NL8204322A - Digitaal televisiesignaalverwerkingsstelsel. - Google Patents

Description

it Μ t VO 3858

Betreft: Digitaal televisiegignaalverwerkingsstelsel.

Be m'-fryiTiding heeft betrekking op een digitaal televisie-signaaiverwerkingsstelsel en meer in bet bijzonder op een digitaal kleursignaalfilter- en demodnlatiestelsel.

Wanneer een analoog videosignaal in een t elevis ie-ontvanger ·. - ·- .<··· t . :f · · 5 digitaal meet worden ververkt, is bet nodig bet videosignaal eerst in een analoog~dig£taal-om2etter digitaal te coderen. De analoog-digitaalomzetter aeernt steekproeven van bet videosignaal overeenkomstig bet Hyquist kriterium bij een frequentie, weIke in bet algemeen verband boudt net de k|euronderdraaggolffrequentie (bijvoorbeeld driemaal of 10 viermaal de kleuroaderdraaggolffrequentie). Indien van een MJSC-video-signaal steekproeven worden gencmen met een frequentie van viermaal de kleuronderdraaggolf (ΐ-f.), bestaan de signaalsteekproeven nit

SC

soinmen en verscbxllen van luminantie- en chrominantie-informatie-signalen. Meer in bet bijzonder treedt indien de steekproeffaze samen-15 valt met de as van nul grade» van bet kleursalvosignaal, bet chrominan-tiegedeelte van de steekproiven op in de volgorde -(B-Y), (B-Y), (B-Y) en -(R~Y). Indien de steekproeffaze samenvalt met de I-as van bet kleursalvo a i gnaal (57°), treden de chrominantie-steekproeven op in de volgorde I, Q, -I en -Q. Na digitale codering, kan de luminantie- en 20 cbrominantie-informatie worden gescheiden door kamf altering of horizontals filtering teneinde een reeks Inminantiesignaalsteekproeven en een reeks kleuraengselsignaalsteekproeven te verkrijgen, welke laatste of van bet -(B-Y), (H-Y)-type of bet I, Q-type zijn. Op dit punt treden de beide signalen gewoonlijk op met de frequentie van bet 25 steekproefsignaal, dat door de analoge-digitaalomzetter wordt gebruikt. Terwijl de bogs, steekproeffrequentie in bet algemeen in bet luminantie-kanaal moet worden onderhouden, kan voor de kleursignalen met kleinere bandbreedte de steekproeffrequentie daarvan overeenkomstig bet Hyquist kriterium daarvan worden verlaagd.

30 De bovon voor de steekproeffrequentie van ^f beschreven

SC

kleurmengselsignaalreeksen worden met de kleuronderdraaggolffrequentie ge&oduleerd, waarbij elke signaalsteekproef een zeer bepaald deel van 8204322 - 2 - de cbrominantie-informatie is, Derbalve kan een ktradratuurdemodulatie plaatsvinden door afwisselende steekproeven aan twee uitgangen te kiezen met een frequentie, welke tweemaal de kleuronderdraaggolf-frequentie bedraagt. Voor kleursignalen van bet -(B-Y), (R-Y)-type, 5 zijn de twee gedemoduleerde kleursignaalreeksen -(B-Y), (B-Y), -(B-Y), (B-Y) en (R-Y), -(R-Y),. (R-Y), -(R-Y), beide bij een frequentie gelijk aan bet dubbele van. de kleuronderdraaggolffrequentie (2f ). Op een

SQ

soortgelijke wijze zijn voor kleursignalen van bet I, Q-type de gedemoduleerde kleursignaalreeksen I, -I* I* -I en Q, -Q, Q, -Q, eveneens 10 bij de frequentie van 2f .

Bij bet NTSC-stelsel, nemen de kleurmengselsignalen gewoonlijk bandbreedten van 0-0,5 MHz voor de (B-Y), (R-Y)- en Q-signalen in en 0-1,5 MHz voor bet I-signaal. Derbalve is bet nemen van steekproeven bij een frequentie van 2fge excessief vergeleken met de lyquist-steek-15 proeffrequenties behorende bij deze bandbreedten, en amvat de bemon- stering op een ongewenste wijze hoogfrequente ruis in de kleursignalen, Het is derbalve gewenst de steekproeffrequentie van de kleursignalen te reduceren, waardoor ook de complexe bouw van de daaropvolgende kleursignaalverwerkingsscbakeling wordt gereduceerd. Een wijze, waarop 20 dit kan gescbieden, is bet eenvoudig buiten bescbouwing laten van signaalsteekproeven. Aangezien echter elke chrominantiesteekproef op een zeer bepaalde wijze werd verkregen, kunnen de steekproeven buiten de band gelegen ruis omvatten, welke in de kleursignalen zal "alias" indien steekproeven eenvoudig buiten bescbouwing worden gelaten. Het 25 is derbalve gewenst de steekproeffrequentie van de chrominantiesignalen te reduceren en buiten de band gelegen ruis te elimineren in een stelsel waarbij gebruik wordt gemaakt van een eenvoudige ketenconfiguratie.

De uitvinding voorziet in een stelsel voor bet filteren en demoduleren van digitale kleurmengselsignalen, waarbij de signalen 30 worden gefilterd voor bet verwijderen van buiten de band gelegen ruis voordat bet demodulatieproces is voltooid. Bij een eerste uitvoerings-vorm volgens de uitvinding worden door scboten digitale.chrominantie-signaalsteekproeven eerst gedemoduleerd door een signaal, dat in frequentie is gerelateerd met de video-onderdraaggolf, teneinde door-35 scboten kleurmengselsignaalsteekproeven met verschillende steekproef-fazen bij basisbandfrequenties te verkrijgen. De door-scboten kleur- 8204322 ' ' ' · ...........'-V|.· T7·?*’"'" ------- , „ ft -3- mengselsignaalsteekproeven worden toegevoerd aan een digitaal filter met een freq.'ueatie9 velke egn veelvoud is van de kleuronderdraaggolf-frequentie, De wegcoSfficiSnten van het filter worden zodanig gekozen, dat een bandbreedte wordt vsrkregen, die het kleurmengselsignaal 5 doorlaat en huiten de tend gelegen ruis verwijdert. Aangezien de ingangssignaalreekS, die aaa bet digitale filter vordt toegevoerd, doorschcrtem fcTawrffijBmgttfel BiyaAlgteefcpwraran bevat, worden afwisselende trappen vaft bet· filterschtdfregister zodanig afgetakt, dat de uitgangs-reeks gefitter^ ea doorsclsjeiteh kleturmengselsignaalsteekproeven zal 10 amvatten* fen i^tgsngssciiak^laar verricht de fazedemodnlatie van de uitgangsreeks &oof steekproeven bij een gereduceerde steekproeffrequen-tie overe^koni^ig het SyqT^st-kriteriTM van de kleursignalen te kiezen en levert of ein of twee uitgangsreeksen van gefilterde en volledig gedemoduleerde kleurmengselaignalen.

15 Volgens een ander aspect van de uitvinding zijn afgetakte scbuifregistertrspfpen van het digitale filter gekoppeld met twee verschillende stellen weegcoefficienten en signaalcombinatietrappen.

