NL8203789A - Inrichting voor het opzamelen van in een schubformatie ter beschikking komende vlakke voortbrengselen, in het bijzonder drukprodukten. - Google Patents

Inrichting voor het opzamelen van in een schubformatie ter beschikking komende vlakke voortbrengselen, in het bijzonder drukprodukten. Download PDF

Info

Publication number
NL8203789A
NL8203789A NL8203789A NL8203789A NL8203789A NL 8203789 A NL8203789 A NL 8203789A NL 8203789 A NL8203789 A NL 8203789A NL 8203789 A NL8203789 A NL 8203789A NL 8203789 A NL8203789 A NL 8203789A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
braking
winding
winding core
frame
tape
Prior art date
Application number
NL8203789A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190837C (nl
NL190837B (nl
Original Assignee
Ferag Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ferag Ag filed Critical Ferag Ag
Publication of NL8203789A publication Critical patent/NL8203789A/nl
Publication of NL190837B publication Critical patent/NL190837B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190837C publication Critical patent/NL190837C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H29/00Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles
    • B65H29/006Winding articles into rolls
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2301/00Handling processes for sheets or webs
    • B65H2301/40Type of handling process
    • B65H2301/41Winding, unwinding
    • B65H2301/419Winding, unwinding from or to storage, i.e. the storage integrating winding or unwinding means
    • B65H2301/4192Winding, unwinding from or to storage, i.e. the storage integrating winding or unwinding means for handling articles of limited length in shingled formation
    • B65H2301/41922Winding, unwinding from or to storage, i.e. the storage integrating winding or unwinding means for handling articles of limited length in shingled formation and wound together with single belt like members
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/10Handled articles or webs
    • B65H2701/19Specific article or web
    • B65H2701/1932Signatures, folded printed matter, newspapers or parts thereof and books

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Discharge By Other Means (AREA)
  • Winding Of Webs (AREA)
  • Replacement Of Web Rolls (AREA)
  • Controlling Rewinding, Feeding, Winding, Or Abnormalities Of Webs (AREA)
  • Separation, Sorting, Adjustment, Or Bending Of Sheets To Be Conveyed (AREA)
  • Feeding Of Articles By Means Other Than Belts Or Rollers (AREA)

Description

-1- Λ· ^ Τ f i ...... .
ί VO 3749
Inrichting voor het opzamelen van in een schubfonnatie ter beschikking komende vlakke voortbrengselen, in het bijzonder drukprodukten,
De uitvinding betreft een inrichting voor het'opslaan van in een schubfonnatie ter beschikking komende voortbrengselen, in het bijzonder drukprodukten, volgens de inleiding van conclusie 1.
Bij een dergelijk, uit het Duitse Offenlegungsschrift 2.544.135 5 bekende inrichting is in een vast frame draaibaar en wegneembaar een wikkelkem gelagerd. Deze wikkelkern, resp. de zich daarop vormende wikkel wordt via een gedeelte van zijn omtrek door drukbanden omvat, welke voorts in een tangentiaal ten opzichte van de wikkel aanliggende wip geleid zijn. Via deze wip wQrden de in een schubfonnatie aahkomende 10 voortbrengselen overlappend naar de wikkelkern gevoerd. Het opwikkelen van de toegevoerde voortbrengselen op de wikkelkern geschiedt door draaien daarvan, resp. van de wikkel door het wrijvend aanliggen van de drukbanden tegen de wikkelomtrek. Om een aanpassing van de drukbanden aan de veranderende diameter van de wikkel mogelijk te maken, 15 moeten dure geleidingsmiddelen voor deze drukbanden aanwezig zijn.
" Tussen de wikkellagen wordt een scheidingsband gewikkeld, welke van een voorraadrol wordt afgetrokken, welke onder de strocan voortbrengselen en in de transportrichting van die voortbrengselen voor de wikkelkern in een vast frame is aangebracht. De naar de wikkel-20 kern toelopende scheidingsband wordt door een paar walsen afgeremd,
Zijn alle voortbrengselen op de wikkelkem gewikkeld, dan wordt de scheidingsband tweemaal leeg om de wikkel geslagen en dan -met de hand door middel van kleefbanden aan de wikkel bevestigd. Tenslotte wordt de scheidingsband achter de kleefplaats gescheiden. De gerede 25 wikkel wordt nu door een nieuwe, lege wikkelkern verwisseld, waarmee nu met de hand het vrije einde van de van de vooorraadrol komende scheidingsband verbonden moet worden.
Voor het ontnemen van verzamelde voortbrengselen uit de wikkel wordt deze in een vast frame gezet. Het einde van de scheidingsband 30 moet voor het begin van het afwikkelproces met de hand met een aandrijf-bare opwikkelspoel verbonden worden, welke vast in het frame is aangebracht. Door middel van aan de omtrek van de wikkel aanliggende trans-portbanden wordt de wikkel onder remming in een draaibeweging gebrach.t.
..... Een dergelijke afwikkelstation is bijv. in het DE 25 26 432 beschreven, 8203789 -2-
Het beschreven doorsnijden van de scheidingsbanden aan het einde van het opwikkelproces en het met de hand verbinden van de scheidngsband met een nieuwe wikkelkern, resp. met de opwikkelspoel bij het afwikkelen is tijdrovend en staat een automatisering van het 5 op- resp. afwikkelproces in de weg.
Het scheiden van de scheidingsband na het gereedkomen van een wikkel kan dan tot moeilijkheden leiden, wanneer na het afwikkelen van de voortbrengselen van de wikkelkern de wikkelband voor het vormen van een nieuwe wikkel moet worden gebruikt. Heeft namelijk deze nieuwe 10 wikkel vanwege een grotere wikkeldiameter of een kleinere dikte van de op te wikkelen voortbrengselen een grotere wikkelbandlengte nodig, dan is een tijdrovend aanzetten van bandstukken noodzakelijk.
Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een con-structief eenvoudige inrichting van het hierboven bedoelde type te 15 verschaffen, welke een snel gereedmaken voor het opwikkelen van voortbrengselen op de wikkelkern, resp. het afwikkelen van die voortbrengselen van die wikkelkern mogelijk maakt en voorts, voortbrengselen van welk type ook en ook die met een bepaalde dikte en zekere stijf-heid tot een vaste wikkel op te wikkelen, waarin de voortbrengselen 20 hun onderlinge stand ook bij het hanteren, bijv. bij het transporteren; behouden.
Dit probleem wordt opgelost door het in het kenmerk van con-clusie 1 omschreven maatregelen.
Omdat de wikkelkern en de voorraadspoel in een gemeenschappe— '25 lijk, beweegbaar raam zijn ondergebracht en voortdurend in het raam blijven, kan de scheidingsband steeds met de wikkelkern en de voorraad— spoel verbonden blijven. Aldus zijn zowel voor het opwikkelen als voor het afwikkelen geen handwerkzaamheden nodig om de scheidingsband -met de wikkelkern of de voorraadspoel te verbinden. Door het blokkeren van 30 de wikkelkern en de voorraadspoel wordt de onder trek opgewikkelde scheidingsband in gespannen toestand gehouden. Het losraken van de wikkel ook bij het transport van de inrichting wordt op deze wijze ver— meden, zonder dat de scheidingsband nog enkele malen om de gerede wikkel geslagen moet worden en zonder dat hiertoe andere extra maatregelen 35 getroffen dienen te worden.
Het voorbereiden van de inrichting kan zeer snel plaatsvinden, 8203789 . i -3- omdat voor het op-, resp. afwikkelen slechts de wikkelkem, resp. voorraadspoel via de betreffende koppelinrichting met een aandrijving verbonden en de blokkering van de wikkelkem en voorraadspoel gelost moet worden. Onder bepaalde omstandigheden is nog een koppeling van 5 de wikkelkem resp. de voorraadspoel met een reminrichting noodzakelijk, ingeval deze laatste niet in het raam doch in het op- resp. afwikkel-station is aangebracht.
Uit het Duitse Auslegeschrift 1.244.656 is een inrichting voor het verzamelen van op enige onderlinge afstand aankomende fineerbladen 10 bekend, welke tezamen met een scheidingsband op een wikkeltrommel ge-wikkeld worden. Deze trommel is tezamen met een voorraadspoel voor de scheidingsband in een beweegbaar frame gelagerd. De scheidingsband wordt in een voor de wikkelspleet liggend bereik over de fineerbladen gelegd, welke aan hun onderzijde door een drukband gesteund zijn, welke de wik-15 keltrommel nagenoeg over de gehele omtrek omsluit. De wikkel wordt door deze drukband samengehouden, terwijl de scheidingsband slechts tot doel heeft, de wikkellagen onderling te scheiden. Op grond hiervan wordt de scheidingsband uit een minder duur materiaal vervaardigd en is dus na het leegkomen van de wikkeltrommel niet meer bruikbaar en moet weg-20 geworpen worden. De scheidingsband kan dus niet voor het vormen van verschi-lende wikkels meerdere malen gebruikt worden. Dit heeft tot gevolg, dat steeds voor het vormen van een nieuwe wikkel de nieuwe scheidingsband ingelegd moet worden, waarvan het einde op tijdrovende wijze met de hand met de wikkeltrommel verbonden moet worden.
25 Deze bekende oplossing is niet alleen bij het hanteren duur, doch ook van zeer gecompliceerde constructie.
De drukband moet namelijk enerzijds steeds voldoende gespannen zijn en anderzijds de bij het wikkelen van de fineerbladen groter wor-dende diameter kunnen volgen, hetgeen een dienovereenkomstige geleiding 30 van de drukband verlangt.
De voorkeur verdienende uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn onderwerp van de onderconclusies.
In het hiema volgende worden aan de hand van de tekening uitvoeringsvoorbeelden van de nieuwe inrichting toegelicht. Getoond 35 zijn zeer schematische zijaanzichten en wel: - figuur 1 en 2 verschillende uitvoeringsvomen van een inrich.·* - 8203789 % -» -4- tinv voor het opwikkelen en verzamelen van drukprodukten, figuur 3 een opwikkelstation met een inrichting volgens fi- guur 1, figuur 4 een afwikkelstation voor het afnemen van de in 5 een inrichting volgens figuur 1 verzamelde drukprodukten, figuur 5 twee inrichtingen volgens figuur 1 met verzamelde drukprodukten in een tussenstand, en figuur 6 naast elkaar gelagerde, lege inrichtingen volgens figuur 1.
10 In de figuren 1 en 2 zijn twee uitvoeringsvormen van een opwikkel- en verzameleenheid 1 weergegeven, welke echter slechts weinig van elkaar verschillen. Elke opwikkel- en verzameleenheid heeft een beweegbaar frame 2 in de vorm van een lagerblok. In het frame 2 is draaibaar de as 3 van een cylindrische wikkelkem 4 gelagerd. Op 15 deze as 3 grijpt een slechts schematisch weergegeven blokrem 5 met regelbare remkracht aan, waarvan het ventilatiemechanisme niet getoond is. Met de as 3 zijn eveneens niet getekende koppelingsmiddelen ver-bonden, welke als zodanig van bekende constructie zijn en daartoe die-nen, de as 3 met een aandrijving te koppelen.
20 Het frame 2 heeft twee op enige afstand van elkaar lopende, evenwijdige armen 6, waarvan in de figuren er slechts een zichtbaar is.
In deze armen 6 is de as 7 van een bandspoel 8 draaibaar gelagerd.
Evenals de as 3 van de wikkelkem 4 zijn met de as 7 niet getekende koppelingsmiddelen van bekende constructie verbonden, welke het aankop-25 pelen van een aandrijving mogelijk maken. Op de bandspoel 8 is een wikkelband 9 gewikkeld, welke uit een trekvast materiaal, bijvt kunst-stof bestaat. Deze wikkelband 9 is, zoals dit in figuur 1 en 2 is weer— gegeven, aan zijn ene einde vast met de wikkelkem 4 verbonden. Bij de in figuur 1 getekende uitvoeringsvorm wordt de van de bandspoel 8 aflopen— 30 de wikkelband 9 via een aantal geleidingsrollen 10 geleid, terwijl bij de variant volgens figuur 2 de wikkelband 9 rechtstreeks van de band-spoel 8 naar de wikkelkem 4 loopt.
Zoals figuur 1 dit toont, is een blokrem 12 met regelbare remkracht aanwezig, welke hetzij op de met 11 getekende geleidingsrol 35 of de via deze geleidingsrol 11 lopende wikkelband 9 inwerkt. Bij de in figuur 2 weergegeven uitvoeringsvorm is eveneens een blokrem 13 820 3 7 8 9.............
-5- met regelbare remkracht aanwezig, welke echter op de as 7 van de bandspoel 8 werkt. Het ventilatiemechanisme van de blokremmen 12 en 13 is in de figuren niet getoond. De beide blokremmen 12 en 13 dienen voor hetzelfde doel, namelijk het afremmen, resp. blokkeren van 5 de wikkelband 9, zoals dit nog nader toegelicht zal worden.
In figuur 3 is schematisch een opwikkelstation 14 weergegeven, waarin de opwikkel- en verzameleenheid 1 waarachter een afgifteinrich-ting 15 is geschakeld. Deze afgifteinrichting 15 heeft een frame 16, waarop een bandtransporteur 17 gelagerd is. In het frame 16 is voorts 10 een aandrijfmotor 18 bevestigd, welke via de slechts schematisch weergegeven aandrijfverbinding 19 de bandtransporteur 17 aandrijft. Voor de bandtransporteur 17 is een andere bandtransporteur 20 geschakeld, welke de op te wikkelen drukprodukten 21, welke in een schubformatie S ter beschikking komen, naar het opwikkelstation voert. Op de bandtranspor-15 teur 17 sluit een wip 22 aan, waarin een door de aandrijfmotor 18 gedreven bandtransporteur aangebracht is. De wip 22 is zwenkbaar om de as 22a en met een aan het frame 16 bevestigd aandrukmechanisme 23 verbonden, dat een veeraccumulator bevat en de wip 22 tegen de wikkel-kem 4, resp. tegen de zich op deze wikkelkem 4 vormende wikkel aan-20 drukt.
De aandrijfmotor 18 drijft een slechts schematisch weergegeven haaks drijfwerk 24, dat via een niet nader weergegeven aandrijfverbinding 25 losneembaar met de as 3 van de wikkelkem 4 gekoppeld is.
Van de in figuur 3 niet getekende blokremmen 5 en 12 is de wrijvings-25 na 5 geheel geventileerd, terwijl de wrijvingsrem 12 (resp. de wrijvings-rem 13 bij de variant volgens figuur 2) werkzaam is, om de wikkelband 9 iets af te remmen.
De lege wikkel- en verzameleenheid 1 is slechts via de aandrijfverbinding 25 met de afgifteinrichting 15 verbonden. De eenheid 30 1 kan dus door middel van bekende transportmiddelen, bijv. een hefsta- pelaar, van een opslagplaats naar het opwikkelstation 14 gebracht en op de in figuur 3 weergegeven wijze op de wip 22 aangesloten worden.
Aansluitend is door middel van het koppelingsmiddel aan de as 3 deze laatste met het haakse drijfwerk 24 koppelbaar.
35 Door de aandri j fmotor wordt nu de as 3 met de wikkelkem 4 _______ in de richting van de pijl A gedraaid. Dit heeft een aftrekken van de - 8203789 m -6- wikkelband 9 van de bandspoel 8 tot gevolg, welke in de richting van de pijl B in draaiing gebracht wordt.
Als gevolg van de werking van de blokrem 12 (resp. 13), waarvan de remkracht afhankelijk van de toenemende wikkeldiameter 5 regelbaar is, staat de op de wikkelkem 4 lopende wikkelband 9 onder in hoofdzaak gelijkblijvende trek. De in· de richting van de pijl C naar de wikkelkern 4 overlappend toegevoerde schubstroom S wordt op de wikkelkern 4 gewikkeld, waarbij de mede opgewikkelde wikkelband 9 als scheidingslaag tussen de wikkelingen werkt. Voor een uitvoerige be-10 schrijving van het opwikkelproces wordt verwezen naar het Duitse Offen-legungsschrift 31 23 888, resp. het daarmee overstemmende Britse oc-trooischrift 2 081 230.
Het onder de bewegingsbaan van de schubformatie S aangebrachte en in de transportrichting C van deze schubstroom S verlopende wikkel-15 band 9 vormt met de wikkelkem 4 resp. zich daarop vormende wikkel een wikkelspleet W. Omdat de wikkelband 9 zoals vermeld, onder trek op~de wikkelkern 4 loopt, worden de in deze wikkelspleet W komende drukpro-dukten 21 aan een aanpersing onderworpen. Deze aanpersing van de druk-produkten 21 draagt bij tot een vaste wikkel, welke ook tijdens trans-20 port wordt samengehouden.
Na het beeindigen van het opwikkelproces wordt nu de as 3 van de wikkelkem 4 door middel van de blokrem 5 geblokkeerd, terwijl door de blokrem 12 de wikkelband 9, resp. door de blokrem 13 de bandspoel 8 geblokkeerd wordt.
25 Door dit blokkeren wordt vermeden, dat na het ontwikoppelen van de as 3 van het haakse drijfwerk 24 de nog steeds onder trek staande wikkelband 9 een verdraaiing van de wikkelkern 4 en de bandspoel 8 kan bewerkstelligen, hetgeen een loskomen van de gerede wikkel op de wikkelkem 4 tot gevolg zou hebben. Omdat aldus de garede wikkel door de onder 30 trek staande wikkelband 9 samengehouden wordt, is het niet noodzakelijk, na het gereedkomen van de wikkel nog andere wikkelbandlagen om de wikkel te voeren.
De opwikkel- en verzameleenheid 10 kan nu met de op de wikkelkern 4 gewikkelde drukprodukten 21 van het opwikkelstation 14 naar een 35 tussenmagazijn getransporteerd worden. Aldus wordt het opwikkelstation ------- vrij voor het vormen van een volgende drukproduktwikkel.
--......-820 3 7 8 9 -7-
In figuur 4 is een afwikkelstation 26 getekend, dat gelijk is aan het opwikkelstation 14 volgens figuur 3. Op grond hiervan zijn in figuren 3 en 4 overeenkomstige delen van dezelfde verwijzingscijfers voorzien. Het is echter duidelijk, dat opwikkel- en afwikkelstation 5 plaatselijk van elkaar gescheiden kunnen zijn en op constructieve gron-den onderling kunnen verschilien.
Zoals figuur 4 nu toont, wordt op de afnameinrichting 27 een van een drukproduktenwikkel voorziene wikkel- en verzameleenheid 1 aangesloten. De as 7 van de bandspoel 8 wordt nu met een slechts 10 schematisch weergegeven aandrijving gekoppeld. Deze aandrijving is een met de motor 18 verbonden haaks drijfwerk 28, dat via een scheid-bare koppeling 29 met de as 7 aandrijvend verbonden is. Door middel van deze slechts schematisch weergegeven koppeling 29 worden de koppelings-middelen op de as 7 met dienovereenkomstige koppelingsmiddelen verbon-15 den, welke vanaf het haakse drijfwerk 28 worden aangedreven.
De op de wikkelband 9, resp. de bandspoel werkende, niet ge-tekende wrijvingsremmen 12, resp. 13 is geventileerd, terwijl de even-eens niet weergegeven wrijvingsrem 5, waarvan de remkracht in overeen-stemming met de afnemende wikkeldiameter regelbaar is, de as 3 van de wik-20 kelkem 4 iets afremt.
Door de motor 18 wordt de bandspoel 8 in de richting van de pijl D aangedreven, hetgeen het afwikkelen van de wikkelband 9 van de spoelkern 4 en een opwikkelen op de bandspoel 8 tot gevolg heeft. Als gevolg van de remming van de as 3 wordt de wikkelband 9 met een in hoofd-25 zaak constante trekkracht afgewikkeld. Met de wikkelband 9 wordt ook de schubformatie S' van zich in de richting van de pijl E draaiende wikkel afgewikkeld en via de wip 22 en de bandtransporteurs 17 en 20 in de richting van de pijl F afgevoerd. In figuur 4 is het einde van het wikkelproces weergegeven, dat in het reeds genoemde Duitse Offen-30 legungsschrift 31 23 888 nader toegelicht is.
In figuur 5 zijn twee van een produktwikkel 30, 30' voorziene opwikkel- en verzameleenheden 1 en 11 getoond, welke in een tussenmaga-zijn zijn opgeslagen. Zoals uit figuur 5 blijkt, is het mogelijk, de beide wikkeleenheden 1 en 11 met de beide wikkels 30 en 301 tegen el-35 kaar aanliggend op te slaan, hetgeen de behoefte aan plaats tot een ------- minimum vermindert. Tegen elkaar aanplaatsen van eenheden 1 en 11 is 8203789 -8- daarom mogelijk, omdat de bandspoel 8 onder de wikkelkem 4 en de daarop zich bevindende wikkel 30, 30' is aangebracht en dus bij het aan elkaar rijgen van gevulde eenheden 1, 1' in een onder de wikkel 30, 30’ gevormde ruimte komt te liggen.
5 Door de genoemde plaatsing van de bandspoel 8 is het voorts ook mogelijk, de lege opwikkel- en verzameleenheden 1,1', 1" met een minimale behoefte aan plaats te lageren, zoals dit uit figuur 6 blijkt. Bij het samenstellen van het frame 2 komt steeds de bandspoel 8 van een eenheid 1, 1' onder de wikkelkem 4 van een naburige eenheid 1', 1" 10 te liggen.
Het frame 2 kan ook van rollen worden voorzien, welke een met de hand verschuiven van de eenheden 1 mogelijk maken.
Omdat de wikkelband 9 voortdurend met de wikkelkem 4 en de bandspoel 8 verbonden blijft, is een lege opwikkel- en verzameleenheid 15 voor het opwikkelen van drukprodukten gereed, zonder dat vooraf met de hand de wikkelband 9 met de wikkelkem 4 verbonden behoeft te worden. Het op- resp. afwikkelproces kan op elk moment onderbroken worden, zonder dat de wikkelband omgespoeld of gescheiden behoeft te worden.
Omdat de bandspoel 8 een voldoende grote wikkelbandvoorraad 20 verzameld kan worden, kunnen op de wikkelkem 4 zonder moeilijkheden wikkels met een verschillende behoefte aan wikkelband gevormd worden.
Dit betekent o.a., dat bij een gegeven wikkeldiameter drukprodukten 21 van verschillende dikte zondermeer opgewikkeld kunnen worden.
Het is duidelijk, dat de opwikkel- en verzameleenheid 1 als-25 mede ook de afgifte- en afnameinrichting 15, resp. 27 anders dan be-schreven uitgevoerd'kunnen worden.
Zo is het bijv. mogelijk, in plaats van blokremmen 5, 12 en 13 ook andere soorten wrijvingsremmen, bijv. bandremmen, toe te passen. Bij de beschreven uitvoeringsvormen dienen deze blokremmen 5, 12 en 30 13 zowel voor het remmen van de as 3, resp. de band 9 of de as 7 tijdens het op- en afwikkelen, zo ook voor het blokkeren van de wikkelkem 4, resp. de band 9 of de bandspoel 8. Het is duidelijk, dat het remmen en blokkeren ook door onderling gescheiden inrichtingen kan plaatsvinden. Daarbij zijn de blokreminrichtingen steeds in het frame 2 aangebracht, 35 terwijl de reminrichtingen voor de wikkelkem 4 en/of de bandspoel 8 _____ resp. de geleidingsrol 11 eveneens in het frame 3 of daarvan onafhanke- 8 243789 -........
-9- lijk in het op-, resp. afwikkelstation 14, resp. 26 aanwezig kunnen zijn. In het laatste geval moeten aan de wikkelkern 4, resp. de as 3 daarvan, aan de bandspoel 8, resp. de as 7, resp. aan de geleidingsrol 11 koppelingsmiddelen voor het aan- en afkoppelen van deze in de sta-5 tions 14, 26 blijvende reminrichtingen aangebracht worden.
De remmen 5 en 13 moeten zoals reeds opgemerkt slechts in de draairichting E resp. B van de wikkelkern 4, resp. de bandspoel 8 en de rem 12 sle edits in de opwikkelrichting G van de wikkelband 9 op de wikkelkern 4 werkzaam worden. Op grond hiervan is het ook denkbaar, 10 hiervoor zulke remmen, bijv. zulke met een vrijloop, toe te passen, welke, zonder dat zij geventileerd behoeven te worden, in de draairichting A, resp. D van de wikkelkern 4, resp. de bandspoel 8, resp. bij het opwikkelen van de wikkelband 9 op de bandspoel 8 niet werkzaam worden. Onder bepaalde omstandigheden kan van de beschreven regeling 15 van de remkracht tijdens het afwikkelen van de schubstroom S van de wikkelkern 4 resp. de wikkelband 9 van de bandspoel 8 afgezien worden.
Tenslotte zij er nog op gewezen, dat ook andere in schubfor-matie ter beschikking komende vlakke voortbrengselen als drukprodukten op de beschreven wijze opgewikkeld en verzameld kunnen worden.
20 8203789

Claims (13)

1. Inrichting voor het verzamelen van in een schubformatie ter beschikking komende vlakke voortbrengselen, in het bijzonder druk-produkten, met een draaibaar gelagerde en aandrijfbare wikkelkem, waaraan de voortbrengselen overlappend toegevoerd worden, en tenminste 5 een in de transportrichting van de op te wikkelen voortbrengselen voor de wikkelkem gelagerde, draaibare voorraadspoel voor een onder de baan . van de voortbrengselen verlopende scheidingsband, welke aan een einde met de wikkelkem verbonden is, en welke bij het opwikkelen van de voortbrengselen overlappend en als gevolg van remming onder trekspanning 10 staand op de wikkelkem uitloopt, met het kenmerk, dat zowel de wikkel-kern (4) alsook de voorraadspoel (8) in een gemeenschappelijk beweeg-baar raam (2) gelagerd zijn en van een koppelingsinrichting voor het naar keuze aankoppelen van een aandrijving (18, 24; 18, 28, 29) voor-zien zijn en dat de wikkelkem (4) in de afwikkeldraairichting (E) te 15 remmen en door middel van een in het raam (2) aangebrachte, in de afwikkeldraairichting (E) werkzame blokreminrichting (5) blokkeerbaar is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door een in het raam (2) aangebrachte, in de afwikkeldraairichting (E) van de wik-kelkern (4) werkzame reminrichting (5) met bij voorkeur regelbare rem- 20 kracht voor het remmen van de wikkelkem (4) bij het afwikkelen van voortbrengselen (24).
3. Inrichting volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de blokkeerinrichting (5) ook als reminrichting (5) uitgevoerd is.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 25 wikkelkem (4) voor het remmen bij het opwikkelen van de voortbrengselen (24) met een van het raam (2) onafhankelijke reminrichting met bij voorkeur regelbare remkracht koppelbaar is.
5 Inrichting volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat in het raam (2) een in de afwikkeldraairichting (B) van de voorraad- . 30 spoel (8) werkzame blokkeerinrichting (13) voor de voorraadspoel (8) is aangebracht.
6. Inrichting volgens een van de conclusies 1-5, gekenmerkt door een in het raam (2) aangebrachte, in de afwikkeldraairichting (B) van de voorraadspoel (8) werkzame reminrichting (13) met bij voorkeur 35 regelbare remkracht voor het remmen van de voorraadspoel (8) bij het ---- afwikkelen van de scheidingsband (9). 8203789--------- Γ-_ . r_ t ., I ·,,·4' -----— - ·. <-· · Mm. - ^Λ*Λ·Μ τ-τ. · , .1 — 11 I ----------------- If» «fc w % -11-
7. Ixirichting volgens conclusies 5 en 6, met het kenmerk, dat de blokkeerinrichting (13) ook als reminrichting (13) is uitgevoerd.
8. Inrichting volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de voorraadspoel (8) voor het remmen bij het afwikkelen van 5 de scheidingsband (9) met een van het raam (2) onafhankelijke reminrichting met bij voorkeur regelbare remkracht koppelbaar is.
9. Inrichting volgens een van de conclusies 1-4, gekenmerkt door een in het raam (2) aangebracht, op de scheidingsband (9) voor het in werking stellen van een blokkeerinrichting (12).
10. Inrichting volgens een van de conclusies 1-5, gekenmerkt door een bij voorkeur in het raam (2) aangebrachte, bij het opwikkelen van de scheidingsband (9) op de wikkelkem (4) op de remband (9) voor het in werking stellen van de reminrichting (12) met bij voorkeur regelbare remkracht.
11. Inrichting volgens conclusies 9 en 10, met het kenmerk, dat de blokkeerinrichting (12) ook als reminrichting (12) is uitgevoerd.
12. Inrichting volgens een van de conclusies 9-11, met het kenmerk, dat de scheidingsband (9) via tenminste een geleidingsrol 20 (11) geleid is en de blokkeerinrichting (12) resp.de reminrichting (12) op de over deze geleidingsrol (11) lopende scheidingsband (9) of op deze geleidingsrol (11) in werking kan worden gesteld.
13. Inrichting volgens een van de conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de blokkeerinrichtingen (5, 12, 13) resp. de reminrich- 25 tingen (5, 12, 13) als wrijvingsremmen zijn uitgevoerd. 8203789
NL8203789A 1981-10-12 1982-09-29 Inrichting voor het in een wikkel opslaan van in een dakpansgewijze stroomtoegevoerde vlakke buigzame voortbrengselen, zoals drukprodukten. NL190837C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH650381 1981-10-12
CH6503/81A CH652699A5 (de) 1981-10-12 1981-10-12 Einrichtung zum speichern von in einer schuppenformation anfallenden flaechigen erzeugnissen, insbesondere druckprodukten.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8203789A true NL8203789A (nl) 1983-05-02
NL190837B NL190837B (nl) 1994-04-18
NL190837C NL190837C (nl) 1994-09-16

Family

ID=4310640

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203789A NL190837C (nl) 1981-10-12 1982-09-29 Inrichting voor het in een wikkel opslaan van in een dakpansgewijze stroomtoegevoerde vlakke buigzame voortbrengselen, zoals drukprodukten.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4587790A (nl)
JP (1) JPS5874449A (nl)
AT (1) AT387203B (nl)
BE (1) BE894681A (nl)
CA (1) CA1187117A (nl)
CH (1) CH652699A5 (nl)
DE (1) DE3236866A1 (nl)
FR (1) FR2514334B1 (nl)
GB (1) GB2107681B (nl)
IT (1) IT1191029B (nl)
NL (1) NL190837C (nl)
SE (1) SE458273B (nl)

Families Citing this family (34)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH655489B (nl) * 1982-02-15 1986-04-30
CH657114A5 (de) * 1982-06-02 1986-08-15 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum verarbeiten von in einer schuppenformation anfallenden flaechigen erzeugnissen, insbesondere druckprodukten.
CH657115A5 (de) * 1982-06-03 1986-08-15 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum verarbeiten von in einer schuppenformation anfallenden druckprodukten.
DE3248523A1 (de) * 1982-12-29 1984-07-05 GAO Gesellschaft für Automation und Organisation mbH, 8000 München Vorrichtung zum speichern von blattgut
CH659233A5 (de) * 1983-01-21 1987-01-15 Grapha Holding Ag Vorrichtung zum aufwickeln eines schuppenstromes aus papierbogen.
CH659450A5 (de) * 1983-02-21 1987-01-30 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum speichern von in schuppenformation anfallenden druckprodukten, wie zeitungen, zeitschriften und dgl.
CH660579A5 (de) * 1983-06-09 1987-05-15 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum zwischenspeichern von in schuppenformation anfallenden druckprodukten.
CH660171A5 (de) * 1983-06-09 1987-03-31 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum zwischenspeichern von in einem schuppenstrom anfallenden druckprodukten, wie zeitungen, zeitschriften oder dgl.
CH662102A5 (de) * 1983-07-29 1987-09-15 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum speichern von kontinuierlich, insbesondere in einer schuppenformation anfallenden erzeugnissen, insbesondere druckprodukten.
DE3462117D1 (en) * 1983-12-16 1987-02-26 Ferag Ag Apparatus for feeding printing products to a continuous-production line and method to operate the same
DE3462007D1 (en) * 1984-01-10 1987-02-19 Ferag Ag Device for aligning a web unwinded from a roll or the like on a guiding or winding element
CH668055A5 (de) * 1985-07-01 1988-11-30 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum zwischenspeichern von in schuppenformation anfallenden druckprodukten.
ATE44014T1 (de) * 1986-04-14 1989-06-15 Ferag Ag Einrichtung an einer wickelstation fuer druckprodukte zum austauschen von wickelgestellen.
EP0243838B1 (de) * 1986-04-30 1989-07-26 Ferag AG Verfahren und Vorrichtung zum Verarbeiten von flächigen Erzeugnissen, insbesondere Druckereierzeugnissen
DE3760361D1 (en) * 1986-04-30 1989-08-31 Ferag Ag Method and device for treating printed products such as newspapers, magazines and the like
CH675873A5 (nl) * 1987-07-02 1990-11-15 Ferag Ag
CH684267A5 (de) * 1990-03-23 1994-08-15 Ferag Ag Einrichtung zum Abwickeln von flexiblen Flächengebilden ab einem Wickel.
US5161793A (en) * 1991-02-06 1992-11-10 Fmc Corporation Interleaving apparatus for rolled up segments
DE4340171A1 (de) * 1993-11-25 1995-07-27 Hans Peter Thrandorf Verfahren und Vorrichtung zum wickelförmigen Speichern von Druckprodukten
DK0709323T3 (da) * 1994-10-27 2000-07-10 Ferag Ag Anordning og fremgangsmåde til tilførsel af trykprodukter til en forarbejdningslinie
DE59501544D1 (de) * 1994-12-30 1998-04-09 Ferag Ag Lagerungsvorrichtung für eine Wickeleinheit und Vorrichtung zum Verarbeiten von Druckereiprodukten
EP0790204B1 (de) * 1996-02-16 2002-05-02 Ferag AG Verfahren und Vorrichtung zum Abwickeln von Druckprodukten in Schuppenformation
AU749771B2 (en) 1998-03-04 2002-07-04 Ferag Ag Device for exchanging roll supports on winding stations
ITVI980166A1 (it) * 1998-09-11 2000-03-11 Giampietro Verza Macchina automatica reversibile per la raccolta la distribuzione e lo stoccaggio delle pelli nel processo di rifinizione.
JP2002526353A (ja) 1998-10-05 2002-08-20 フェラーク・アクチェンゲゼルシャフト 可撓性のあるシート状整列体、特に印刷物のための巻取装置
US6290164B1 (en) 2000-03-01 2001-09-18 Kt Equipment (International) Inc. Method and apparatus for supplying strip material
DK1209107T3 (da) 2000-11-24 2004-07-12 Ferag Ag Fremgangsmåde og indretning til udskiftning af spolerammer ved en række spoleanlæg
DE10217240A1 (de) * 2002-04-15 2003-10-23 Optima Filling & Packaging Verfahren und Vorrichtung zum Verpacken von Gegenständen
FR2953207B1 (fr) * 2009-11-27 2011-12-30 Michelin Rech Tech Dispositif de manutention d'une bande de produit contenant de la gomme et procede de production d'un roule sur lequel est enroulee cette bande
US9566193B2 (en) 2011-02-25 2017-02-14 Curt G. Joa, Inc. Methods and apparatus for forming disposable products at high speeds with small machine footprint
US9283683B2 (en) 2013-07-24 2016-03-15 Curt G. Joa, Inc. Ventilated vacuum commutation structures
US9289329B1 (en) 2013-12-05 2016-03-22 Curt G. Joa, Inc. Method for producing pant type diapers
EP3325387B1 (en) 2015-07-24 2022-02-23 Curt G. Joa, Inc. Vacuum commutation apparatus and methods
CA3000031C (en) 2015-10-13 2023-09-19 Curt G. Joa, Inc. Disposable product assembly systems and methods

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA574299A (en) * 1959-04-21 H. Mosier William Method and apparatus for packaging fibrous materials
DE1264656B (de) * 1957-12-04 1968-03-28 Lord Corp UEberzugs- oder Bindemittel auf der Grundlage von monomeren Silanen
DE1244656B (de) * 1963-06-19 1967-07-13 Carl Bernd Bosse Einrichtung zum Speichern von flaechenfoermigen Gebilden, insbesondere Furnierblaettern
US3606723A (en) * 1969-04-10 1971-09-21 James J Shanley Method and apparatus for harvesting and handling crops
US3743200A (en) * 1970-08-04 1973-07-03 Radiologie Cie Gle Magazine for bare film sheets for use in x-ray film handling apparatus
DE2107482A1 (de) * 1971-02-17 1972-08-31 Schindlmayr P Vorrichtung zur Aufnahme von blattförmigennachgiebigem Gut
JPS4712827U (nl) * 1971-03-10 1972-10-16
JPS496642U (nl) * 1972-04-18 1974-01-21
CH559691A5 (en) * 1973-06-25 1975-03-14 Burda Farben Kg Non-cohesive sheet storage mechanism - accommodates staggered sheets between two belts winding onto drum
DE2526432C3 (de) * 1975-06-13 1984-03-08 Windmöller & Hölscher, 4540 Lengerich Vorrichtung zum Speichern und Zuführen von Ventilsäcken zu Füllmaschinen
DE2544135C2 (de) * 1975-10-02 1982-11-25 Windmöller & Hölscher, 4540 Lengerich Vorrichtung zum Herstellen von Schuppenbandrollen aus geschuppt übereinander abgelegten flachen Werkstücken
CH642602A5 (de) * 1980-07-15 1984-04-30 Ferag Ag Einrichtung zum stapeln von im schuppenstrom anfallenden druckprodukten, wie zeitungen, zeitschriften und dergleichen.
EP0054735B1 (de) * 1980-12-23 1985-01-16 Windmöller &amp; Hölscher Vorrichtung zum Herstellen von Schuppenbandrollen aus geschuppt Übereinander abgelegten flachen flexiblen Gegenständen
CH652701A5 (de) * 1981-02-03 1985-11-29 Ferag Ag Verfahren und einrichtung zur erzielung eines langzeitpressungseffekts bei druckprodukten, insbesondere zeitungen.

Also Published As

Publication number Publication date
JPH0121062B2 (nl) 1989-04-19
FR2514334A1 (fr) 1983-04-15
NL190837C (nl) 1994-09-16
SE8205777D0 (sv) 1982-10-11
IT1191029B (it) 1988-02-24
SE458273B (sv) 1989-03-13
ATA376382A (de) 1988-05-15
CH652699A5 (de) 1985-11-29
US4587790A (en) 1986-05-13
JPS5874449A (ja) 1983-05-04
AT387203B (de) 1988-12-27
GB2107681B (en) 1985-09-04
SE8205777L (sv) 1983-04-13
NL190837B (nl) 1994-04-18
DE3236866C2 (nl) 1989-05-18
FR2514334B1 (fr) 1985-06-21
GB2107681A (en) 1983-05-05
DE3236866A1 (de) 1983-05-05
IT8223706A0 (it) 1982-10-12
BE894681A (fr) 1983-04-12
CA1187117A (en) 1985-05-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8203789A (nl) Inrichting voor het opzamelen van in een schubformatie ter beschikking komende vlakke voortbrengselen, in het bijzonder drukprodukten.
US4532750A (en) Winding body for winding-up continuously arriving flat structures, especially printed products in an imbricated product formation
FI69041B (fi) Anordning foer stapling av i fjaellformation ankommande tryckprodukter saosom tidningar tidskrifter och dylika
CA1190255A (en) Method of, and apparatus for, removing flat products, especially printed products, from a winding core
JPH0448701B2 (nl)
CA1314003C (en) Apparatus for processing printed products, such as newspapers, periodicals and the like, and mobile storage unit for use in such processing apparatus
JP2654771B2 (ja) 印刷物を保管する方法およびその方法の実施に用いる巻取ユニット
JP2525640B2 (ja) 巻取テ―プと一緒にずれ重なり編成で巻心に巻き取られた印刷物を繰出す装置
FI75790C (fi) Foerfarande och anordning foer uppbevarande av i oeverlappande formation ankommande tryckprodukter, saosom tidningar, tidskrifter o.dyl.
CA1225107A (en) Method and apparatus for forming multi-layer from substantially flat, flexible products, especially printed products, arriving in imbricated product formation
CA1301625C (en) Apparatus for the fabrication of portable tubular-shaped packages formed of printed products
CA1296990C (en) Method and apparatus for processing flat products, especially printed products
JPH0749344B2 (ja) ずれ重なり集合物として巻取られた印刷製品の巻き戻し装置
FI75791C (fi) Anordning foer uppspolning av i fjaellartad formation inkommande tryckprodukter.
NL8401716A (nl) Inrichting voor tussenopslag van drukwerk.
US4707968A (en) Method and apparatus for wrapping pressure sensitive rolls of material
US5012988A (en) Method of, and apparatus for, processing printed products, periodicals and the like
EP1737771A1 (de) Auto-splice-system
DE4337464A1 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Verpacken von Garnspulen

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20020929