NL8204282A - Met interlinieringsvrije beeldschermaftasting werkend televisietoestel. - Google Patents

Description

C/Ca/ar/1485 .

Met interlinieringsvrije beeldschermaftasting werkend tele-vis ietoestfl.

De uitvinding heeft betrekking op een met interliniiringsvtije beeldschermaftasting werkend televisie-toestel voor zichtbaar making van een op interlinierende beeldschermaftasting gebasaerd televisiebeeld.

5 Ben televisiebeeld heeft de gedaante van een tweedimensionaal beeld, dat wordt gevormd of beschreven in eendimensionale beeldschermaftasting op basis van een tijd-sequentieslgnaal. Bij een dergelijke aftasting ontstaat een beeldr dat als gevolg van het integrerende effect, zowel naar 10 de tijd als ruimtelijk, van het menselijke zicht als een zowel in de tijd als in de ruimte continu beeld wordt waargenomen. Indien het aantal op een televisiebeeldscherm per seconde zichtbaar gemaakte beelden lager ligt dan de onderdrempeIwaarde van het genoemde, integrerende effect van het menselijke zicht, 15 blijkt dit laatste onvoldoende om tot zichtbaarmaking van een aanvaardbaar beeld te komen. Het beeld wordt waargenomen als een grof beeld, waarin afzonderlijke aftastbeeldregels zichtbaar zijn.

Bij met interlinierende beeIdschermaftas-20 ting werkende televisiestelsels, zoals het NTSC-stelsel en dergelijke, wordt geprobeerd om het optreden van flikkerver-schijnselen in het zichtbaargemaakte . beeld tegen te gaan door het aantal per seconde zichtbaargeraaakte beelden boven de genoemde dreS^elwaarde van het menselijke zicht te brengen. Een 25 op die wijze, dat wil zeggen met interlinierende beeldschermaftasting, verkregen televisiebeeld vertoont echter een infe-rieure kwaliteit ten opzichte van een met interlini'eringsvrije beeldschermaftasting verkregen televisiebeeld, waarbij bijvoor-beeld de 525 aftastbeeldregels ononderbroken na elkaar worden 30 beschreven, zodat de genoemde integrerende werking van het menselijke'zidht dan meer effect heeft.

De integrerende werking in ruimtelijke zin van het menselijke zicht heeft echter in geval van een met interlinierende beeldschermaftasting werkend stelsel, zoals 35 het NTSC-stelsel, aanzienlijk minder effect bij de waameming 8204282 -2- t ; van een snel over het beeldscherm bewegend beeld. Indien de verplaatsingssnelheid van een afgebeeld voorwerp hoger ligt dan di£, welke overeenkomt met de voor aftasting van het tweede beeldraster van een videobeeld benodigde tijdsduur, zullen 5 slechts de tot het eerste beeldraster behorende aftastbeeld-re gels het voorwerp laten zienr waardoor een zeer groffe afbeelding ontstaat. Dit verschijnsel doet zich des te sterker voor, naar mate het beeldscherm van een televisieontvanger groter is. Hoewel de kwaliteit van een zichtbaargemaakt tele-10 visiebeeld van verschillende factoren afhankelijk is, vormt de grofheid van de afzonderlijke aftastbeeldregels een van de belangrijkste factoren.

Een oplossing voor het door de grofheid van een afzonderlijke aftastbeeIdregel veroorzaakte probleem 15 verkrijgt men door bij interlinierende beeIdschermaftasting het aantal beschreven aftastbeeldregels te vergroten, bijvoor-beeld te verdubbelen tot 1050. Een andere oplossing wordt ver-kregen door niet-interlinierende beeldschermaftasting, waarbij de 525 aftastbeeldregels van een volledig videobeeld zonder 20 afwisseling achtereenvolgens worden beschreven. Bij de inter-linieringsvrije. zichtbaarmaking van een videobeeld uit een op interlinierende beeldschermaftasting gebaseerd televisiesig-naal met 525 aftastbeeldregels, zoals bij het NTSC-stelsel, doen zich echter enige problemen voor.

25 De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, hierin ve3±>etering te brengen.

Uitgaande van een met interlinieringsvrije beeldschermaftasting toestel met een ontvanger voor ontvangst van een op interlinierende beeldschermaftasting gericht tele-30 visiesignaal met tot afwisselende oneven- en evengenummerde beeldrasters behorende, gewoonlijk met interliniering beschreven beeldregels en voor afgifte van op de tot een dergelijk beeldraster behorende beeldregels betrekking hebbende beeldregels ignalen, en voorts met een zichtbaarmakingsinrichting, 35 schrijft de uitvinding nu voor, dat een dergelijk televisie- toestel voorts dient te zijn voorzien van middelen voor vorming 8204262 -3- van een gemiddeld beeldregelsignaal uit twee opeenvolgend ont-vangen beeldregelsignalen en voor toevoer in serievorm van het gemiddelde beeldregelsignaal en de twee respectieve opeenvolgend ontvangen Ijeeldregelsignalen aan de zichtbaarmakings in-5 richting, waarbij ieder dergelijk gemiddelde beeldregelsignaal tussen de twee reSpectieve opeenvolgend ontvangen beeldregel-signalen aan zichtjb.aarmaking wordt onderworpen.

De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgehde beschrijving aan de hand van de bijbehorende 10 tekening. Daarin tonen:

Fig. la en lb, enige schematische weerga-ven ter verduidelijking van de ruimtelijk integrerende werking van het menselijke zicht bij een met interlinierende beeIdschermaf tasting werkepid televisietoeste1, 15 Fig. 2a-2d, enige schematische weergaven ter verdui delijking van beeldrege1flikkerverschijnselen bij een televisietoestel·,

Fig. 3a-3d, enige schematische weergaven ter verduidelijking van het zig-zag effect, dat bij zichtbaar-20 making van een schuine lijn in een met interlinieringsvrije beeIdschermaftasting werkend televisietoestel optreedt,

Fig. 4, een blokschema van een uitvoerings-vorm van een televisietoestel volgens de onderhavige uitvin-ding, 25 Fig. 5a-5f, enige tijdbasisweergaven ter verduidelijking van het televisietoestel volgens Fig. 4,

Fig. 6 een schematische weergave ter verduidelijking van de afwezigheid van beeldregelflikkerverschijn-selen bij een televisietoestel volgens de onderhavige uitvin-30 ding en

Fig. 7a en 7b, enige schematische weergaven ter verduidelijking van de afwezigheid van het zig-zag effect bij de zichtbaarmaking van een schuine lijn door middel van een televisietoestel volgens de onderhavige uitvinding.

35 De Fig. la en lb vormen schematische weer gaven van een detail op vergrote schaal van de aftastbeeldregels van een op basis van interlinierende beeldschermaftasting, zoals 8204282 4 -4- bij het NTSC-stelsel, zichtbaargemaakt videobeeld. Bij de weergave volgens Fig. la wordt ervan uitgegaan, dat geen be-weging optreedt, zodat alle 525 aftastbeeldregels een bijdrage tot de beschrijving van het zichtbaargemaakte videobeeld leve-5 ren. Bij de schematische weergave volgens Fig. lb wordt ervan uitgegaan/ dat het cirkelvormige voorwerp een snelle verticale verplaatsing over het beeldscherm uitvoert; daarbij komen de aan interlinierende beeldschermaftasting gepaard gaande pro-blemen naar voren. Wanneer het cirkelvormige voorwerp in Fig.

10 lb een hogere snelheidscomponent in verticale: richting heeft dan waarmee het tweede beeldraster van het videobeeld kan worden beschreven/ zullen de voor beschrijving van het cirkelvormige voorwerp benodigde beeldregeldelen van de tot het tweede beeldraster behorende beeldregels zelfs in het geheel 15 geen bijdrage aan de afbeelding leveren/ hetgeen wil zeggen, dat slechts de tot het eerste beeldraster behorende beeldregels aan de afbeelding van het cirkelvormige voorwerp deelnemen.

De 525 aftastbeeldregels van het volledige videobeeld worden dan waargenomen als slechts 262,5 aftastbeeldregels (uitslui-20 tend de aftastbeeldregels van het eerste beeldraster), zodat een. grof bee Id wordt waargenomen. De beeldgrofheid neemt bij beeldzlchtbaarmaking op een beeldscherm van grote afmetingen, waarbij de individuele aftastbeeldregels enigszins verder uit elkaar worden beschreven, nog toe. Hoewel de kwaliteit van een 25 zichtb aargemaakt; televisiebeeld door vers chillende factoren wordt bepaald, vomit de grofheid van een aftastbeeldregel een van de belangrijkste factoren. De beeldregelgrofheid kan een belangrijke bedreiging van de kwaliteit van het zichtbaargemaakte televisiebeeld vormen.

30 . Een oplossing voor het probleem van de beeldregelgrofheid bestaat uit verdubbeling van het aantal afgetaste beeldregels, waarbij bijvoorbeeld wordt overgegaan tot een met interlinierende beeldschermaftasting werkend stel-sel met 1050 aftastbeeldregels. Een tweede oplossing bestaat 35 uit de interlinieringsvrije aftasting van 525 opeenvolgende beeldregels. Bij de zichtbaarmaking door interlinieringsvrije beeldschermaftasting van een op interlinierende aftasting 8204282 -5- gebaseerd videosignaal van bijvoorbeeld het NTSC-type doen zich edhter prbblemen vopr. Bij een met interlinierende beeld-schermaftasting van 1050 aftastbeeldregels werkend stelsel treden f li&keirverschi jns#len tussen het bovendeel en het be-5 nedendeel van ebb aftastibeeldregel op. Bij een met interlinie-ringsvrije beeldschermaftasting over 525 opeenvo lgende bee Id-re gels werkend stelsel wordt een schuine lijn zichtbaar als een zig-zag lijn? dit is het gevolg van het feit, dat de ruimte-lijke positie van een be&ldregel op het beeldscherm bij de her-10 haalde of tweede beschrijving daarvan afwijkt van de ruimtelijke positie tijdens de eerste beschrijving van de desbetreffende beeldregel. Desondanks resulteren beide beeldregels uit een zelfde bee^dinfo«matiesifnaal.

De Fig. 2a-2d geven schematisch het flikker-15 vers chi jnsel weer, dat optreedt tnssen het bovendeel en het benedehdeel van een aftastbeeldregel. Eerst toont Fig. 2a een weergave van een bij een met interlinierende aftasting, zoals bij het NTSC-stelsel verkregen beeld. Fig. 2b toont een weer-gave op het beeldscherm: van een met interlinierende aftasting 20 over 1050 beeldregels werkend televisietoestel. Fig. 2c toont een weergave van het bij interlinieringsvrije beeldschermaf-tasting met 525 opeenvolgende beeldregels verkregen beeld. In Fig. 2d vertegenwoordigen de beeldsignalen a,b veranderingen van het beeldinfonttakiesignaal in ten opzichte van de beeld-25 regelrichting loodrechte richting. Het merkteken "X" vormt in de Fig. 2a-2d een aanwijzing, dat de helderheid van de respectievelijk bij de signalen a,b behorende beeldregel op het beeldscherm gering (donker) is. Het merkteken "Ο" vormt een aanwijzing, dat de helderheid van de beide respectieve 30 signalen a,b behorende beeldregel op het beeldscherm groot (licht) is.

In Fig. 2a vormen de met een voile lijn getekende beeldregels Ιι^,Ι^,1^ de aftastbeeldregels van het oneven genummerde of oneven beeldraster, terwijl de met een 35 gebroken lijn getekende beeldregels L264'L265,L266/— de tot het even beeldraster behorende aftastbeeldregels vertegenwoor-digen. De merktekens "X" en ”0" zijn bij de tot het even beeld- 820428t -6- raster behorende beeldregel L^g^ enz. uitsluitend ter wille van de duidelijkheid enigszins naar rechts ten opzichte van de respectieve merktekens in de beeldregels enz. van het oneven beeldraster getekend. Bij het met interlinierende beeld-5 sdiermaftasting en 1050 beeldregels werkende stelsel volgens fig. 2b wordt iedere beeldregel van het even beeldraster en iedere beeldregel van het oneven beeldraster van een volledig videobeeld van het met interlinierende aftasting werkende stelsel volgens Fig. 2a tweemaal beschreven; de helderheid van de des-10 betreffende beeldregels is in Fig. 2b weergegeven. Hoewel de helderheid van de zesde beeldregel van boven, L264' °P ^3-betreffende plaats in het zichtbaargemaakte beeld ter wille van een goed beeld een met het merkteken "0" weer te geven helderheid zou moeten hebben, is de helderheid ter plaatse 15 met het merkteken "X" aangeduid daar deze zesde beeldregel ^2Q4 een herhaling van de eerdere (vierde) beeldregel L264 vormt. Dit verschijnsel heeft tot gevolg, dat flikkerverschijn-selen: tussen het bovendeel en het benedendeel van een aftast-beeldregel optreden.

