NL8300108A - Werkwijze en inrichting waarmede tegelijkertijd twee tegenover elkaar gelegen randen van een kledingstuk kunnen worden gestikt. - Google Patents

Description

« *

Werkwijze en inrichting waarmede tegelijkertijd twee tegenover-elkaar gelegen randen van een kledingstuk kunnen worden gestikt.

De uitvinding,heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting waarmede tegelijkertijd stiknaden kunnen worden gevormd aan twee tegenoverelkaar gelegen randen of kanten van een kledingstuk,.waarbij de voornoemde randen niet nood?ake-5 lijkerwijze evenwijdig dienen te lopen.

Inrichtingen waarmede het mogelijk is om stiknaden langs de rand van een te vervaardigen werkstuk van een onregelmatige vorm aan te brengen zijn welbekend bij hen die zich hiermee bezig houden. Zulke stiknaden worden of met de hand aangebracht 10 of met de machine door de rand die dient te worden gestikt een daartoe geeigende geleide 'oppervlak te doen volgen, dat nabij de naald van de machine is geplaatst. Met dit type naaimachine is het noodzakelijk om werkstukken waarvan twee tegenoyerel-kaar gelegen randen dienen te worden gestikt, om eerst de ene 15 en daarna de andere rand te stikken. Voor een meer gedetaileer-de beschrijving van een naaimachine van dit type wordt gewezen op het octrooi uit de Verenigte Staten 3,377,967.

De typen van kledingstukken , die door de hierbovenge-noemde werkstukken worden gevormd kunnen zijn hempjes of 20 T-shirts en onder de term tegenoverelkaar gelegen randen of kanten daaronder dient te worden begrepen de twee ronde ope-ningen voor de armen die aan elkaar gelijk zijn, of de achterkant en de voorkant van de halsopening, waarbij de laatst genoemde langer is dan het eerst genoemde gedeelte van de hals-'25 opening.

Bij de bekende methode van het stikken of het aanbrengen van een zoom rond deze ronde openingen, dienen twee anafbanke lijke handelingen te worden uitgevoerd met de naaimachine, hetgeen om de hoeveelheid vereiste naaiwerk te verrichten 30 een overmatige hoeveelheid tijd vereist; bovendien zijn de stiknaden of zomen hooit precies hetzelfde gevormd, indien zij op verschillende momenten zijn aangebracht en de draadspanning waarmede wordt gestikt zal ook nooit precies hetzelfde zijn.

De onderhavige uitvinding verschaft middelen waardoor 35 het mogelijk is om dergelijke stiknaden tegelijkertijd aan te brengen en die bovendien dezelfde karakteristieken zullen vertonen waardoor de tijd benodigd om de twee gescheiden 8300108 f ^ .

V

-2.- 'st'iknaden of zomen kan· worden verkort.

Met deze methode om tegelijkertijd de tegenover élkaar gelegen randen van een kledingstuk te stikken of van zomen te voorzien is het mogelijk om geleidelijk de randen terwijl deze 5 van een zoom worden voorzien, te besturen of te geleiden, zodat zij een rechte baan volgen, die ovèreen.kómt met de lijn waarlangs de stiknaad .loopt terwijl het teveel aan materiaal van het kledingstuk dat zich tussen de randen bevindt, wordt verzameld eh er vóór wondt gezorgd, dat het onbeperkt de ruim-10 te tussen de voornoe'mde stiklijnen kan passeren. Een kenmerk van deze werkwijze is dat er voor wordt gezorgd, dat het kledingstuk wordt geopend op een wijze waarbij de delen die corresponderen metde: ie stikken randen worden geplaatst in tegenover elkaar gelegen posities en in hetzelfde vlak en de 15 aldus geopende randen of zomen worden geleidelijk gehanteerd zodat deze een rechte baan volgen, die samenvalt met de’Stiklijn, terwijl het teveel aan materiaal dat zich bevindt tussen voornoem.de lijnen bijelkaar wordt gebracht en er voor wordt gezorgd, dat het ongehinderd ertussen door wordt geleid.

20 De naaimachine waarmede deze werkwijze wordt toegepast, is voorzien van'twee gescheiden afzonderlijke naaldstangen, aangepast om tegelijkertijd te stikken of. naaien langs twee tegenover el kaar gelegen randen of zomen van een kledingstuk, waarbij de bovengenoemde werkwijze wordt toegepast. Tussen de 25 naalden van de machine en de naaldstangen die de lijn waarlangs wordt gestikt bepalen, bevindt zich een onbeperkte ruimte die is aangepast om het teveel aan materiaal van het kledingstuk te ontvangen, terwijl de randen of zomen worden gestikt.

Een ander kenmerk van de uitvinding is, dat de machine 30 is voorzien van twee geleiders die nabij de naalden zijn geplaatst, tangentieel ten opzichte van de stiklijn. Deze geleiders zijn zeer nuttig bij het aangrijpen van de tegenover elkaar gelegen zomen van het werkstuk, terwijl deze zomen in de richting van de stiklijn worden voortbewogen.

35 Deze en ander kenmerken van de uitvinding zullen hierna worden verduidelijkt met behulp van de tekening. In de tekening toont

Fig. 1 een pers.pectitivisch aanzicht van een hemd of T-shirt die tegenover elkaar gelegen zomen heeft 83 0 0 1 0 8 .9- — • * - 3 - die volgens de methode en met de machine volgens de uitvinding kunnen· worden gesikt;

Fig. 2 een uifrges’lagen aanzicht van het kledingstuk volgens figuur 1, geopend in voorbereiding tot het 5 stikken; *

Fig. 3 een boven aanzicht van het kledingstuk terwijl het gestikt wordt; en

Fig. 4 een zijaanzicht van een gedeelte van de naaimachine waarmede tegelijkertijd stiknaden kunnen worden. 10 gevormd langs twee tegenover elkaar gelegen randen van een kledingstuk.

De figuren 1 en 2 tonen een werkstuk, een hemd of T-shirt, dat aangeduidt wordt met het cijfer 3. Dit kledingstuk 3 heeft tegenover elkaar gelegen randen , die aangeduidt worden met 15 de cijfers 1 en 2 en om het kledingstuk gereed te maken voor het stikken, is het geopend zoals aangegeven met de pijlen A, 8, C en D in figuur 1 en zoals weergegeven in de uitgeslagen stand in figuur 2.

Alvorens het stikken te beginnen, worden de schouderband-20 jes 4 en 5 onder de persvoetjes 6 en 7 geplaatst en wordt ervoor gezorgd, dat de naalden 8 en 9 die zijn bevestigd in de naaldstangen 8' en 9' dat zij hun werk doen door door de persvoet door te gaan en samen te werken met de lussenmakers of spoeltjes die in de tekening niet zijn weergegeven. De naalden 25 met hun bijbehorende spoeltjes werken samen om de stiklijn te vormen langs overeenkomstige tegenover elkaar gelegen zomen 1 en 2 van het kledingstuk.

De plaatsing van de stiklijn wordt geleid of bestuurd door de bediener van de machine, door een van de zomen van 30 het kledingstuk te geleiden met een hand en de andere zoom met de andere hand terwijl hij de zomen zodanig manipuleerd, dat er voor wordt gezorgd, dat zij een rechte baan volgen.

Dit is zeer doeltreffend indien er voor gezorgd wordt, dat het teveel aan materiaal van het kledingstuk dat zich bevindt tus-35 sen de twee tegenover elkaar gelegen zomen, bijelkaar wordt gebracht en wordt voortbewogen zonder belemmeringen in de ruimte tussen de naaldstangen 8' en 9'. De ruimte waarin het teveel aan materiaal wordt bijeen gebracht en wordt voortbewogen gedurende het stikken wordt aangeduid met het cijfer 10, en 8300108 - 4 - in deze ruimte 10 is he,t mogelijk het teveel aan materiaal zowel naar boven als naar beneden zich te spreiden; naar onderen tussen de zijwanden 11 van een kanaal dat gevormd is in het onderstel van de naaimachine 12.

5 Zoals weergegeven in figuur 4 door een.stippel lijn kan het teveel aan materiaal zich naar boven uitspreiden tussen de naaldstangen 8‘ en 9', en door een getrokken lijn indien indien het zich uitspreid naar beneden in het kanaal tussen de gescheiden wanden 11.

10 Door het gebruik van beide handen zal de bediener van de machine een spanning opwekken , waardoor ervoor gezorgd wordt, dat de gebogen zomen 1 en 2 worden gestrekt, zodat zij een rechte baan zullen volgen die overeenkomt met de lijnen E en F zoals weergegeven in figuur 3.

15 Indien relatief stijf materiaal dient te worden gestikt, zullen er twee geleideorganen toegepast worden die nabij de naalden 8 en 9 zullen worden geplaatst en '.tangentieel ten opzichte van de lijnen E en F volgens welke lijnen wordt gestikt en zullen zeer doeltreffend zijn om de zomen 1 en 2 te gelei-20 den door er voor te zorgen, dat de zomen drukken tegen de voornoemde geleideorganen waardoor ervoor gezorgd wordt dat de zomen een rechte baan zullen volgen die samenvalt met de stik-1ijnen E en F.

In de. juiste stand aangebrachte lucht uitlaten zorgen 25 ervoor dat een luchtstroom tegen het teveel aan materiaal wordt geblazen dat zich bevindt tussen de zomen 1 en 2 van het kledingstuk, die daardoor helpt’bij het doen verplaatsen van het kledingstuk en tevens dient om het teveel aan materiaal ofwel omhoog te verplaatsen tussen de naaldstangen 8' en 9' 30 ofwel omlaag te verplaatsen tussen de gescheiden wanden 11 in het kanaal.

Indien noodzakelijk kunnen hulp-transportmiddelen worden toegepast, bijvoorbeeld geplaatst na de naalden om te kunnen samenwerken met de gebruikelijke transporteurs (niet weergege-35 ven in de tekening) van de machine om het kledingstuk te verplaatsen in de richting van de pijl G (figuur 3) terwijl de tegenover elkaar gelegen zomen gelijdelijk worden gestikt.

Een belangrijke en kenmerkende voorgaarde om de boven-be-schreven werkwijze te kunnen toepassen is dat de afstand tus- 8300108 % -,5- & -...........^ sen de tegenover elkaar gelegen kanten of zomen van het te naaien kledingstuk groter zijn dan de afstand tussen de stiklijn. Hier uit volgt, dat om kledingstukken te kunnen stikken die niet erg breed zijn, het noodzakelijk is dat de naaldstan-5 gen zeer dicht bij elkaar zijn geplaatst en dat een onbegrensde ruimte zich bevindt tussen de naaldstangen om het teveel aan materiaal te kunnen opvangen, dat zich bevindt tussen de zomen.

De hiervoor;beschreven methode om de tegenover elkaar gelegen knaten van een kledingstuk van zomen te voorzien, zoals een 10 hemd of een T-shirt kan eveneens worden toegepast op andere werkstukken waarvan tegenover elkaar gelegen zomen dienen te worden aangebracht, zoals handdoeken, zakdoeken en lakens, die rechte tegenover elkaar gelegen randen hebben.

Hiervoor is over het algemeen gesproken dat de tegenover 15 elkaar gelegen zomen zijn gestikt; er dient echter te worden begrepen dat onder dit stikken tevens dient te worden verstaan een veelheid vanmogelijkheden voor een bepaald werkstuk, zoals het gebruikelijke zomen met of zonder elastiek, als wel de zoom met geplooide stroken, linten, banden, tressen enz. Hoewel de 20 uitvinding is beschreven in samenhang met een voorkeurs uitvoering dient echter onder de uitvinding tevens te worden begrepen wijzigingen en variaties zonder dat van de uitvindings gedachte wordt afgeweken zoals zij deskundig op dit gebied begrijpen. Zulke veranderingen en variaties worden veronder-25 steld te liggen binnen het bereik van de uitvinding en de hieraan toegevoegde conclusies.

30 8300108

Claims (5)

1. Werkwijze waarbij tegelijkertijdstiknaden of zomen worden * I , aangebracht langs twee tegenoverelkaar gelegen randen van een kledingstuk of dergelijken, met behulp van een naaimachine, die omvat een paar gescheiden naaidstangen, ieder met een naald, 5 waarbij elke naaldstang met naald kan wamenwerken met een pers- of naaldvoet, welke werkwijze wordt gekenmerkt door de volgende stappen: a) het inbrengen onder de persvoet van elke naald van een va.n de randen van de tegenoverelkaar gelegen randen; 10 b) het geleiden van de tegenoverelkaar gelegen randen zo dat zij gedurende het stikken of naaien een rechte baan volgen; c) het bijelkaar brengen van het te veel aan materiaal van het kledingstuk in de ruimte tussen de gescheiden naaldstangen; en 15 d) het geleiden van het overtollige of te veel aan materiaal door de voornoemde ruimte, wanneer het stikken voortgang maakt.

2. Werkwij'ze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat alvorens het kledingstuk onder de machine wordt geplaatst, 20 het kledingstuk eerst wordt geopend en de delen die corresponderen met de te stikken randen worden geplaatst in tegenoverelkaar gelegen posities en in hetzelfde vlak.

3. Naai-inrichting voor naaimachines van het type om tegelijkertijd stiknaden te voremen langs tegenoverelkaar gelegen 25 randen van een kledingstuk, welke naai-inrichting wordt gekenmerkt door . - een onderstel - een paar gescheiden naaldstangen voor op en neer gaande bewegingen in het voornoemde onderstel; 30. een naald bevestigd.aan iedere naaldstang die de stik- naad lijnen aangeeft; - middelen tussen de voornoemde naaldstangen om op te vangen en te geleiden van het teveel aan materiaal, dat zich bevindt tussen de tegenoverelkaar gelegen randen of zijden 35 gedurende het stikken; - middelen die nabij ieder van de naalden is bevestigd om te bewerkstelligen dat de tegenoverelkaar gelegen randen of 8300108 J s - 7 - * zijden een· rechte baan ziil 1 en volgen die overeenkomt met de stik lijn.

4. Naaiinrichting volgens conlcuie 3, met het kenmerk, 5 dat de opvang en geleide middelen omvatten gescheiden zijwanden, die tezamen een kanaal vormen, waardoorheen het teveel aan materiaal kan worden geleid en verplaatst.

5. Naaiinrichting volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk, 10 dat de middelen, die bewerkstelligen dat de randen een rechte baan volgen bestaan uit een paar tegenoverelkaar geplaatste werkstuk geleiders. 15 20 25 30 35 8300108