NL8203525A - Installatie, omvattende een trilmachine. - Google Patents

Installatie, omvattende een trilmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8203525A
NL8203525A NL8203525A NL8203525A NL8203525A NL 8203525 A NL8203525 A NL 8203525A NL 8203525 A NL8203525 A NL 8203525A NL 8203525 A NL8203525 A NL 8203525A NL 8203525 A NL8203525 A NL 8203525A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
vibrating
vibrating machine
shaped
shaped brackets
machine
Prior art date
Application number
NL8203525A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Fmc Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fmc Corp filed Critical Fmc Corp
Publication of NL8203525A publication Critical patent/NL8203525A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B06GENERATING OR TRANSMITTING MECHANICAL VIBRATIONS IN GENERAL
    • B06BMETHODS OR APPARATUS FOR GENERATING OR TRANSMITTING MECHANICAL VIBRATIONS OF INFRASONIC, SONIC, OR ULTRASONIC FREQUENCY, e.g. FOR PERFORMING MECHANICAL WORK IN GENERAL
    • B06B1/00Methods or apparatus for generating mechanical vibrations of infrasonic, sonic, or ultrasonic frequency
    • B06B1/10Methods or apparatus for generating mechanical vibrations of infrasonic, sonic, or ultrasonic frequency making use of mechanical energy
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G27/00Jigging conveyors
    • B65G27/08Supports or mountings for load-carriers, e.g. framework, bases, spring arrangements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Vibration Prevention Devices (AREA)
  • Jigging Conveyors (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Road Paving Machines (AREA)

Description

pgUn.-7T; . - -·--·· - 1 -
es JH
Installatie, anvattende een trihiachine.
De uitvinding heeft betrekking op een installatie, anvattende een trilmachine, voorzien van een werkdeel, dat tijdens bedrijf volgens een voorafbepaalde baan trilt, en van een ophangstelsel voor het dragen van een 5 triUend deel van de trilmachine, walk cphangstelsel is voorzien van een aantal in hoafdzaak U-vormige beugels, waarvan de naar boven gerichte benen elk aan het einde draaibaar zijn geraonteerd rand een bijbehorende hartlijn, die loodrecht staat op een ver-tikaal vlak, dat de trilbaan van het werkdeel bevat, wat bij 10 het trillend deel op lager liggende plaatsen beweeglijk is ver-bonden met de U-vormige beugels, zoals beschreven in het Belgische octrooischrift 507.129.
De uitvinding beoogt deze bekende installatie zodanig te verbeteren, dat trilbewegingen in lengte-15 richting van het trillend deel gescheiden warden gehouden van de draaipuntophangingen van de U-vormige beugels, doordat daar-aan een draaibeweging wordt gegeven, en dat rolbewegingen warden voorkanen.
Dit is bereikt, doordat de U-vormige 20 beugels elk een paar draagoppervlakken bevatten voor het beweeglijk verbinden van het trillend deel, welke oppervlakken zich aan weerszijden van en naar het trillend deel gericht be-vinden en order gelijke hoeken in tegengestelde richting schuin staan ten opzichte van de harizontaal, waarbij de middenhartlijnen 25 loodrecht op deze oppervlakken elkaar snijden boven een hartlijn, die door het zwaartepunt gaat van de trilmachine en zich in lengterichting daarvan uitstrekt.
Hierbi j verdient het de voorkeur, 8203525 r % - 2 - dat veerkrachtige middelen voor het dempen van trillingen zijn aangebracht tussen het trillend deel en de dr aagoppervlakken, welke middelen bijvoorkeur bestaan uit blokken van een elasto-rneer.
5 Het beoogde doelokan ode warden be- reikt, doordat veerkrachtige middelen voor het deinpen van trillingen zijn aangebracht tussen het trillend deel en de U-vormige beugels, welke middelen bijvoorkeur bestaan uit proefveren.
10 Tenslotte verdient het voor het tot een minimum beperken van het doorgeven van vertikale krachten van de trilmachine bij de draaipunten van de U-vormige beugels de voorkeur, dat deze zijn gementeerd door veerkrachtige naaf-bussen rond de bijbehorende draaihartlijnen.
15 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een ruimtelijk aanzicht is van de trilmachine, fig. 2 een doorsnede is volgens de 20 lijn H-II in figuur 1, fig. 3 een zijaanzicht is van een ge-deelte van de trilmachine, waarbij de draaibeweging is weerge-geven van een U-vormige stijgbeugel, fig. 4 een ruimtelijk aanzicht is van 25 de U-vormige stijgbeugel, fig. 5 een ruimtelijk aanzicht is van een andere uitvoeringsvorm van de U-vormige stijgbeugel, gedragen door een vloerstaander, fig. 6 een ruimtelijk aanzicht is van 30 een andere uitvoeringsvorm van de stijgbeugel, die wordt gedragen door een bovenliggend gestel, fig. 7 een dwarsdoorsnede is van een andere uitvoeringsvorm, waarbij de basis van de trilmachine door schroefveren wordt gedragen boven de U-vormige stijgbeugel, en 35 fig. 8 een zijaanzicht is van een ge- 8203525 9**— --— - 3 - * .
deelte van de in figunr 7 weergegeven trilmachine.
In figuur 1 is een trilirachine 10 weergegeven, voarzien van een basis 12 en van een werkdeel 14. Hoewel de machine een willekeurige trilinachine kan zijn, waarbij 5 een werkdeel in lengterichting been en weer wordt bewogen met betrekking tot de basis, zoals een heen en weer beweegbare transporter:, een triltoevoerinrichting of een trilzeef, is voor het verduidelijken een materiaaltransporteur weergegeven.
^ Het werkdeel is in de vorm van een goot, die aan het linker einde 10 daarvan gezien in figuur 1, materiaal ontvangt en dit transpor-teert naar het rechter einde daarvan.
Het 14 is gemonteerd voor een beweging met betrekking tot de basis 12 door middel van bladve-ren 16. Een einde van elke bladveer is door bouten vastgezet 15 ^ aan een manteringsblok 18 aan het werkdeel, waarbij het tegen- over liggende einde van elke bladveer door bouten is vastgezet aan een monteringsblok 20 aan de basis. De bladveren, die enigs-zinds hellen ten cpzidhte van de verticaal, bepalen de bewegings-baan van het werkdeel loodrecht qp de hellende bladveren. Elk 20 einde van het werkdeel beweegt dus in de richting van de pijlen 22.
Een aandrijfeenheid 24 is verbonden tussen de basis 12 en het werkdeel 14. De aandrijfeenheid bevat een motor 26, die is gemonteerd aan de basis, en een krukas 25 28, die draaibaar is gemonteerd in legerbldkken 30, die op hun beurt zijn gemonteerd aan de basis. De krukas 28 wordt aange-dreven door de motor via een riemschijf 32, vastgezet aan de krukas en een riem 34. Het draaien van de krukas geeft aan het werkdeel een trilbeweging door een drijfstang 36, die cm een 30 excentriek gamonteerd aangrijpt op de drukas en draaibaar is verbatxlen met het werkdeel 14.
Qrdat de trilbeweging van het werkdeel 14 in de richting van de pijlen 22 is, heeft de trilling van het werkdeel een lengte of horizontale component 22h en een ver- 8203525 - 4 - ticale caiponent 22v. De horizontale en verticale copanenten van de trilbeweging van het werkdeel geven horizontale en verticale reactie trilccmponenten in de basis 12.
De basis is langwerpig en heeft 5 een U-vormige dwarsdoorsnede, zoals weergegeven in figuur 2, met een lengtehartlijn 40. De basis wordt gedragen door een aan-tal ϋ-vormige ophangbeugels 46, welke beugels elk op hun beurt zijn verbonden met een paar tegenover elkaar liggende draag-organen 47, zoals ophangkabels, die hangen aan een niet weergege-10 ven bovenliggende drager. Wanneer de trilmachine 10 heen en weer beweegt, geven de trilreacties evenwijdig met de lengtehartlijn lopende en verticale trillingen in de basis. Deze basistrillingen kunnen vemietigend zijn indien zij niet gescheiden warden ge-houden van de dragers, in het bijzonder indien dergelijke tril-15 lingen dicht bij de natuurlijke frequentie liggen van de tegenover elkaar liggende dragers of ophangkabels.