20 In het met interlinieringsvrije beeldscherm aftasting en 525 aftastbeeldregels werkende stelsel volgens Fig.2c. komen de merktekens "X" en "0" daarentegen in de beeldregels L2'L264 tot suPerP°sitie' zodat de reeds genoemde, in-tegrerende werking van. het menselijke zicht verhindert, dat 25 het flikkerverschijnsel Volgens Fig. 2b wordt waargenomen.

De Fig. 3a-3d tonen het zig-zag probleem, dat zich voordoet bij zichtbaarmaking van een schuine rechte lijn door middeL van interlinieringsvri je beeldschermaftasting met 525 beeldregels. De Fig. 3a en 3c tonen de helderheid van 30 de op het beeldscherm beschreven aftastbeeldregels, terwijl de Fig. 3b en 3d de beeld (informatie)signalen tonen, waaruit de aftastbeeldregels volgens de Fig. 3a en 3c worden afgeleid.

De links gearceerde gebieden tonen de zwarte beelddelen van het eerste beeldraster, terwijl de rechts gearceerde gebieden 35 de zwarte beelddelen tijdens het tweede beeldraster vertegen-woordigen. Wanneer op het beeldscherm van een NTSC-ontvanger volgens de Fig. 3a en 3b een rechte schuine (schuinlopende) 8204282 -7- lijn wordt zichtbaargemaakt, vertonen de aftastbeeldregels wel een zekere grofheid, doch de lijn loopt recht. Bij een met interlinieringsvrije af tas ting en 525 bee ldregels werkende televisieontvanger zal de plaats van afwisselende aftastbeeld-5 regels afwijken van de plaats, waarop de desbetreffende beeld-signalen betrekking hebben, met aIs gevolg, dat een schuin lopen-de rechte lijn als een zig-zag lijn zichtbaar wordt, zoals de Fig. 3c en 3d laten zitn. In een bewegingsloos beeld kan een schuin lopende rechte lijn nog als een rechte lijn worden 10 waargenomenj dit is het gevolg van de genoemde integrerende werking, in dit geval naar de tijd, van het menselijke zicht. Zoals aah de hand van de Fig. la en lb reeds is opgemerkt, heeft* deze integrerende werking echter niet het gewenste effect bij een "geanimeerd" beeld; in dat geval wordt een schuin lopen-15 de, rechte lijn als een zig-zag lijn waargenomen.

Fig. 4 toont het blokschema van een uit-voeringsvorm van een met dubbele beschrijving en in ter linie rings -vrije beeldschermaftasting werkende televisie-ontvanger volgens de uitvinding. Deze omvat een afstemeenheid 1, een daarmede ge+ 20 koppelde videomiddenfrequentversterker 2, een daarmede gekoppel-de videodetectieschaketling 3, een daarmede gekoppelde synchro-nisatiesignaalsdaeidingsschakeling 4, een luminantiecomponent-en -chromacomponentschei.dingsschakeling 5 en een chromademodula-tieschakeling S . Eeir signaalbewerkingsschakeling 7, een hori-25 zontale afbuigschakeling 8 en een verticale afbuigs chakeling 9, we Ike op geschikte wijze met de voorafgaande schakelingscompo-nenten zijn gekoppeld rijn voorts gekoppeld met een kleuren-kathodestraalbuis 10.

De luminantiecomponent- en chromacomponent-30 scheidingsschakeling 5 is aan zijn luminantiecomponentuitgangs-aansluiting Y via een schakelaar gekoppeld met twee geheugen-eenheden 11/12, welke ieder voor de duur 1H van een beeldregel-aftastperiode een uit een op interlinierende beeldschermaftasting gericht televisiesignaal afgeleid beeldregelsignaal in op-35 slag nemen. De geheugeneenheden 11,12 zijn voorts via een schakelaar S2 gekoppeld met e$n vertragingsschakeling of vertragings-lijn 13, welke een ontvangen beeldregelsignaal over een duur H/2 8204282 -8- vertraagt. De synchronisatiesignaalscheidingsschakeling 4 levert een horizontaal synchronisatiesignaal H en een verticaal synchronisatiesignaal V aan een klokimpulsgenerator 14, welke een inleesklokimpulssignaal met een impulsherhalingsfrequentie f 5 en een uitleesklokimpulssignaal met een frequentie f aan de geheugeneenheden 11 en 12 levert via respectieve schakelaars en S^,. welke een afwisselende toevoer van de in aanmerking komende klokimpulsen aan de geheugeneenheden zekerstellen. De genoemde schakelaars S1”S4 worden synchroon met het horizontale 10 synchronisatiesignaal H bekrachtigd voor werking tijdens de periode, waarin het ene van beide geheugeneenheden 11 in de inleesmodus en de andere in de uitleesmodus verkeert. In Fig. 4 verkeert de geheugeneenheid 12 in de inleesmodus, terwijl de geheugeneenheid 11 in de uitleesmodus verkeert.

15 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding wordt de uitlezing tweemaal tijdens een inlezing uitgevoerd, zodat voor de impulsherhalingsfrequentie f van de uitleesklokimpulsen een tweemaal zo hoge waarde wordt gekozen als die van de inleesklokimpulsen . Bij een bepaalde 20 uitvoeringsvorm van een televisieontvanger volgens de uitvinding wordt voor de frequentie f van de inleesklokimpulsen een waarde van ongeveer 14mHz~ gekozen, voor de frequentie £ van de uitleesklokimpulsen een waarde van ongeveer 28mHz.

Het uitgangssignaal van de vertragings-25 schakeling of —lijn 13 wordt tezamen met het in de geheugeneenheden 11,12 opgeslagen, ontvangen beeldregelsignaal toege-voerd aan een optels.dtrakeling, waarvan het uitgangssignaal via een voor amplitudehalvering dienende verzwakker of verdeler 15 aan de si’gnaalbewerkingsschakeling 7 voor beeldzichtbaarmaking 30 op de kathodestraalbuis 10 wordt toegevoerd.

Een frequentievermenigvuldigingsschakeling 16 krijgt van de synchronisatiesignaalscheidingsschakeling 4

Ohet horizontale synchronisatiesignaal H toegevoerd; bij de hier beschouwde voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding ver-% 35 dubbeld de schakeling 16 de frequentie fH van het horizontale \ synchronisatiesignaal H, voordat dit laatstgenoemde aan de hori- zontale aftastschakeling 8 wordt toegevoerd.

8204282 - - -- ~ ^ ψ· -9-

De werking van de in Fig. 4 weergegeven Tiitvoeringsvoia® van een televisieontvanger volgens de uitvin-ding zal nu worden beschreven aan de hand van de tijdbasisweer-gaven volgens da Fig. 5a-5f, we Ike de in de respectieve punten 5 A,B,C,D,E en F in Fig. 4 verschijnende, respectieve signalen vertegenwoordigen.

In Fig. 5A zijn de op vier opeenvolgende aftastbeeldregels betrekking hebbende beeldsignalen van het NTSC-type gemakshalve aangeduid met de verwijzingsgetallen 1, 10 2,3 en 4. Wanneer de schakelaar S1 in Fig. 4 met de geheugen- eenheid 11 is gekoppeld, is ook de schakelaar met de geheugen-eenheid 11 gekoppeld, zodat een ontvangen beeldregelsignaal 1 in de geheugeneenheid 11 wordt ingelezen gedurende de in Fig.

5b met een gebroken lijn getekende en door het symbool W aan-15 geduide period met een duur van 1H. Tijdens deze periode is de schakelaar gekoppeld met het geheugen 12. Tijdens de daarop volgende periode met een duur 1H wordt de schakelaar naar de geheugeneenheid 12 overgeschakeld, terwijl de schakelaar S. naar de geheugeneenheid 11 wordt overgeschakeld. De i 20 schakelaar wordt naar de geheugeneenheid 12 overgeschakeld, terwijl de schakelaar naar de schakeleenheid 11 wordt overgeschakeld. Het in de geheugeneenheid 11 ingelezen, ontvangen beeldregelsignaaL L woxdt derhalve tweemaal gedurende edn tijds-periode 1H uitgelezen, zeals met de referentieletters R in 25 Fig. 5b is aangeduid, terwijl het signaal 2 in de geheugeneenheid 12 wordt -ingelezen . Dit beeldregelsignaal 2 wordt gedurende de daarop volgende tijdsperiode 1H tweemaal uit de geheugeneenheid 12 uitgelezen. Gedurende deze tijdsperiode wordt het beeldregelsignaal. 3 in de geheugeneenheid 11 ingelezen. Het 30 tweemaal uitgelezen signaal 2 wordt door de vertragingsschake-ling of -lijn 13 vertraagd over een duur H/2 en vervolgens bij het niet aan vertraging onderworpen signaal opgeteld. Als ge-volg daarvan worden gedurende iedere tijdsperiode H/ de beeld-'•‘T regelsignalan 1X1, 1+2, 2X2, 2+3, 3X3 gevormd. Indien deze \ 35 signalen worden gemiddeld door vermenigvuldiging met 1/2 in de \ deler 15, zullen bij iedere tijdsperiode H/2 luminantiesignaal- componenten 1,(1+2)/2, 2,(2+3)/2, 3,... worden gevormd, zoals

Fig. 5f':,laaii zian. $ £ H 4 2 8 2 • * -10-

De aan de uitgangsaansluiting C van de ' luminantiecomponent- en chromacomponentscheidingsschakeling 5 verschijnende chromasignaalcomponent wordt door de demodu-latieschakeling 6 gedemoduleerd tot kleursignalen R-Y en B-Y, 5 welke door een niet afgebeelde, soortgelijke omzetschakeling als in Fig. 4 worden omgezet tot 525 signalen voor dubbele, interlinieringsvrije beschrijving; deze signalen vormen ieder het gemiddelde van twee opeenvolgende ontvangen beeldregel-signalen en zullen hiema als "gemiddelde beeldregelsignalen" 10 worden aangeduid. Deze gemiddelde beeldregelsignalen worden door de signaalbewerkingsschakeling bij de luminantiesignaal-componenten opgeteld voor zichtbaarmaking op de kathodestraal-buis 10. In de reeds genoemde omzetschakeling worden respec-tieve inlees- en uitleesklokimpulsen toegepast, waarvan de 15 impulsherhalingsfrequenties verschillen van de respectieve waarden f en f , welke in verband met de omzetschakeling W 3Γ volgens Fig. 4 zijn genoemd.

Fig. 6 toont op de wijze volgens Fig. 2 de- werking van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding. De 20 driehoekige merktekens vormen in Fig. 6 een gemiddelde waarde, dat wil zeggen een waarde welke het gemiddelde vormt van een zwarte waarde (merkteken X) en een witte waarde (merkteken O), en vertegenwoordigen derhalve een grijze waarde. Zoals Fig. 6 laat zien, treden in het zichtbaargemaakte beeld geen flikker-25 vers chi jnselen op, vergelijkbaar met de situatie volgens Fig. 2c.

Fig. 7 toont op de wijze volgens Fig. 3 in het met mime mazen kruis gearceerde gebied de gemiddelde waarde van de beeldsignalen, welke be trekking hebben op de 30 aan een door middeling verkregen beeldregel onmiddellijk voor-afgaande en daarop volgende beeldregel. De respectievelijk rechts en links gearceerde gebieden vormen de zwarte gebieden. Zoals uit Fig. 7 naar voren komt, zullen die lijndelen van een schuin verlopende lijn, welke anders tot waameming van de ^ 35 iijn als een zig-zag lijn leiden, zodanig worden gemiddeld % of afgevlakt, dat de lijn als een rechte lijn verschijnt, ^ waardoor een aanzienlijke kwaliteitsverbetering van het zichtbaargemaakte beeld wordt verkregen.

8204282 ' -3-1-

Toapmssing van de onderhavige uitvindlng verschaft de mogelijkheid van zichtbaarmaking zonder flikker-verschijnselen van een televisiebeeld van hoog kwaliteit, waar— in een schuin lopende, rechte lijn ook als een rechte lijn wordt 5 waargencsoen.

De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uit-voeringsvormen? verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven details en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, 10 zonder dat daartoe het kader van de uitvinding wordt overschre- den- 8204282

Claims (18)

1. Met interlinieringsvrije beeldscherm-\aftasting werkend televisietoestel met een ontvanger voor ont-vangst van een op interlinierende beeldschermaftasting gericht televisiesignaal met tot afwisselende, oneven- en even genummer- 5 de beeldrasters behorende gewoonlijk met interliniering beschreven beeldregels en voor afgifte van op de tot een dergelijk beeld-raster behorende beeldregels betrekking hebbende beeldregel-signalen/ gekenmerkt door een met de ontvanger (1-6) gekoppelde omzetschakeling (11-15) voor vorming en afgifte van 10 een gemiddeld beeldregelsignaal uit twee opeenvolgende ontvangen beeldregelsignalen en voor toevoer in serievorm van het gemid-delde beeldregelsignaal en de opeenvolgende ontvangen beeldre-gelsignalen aan de zichtbaarmakingsinrichting (7-10,16}, waar-bij ieder gemiddeld beeldregelsignaal tussen de respectieve 15 bijbehorende beeldregelsignalen wordt zichtbaargemaakt.

2. Televisietoestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de omzetschakeling de ontvangen beeldregelsignalen van ieder on even genummerd beeldraster en de daaruit afgeleide, gemiddelde beeldregelsignalen eerst en de 20 ontvangen beeldregelsignalen van het volgende, even genummerde beeldraster en de daaruit afgeleide gemiddelde beeldregelsignalen vervolgens aan de zich tbaarmakingsinrich ting toevoert, zodanig, dat iedere aftastbeeldregel tweemaal wordt beschreven.

3. Televisietoestel volgens conclusie 2, 25 met het ken.nre.rk, dat de omzetschakeling een geheu- gen (11,12) voor opslag van ontvangen beeldregelsignalen bevat.

4. Televisietoestel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de omzetschakeling is voor-zien van een met het geheugen (11,12) gekoppelde vertragings- 30 schakeling (13) voor vertraging van ontvangen beeldregelsignalen, een met de vertragingsschakeling (13) en het geheugen (11, 12. gekoppelde optelschakeling voor afgifte van de som van ( twee ontvangen beeldregelsignalen, en van een met de optelscha- ''"'V keling gekoppelde deelschakeling (15) voor deling van de som λ 35 van twee ontvangen beeldregelsignalen.

5. Televisietoestel volgens conclusie 4, 8204282 -13- m e t het kenmer k,dat de omzetschakeling een klok-impulsgenerator (14) voor levering van voor activering van het geheugen (11,12) bestemde klokimpulssignalen bevat.

6. Televisietoestel volgens conclusie 5, 5. e t h e t k e n ffi e r k, dat de klokimpulsgenerator (14) zowel inleesklokimpulssignalen voor inlezing van £en van de ontvangen beeldrefelsignalen in het geheugen (1#, 12) als uit-leeskloksignalen voor uitiezing van een van de ontvangen beeld-regelsignalen uit het geheugen (11,12) levert.

7. Televisietoestel volgens conclusie 6, met he t k e n m e r k, dat de voor inlezing dienende klokimpulsen een. impulsherhalingsfrequentie hebben, welke de helft van did van de uitleesklokimpulsen bedraagt.

8. Televisietoestel volgens conclusie 6, 15 met h e t k e n'm e r k, dat de vertragingsschakeling (13) van het geheugen (11,12) ontvangen beeldregelsignalen vertraagd over een duur, welke tenminste bij benadering de helft van de beeldregelaftastperiodeduur van de ontvangen beeldregelsignalen bedraagt, een en ander zodanig, dat de optelschakeling aan 20 de deelschakeling (15) afwisselend signalen levert, welke res-pectievelijk de sosa van een ontvangen beeldregelsignaal en een vertraagd replicum. daarvan en de som van twee opeenvolgende ontvangen. beeldregelsignalen vormen. 9-. Televisietoestel volgens conclusie 8, 25. e t het k easte r k, dat de dee Is chakeling (15) de van de optelschakeling ontvangen signalen door twee deelt. Iff. Televisietoestel volgens conclusie 6, met het k e π m e r k, dat het geheugen (11,12) een eerste geheugeneenheid (11) en een tweede geheugeneenheid (12) voor 30 opslag van een respectief ontvangen beeldregelsignaal bevat.

11. Televisietoestel volgens conclusie 10, . m e t h e t k e n m e r k, dat de omzetschakeling (11-15) is / voorzien van een sdiakelaar (S^) voor afwisselende toevoer van de in de beide geheugeneenheden (11,12) opgeslagen, ontvangen 35 beeldregelsignalen aan de vertragingsschakeling (13).

12. Televisietoestel volgens conclusie 11, met het ken.merk, dat de omzetschakeling is voorzien 820 4. -14“ van een met de klokimpulsgenerator (14) gekoppelde klokimpuls-schakeleenheid (S^S^) voor afwisselende toevoer van klokim-pulsen aan de beide geheugeneenheden (11,12)

13. Televisietoestel volgens conclnsie 12, 5 met het kenmerk, dat de klokimpulsschakeleenheid (S^fS^) is voorzien van een eerste schakelaar (S^) voor toevoer van de inleesklokimpulsen aaii de geheugeneenheden (11,12) en van een tweede schakelaar (S4) voor toevoer van de uitleesklok-impulsen aan de geheugeneenheden (11,12)

14. Televisietoestel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de omzetschakeling is voorzien van een schakelaar () voor afwisselende toevoer van ont-vangen beeldregelsignalen aan de geheugeneenheden (11,12).

15. Televisietoestel volgens conclusie 9, 15 met het kenmerk, dat de ontvanger is voorzien van een synchronisatiescheidingsschakeling (4) voor afscheiding van synchronisatiesignalen uit het op interlinierende beeldscherm-aftasting gerichte televisiesignaal, en voorts van een element voor zodanige toevoer van de afgescheiden synchronisatiesigna-20 len aan de klokimpuLsgenerator (14), dat deze synchroon met de synchronisatiesignalen werkt.

16. Televisietoestel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de zichtbaarmakingsinrichting een frequentievermenigvuldigingsschakeling (16) voor vermenig- 25 vuldiging van teraninste een van de frequenties van de synchronisatiesignalen bevat:. IT. Televisietoestel volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de f requen tie vermenigvul digin gsschakeling de frequentie van de synchronisatiesignalen 30verdubbeld.

18. Televisietoestel volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de zichtbaarmakingsinrichting i een horizontale afbuigschakeling (8) en een verticale afbuig- \ schakeling (9) bevat.

19. Televisietoestel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de horizontale afbuigschakeling (8) met de frequentievermenigvuldigingsschakeling (16) is gekoppeld. 82 0 4 2 8 2 ' _ ............... 7¾.......................................τ?"ΐ................-..............r· v- -15-

20. Stelevisietoestel volgens conclusie 1, met h e t k e n m e r k, dat de ontvanger is voorzien van een scheidingsschakeling (5) voor afscheiding van de luminantie-signaalcoraponent, waaruit de ontvangen beeldregelsignalen wor- 5 den afgeleid, en de chromasignaalcomponent uit het op inter-linierende beeldschermaftasting gerichte televisiesignaal, en voorts van een element voor toevoer van de luminantiesignaal-component aan de omzetschakeling (11-15).

21. Televisietoestel volgens conclusie 20, 10. e t het k e n m e r k, dat de ontvanger (1-6) is voorzien van een met de scheidingsschakeling (5) gekoppelde chroma-demodulaties chakeling voor demodulatie van de chrominantiesig-naalcomponent, en voorts van een element voor toevoer van de gedemoduleerde chrorainantiesignaalcomponent aan de zichtbaar- 15 makingsinrichting (7-10,16) voor met de ontvangen beeldregelsignalen synchrone zichtbaarmaking daarvan. 8204282