NL8300730A - Magneetbandcassetteapparaat alsmede magneetkopeenheid toepasbaar bij een dergelijk apparaat. - Google Patents

Magneetbandcassetteapparaat alsmede magneetkopeenheid toepasbaar bij een dergelijk apparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL8300730A
NL8300730A NL8300730A NL8300730A NL8300730A NL 8300730 A NL8300730 A NL 8300730A NL 8300730 A NL8300730 A NL 8300730A NL 8300730 A NL8300730 A NL 8300730A NL 8300730 A NL8300730 A NL 8300730A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
head
magnetic
holder
magnetic tape
magnetic head
Prior art date
Application number
NL8300730A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8300730A priority Critical patent/NL8300730A/nl
Priority to DE8484200245T priority patent/DE3467454D1/de
Priority to EP84200245A priority patent/EP0120518B1/en
Priority to CA000448152A priority patent/CA1220857A/en
Priority to JP1984025249U priority patent/JPS6067535U/ja
Priority to KR1019840000931A priority patent/KR920003989B1/ko
Publication of NL8300730A publication Critical patent/NL8300730A/nl
Priority to SG100/88A priority patent/SG10088G/en
Priority to HK345/88A priority patent/HK34588A/xx
Priority to US07/302,078 priority patent/US4926278A/en
Priority to JP1146917A priority patent/JPH0664800B2/ja

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/60Guiding record carrier
    • G11B15/602Guiding record carrier for track selection, acquisition or following
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/10Structure or manufacture of housings or shields for heads
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • G11B5/50Interchangeable mountings, e.g. for replacement of head without readjustment
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • G11B5/54Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with provision for moving the head into or out of its operative position or across tracks
    • G11B5/55Track change, selection or acquisition by displacement of the head
    • G11B5/5513Specially adapted for transducing in both travelling directions of tape
    • G11B5/5517Controlled by automatic tape drive reversing arrangement
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/48Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed
    • G11B5/56Disposition or mounting of heads or head supports relative to record carriers ; arrangements of heads, e.g. for scanning the record carrier to increase the relative speed with provision for moving the head support for the purpose of adjusting the position of the head relative to the record carrier, e.g. manual adjustment for azimuth correction or track centering

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Adjustment Of The Magnetic Head Position Track Following On Tapes (AREA)
  • Magnetic Heads (AREA)