Zoals weergegeven in de figuren 1 en 2, zijn L-vormige steunen 42L en 42R vastgezet aan twee of meer punten langs elke zijde van de basis 12. De onderste oppervlakken 20 44L en 44R van de steunen bepalen aanrakingsoppervlakken, die hellen cm neerwaarts en buitenwaarts te zijn gericht (weg van de hartlijn 40 van de basis). De aanrakingsoppervlakken bepalen bij voorkeur een hoek van ongeveer 45° ten qpzichte van de horizontaal, hoewel andere hoeken in het bereik tussen 30° 25 en 70° kunnen warden gebruikt.
De U-vormige beugels 46 hebben twee zijdelings hellende oppervlakken 48R, 48L (een voor elke basis-steun 42R, 42L) aan weerszijden van de hartlijn 40 van de basis en in lengterichting in lijn met de steunen aan de basis 12,
30 zoals weergegeven in de figuren 1 en 2. Elk oppervlak 48R, 48L
heeft een daaraan bevestigde monteringsplaat, waarvan een bovenste oppervlak 50R, 50L helt cm opwaarts en binnenwaarts te zijn gericht (naar de hartlijn 40 van de basis). Deze opwaarts gerichte oppervlakken zijn evenwijdig aan de oppervlakken 44R, 44L van de 8203525 - 5 - basissteunen 42R, 42L.
Ben elastaneer bide 52 is opgenanen tussen elk paar bij elkaar passende evenwijdige cppervlafcken 44R - 50R, 44L - 50L voor het op de U-^voraiige beugel 46 dragen van de trilinachine 10. De blokken kurrnen aan deze oppervlafcken 5 zijn vastgezet door plakrniddelen. Qndat het elastaneer blok helt onder een hoek tussen de verticaal en de horizontaal (bij-voorbeeld onder een hoek van 45° ten opzichte van elk daarvan), veroorzaakt het gewicht van een verticaal werkzame belasting (zoals de zwaartekracht) inwendige spanningen in het blok, welke 10 spanningen gedeeltelijk drukspanningen zijn en gedeeltelijk schuifspanningen. In deze stand vallen de veerkracht karakteris-tieken van het bide ten opzichte van verticale krachten, tussen stijf en zacht, waarbij de stijfheid van het bide tegen lengte-krachten niet wordt vergroot. Onder verwijzing naar figuur 1 is 15 te zien, dat lengtetrillingen van de basis onder schuif spanning werkzaam zijn op de elastaneer blokken, zodat de blokken voor deze krachten zacht blijven. Dergelijke trillingen worden dus gedempt of afgezonderd gehouden van de D-vormige stijgbeugels 46.
20 Onder verwijzing naar figuur 2 is op te merken, dat de hartlijnen 54L en 54R door de blokken en loodrecht cp de eindvlakken daarvan, elkaar snijden op een punt, aangeduid als een draaiingspool of rohniddelpunt RC. Deze punten (die een rolhartlijn bepalen, die zich uitstrekt door twee of 25 meer EC punten) vormen rolmiddelpunten, endat zij de punten zijn, waar arheen de elastaneer blokken 52 het minste weerstand bieden tegen rollen. Ten einde een ongewenst rollen te voorkanen, meet de hellinghoek van de blokken zodanig zijn qpgesteld, dat de hartlijnen 54L en 54R elkaar snijden boven het zwaartepunt CG 30 van de trilinachine 10 (onder gebruikelijke belasting), zodat de trilinachine geen neiging vertoont tot kantelen.
Hoewel de elastaneer blokken 52 de nachinetrillingen in hoofdzaak dertpen, kunnen enige reacties 8203525 » % - 6 - • ι.
worden overgebracht door de blokken op de U-vormige beugels 46, zoals in de figuren 3 en 4 aangeduid door de reacties Deze trilreacties worden van de dragers 47 gescheiden gehouden door de beugels, zoals thans wordt beschreven. Elke beugel 5 is gemaakt uit een platte metalen strook, voorzien van eindge-deelten 56R, 56L, die qpwaarts zijn gebogen met betrekking tot een tussengedeelte van de beugel. De zijdelings hellende oppervlakken 48R, 48L van de beugel bevinden zich bi j de over-gangen tussen het tussengedeelte en de opstaande eindgedeelten.
10 Openingen zijn voorzien in de oppervlakken 48R, 48L voor schroe-ven 58, die daaraan de monteringsplaten bevestigen net de boven-ste oppervlakken 50R, 50L. Nabij de vrije einden van de opstaande eindgedeelten, bevinden zich veerkrachtige naafbussen 60R, 60L, aangebracht in de beugels coaxiaal ten opzichte van een draai- 15 hartlijn A,___. Deze veerkrachtige naafbussen bevatten metalen 0"“0 binnenhulsen 62R, 62L, verder metalen buitenhulzen 64R, 64L en veerkrachtige tussenhulzen 66R, 66L. Verticale krachten, overgebracht vanaf de trilmachine 10, worden eerst verminderd door de elastaneer blckken 52 en dan door de veerkrachtige naafbussen 60.
20 Order verwijzing naar figuur 4 heeft elke U-vormige beugel 46 een zwaartepunt OG, in welk punt zijn massa als geconcentreerd kan worden beschouwd. De loodrechte afstand vanaf de draaihartlijn naar een evenwijdige hartlijn, gaande door het zwaartepunt, is weergegeven door de hartlijnaf- 25 stand a. Elke beugel heeft ook een stootmiddelpunt CP met betrek-king tot de draaihartlijn A^, welk punt kan warden bepaald als het aangrijpingspunt van de resultanten van alle krachten, die de beugel willen doen draaien rond de hartlijn. Stoten kunnen op de beugel worden uitgeoefend in een richting in lengterichting 30 van de trihnachine, zoals aangeduid door de reacties R^, waarbij de resultante van deze krachten kan gaan door het stootmiddelpunt zonder enige druk te veroorzaken qp de draaihartlijn.
De qpgehangen beugel zondert dus trillingen af met betrekking tot de draaihartlijn.
8203525 |||||Ιί =Γ—' . -___ ______ · ··;:··· ··«*·---·-· .-·*'-------------- . ... .....^,--=---- - - -------- ----------------- - 7 -
Elke beugel 46 is baneten voor het plaatsen van de zijdelings hellende cppervlakken 48R, 48L cm bij hun middenpunten te warden gesneden door een hartlijn A , die gaat door het stootmiddelpunt CP. De hartlijn A_ is evenwijdig
C
3 aan de draaihartlijn AQ_o, waarbij de loodrechte af stand tussen deze hartlijnen is weergegeven door de af stand b. De gunstige waarde voor deze af stand kan warden vastgesteld net de formule: b-a Jri = το
10 a M
waarin IQ het traagheidsmcment is van de beugel rond de draaihartlijn, a de afstand is vanaf het zwaartepunt tot de draaihartlijn, en M de massa is van de beugel. Wanneer de beugels qp deze ^ wijze zijn bemeten, en de resulterende krachten worden uitgeoefend op het stootmiddelpunt, is de draaihartlijn A__ook de hartlijn van het tijdelijke draaimiddelpunt (ook wel de draaiingsplaat genoemd). Dit tijdelijke middelpunt is bepaald als een denkbeel-dig punt, waar cmheen een lichaam, dat een algemene beweging 20 heeft, kan worden besdhouwd als tijdelijk te draaien.
De beugels 46 zijn verbonden met de qphang- of draagkabels 47 door verbindingsschalmen 70R, 70L.
Deze schalmen bevatten draaibouten 72R, 72L, die gestoken zijn door de binnenhulzen 62R, 62L en de zijstaven 74R, 74L, 76R, 76L 25 van de schalmen. Aan de einden van de zijstaven tegenover de draaibouten bevinden zich verbindingsbouten 78R, 78L, die gaan door lussen 80R, 80L aan de einden van de ophangkabels.
Tijdens bedrijf worden trillingen van de trilmachine 10 in hoofdzaak gedempt door de elastaneer blokken 30 52. Verticale stoten, die worden overgebracht op de beugels 46 worden verder geabsorbeerd door de veerkrachtige naafbussen 60R, 60L, cm dergelijke trillingen zoveel mogelijk gescheiden te houden van de draaibouten 72R, 72L. Stoten R^, werkzaam in de lengte- richting van de trilmachine, doen de beugel draaien cm de draai-35 8203525 w » * - 8 - bouten. Qndat deze stoten zodanig worden uitgeoefend, dat hun resultante door het stootmiddelpunt gaat van de beugel, vindt geen overdracht plaats van horizontale krachten op de draaibouten. Trillingen van de trilmachine worden das doeltreffend gescheiden 5 gehouden van de ophangkabels 47.
In figuur 5 is een andere uitvoerings-vorm weergegeven. De beugel 46, zoals hiervoor beschreven voor het dragen van de trilmachine 10, is opgehangen aan draaibouten 72R, 72L, welke draaibouten echter door een paar tegenover el-10 kaar liggende dragers 87 in de vom van vloerstaariders, zijn ge-monteerd. Elke drager heeft een basis 88 en een opstaande plaat 90, die qp de basis wordt gedragen door een steunplaat 92. De draaibouten passen door openingen nabij de boverikanten van de opstaande platen, waarbij openingen 94 zijn voorzien in de basis 15 voor het opnsnen van anderbouten voor het aan een vloer bevesti-gen van de basis.
Een andere uitvoeringsvorm is weer-gegeven in figuur 6. Bij deze vorra van de uitvinding is een beugel 46, zoals hiervoor beschreven voor het dragen van de tril-20 machine 10, opgehangen aan draaibouten 72R, 72L, welke draaibouten echter door een paar tegenover elkaar liggende dragers 107R, 107L in de vorm van een bovenliggend gestel 107, zijn ge-monteerd. Deze dragers worden zijdelings geschoord door een hoek-profiel 108. De draaibouten passen door openingen nabij de order-25 kanten van de dragers.
Nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is weergegeven in de figuren 7 en 8. Bij deze vorm van de uitvinding heeft een trilmachine 110 een basis 112 en een werkdeel 114. Het werkdeel is voor een beweging met betrekking 30 tot de basis gemonteerd door bladveren 116, die aan een einde met bouten zijn vastgezet aan een monteringsblok 118 van het werkdeel, en aan het tegenover liggende einde aan een monteringsblok 120 van de basis. De basis is langswerpig en heeft een U-vormige dwarsdoorsnede, zoals weergegeven in figuur 7.
8203525 T —...................: “ - - - _ * ν - 9 -
Hoeksteunen 142R, 142L zijn op twee of meer plaatsen langs elke zijde van de basis 112 vastgezet.
Een been van elke steim strekt zich neerwaarts nit evenwijdig aanliggend tegen een zijde van de basis, waarbij het tegenover 5 liggende been harizantaal vanaf de basis buitenwaarts uitsteekt. Naven 144R, 144L steken neerwaarts uit vanaf de onderste opper-vlakken van de buitenwaarts uitstekende benen. Deze naven verschaf-fen een zijdelingse steun voor de bovenste einden van schroef-veren 152R, 152L, die verticaal daaronder zijn geplaatst. De on-10 derste einden van deze schroefveren worden gedragen op een U- vonnige beugel 146 , die naven 148R, 148L heeft, die opwaarts uit-steken voor het verschaffen van zijdelingse steun voor de onderste einden van de schroefveren.
De U-vormige beugels 146 zijn enigszins 15 soortgelijk aan de hiervoor beschreven beugels 46. De beugel ver-schillen zijn, dat de beugels 146 rechthoekige bochten hebben bij de hoeken tussen het tussengedeelte en de opstaande benen 156R, 156L, naven 148R, 148L qpwaarts uitsteken vanaf het bovenste oppervlak van het tussengedeelte, en de beugel zodanig is bemeten, 20 dat de hartlijn gaande door het stootmiddelpunt zich nabij het bovenste oppervlak bevindt van het tussengedeelte. De reacties Rg van de schroefveren 152R, 152L, worden uitgeoefend op de volgens de hartli jn, die gaat door het stootmiddelpunt.
Elke beugel heeft veerkrachtige naaf-25 bussen 160R, 160L, soortgelijk aan de hiervoor beschreven veerkrachtige naafbussen, en aangebracht in de opstaande benen coaxiaal inet' betrekking tot de draaihartlijn A^. Deze beugels kunnen zijn opgehangen aan tegenover elkaar liggende dragers, niet weergegeven. Deze dragers kunnen soortgelijk zijn aan de ophang-30 kabels 47, de vloerstaanders 87 of het bovenliggende gestel 107.
De werking van de schroefveren 152R, 152L, van de veerkrachtige naafbussen 160R, 160L en van de beugels 146 voor het gescheiden hcfuden van trillingen is in hoofdzaak soortgelijk aan de hiervoor beschreven werking van de ophanging van de trilmachine 110.
8203525 - 10 -
Uit de voorgaande beschrijving is het duidelijk, dat machinetrillingen gescheiden warden gehouden van dragers door een ophanging, die een aantal U-vormige beugels bevat voor het dragen van de trilmachine. Deze beugels zijn 5 draaibaar gemonteerd rond een hartlijn, die zich dwars qp de trilmachine uitstrekt, waarbij de beugels in lengterichting van de trilmachine op onderllnge afstanden liggen. De beugels zijn bemeten voor het zodanig plaatsen van de draagoppervlakken van de trilmachine, dat resulterende trillingen door het stootmiddel-10 punt gaan van de beugel rond zijn draaihartlijn. De trilmachine wardt boven de beugel gedragen door veerkrachtige middelen, zoals elastoneer blokken of schroefveren, die trillingen van de tril-machine denpen.
Het is duidelijk, dat veranderingen 15 en verbe ter ingen kunnen warden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
8203525

Claims (6)

1. Installatie, anvattende een trilmachine, voorzien van een werkdeel, dat tijdens bedrijf volgens een voorafbepaalde baan trilt, en van een ophangstelsel voor het dragen van een trillend deel van de trilmachine, welk ophangstel-5 sel is voorzien van een aantal in hoofdzaak U-vormige beugels, waarvan de naar boven gerichte benen elk aan het einde draalbaar zijn gemontleerd rond een bijbeharende hartlijn, die loodrecht staat op een vertikaal vlak, dat de trilbaan van het werkdeel be-vat, waarbij het trillend deel op lager liggende plaatsen beweeg-10 li jk is verhonden met de U-vormige beugels, met het kenmerk, dat de IPvormige beugels elk een paar draagoppervlakken bevatten voor het beweeglijk verfoinden van de trilmachine, welke oppervlakken zich aan weerszijden van en naar de trilmachine gericht bevinden en ander gelijke hoeken in tegengestelde richtingen schuin staan 15 tenopzichte van de horizontaal, waarbij de middenhartlijnen loodrecht op deze oppervlakken elkaar snijden boven een hartlijn, die door de trilmachine gaat . en zich in lengterichting daarvan uitstrekt.
2. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat veerkrachtige middelen voor het dampen van trillingen zijn aangebracht tussen het trillend deel en de draagoppervlakken.
3. Installatie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de veerkrachtige middelen bestaan uit blokken van een elastcmeer.
4. Installatie, anvattende een tril-30 machine, voorzien van een werkdeel, dat tijdens bedrijf volgens een voorafbepaalde baan trilt, en van een ophangstelsel voor het dragen van een trillend deel van de trilmachine, welk ophangstelsel 8203525 - 12 _ is voorzien van een aantal in hoofdzaak U-voonige beugels, waarvan de naar boven gerichte benen elk aan het einde draai-baar zijn ganonteerd rand een bijbehorende hartlijn, die lood-recht staat op een vertikaal vlak, dat de trilbaan van het werk-5 deel bevat, waarbij het trillend deel op lager liggende plaatsen beweeglijk is verbonden met de U-vormige beugels, met het kenmerk, dat veerkrachtige middelen voor het danpen van trillingen zijn aangebracht tussen het trillend deel en de U-vormige beugels.
5. Installable volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de veerkrachtige middelen bestaan uit schroefveren.
6. Installable volgens een der voor-15 gaande conclusies, met het kenmerk, dat de U-vormige beugels zijn gemonteerd door veerkrachtige naafbussen rond de bijbe-horende draaihartlijnen. 8203525
NL8203525A 1977-08-01 1982-09-10 Installatie, omvattende een trilmachine. NL8203525A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US82098277 1977-08-01
US05/820,982 US4162778A (en) 1977-08-01 1977-08-01 Vibrating machine suspension

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8203525A true NL8203525A (nl) 1983-01-03

Family

ID=25232193

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7807025,A NL171432C (nl) 1977-08-01 1978-06-29 Installatie, omvattende een trilmachine.
NL8203525A NL8203525A (nl) 1977-08-01 1982-09-10 Installatie, omvattende een trilmachine.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7807025,A NL171432C (nl) 1977-08-01 1978-06-29 Installatie, omvattende een trilmachine.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4162778A (nl)
JP (1) JPS5427182A (nl)
AU (1) AU517780B2 (nl)
BE (1) BE869221A (nl)
BR (1) BR7804922A (nl)
CA (1) CA1087147A (nl)
DE (1) DE2833717C3 (nl)
FR (1) FR2399580A1 (nl)
GB (1) GB1602867A (nl)
IT (1) IT7826313A0 (nl)
MX (1) MX146506A (nl)
NL (2) NL171432C (nl)
ZA (1) ZA783597B (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5983820U (ja) * 1982-11-25 1984-06-06 ワイケイケイ株式会社 パ−ツフイ−ダ用シユ−ト
US4635764A (en) * 1984-05-29 1987-01-13 Team Corporation Damped reaction base for vibration tester
US4813532A (en) * 1988-01-15 1989-03-21 Allen Fruit Co., Inc. Natural frequency vibratory conveyor
US5131525A (en) * 1989-10-17 1992-07-21 General Kinematics Corporation Vibratory conveyor
US5301814A (en) * 1992-10-15 1994-04-12 Rotex, Inc. Increasing the relative motion of a screen deck
US5460259A (en) * 1994-06-03 1995-10-24 Food Engineering Corporation Conveyor support apparatus for straight-line motion
US5392898A (en) * 1994-06-06 1995-02-28 Food Engineering Corporation Dual drive conveyor system with vibrational control apparatus and method of determining optimum conveyance speed of a product therewith
US5584375A (en) * 1994-12-21 1996-12-17 Food Engineering Corporation Single drive vibrational conveyor with vibrational motion altering phase control and method of determining optimal conveyance speeds therewith
US5927680A (en) * 1997-07-01 1999-07-27 Mcdonnell Douglas Corporation Rate gyro isolation assembly
US6079550A (en) * 1998-01-08 2000-06-27 Allen Machinery, Inc. Vibratory conveyor
US6279731B1 (en) * 1999-10-26 2001-08-28 Ronald L. Anderson Vibratory conveyor table
US6325202B1 (en) 1999-11-22 2001-12-04 Fmc Corporation Interconnection for a conveyor system
US6536750B1 (en) * 2000-03-24 2003-03-25 Fmc Technologies, Inc. Motion restraint system for vibratory apparatus
US6298978B1 (en) 2000-05-01 2001-10-09 Carrier Vibrating Equipment, Inc. Reversing natural frequency vibratory conveyor system
US6267361B1 (en) 2000-09-21 2001-07-31 Carrier Vibrating Equipment, Inc. Dynamic reaction reducer for isolated vibratory equipment
DE10118440C2 (de) * 2001-04-12 2003-04-10 Wedel Karl Von Lageranordnung zur pendelnden Aufhängung des Schwingrahmens eines Förderrostes
NL1019901C2 (nl) * 2002-02-05 2003-08-07 Cargo Floor B V Steun/geleider voor heen en weer beweegbare planken van de vloer van laad/losruimtes.
DE102012214341A1 (de) * 2012-08-10 2014-05-15 Vibra Maschinenfabrik Schultheis Gmbh & Co. Behandlungsvorrichtung für rieselfähiges Schüttgut
CN108246605A (zh) * 2018-01-10 2018-07-06 巢湖学院 一种可调平多自由度振动筛分装置
DE102020106350B4 (de) * 2020-03-09 2021-09-16 IMA-TEC GmbH Fördergerät

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE507129A (nl) *
DE625745C (de) * 1931-10-11 1936-02-15 J M Voith Fa Knotenfaenger oder sonstiger Zeugsichter mit Sichtzylinder und geschuetteltem Trog
US2188060A (en) * 1936-01-24 1940-01-23 Robins Conveying Belt Co Power transmission for oscillatory bodies
US2678720A (en) * 1948-11-29 1954-05-18 Ajax Flexible Coupling Co Inc Support for vibratory conveyers and the like
US2638206A (en) * 1949-02-04 1953-05-12 Link Belt Co Vibratory conveyer
DE882414C (de) * 1950-04-26 1953-07-09 Metallgummi G M B H Abfederung fuer Fahrzeuge, insbesondere fuer Schienenfahrzeuge
US2655512A (en) * 1950-06-22 1953-10-13 Quaker Oats Co Preparation of 2-acylpyrroles from 2-acylfurans
US3029924A (en) * 1958-01-24 1962-04-17 Link Belt Co Vibrating feeder
GB925015A (en) * 1958-11-07 1963-05-01 Robert Legg Ltd Vibratory conveyors
US2984339A (en) * 1959-07-06 1961-05-16 Chain Belt Co Tunable vibratory apparatus
FR1272615A (fr) * 1959-08-21 1961-09-29 Metalastik Ltd Support élastique notamment pour bâti de machine
US3202282A (en) * 1961-04-08 1965-08-24 Ruzicka Jaroslav Vibratory screen
US3347352A (en) * 1966-11-21 1967-10-17 Lord Corp Vibratory feeder and the like
US3583553A (en) * 1968-11-29 1971-06-08 Fmc Corp Vibratory material handling apparatus
CH543357A (de) * 1972-03-24 1973-10-31 Kloeckner Humboldt Deutz Ag Rüttelanlage zur Herstellung von Formkörpern aus körnigen Massen

Also Published As

Publication number Publication date
NL171432C (nl) 1983-04-05
JPS5427182A (en) 1979-03-01
GB1602867A (en) 1981-11-18
CA1087147A (en) 1980-10-07
DE2833717B2 (de) 1980-11-13
DE2833717A1 (de) 1979-02-15
MX146506A (es) 1982-07-06
FR2399580B1 (nl) 1984-02-17
US4162778A (en) 1979-07-31
DE2833717C3 (de) 1981-07-30
AU3740678A (en) 1980-01-03
ZA783597B (en) 1979-04-25
JPS6158363B2 (nl) 1986-12-11
NL171432B (nl) 1982-11-01
FR2399580A1 (fr) 1979-03-02
NL7807025A (nl) 1979-02-05
IT7826313A0 (it) 1978-07-31
BE869221A (fr) 1978-11-16
AU517780B2 (en) 1981-08-27
BR7804922A (pt) 1979-03-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8203525A (nl) Installatie, omvattende een trilmachine.
US4313535A (en) Excited frame, vibratory conveying apparatus for moving particulate material
CA2468075A1 (en) Sifting device
DE725833C (de) Massenausgleich fuer Schwingsiebe
DE3512215A1 (de) Siebmaschine mit einem flexiblen siebbelag
JPH02169073A (ja) ふるい分け機械
EP0775532B1 (en) Screening machine with improved base force reduction
GB1602866A (en) Mounting of vibratory machines
DE837389C (de) Strassenwalze
US3314539A (en) Screen apparatus for classifying materials
CN217512285U (zh) 一种大米生产加工用谷糙分离机
US3217621A (en) Street and highway paver
SU1067225A1 (ru) Подножка горной машины
SU938771A1 (ru) Вибрационный глубокорыхлитель
US3740793A (en) Feather picker having sectional finger supports
GB2081840A (en) Vibratory conveyor
SU854829A1 (ru) Привод дл вертикальной вибрационной машины
SU40801A1 (ru) Качающеес сито
SU626839A1 (ru) Грохот-вибропитатель
JPH0454761Y2 (nl)
SU1757512A1 (ru) Картофелекопатель
SU1643381A1 (ru) Устройство дл очистки транспортных средств
SU1023019A1 (ru) Подвеска виброплиты шпалоподбивочной машины
SU408650A1 (ru) Вибрационное устройство для съема электролитических осадков
RU2043173C1 (ru) Вибрационный сепаратор

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed