NL8301153A - Verbeteringen bij of met betrekking tot chirurgische instrumenten. - Google Patents

Description

* , * \

CS

Verbeteringen bij of met betrekking tot chirurgische instrumental.

De onderhavige uitvinding betreft verbeteringen bij of met betrekking tot chirurgische instrumenten en in het bij zender een instrument voor de intubatie van de cervix.

De intubatie van de cervix verschaft een toegang tot de 5 uterus en tot de eileiders. Deze wordt bijvoorbeeld gebruikt wanneer men een bevrucht ei wil inplanteren of bij bepaalde werkwijzen, die de eileiders betreffen.

Intubatie van de cervix was tot nu toe een moeilijke procedure. De katheter moet tamelijk star zijn cm het inbrengen hiervan in de 10 vagina alsook een nauwkeurig plaatsen van de punt van de katheter in de baarnoedermend mogelijk te maken. De baarmoedermend is de toegang tot de cervix en tot de uterus. Een katheter moet ongeveer 6 cm voorbij de baarmoedermond geschoven worden voor dat deze de bodem van de uterus (bij een volwassen vrouw) bereikt. Tot nu toe 15 zijn katheters vervaardigd uit polymeren, die stijf genoeg zijn cm een dinekt inbrengen in de baarmoedermond via de vagina mogelijk te maken. Een dergelijk materiaal kan evenwel gemakkelijk het kwetsbaar slijmvlies van het cervix-kanaal en van de uterusholte beschadigen. Whnneer de katheter voldoende buigzaam is voor een veilig inbrengen 20 in het vast cmlijnd cervix-kanaal, kan deze in de baariroedermond niet nauwkeurig geplaatst worden.

Vborts is voorgesteld een buigzame katheter, die aan het verst gelegen eind naar voren dringt uit een stijve buitenste schede (die dient als geleiding voor het dichtstbij gelegen gedeelte). Het 25 is evenwel nog steeds moeilijk een duidelijk buigzaam eind voorwaarts te schuiven door de vagina cm een nauwkeurig plaatsen in de baarmoedermond te bewerkstelligen.

Daarom verschaft de uitvinding een instrument voor intubatie van de cervix, dat een met een buigzame katheter verbonden aanzet-30 stuk en een schede, die de betreffende katheter amgeeft, bezit, waarbij de schede stijver is dan de genoemde katheter en een vergroot vastgrijpgedeelte heeft, dat geschikt is om aan zijn dichtstbij: gelegen eind aangegrepen te worden door een bedieningsman. De genoem- 830 1 1 5 3 2 de schede is voorts zo .uitgevoerd, dat deze vanuit een eerste stand, waarin het verst gelegen eind van de katheter ongeveer op dezelfde hoogte als het verst gelegen eind van de schede eindigt, verschuifbaar is naar een tweede stand, waarin het genoemd vastgrijpgedeelte 5 aanligt tegen het aanzetstuk en de genoemde katheter voorbij het verst gelegen eind van de schede over een gedeelte uitsteekt, dat niet korter is dan de beoogde intubatie-diepte in het cervix-kanaal.

De uitvinding overwint de bovengenoemde problemen van de békende instrumenten voor de intubatie van de cervix, omdat deze 10 het mogelijk maakt de punt van de katheter nauwkeurig in de baannoedermcnd te plaatsen en vervolgens zonder beschadiging van het cervix-kanaal vooruit te schuiven door de vaststaande schede. De katheter kan dus uit het oogpunt van een zo groot mogelijke buigzaamheid worden uitgezocht zonder invloed te hébben op de békwaam-15 heid van de bedieningsman deze nauwkeurig in de baarmoedermond onder te brengen. De schede zelf wordt slechts tot aan de baanroeder-mond vooruitgeschoven.

Het aanzetstuk heeft bij voorkeur een conisch verbindingsdeel zoals een Luer- of Luer-vergrendelingspasstuk voor aansluiting op 20 andere instrumenten, bijvoorbeeld een injectiespuit. De katheter moet vervaardigd zijn uit een geschikt bio- verenigbaar steak buigzaam materiaal, dat bij voorkeur elastomeer is. Geschikte polyester-polymeren zijn in staat te voldoen aan deze eisen. De schede kan vervaardigd zijn uit een fluorkoolwaterstof-polymeer zoals polyte-25 trafluorethyleen (FIFE) of FEP-polymeer en radio-opaak genaakt worden.

De schede zal normaal een bepaalde buigzaamheid bezitten, echter deze zal veel stijver zijn dan de katheter.

Het verbreed vastgrijpgedeelte kan elke geschikte vorm hebben, 30 die de bedieningsman een goed vastgrijpen verschaft. Bijvoorbeeld kan een kraag voorzien worden van opstaande ribben of vleugels.

Bij voorkeur kan het vastgrijpgedeelte ingrijpen bij het aanzetstuk, bijvoorbeeld door middel van een dunner wordende verbinding zoals een Luer-verbinding, of door een mechanische verbinding met geschik-35 te vergrendelingsmiddelen. Bat aanzet- en vastgrijpgedeelte kan ver- 8301153 3 vaardigd worden uit thermoplastisch materiaal zoals bijvoorbeeld polyethyleen.

Aan de vorm van de pont van de katheter moet een juiste aandacht besteed worden., welke vorm er van afhangt welke procedure 5 moet worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld kan de punt van de katheter voor het ovefbrengen van enbryos afgerond, verzegeld en voorzien zijn van een op zij gelegen oog. In dit geval moet de punt aan het begin van het oog massief zijn, zodat het embryo niet in een dode ruimte aan de punt gevangen zit. Dit massief gedeelte kan aan de 10 binnenzijde zo zijn uitgevoerd, dat het embryo gericht wordt naar het uitgangsoog. Een afgeronde punt maakt voorts de niet- traumatische handeling in het cervix-kanaal mogelijk en vermijdt een blokkering door het slijm in het cervix-kanaal.

Anderzijds kan de katheter plat of schuin ten aanzien van 15 zijn lengte eindigen (een zogenaamde pijp- of fluitvormige punt), waarbij in elk geval de randen voldoende zijn afgerond. Voorts moet het buiteneind van de katheter bij voorkeur afgeschuind of versmald zijn cm de doorgang hiervan door het cervix-kanaal te vergemakkelijken.

20 Het instrument overeenkomstig de uitvinding is bruikbaar voor kunstmatige bevruchting en in het bijzonder voor het inbrengen van een bevrucht ei. De laatste handeling kan uiterst moeilijk met succes worden uitgevoerd. Met de bekende instrumental is de mate van succes zeer klein, terwijl met een instrument overeenkomstig 25 de uitvinding een veel groter succes verkregen wordt. Tegelijkertijd zijn andere aspecten van de werkwijze verfijnd geworden, echter men kan stellen dat de onderhavige uitvinding aanzienlijk bijdraagt tot een groter succes (dat nu mogelijk is geworden).

Het instrument kan natuurlijk zowel bij mensen als ode bij 30 dieren worden toegepast, doordat men de grootte en de afmetingen van de bestanddelen dienovereenkomstig aanpast cm aangepast te zijn aan de betreffende behandeling.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding zal thans beschreven worden aan de hand van de hierna volgende beschrijving en bijge-35 voegde tekeningen, waarbij: 8301153 β 4 fig. 1 een vergroot doorsnede aanzicht van een katheter met schede is (zij aan zij weergegeven); fig. 2 een aanzicht van de betreffende schede is aangebracht op de genoemde katheter en 5 de figuren 3, 4 en 4 doorsnede aanzichten (sterk vergroot) zijn van drie katheterpunten.

In fig. 1 is de katheter 1 (vervaardigd uit een elastomeer polyester-polymeer met een buitendiameter van ongeveer 1 mm) verbonden met het aanzetstuk 2 bestaande uit hoge druk-polyethylenen. Het aanzet-10 stuk 2 bezit een opnemende Luer-vergrendelingsverbinding 3 met uitsteeksels ("oren") 4, die dienen voor het vergrendelen. Het verst gelegen eind van het aanzetstuk wordt smaller in de richting van een qaiemende Luer-vergrendelingsccnus 5.

De schede 6 is een buis bestaande uit PTFE (teflon R), die een 15 radio-opaak vulstof bevat. De schede 6 draagt aan zijn dichtstbij gelegen eind een Luer-verbindingsdeel 7, dat dienst doet als een vast-grijpgedeelte voor de bedieningsman. De invendige versmalling 8 is zo gedimensioneerd, dat deze samenwerkt met de versmalling 5 qp het hierboven beschreven aanzetstuk. Het verst gelegen eind van de schede is 20 afgerond bij 9 om elk risico van verwonding uit te sluiten. Opstaande ribben 17, 18 ter plaatse van het vastgrijpgedeelte 7 en op het aanzetstuk 2 vergemakkelijken het vastgrijpen door de chirurg.

In fig. 2 is de katheter 1 geschoven door de schede. 6 en springt hèt gedeelte 10 aan het verst gelegen eind uit, wanneer de Luer-ccnussen 25 5 en 8 in elkaar grijpen.

Whnneer men thans kijkt naar fig. 4, is daar een katheterpunt met een massief afgerond gedeelte 11 en een oog 12 aangegeven. In fig.

5 is het kathetereind plat. De rand is bij 14 afgerond ai het eind is bij 15 afgeschuind om een gemakkelijk passeren van het cervix-kanaal 30 mogelijk te maken.

In fig. 6 is de katheter schuin afgesneden (zoals een punt van een fluit) en is de geleidingsrand afgerond en aan de binnenzijde bij 16 versmald.

830 1 1 5 3

Claims (10)

1. Instrument voor intubatie van de cervix, met het kenmerk, dat het een met een buigzame katheter verbonden aanzetstuk al soek een schede bezit, die de katheter omgeeft, waarbij de schede stijver is dan de katheter en een vergroot vastgrijpgedeelte aan het dichtst-5 bij gelegen eind heeft om vast gegrepen te worden door een bedienings-man, en dat de schede vanuit een eerste stand, waarin het verst gelegen eind van de katheter ongeveer op dezelfde hoogte als het dichtstbij gelegen eind van de schede eindigt, verschoven kan worden naar een tweede stand, waarin het vastgrijpgedeelte aanligt tegen het 10 aanzetstuk en de katheter voorbij het verst gelegen eind van de schede uitsteekt over een gedeelte, dat niet korter is dan de beoogde indringdiepte in het cervix-kanaal.

2. Instrument volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het aanzetstuk een conisch verbindingsstuk voor het aanbrengen cp een 15 spuit bezit.

3. Instrument volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat het conisch verbindingsstuk een Luer- of Luer-vergrendelingsverbindings-stuk is.

4. Instrument volgens een der conclusies 1 tot 3 met het 20 kenmerk, dat het vastgrijpgedeelte ópstaande ribben of vleugels bezit.

5. Instrument volgens een der conclusies 1 tot 4 met bet kenmerk, dat het vastgrijpgedeelte door middel van een versmalde aansluiting hecht verbonden kan worden met het aanzetstuk.

6. Instrument volgens een der conclusies 1 tot 5 met het kenmerk, dat de katheterpunt is afgerond en verzegeld alsook voorzien is van een opzij gelegen oog.

7. Instrument volgens een der conclusies 1 tot 6 met het kenmerk, dat de katheter bestaat uit elastomeer polyestermateriaal 30 en de schede bestaat uit fluorkcolwaterstof-hars, dat radio-opaak is.

8. Werkwijze voor het inbrengen van een bevrucht ei met het kenmerk, dat men een instrument volgens een der conclusies 1 tot 6 inbrengt in de vagina, waarbij de schede zich bevindt in de genoemde eerste stand tot dat de katheterpunt de baarmoedermend bereikt, dat 8301153 a* *· * ft de katheter wordt voor uit geschoven in het cervix-kanaal, terwijl de schede stil gehouden wordt totdat de punt van de katheter aanligt tegen de bodem van de uterus, en dat een bevrucht ei uit de katheter-punt wordt uitgestoten.

9. Instrument in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekeningen.

10. Werkwijze in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving. 8301153