NL8203382A - Trekker. - Google Patents

Trekker. Download PDF

Info

Publication number
NL8203382A
NL8203382A NL8203382A NL8203382A NL8203382A NL 8203382 A NL8203382 A NL 8203382A NL 8203382 A NL8203382 A NL 8203382A NL 8203382 A NL8203382 A NL 8203382A NL 8203382 A NL8203382 A NL 8203382A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tractor
wheels
tractor according
straight guide
approximately
Prior art date
Application number
NL8203382A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8203382A priority Critical patent/NL8203382A/nl
Priority to DE19833330965 priority patent/DE3330965A1/de
Priority to FR838313835A priority patent/FR2532267B1/fr
Priority to US06/527,682 priority patent/US4576394A/en
Priority to GB08323232A priority patent/GB2126544B/en
Priority to IT22715/83A priority patent/IT1167363B/it
Priority to JP58502850A priority patent/JPS59501453A/ja
Priority to PCT/NL1983/000032 priority patent/WO1984000934A1/en
Publication of NL8203382A publication Critical patent/NL8203382A/nl
Priority to GB08601310A priority patent/GB2170181B/en
Priority to FR8614000A priority patent/FR2591553A1/fr
Priority to PCT/IB1999/001104 priority patent/WO2000000934A2/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D61/00Motor vehicles or trailers, characterised by the arrangement or number of wheels, not otherwise provided for, e.g. four wheels in diamond pattern
    • B62D61/10Motor vehicles or trailers, characterised by the arrangement or number of wheels, not otherwise provided for, e.g. four wheels in diamond pattern with more than four wheels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/06Tractors adapted for multi-purpose use
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/06Tractors adapted for multi-purpose use
    • B62D49/0621Tractors adapted for multi-purpose use comprising traction increasing arrangements, e.g. all-wheel traction devices, multiple-axle traction arrangements, auxiliary traction increasing devices
    • B62D49/0635Tractors adapted for multi-purpose use comprising traction increasing arrangements, e.g. all-wheel traction devices, multiple-axle traction arrangements, auxiliary traction increasing devices using additional ground engaging means, e.g. endless tracks
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S180/00Motor vehicles
    • Y10S180/90Argicultural-type tractors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)

Description

* * i C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.
"Trekker"
De uitvinding heeft betrekking op een trekker, in het bijzonder een landbouwtrekker, met een aantal aangedreven wielen.
Het is een nadeel van bestaande trekkers dat indien 5 werktuigen, in het bijzonder landbouwwerktuigen, over een landbouwgrond of in de grond worden voortbewogen, de grond- * structuur in de wielsporen ten gevolge van het gewicht van de trekker zodanig verslechtert dat de gewasgroei in sterke mate achterblijft bij die op de overige grond.
% 10 Het is een doel van de uitvinding om dit nadeel zoveel mogelijk te verminderen.
Volgens de uitvinding omvat de trekker vier voorwielen en vier achterwielen en is althans één of meer der voorwielen in een ander wielspoor opgesteld dan de achter-15 wielen.
Tengevolge van deze·maatregelen wordt het trekker-gewicht over een groter grondoppervlak verdeeld, zodat structuurbederf in grote mate kan worden voorkomen.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de 20 hand van de volgende figuren.
Figuur 1 .is een zijaanzicht van een trekker volgens de uitvinding.
Figuur 2 is een bovenaanzicht van de trekker volgens figuur 1.
25 Figuur 3 is een vooraanzicht volgens de pijl III in figuur 1.
Figuur 4 is een aanzicht van een stelsel voorwielen van de trekker met zijn ophanging volgens de pijl IV in figuur 1, onder weglating van overige trekkerdelen.
- De trekker - r 8203382 € % - 2 -
De trekker volgens de figuren omvat een gestel 1 dat voorzien is van een versnellingsbakhuis 2 aan de voorzijde waarvan een drager 3 star is bevestigd die vanaf de voor- en onderzijde van het versnellingsbakhuis 2 schuin voorwaarts en 5 opwaarts verloopt en aan zijn bovenzijde een aandrijfmotor 4 draagt met een vermogen van 75 kW of meer. De uitgaande as aan de achterzijde van de aandrijfmotor 4 mondt als ingaande as in de versnellingsbak binnen het huis 2 uit. Aan de voorzijde van de drager 3 is een ongeveer verticale steun 5 beves-10 tigd en nabij de bovenzijde van de steun 5 is aan deze steun een zich in horizontale richting, ten opzichte van de rijrichting A voorwaarts uitstrekkende draagbalk 6 aangebracht, die - gezien in het aanzicht volgens figuur 1 - zich boven de van lucht banden voorziene voorwielen 7 van de trekker 15 uitstrekt. Het voorste punt van de draagbalk 6 ligt - gezien in fig. 1 - ongeveer in een verticaal vlak dat door de voorste punten van de voorwielen 7 gaat. Aan de achterzijde van het gestel 1 zijn aan de beide zijkanten van het achtereinde van het versnellingsbakhuis 2 de differentieelhuizen 8 aange-20 bracht, die de beide aan weerszijden van het huis 2 uitstekende achterassen 9 van de aangedreven achterwielen 10 legeren.
Boven het versnellingsbakhuis 2 en boven een deel van de achterwielen 10 is een bestuurderscabine 11 opgesteld, 25 die verend afsteunt op het huis 2. Gezien in het zijaanzicht volgens fig, 1 is.een achterdeel van de cabine 11 boven dé voorste helft van de achterwielen 10 gelegen en strekt de voorzijde van de cabine 11 zich tot ongeveer halverwege de afstand tussen de draaiingsassen van de voorwielen 7 en die 30 van de achterwielen 10 uit.
De van luchtbanden voorziene achterwielen 10 van de trekker zijn aan elke zijde van de trekker dubbel uitgevoerd en omvatten binnenste achterwielen 12 en buitenste achterwielen 13» die om dezelfde draaüngsas draaibaar en door 35 de motor 4 aandrijfbaar zijn. De achterwielen 12 en 13 bezitten een diameter van ongeveer 180 cm. en de in de richting van de draaiingsas gemeten breedte van de luchtbanden bedraagt ongeveer 40 cm, terwijl de symmetrievlakken van elk der binnenste achterwielen 12 op een onderlinge afstand van 8203332
v r I
- 3 -.
ongeveer 150 cm. van elkaar zijn opgesteld.
Gezien in bovenaanzicht strekt de cabine zich in de breedterichting van de trekker tot nabij de buitenbegrenzings-vlakken van de beide, binnenste achterwielen 12 uit. Zoals uit 5 fig· 2 blijkt bedraagt de breedte van het versnellingsbak-huis 2 ongeveer 20$ van de afstand tussen de symmetrie vlakken van de binnenste achterwielen 12 en bedraagt de breedte van het daarvóór gelegen, de motor 4 dragende gestel ongeveer 40$ van de afstand tussen de symmetrievlakken van de binnen-10 ste achterwielen 12 zodat het gestel en zijn opbouw, afgezien van de cabine 11, relatief smal is uitgevoerd ten opzichte van de totale breedte van de trekker die ongeveer 300 cm. bedraagt. Zoals uit fig. 1 blijkt, is de voor- en onderzijde van de cabine op afstand van de motorbeplating 15 van de motor 4 opgesteld, daar tussen deze motorbeplating en de cabine een open spleet is aangebracht. De onderzijde van de cabine heeft, afgezien van de genoemde verende af-steuning, geen direct contact met het achterste gedeelte 2 van het gestel 1.
20 Aan weerszijden van de voorzijde van de horizontale, vanaf de steun 5 naar voren uitstekende draagbalk 6 zijn horizontale, dwars op de rijrichting A gelegen pennen 14 aan de draagbalk 6 bevestigd, waarom oren 15 verzwenkbaar zijn waarvan de voorzijden star zijn bevestigd aan een opwaarts 25 gerichte holle draagbalk 16 die inwendig een vierkante of rechthoekige doorsnede bezit. De draagbalk 16 is derhalve, om de pennen 14 verzwenkbaar. In de onderzijde van de draagbalk 16 is een in het inwendige van de draagbalk 16 passende en in axiale richting van de draagbalk verstelbare rechte 30 steunbalk 17 gestoken, die aan de onderzijde van de draagbalk 16 uitsteekt en aldaar star is bevestigd aan een horizontale, dwars op de rijrichting A gelegen drager 18, die symmetrisch is opgesteld ten opzichte van het verticalelangssymmetrievlak van de trekker. De draagbalk 16 is eveneens symmetrisch ten 35 opzichte van dit langssymmetrievlak opgesteld. De aan weers- ,1 zijden van de steunbalk 17 uitstekende drager 18 strekt zich in zijwaartse richting aan weerszijden uit tot buiten het gestel 1 (fig. 3) en is aan zijn beide vrije uiteinden 8 2 0 3 3^-8 1^- :.μ.,:*Λν-ν ·- v.-^*lfc22fe«ik-‘i'ui·;ii-ul.ηΓ./^νΛ.".?-'.'*?.♦'*· u.··*.^/ »'··. . w.;.;,rïW~^ **ιίί·;» - - 4 - voorzien van neerwaarts gerichte, onderling evenwijdige balken 19, die derhalve aan weerszijden van en op gelijke afstand van het verticale langs symme tri evlak van de trekker zijn gelegen. De balken 19 strekken zich vanaf de drager 18 5 in neerwaartse richting uit over een afstand die ongeveer gelijk is aan de helft van de totale lengte van de drager 18 of meer. Nabij het ondereinde van elk der balken 19 zijn een paar oren 20 aangebracht, die zijn voorzien van een bevestigingsgat 21. De hartlijnen van de beide paren bevesti-10 gingsgaten 21 liggen in eikaars verlengde en zijn horizontaal en dwars op de rijrichting A gericht. In het midden van de lengte van de drager 18 is nabij de bevestiging van de opwaarts gerichte steunbalk 17 aan deze drager een paar oren 22 bevestigd, die evenals de oren 20 in voorwaartse richting uitste-15 ken en zijn voorzien van bevestigingsgat en 23, waarvan de hartlijnen in elkaar verlengde liggen en evenwijdig aan die van de gaten 21 zijn gericht. Ier plaatse van de aan de voorzijde van de drager 18 aangebrachte oren 22 zijn aan de achterzijde van de drager 18 een paar achterwaarts uitstekende 20 oren 24 aan de drager 18 bevestigd, die eveneens zijn voorzien van bevestigingsgaten 25, waarvan de hartlijnen in eikaars verlengde en evenwijdig aan die van de gaten 21 zijn gericht.
Op korte afstand van de bovenzijde van de draagbalk 25 16 zijn aan de achterzijde van deze draagbalk in achterwaartse richting uitstekende oren 26 bevestigd voorzien van beves-' tigingsgaten 27, terwijl op korte afstand onder de oren 26 nog een paar achterwaarts uitstekende oren 28, voorzien van bevestigingsgaten 29, is bevestigd. De hartlijnen van de 30 bevestigingsgaten 27 resp. 29 zijn elk weer in elkaar verlengde en evenwijdig aan die van de gaten 21 gelegen. Tenslotte is op de bovenzijde van de horizontale draagbalk 6 op afstand achter de opwaarts gerichte draagbalk 16 een paar oren 30 bevestigd, voorzien van bevestigingsgaten 31, waarvan 35 de hartlijnen weer in eikaars verlengde en evenwijdig aan die van de gaten 21 zijn gelegen. De oren 26, 28, 30 zijn op korte afstand van en aan weerszijden van het verticale symmetrie vlak van de trekker opgesteld.