Description

t 4 4 · jttu-__—;i—' & PHN 10.602 1
Magneetbandcassetteapparaat alsmede magneetkopeenheid toepasbaar bij een dergelijk apparaat.
De uitvinding heeft betrekking op een magneetbandcassette-apparaat met een door een kcppenplaat gedragen magneetkopeenheid, omvattende een magneetkop, velke een cilindrisch gebogen kcpspiegel cravat, waarin tenminste één luchtspleet uitmondt, langs welke kcp-5 spiegel een magneetband loopt gedurende bedrijf van het apparaat, welke magneetkopeenheid verder een kopbouder met bandgeleiders omvat, welke gerekend in de bandtransportrichting aan weerszijden van de luchtspleet opgesteld zijn, welke bandgeleiders cilindrisch gebogen ge-leidingsoppervlakken bezitten, van welke bandgeleiders de geleidings-10 oppervlakken elk aan één axiaal einde op een hoogtebegrenzer aansluiten, welke twee hoogtebegrenzers op een zodanige wijze ten opzichte van de magneetkop opgesteld zijn, dat een verbindingslijn tussen de punten waar de geleidingsoppervlakken aansluiten op de hoogtebegrenzers loodrecht gericht is op een vlak door de luchtspleet, gelegen op gelijke 15 afstand tot aangrenzende poolschoenen van de magneetkop, welke bandgeleiders aan het andere axiale einde van de geleidingsoppervlakken gelegen, de ene bandrand sturende stuurelementen omvatten voor het voortdurend handhaven van het contact van de andere bandrand met de hoogtebegrenzers gedurende het bandtransport.
20 Een magneetbandcassetteapparaat van genoemde soort is bekend uit de Europese octrooiaanvrage no. 82200436.2, publikatienummer 0063398 (PHN 10.244 C). Bij dit bekende magneetbandcassetteapparaat is het mogelijk optredende azimitfouten, dat wil zeggen fouten die optreden doordat de stand van de luchtspleet afwijkt van een zuiver 25 loodrechte stand op de zijdelingse rand van de magneetband, tot een zodanig laag niveau worden teruggebracht dat deze geen hinder meer opleveren. Hiervoor is het van belang dat de genoemde verbindingslijn tussen de punten van de hoogtebegrenzers loodrecht gericht is cp het betreffende vlak door de luchtspleet. Hat voordeel van deze constructie 30 is dat bij de fabricage van het magneetbandcassetteapparaat geen verdere instelling van de kopeenheid nodig is. Een ander belangrijk voordeel is dat ook de hoogte ligging van het spoor op de magneetband ten opzichte van de luchtspleet tijdens het bandtransport nauwkeurig 8300730 FHN 10.602 2 « > * gehandhaafd kan worden. Nfet de genoemde maatregelen verkrijgt men bij magneetbandcassetteapparaten de mogelijkheid magneetbandcassettes, opgenomen op het ene apparaat, zonder weergavefouten af te spelen op een ander apparaat. De stuurmiddelen van het tekende magneetband-5 cassetteapparaat worden gevormd door twee bladveren die elk aan axiaal-einden van een bijbehorende bandgeleider gelegen zijn en onder voor-spanning tegen het axiale einde, van de bandgeleider aanliggen.
Het is gebleken dat de opstelling van deze bladveren en de keuze van de veerconstante zorgvuldig moet geschieden wil de gewenste werking van 10 de stuurmiddelen verkregen worden.
De uitvinding beoogt een magneetbandcassetteapparaat van genoemde soort op zodanige wijze uit te voeren dat een eenvoudig realiseerbare en ook na lange tijd nog betrouwbaar werkende sturing van de magneetband langs de magneetkopeenheid verkregen wordt.
15 De uitvinding wordt hiertoe gekenmerkt doordat de stuur middelen door op de geleidingsqppervlakken aansluitende, schuin opgestelde stuurkanten gevormd worden en bij elke bandgeleider gerekend in de richting van het geleidingsoppervlak de afstand van de stuurkant tot de hoogtebegrenzer af neemt, welke stuurkanten, geleid ingsoppervlakken 20 en hoogte begrenzers een geïntegreerde eenheid vormen met de kophouder.
Op deze wijze verkrijgt men de mogelijkheid de kophouder uit één stuk materiaal te vervaardigen, waardoor geen latere instellingen van delen van de kophouder meer nodig zijn. Volstaan kan worden met het instellen van de luchtspleet van de magneetkop loodrecht op de ver-25 bindingslijn tussen de hoogtebegrenzers. Door na de instelling tussen de wanden van de magneetkop en de kophouder vastzetmateriaal zoals bijvoorbeeld lijm toe te voegen, kan de magneetkop met de luchtspleet permanent haar positie ten opzichte van de bandgeleiders innemen.
Niet alleen verkrijgt men hiermee een mogelijkheid de magneetkopeenheid 30 cp passieve wijze in staat te stellen optredende azimutfouten op te heffen, doch tevens wordt hiermee de mogelijkheid verkregen de magneetkopeenheid in minimale arbeidstijd en tegen concurrerende prijs ten opzichte van traditionele technieken op een iragneetbandcassetteapparaat te positioneren.
35 Door de aanwezigheid van de schuin opgestelde stuurkanten wordt de bandrand indien deze dreigt los te kanen van de hoogtebegrenzers ogenblikkelijk in positie gecorrigeerd, zodat een voortdurend aanliggen tegen de hoogtebegrenzers verzekerd is. Dit geschiedt onder uitoefening 8300730 t # > T-' * EHN 10.602 3 van een relatief geringe kracht waardoor arikrullen van de bandrand door aandrukken tegen de hoogtebegrenzers vermeden wordt.
Een voorkeursvorm van een magneetbandcassetteapparaat volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat elk geleidingscppervlak 5 van de stuurkant tot de hoogtebegrenzer een axiale afmeting bezit, welke maximaal gelijk is aan de minimum breedte van de magneetband. Magneetbanden hebben in de praktijk toleranties in breedte. Met deze maatregelen verkrijgt men dat zodra een magneetband een grotere breedte heeft dan de minimum breedte de stuurkanten de corrigerende werking 10 op de magneetband uitoefenen en hierbij een resulterende kracht in de richting van de hoogtebegrenzers teweegbrengen.
Een verdere voorkeursvorm van een magneetbandcassetteapparaat volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat ten opzichte van de kcppenplaat ópstaande zijwanden van de kcphouder aan de naar elkaar 15 toe gerichte zijden centreerranden omvatten, welke zich ongeveer loodrecht cp een raakvlak aan de kopspiegel ter plaatse van de luchtspleet uitstrekken en op onderling geringere afstand gelegen zijn dan de overige delen van genoemde zijden. Voor het instellen van de kop in de kqphcuder in het in principe gewenst de afstand tussen de binnenzijden 20 van de opstaande zijwanden enigzins groter te kiezen dan de breedte van de magneetkop, dit teneinde te voorkomen dat de opstaande zijwanden van de kcphouder tijdens het instellen gaan uitveren. Door toepassing van de centreerranden wordt evenwel bij de instelling een geringe wrijving tussen de magneetkop en de kophouder verkregen, waardoor het 25 instellen wordt vergemakkelijkt.
Nog een voorkeursvorm van een magneetbandcassetteapparaat volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de kcphouder van vast-zetmiddelen voorzien is welke voor het vastzetten van de kcphouder samenwerken met klenndddelen cp de koppenplaat. Door de geïntegreerde 30 kophouder van daarmee een deel uitmakende vastzetmiddelen te voorzien wordt tevens de mogelijkheid verkregen na instelling van de magneetkop in de kcphcuder de magneetkopeenheid op de kqppenplaat vast te kleimen, waarbij men door de klemmiddelen ervan verzekerd is dat de magneetkop-eenheid de goede positie inneemt cp de koppenplaat.
35 ifet de magneetkcpeenheid volgens de uitvinding is het tevens mogelijk met behoud van de juiste instelling van de luchtspleet van de magneetkop ten opzichte van de bandgeleïders de luchtspleet ten opzichte van het bandspoor te verstellen. Hiertoe wordt een magneetbandcassette- 8300730 PHN 10.602 4 4 '· * apparaat volgens een verdere uitvoeringsvorm gekenmerkt doordat de kcphouder ten opzichte van de koppenplaat roteerbaar gelagerd is en tussen de aanslagen over 180° roteerbaar is.Door de toepassing van de geïntegreerde magneetkophouder is het aanbrengen van middelen on de 5 rotatie te kunnen bewerkstelligen en cm een nauwkeurige positionering in de eindstanden te kunnen realiseren, betrekkelijk eenvoudig.
Nog een uitvoeringsvorm van een magneetbandcassetteapparaat volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat tenminste êên zich ongeveer evenwijdig aan de koppenplaat uitstrekkende zijwand van de 10 magneetkop nabij de kqpspiegel een op geringere afstand van de lucht-spleet gelegen wanddeel omvat en de kophouder met een basisdeel althans ten dele aanligt tegen het wanddeel. Met deze maatregelen verkrijgt men de mogelijkheid een magneetbandcassetteapparaat, waarbij de magneetkop tot dusverre met behulp van de gebruikelijke technieken werd gepositio-15 neerd, zonder de uitvoering van het apparaat wezenlijk behoeven te wijzigen, aan te passen aan het systeem volgens de uitvinding.
Hierbij kan men bijvoorbeeld volstaan met door middel van slijpen het wanddeel uit te sparen ten opzichte van het overige deel van de zijwand, waardoor de totale hoogte na aanbrengen van de kophouder van de magneet-20 kopeenheid niet wezenlijk verandert. Dit kan van belang zijn gezien de veelal beperkte beschikbare ruimte rond de magneetkop van bestaande apparaten.
Ben magneetkopeenbeid toepasbaar bij een magneetbandcassetteapparaat volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de kophouder 25 uit kunststof gevormd is en althans ter plaatse van de bandgeleiders met een slijtvaste laag bedekt is. Hiermee wordt de mogelijkheid verkregen de delen van de kophouder, zoals de.stuurkanten, de geleidings-oppervlakken en de hoogtebegrenzers op eenvoudige wijze nauwkeurig te vormen, terwijl door het aanbrengen van een slijtvaste laag men ook na 3Q langdurig gebruik van het apparaat ervan verzekerd kan zijn dat de stuurkanten de de bandrand sturende werking behouden. Het is hierbij gebleken dat ook na enige slijtage van de stuurkant, zolang de stuur-kant in de richting van de geleidingsoppervlakken schuin oploopt, toch voldoende sturende werking op de rand van de magneetband wordt 35 uitgeoefend.
Een voorkeursvorm van een magneetkopeenhe id volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat gezien loodrecht op een raakvlak aan de kcpspiegel ter plaatse van de luchtspleet de kophouder de magneet- 8300730 ΣΉΝ 10.602 5 kop aan vier zijden cxngeeft. Hiermee verkrijgt men een kophouder die ondanks een geringe fcuitenafnetlng toch voldoende stevigheid biedt cm ervan verzekerd te zijn dat een eenmaal ingestelde kop in de kqp-houder de juiste positie behoudt.
5 De uitvinding zal nader toegelicht worden aan de hand van een aantal in de tekening opgenaren uitvoeringsvoorbeelden van een magneet-bandcassetteapparaat met magneetkopeenheid.
Figuur 1 een bovenaanzicht van een magneetbandcassetteapparaat toont volgens de uitvinding, waarbij een deel van de behuizing 10 van het apparaat weggelaten is voor verduidelijking van voor de uitvinding van belang zijnde onderdelen;
Figuur 2 toont op vergrote schaal een aanzicht volgens de pijl 2 in Fig. ‘1;
Figuur 3 toont cp vergrote schaal een aanzicht volgens de pijl 3; 15 Figuur 4 toont cp vergrote schaal een explosieaanzicht op een magneetkopeenheid en een koppenplaat behorende bij het apparaat volgens de uitvinding;
Figuur 5 toont een magneetkopeenheid van een magneethandcassette-apparaat in een tweede uitvoeringsvorm; 20 Figuur 6 toont een perspectivisch aanzicht cp de kophouder behorende bij de kcpeenbeid in de uitvoeringsvorm volgens Fig. 5;
Figuur 7 toont een aanzicht als in Fig. 3 op een magneetkopeenheid en een koppenplaat in een derde uitvoeringsvorm van een magneetbandcassetteapparaat; 25 Figuur 8 toont een explosieaanz icht op de delen van het magneetband cassetteapparaat in de uitvoering volgens Figuur 7;
Figuur 9 toont een aanzicht op een magneetkopeenheid met koppenplaat in een vierde uitvoeringsvorm van een magneetbandcassetteapparaat volgens de uitvinding; 30 Figuur 10 toont een zijaanzicht cp de magneetkopeenheid in de uitvoering volgens Fig. 9;
Figuur 11 toont een aanzicht op en gedeeltelijk een doorsnede door een magneetkopeenhe id behorende bij een magreetbahdcassette apparaat in een vijfde uitvoeringsvorm; 35 Figuur 12 toont een perspectivisch aanzicht op een magneetkopeenheid, behorende bij een zesde uitvoeringsvorm van een magneetbandcassetteapparaat volgens de uitvinding;
Figuur 13 toont een achteraanzicht op de magneetkopeenheid in de 8300730 PHN 10.602 6 4 1 * uitvoeringsvom volgens Fig. 12.
Het in Fig. 1 weergegeven magneetbandcassetteapparaat 1 cmvat een behuizing 2, waarin een magneetbandcassette 3 aanbrengbaar is. De magneetbandcassette 3 bevat een lengte-magneetband4, welke in de vorm 5 van twee naast elkaar gelegen bandhaspels om niet weergegeven naven gespoeld ligt. De naven zijn tijdens bedrijf gekoppeld roet wikkeldooms 5 en 6 van het apparaat 1.
Bet apparaat 1 omvat verder een binnen de behuizing 2 verschuifbaar geleide koppenplaat 7, welke een wismagneetkop 8/ een 10 gecombineerde opname-weergavemagneetkop 9 en een drukrol 10 draagt, v Bet apparaat 1 omvat verder een aantal bedieningstcetsen 11, met onder andere een weergavetoets 12. Hat indrukken van de toets 12 heeft tot gevolg dat de koppenplaat 7 in de richting van de cassette 3 bewogen wordt, waarbij de magneetkoppen 8 en 9 althans ten dele door niet 15 weergegeven cpeningen aan de voorzijde van de cassette bewegen, welke beweging tot gevolg heeft dat de magneetband 4 tegen de koppen 8 en 9 komt aan te liggen.
Het apparaat 1 is verder voorzien van een kaapstander 13, die door het indrukken van de toets 12 gaat roteren, waarbij doordat 20 de drukrol 10 naar de kaapstander 13 is bewogen het bandtransport langs de magneetkoppen aanvangt.
De magneetkop 9 is als een magneetkopeenheid 14 aangebracht op een plaatdeel 15 van de kcppenplaat 7. Als nader aangegeven in de Figuren 2, 3 en 4 cmvat de magneetkopeenheid 14 een kophouder 16, welke 25 bij voorkeur uit kunststof gevormd is. Aldus kunnen de diverse onderdelen van de kophouder 16 nauwkeurig uitgevoerü worden en een onderling goed gepositioneerde stand innemen. De kophouder 16 omvat een basisdeel 17, dat gezien in aanzicht volgens Figuur 3 en 4 nabij een rand een uitsparing 18 cmvat, welke in gemonteerde toestand van de kopeenheid 14 30 samenwerkt met een steun 19 op het plaatdeel 15. Hiermee is de indring-diepte van de magneetkop in de richting van de magneetbandcassette 3 bepaald. Het plaatdeel 15 draagt verder een tweetal steunen 20 en 21, welke in de gemonteerde stand van de magneetkopeenheid 14 aan weerszijden van de kophouder gelegen zijn en tegen de naar het plaatdeel 15 35 gerichte zijde van vastzetranden 22 en 23 op de kophouder aanliggen.
Aldus is de magneetkopeenheid 14 door middel van een driepuntsoplegging gepostioneerd ten opzichte van de koppenplaat 7. Qm de magneetkopeenheid in deze stand effectief vast te houden zijn op het plaatdeel 15 een twee- 8300730 * > EHN 10.602 7 tal elastische haten 24 en 25 aanwezig zoelte achter de van het plaatdeel 15 afgeteerde zijde van de vastzetranden 22 en 23 geklikt liggen.
Opgemerkt wordt dat de zijwanden van de kophouder 16 boven de randen 22 en 23 van nog een paar randen 26 en 27 voorzien zijn. Deze randen 5 kunnen gewenst zijn indien bijvoorbeeld door een geringe beschikbare ruimte binnen de behuizing 2 het basisdeel 17 pp een kortere afstand van de koppenplaat 7 kamt te liggen, waardoor voor de haten 24 en 25 onvoldoende lengte beschikbaar zou zijn indien deze met de randen 22 en 23 zouden moetHisairenwerken. Gezien in aanzicht volgens Figuur 3 10 liggen de haten 22 en 23 in de ruimte tussen de paren steunen 20 en 21 en de steun 19. Daar bovendien de haten 24 en 25 een relatief grote breedte hebben is in de vastgeklikte positie de positie van de kophouder stabiel vastgelegd ten opzichte van de koppenplaat 7. Desondanks is een eenvoudig verwisselen van de koppenhouder.
15 De magneetkophouder 16 draagt de magneetkop 9, welke een gebogen kqpspiegel 28 omvat, waarin in een onderste helft luchtspleten 29 uitmonden. Op de gebruikelijke wijze worden de Lichtspleten gevormd door de ruimten· tussen niet weergegeven aangrenzende poolschoenen van de magneetkop. De kqpspiegel 28 is, zoals weergegeven 20 in Fig. 1, cilindrisch gebogen en vormt althans in de nabijheid van de luchtspleten 29 een geleidingsqppervlak van de magneetkop 9 voor de magneetband 4. De magneetkop 9 omvat aan de van de kqpspiegel 28 afgeteerde zijde een aantal elektrische contacten 30, waarmee de magneet-kqpeenheid elektrisch verbonden is met de overige delen van het 25 apparaat. Het basisdeel 17 van de kophouder 16 omvat aan de naar de magneetkop 9 gerichte zijde een instelrand 31, welke als een soort meslager voor de instelling van de magneetkop 9 is uitgevoerd.
Hierbij is van belang dat de instelrand de grootste hoogte heeft ongeveer halverwege de afstand tussen de opstaande zijwanden van de kophouder 16.
30 Verder bevat de kophouder aan de naar elkaar tcegerichte zijden van de zijwanden centreerranden 32 en 33, welke zich evenals de instelrand 31 ongeveer loodrecht qp een raakvlak aan de kapspiegel 28 ter plaatse van de luchtspleten 29 uitstrekten. De centreerranden 32 en 33 zijn qp een onderling geringere afstand gelegen dan de overige delen van de ópstaande 35 zijden van de kophouder 16. Door de aanwezigheid van de centreerranden 32 en 33 treedt tijdens de verzwenking van de magneetkop cm de instelrand 31 bij voorkeur enige frictie op.
De kophouder 16 omgeeft gezien volgens Figuur 2 de magneetkop 8300730 • ’ * PHN 10.602 8 9 aan vier zijden. Hierdoor heeft de kophouder een grote stevigheid ondanks het kunststofmateriaal waaruit de kophouder vervaardigd is.
De kophouder 16 draagt in het verlengde van de opstaande zijwanden gerekend in de bandtransportrichtlng aan weerszijden van de luchtspleten 5 29 bandgeleiders 34 en 35, welke cilindrisch gebogen geleidingsopper- vlakken 36 resp. 37 bezitten. De geleidingscppervlakken 36 en 37 sluiten elk aan een axiaal einde op een hoogtebegrenzer 38 resp. 39 aan, welke hoogtebegrenzers zijn uitgevoerd als een uitstekende lip.
Bij voorkeur strekken de net de bandrand samenwerkende kanten van de 10 hoogtebegrenzers zich evenwijdig uit aan een raakvlak aan de kopspiegel ter plaatse van de luchtspleten 29. Aan de andere axiale einden van de geleidingsoppervlakken 36 en 37 sluiten stuurmiddelen aan gevormd door stuurkanten 40 resp. 41, gevormd door schuin oplopende wanden van uitstekende lippen. Bij elke bardgeleider neemt de afstand van de stuur-15 kant tot de bijbehorende hoogtebegrenzer af, zie Fig. 3. De heek tussen de stuurkant en een raakvlak aan het geleidingsoppervlak bedraagt ongeveer 40 tot 50°, bij voorkeur ongeveer 45°. Hierbij bedraagt de axiale afmeting van elk geleldingsoppervlak gerekend van de stuurkant tot de hoogtebegrenzer, oergegeven met het verwijzingscijfer 42 in Fig. 3, 20 een waarde welke maximaal gelijk is aan de minimum breedteafmeting van de langs de magneetkop 9 gevoerde magneetband 4.
De kophouder 16 is bij voorkeur vernikkeld en althans ter plaatse van de bandgeleiders 34 en 35 met een slijtvaste laag bedekt. Hiervoor kan bijvoorbeeld het materiaal rhodium gebruikt warden, 25 waarvan gebleken is dat het voldoende slijtvaste eigenschappen bezit.
Na het aanbrengen van de magneetkop 9 in de kophouder 16 en het genoemde zwenken om de meslagering gevormd door de rand 31, hetgeen bij voorkeur in een speciale instelmal geschiedt op een moment dat de kopeenheid 14 nog niet op het apparaat is aangebracht, wordt een 30 verbindingslijn 43 (zie Fig. 2) tussen punten waar de geleidingsoppervlakken 36 resp. 37 aansluiten op de hoogtebegrenzers 38 resp. 39 loodrecht gericht op een vlak 44 door de luchtspleten 29, welk vlak gelegen is op gelijke afstand tot de aangrenzende poolschoenen.
Nadat deze instelling bereikt is, hetgeen vergemakkelijkt wordt door 35 de aanwezigheid van de centreerranden 32 en 33, wordt vervolgens de magneetkop 9 door middel van vastzetmateriaal, zoals lijm, ten opzichte van de houder gepositioneerd vastgezet. Hiertoe wordt in de ruimten tussen de magneetkop en de opstaarde zijwanden van de kop- 8 3 0.0 7 3 0 ΕΉΝ 10.602 9 houder lijm aangebracht. Na de instelling is de magneetkopeenheid 14 gereed voor montage in het apparaat. Door de aanwezigheid van de vast-zetmiddelen, gevormd door de vastzetranden 22 en 23 en de klemmiddelen, gevormd door de elastische haken 24 en 25 is het aanbrengen van de 5 magneetkopeenheid 14 een zeer eenvoudige werkzaamheid. Het voordeel van deze wijze van aanbrengen is dat het ook het latere vervangen van de magneetkopeenheid 14 eenvoudig uitvoerbaar is, waardoor bij een defect raken van de magneetkop de kosten van een reparatie beperkt kunnen blijven.
10 Uit proeven is gebleken dat het aanbrengen van de stuurkanten 40 en 41 nabij de onderzijde van de magneetkop de voorkeur verdient daar de luchtspleten 29 ook in de onderste helft van de kopspiegel 28 gelegen zijn en op deze wijze de sporen op de magneetband en met name het onderste spoor, het nauwkeurigst kunnen worden vastgelegd. Boven-15 dien is gebleken dat veel magneetbandcassetteapparaten kaapstanders bezitten welke niet zuiver loodrecht ten opzichte van de koppenplaat opgesteld zijn en geneigd zijn de magneetband ten opzichte van de magneetkop naar onderen te doen bewegen. Anderzijds kan de opstelling van de stuurkanten en de hoogtebegrenzers evenzeer omgekeerd zijn waarbij de 20 stuurkanten aan de bovenzijde van de magneetkop gelegen zijn en de hoogtebegrenzers aan de onderzijde. Ook in deze opstelling wordt een nauwkeurige azimuthhoekstand van de magneetkop ten opzichte van de erlangs bewegende magneetband verkregen.
De steunen 19, 20 en 21 en de elastische haken 24 en 25 kunnen 25 met behulp van zogenaamde outsert moulding op een metalen koppenplaat 7 zijn aangebracht. Het is evenwel ook mogelijk bij loopwerken waar een kunststof koppenplaat 7 wordt toegepast deze steunen en haken met de koppenplaat mee te spuiten, in welk geval een zeer geringe bouwhoogte verkregen wordt.
30 In de uitvoeringsvorm weergegeven in de figuren 5 en 6 is een kophcuder 45 toegepast welke aan de buitenzijde van de opstaande zijwanden eveneens vastzetranden 22, 23 en 26, 27 bezit. Verder overeenkomstige onderdelen van de kophcuder zijn met overeenkomstige ver-wijzingscijfers weergegeven. Aan de naar elkaar toegerichte binnenwanden 35 van de opstaande zijwanden zijn een tweetal centreerwanden 46 respectievelijk 47 aanwezig welke tijdens het instellen enige frictie op de mag-neetkop uitoefenen. Zoals weergegeven in figuur 5 kunnen de centreerran-den 46 en 47 ook op enige afstand van een basisdeel 50 van de kophouder 8300730 <f * PHN 10.602 10 45 gelegen zijn. Verder zijn in de zijwanden kanalen 48 en 49 aanwezig, welke aan de bovenzijde van de kophouder enigszins trechtervormig uitlopen en welke dienen voor het gemakkelijk verspreiden van het vastzet-middel, zoals lijm, na instellen van de magneetkop. Ook hierbij is het 5 duidelijk dat het van belang is dat de opstaande zijwanden voldoende ruimte aan de magneetkop bieden om ingesteld te kunnen warden. Dit is des te meer belangrijk indien zoals in deze uitvoeringsvorm gebruik wordt gemaakt van een U-vormige kophouder 45 waarbij indien de afstand onvoldoende is de opstaande zijwanden zouden kunnen uitbuigen, hetgeen 10 ongewenst is.
Een derde uitvoeringsvorm van een magneetkopeenheid voor een magneetbandcassetteapparaat is weergegeven in de figuren 7 en 8, waarbij een U-vormige magneetkophouder 51 de drager vormt voor de magneetkop 9. De kophouder 51 omvat delen welke overeenkomstig de eerste uitvoerings-15 vorm zijn uitgevoerd en met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangegeven. Hierbij wordt opgemerkt dat zoals weergegeven in figuur 7 dé geleidings-oppervlakken 36 en 37 van de bandgeleiders 34 respectievelijk 35 ten opzichte van een raakvlak aan de kopspiegel 28 ter plaatse van de lucht-spleten 29 een kleine scherpe hoek kunnen insluiten van bijvoorbeeld 20 2 tot 3 graden. Het voordeel hiervan is dat indien de stuurkanten na langdurig gebruik enigszins zouden inslijten de magneetband toch nog langs de geleidingsoppervlakken 36 en 37 loopt in een positie ongeveer evenwijdig aan genoemd raakvlak aan de kopspiegel.
De kophouder 51 omvat aan de van de kopspiegel 28 af gekeerde 25 zijde aanslagwanden 52 en 53, welke de positie van de magneetkop loodrecht op een raakvlak aan de kopspiegel bepalen. Deze aanslagwanden maken het instellen van de magneetkop 9 in de houder 51 nog eenvoudiger.
De kophouder 51 heeft aan de onderzijde van èen basisdeel 54 een T-vormig uitsteeksel 55 dat een vastzetmiddel vormt voor het vastzetten van de 30 kophouder aan de koppenplaat. Hiertoe is de koppenplaat 7 voorzien van een tweetal stemorganen 56 en 57. De stemorganen 56 en 57 zijn aan de van de koppenplaat 7 afgékeerde zijde voorzien van stemai56a, 56b en 57a en 57b, waarop in gemonteerde positie het basisdeel 54 mast. Het stemorgaan 57 is verder voorzien van een tweetal elastische haken 58 35 en 59 welke in gemonteerde stand van de magneetkopeenheid als klermiidde-len samenwerken met het uitsteeksel 55. Door de aanwezigheid van een schuin oplopend stemvlak 56c van het stemorgaan 56 en door de werking van de verende haken 58 en 59 wordt de magneetkopeenheid in aangebrachte 8300730 * ' £' PHN 10.602 11 positie goed gepositioneerd ten opzichte van de koppenplaat 7. Hierbij is het verder van belang dat het steunorgaan 56 opstaande randen 56b en 56c bezit, welke de positie van de magneetkcpeenheid in een richting loodrecht op het genoemde raakvlak aan de kopspiegel bepalen. Voor de elec-5 trische aansluiting van de nagneetkop 9 is een aansluitblok 60 aanwezig met een uitsteeksel 61 dat vastgeklemd kan worden tussen verende benen 62 en 63/ welke met de koppenplaat 7 verbonden zijn. Opgemerkt wordt dat de kophouder 51 cp niet weergegeven wijze aan de binnenzijde voorzien is van centreerranden en een mesdager als bij de voorgaande uit-jq voeringsvoorbeelden teneinde het instellen van de magneetkop 9 te vergemakkelijken. Door de kophouder 51 en de steunen 56 en 57 en het aansluitblok 60 in kunststof uit te voeren wordt éenmagneetkopeenheid verkregen die in samenwerking met delen op de koppenplaat 7 op goedkope en toch nauwkeurige wijze op de koppenplaat 7 aangebracht kan worden.
15 Opgemerkt wordt dat de toepassing van een aansluitblok 60 voor de electrische contact 30 als bij de voorgaande uitvoeringsvoorbeelden mogelijk is, in welk geval ook op de koppenplaat 7 hiervoor elastische benen als de benen 62 en 63 aanwezig zijn.
In de uitvoeringsvorm van een magneetbandcassetteapparaat 20 voorzien van een magneetkopeenheid volgens figuur 9 en 10 is uitgegaan van een magneetkoptevestiging van het tot dusver gebruikelijke type.
Hierbij is een magneetkop 64 aangebracht op een drager 65, welke door middel van bussen 66 qp hoogte is gepositioneerd ten opzichte van de koppenplaat 7 en door middel van bouten 67 is vastgezet. De magneetkop 25 64 omvat een zich ongeveer evenwijdig aan de koppenplaat uitstrekkende zijwand 69, waarvan een nabij de kopspiegel 68 gelegen wanddeel 70 bijvoorbeeld door slijpen op geringere afstand van luchtspleten 71 is konen te liggen dan het overige deel van de zijwand 69. Hierdoor is ruimte ontstaan voor een basisdeel 72 van een kophouder 73, waarbij het 3Q basisdeel in de gemonteerde stand van de kophouder 73 althans ten dele aanligt tegen het wanddeel 70. De kophouder 73 is in deze uitvoeringsvorm U-vormig uitgevoerd en omvat aan de zijde van de kopspiegel 68 bandgeleiders 34 en 35 als in de eerste uitvoeringsvorm. Het instellen van de kophouder 73 geschiedt op een wijze als in de voorgaande uit-35 voeringsvormen, hetgeen vergemakkelijkt kan worden door ook de kophouder 73 te voorzien van centreerranden en een meslager. Een wezenlijk verschil van deze uitvoeringsvorm is dat de kcphouder 73 alleen de functie van de juiste positionering van de magneetband ten opzichte van de luchtspleten 8300730 ΡΗΝ 10.602 12 71 verzorgt, daarbij de sporen op de juiste hoogte brengt en de azimuth stand van de magneetsporen loodrecht op een vlak door de luchtspleten 71 houdt. De kophouder 73 heeft als voordeel dat de totale hoogte gemeten loodrecht op de koppenplaat 7 van de magneetkqp 64 niet toeneemt, waar-5 door de magneetkopeenheid met de magneetkop 64 aan de houder 73 probleemloos in bestaande constructies kan worden toegepast.
Een variant op de voorgaande uitvoeringsvorm is weergegeven in figuur 11, waarbij de magneetkop 64 niet alleen bij een zijwand 69 maar ook bij een tegenoverliggende zijwand 74 voor een deel afgeslepen 10 is. Hierdoor wordt de mogelijkheid verkregen op de wijze zoals in de voorgaande uitvoeringsvorm een kophouder 75 over de magneetkop 64 te schuiven, welke kophouder de magneetkop aan vier wanden omgeeft. Het voordeel hiervan is dat de kophouder steviger kan zijn uitgevoerd.
In de uitvoeringsvorm volgens de figuren 12 en 13 is een 15 kophouder 76 als een cilindrische as uitgevoerd.· De kophouder 76 is roteerbaar gelagerd ten opzichte van de koppenplaat 7 in een lagerblok 77 dat twee aanslagen 77a en 77b omvat, waartussen een lip 78 welke vast met de kophouder 76 verbonden is over 180° kan roteren. In de kophouder 56 is een magneetkop 9 gemonteerd op een wijze als in de 20 eerste uitvoeringsvorm, waartoe ook de kophouder 76 een rand 79 omvat die als meslager voor de instelling van de magneetkop dienst doet en waartoe in de kophouder 76 centreerranden op niet weergegeven wijze aanwezig zijn. Voor het instellen van de magneetkop 9 in de kophouder 76 zijn hulpgaten 80 in de kophouder 76 aangebracht, waardoor stiften 25 van het bij het instellen toegepaste instrument gestoken kunnen worden. Aan de van de kopspiegel van de magneetkop 9 afgekeerde zijde is de kophouder 76 voorzien van een vertanding 81, welke zich over ongeveer 180° uitstrekt en welke samenwerkt met een heugelstang 82. De heugelstang 82 wordt bediend door een niet weergegeven verstelmechanisme 30 van het magneetbandcassetteapparaat. Op de weergegeven wijze verkrijgt men een magneetbandeenheid welke bijzonder geschikt is voor het zonder de magneetbandcassette 3 te behoeven omdraaien, weergeven van zowel de eerste als de tweede zijde van de magneetbandcassette. Op het eind van de magneetband 4 gekomen, draait de heugelstang 82 de magneetkopeenheid 35 over 180° om waarna door het omkeren van de transportrichting van de magneetband 4 de beide andere sporen van de magneetband opgenomen en/of weergegeven kunnen worden. Hierbij verkrijgt men het voordeel met de magneetkopeenheid volgens de uitvinding dat in beide richtingen van het 8300730 * « > * ^ EHN 10.602 13 bandtransport langs de magneetkop 9 de hoogteligging van de sporen en de positie van de sporen in azimuth ten opzichte van de luchtspleten nauwkeurig vastgelegd is. Doordat de kqphouder 76 en het lagerblok 77 in kunststof kunnen zijn uitgevoerd laat de weergegeven constructie zich 5 eenvoudig en goedkoop in een magneetbandcassetteapparaat opnemen.
10 15 20 25 30 35 8300730

Claims (10)

1. Magneetbandcassetteapparaat met een door een koppenplaat gedragen magneetkopeenheid, omvattende een magneetkop, welke een cilindrisch gebogen kopspiegel omvat, waarin tenminste één luchtspleet uitmondt, langs welke kopspiegel een magneetband loopt gedurende be-5 drijf van het apparaat, welke magneetkopeenheid verder een kophouder met bandgeleiders omvat, welke gerékend in de bandtransportrichting aan weerszijden van de luchtspleet opgesteld zijn, welke bandgeleiders cilindrisch gebogen geleidingsoppervlakken bezitten, van welke bandge-geleiders de geleidingsoppervlakken elk aan één axiaal einde op een 10 hoogtebegrenzer aansluiten, welke twee hoogtebegrenzers op een zodanige wijze ten opzichte van de magneetkop opgesteld zijn, dat een verbindingslijn tussen de punten waar de geleidingsoppervlakken aansluiten op de hoogtebegrenzers loodrecht gericht is op een vlak door de luchtspleet, gelegen op gelijke afstand tot aangrenzende poolschoenen van de magneet-15 kop, welke bandgeleiders aan het andere axiale einde van de geleidingsoppervlakken gelegen, de ene bandrand sturende stuurelementen omvatten voor het voortdurend handhaven van het contact van de andere bandrand met de hoogtebegrenzers gedurende het bandtransport, met het kenmerk, dat de stuurmiddelen door op de geleidingsoppervlakken aansluitende, 20 schuin opgestelde stuurkanten gevormd worden en bij elke bandgeleider gerekend in de richting van het geleidingsoppervlak de afstand van de stuurkant tot de hoogtebegrenzer af neemt, welke stuurkanten, geleidingsoppervlakken en hoogtebegrenzers een geïntegreerde eenheid vormen met de kophouder.
2. Magneetbandcassetteapparaat volgens conclusie 1, met het ken merk, dat elk geleidingsoppervlak van de stuurkant tot de hoogtebegrenzer een axiale afmeting bezit, welke maximaal gelijk is aan de minimum breedte van de magneetband.
3. Magneetbandcassetteapparaat volgens conclusie 1 of 2, met het 30 kenmerk, dat ten opzichte van de koppenplaat opstaande zijwanden van de kophouder aan de naar elkaar toe gerichte zijden centreerranden omvatten, welke zich ongeveer loodrecht op een raakvlak aan de kopspiegel ter plaatse van de luchtspleet uitstrekken en op onderling geringere afstand gelegen zijn dat de overige delen van genoemde zijden.
4. Magneetbandcassetteapparaat volgens één der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de kophouder van vastzetmiddelen voorzien is welke voor het vastzetten van de kophouder samenwerken met klerrmiddelen op de koppenplaat. 8300730 BHN 10.602 15
5. Magneetbandcassetteapparaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de kophouder aan de van elkaar afgerichte zijden van de opstaande zijwanden van vastzetranden voorzien is, welke zich ongeveer loodrecht op genoemd raakvlak aan de kapspiegel uitstrekken en de 5 vastzetmiddelen vormen, terwijl de klenrniddelen door elastische haken op de koppenplaat gevormd worden.
6. Magneetbandcassetteapparaat volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de kophouder door drie op de koppenplaat aanwezige steunen gepositioneerd wordt, waarbij een eerste en een tweede steun nabij de 10 haken aan weerszijden van de kophouder gelegen zijn en een derde steun aan de van de kopspiegel afgekeerde zijde gelegen is.
7. Magneetbandcassetteapparaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kophouder ten opzichte van de koppenplaat roteerbaar gelagerd is en tussen de aanslagen over 180° roteer- 15 baar is.
8. Magneetbandcassetteapparaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste één zich ongeveer evenwijdig aan de koppenplaat uitstrekkende zijwand van de magneetkop nabij de kopspiegel een op geringere afstand van de luchtspleet gelegen wanddeel 20 cravat en de kophouder met een basisdeel althans ten dele aanligt tegen het wanddeel.
9. Magneetkopeenheid toepasbaar bij een magneetbandcassetteapparaat volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kophouder uit kunststof gevormd is en althans ter plaatse van de band- 25 geleiders met een slijtvaste laag bedekt is.
10. Magneetkopeenheid volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat gezien loodrecht op een raakvlak aan de kopspiegel ter plaatse van de luchtspleet de kophouder de magneetkop aan vier zijden omgeeft. 30 35 8 3 0 0 7 3 Ö'1
NL8300730A 1983-02-28 1983-02-28 Magneetbandcassetteapparaat alsmede magneetkopeenheid toepasbaar bij een dergelijk apparaat. NL8300730A (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300730A NL8300730A (nl) 1983-02-28 1983-02-28 Magneetbandcassetteapparaat alsmede magneetkopeenheid toepasbaar bij een dergelijk apparaat.
DE8484200245T DE3467454D1 (en) 1983-02-28 1984-02-22 Magnetic-tape-cassette apparatus and magnetic-head unit for use in such apparatus
EP84200245A EP0120518B1 (en) 1983-02-28 1984-02-22 Magnetic-tape-cassette apparatus and magnetic-head unit for use in such apparatus
CA000448152A CA1220857A (en) 1983-02-28 1984-02-23 Magnetic-tape-cassette apparatus and magnetic-head unit for use in such apparatus
JP1984025249U JPS6067535U (ja) 1983-02-28 1984-02-25 磁気テープカセツト装置
KR1019840000931A KR920003989B1 (ko) 1983-02-28 1984-02-25 자기테프 카세트장치
SG100/88A SG10088G (en) 1983-02-28 1988-02-05 Magnetic-tape-cassette apparatus and magnetic-head unit for use in such apparatus
HK345/88A HK34588A (en) 1983-02-28 1988-05-12 Magnetic-tape-cassette apparatus and magnetic-head unit for use in such apparatus
US07/302,078 US4926278A (en) 1983-02-28 1989-01-23 Magnetic tape cassette apparatus having reduced azimuth error
JP1146917A JPH0664800B2 (ja) 1983-02-28 1989-06-12 磁気テープカセット装置

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300730A NL8300730A (nl) 1983-02-28 1983-02-28 Magneetbandcassetteapparaat alsmede magneetkopeenheid toepasbaar bij een dergelijk apparaat.
NL8300730 1983-02-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300730A true NL8300730A (nl) 1984-09-17

Family

ID=19841483

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300730A NL8300730A (nl) 1983-02-28 1983-02-28 Magneetbandcassetteapparaat alsmede magneetkopeenheid toepasbaar bij een dergelijk apparaat.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4926278A (nl)
EP (1) EP0120518B1 (nl)
JP (2) JPS6067535U (nl)
KR (1) KR920003989B1 (nl)
CA (1) CA1220857A (nl)
DE (1) DE3467454D1 (nl)
HK (1) HK34588A (nl)
NL (1) NL8300730A (nl)
SG (1) SG10088G (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2853852B2 (ja) * 1987-04-02 1999-02-03 ソニー株式会社 テーププレーヤーのテープガイド装置
JPH0792955B2 (ja) * 1987-12-25 1995-10-09 シャープ株式会社 磁気記録再生ヘッドユニット
DE3812362A1 (de) * 1988-04-14 1989-10-26 Philips Patentverwaltung Magnetbandkassettengeraet mit einer kopfplatte sowie eine magnetkopfeinheit fuer dieses magnetbandkassettengeraet
JP2761214B2 (ja) * 1988-06-17 1998-06-04 キヤノン電子株式会社 磁気ヘッド装置
WO1990002398A1 (en) * 1988-08-18 1990-03-08 Kabushiki Kaisha Sankyo Seiki Seisakusho Magnetic head
EP0385359B1 (en) * 1989-02-28 1996-01-10 Canon Denshi Kabushiki Kaisha Magnetic head
JPH02124575U (nl) * 1989-03-24 1990-10-15
AT393755B (de) * 1989-06-06 1991-12-10 Philips Nv Magnetbandgeraet mit einem magnetkopf
AT392549B (de) * 1989-06-14 1991-04-25 Philips Nv Magnetbandgeraet mit einem magnetkopf
NL8901592A (nl) * 1989-06-23 1991-01-16 Philips Nv Systeem omvattende een magneetbandcassette en een magneetbandcassette-apparaat alsmede een magneetbandcassette en een magneetbandcassette-apparaat geschikt voor toepassing in een dergelijk systeem.
JPH04216354A (ja) * 1990-02-16 1992-08-06 Pioneer Electron Corp 磁気ヘッド装置
US5253135A (en) * 1990-03-13 1993-10-12 Canon Denshi Kabushiki Kaisha Magnetic head having a tape sliding surface and projections formed on the tape sliding surface
NL9002844A (nl) * 1990-12-21 1992-07-16 Philips Nv Systeem omvattende een apparaat en een cassette, alsmede een apparaat en een cassette geschikt voor toepassing in een dergelijk systeem.
AT396854B (de) * 1991-12-11 1993-12-27 Philips Nv Magnetbandgerät mit einer zum abtasten eines magnetbandes vorgesehenen magnetkopfeinheit
US5357390A (en) * 1991-12-11 1994-10-18 U.S. Philips Corporation Magnetic tape with a cylindrical magnetic head housing
DE4405302A1 (de) * 1993-03-15 1994-09-22 Philips Electronics Nv Magnetbandgerät
DE19519371A1 (de) * 1995-05-26 1996-11-28 Philips Patentverwaltung Magnetkopf mit einer Bandführungsvorrichtung
JP3677903B2 (ja) * 1996-10-31 2005-08-03 ミツミ電機株式会社 磁気ヘッド
JP3551099B2 (ja) * 1999-09-28 2004-08-04 日本電気株式会社 磁気テープ装置用薄膜磁気ヘッド
US7172149B1 (en) 2005-08-22 2007-02-06 Tandberg Storage Asa Long tape path guide system and method
ATE525647T1 (de) * 2006-06-27 2011-10-15 Hoffmann La Roche Diagnostische bandkassette
US20090001206A1 (en) * 2007-06-29 2009-01-01 Quantum Corporation Tape guider for limiting lateral tape motion

Family Cites Families (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH262323A (de) * 1947-12-17 1949-06-30 Beka St Aubin Ag Verfahren zur Herstellung von Sprechköpfen für Stahltongeräte.
US2916228A (en) * 1955-04-26 1959-12-08 Condenser Machinery Corp Tape alignment apparatus
FR1301903A (fr) * 1961-07-10 1962-08-24 Tête magnétique universelle pour magnétophone à ruban
GB1054998A (nl) * 1963-09-30
US3155359A (en) * 1964-01-13 1964-11-03 Nortronics Co Mounting bracket for magnetic heads
US3440359A (en) * 1964-11-02 1969-04-22 Vsi Corp Shiftable mounting means for transducers
US3521009A (en) * 1966-04-05 1970-07-21 Lear Jet Ind Inc Magnetic tape guide means for cartridge player
DE1499653A1 (de) * 1966-04-06 1970-05-14 Grundig Emv Magnetkopf
DE2007198C3 (de) * 1970-02-17 1985-01-24 Bogen Electronic GmbH, 1000 Berlin Magnetkopfanordnung mit einer Einrichtung zum Positionieren des Magnetkopfes
DE2045073B2 (de) * 1970-09-11 1976-09-02 Süddeutsches mechanisches Werk Freiherr von Hornstein KG, 8191 Münsing Magnetkopf fuer kassettentonbandgeraete oder andere bandaufzeichnungs- und bandwiedergabegeraete
US3855628A (en) * 1973-02-16 1974-12-17 Motorola Inc Tape head rotator mechanism
JPS49144208U (nl) * 1973-04-12 1974-12-12
US3882543A (en) * 1973-09-10 1975-05-06 American Optical Corp Tape head mount and alignment means
US3869725A (en) * 1973-09-17 1975-03-04 Motorola Inc Combination end of tape sensor and tape guide device
GB1523385A (en) * 1976-06-24 1978-08-31 Basf Ag Self-centering air guide for tape transports
JPS5486025U (nl) * 1977-11-24 1979-06-18
US4167664A (en) * 1978-01-20 1979-09-11 Amp Incorporated Adjustable read head assembly
JPS5626175U (nl) * 1979-08-08 1981-03-10
DE3127340C2 (de) * 1980-07-17 1985-01-31 Hitachi, Ltd., Tokio/Tokyo Führungsrolle für ein Bandbewegungssystem eines magnetischen Aufnahme- und Wiedergabegeräts
JPS5654669A (en) * 1980-09-05 1981-05-14 Toshiba Corp Head device
US4375071A (en) * 1980-10-20 1983-02-22 Amp Incorporated Mounting means for magnetic read head
NL8200175A (nl) * 1981-04-13 1982-11-01 Philips Nv Magneetbandcassetteapparaat alsmede megneetkopeenheid toepasbaar bij een dergelijk apparaat.
JPS57186258A (en) * 1981-04-13 1982-11-16 Philips Nv Magnetic tape cassette apparatus and magnetic head unit

Also Published As

Publication number Publication date
HK34588A (en) 1988-05-20
US4926278A (en) 1990-05-15
KR920003989B1 (ko) 1992-05-21
DE3467454D1 (en) 1987-12-17
SG10088G (en) 1988-07-01
EP0120518A1 (en) 1984-10-03
JPH0119249Y2 (nl) 1989-06-05
EP0120518B1 (en) 1987-11-11
JPS6067535U (ja) 1985-05-14
JPH0256759A (ja) 1990-02-26
KR840008864A (ko) 1984-12-19
CA1220857A (en) 1987-04-21
JPH0664800B2 (ja) 1994-08-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8300730A (nl) Magneetbandcassetteapparaat alsmede magneetkopeenheid toepasbaar bij een dergelijk apparaat.
NL8200175A (nl) Magneetbandcassetteapparaat alsmede megneetkopeenheid toepasbaar bij een dergelijk apparaat.
NL9002844A (nl) Systeem omvattende een apparaat en een cassette, alsmede een apparaat en een cassette geschikt voor toepassing in een dergelijk systeem.
DE2048154B2 (de) Schrägspur-Video-Bandaufzeichnungsund Wiedergabegerät mit Langzeitaufzeichnung
JP2948314B2 (ja) 磁気エンコーディング装置
US5018034A (en) Bi-directional tape recorder with pivoted magnetic head
US4067581A (en) Stepper for slow motion disc recorder
JPS58175179A (ja) 磁気テ−プカセツト
NL8304313A (nl) Schakelinrichting voor het bedienen van de opnameschakelaar van een magneetbandapparaat.
US4156258A (en) Head positioning device for multi-track tape recorders
US3485959A (en) Transducer with curved surface for cartridge tape player
US3197210A (en) Recording and biasing head assembly for magnetic tape recorders
US5412523A (en) Holding and adjusting apparatus for a rotating magnetic head arrangement
JPH073512Y2 (ja) 磁気記録再生装置
GB2134691A (en) Tape guide assembly
US20010043521A1 (en) Optical pickup device
JPS6245293Y2 (nl)
JP2535308Y2 (ja) 手動走行式磁気カードリーダ
US5754901A (en) Apparatus to eliminate transverse in film
JPH0710829U (ja) 複数のテープガイドを備えた回転磁気ヘッド
JPS5824282Y2 (ja) ジキテ−プ ノ イチキセイポスト
NL8102496A (nl) Magneetbandcassettesysteem, alsmede cassette en apparaat toepasbaar bij een dergelijk systeem.
JPH0355135Y2 (nl)
JPS5928546Y2 (ja) 磁気テ−プカ−トリツジ
WO2000057406A3 (en) Tape head azimuth adjustment

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed