting en voorbeelden daarvan worden beschreven in de Japanse octrooipublicaties 14390/65, 37523/76, 17404/77, de Japanse octrooiaanvragen (OPI) 103404/76, 12405/78, 46264/79, 111308/79 en het Amerikaanse octrooischrift 4.128.053 (die door verwijzing hierin begre-15 pen moeten worden geacht om een dergelijke inrichting te beschrijven).

De figuren 1 tot 6 zijn diagrammen die een inrichting tonen die gebruikt is voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding.

In de figuren 1 tot 4 wordt een magnetisch opname-medium 1, vervaardigd door een magnetische laag op een drager te bekleden, geleid 20 naar secties voor de kalanderbehandeling. De secties waar de kalanderbehandeling wordt uitgevoerd, bestaan in hoofdzaak uit een combinatie van 2 of meer walsen, gekozen uit een metalen wals 2, een vezelwals 3 en een kunststofwals 4 met of zonder elastische band 5 of een elastische wals 6. In fig. 6 wordt een inrichting voor een kalanderbehande-25 ling getoond, die zich bevindt in een ruimte 7 die polyëthyleen terefta-laat omvat, met een inlaat 8 daarin waar langs stoom wordt geïntroduceerd. De inlaat 8 bevindt zich in een bovengedeelte van de ruimte.

Wanneer een kalanderbehandeling wordt uitgevoerd met behulp van de bovenstaand beschreven inrichting, passeert een magnetische laag 30 door een vochtige zone met een relatieve vochtigheid van 60 % of meer, bij voorkeur niet minder dan 70 % relatieve vochtigheid en liever een relatieve vochtigheid van niet lager dan 85 %. De hier gebruikte term "vochtige zone" duidt op een gebied met een relatieve vochtigheid van 60 % of meer waaraan de magnetische laag wordt blootgesteld en waarin 35 hij wordt behandeld voordat hij in een inrichting wordt geïntroduceerd voor een kalanderbehandeling, of duidt op een dergelijk gebied in een inrichting voor een kalanderbehandeling. Meer specifiek moet de op een 830 1 5 5 9 '...... .........

? .* -3- drager aanwezige magnetische laag zich in een vochtige toestand bevinden wanneer hij aan de kalanderbehandeling wordt onderworpen. Daartoe is het belangrijk dat de magnetische laag onder een vochtige toestand van niet minder dan 60 % relatieve vochtigheid en bij voorkeur niet minder dan 5 70 % relatieve vochtigheid wordt gebracht voordat of gedurende de tijd dat de magnetische laag aan een kalanderbehandeling wordt onderworpen.

De temperatuur waarbij de kalanderbehandeling wordt uitgevoerd o is een gebruikelijk toegepaste temperatuur, bij voorkeur 5 tot 40 C en liever 10 tot 35°C.

10 De temperatuur van de metalen wals voor de kalander is bij voor keur 30 tot 120°C en liever 50 tot 100°C.

De druk tussen de kalanderwalsen bedraagt bij voorkeur 50 tot 500 kg/cm lineaire druk.

Elastische walsen die voor het kalanderen gebruikt worden, om-15 vatten een vezelwals zoals een katoenwals of een filmatwals; een kunst-stofwals zoals een nylonwals of een epoxywals; een rubberwals en walsen die gebruikt kunnen worden voor het vervaardigen van een magnetisch op-nameband. De samenstelling van het materiaal is niet bepaald beperkt en conventionele elastische walsen kunnen worden gebruikt. Verder kunnen 20 koolstofzwart of vulstof (bestrekt pigment, bijvoorbeeld CaCOg en talk) aan de elastische wals desgewenst worden toegevoegd.

Werkwijzen voor het verhitten van de metalen wals omvatten een verhittingsmethode met heet water en een warmte-overdrachtswalsmethode, waarvan de laatstgenoemde methode de voorkeur heeft. De toegepaste 25 methode is niet bepaald in deze uitvinding beperkt.

De van een magnetische laag voorziene niet-magnetische drager kan een drager zijn zoals gebruikelijk voor een magnetisch opname-medium wordt toegepast zoals polyethyleen tereftalaat, triacetylcellulose, polyethyleen naftalaat, polyamide of polyimide, als ook een kunststof-30 film met daarop gedampt aluminium, of een kunststof film die met een ruglaag is bekleed, welke koolstofzwart, een fijn strekpigment en een bindmiddel bevat, of een film met tweevoudig oppervlak. Hiervan heeft polyethyleen tereftalaat bijzonder de voorkeur met het oog op zijn sterkte, chemische bestendigheid, stabiliteit en kosten. De dikte van 35 de drager bedraagt gewoonlijk 3 tot 100 μπι en. liefst 5 tot 30 pm.

Bruikbare ferromagnetische deeltjes voor de magnetische laag omvatten y-Fe^Q^, Fe3°4' ί’βΟχ(1,5 < x <^1,33), kobalt-bevattend y-Pe^O^, 8301559 « ΐ -4- kobalt-bevattend FeO , CrO , een. legeringspoeder zoals Fe-Ni of Fe-Ni-

X iL

Co. Het legeringspoeder dat met het oog op een anti-corrosiebehandeling aan een oppervlakte-behandeling is onderworpen, heeft bijzondere voorkeur.

5 Bruikbare bindmiddelen omvatten die welke gebruikelijk voor een magnetisch opname-medium worden toegepast zoals polyvinyl chloride, een copolymeer van vinyl chloride-vinyl acetaat, een copolymeer van vinyl chloride-vinyl acetaat met een carboxylgroep, een copolymeer van vinyl chloride-vinyl acetaat dat vinyl alcohol bevat, polyvinylideen 10 chloride, een copolymeer van vinylideen chloride-acrylonitrile, een cellulose derivaat zoals nitrocellulose, acrylonitrile-butadieen rubber, styreen-butadieen rubber, polyester, epoxyhars polyisocyanaat of polyamide. Copolymeren van vinyl chloride-vinyl acetaat met een carboxylgroep of die vinyl alcohol bevatten, nitrocellulose en polyisocyanaat 15 worden in verband met de onderhavige uitvinding bij voorkeur toegepast.

Bet bindmiddel wordt in het algemeen gebruikt in een hoeveelheid van 3 tot 100 gew.dln, bij voorkeur 5 tot 80 gew.dln, liever 10 tot 50 gew.dln per 100 gew.dln ferromagnetische deeltjes.

Bruikbare smeermiddelen omvatten paraffine, vloeibare paraffine, 20 vetzuren zoals olelnezuur of stearine zuur, vetzuuresters zoals butyl-stearaat of ethylstearaat, siliconenolie, vetzuur gemodificeerde siliconen, fluortype oliën, zoals CRYTOX of Difloil en vaste smeermiddelen zoals ketonwas, grafiet of MoS^. Hiervan hebben vetzuren, vetzuuresters en siliconenolie' de voorkeur. Het smeermiddel kan in een magnetische 25 laag worden toegevoegd in een hoeveelheid van 0,05 tot 30 gew.dln, bij voorkeur 0,5 tot 10 gew.dln, liever nog 0,5 tot 5 gew.dln per 100 gew.dln ferromagnetische deeltjes.

Indien nodig kunnen een weekmaker zoals DBP of TPP, een disper-geermiddel zoals lecithine of Tenlo, een schuurmiddel zoals Cr2°3' 30 alumina, SiC of α-ijzeroxide en een anti-statisch middel zoals kool-stofzwart aan een magnetische laag worden toegevoegd om goede eigenschappen te verkrijgen. Het schuurmiddel en het anti-statisch middel kunnen in een magnetische laag worden toegevoegd in de bereiken van 0,1 tot 30 (bij voorkeur 1 tot 5) gew.dln respectievelijk 0,1 tot 30 35 (bij voorkeur 2 tot 20) gew.dln per 100 gew.dln ferromagnetische deeltjes.

De magnetische laag wordt op een conventionele wijze op een niet- 8301559 i i -5- magnetische drager aangebracht. De dikte van de magnetische laag bedraagt gewoonlijk 1 tot 10 ym, bij voorkeur 3 tot 8· ym.

De uitvinding zal aan de hand van de voorbeelden nader worden toegelicht. De uitvinding is echter niet tot deze voorbeelden beperkt.

5 In de voorbeelden en de vergelijkingsvoorbeelden slaat delen op gew.dln. Voorbeeld I. delen

Ferromagnetische deeltjes (Co-bevattend y-Fe^g/ Hc: 660 Oe, langste as: o,4 ym) 100

Nitrocellulose 8 10 Polyurethaanhars 3

Polyisocyanaat 3

Siliconenolie ‘ 0,5

Koolstofzwart 7

Cr2°3 2/5 15 Oplosmiddel (n-butyl acetaat/tolueen = 7/3 300

De bovenstaande samenstellingen (delen naar vaste stof gehalte) werden in een kogelmolen gemengd teneinde een bekledingsamenstelling te bereiden, die bekleed werd op een polyethyleentereftalaatfilm met een dikte van 15 ym. De opgewonden rol werd aan een fcaiandgrhghandAi -tng 20 onderworpen in een kalanderruimte met behulp van een inrichting zoals getoond in fig. 5 bij 20°C en een relatieve vochtigheid van 50 %. In fig. 5 waren de temperatuur en de vochtigheid 20°C en 85 % relatieve vochtigheid bij punt A.

De metalen wals werd tot 70°C verwarmd, en draaide met een snel-25 heid van 60 m/min en de lineaire druk tussen de onderste metalen wals 2 en een elastische wals 6 bedroeg 290 kg/cm.

De band werd direct voor de kalanderbehandeling partieel bevochtigd door een ultrasone bevochtigingsinrichting.

Het tijdsverloop tussen de bekleding van de magnetische samen-30 stelling en de onderwerping van de magnetische band aan de kalanderbehandeling bedroeg 0,5, 1, 10, 24 en 72 uren. Elke band werd gesneden tot een breedte van 1,27 cm teneinde VHS type video cassette monsters No's 1, 2, 3, 4 en 5 te vervaardigen.

Vergelijkingsvoorbeeld 1.

35 Dezelfde procedure als in voorbeeld I werd herhaald voor het vervaardigen van de monsters No's 6, 7, 8, 9 en 10 met een verstrijken van 0,5, 1 , 10, 24 en 72 uren tussen de bekleding van de magnetische 8301559 - + ?; -6- laag en de kalanderbehandeling, behalve dat elke band niet partieel bevochtigd Werd door een ultrasone bevochtigingsinrichting en dat de vochtige zone werd ingesteld op een relatieve vochtigheid van 50 % bij 20°C.

5 Voorbeeld II.

Dezelfde procedure als in voorbeeld I werd herhaald voor het vervaardigen van monster No. 11,met een verstrijken van 24 uren tussen de bekleding van de magnetische laag en de kalanderbehandeling, behalve dat de vochtigheid op punt A in fig„ 5 70 % relatieve vochtigheid was.

10 Vergelijkingsvoorbeeld 2.

Dezelfde procedure als in voorbeeld I werd herhaald voor het vervaardigen van monster No. 12, met een verstrijken van 24 uren tussen de bekleding van de magnetische laag 'en de kalanderbehandeling, behalve dat de vochtigheid op punt A in fig. 5 30 % relatieve vochtigheid was.

15 De resultaten van evaluaties van de monsters No's 1 tot 12 worden in tabel A getoond.

8301559 -7- s

UhO«J03n1(I1W^WMh 'q ^

• rt (D H

I . . . . S Ut <? H ‘ ' ? O1 ® S' □ SSSSH ® H ® M _» ® h· ro

N3 H

Qi X 0i H-

3 O iQ Hi CO I

— < 1 to CO <1 w ^ "J ^ _ Ê S ΰ 'ui w s § f 13 SS s so | s | n° n° .. n° .... ? a § ^ 13 ' ' = = ' ' ' n hj jj, SS S 3 11»

* <1> 1 1 1? s M

§ s s § >

ü3 < O

l-J. I—»- i—» i—k 1—>- I—»· 1—»· I—1· M {^2 »-υινοίοωσισ>σι<5^^^ § 2.15 οιυιοοωουιυΐ'ώοοο mit®

® i I

H iQ < , , I I I I I I I Η1 ® H· io^w^^oooooo ^3-oro οωουιωωωωι-1 H®|| & l b L b bbbaoooo ||α COUlUll-^CTl'JO'1-^ W 0 see _ P· ® H·

ο η» Ι-» i-» Ι-» ^ 5; 5J

OUlOUl^mCDtOtO^UJU) ^ ® J

H H> Λ 3 s 8301559 _ ·# 7- -8-

Met het verstrijken van langere tijdsperioden tussen de bekledings-stap van de magnetische laag en de kalanderbehandeling, namen de op-pervlakteglans, de video-gevoeligheden en het video S/N (signaal/ruis) van de vergelijkingsmonsters No's 6 tot 10 af, maar die van de monsters 5 No's 1 tot 5 van voorbeeld I namen niet af. Monster No. 12 dat onderworpen was aan een kalanderbehandeling bij een extreem lage vochtigheid, vertoonde lage oppervlakteglans, video-gevoeligheden, en video S/N en een frequent uitvallen. Het uitvallen werd veroorzaakt door het aan de band gehechte stof.

10 De monsters No.'s 1 tot 5 en 11 liepen met minder zigzag-bewe- gingen bij vergelijking met de monsters No's 6 tot 10 tijdens de kalanderbehandeling. Derhalve was de opgewonden vorm van monsters No's 1 tot 5 en 11 na de kalanderbehandeling goed en lagen de randen op lijn in éën enkel vlak. Omdat de opgewonden vorm van monster No. 12 slecht was, 15 moest monster No. 12 opnieuw worden opgewonden met een opwindapparatuur met een lage snelheid van 2 m/sec. teneinde monster No. 12 in de volgende stap te snijden.

Het was uit de monsters No's 1 tot 12 duidelijk dat bij de vochtigheid van 60 % relatieve vochtigheid, goede resultaten verkregen 20 konden worden.

Het is buitengewoon voordelig om een werkwijze te hebben voor het vervaardigen van een magnetisch opnaune-medium waarbij de eigenschappen van het medium niet afhangen van het tijdsverloop tussen de bekledingsstap van de magnetische bekledingssamenstelling en de kalan-25 derbehandeling. In de nabije toekomst zal steeds meer vraag zijn naar banden met langere duurzaamheid en zal een neiging bestaan om de hoeveelheid hardingsmiddel bij het bereiden van een harder binder-samen-stelling te vergroten.

De onderhavige uitvinding is buitengewoon significant in het 30 licht van de bovenstaande voordelen. De uitvinding wordt geacht effectief te zijn omdat een kleine hoeveelheid water onmiddellijk voorafgaande aan de kalanderbehandeling aan het magnetische opname-medium wordt gebonden, welke hoeveelheid water als weekmaker optreedt tijdens de kalanderbehandeling waarbij de vorming van de beklede laag wordt 35 verbeterd.

Drie dagen na de kalanderbehandeling werd een rol die aan de kalanderbehandeling was onderworpen, gesneden tot een breedte van 1,27 cm 8301559 .........................

% -9- en werden de magnetische lagen van de monsters No. 4 en 9 getest op hun oplosmiddel-bestandheid, waarbij methylethylketon werd gebruikt. Gevonden werd dat monster No. 4 volgens de uitvinding een opmerkelijk betere oplosmiddel-bestandheid vertoonde dan het monster No. 9.Gemeend 5 wordt dat water in een vochtige zone bijdraagt aan een harding van het poly-isocyanaat hardingsmiddel.

Voorbeeld III.

delen

Ferromagnetische deeltjes (Fe-Ni legeringspoeder, 10 Fe/Ni - 9/1, Hc: 1250 Oe, langste as: 0,3 ym 100

Vinyl chloride-vinyl acetaat copolymeer 6

Nitrocellulose 3

Nitrilbutadieenrubber 1 15 ct-A &203 3

Polyisocyanaat 9

Lecithin'e 0,5

Oleinezuur 1

Oplosmiddel 20 (methylethylketon/cyclohexanon = 4/6) 350

De bovenstaande samenstelling werd gedispergeerd in een zand-maler teneinde een magnetischsbekledingssamenstelling te bereiden, die vervolgens op een polyethyleen tereftalaat film met een dikte van 15 ym werd bekleed. De magnetische laag werd onderworpen aan een kalan-25 derbehandeling met een kalanderapparatuur zoals getoond in fig. 6 teneinde een magnetische band te vervaardigen met een breedte van 1,27 cm.

De kalanderapparatuur werd zodanig met een polyethyleen terefta-laatfilm afgedekt dat het volume van de vochtige zone klein werd ge-30 maakt. Daarna werd stoom in de zone geïntroduceerd zoals in fig. 6 getoond, teneinde de vochtige zone homogeen vochtig te maken. De temperatuur van de vochtige zone bedroeg 18°C voor de bevochtiging en bereikte gedurende de kalanderbehandeling 28°C.

De vochtigheid op de punten A, B, C en D in de vochtige zone 35 was ongeveer 95 % relatieve vochtigheid en bijna 100 % relatieve vochtigheid.

De temperatuur van de metalen wals werd ingesteld op 85°C, de draaisnelheid was 40 m/min. met een lineaire druk van 360 kg/cm. De 8 3 0 1 55 9 ” -10- kalanderbehandeling werd drie keer uitgevoerd. De monsters No's 13 tot 17 werden vervaardigd met een verstrijken van 0,5, 1, 10, 24 en 72 uren tussen de bekleding van de magnetische laag en de kalander-•behandeling.

5 Vergelijkingsvoorbeeld 3.

Dezelfde procedure als in voorbeeld III werd herhaald, behalve dat de temperatuur en de vochtigheid op de punten A, B, C en D in fig. 6 28°C en 50 % relatieve vochtigheid waren, teneinde monsters No's 18 tot 22 te vervaardigen met een tijdsverloop van 0,5, 1, 10, 10 24 en 72 uren tussen de bekleding van de magnetische laag en de kalan- derbehandeling.

De resultaten van de monsters No's 13 tot 17 en 18 tot 22 zijn in tabel B getoond.

8301559 ï >% _ » -11- Λ

Mi-'Oioiii'jffiWfcw om • <Τ Φ Η < < it $ 5 Ο ® 0

$ OHO

= = = =5 a«Q a.

. H O' <0 Ö*

SS5SH Π> I—* iD

u Η ® Η· Φ Η» U· H Οι Λ· Ol H·

3 O

iQ Mi m

SKS-oSKo-o êjsS

“ "So» wf§ 1 s s rs? a n° o° S s I » § 8 » " ui ό 2! 2. m

o Ü1 rt· ff M

H* 3 dp dP tQ 3 Γ1

W I H

» § »

<Q < O

vlOMWCIlOHHl-M g g. *0 OOOOOUlOUlCDO 3 Λ ®

B ft π (9 I I

H <Q <J

I I I I I I I *—· H· ffi K· i * u Μ Γ ο ο ο ο o a

OtnOOO'JWH» ^ ® ® O

0.

fffllll) #»»» 01 ^ » « * * f f ? ° ° ° g^s; ooooooui»-* - g S <3 3 I »J ¢. <T> U1 >-* »-* ►* ** h* ® I OLnOUiifrt'^^w'J1 p <

— HP Μ M Φ 3 N

8301559 -12-

Dezelfde resultaten als in de vergelijking van de monsters No's 1 tot 5 en 6 tot 10 werden verkregen wanneer de monsters 13 tot 17 met de monsters 18 tot 22 werden vergeleken. In deze voorbeelden werden de eigenschappen van het magnetische opname-medium in hoge mate be-5 invloed door veranderingen in vochtigheid.

Vergelijkingsvoorbeeld 4.

Dezelfde procedure die gebruikt was voor het vervaardigen van de magnetische opnameband van monster No. 9 in vergelijkingsvoorbeeld 1 werd herhaald. Nadat de kalanderbehandeling was beëindigd, werd de 10 opgewonden massarol in een vochtige zone gebracht bij 50°C, 50 % relatieve vochtigheid gedurende 48 uren, en tot een breedte van 1,27 cm gesneden teneinde een videoband'te vervaardigen (monster No. 23).

De resultaten waarbij de monsters No's 4, 9 en 23 werden vergeleken, zijn in tabel C weergegeven.

8301559 -13- Ξ to as OJ VO 0 to

• ft (D H

® O (D O

Η H H OHO

< U3 H <Q H

^ . tr® tr

(D H (D

Η» {D H· (D

h* «-<· H 0» ** Qi H- S 0 iQ Mj w <J h3 C fl) H· to H H UJ.

- s £i (B H Qi 3 0 ffl 0 I Ό 3 S* to 3 3 to 3* fl> ft o hs o rosm

0X3 0 H· . J J

nsft η ST & Q. « >

CD 3 (0 uj 5 SL M

UI ftX O £+ ft W

m <b H· 3

*» H 3 S <*> «3 g M

® & _ I H

« 3 ffl a t·* H· 5 n <β <3 0 H* M- I-1 f“* H *0 0 to to g 3 *3 VD Ο O 3 ?? fl>

ffl rt H fl> I

H iQ < 1 I 1 *-» H- <D H- O to to & <£, < g* ^ ^ ffl 3* 0 ® i_>. ui O’ — (D <& 0

Η· I I

Qi [ I —. 03 < ° t> &^ε

i—b H* '—t (D

0

Mb M 3 S' 3 O .&· Ui H· ® tt 3 5 tv • » <

- H 3 H* K (D 3 N

< ffl Ο Ο ο ® Ω

b ^ Η XT

Ο Ο O — < 3 h— Q H* # 0 H* ο ui co ^ I Hi H- s 8301559 - -14-

„ J V

Monster No. 9 is een vergelijkingsmonster, waarin de hittekrimp was verwijderd en de door schuiven veroorzaakte vervorming werd verbeterd. Monster No. 9 werd vervaardigd overeenkomstig de Japanse oc-trooipublicatie 29501/80. Bij vergelijking met monster No. 4 volgens 5 de uitvinding, was monster No. 9 slechter wat oppervlakte-gladheid, video-gevoeligheid en video S/N betrof.

Metingen van de magnetische opname-media werden met de volgende methoden uitgevoerd.

Video-gevoeligheid: 10 De video-gevoeligheid is het reproduktie-resultaat (output) bij 4 MHz gebruikmakende van een VHS type VTR ("NV-8800", vervaardigd door Matsushita Electric Co., Ltd.) bij vergelijking met een referentie-band. Waar het magnetische opname-medium gebruikmakend van een metalen legering wordt gebruikt, wordt het reproduktie-resultaat bij 5 MHz 15 vergeleken met een referentieband gebruikmakend van een VTR waarvan de magnetische opname- en reproduktiekop gevangen is door een sendust-kop. Video S/N-verhouding;

De video S/N is een S/N bij 10 KHz tot 4 MHz, die verkregen wordt door correctie van de zichtbare gevoeligheid.

20 Oppervlakteglans;

De oppervlakteglans is de glans van het oppervlak van de magnetische opname-laag, gemeten door een glansmeter die vervaardigd is door Suga Tester Co., Ltd. üitval: 25 De uitval is een met het blote oog gemeten uitval van meer dan 1/3 Ξ, waar een grijs schaalsignaal wordt opgenomen en gereproduceerd op een monitor.

Schuiven ("Skew");

Met schuiven wordt de schuifvervorming per cm bedoeld, die is 30 omgezet door de dimensionele verandering (%). De schuifvervorming wordt gemeten op een 48 cm TV waarop een signaal is gereproduceerd dat op een video-band is opgenomen en dat gedurende 7 dagen bij 50°C en een relatieve vochtigheid van 30 % aan een thermische behandeling is onderworpen.

35 Hoewel de uitvinding in detail is beschreven onder verwijzing naar specifieke uitvoeringsvormen daarvan, zal het de deskundige duidelijk zijn dat verscheidene veranderingen en modificaties kunnen worden 8301559 -15- aangebracht render dat daarmede de uitvindingsgedachte wordt verlaten.

* 0 83 0 1 5 5 9 —- -

Claims (8)

1. Werkwijze voor het produceren van een magnetisch opname-medium, omvattende de stappen van het verschaffen van een ferromagnetische bekledingslaag op een niet-magnetische dragerbasis teneinde een beklede basis te verkrijgen; het onderwerpen van de beklede basis aan 5 een atmosfeer met een relatieve vochtigheid van niet minder dan 60 %; en het onderwerpen van de beklede basis aan een kalanderbehandeling.

" 2. Werkwijze voor het produceren van een magnetisch opname-medium volgens conclusie 1, waarbij de beklede basis onderworpen wordt aan de atmosfeer met een relatieve vochtigheid van niet minder dan 60 % 10 voorafgaande aan de kalanderbehandeling.

3. Werkwijze voor het produceren van een magnetisch, opname-medium volgens conclusie 1, waarbij de beklede basis wordt onderworpen asm de atmosfeer met een relatieve vochtigheid van niet minder dan 60 % tijdens de kalanderbehandeling.

4. Werkwijze voor het produceren van een magnetisch opname-medium volgens conclusie 1, waarbij de atmosfeer een relatieve vochtigheid van niet minder dan 70 % heeft.

5. Werkwijze voor het produceren van een magnetisch opname-medium 'volgens conclusie 4, waarin de atmosfeer een relatieve vochtigheid van 20 niet minder dan 85 % heeft.

6 Werkwijze voor het produceren van een magnetisch opname-medium volgens conclusie 1/ waarbij de kalanderbehandeling wordt uitgevoerd bij een temperatuur in het gebied van 5 tot 40°C.

7. Werkwijze voor het produceren van een magnetisch opname-medium 25 volgens conclusie 6, waarbij de kalanderbehandeling wordt uitgevoerd bij een temperatuur in het gebied van 10 tot 35°C.

8. Werkwijze voor het produceren van een magnetisch opname-medium volgens conclusie 1, waarbij de kalanderbehandeling wordt uitgevoerd met behulp van een metalen wals met een temperatuur binnen het gebied 30 van 30 - 120°C, gebruikmakend van een lineaire druk in het gebied van 50 tot 500 kg/cm. 8301559