De filtemitgangssignalen kunnen derhalve ongelijke bandbreedten voor gefilterde I- en Q-signalen vertonen, velke overeenkomen met de 20 gewenste bandbreedten van φ gefilterde signalen.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 in blokschemavorm, een gedeelte van een televisie-ontvanger met een filter- en demodulatiestelsel volgens de uitvinding; 25 fig. 2. golfvormen ter toelicbting van de werking van de inrichting volgens fig. 1; fig. 3 in blokschemavorm een kloksignaalgeneratorstelsel, geschikt om bij de inricbting volgens fig. 1 te worden toegepast; fig. k in blokscbemavorm een signaalmultiplexstelsel, dat 30 geschikt is om bij de inricbting volgens fig. 1 te worden gebruikt; fig. 5 in blokschemavorm een meer gedetailleerde uitvoerings-vorm van de uitgangsschakelaar van de inricbting volgens fig. 1; fig. 6 in blokschamavorm een verdere uitvoeringsvorm van - een filter- en demodulatiestelsel volgens de uitvinding; 35 fig. T golfvormen ter toeli-chting van de verking van de 8204322« | V« « K ::.Γ ί .: . ' "I"' » Λ - k - inrichting volgens fig. 6; en fig. 8 in blokschemavorm een kloksignaalgeneratorstelsel dat geschikt is om bij de inrichting volgens fig. 6 te vorden toege-past.

5 Zoals tat fig. 1 blijkt, vordt een televisiesignaal ontvangen door een antenne 10 en daarna ververkt door een afsteminri dating 12, tussenfrequentieketens 1^ en een videodetector 16, die op een gebruike-lijke wijze zijn opgebouvd.. Het gedetecteerde videosignaal aan de uitgang van de detector 16 vordt toegevoerd aan de ingang van een 10 analoog-digitaal-(A/D)-omzetter 20. De A/D-omzetter 20 neemt steek-proeven van bet videosignaal bij een frequentie, velke gelijk is aan viermaal de kleuronderdraaggolffrequentie (Uf ) en levert digi-tale steekproeven van bet videosignaal bij deze frequentie. Elke digitale steekproef of elk woord kan bijvoorbeeld acbt parallelle 15 bits omvatten. Bij een stelsel van acbt bits zal bet analoge videosignaal vorden gekvantiseerd tot een van tveehonderdzesenvijftig discrete niveaus. Het ^f -steekproefkloksignaal voor de A/D-omzetter 20 vordt opgevekt door een klokgenerator 22, die bet signaal in faze en frequentie-synchronisme met bet kleursalvosignaal van bet door de 20 videodetector 16 geleverde analoge videosignaal opvekt.

Het door de A/D-omzetter 20 opgevekte gedigitaliseerde videosignaal vordt toegevoerd aan een ingang van een digitaal kamfilter 2h, dat zodanig kan zijn opgebouvd, dat de verking daarvan overeenkomt met die, velke is bescbreven in bet artikel "Digital Television Image 25 Enhancement" van Jobn P. Eossi, Journal of tbe SMPTE op 545-51(1974).

Het kamfilter 24 levert een afgescheiden luminantiesignaal,Y, dat wordt toegevoerd aan een (niet afgebeelde) luminantiesignaalververkings-inrichting.

Het kamfilter 2k levert ook een afgescheiden chrominantie-30 signaal C, bestaande uit een reeks van doorscboten chrominantiesignaal-steekproeven met verschillende steekproeffazen, velk signaal vordt toegevoerd aan de ingang van een ehromaversterker 32. De chromaver-sterker 32 versterkt het cbrominantiesignaal in responsie op een door een vaarnemer bestuurd kleurverzadigingsbesturingssignaal en 35 voert het versterkte cbrominantiesignaal toe aan de ingang van een 8204322 . ..... ' \ "'ί · - ;ξί; * -5- digitale Hbymwpf nrf aTiting 31+. De chrcmapiekinrichting 3b is een digitaal filter, dat de op dit· punt door het chrominantiesignaal vertooade responsiekarakteristiek modifieert teneinde de responsie-karakteristiek van,: de tusseafrequentieketens 11+ te compenseren.

5 De tussenf^queufcifiketens leggen in het algemeen de kleuronderdraag- golffrequentie op &e osoderste frequentiehelling van de tussenfrequentie doorlaathand, vaardoor de kleurzijbanden ’’rolloff" van 6 dB per octaaf. vertonea. Be chromapiekinriehting 3l+ compenseert deze "rolloff" door te veroorz^&en, dat het chr^ml nantiesignaal een in vezen vlakke 10 ampliti^e-itequentieresponsie vertoont. Indien de tussenfrequentie-ketens 11+ ZQdanig zijn ontworpen, dat deze voor kleursignalen een in wezen vlpkke ajnplitude-fSrequentieresponsie versciiaffen, kan de Chromapiekinricfcting 3k worSen vervangen door een chromadoorlaathand-filter met een responsiekarakteristiek, die zich in de huurt van de 15 kleuronderdraaggolffrequentie bevindt.

Het aan een piekwerking ondervorpen of aan een handdoorlaat-verking ondervorpen digital^ chrominatiesignaal vordt toegevoerd aan een signaalmultiplexinrichting 1+0. De signaalmultiplexinrichting 1+0 amvat een multipless chakelaar 1+1+' met ingangen, velke dienen voor het 20 ontvangen van niet-geinvertserde digitale chrominantiesignalen en chrcminantiesignalen, die door een omkeerketen 1+2 zijn geinverteerd.

De multiplaxschakelaar 1+1+ w©rdt bij de kleuronderdraaggolffrequentie (f ) gesehakeld door een signaal, dat wordt opgevekt door de klok- - SO ί.-ί. ^ v generator 2§2. De schakelaar 1+1+ levert afwisselend geinverteerde en 25 niet-geinverteerde chrominattiesignaalsteekproeven aan de uitgang van de schakelasr. Voor een 1+f -steekproefsignaal staat de reeks

. ,f\' . ·_ -τ' ' ' · V . SC

steekproeven, die door de sphakelaar 1+1+ wordt geleverd, uit doors choten signaalste^proeven van twee typen in kwadratuurrelatie. De signaal-. multiplerinrichting 1+0 voert daardoor een onderdraaggolffrequente 30 demodulatie van de digitale chrominantiesignalen uit, waarbij signaal-steekproeven van de twee typen steeds terugkeren met een frequentie 2f . Bij deze hitvoeringsverm. zijn de chrominantiesignalen gedemodu-

SC

leerd tot hasishand ofschoon de geinterlinieerde componenten in kwadratuurrelatie hlijven- 35 De uitgang van de signaalmultiplexinrichting 1+0 is gekoppeld 8204322 ♦ * -6- met een ingang van een digitaal transversaal filter- en demodulator- stelsel 50. Het filter- en demodulatorstelsel 50 amvat een serie schuifregister 52, weegfunctieketens 60, een signaalcombinatie- inrichting 5^ en een demultiplexschakelaar 70, Het schuifregister 5 52 amvat bi j deze uitvoeringsvorm een schuifregister met twaalf trappen, waarvan de trappen zijn aangeduid met tot en met τ^.

De aan de uitgang van de signaalmultiplexinrichting ho opgewekte chrominantiesignaalsteekproeven worden toegevoerd aan de eerste trap van het schuifregister 52 en aan een weegfunctieketen 61. Bij dit 10 voorbeeld worden de chrominantiesignaalsteekproeven door het Uf - sc kloksignaal door het schuifregister 52 geschoven. De uitgangen van de schuifregisterfcrappen τ2, Tg, Tg, en zijn afgetakt, waarbij de uitgangsaftakkingen respectievelijk zijn gekoppeld met ingangen van een weegfunctieketen 62, 63, 6U, 65, 66 en 67. De uit- 15 gangen van de weegfunctieketens 60 zijn gekoppeld met de ingangen van de signaalcombinatieinrichting 5^, waarvan de uitgang is gekoppeld met de ingang van de demultiplexschakelaar 70. De demult iplexs chakelaar 70 kiest afwisselend signaalsteekproeven, die door de signaalcombina- tie-inrichting 5^- wordt opgewekt, in responsie op schakelsignalen 20 1/2f (E-Y) en l/2f (E-Y). Deze schakelsignalen worden door de klok- sc sc generator 22 in een kwadratuurfazerelatie opgewekt en hebben freauen-ties, gelijk aan de helft van de kleuronderdraaggolffrequentie (l/2f ). De demultiplexschakelaar 70 levert aan de uitgangen daarvan

SC

gefilterde en gedemoduleerde kleurmengselsignalen (E-Y)' en (B-Y)' 25 welke dan kunnen worden toegevoerd aan een (niet afgebeelde) chromi-nantiesignaalverwerkingsinrichting. De demultiplexschakelaar 70 levert daardoor een kwadratuurfazedemodulatie van gefilterde basis-b andkleurmengs els i gnalen.

De werking van de inrichting volgens fig. 1 zal thans onder 30 verwijzing naar de golfvormen volgens fig. 2 nader worden toegelicht. Fig. 2a toont een golfvorm 260, welke overeenkcmt met een aantal per id den van het analoge kleursalvosignaal of een in faze en frequen-tie daarmede gecentreerd signaal. De klokgenerator 22 wekt in responsie op het kleursalvosignaal een ^fsc-steekproefpulsreeks 262 voor de -35 A/D-omzetter 20 en het schuifregister 52 op, als aangegeven in fig. 2b.

8204322 -7- r *

Wanaeer van het videosignaal steekproeven warden.genamen op de tijd-stippen, marop de voorranden van de pulsen van de pulsreeks 262 op-treden, zullen de discrete kleursignaalste ekproe ven over een onder-draaggolfpgriode overeenkosen met -(B-Xj, (R-Y), (B-Y) en -(R-Y), 5 q.T« in fig. 2b. Sen chreoiinantiesignaalpulsreeks van dit type wordt toegevoerd aan de signaalrrultiplexinriciLting Uo.

Be wniit·ipi Aygehftkftlaar voert afwisselend paren van niet- geinverteerde m geinvertearde duOminantiesignalen aan de uitgang daarvan toe onder bestuur van het f -schakelsignaal, dat als de golf-10 vorm 26k in fig. 2c is veergegeven. Wanneer de golfvoxm 26b "laag” is, laat de multiplexschakelaar niet-geinverteerde signalen near de nitgang dafrvan %or, in dit geval de (R-Y)- en (B-Y)-steekproeven, velke bij #0° en 180° ten opzichte van salvogolfvorm 260 optreden.

Wanneer de golfvorm 26 b ziQh. in de Mhoge”-toestand daarvan bevindt, 15 worden geinverteerde signaalsteekproeven uit de omkeerketen ^2 gekozen en doorgevoerd naar de uitgang van de multiplexinrichting.

De omkeerketen zet de -(R-X)- en -(B-Y)-steekproeven op dit moment am in (R-Y)- en (B-X)-steekproeven. Derhalve is het uitgangssignaal van de signaalmultiplexinricixting ^ een continue reeks van positieve 20 chrcminantiesignaalsteekproeven bij een frequentie, velke viermaal de kleuronderdraaggolffrequentie bedraagt, vaarbij de reeks basis-band doorschoten kleurmengielsignalen oarvat.

* Deze reeks van chrominantiesignaalsteekproeven wordt aan het schuifregister 52 toegevoerd en door het schuifregister 52 geschoven 25 door het bf -signaal ♦ Wanaeer de steekproeven door het register SC ' worden geadhoven,. worden (B-Y)-steekproeven en (R-Y)-steekproeven afwisselensd aan de weegfunctieketen 60 toegevoerd. Zo zullen bijvoor- beeld na Mn periode van het -signaal (B-Y)-signaalsteekproeven

... . SC

een ogehblik Wirdin opgeslagen in de even genummerde schuifregister-30 trappen χ^3 τ^, τ^, Xq, en x^2 en zal ook een (B-Y)-steekproef aan de veegfunctieketen 61 worden toegevoerd. (R—Y)-signaalsteekproeven zullen op dit moment in de niet-afgetakte oneven genummerde trappen worden op^slagen. De afgetakte (B-Y)-signaalsteekproeven worden dan door cte ve^gfiinntieketen 60 gewogen en de aftakkings gewogen signalen 35 -worden geoombiheerd door de signaalcambinatie-inrichting 5^, die aan de 8204322 - 8 - uitgang daarvan een gefilterd (B-Y)-signaal levert- Na de volgende periode van het Uf -signaal, worden de (R-Y)-steekproeven naar de afgetakte trappen geschoven en worden de (B-Y) -steekproeven naar de niet-afgetakte trappen geschoven. De (R-Y)-signaalsteekproeven worden 5 dan gewogen en gecombineerd om aan de uitgang van de combinatie-inrichting 5¾ een gefilterd (R-Y)-signaal te verscliaffen. Derhalve wordt aan de uitgang wan de signaalcombinatie-inrichting 5¾ met de -signaalfrequentie een reeks van gefilterde en doorschoten (B-Y)-en (R-Y)-signalen opgewekt. Bij deze uitvoeringsvorm worden de 10 weegfunctiecoefficientvaarden zodanig gekozen, dat aan de uitgang van de signaalcombinatie-inricliting 5¼ een laag doorlaatfilter-responsiekarakteristiek aanwezig is bij een doorlaatband van bij benadering 0 tot 0,5 MHz.

De gefilterde chrominantiesignaalreeks aan de uitgang van de 15 signaalcombinatie-inrichting wordt dan gelijktijdig in steekproef- frequentie gereduceerd en in kwadratuur gedemoduleerd door van de signaalreeks steekproeven te nemen onder gebruik van signalen met verschillende faze en met de helft van de kleuronderdraaggolffrequentie.

Dit geschiedt door de demultiplexschakelaar 70, in responsie op de 20 steekproefsignalen 1/2f (R-Y) en 1/2f (B-Y). Het 1/2f -(R-Y)- sc sc sc signaal is als de getrokken golfvorm 266 in fig. 2d aangegeven, waar-bij dit signaal steekproeven van de gefilterde signaalreeks neemt tijdens bet optreden van een "R-Y)-steekproef bij elke afwisselende salvofrequentieperiode. Op een soortgelijke wijze nemen de 1/2f -(B-Y) 25 pulsen, aangegeven door de getrokken golfvorm 268 in fig. 2e, steekproeven van de gefilterde signaalreeks tijdens bet optreden van gefilterde (B-Y)-steekproeven. Derhalve levert de demultiplexschakelaar 70 een gedilterde en gedemoduleerde uitgangssignalen (R-Y)1 en (B-l)', waarbij de signaalwaarden worden omgescbakeld met een fre-30 quentie van l/2f . De 1/2f -steekproeffrequentie maakt een iiyquist-bandbreedte van 0,8-9 MHz bij bet NTSC-stelsel mogelijk, welke vol-doende is voor de doorlaatband van 0-0,5 MHz van de kleurmengselsig-nalen. De gefilterde uitgangssignalen, welke met de helft van de kleuronderdraaggolffrequentie optreden,'zijn derhalve in hoofdzaak 35 vrij van buiten de band aanwezige ruis en "aliasing"-camponenten 8204322 - 9 - tengevolge van de afsnijfrequentle van 0,5 MHz van let filter.

De klokgenerator 22 van fig. 1 lean zijn opgebouvd op een wijze als aangegeven in fig, 3, Het analoge videosignaal vordt toegevoerd aan een salvopoort 80, velke vordt gepoort door een 5 salvopoortsleutelpuls teneinde een gepoort salvosignaal toe te voeren aan een piekdetector-steekproef- en -vastloudketen 82, een verged! jkingsiuxri c&ting 88 en een if _ klokgeneratorketen 88. De if klokgeneratorket 88 kan zijn opgebouvd als aangegeven in de Amerikaanse oetrooiaanvrage 297*558. De iF -klokgeneratorketen 88 levert een 10 if -steekproefsignaal, als aangegeven in fig. 2fa. De piekdetector steekproef- en vastloudketen 82 levert een dr empelniveau, dat in loofdzaak gelijk is aan de palvosignaalpiek, velk niveaavafvalt over een spanningsdeler 8b voor let versclaffen van een drempelnivean V^, als aangegeven in fig. 2. Set dr empelniveau. vordt aangelegd 15 aan een tveede ingang van φ vergelijkingsinriclting 86. Het ifsc-steek-proefsignaal vordt toegevoerd aan de signaalingang van een teller 90 van 2 tits* en de nitgang van de vergelijkingsinriciting 86 vordt gekoppeld met de " instel"-ingang van de teller 90.

De fr2rT-uitgang van de teller 90 van 2-bits is gekoppeld 20 met de in gang van een omkeerinri citing 102 en met een ingang van een IQF-poort 9b. De "f’-uitgang van de teller 90 van 2 bits is gekoppeld met een tveede ingang van 4e UOF-poort 9b en met een ingang van een M-poort 100. De uitgang v®a de omkeerinriciting 102 is met een tveede ingang van de M-poort 100 gekoppeld.

25 De uitgang van de lOF-poort 9¾ is gekoppeld met de "C"- (klok1-ingang van een flipflop 98 van let D-type en met een ingang . -van een M-poort 98. De Q-uitgang van de flipflop 98 is dekoppeld met de ,,Dn-informatie-ingang van de flipflop en de Q-uitgang van de flipflop 96 is gekoppeld met een tveede ingang van de M-poort 98.

30 De uitgang van de M-poort 100 is gekoppeld met de C-ingang van de flipflop 10i en met een ingang van een M-poort 10S. De Q-uit-gang van de flipflop to! i# gekoppeld met een tveede ingang van de M-poort 10S en de Q-uitgang Tten de flipflop 20 i is gekoppeld met de D-ingang van de flipflop. De salvopoortsleutelpuls vordt toegevoerd aan 35 de ingang van een monostabiele multifibrator 106, velke een uitgang 8 2 0 4 3 2f :·.

- 10 - bezit, die met de terugstelingangen van de flipflop 96 is verbonden.

Tijdens het bedrijf telt de teller Tan 2-bits de pulsen

van bet Uf -steekproefsignaal. De telling van de teller 90 wordt SC

gedurende elk salTointerral gesyncbroniseerd door de vergelijkings-5 inrichting 86. De vergelijkingsinrichting 86 levert gedurende elke periode van het salrosignaal een uitgangspuls wanneer het salvosignaal 260 op de negatieve ingang van de vergelijkingsinrichting de V,^-drempelwaarde gedurende het interval t^-tg, aangegeven in fig. 2b, overschrijdt.

10 De vergelijkingsinrichtingspuls houdt de teller 90 gedurende dit interval in de insteltoestand daarvan, op welk tijdstip het uitgangssignaal van de teller gelijk aan drie is. Na het tijdstip tg hemeemt de teller 90 zijn telling bij de voorrand van de puls (r-Y) in fig. 2b.. De teller 90 wordt daardoor gesyncbroniseerd 15 teneinde een telling van EEN voor elke (B-Y)-steekproef, en een. telling van twee voor elke -(E-l)-steekproef, een telling van DRIE voor elke -(B-Y)-steekproef, en een telling van nul voor elke (R-Y)-steekproef te verschaffen, als aangegeven door de tellemummers onder de golfvorm 262 in fig. 2b.

20 Wanneer de teller 90 in deze volgorde werkt, zal de "2"-uit- gang van de teller een uitgangssignaal bezitten, dat is aangegeven door de golfvorm 26k in fig. 2c. Dit signaal is het gewenste f -steek-

SC

proefsignaal voor de signaalmultiplexinrichting Uo. De NOF-poort 9^ ontvangt de telleruitgangssignalen en levert tijdens elke "nul"-25 telling een "hoog" signaal. Het door de NOF-poort 9¾ opgewekte signaal zal de flipflop 96 afwisselend instellen en terugstellen, waardoor de EN-poort 98 gedurende afwisselende perioden van het kleursalvosignaal in- en buiten werking wordt gesteld. De flipflop 9^ en 10U worden gesynchroniseerd door een terugstelpuls, welke door de monostabiele 30 multivibrator 106 aan het begin van elk salvopoortinterval wordt geleverd. Hierdoor wordt ervoor gezorgd, dat de flipflops tijdens de eerste salvoperiode en elke afwisselende salvoperiode daama worden ingesteld. Derhalve levert de EN-poort 98 uitgangspulsen tijdens afwisselende nultellingen van de teller 90. Het uitgangssignaal van 35 de EN-poort 98 is het gewenste 1/2f_(R-Y)-signaal voor de demultiplex-schakelaar 70 en dit signaal heeft een golfvorm, als aangegeven in 8204322 ......·*.................................'^ψψ{.....Hip·* < + ||||l ·.·,·-.

» « - 11 - fig. 2d, waarbij de voorranden optreden op de tijdstippen van de voorranden van de getrokken pulsen, terwijl de achterran&en optreden ale aangegeven door de stippellijn 267.

Op een soortgeXijks wijze levert de EN-poort 100 pulsen 5 gedurende elke "een,,-telling van de teller 90. Afwisselende pulsen van deze pulsen worden door de EB-poort 10-S gevoerd wanneer deze door de flipflop 10¾. in meriting is gesteld. Het uitgangssignaal van de EB-poort 106 is net gevenste 1/2f (B-Y)-signaal voor de demultiplex-schakelaar 70, waarbij de voorranden optreden op de tijdstippen van 10 de voorranden van de getrokken pulsen 268 van fig. 2e, en de achter-randen optreden, als aangegeven door de gestippelde achterranden 269.

De signaalmultipleacinriciting Uo volgens fig. 1 kan zijn opgebouwd als aangegeven in fig. De inriciting volgens fig. U is bestemd voor signalen van vier "bits dock kan op eenvoudige wijze 15 worden uitgebreid voor digit ale woorden met grot ere bitlengte.

Zoals uit fig. b blijkt, worden de bits van net door de chrcmapieki.nrich.ting 3¾ opgewekte digit ale chrominantiesignaal parallel aan ingangen van exclusieve OF-poorten 110, 112, 11¾ en 116 toegevoerd.

In dit voorheeld van woorden van vier bits, vordt de minst significante 20 bQ toegevoerd aan de ingang van de exclusieve OF-poort 116, worden de bits b1 en bg toegevoerdaan de exclusieve OF-poort en 11¾ en 112, en wordt de masrtsignificante bit b^ toegevoerd aan de exclusieve OF-poort 110. Be uitgangsa^gnalen van de respectieve exclusieve OF-poorten worden toegevoerd aan de ingangen A^, , Ag en A^ van een 25 optelinriciting 1^0. De exclusieve OF-poorten 110, 112, 11¾ en 116 dienen ookvoor het ontvangea van het f -signaal, welk signaal 00k wordt toegevoerd mm de ingang van de optelinrichting 1^0. De resterende .”B" injpngen , Bg B3 dienen voor het ontvangen van een signaal met e@a logisch "0* niveau. Het uitgangssignaal van de 30 signaalmultiplexinrichting treeedt op aan de optelinrichtingsuitgangen * ^1* ^611 £3* iijdens het bedrijf worden wanneer het f -signaal 26b laag

•ν'.· SC

is tijdens het optreden van positieve chrominantiesignaalsteekproeven (B-Y} en (B-Y3, als aangegfven in de figuren 2b en 2c, de signaal-35 steekproeven niet-geinvertierd aan de optelinrichting 1^0 toegevoerd,

820 4|2$ I

- 12 - vaar zij vordt opgeteld tot een vaarde van 0000 op de "B"-ingangen van de optelinrichting. De aan de uitgangen van de optelinrichting opgevekte signaalsteekproeven, hebben derhalve dezelfde vaarden als de ingangssignalen van. de multiplexinrichting.

5 Tijdens het optreden van negatieve chrcminantiesignaalsteek- proeven -(B-Y) en -(B-Y], veroorzaakt de hoge toestand van het f-signaal, dat de exclusieve OF-poorten 110, 112, 11¾ en 116 de bit-vaarden van de toegevoerde chrominantiesignaalsteekproeven cankeren.

De ingangs signaalsteekproeven worden dan in geinverteerde vorm toe-10 gevoerd aan de "A"-ingangen van de optelinrichting 1^0, velke de geinverteerde steekproeven optelt tot een vaarde van 0001 op de "B"-ingangen van de optelinrichting. De optelinrichting vekt daardoor een twee-geeamplementeerde versie van de ingangssignalen op, vaardoor de negatieve chrominantiesignaalsteekproeven worden omgezet in positieve 15 signaalsteekproeven.

Opgemerkt vordt, dat de optelinrichting 2k0 volgens fig. U ertoe dient een vaarde van een minst significante tit bij geinverteerde chrominantiesignaalsteekproeven op te tellen. De inrichting volgens fig. U kan indien gevenst vorden vereenvoudigd door de optelinrichting 20 veg te laten en de uitgangssignalen van de exclusiefe OF-poorten direkt aan het digitale filter 50 toe te voeren. Dit veroorzaakt even-wel een "font" van een bit in de uitgangssignalen van de multiplexinrichting ItO tijdens elk paar geinverteerde signaalsteekproeven. Aangezien deze "font" echter terugkeert met de frequentie van de ge-25 inverteerde signaalsteekproeven, velke de onderdraaggolf frequentie is, vordt de fout op een doeltreffende vijze geelimineerd door het digitale filter,, dat een doorlaatbandafsnijpunt onder de onderdraaggolf-frequentie bezit.

De demultiplexschakelaar JO kan zijn opgebouvd als aangegeven 30 in fig. 5· Hetuitgangssignaal van de signaalcambinatie-inrichting 5¾ vordt parallel aan de D-ingangen van de flipflops 72 en 7¾ van het D-type toegevoerd. De flipflop 72 vordt geklokt door het 1/2f (B-Y)-signaal op de C-ingang daarvan en de flipflop 7¾ vordt geklokt door het 1/2f (B-Y}-signaal op de C-ingang daarvan. Gefilterde en gedemo-

SC

35 duleerde signalen (B-Y]’ en (B-Y)’ treden op de Q-uitgangen van de 820 A 3 22 - 13 - flipflops op. Indien de uitgangssignalen van de signaalcambinatie- inriehting 5b digitals woorden van acht bits amvatten, zal elke flip- flop achtmaal vorden gerepliceerd, vaardoor voor elke nit gang een ' grendelinrichting van acht bits vordt gevormd. Indien bet gevenst is 5 de gedamodnleerde en gefilterde signalen in een enkele reeks voor een daaropvolgende signaalverwerking te houden, kan men gebruikmaken van slecbts een grendelinrichting van acbt bits. Deze grendelinrichting wordt dan geklokt door aan seen M-werking onderworpen signalen 1/2f (B-T) en 1/2f (E-l]. Eet kan verder bij een dergelijke inricb- sc sc 10 ting gevenst zijn, de faze ran een van de steekproefsignalen zodanig te vijzigea, dat van de gefilterde signalen steekproeven vorden ge-ncmen bij afvisselende salvoperioden in plaats van bij dezelfde periode als aangegeven in de figuren 2d en 2e.

Een tveede filter- en demodulatiestelsel volgens de liitvin-15 ding vindt men in fig. 6. In fig. 6 is de uitgang van de multiplex-schakelaar W volgens fig. 1 gekoppeld met de ingang van de eerste trap τ.| van eea, scbuifregister 152. Set scbuifregister vordt geklokt door een Q-steekproefsignaal. De even genummerde trappen τ2,. τ^, τβ9 τ8» τ10 en Τ12 't)ezi'b'b®# uitgangsaftakkingen, velke zijn gekoppeld 20 met de veegfunctieketens 1f2, 173» 17^, 1T5» 176 resp. 177· De ingang van de eerste trap is gekoppeld met een veegfunctieketen 171. De nitgangen van deze veegfunctieketens 170 zijn gekoppeld met ingangen van een signaalcombinatie-iiiricbting 156* vaarvan de nitgang is gekoppeld met de ingang van een demultiplexschakelaar 172. De demolti-25 plexschakelaar 172 vordt geklokt door een steekproefsignaal fs(Jj.

• De uitgangsaftakkingen van de even genummerde schuifTegister-trappen τ2» τ^, τ^, Tg en t1q zijn gekoppeld met ingangen van de veegfunctieketens 161, 162, 163, 16¾ resp. 165. De uitgangen van deze veegfunctieketens 160 zijn gekoppeld met ingangen van een signaal-30 combinatie-inricbting 15¾ vaarvan de uitgang is gekoppeld met de ingang van een demultiplexschakelaar- 170. De demultiplexschakelaar 170 vordt geklokt door een steikproefsignaal 1/2fscQ.

De verking van de inrichting volgens fig. 6 blijkt onder verwijzing naar de golfvorpen van fig. 7. De golfvorm 62 van fig. 7a 35 toont een signaal, dat in faze- en frequentiesynchronisme met de 820 4 3 tl| - 1U - kleursalvosignaalcomponent van het analoge videosignaal is gecentreerd. Het analoge videosignaal vordt digitaal gecodeerd door van het videosignaal steekproeven te nemen met een ^fgc£ Q-steekproefsignaal, dat in faze is gecentreerd met I-as van het kleursalvosignaal. De afge-5 scheiden chrominantiesignaalsteekproeven vorden daardoor opgevekt in de volgorde X, Q, -I, -Q, als voorgesteld door de golfvorm 27k in fig. 7b. De signaalmnltiplexinrichting Uo inverteert dan de negatieve signaalsteekproeven voor het leveren van een positieve steekproefreeks van de vorm I, Q, I, Q. Deze signaalmultiplexinrichting vordt veer 10 bestuurd door een f -steekproefsignaal, voorgesteld door de golfvorm sc 276 in fig. 7c. De I- en Q-steekproeven van de positieve steekproef-reeks treden steeds met een 2fsc-frequentie op.

De reeks van I- en Q-chrominantiesignaalsteekproeven vordt toegevoerd aan en gevoerd door het schuifregister 152 en vel door het 15 UfscI Q-signaal. Het schuifregister zal afwisselende toestanden aan-, nemen na opeenvolgende verschuivingen, vaarbij I-signaalsteekproeven in de even genummerde trappen vorden opgeslagen of Q-sighaalsteek-proeven in de even genummerde trappen vorden opgeslagen. In de eerste toestand vordt een I-signaal toegevoerd aan de ingang van de veeg-20 functieketen 171 en vorden I-signalen, velke zich in de trappen x2, x^, Xg, Xg, x^q en x12 bevinden, afgetakt en toegevoerd aan de respectieve veegfunctieketens 172, 173, 17^, 175* 176 en 177* De aftakkingsgevogen signalen, die door de veegfunctieketens 170 vorden opgewekt, vorden gecombineerd in een signaalcombinatie-inrichting 156 voor het ver-25 schaffen van een gefilterd I-signaal, If. De vaarden van de veegfunc-tiecoefficienten van de ketens 170 vorden zodanig gefcozen, dat aan de uitgang van de signaalcombinatie-inrichting 156 een laag doorlaatfilter responsiekarakteristiek optreedt, vaarbij een doorlaatband van bij benadering nul tot 1,5 MHz aanvezig is. Yan de gefilterde I-signalen 30 op de uitgang van de signaalcombinatie-inrichting 156 vorden steek-proeven genomen door een fscj-steekproefsignaal bij de kleuronder-draaggolffrequentie, dat in overeenstemming met het Hyquist kriterium een bandbreedte van 1,79 MHz bij het NTSC-stelsel mogelijk maakt.

Het fscj-steekproefsignaal vordt toegevoerd aan de demultiplexschake-35 laar 172, velke een uitgangssignaalreeks van de vorm 1^,, 1^,, 1^,,..., 8204322 -15 - als veergegeven in fig. 71» levert. .

Tijdens de tveede toestand, vorden Q-signaalsteekproeven naar de even genumraerde trsppen versedoven. Q-signaalsteekproeven worden nit de trappen tg, t|» τ^, tg en afgetakt en toegevoerd 5 aan respectieve veegfunctiaketens ίβΤ, 1&2, 163, 16k en 165. Aftak-kingsgewogen Q-signaalsteekproeven op de nitgangen van de veegfunctie-ketens 160 vorden gecomdinserd door de signaalcombinatie-inricdting I5U voor det opwekken van een gefilterde Q-signaal, Q’.De vaarden van de weegfunctiecoefficienten Tan de ketens 160 vorden zodanig 10 gekozen, dsct vordt voorzien in een laag doorlaatfilterresponsie- karskteristiek aan de nitgang van de signaalcomdinatie-inricdting 15^ > welke een doorlaatdand van dij denadering nul tot 0,5 MHz vertoont.

Van de gefilterde Q-signalen op de nitgang van de signaalcomdinatie-inricdting 15¼ vorden steekproeven genomen door een 1/2fgcQ-steek-15 proefsignaal met de delft van de kleuronderdraaggolffrequentie, vaar-door dij det NTSC-stelsel- een lYqnist-dandbreedte van 0,895 MHz moge-lijk is., let 1 /2f^e^-steekproefsignaal destnurt de demultiplexscdake-laar ||Q, jpelks een uitgan^ssignaalreeks van de vorm Q1,, Q^t, Q^,,..., levert, aT# aapgsgeven in fig. To. Derdalve dempt de inricdting volgens 20 fig. 6 dniten de dand gelegen mis en demoduleert de inricdting I- en Q-kleinnnengselsdgaalen met ongelijke dandbreedten.

T^yisndipm, vereisen de nitvoeringsvormen volgens fig. 1 en 6 slecdts ee®, enkel filterscMiifregister doordat voordeel vordt getrokken van det doorscdoten karaktir van de kleurmengselsignalen, die zovel 25 gefilterd als gedemoduleerd vordt. Het filter voorziet in een goede signaal-ruisverdouding tengevolge van det klokken van tvee steekproeven van elk type van det kleumengselsignaal naar det filter dij elke kleuronderdraaggolfperiode.

De inricdting volgpns fig. 6 verkt in comdinatie met een 30 signaalmoltipleadbaricdting 1+0, opgedonvd volgens det principe van det multipiexstelsel volgens f|g. 4. De demult iplexs cdakelaars 170 en 172 kunnen alkzi jn voorzien van een enkel grendelregister in plaats van det in fig. 5 afgedeelde ddddele grendelregister. Het klokgenerator-stelsel volgens fig. 3 vereist evenvel een modificatie voor I- en Q-35 filtering en -demodulatie, als aangegeven in fig. 8. Elementen van 8204$2§ j j ' Γ' . ' Π:''< -¾ ' ,'vv.

- 16 - fig. 3 vindt men terug in fig. 8 en deze elementen zijn van dezelide verwijzingen voorzien.

Zoals in fig. 8 is aangegeven, zijn de salvopoort 80, de piekdetector-steekproef- en vasthoudketen 82, de monostabiele multi-5 vibrator 106 en de spanningsdeler 8¾ op dezelfde wijze opgesteld en werken zij op dezelfde wijze als in fig. 3 is weergegeven. De klokgenerator 188 wekt in responsie op het salvosignaal een kf -steekproef frequent signaal, ^fscI qs op, dat in faze is gecentreerd met de I-as van het salvosignaal. De klokgenerator 188 kan zijn opgebouvd 10 op een wijze, als beschreven in de bovengenoemde Amerikaanse octrooi-aanvrage 297.55^. Het ^fscj ^-steekproefsignaal wordt toegevoerd aan de signaalingang van de teller 90 van 2-bits. De uitgang van de vergelijkingsinrichting 86 is gekqppeld met de terugstelingang van de teller 90 en wel door de serieccmbinatie van een condensator 180 15 en een diode 18¾. Een spanningsdeler 182 levert een rustgelijkspanning in bet verbindingspunt van de condensator 180 en diode 18^4-.

De "1" en "2"-uitgangen van de teller 90 zijn gekoppeld met ingangen van een exclusieve NOF-poort 192. De "2"-uitgang is ook gekoppeld met een ingang van een EN-poort 19¾ en met de ingang van 20 de omkeerinrichting 102. De "1"-uitgang van de telinricbting 90 is gekoppeld met de ingang van een omkeerinrichting 196 en met een ingang van een EN-poort 100. De uitgang van de omkeerinrichting 196 is gekoppeld met een tweede ingang van de EN-poort 19¾ en de uitgang van de omkeerinrichting 102 is gekoppeld met de tweede ingang van de EN-25 poort 19^3 waarbij de uitgang van de omkeerinrichting 102 is gekoppeld met een tweede inga-ng van de EN-poort 100. Een flipflop 96 van het D-type en een EN-poort 93 zijn met de uitgang van de EN-poort 19¾ gekoppeld en zijn overigens gekoppeld op een wijze, als aangegeven in fig. 3.

30 Tijdens het bedrijf telt de teller 90 pulsen van het door de klokgenerator 188 geleverde ¾fscI Q-signaal. Het uitgangssignaal van de vergelijkingsinrichting synchroniseert de teller weer tijdens de kleursalvointervallen. Wanneer het salvosignaal het drempelniveau V^. overschrijdt, als aangegeven op het tijdstip t ^ in fig. 7a, wordt 35 het uitgangssignaal van de vergelijkingsinrichting 86 positief en het 8204322 - ~ ιτ - uitgangps j^aaj. hlijft in deze toestand tot een later tijdstip t^.

Het drempelniveau wordt zodanig ingesteld, dat het tijdstip t1 optreedt Y®ordsrfc.Spt salvosignaal de Q-asfaze van 57° s zoals een faze van 30 ^;here3!£-De door de vergelijkingsinrichting 86 opgewekte 5 positieve φίΜ* wsl*d± gedifferantieerd door de condensator 180 en leidt tot een korte in positieve richting verlopende puls op het tijd-stip t^ eneenkorte in negatieve richting verlopende puls op het tijd-stip tg, als asEQgegeven in fig. 8. De in positieve richting verlopende puls wqirdt door de diode 18¾ toegevoerd aan de · instelingang van de 10 teller 9& %eneinde;: de teller op het tijdstip t^ in .te stellen op drie, De dio^a s^jdl oi# de in nggaiieve richting verlopende puls af, en belet, .dat;-deze pals de teller 90 bereifct. Derhalve wordt de teller 90 gesyndyrontseerd <m de I-pulsen van fig- Tb als een, de Q-pulsen als twee, -I-pulsen als drie en de -Q-pulsen als nul te tellen.

15 de teller p0 op deze wijze is gesynchroniseerd, zal . door de exclusieve HOE-bewsrking van de telleruitgangssignalen door de poort 192 het gewenste f -eignaal voor de signaalraultiplexinrichting 1+0 optreden, als aangegeven door de golfvorm 2J6 in fig. 7c. De EN— poort 100 levert een puls bij een telling van een bij elke salvoperiode 20 hetgeen overeehkamt met hot gewenste fgcj-steekproefsignaal. Het uitgangssignaal van de M-poort 100 zal hoog worden in coincidentie met de voorrand van de getrokken puls 2TT van fig. 7d en zal laag warden, als aangeggven door de gestippelde overgang 278. De EN-poort 19U zal tijdens de telling van twee bij elke salvoperiode een uitgangs-. 25 puls leveren. Afwisselende pulsen van deze pulsen treden aan de uit- gang van de EH-poort 98 op, waarbij de voorranden samenvallen met de voorrand van de getrokken juls 279 van fig. Je en de achterranden zijn voorgesteld door de stippellijn 280. Het door de EH-poort 98 opgewekte signaal is het 1/2fgCQ-steekproefsignaal.

8204322

Claims (13)

1. Inrichting te gebruiken bij een televisiesignaalontvanger, voorzien van een bron van digitale chrominantiesignalen, welke in faze en frequentie zijn gemoduleerd, welke inrichting dient voor het opwekken van gefilterde en gedemoduleerde digitale kleursignalen gekenmerkt door 5 organen (40) met een ingang, die met de genoemde bron is gekoppeld voor het ontvangen van de digitale chrominantiesignalen, en een uitgang voor het opwekken van digitale basisbandkleursignalen met doorschoten steek-proeffazen, een digitaal filter (52,54,60) met een ingang, welke dient voor het ontvangen van de in faze gemoduleerde digitale basisband- 10 kleursignalen, en een uitgang, welk filter een responsie-karakteristiek vertoont, die in hoofdzaak gelijk is aan de gewenste doorlaatband van de gedemoduleerde digitale kleursignalen, en organen (70), die met de uitgang van het digitale filter zijn gekoppeld voor het verschaffen van gefilterde en gedemoduleerde digitale kleursignalen.

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de organen (70) voor het opwekken van de gefilterde en gedemoduleerde digitale kleursignalen zijn voorzien van organen (70) voor een demultiplex-bewerking van digitale basisbandkleursignalen met doorschoten steek-proeffazen voor het verschaffen van een aantal digitale kleursignalen 20 ((H-Y) ’, (B-Y) ’), die elk een bepaalde steekproeffaze... voorstellen.

3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de organen (40) voor het opwekken van digitale basisbandkleursignalen met doorschoten steekproeffazen zijn voorzien van organen (44) voor het demoduleren van de digitale chrominantiesignalen uit het frequentie- 25 gebied om de kleuronderdraaggolf teneinde digitale basisbandkleursignalen te vormen.

4. Inrichting volgens conclusie 3 gekenmerkt door een eerste bron (22) van kloksignalen met een veelvoud (4fsc) van de kleuronderdraaggolf frequentie en in fazesynchronisme daarmede, een tweede bron 30 (22) van kloksignalen met een submultipel (fsc) van de frequentie van de kloksignalen van de eerste bron en in fazesynchronisme daarmede, en een derde bron (22) van kloksignalen met een submultipel ((l/2fsc(R—Y)l/2fsc(B-Y)')van de frequentie van de kloksignalen van de tweede bron en in fazesynchronisme daarmede, waarbij 8204322 - —11 "" ------ ' ''5! . 1 « ; ' -19- de bron (10-20, 24-34) van digitale chrominantiesignalen in responsie op kloksignalen uit de eerste bron de digitale chrominantiesignalen opwekt, die in faze en frequentie zijn. gemoduleerd, de demultiplex-organen (70) in responsie op kloksignalen uit de derde bron, het 5 aantal digitale kleursignalen opwekken, die elk een bepaalde steek-proeffaze voorstellen, en de demodulatie-organen (44) in responsie op kloksignalen- uit de tweede b*on de digitale basisbandkleursignalen met doorschoten steekproeffazen opwekken.

5. Inrichting volgeas conclusie 1, met het kenmerk, dat de bron 10 (10-20, 24-34) van digitale chrominantiesignalen is voorzien van een bron (10-16) van samengestelde videos!gnalen, weIke een salvosignaal-component omvatten, organen (20), die met de samengestelde video-signaalbron. zijn gekoppeld om steekproeven te nemen van de saxaenge-stelde videosignalen bij een veelvoud van de frequentie van het salvo-15 signaal en in fazesynchromsme daarmede, teneinde een reeks signaal-steekproeven met een aantal fazen op te wekken, organen (24-34), die , met de steekproeforganen zijn gekoppeld om de luminantie- en chrominantie-gedeelten van de slgnaalsteekgroeven te scheiden voor het opwekken van een reeks chramnankjesignaalsteekproeven met een aantal fazen, waarbij 20 de digitale basiSbandkleursignaalopwekorganen (40) zijn voorzien van organen (44),.. die nfea de scheidingsorganen zijn gekoppeld voor het demoduleren fen de chrominantiesignaalsteekproeven van ten minste een van het aantal fazen uit het frequentiegebied om de salvosignaal- ,1 ’V frequentie teneinde basisbantjehrotni. nantiesignaalsteekproeven met een 25 aantal steekproeffa^en op te wekken, en het digitale filter (52,54,60) is voorzien van een schuifregister (52), dat dient voor het ontvangen van een basisbandchrominantiesignaal, welk schuifregister is voorzien van een aantal schuifregistertrappen ( ‘X ' we^ schuifregister is voorzien van een itantal schuifregistertrappen, welke gelijktijdig 30 digitale basisbandkleursignaalsteekproeven met een bepaalde steek-proeffaze opzamelen, waarbij het filter is voorzien van organen (54) voor het rekenkundig combineren van si gnaalsteekproeven uit het aantal trappen teneinde aan de uitgang een reeks gefilterde chrominantiesignaalsteekproeven met de bepaalde steekproeffaze te verschaffen.

6. Inridating volgens conclusie 5 met het kenmerk, dat het aantal schuifregistertrappen (tχ- *fl2) dient voor het sequentieel opslaan van 820432¾ -: :- fr V .·'/. ' i'.r. ; ..- 'L.· -s*u ' . -20- B digit ale b as isbandkleursignaalsteekproeven met verschillende steekproeffazen, waarbij de organen (54) voor het rekenkundig combineren van signaalsteekproeven een reeks gefilterde chrominantiesignaalsteekproeven met een aantal steekproeffazen opwekken en de digitale kleursignaaPpwekor-5 ganen(70) voorzien zijn «η ozganei(70)om de reeks van gefilterde chrominan-tiesignaalsteekproeven aan een demultiplexbewerking te onderwerpen teneinde een aantal digitale kleursignalen qp te wekken, die elk een bepaalde steekproeffaze voorstellen.

7. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bron 10 (10-20^ 24-34) van digitale chrominantiesignalen een reeks signaal- steekproeven met een eerste en tweede steekproeffazen opwekt, het digitale filter (52,54,70) is voorzien van een schuifregister (52) , dat dient voor het ontvangen van de reeks signaalsteekproeven en voorzien is van een eerste aantal afgetakte schuifregistertrappen (2^- waarvan 15 respectieve trappen zijn gescheiden door trappen van een tweede aantal schuifregistertrappen, een· aantal weegfunctieketens (60), welke met bepaalde trappen van het aantal afgetakte schuifregistertrappen zijn · gekoppeld, en organen (54), die met de weegfunctieketens zijn gekoppeld voor het opwekken van een reeks gefilterde chrominantiesignaalsteek-20 proeven, waarbij de digitale- kleursignaalqpwekorganen (70) zijn voorzien van organen (70) om van de reeks gefilterde chrominantie-signaalsteekproeven steekproeven te nemen voor het opwekken van een eerste gefilterd chrominantiesignaal wanneer het eerste aantal afgetakte schuifregistertrappen chrominantiesignaalsteekproeven met de eerste 25 steekproeffaze bevat, en een tweede gefilterd chrominantiesignaal wanneer het eerste aantal afgetakte schuifregistertrappen chrominantiesignaal-steekproeven met de tweede steekproeffaze bevat.

8. Inrichting volgens conclusie 7 gekenmerkt door een eerste klok-signaalgenerator (22), die met het schuifregister is gekoppeld om de 30 reeks van digitale chrominantiesignalen bij een eerste frequentie (fsc) door het schuifregister te verschuiven en een tweede kloksignaalgenerator (22), die met de steekproeforganen is gekoppeld om een kloksignaal net een frequentie (l/2fsc(R-Y)'; l/2fsc(B-Y)', welke kleiner is dan de genoemde eerste frequentie, te leveren.

9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bron (10-20; 24-34) van digitale chrominantiesignalen een reeks kleurmengsel- 8204322 I - ; ”21“ : iii..... * i signalen met verschiIlende polariteiten levert, de digitale basis-bandkleursignaalcpwekorganea (70) zijn voorzien van organen (70) met een ingang, we Ike bestead is voor het ontvangen van de reeks kleurmengselsignalen uit de bron, en een uitgang voor het verschaffen 5 van een reeks kleurmengse lsi gnalen met dezelfde polariteit, en de ingang van het digitale filter (52,54,60) bestead is voor het ontvangen van de reeks kleurmengselsignalen met dezelfde polariteit, en de uitgang voor het opwekken van gefilterde digitale chrominantiesignalen, waarbij de responsiekarakteristiek ruissignaalcomponenten buiten de band-10 breedte van de kleurmengselsignalen dempt.

10. Xnrichting volgens conclusie 9 gekenmerkt door organen (70) , die met de uitgang van het digitale filter zijn gekoppeld om van signalen, die aan de uitgang optreden, steekproeven te nemen bij een frequentie, we Ike tenminste even groot is als het Hyquis t-kriterium van de kleur-15 mengselsignaalbandbreedte.

11. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bron (10-20, 24-34) van digitale chrominantiesignalen een reeks kleurmengselsignalen van een eerste en tweede type opwekt, de inrichting is voorzien van een tweede digitaal filter (152,170,156) , 20 voorzien van een schuifregifter (152), dat gemeenschappelijk met het eerste digitale filter (152,154,160) wordt gebruikt, en bestemd is voor het ontvangen van de reeks van kleurmengselsignalen uit de bron,en voorzien van eep tweede uitgang, die een andere responsiekarakteristiek vertocnt dan die aan de uitgang van het eerste digitale filter, organen 25 (170) , .die met de uitgang van het eerste digitale filter zijn gekop peld voor het nemen. van steekproeven van signalen, die door het eerste digitale filter worden versohaft, bij een frequentie, weIke tenminste even groot is als het %quis£~fcriterium van de kleurmengselsignalen van het eerste type, en organen (172), die met de uitgang van het tweede 30 digitale filter zijn gekoppeld voor het nemen van steekproeven van signalen, die door het tweede digitale filter worden geleverd, bij een frequentie, we Ike tenminste even groot is als het Nyquist-kriterium van de k leurme ngse Is i gnalen van het tweede type.

12. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bron 35 (10-20, 24-34) van digitale chrominantiesignalen, een reeks afwisselende 820 4 32| ^ ' - ' ·Γ .-'v « -22- 4 > 0 kleurmengselsignalen met eerste en tweede steekproeffazen 1evert, welke inrichting is voorzien van een schuifregister (152) met een ingang, we Ike bestemd is voor het ontvangen van de reeks van kleurmengsel-signalen en weIk schuifregister is voorzien van een aantal afgetakte 5 schuifregistertrappen, waarbij het eerste digitale filter is voorzien van het schuifregister, een eerste aantal weegfunctieketens (160), die met bepaalde trappen van de afgetakte schuifregistertrappen zijn gekoppeld, en organen, die met het eerste aantal weegfunctieketens zijn gekoppeld voor het opwekken van een eerste som van aftakkings-10 gewogen signalen, het tweede digitale filter is voorzien van het schuifregister, een tweede aantal weegfunctieketens (170), die met bepaalde trappen van de afgetakte schuifregistertrappen zijn gekoppeld, en organen (156), die met het tweede aantal weegfunctieketens zijn gekoppeld voor het opwekken van een tweede som van. aftakkingsgewogen 15 signalen, waarbij de digitale kleursignaalopwekorganen (170,172) zijn voorzien van organen, die met de eerste somsignaalopwekorganen zijn gekoppeld voor het nemen.van 3teekproeven van het eerste somsignaal wanneer het eerste aantal weegfunctieketens kleurmengselsignalen met de eerste steekproeffaze ontvangt, en organen (172), die met de tweede 20 somsignaalopwekorganen zijn gekoppeld voor het nemen van steekproeven van het tweede somsignaal wanneer het tweede aantal weegfunctieketens kleurmengselsignalen met de tweede steekproeffaze ontvangt.

13. Inrichting volgens conclusie .1 gekenmerkt door een eerste klokgenerator (22), welke een eerste kloksignaal met een bepaalde 25 frequentie (4fsc) opwekt, een tweede klokgenerator (22), welke een tweede kloksignaal opwekt met een frequentie, welke kleiner is dan de bepaalde frequentie, en een bepaalde faze vertoont, en een derde klokgenerator, welke een derde kloksignaal opwekt met een frequentie, welke kleiner is dan de bepaalde frequentie, en een andere faze dan 30 de bepaalde faze vertoont, een tweede digitaal filter (152,170,156) met een schuifregister:. (152) , dat gemeenschappelijk door het eerste digitale filter wordt gebruikt, met een ingang, welke bestemd is voor het ontvangen van de digitale chrominantiesignalen en in responsie op het eerste kloksignaal de chrominantiesignalen door het schuifregister 35 verschuift, waarbij het tweede digitale filter is voorzien van een uitgang, die een andere responsie-karakteristiek vertoont dan het eerste digitale filter, organen (170), die met de uitgang van het 8204322 i ] ' -23- . eerste digitale filter zijn gekoppeld voor het nemen van steekproeven van daarop aanwezige signalen in responsie op het tweede kloksignaal, en organen . Ϊ172| , die met de uitgang van^ het tweede digitale filter zijn gekoppeld voor het nemen van steekproeven van daarop aanwezige 5 signalen in responsie op het derde kloksignaal. 3204322