8 2 0 3 3 82 Door van in bevestigingsgaten 27 van de .-5- oren 26 aangebrachte pennen is een uiteinde van een hydraulische cylinder 32 verzwenkbaar aan de oren 26 en daarmee aan de draagbalk 16 bevestigd. De zuigerstang van de cylinder 32 is met zijn onderste vrije uiteinde door middel van in de 5 bevestigingsgaten 25 aangebrachte pennen aan de oren 24 en daarmede aan de drager 18 en de in de draagbalk 16 gelegen steunbalk 17 bevestigd. Door middel van in de gaten 31 van de oren 30 aangebrachte pennen, is een uiteinde van een hydraulische cylinder 33 verzwenkbaar aan de draagbalk 6 beves-10 tigd, terwijl het vrije uiteinde van de in voorwaartse richting uit de cylinder 33 stekende zuigerstang door middel van in de gaten 29 gestoken pennen aan de oren 28 en daarmee aan de draagbalk 16 verzwenkbaar is bevestigd. De hartlijn van de hydraulische cylinder 33 ligt ongeveer in het verticale 15 langssymmetrievlak van de trekker, evenals die van de cylinder 32. De oren 20 en 22 met hun bevestigingsgaten 21 en 23» die vanaf de balken 19 en de drager 18 in voorwaartse richting uitsteken, vormen de bevestigingspunten van een driepuntshef-inrichting 33A van de trekker door middel waarvan machines 20 en werktuigen aan de trekker kunnen worden gekoppeld.
De aandrijfmotor 4 van de trekker en daaraan direct bevestigd de accessoires zijn achter een verticaal, dwars op de rijrichting A gelegen vlak aangebracht, dat in fig. 1 met het verwijzingscijfer 34 is aangegeven en dat - gezien 25 in het zijaanzicht volgens fig. 1 - achter, de draai ings as sen van de voorwielen en vóór het achterste punt van de voorwielen is opgesteld. Het vlak 34 valt ongeveer samen met het achterste uiteinde van de draagbalk 6. De ruimte die - gerekend in de richting A - vóór het vlak 34 is gelegen en binnen 30 een op de motorbeplating aansluitende beplating 35 is gelegen omvat de oren 30 en de cylinder 31 alsmede, afhankelijk van de stand van de hefinrichting 33A, een deel van de ophanging van deze hefinrichting. Daartoe is in de beplating 35 een symmetrisch ten opzichte van het verticale langssymmetrievlak 35 van de trekker opgestelde sleufvormige uitsparing of opening aangebracht, waarvan de breedte zodanig is dat althans een deel van de draagbalk 16 en van de oren 26 en 28 binnen deze sleuf vormige opening kunnen zijn gelegen. Deze opening of 8203382 - 6 - uitsparing is in fig. 3 met liet verwijzingscijfer 36 aange-geven en deelt het voorste deel van de opbouw van de trekker in twee delen.
De hydraulische cylinders 32 en 33 zijn vanaf een 5 in de cabine 11 opgestelde bestuurdersstoel bedienbaar.
In de getekende stand zijn de draagbalk 16 en de steunbalk 17» gerekend in opwaartse richting, schuin achterwaarts gericht. Deze helling kan veranderd worden door middel van bediening van de hydraulische cylinder 33 waardoor de balken 16 en 17 10 alsmede de aan de steunbalk 17 star bevestigde drager 18 en balken 19 ten opzichte van het gestel 1 om de pennen 14 ver-zwenkbaar en in verschillende standen vastzetbaar zijn.
Door bediening van de hydraulische cylinder 32 kan de in de draagbalk 16 gelegen steunbalk 17 in axiale rich-15 ting ten opzichte van de draagbalk 16 op- en neerwaarts worden bewogen ter instelling van de hoogten van de bevesti-gingsgaten of aankoppelpunten 21 en 23 van de hefinrichting 33A ten opzichte van de grond in verband met aankoppelen resp. bedrijven van machines. Het verplaatsbare deel van de 20 hefinrichting 33 dat de steunbalk 17, de drager 18 en de balken 19 omvat, is in fig. 1 in zijn bovenste stand getekend. Een opwaarts gericht vlak dat de hartlijnen van de gaten 21 , en die van de gaten 23 omvat kan derhalve door middel van de cylinder 33 in verschillende schuine standen en in een lood-25 rechte stand ten opzichte van de grond worden ingesteld en vastgezet. Daarbij is ook een stand mogelijk waarbij, gezien in fig. 1, het vlak door de hartlijnen van de gaten 21 en 23 schuin opwaarts en voorwaarts helt.
Het is uiteraard ook mogelijk om de geleiding 16 van 30 de hefinrichting 33 tweedelig uit te voeren, waarbij de draagbalk of geleidingsbalk 16 dubbel wordt uitgevoerd en wel zodanig dat - gezien in het vooraanzicht volgens fig. 3 - de beide geleidingsbalken 16 op gelijke afstanden van en aan weerszijden van het verticale symmetrievlak van de trekker 35 zijn opgesteld en in dit aanzicht bijvoorbeeld recht boven de balken 19 zijn geplaatst, met behoud van de de balken 19 star verbindende drager 18. In dit geval kunnen de buizen 16, 17 ook een'cirkelvormi^ doorsnede bezitten.
8203382 ' ~ 7 -
De telescopisch, in een rechtgeleiding verschuifbare hefinrichting 33A is in dit uitvoeringsvoorbeeld aan de voor* zijde van de trekker aangebracht; het is uiteraard ook mogelijk om een zelfde soort, in een rechtgeleiding aangebrachte 5 hefinrichting aan de achterzijde van de trekker op te stellen. In dit uitvoeringsvoorbeeld is aan de achterzijde van de trekker een gebruikelijke hefinrichting 37 aangebracht, met twee aan weerszijden van het verticale langssymmetrievlak opgestelde, hydraulisch op-en-neer verzwenkbare onderste 10 armen 38 en een in het symmetrievlak gelegen bovenste am of topstang 39 waarvan de lengte instelbaar is.
De hefinrichting 32A maakt een zeer korte bouw in langsrichting van de trekker mogelijk en biedt een extra vrijheidsgraad voor een driepuntshefinrichting, daar de hel-15 ling van een werktuig onafhankelijk van de ingestelde hoogte kan worden vastgesteld. De bereikbare hef hoogte is groter dan die van een bekende hefinrichting en de gronddruk van een aangekoppeld werktuig is instelbaar.
Aan één zijde van het versnellingsbakhuis 2 is een 20 huis 40 aangebracht, dat een tandwieloverbrenging omvat en een - gerekend ten opzichte van de rijrichting Δ - in voorwaartse richting uitstekende uitgaande as 41 die aansluit op een universele koppeling 42, die de uitgaande as verbindt met een in voorwaartse richting verlopende tussenas 43» die 25 door middel van een universele koppeling 44 is aangesloten op een ingaande as 45, bestemd voor het door de motor 4 aandrijven van de voorwielen 7.
De voorwielondersteuning van de trekker omvat aan weerszijden van het verticale langssymmetrievlak twee aan-30 drijf bare en bestuurbare voorwielen algemeen aangeduid met het verwijzingscijfer 7. Elk aan één zijde van het verticale langssymmetrievlak van de trekker gelegen stel voorwielen, bezit een diameter van ongeveer 90 cm. waarbij - gezien in het vooraanzicht volgens fig. 3 - een buitenste voorwiel 46 35 ongeveer in het zelfde wielspoor is gelegen als dat van het binnenste achterwiel 12 die aan dezelfde zijde van de trekker is aangebracht, terwijl elk binnenste voorwiel 47 binnen het wielspoor van de binnenste achterwielen 12 is 8203382 __* - 8 - gelegen. In deze uitvoeringsvoim valt de buitenste begrenzing van een binnenste voorwiel 47 ongeveer samen met de binnenste begrenzing van het wielspoor van een binnenste achterwiel 12. Gezien in het vooraanzicht volgens fig. 3 is 5 ongeveer 80i» van de breedte van de trekker nabij de grond van wielen voorzien, zodat het gewicht van de trekker over meer dan vier wielsporen wordt verdeeld waarbij bederf van de grondstructuur in grote mate wordt verminderd. Uiteraard kunnen, gezien in vooraanzicht, alle voorwielen binnen 10 de binnenste begrenzingen van de binnenste achterwielen 10 worden opgesteld, zodat acht wielsporen het trekkergewicht kunnen opnemen.
De in de richting van hun draaiingsas gemeten breedte van elk voorwiel 46 of 47 kan gelijk zijn 15 aan die van één der aangedreven achterwielen 12 of 13 of kleiner. Elke der voorwielen van een paar 46, 47 is aan-drijfbaar door een zelfde aandrijfas 48 (fig. 4), die gelegerd is binnen een wielhuis 49, dat star bevestigd is aan een pijpvormige wieldrager 50, die zich vanaf het 20 wielhuis 49 in opwaartse richting uitstrekt. De hartlijn van de wieldrager 50 is midden tussen de bijbehorende wielen 46 en 47 opgesteld. Aan zijn bovenzijde is elke wieldrager 50 door middel van in zijn lengterichting op afstand van elkaar geplaatste, een binnen de wieldrager gelegen, de 25 wielen aandrijvende as 59 ondersteunende legers gelegerd ten opzichte van·een een huis 51, dat star bevestigd is aan het uiteinde van een vooras 52, die dwars op de rijrichting A is gericht. In het midden van zijn lengte is de vooras 52 zwenkbaar gelegerd om een ongeveer horizontale, 30 in het verticale langssymmetrievlak gelegen zwenkas 53, die gevormd wordt door aan de voor- en achterzijde van de vooras bevestigde pennen, die verzwenkbaar gelegen zijn in oren 53, welke bevestigd zijn tegen de onderzijde van de draagbalk 6 van het gestel 1. De in fig. 4 getekende op-35 hangconstructie van de voorwielen is symmetrisch ten opzichte van het verticale langssymmetrievlak uitgevoerd met uitzondering van de ingang van de aandrijfas van de voorwielen, die slechts aan één zijde van het symmetrievlak voorkomt en ongeveer recht boven het binnenste voorwiel 47 8203382 % * - 9 - is gelegen.
De horizontal^ in de rijrichting A gelegen ingaande as 45 is voorzien van een conisch tandwiel 54 dat in aangrijping is met een conisch tandwiel 55 dat bevestigd 5 is op .een drijfas 56, die om de hartlijn van de pijpvormige vooras is gelegen. Nabij beide uiteinden van de vooras 52 is de drijfas 56 voorzien van een conisch tandwiel 57» dat in aangrijping is met een conisch tandwiel 58 dat bevestigd is. aan de hiervoor reeds genoemde om de hartlijn van de na-10 bijgelegen wieldrager 50 opgestelde as 59, die aan zijn onderzijde uitmondt binnen het bijbehorende wielhuis 49.
Het in het wielhuis 49 stekende einde van elke as 59 is voorzien van een conisch tandwiel 60 dat in aangrijping is met een conisch tandwiel 61 dat vast bevestigd is aan de 15 wielas 48 die aan weerszijden buiten het wielhuis 49 uitsteekt- en aan deze zijden de voorwielen 46 en 47 draagt.
Elke neerwaarts gerichte wieldrager 50 is om zijn hartlijn en symmetrieas verzwenkbaar ten opzichte van de door de huizen 51 en de vooras 52 gevormde starre 20 draagconstructie. Aan een plaats die direct onder het bijbehorende huis 51 is gelegen, is aan de bovenzijde van elke wieldrager 50 een naar voren uitstekende hefboom 63 bevestigd (fig. 1 en 4) aan welks voorste uiteinde een zich evenwijdig aan de hartlijn van de wieldrager uitstekende pen 25 64 is bevestigd waarom een stuurstangdeel 65 verzwenkbaar is aangebracht (zie ook fig. 2 alwaar de wieldragers 50,· die. als fusee dienst doen met het verwijzingscijfer 66 zijn aangegeven).
Elk der beide stuurstangdelen 65 verlopen 30 in de stand die overeenkomt met rechtuitri jden van de trekker vanaf de bijbehorende pen 64 binnenwaarts en, ten opzichte van de richting A, schuin achterwaarts en zijn aan hun binnenste einden bevestigd aan de achterzijde van een tussenhefboom 67 die in bovenaanzicht driehoekig van vorm 35 is en in de genoemde stand symmetrisch *is opgesteld ten opzichte van het verticale langssymmetrievlak van de trekker.
De stuurstangdelen 65 zijn elk door middel van een pen 68 aan de tussenhefboom 67 bevestigd, terwijl nabij het voorste 8203382 w ▼ -10- hoekpunt van de plaatvormige tussenhefboom 67 ©en zweiikas 69 is aangebracht, die is bevestigd tegen de onderzijde van de vooras 52 en die in het verticale langssymmetrievlak van de trekker is gelegen. Aan één van de beide wieldragers 5 50 is een in achterwaartse richting gerichte uithouder 70 aangebracht, waaraan om een pen 71 het uiteinde van een hydraulische stuurcylinder 72 is bevestigd waarvan de zui-gerstang door middel van een pen 73 op een nabij één der pennen 68 gelegen plaats aan de achterzijde van de tussen-10 hefboom 67 verzwenkbaar is bevestigd. De pennen of zwenk-assen 64, 68, 69, 71 en 73 zijn alle onderling evenwijdig en evenwijdig aan de beide hartlijnen van de wieldragers 50 opgesteld. Gezien in de stand die overeenkomt met recht-uitrijden van de trekker (fig. 2, getrokken lijnen) ligt 15 de hartlijn van de zwenkas 69 ongeveer op de verbindingslijn tussen de beide aan weerszijden van het symmetrievlak gelegen pennen 64. Elk stuurstangdeel 65 snijdt een vlak door de hartlijnen van de wieldragers 50 (fusees 66).
Gezien in het zijaanzicht volgens fig. 1 is 20 in dit uitvoeringsvoorbeeld het vlak door de hartlijnen van de beide wieldragers 50, die samenvallen met de hartlijnen van de fusees 66, zodanig opgesteld dat een snijlijn van dit vlak met het horizontale vlak het verticale langssymmetrievlak van de trekker loodrecht snijdt, waarbij de hoek 25 tussen dit vlak en het horizontale vlak, althans in dit uitvoeringsvoorbeeld, ongeveer 80° bedraagt, maar binnen de· grenzen van een gebied tussen 60 en 850 kan zijn gelegen. Gerekend in opwaartse richting strekken de hartlijnen van de wieldragers 50 zich ten opzichte van de rijrichting A 30 schuin achterwaarts uit.
Tijdens bedrijf worden de achterwielen 12, 13 vanaf de uitgaande as van de motor 4 via de versnellingsbak in het huis 2 en het differentieel binnen de huizen 8 en de achterassen 9 aangedreven. Tegelijkertijd wordt via de 35 versnellingsbak 2 de in voorwaartse richting uitstekende uitgaande as 41 aangedreven die via de universele koppeling 42 en 44 en de tussenas 43 de ingaande as 45 aandrijft, die via de tandwielstelsels 54 en 55, 57 en 58 en 60 en 61 3203382 * V * - 11 - de beide paren voorwielen aandrijft waarbij de drijfas 56 de aandrijving van beide stellen voorwielen koppelt. De gehele voorasconstructie volgens fig. 4 is ten opzichte van het gestel 1 verzwehkbaar om de zwenkas 53* De overbrengings-5 verhouding van de tandwieloverbrenging 40 en die van de in de voorasconstructie aangebrachte tandwielen is zodanig dat de omtrekssnelheid van de aangedreven voorwielen 7 gelijk is aan die van de aangedreven achterwielen 10.
Vanuit de cabine 10 kan de bestuurder de 10 hydraulische stuurcylinder 72 bedienen, waarbij de zuiger-stang ervan de tussenhefboom 67 vanuit zijn in fig. 2 getekende middenstand, naar één van beide zijden kan doen ver-zwenken om de zwenkas 69. Tengevolge van de hiervoor beschreven en getekende constructie is het mogelijk dat de voor-15 wielen vanuit hun voor rechtuit rijden geschikte stand over een hoek van ongeveer 90° in de ene richting om hun fusee 66 verzwenkbaar zijn en eveneens over een hoek van ongeveer 90° in de achtere richting, zodat de voorwielen in totaal over een hoek van ongeveer 180° verzwenkbaar zijn.
20 Hierdoor is de trekker goed wendbaar onder moeilijek manoeu-vreeromstandigheden aangezien de verticale as waarom de trekker als geheel zwehkbaar is, binnen de omtrek van de trekker zelf is gelegen. Hierdoor ontstaat het voordeel dat de trekker met aangekoppelde werktuigen op de kopein-25 den van te bewerken landbouwgrond een aanzienlijke kleinere ruimte nódig heeft om over 180° van richting te veranderen, zodat de kopeinden aanzienlijk kleiner kunnen zijn en het benutbare gedeelte van de landbouwgronden toeneemt. Tengevolge van het feit dat de fusee-as 66 een scherpe hoek in-30 sluit met het horizontale vlak zal, indien elk stel voorwielen vanuit zijn voor rechtuitrijden geschikte stand over een hoek van ongeveer 90° wordt verdraaid, één der beide wielen van een stel voorwielen vrij van de grond komen zodat dit wiel gemakkelijk kan worden af genomen, resp. worden 35 verwisseld. De grote hoekverdraaiing van elk stel voorwielen is vooral mogelijk doordat de stuurstang uit twee delen bestaat en de hartlijn van een stuurstang de verbindingslijn tussen twee fusee-assen snijdt.
Alle bewegingen van de van een rechtgeleiding 3203382 “* ‘ -12- voorziene hefinrichting 33A, de normale hefinrichting 37 en die van de voorwielen kunnen vanuit de bestuurderscabine worden uitgevoerd. De bestuurderscabine is voorzien van opwaarts gerichte stijlen 74 die het dak 75 van de cabine 5 dragen, waarbij de cabinestijlen aan hun bovenste uiteinden smaller zijn, resp. een kleinere materiaaldoorsnede bezitten dan op lager gelegen plaatsen, terwijl de cabinesti jlen in het midden van hun lengten een grotere doorsnede hebben dan op lager gelegen plaatsen.. Twee tegenover elkaar 10 gelegen zijwanden van de cabine 11 zijn, gerekend vanuit het dak 75, in neerwaartse richting divergerend opgesteld tot ongeveer de halverhoogte van de cabine en vanaf de laatstbedoelde hoogte in neerwaartse richting convergerend opgesteld. In verband met het doorsnede verloop van de cabine-15 stijlen geeft deze vormgeving bij hetzelfde materiaalver-bruik de grootste sterkte bij horizontale en verticale belastingen van de cabine.
De trekker is verder voorzien van een nabij de achterste hefinrichting 37 gelegen aftakas 76 en een 20 onder het gestel· aangebrachte voorste aftakas 77 die vanaf de motor 4 worden aangedreven met omwentelingssnelheden die evenredig zijn met het motortoerental. Een aan de voorste aftakas 77 aangesloten tussenas voor het aandrijven van aan de hefinrichting 33^· gekoppelde machines heeft vol-25 doende doorgang door het door de balken 18 en 19 gevormde hefgestel', dat de vorm heeft van een omgekeerde U, zodat de tussenas scheve standen kan innemen bij het aandrijven van het aangekoppelde werktuig.
De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat 30 in de beschrijving en/of in de conclusies is vermeld, maar heeft ook betrekking op de details van de figuren al dan niet beschreven.
-Conclusies- / 3203382

Claims (36)

1. Trekker, in het bijzonder een landbouwtrekker, met een aantal aangedreven wielen, met het kenmerk, dat de trekker vier voorwielen en vier achterwielen omvat en althans één of meer der voorwielen in een ander wielspoor is opge- 5 steld dan de achterwielen.
2. Trekker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draaiingsassen van de voorwielen, althans in de voor rechtuit rijden bestemde stand, in eikaars verlengde zijn gelegen.
3. Trekker volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 10 dat de trekker vier wielen met relatief grote diameter en vier wielen met relatief kleine diameter omvat.
4. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van de trekker ongeveer 300 cm. bedraagt.
5. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de breedte van de achterwielen ongeveer 40 cm. bedraagt.
6. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wielspoor van de binnenste achterwielen 20 ongeveer 150 cm. bedraagt.
7. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wielspoor van de binnenste voorwielen ongeveer 70 cm. bedraagt.
8. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat de diameter van de voorwielen ongeveer 90 cm. bedraagt.
9. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de diameter van de achterwielen ongeveer 180 cm. bedraagt.
10. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, gezien in vooraanzicht, ongeveer 80$ van de breedte van de trekker van wielen is voorzien.
11. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker een hefinrichting met drie aan- 35 koppelpunten voor werktuigen bezit, die langs een recht-geleiding hydraulisch op en neer verplaatsbaar is.
12. Trekker, in het bijzonder een landbouwtrekker, met een aantal aangedreven wielen, met het kenmerk, dat de 8203382 - 14- · V v trekker een hef inrichting met drie aankoppelpunten voor werktuigen "bezit, die langs een rechtgeleiding hydraulisch op en neer verplaatsbaar is.
13* Trekker volgens een der'conclusies 11 of 12, met 5 het kenmerk, dat de drie aankoppelpunten ten opzichte van elkaar een vaste stand innemen.
14· Trekker volgens een der conclusies 11 - 13, met het kenmerk, dat de stand van de rechtgeleiding ten opzichte van het trekkergestel wijzigbaar is.
15. Trekker volgens een der conclusies 11 - 14, met het kenmerk, dat de op en neer beweegbare hefinrichting van de trekker om een van de verticale stand afwijkende zwenkas hydraulisch verstelbaar is.
16. Trekker, in het bijzonder een landbouwtrekker, 15 met een aantal aangedreven wielen, met het kenmerk, dat een op en neer beweegbare hefinrichting van de trekker om een van de verticale stand afwijkende zwenkas hydraulisch verstelbaar is.
17. Trekker volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, 20 dat de zwenkas ongeveer horizontaal en loodrecht op het verticale langssymmetrievlak van de trekker is gericht.
18. Trekker volgens een der conclusies 11 - 17, met het kenmerk, dat de rechtgeleiding van de hefinrichting ten minste één stel onderling teleskopisch verschuifbare 25 buizen omvat.
19· Trekker volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de buizen een vierkante of rechthoekige doorsnede bezitten.
20. Trekker volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de buizen een cirkelvormige doorsnede bezitten.
21. Trekker volgens een der conclusies 11 - 20, met het kenmerk, dat de rechtgeleiding in zijaanzicht schuin opwaarts en achterwaarts is gericht.
22. Trekker volgens een der conclusies 11 - 21, met het kenmerk, dat de aankoppelpunten door middel van ten 35 minste één hydraulische cylinder langs de rechtgeleiding verplaatsbaar en in meerdere standen vastzetbaar zijn.
23. Trekker volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat de hydraulische cylinder zich langs de rechtgeleiding uitstrekt. 3203382 v - 15 -
24. Trekker volgens een der conclusies 11 - 23, met het kenmerk, dat de stand van de rechtgeleiding ten opzichte van het trekkergestel door een hydraulische cylinder wijzig-baar en in meerdere standen vastzetbaar is·
25. Trekker volgens een der conclusies 11 - 24, met het kenmerk, dat de hefinrichting aan de voorzijde van de trekker nabij de aandrijf motor is aangebracht.
26. Trekker volgens een der conclusies 11 - 25, met het kenmerk, dat de van een rechtgeleiding voorziene hefinrich- 10 ting aan de achterzijde van de trekker is aangebracht.
27. Trekker volgens een der conclusies 11 - 25, met het kenmerk, dat de rechtgeleiding in een in het vooreinde van de trekker aangebrachte uitsparing beweegbaar is.
28. Trekker volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat 15 het vooreinde van de trekker twee helften omvat.
29. Trekker volgens een der conclusies 11 - 28, met het kenmerk, dat, gezien evenwijdig aan het langssymmetrie-vlak van de trekker de aahkoppelpunten aan een hefgestel zijn aangebracht die de vorm heeft van een omgekeerde U.
30. Trekker volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat een door de aandrijfmotor van de trekker drijfbare aftakas, gezien evenwijdig aan het langssymmetrievlak van de trekker, binnen het U-voimige hefgestel is gelegen.
31. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met 25 het kenmerk, dat een bestuurderscabine van de trekker van opwaartse stijlen is voorzien die taps verlopen.
32. Trekker, in het bijzonder een landbouwtrekker, met 0 een aantal aangedreven wielen, met het kenmerk, dat een bestuurderscabine van de trekker van stijlen is voorzien 30 die taps verlopen.
33* Trekker volgens conclusie 31 of 32, met het kenmerk, dat de stijlen nabij hun boveneinde smaller zijn dan op lager gelegen plaatsen.
34. Trekker volgens een der conclusies 31 - 33> met 35 het kenmerk, dat de stijlen ter halve hoogte breder zijn dan op lag’er gelegen plaatsen.
35. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, d?,t een bestuurderscabine op afstand van een motorbeplating is opgesteld. 8203382 V «μ / - 16 -
36. Trekker volgens een dér voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voorwielen van de trekker over ongeveer 180° op een opwaarts gerichte as verzwehkbaar zijn. -o—o-o-o-o- ) 3203332
NL8203382A 1982-08-31 1982-08-31 Trekker. NL8203382A (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8203382A NL8203382A (nl) 1982-08-31 1982-08-31 Trekker.
DE19833330965 DE3330965A1 (de) 1982-08-31 1983-08-27 Schlepper
FR838313835A FR2532267B1 (fr) 1982-08-31 1983-08-29 Tracteur comportant une pluralite de roues motrices
US06/527,682 US4576394A (en) 1982-08-31 1983-08-30 Tractor
GB08323232A GB2126544B (en) 1982-08-31 1983-08-30 Agriculturial tractors
IT22715/83A IT1167363B (it) 1982-08-31 1983-08-31 Trattore agricolo con dispositivo di sollevamento e ruote anteriori motrici
JP58502850A JPS59501453A (ja) 1982-08-31 1983-08-31 トラクタ
PCT/NL1983/000032 WO1984000934A1 (en) 1982-08-31 1983-08-31 A tractor
GB08601310A GB2170181B (en) 1982-08-31 1986-01-20 Agricultural tractors
FR8614000A FR2591553A1 (fr) 1982-08-31 1986-10-08 Tracteur
PCT/IB1999/001104 WO2000000934A2 (en) 1982-08-31 1999-06-14 Filter for transforming 3d data in a hardware accelerated rendering architecture

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8203382A NL8203382A (nl) 1982-08-31 1982-08-31 Trekker.
NL8203382 1982-08-31

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8203382A true NL8203382A (nl) 1984-03-16

Family

ID=19840202

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203382A NL8203382A (nl) 1982-08-31 1982-08-31 Trekker.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4576394A (nl)
JP (1) JPS59501453A (nl)
DE (1) DE3330965A1 (nl)
GB (2) GB2126544B (nl)
IT (1) IT1167363B (nl)
NL (1) NL8203382A (nl)
WO (1) WO1984000934A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8300454A (nl) * 1983-02-07 1984-09-03 Lely Nv C Van Der Trekker of dergelijk voertuig.
US5092422A (en) * 1989-12-12 1992-03-03 Clemson University Multipurpose agricultural tractor
GB2359525B (en) * 2000-02-28 2003-06-04 Applied Sweepers Ltd Articulated vehicle
US7231999B2 (en) * 2004-11-23 2007-06-19 Deere & Company Steerable primary axle

Family Cites Families (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB619931A (en) * 1946-12-23 1949-03-16 Leverstart Ltd Improvements in or relating to driving and steering mechanism for road wheels for vehicles
GB792982A (en) * 1954-08-03 1958-04-09 Leverstart Ltd Improvements in or relating to driving and steering mechanism for vehicles
GB824241A (en) * 1954-10-08 1959-11-25 Fewsters Ltd Improvements in means for temporarily attaching a lift to a power-driven tractor
US2928487A (en) * 1954-11-20 1960-03-15 Bobard Emile Driven steering wheel
CH334886A (fr) * 1954-11-20 1958-12-15 Bobard Emile Véhicule comprenant un train de roues motrices et directrices
GB819154A (en) * 1956-03-31 1959-08-26 Kurt Gunnar Schultz Improvements in or relating to lift-trucks
GB898969A (en) * 1959-11-24 1962-06-14 Scheid Maschinenfabrik G M B H Automotive multi-wheeled rollers
GB933260A (en) * 1961-04-21 1963-08-08 Rex Henry Percy Self-propelled grass cutting machine
FR1326436A (fr) * 1962-03-15 1963-05-10 Saxby Ets Chariot automoteur de manutention
GB1063702A (en) * 1963-05-07 1967-03-30 Johnson Construction Equipment Improvements in multi-purpose mechanical handling vehicles
US3318529A (en) * 1963-07-15 1967-05-09 Chevron Res Apparatus for applying mulch having an intermittently operated solenoid valve
US3366260A (en) * 1965-03-11 1968-01-30 Int Harvester Co Fork lift vehicle
GB1116101A (en) * 1965-04-29 1968-06-06 Conveyancer Fork Trucks Ltd Extensible load lifting masts
GB1080914A (en) * 1965-10-08 1967-08-31 Roy Sanderson An improved fork lift and a method of and means for attaching same to tractor
US3826392A (en) * 1973-05-01 1974-07-30 B Farley Lifting device
GB1451475A (en) * 1973-08-08 1976-10-06 Spence Sons Ltd Bale lifter and hydraulic lift arrangement
GB1541083A (en) * 1975-01-30 1979-02-21 Lely Nv C Van Der Tractors
US4161991A (en) * 1975-05-12 1979-07-24 Lely Nv C Van Der Tractors
NL7505526A (nl) * 1975-05-12 1976-11-16 Lely Nv C Van Der Trekker.
DE2622444C3 (de) * 1976-05-20 1981-01-22 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen Anbauvorrichtung für landwirtschaftliche Verteilmaschinen
US4124079A (en) * 1976-09-30 1978-11-07 Crow Harold J Driven implement connected to rockable motor of a vehicle
US4057265A (en) * 1976-11-24 1977-11-08 Grace Bud W Towing apparatus
FR2379976A1 (fr) * 1977-02-11 1978-09-08 Bobard Jeune Sa Ets Perfectionnements aux tracteurs enjambeurs
GB1579797A (en) * 1978-05-30 1980-11-26 Thwaiters L B Wheeled vehicles
GB2061222B (en) * 1979-10-04 1983-09-28 Engineering Guernsey Ltd Vehicle with load lifting apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
WO1984000934A1 (en) 1984-03-15
GB2170181A (en) 1986-07-30
JPS59501453A (ja) 1984-08-16
GB2126544B (en) 1987-02-18
GB2126544A (en) 1984-03-28
IT1167363B (it) 1987-05-13
DE3330965A1 (de) 1984-03-01
GB8323232D0 (en) 1983-09-28
US4576394A (en) 1986-03-18
GB2170181B (en) 1987-02-11
IT8322715A0 (it) 1983-08-31
GB8601310D0 (en) 1986-02-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5725230A (en) Self steering tandem hitch
EP2317842B1 (en) Self propelled agricultural application machine
US4926621A (en) Mowing tractor with towed mower
CA2307926C (en) Multi-functional self-propelled farm tractor
NL8300453A (nl) Trekker of dergelijk voertuig.
US4679634A (en) Apparatus for extending the frame of a tractor
US4564073A (en) Plow or harrow
US4585084A (en) Agricultural tractor
FI71459C (fi) Anordning vid jordbruksredskap.
EP0501585B1 (en) Agricultural vehicle
US5823270A (en) Steerable implement hitch
CA2465937C (en) Articulated power transfer apparatus
WO1992010390A1 (en) A device in vehicles
NL8203382A (nl) Trekker.
US4641491A (en) Agricultural machine
NL8300732A (nl) Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden.
NL8203381A (nl) Trekker.
EP0290059B1 (en) An implement for displacing crop
NL8101017A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US5873228A (en) Shredder for plants
WO1991004902A3 (en) Vehicle
EP0110474A1 (en) Tractor or similar vehicle
EP0364002A2 (en) A tractor
US5186261A (en) On-land plow assembly with a plurality of adjustable plow units
US4119155A (en) Agricultural machine with folding rotatable sections

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed