NL8300732A - Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden. - Google Patents

Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden. Download PDF

Info

Publication number
NL8300732A
NL8300732A NL8300732A NL8300732A NL8300732A NL 8300732 A NL8300732 A NL 8300732A NL 8300732 A NL8300732 A NL 8300732A NL 8300732 A NL8300732 A NL 8300732A NL 8300732 A NL8300732 A NL 8300732A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tractor
tractor according
shaft
wheels
wheel
Prior art date
Application number
NL8300732A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Texas Industries Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Texas Industries Inc filed Critical Texas Industries Inc
Priority to NL8300732A priority Critical patent/NL8300732A/nl
Priority to FR8402848A priority patent/FR2541647B1/fr
Priority to DE19843406914 priority patent/DE3406914A1/de
Priority to IT19803/84A priority patent/IT1173382B/it
Priority to GB08405017A priority patent/GB2135641B/en
Priority to JP59035485A priority patent/JPS6018462A/ja
Publication of NL8300732A publication Critical patent/NL8300732A/nl
Priority to GB08616628A priority patent/GB2177663B/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/002Tractors characterised by being of the low ground pressure type
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/06Tractors adapted for multi-purpose use
    • B62D49/0621Tractors adapted for multi-purpose use comprising traction increasing arrangements, e.g. all-wheel traction devices, multiple-axle traction arrangements, auxiliary traction increasing devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D61/00Motor vehicles or trailers, characterised by the arrangement or number of wheels, not otherwise provided for, e.g. four wheels in diamond pattern
    • B62D61/10Motor vehicles or trailers, characterised by the arrangement or number of wheels, not otherwise provided for, e.g. four wheels in diamond pattern with more than four wheels

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Arrangement And Driving Of Transmission Devices (AREA)
  • Polishing Bodies And Polishing Tools (AREA)
  • Disintegrating Or Milling (AREA)
  • Glass Compositions (AREA)

Description

V V
Texas Industries Ine., Willemstad, Curasao.
"Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden"
De uitvinding heeft betrekking op een trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden, met een gestel, ten minste één aftakas en ten minste één hefinrichting.
5 Bestaande trekkers bezitten het nadeel dat geen aanpassingsmogelijkheden aanwezig zijn .om de trekker zowel bij werk in rijencultures als op het veld voor ploegen en eggen te gebruiken.
Teneinde in dit nadeel te voorzien omvat de 10 trekker volgens de uitvinding op ten minste één wielas ten minste één wiel met een smalle en één wiel met een brede luchtband.
Bederf van bodemstructuur in het wielspoor van de trekker is bij rijencultures van minder betekenis dan 15 bij het werken op het veld, waarbij het van groot belang is om de gronddruk van de trekkerwielen zo laag mogelijk te houden in verband met de latere platengroei. Door het afnemen van de wielen met brede luchtbanden kan de trekker, voorzien van wielen met smalle lucht banden met een smal 20 wielspoor in rijencultures worden gebruikt. Indien de trekker op veld wordt ingezet, kunnen de wielen met de brede luchtbanden aan die met de smalle luchtbanden worden toegevoegd, zodat een breed wielspoor met een groot aanrakingsoppervlak tussen de wielen en de grond ontstaan waarbij bewerkstelligd 25 wordt dat de gronddruk laag wordt gehouden. Tenminste voor de wielen met de brede luchtbanden kunnen lagedrukbanden worden toegepast waardoor aanzienlijke vergroting van het aanrakingsoppervlak van de trekker met de grond ontstaat.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand 30 van de volgende figuren:
Figuur 1 is een zijaanzicht van de trekker volgens de uitvinding.
Figuur 2 is een bovenaanzicht van de trekker volgens de figuur 1.
35 Figuur 3 is een vooraanzicht van de trekker vol gens de figuren 1 en 2.
• · « : 8300732 \ - 2 - * ψ
Figuur 4 is een bovenaanzicht van een deel van de trekker volgens de pijl V in figuur 1.
Figuur 5 is een vooraanzicht van de constructie volgens figuur 5 volgens de pijl V in figuur 4.
5 Figuur 6 is een weergave van een andere stand van de constructie volgens figuur 4.
De trekleer omvat een gestel 1, dat een centrale, holle kokervoimige gestelbalk 2 bezit waarvan de hartlijn in het verticale langssymmetrievlak 3 van de trekker is gelegen. 10 De zijkanten van de voorzijde van de gestelbalk 2 zijn star bevestigd aan twee symmetrisch ten opzichte van het vlak 3 gelegen, schuin opwaarts en voorwaarts gerichte platen 4, die evenwijdig aan het vlak 3 zijn gericht en die aan hun bovenzijden een vanaf deze platen voorwaarts uitstekende 15 gestelbalk 5 zijdelings star omsluiten. De lengte van de gestelbalk 5 bedraagt ongeveer 25 - 30$ van de gestelbalk 2 en is ongeveer horizontaal en evenwijdig aan de gestelbalk 2 opgesteld. De platen 4 en de gestelbalk 5 vormen aan de voorzijde van de trekker een verlenging van de gestelbalk 2 die 20 op grotere afstand boven de grond is gelegen dan deze balk 2 (zwanenhals).
Op realtief kleine afstand boven de bovenzijde van de gestelbalk 2 en nabij de achterzijden van de platen 4 is een aandrijfmotor 6 van de trekker op de gestelbalk 2 25 bevestigd. De motor 6 is bij voorkeur als dieselmotor uitgevoerd en bezit een vermogen van ongeveer 60 kW. De motor 6 is zodanig opgesteld dat de krukas van de motor ongeveer in het vlak 3 ligt. De krukas van de motor 6 treedt zowel aan de voorzijde van de motor als aan de achterzijde van de 30 motor uit.
Het aan de voorzijde van de motor uittredende einde van zijn krukas is voorzien van een poelie 7 cLLe door middel van een ketting of riem in aandrijvende verbinding staat met een erboven gelegen poelie 8 ter aandrijving van 35 een gerekend .ten opzichte van de rijrichting A vóór de motor 6 opgestelde ventilator van een radiateur 9. Het genoemde voorste einde van de krukas van de motor 6 is over een vóór de poelie 7 gelegen gedeelte voorzien van axiale spiebanen ..... 83 0 0 7 3 2 t * * - 3 - waarop een van twee universele koppelingen voorziene tussen-as 10 aangebracht is en waarvan het voorste einde gekoppeld is met een ingaande as van een tandwielkast 11· De tussenas 10 drijft een nabij de onderzijde van de tandwielkast 11 5 opgesteld tandwiel 12 aan, dat in aandrijvende verbinding is met een tweetal tandwielen 13 met dezelfde steekcirkel die aan weerszijden van het symmetrievlak 3 ea schuin boven het tandwiel 12 zijn opgesteld. De draaiingsassen van de beide tandwielen 13 steken aan de voorzijde door het voorvlak van 10 de tandwielas 11 uit en vormen aandrijfassen voor een tweetal naast elkaar en op symmetrische wijze ter weerszijden van het vlak 3 opgestelde hydraulische pompen 14 en 15. De pompen 14 en 15 zijn, gezien in het zijaanzicht volgens figuur 1, aan de voorzijde van de trekker en vóór een verticaal vlak 15 door de wielassen van nader te beschrijven voorwielen 16 opgesteld. De tandwielkast 11 steunt op de bovenzijde van de gestelbalk 5 af en de pompen 14 en 15 zijn op korte afstand boven de bovenzijde van deze gestelbalk 5 opgesteld.
Het aan de achterzijde van de aandrijf motor 6 tre-20 dende einde van zijn krukas is door middel van een van twee universele koppelingen voorziene tussenas 17 gekoppeld met een ingaande as van een versnellingsbak 18 die door middel van het huis van een legering 19 op de bovenzijde van de gestelbalk 2 afsteunt op een plaats die op een afstand van 25 ongeveer 25 - 35van de totale lengte van de gestelbalk 2 voor de achterzijde van deze gestelbalk is gelegen. De versnellingsbak 18 en de tussenas 17 zijn symmetrisch ten opzichte van het vlak 3 opgesteld. Tegen de achterzijde van de versnellingsbak 18 is een tandwielbak 20 bevestigd die een 30 aantal recht onder elkaar opgestelde met elkaar in aangrijping zijnde tandwielen omvat die, gerekend vanaf de uitgaande as van de versnellingsbak 18, in neerwaartse richting in diameter resp. steekcirkel toenemen. Het onderste tandwiel van de tandwielbak 20 heeft een achterwaarts uitstekende uitgaan-35 de as die door middel van een van twee universele koppelingen voorziene, telescopische tussenas 21 gekoppeld is met een aan de achterzijde van de trekker aangebrachte aftakas 22.
Een, gerekend ten opzichte van de rijrichting A
,8300732 * * 9 - 4 - in voorwaartse richting uitstekende uitgaande as van de tandwielbak 20 die eveneens met het onderste tandwiel correspondeert, is ondersteund in de legering 19 en in voorwaartse richting buiten het huis van dit leger verlengd en aangesloten 5 op van twee universele koppelingen voorziene tussenas 23, die evenals de aftakas 21 symmetrisch is opgesteld ten opzichte van het vlak 3· De aftakas 23 verloopt vanaf de legering 19 in voorwaartse richting tot een legering 24 nabij de achterzijde van de motor 6. De aftakas 23 is nabij de legering 24 10 gekoppeld met een door de legering 24 ondersteunde as 25, die nabij de voorzijde van de trekker wordt afgesteund en op een plaats die in zijaanzicht onder de pompen 14 en 15 is gelegen, in voorwaartse richting vrij uitsteekt en een voorste aftakas 26 vormt. De as 25, waarvan de hartlijn in het 15 vlak 3 is gelegen, loopt onder de onderzijde van de motor 6 en de bovenzijde van de gestelbalk 2 door en tevens tussen de beide platen 4· Tegen de voorzijde van de gestelbalk 5 is een ongeveer verticale loodrecht op het vlak 3 opgestelde plaat 27 vastgelast, die zich tot op afstand onder de onder-20 zijde van de gestelbalk 5 uitstrekt. De onderrand van de plaat 27 ligt ongeveer op een hoogte boven de grond die ongeveer overeenstemt met die van de hartlijn van de gestelbalk 2. Tegen de achterzijde van de plaat 27 is een holle kokervormige balk '28 vastgelast, waarvan de hartlijn loodrecht op 25 het symmetrievlak 3 is gericht en die als vooras dienst doet. Het verticale achtervlak van de balk 28 is nabij het vlak 3 in opwaartse richting verlengd in de vorm van een evenwijdig aan de plaat 27 opgestelde plaat 29. De as 25 is op kleine afstand boven het bovenvlak van de vooras 28 gelegen en wordt 30 door de platen 27 en 29 gelegerd.
In het achtereinde van de gestelbalk 2 is een drager 30 voor achterwielen 31 van de trekker verzwenkbaar gelegerd om een horizontale, in het symmetrievlak 3 gelegen zwenkas, die ongeveer samenvalt met de hartlijn van de ge-35 stelbalk 2. Daartoe is in het achterste gedeelte van de gestelbalk 2 (waarvan het achterste uiteinde in fig. 2 door het verwijzingscijfer 32 is aangegeven) een as 33 gelegerd, die op afstand buiten de achterzijde 32 uitsteekt. Om dit achterwaarts uitstekende einde van de as 33 is een busvormig 8300732 - 5 - . * orgaan 34 aangebracht, waarvan ds hartlijn met die van de as 33 samenvalt en die door middel van eindschotten op deze as 33 af steunt. Tegen de beide zijkanten van het busvozmig orgaan 34 zijn twee holle kokervormige balken 35 vastgelast, 5 die in de getekende stand en gezien in bovenaanzicht symmetrisch zijn opgesteld ten opzichte van het vlak 3 en zich vanaf de voorzijde van het busvormige orgaan 34 schuin buitenwaarts en achterwaarts uitstrekken. De beide balken 35 zijn ongeveer halverwege hun lengte onderling star verbonden door 10 middel van een in de getekende stand loodrecht op het symme-trievlak 3 gelegen holle balk 36» die samen met een deel van de balken 35 in bovenaanzicht een driehoeksconstructie vormt.
Op de bovenzijde van de balk 36 en in het midden van de lengte van deze balk is een leger 37 bevestigd ter legering van 15 de tussenas 21 en de aftakas 22.
Aan het buitenste en achterste uiteinde van elk der beide balken 35 is een busvormig orgaan 38 vastgelast v/aarvan de hartlijn in de getekende stand loodrecht op het vlak 3 is gericht. De hartlijnen van de beide organen 38 20 zijn in eikaars verlengde gelegen. Tegen de buitenzijde van elk der beide busvozmige organen 38 is een hydraulische motor 39 bevestigd, waarvan de uitgaande assen in eikaars verlengde zijn gelegen en loodrecht op het symmetrievlak 3 zijn gericht.
Elk der beide hydraulische motoren 39 worden omsloten door 25 een plaatvormig steunelement 40, dat zoals uit fig. 2 blijkt, de voim heeft van een afgeknotte kegel die zodanig is opgesteld dat het kleinste begrenzingsvlak aan de buitenzijde van de trekker is gelegen, terwijl de hartlijn van de kegelvorm samenvalt met die van de motoren 39 en de busvozmige 30 organen 38. Het grootste begrenzingsvlak van elk steunelement 40, dat naar het symmetrievlak 3 is gericht, is bevestigd aan de velg van een binnenste achterwiel 41, terwijl het aan de buitenzijde gelegen kleinste begrenzingsvlak van het steunelement 40 bevestigbaar is aan de velg van een buitenste 35 achterwiel 42. Elk steunelement 40 is star verbonden met de uitgaande as van de bijbehorende hydraulische motor 39. De beide motoren 39 van de achterwielen 31 zijn aandrijf baar door middel van een der pompen 14 of 15. Zowel de hydraulische 8300732 - 6 - » β pompen 14 en 15, als de hydrostatische motoren 39 kunnen zijn voorzien van middelen met behulp waarvan het verplaatste vloeistofvolume regelbaar is ter variatie van de omwentelings-snelheid van de uitgaande as van de motoren 39 en daarmede 5 de wielen 16, 31. Deze regeling van de vloeistofopbrengst van de motoren 39 en de pompen 14, 15 kan vanaf de bestuurdersplaats worden geregeld.
De diameter van alle wielen van de trekker bedraagt ongeveer 125 cm.
10 Zoals uit fig. 2 blijkt zijn de binnenste wielen 41 smaller uitgevoerd dan de buitenste wielen 42. Zowel de wielen 41 als de wielen 42 zijn voorzien van luchtbanden.
De breedte van de .luchtband van een binnenste achterwiel 41 bedraagt ongeveer 35 & 40 cm, de breedte van de luchtband 15 van een buitenste achterwiel 42 bedraagt ongeveer 50 cm. De binnenste achterwielen 41 worden bij voorkeur voorzien van hoge-drukbanden, terwijl de buitenste achterwielen 42 zijn uitgerust met lagedrukbanden die het voordeel bezitten dat hun aanrakingsoppervlak met de grond relatief groot is.
20 De spoorbreedte van de beide smalle binnenste achterwielen 41 is ongeveer 150 cm. De totale bandbreedte van een stel achterwielen 31 bedraagt derhalve ongeveer 90 cm.
Zoals nader zal blijken zijn de voorwielen 16 op analoge wijze uitgevoerd als achterwielen 31 en lopen in het-25 zelfde wielspoor. Dit betekent dat de trekker in totaal met een bandbreedte van vier maal 90 is 360 cm op de grond staat. Voor de bruikbaarheid van de trekker wordt een totale bandbreedte van ten minste ongeveer 320 cm noodzakelijk geacht.
De totale bandbreedte van de gehele trekker, die in dit uit-30 voeringsvoorbeeld zoals genoemd ongeveer 360 cm bedraagt, is derhalve groter dan de totale transportbreedte van de trekker die ongeveer 300 cm bedraagt.
Aan weerszijden van het symmetrievlak 3 en op korte afstand van dit vlak zijn op symmetrische wijze verti-35 caal gerichte steunplaten 43 °P de bovenzijden van de balken 35 en 36 vastgelast, die zich vanaf deze balken opwaarts en achterwaarts uitstrekken. De steunplaten 43 vormen een legering voor een bovenste arm 44 van een achterste driepuntshef-inrichting 45. Op symmetrische wijze ten opzichte van het 8300732 ^ φ - 7 - vlak 3 sign aan de achterzijde van de balk 36 oren 46 bevestigd die in eikaars verlengde gelegen zwenkassen dragen waarom onderste hefarmen 47 van de driepuntshefinrichting 45 verzwenkbaar zijn. De steunplaten 43 ondersteunen tevens 5 een evenwijdig aan de balk 36 gelegen bus 48 die symmetrisch is opgesteld ten opzichte van de steunplaten 43 en aan de buitenzijden van dit paar steunplaten uitsteekt. De lengte van de bus 48 komt ongeveer overeen met de afstand tussen de achtereinden van de onderste hefarmen 47. De bus 48 draagt 10 aan weerszijden een as waarom een achterwaarts gerichte arm 49 verswenkbaar is die vanaf de*bus 48 achterwaarts is gericht. Sik der beide armen 49 zijn nabij hun achterzijden voorzien van een zwenkas waarom een hefarm 50 verzwenkbaar is, waarvan het onderste uiteinde verzwenkbaar verbonden is met 15 de aan dezelfde zijde gelegen hefarm 47. Op een plaats tussen de uiteinden van elk der beide armen 49 in is op verzwenkbare wijze de zuigerstang van een hydraulische cylinder 51 bevestigd, waarvan het andere einde zwenkbaar is gelegerd in oren 52 die tegen de achterzijde van de balk 36 zijn bevestigd.
20 De driepuntshefinrichting 45 omvat derhalve voor elke onderste hefarm 47 een afzonderlijke hydraulische cylinder die vanaf de bestuurdersplaats bedienbaar is en die door ver-zwenking van de arm 49 om zijn legering in de steunplaten 43 door middel van de bijbehorende aim 50 de bijbehorende onder-25 ste hefarm 47 van de hef inrichting kan ver zwenk en. De beide hydraulische cylinders 51 zijn. bij voorkeur dubbelwerkend uitgevoerd, zodat elke onderste hefarm 47 met kracht zowel opwaarts als neerwaarts kan worden bewogen.
Zoals uit het bovenaanzicht volgens fig. 2 blijkt, 30 is aan één zijde van het symmetrievlak 3 en tevens aan één zijde van de gestelbalk 2 op een plaats achter de aandrijf-motor 6 een brandstoftank 53 aangebracht, die met behulp van niet-getekende steunen op de gestelbalk 2 af steunt. Aan de andere zijde van de gestelbalk 2 is een tank 54 voor hydrau-35 lische vloeistof aangebracht. De beide vloeistofhouders 53 en 54 strekken zich tot ongeveer de onderzijde van de gestelbalk 2 uit. De bodemvrijheid tussen de onderzijde van de gestelbalk 2 en de grond bedraagt ongeveer 60 cm.
De constructie van de ophanging en besturing van 83 00 73 2 - 8 - de beide paren voorwielen 16 is in de figuren 4-6 weergegeven. Aan beide uiteinden van de balkvormige vooras 28 is een zwenkas 55 bevestigd, die als wielfusee dienst doet. De fusee-as 55 is opwaarts gericht en kan, gerekend in opwaartse rich-5 ting, enigszins schuin achterwaarts gericht zijn. Door middel van een gaffelvormig bevestigingsstuk 56 dat om de zwenkas 55 heen grijpt is een busvormig orgaan 38 verzwenkbaar om de fuseeas 55 aangebracht. Tegen de buitenzijde van het busvor-mige orgaan 38 is een hydrostatische motor 39 star aan het 10 busvormige orgaan 38 bevestigd. De uitgaande as van de motor 39 is bevestigd aan een steunelement 40 dat weer is gevormd uit een plaatvomige afgeknotte kegel die aan zijn buitenste vlak een voorwiel 57 en aan zijn binnenste begrenzingsvlak een binnenste voorwiel 58 draagt. De afmetingen van de voor-15 wielen 57 en 58, de aard van de luchtbanden alsmede de onderlinge opstelling van de voorwielen 57 en 58 aan weerszijden van het symmetrie vlak 3 zijn geheel analoog aan die van de achterwielen 41 en 42. De buitenste voorwielen 57 zijn derhalve in hetzelfde wielspoor als de buitenste achterwielen 42 20 en de binnenste, smalle voorwielen 58 zijn in hetzelfde wielspoor als de binnenste achterwielen 41 gelegen. In het geval van de voorwielen zijn de busvormige organen 38 aan hun voorzijden voorzien van horizontaal gerichte steunen 59, die in de voor rechtuit rijden geschikte stand van de voorwielen 25 schuin voorwaarts en binnenwaarts zijn gericht.
Aan het van het busvormige orgaan 38 afgekeerde einde van elke steun 59 is een opwaarts gerichte, evenwijdig aan de fuseeas 55 gelegen zwenkas 60 aangebracht waarom een tweearmige hefboom 61 verzwenkbaar is. In de in fig. 4 gete-30 kende stand van de voorwielen 16 is een arm van een hefboom 61 vanaf de zwenkas 60 binnenwaarts en schuin achterwaarts gericht, terwijl de andere arm, gerekend ten opzichte van de rijrichting A, voorwaarts en in geringe mate binnenwaarts is gericht. De achterwaarts en binnenwaarts gerichte arm van de 35 hefboom 61 is star verbonden met een stang 62 die aan zijn andere einde om een evenwijdig aan de zwenkas 60 gelegen zwenkas 62A schamierbaar is verbonden met een ongeveer horizontaal opgestelde stuurplaat 63. De stuurplaat 63 is ia in fig. 4 getekende stand van de voorwielen 16 symmetrisch 8300732 4 * * - 9 - opgesteld ten opzichte van het vlak 3 en heeft in bovenaanzicht de vorm van een gelijkbenige driehoek waarvan de top, gerekend ten opzichte van de rijrichting A en gezien in zijaanzicht, vóór de zwenkas 60 is gelegen. Nabij deze top van de 5 driehoekige stuurplaat 63 is deze plaat om een evenwijdig aan de zwenkas 60 gelegen zwenkas 64 verzwenkbaar bevestigd aan het voorste vrije uiteinde van een ongeveer horizontale steuaplaat 65, waarvan de achterrand star aan de plaat 27 is bevestigd. Tussen de op afstand onder plaat 65 gelegen stuur-10 plaat 63 an de steunplaat 65 is aan de ten opzichte van de steunplaat 65 verzwehkbare zwenkas 64 een tweede stuurplaat 66 bevestigd, die eveneens de vorm heeft van een gelijkbenige driehoek en die zich vanaf de zwenkas 64, evenals de stuurplaat 63, in achterwaartse richting uitstrekt. Zoals uit 15 fig. 6 blijkt is de stuurplaat 66 gelijkvormig met de stuurplaat 63, echter de lengte van de gelijkbenige zijden bedraagt ongeveer de helft van die van de stuurplaat 63. De stuurplaten 63 en 66 vormen een koppel orgaan voor de aan weerszijden van het vlak 3 gelegen delen van het besturings-20 mechanisme van de voorwielen. Nabij elk van de op afstand van de nabij de zwenkas 64 gelegen top van de stuurplaat 66 &f gelegen hoekpunten zijn zwenkassen 67 aangebracht die evenwijdig aan de zwenkas 60 zijn gericht. Om elk der zwenkassen 67 is het uiteinde van een hydraulische cylinder 68 ver-25 zwenk baar bevestigd. Het uiteinde van de zuigerstang van de cylinder 68 is door middel van een zwenkas 691 die eveneens evenwijdig aan de zwenkas 60 is gelegen, verzwenkbaar verbonden met de in voorwaartse richting uitstekende arm van de hefboom 61. Zoals uit fig. 4 blijkt, is de aan de hand van 30 deze figuur beschreven constructie in de voor het rechtuit rijden geschikte stand van de voorwielen 16 geheel symme- . trisch uitgevoerd ten opzichte van het verticale langssymme-trievlak 3 van de trekker.
De besturing van de voorwielen 16 vindt plaats 35 doordat aan één der dubbelwerkende hydraulische cylinders 68 hydraulische vloeistof wordt toegevoerd zodat de zuigerstang uittreedt terwijl de zuigerstang van de andere hydraulische cylinder niet wordt bekrachtigd en hydraulisch geblokkeerd 8300732 \ - 10 - wordt. In een eenmaal ingestelde vaste stand van de voorwielen is ten minste één der cylindezs 68 hydraulisch geblokkeerd. Een dergelijke stand waarbij de aan beide zijden van de trekker gelegen voorwielen 16 om de bijbehorende fusee-5 assen 55 zijn verzwenkt is in fig. 6 weergegeven. Tengevolge van de verlengiig van een der hydraulische cylinders 68 worden de ten opzichte van elkaar gefixeerde stuurplaten 63 en 66 dwingend verzwenkt naar.de zijde waar zich ook de verlengde hydraulische cylinder 68 bevindt. Ten gevolge van de vaste 10 lengte van de stang 62 verzwenkt de steun 59 in buitenwaartse richting (linkerzijde in fig. 6). De eenheid bestaande uit het buisvormige orgaan 38, de hydraulische motor 39» het steunelement 40 en de bijbehorende voorwielen 16 is vanuit de in fig. 4 getekende voor rechtuit rijden geschikte stand over 15 een maximale hoek van ten minste ongeveer 75° in de ene richting en ten minste ongeveer 60° in de andere richting verzwenkbaar, zodat de totale zwenkhoek van een voorwiel groter is dan 90°, bij de dimensionering in dit uitvoerings-' voorbeeld ten minste ongeveer 135°· De vierhoek-constructie 20 tussen de zwenkassen 55» 60, 62A. en 64 wordt in elke stand van de voorwielen ten opzichte van de vooras 28 in zijn stand vastgelegd door de lengte van de cylinder 68 die in een gekozen uitslagstand hydraulisch kan worden geblokkeerd.
Het vastleggen van de vorm van de genoemde vierhoek-construc-25 tie met behulp van de lengte van de cylinder 68 geschiedt dus onder invloed van de driehoek-constructie 69» 62A.,. 67» daarbij in aanmerking nemende dat de plaats van de zwenkas 64 ten opzichte van de vooras 28 is gefixeerd.
Met behulp van dit besturingsmechanisme voor de 30 voorwielen 16 kunnen derhalve zeer grote stuuruitslagen worden bewerkstelligd, waarbij toch kan worden bereikt dat de verlengden van de aan beide zijden van de trekker gelegen wielassen elkaar steeds ongeveer snijden op het verlengde van de wielassen van de achterwielen 31. Tengevolge van 35 deze constructie is de trekker zeer wendbaar hetgeen vooral van belang is aan de einden van een te bewerken veld of rijencultuur zodat aan de veldeinden een zeer kleine ruimte nodig is voor het uitvoeren van bochten waardoor een groter 8300732 % * * - 11 - deel van het beschikbare oppervlak voor landbouwkundige doeleinden kan worden benut.
Tegen de voorzijde van de platen 27 en op de bovenzijde van de plaat 65 zijn symmetrisch ten opzichte van het 5 vlak 3 gelegen, in voorwaartse richting uitstekende verticale platen 70 gelast die dienen ter bevestiging van een voorste driepuntshef inrichting 71· De beide onderste hef amen 72 van de herinrichting 71 zijn gezamenlijk om een loodrecht op het vlak 3 gerichte zwehkas 73 verzwenkbaar die, gezien in het 10 zijaanzicht volgens fig. 1, vó6r de vooras 28 ongeveer ter hoogte van de wielas van de voorwielen en ongeveer halverwege de straal van de voorwielen is gelegen. Vanaf de zwehkas 73 strekken de onderling star verbonden onderste hef amen 73 zich, gerekend ten opzichte van de rijrichting A, op symme-15 trische wijze aan weerszijden van het vlak 3 schuin voorwaarts en buitenwaarts uit. De beide onderste hefarmen 72 zijn nabij de zwehkas 73 star aan elkaar bevestigd. Gezien in het bovenaanzicht volgens fig. 2 bezitten de onderste hefarmen 72 een V-vom. Aan de naar de trekker toegekeerde zij-20 den vormen de amen 72 een nagenoeg puntig uiteinde waarin de zwehkas 73 is gelegen. Ongeveer halverwege de lengten van de amen 72 zijn deze amen onderling star verbonden door middel van een loodrecht op het vlak 3 gerichte buis 74. De amen 72 zijn eveneens in de vorm van buizen uitge-25 voerd. Ongeveer halverwege tussen het symmetrievlak 3 en elk der bevestigingsplaatsen van de buis 73 aan een am 72 zijn op de bovenzijde van de buis 73 bevestigingspunten aangebracht in de vom van de loodrecht op het vlak 3 gelegen en in eikaars verlengde liggende zwenkassen 75 waarom de uiteinden 30 van de zuigerstangen van hydraulische hefcylinders 76 ver-zwenkbaar zijn. De beide hydraulische hefcylinders 76 liggen op symmetrische wijze aan weerszijden van het vlak 3· De andere einden van de hydraulische hefcylinders zijn door middel van zwenkassen 77, die eveneens loodrecht op het sym-35 metrievlak 3 zijn gericht en in eikaars verlengde liggen, bevestigd aan de bovenzijden van de steunplaten 70. Aan de voor- en bovenzijden van de platen 70 is door middel van een evenwijdig aan de zwenkassen 77 gelegen zwenkas 78 een top-stang 79 van de driepuntshef inrichting 71 verzwenkbaar be- 8300732 - 12 - vestigd. De onderste hefarmen 72 en de topstang 79 zijn aan Iran vrije uiteindenvoorzien van naar boven geopende resp. naar onderen geopende haakvoimige koppelpunten voor het aankoppelen van machines die op analoge wijze bij de achter-5 ste hef inrichting 45 zijn toegepast. Deze haakvormige koppelpunten zijn gevormd uit verticaal opgerichte staalplaten die evenwijdig aan de rijrichting A zijn opgesteld en tegen de uiteinden van de buisvormige armen 72 zijn gelast.
Het totale gewicht van de trekker bedraagt 10 ongeveer 2500 kg, terwijl in de koppelpunten een hefvermogen aanwezig is van ongeveer 4000 kg per hef inrichting, bij een totale lengte van de trekker van ongeveer 540 cm.
De bestuurderszitplaats is ondergebracht in een cabine 80, die zich - gezien in het zijaanzicht volgens 15 fig. 1 - uitstrekt vanaf het gebied boven het voorste gedeelte van de achterwielen tot aan ongeveer de achterzijden van de voorwielen. De motor 6, die tussen de wielassen van de voor- en achterwielen is gelegen, steekt gedeeltelijk in de cabine 80 uit evenals de van een aan een zijkant aangebrachte 20 bedieningshandle voorziene versnellingsbak 18. Vanuit de cabine zijn alle bedieningsorganen in te stellen die betrekking hebben op de voortstuwing, de besturing, aftakassen en hef inri cht ingen.
Tijdens bedrijf drijft de aandrijfmotor 6 via de 25 tussenas 17 en de tandwielen 12 en 13 de hydraulische pompen 14 en 15 aan, die door middel van niet-getekende hydraulische verbindingen gekoppeld zijn met de vier hydralische motoren 39 van de voor- en achterwielen. De opbrengst van de hoeveelheid hydraulische vloeistof van de pompen en de motoren zijn 30 vanuit de cabine regelbaar. Via de tussenas 17 wordt door de motor 6 de versnellingsbak 18 aangedreven die via de in de tandwielbak 20 aangebrachte tandwieistelsels in achterwaartse richting de tussenas 21 aandrijft en in voorwaartse richting de tussenas 23. De tussenas 21, die telescopisch is uitge-35 voerd, drijft de achterste aftakas 22 aan. De tussenas 23 drijft de as 25 en daarmede de voorste aftakas 26 aan. Door · middel van de van een bedieningshefboom voorziene versnellingsbak 18 kan de bestuurder vanaf zijn zitplaats de overbrengings- 8300732 - 13 - verhouding tussen de tussenas 17 en de aftakassen 21, 23 regelen. Deze versnellingsbak 18 die kan zijn uitgevoerd analoog aan een eenvoudige handbediende versnellingsbak van een automobiel, bewerkstelligt het instellen van 5 toerentallen wl de aftakassen 22 en 26 van 1000, 770, 540 en 450 omw/min., zodat een groot aantal variatiemogelijkheden aanwezig is tussen de omwentelingssnelheid van een der aftakassen en de voortbewegingssnelheid van de trekker, welke laatste continu variabel is.
10 Be trekker is zodanig uitgevoerd dat alle trekker- wielen op oneffen grond hun onder die omstandigheden maximale bodemkracht bezitten. Hiertoe zijn de aan weerszijden van de trekker gelegen achterwielen 31 die aangebracht zijn aan de tot het achterste deel van het gestel behorende 15 balken 35, gezamenlijk verzwenkbaar om de horizontale, zich in de rijrichting A uitstrekkende zwenkas 33* die aan zijn voorzijde is bevestigd aan het voorste deel van het gestel en met name aan de gestelbalk 2.
ïengevolge van de afzonderlijke bediening van 20 de onderste hefarmen 47 van de achterste hefinrichting 45 door middel van een bijbehorende hydraulische cylinder 51 kan niet alleen een grote hefkracht worden bereikt maar is het tevens mogelijk om vanuit de bestuurdercabine 80 de hoogte van een der hefarmen 47 ten opzichte van de andere hef-25 arm 47 nauwkeurig in te stellen bijvoorbeeld de horizontale instelling van een kunstmeststrooier indien de trekker op licht hellend terrein rijdt. Haar aanleiding van de relatief grote hefkracht van de onderste hefarmen 72 van de voorste hefinrichting 71 zijn eveneens twee hydraulische cylinders 30 76 aangebracht, zodat de hefkracht aan weerszijden van het symmetrievlak 3 op de overige constructie wordt overgebracht.
Be ligging van de aandrijfmotor 6 nabij de voorwielen 16 alsmede de opstelling van de hydraulische pompen 14 en 15 boven de vooras 28 en daarvoor, bewerkstelligen een 35 voorlijke ligging van het zwaartepunt van de trekker zodat, indien alleen de achterste inrichting 45 door een werktuig belast is (hetgeen het meest zal voorkomen) de voorwielen een voldoende steunkracht op de grond uitoefenen om het aandrijf-koppel op de grond te kunnen overdragen, 8300732 - 14 -
De buitenste wielen 42 en 57 van de achter- resp. voorwielen zijn afneembaar aan de steunelementen 40 bevestigd. Indien deze buitenste wielen zijn afgenomen rust de trekker uitsluitend op de vier binnenste wielen 41 resp. 58, die van 5 hogedrukbanden zijn voorzien. In dit geval is de trekker aanmerkelijk smaller en de relatief smalle wielen 41, 58 veroorloven het werken met de trekker in rijenculturen. Indien met de trekker werkzaamheden op het veld moeten worden uitgevoerd zoals bijvoorbeeld eggen, worden de buitenste wielen 10 42 en 57 aangebracht, zodat de trekker op elk hoekpunt steunt op een totale bandbreedte van ongeveer 90 cm, zodat de totale bandbreedte van de trekker ongeveer 380 cm bedraagt hetgeen groter is dan de transportbreedte van de trekker.
Daar de buitenste wielen 42, 57 van lagedrukbanden zijn voor-15 zien is het aanrakingsoppervlak tussen deze banden en de grond relatief groot, zodat een geringe gronddruk ontstaat die bederf van de bodemstructuur verhindert. In dit geval kan de luchtdruk in de banden van de wielen 41 en 58 enigszins worden verlaagd zodat ook deze banden een groot aan-20 rakingsoppervlak op de grond bezitten.
De uitvinding is niet beperkt tot hetgeen hiervoor is beschreven, maar heeft ook betrekking op de inhoud van de conclusies en de.details van de tekeningen.
- Conclusies - 8 3 0 0 7 3 2

Claims (46)

1. Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden, met een gestel, ten minste één aftakas en ten minste één hefinrichting, met het kenmerk, dat de trekker op ten minste één wielas ten minste 5 één mei met een smalle lucht band en één wiel met een brede luchtband omvat.
2. Trekker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de combinatie van een smalle en een brede lucht band aan beide zijden van de trekker is aangebracht. Ί0
3· Trekker volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de combinatie van een smalle en een brede luchtband zowel op een vooras als op een achteras is aangebracht.
4. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het wiel met de smalle lucht band aan 15 de naar het synmetrievlak van de -trekker gekeerde zijde van het wiel met de brede luchtband is aangebracht.
5. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de brede luchtband een lagedrukband is.
6. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de smalle luchtband een hogedrukband is.
7. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spoorbreedte van twee aan weerszijden van de trekker opgestelde smalle wielen ongeveer 150 cm is.·
8. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de totale bandbreedte van de twee wiel-assen van de trekker groter is dan de transportbreedte van de trekker.
9. Trekker volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de totale bandbreedte viermaal ongeveer 90 cm bedraagt.
10. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de totale bandbreedte meer dan ongeveer 320 cm bedraagt.
11, Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de diameter van de wielen ongeveer 125 cm 35 bedraagt.
12. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker acht banden met ongeveer gelijke diameter bezit. 8300732 V * - 16
- 13« Trekker volgens een der conclusies 2-12, met het kenmerk, dat de combinatie als geheel bestuurbaar is uitgevoerd,
14. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat de trekker een vooras omvat met twee om ongeveer 90° om twee fuseeassen verdraaibare wielen die door hydraulische motoren aandrijfbaar zijn,
15« Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder een trekker .voor landbouwdoeleinden, met een gestel, ten 10 minste één aftakas en ten minste één hefinrichting, met het kenmerk,dat de spoorbreedte van twee aan weerszijden van de trekker opgestelde smalle wielen ongeveer 150 cm is,
16. Trekker volgens conclusie 14 of 15, met het ken merk, dat een bestuurbaar wiel met behulp van een vierhoek-15 scharnierconstructie en een daaraan gekoppeld driehoek-schar-nierconstructie verdraaibaar is,
17« Trekker volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de lengte van een der zijden van de driehoek-constructie wi j zigbaar i s.
18. Trekker volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat een der zijden van de driehoek-constructie door een vanuit de bestuurderszitplaats bedienbare hydraulische cylinder wordt gevormd.
19« Trekker volgens een der conclusies 16 - 18, met 25 het kenmerk, dat de vierhoek- en driehoek-constructies van twee bestuurbare wielen door een ten opzichte van de vooras verzwenkbaar gelegerd koppelorgaan onderling zijn gekoppeld.
20. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één wiel door een hydralische 30 motor aandrijfbaar is, die aan een buisvormig orgaan is bevestigd.
21. Trekker volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het buisvormig orgaan van een bestuurbaar wiel om een fuseeas verzwenkbaar is bevestigd.
22. Trekker volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat aan het vooreinde van de trekleer ten minste één hydraulische pomp voor de aandrijving van wielen is aangebracht .
23· Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder 8300732 ' ; v - 17 - een trekker voor landbouwdoeleinden, met een gestel, ten minste één aftakas en ten minste één befinrichting, met het kenmerk, dat aan het vo ore inde van de trekker ten minste één hydraulische pomp voor de aandrijving van wielen is aange-5 bracht.
24. Trekker volgens conclusie 22 of 23, met het kenmerk, dat twee hydraulische pompen ongeveer boven de vooras zijn aangebracht.
25. Trekker volgens conclusie 24, met het kenmerk, 10 dat de pompen naast elkaar zijn opgesteld en via een tand- Yfieloverbrenging aandrijf baar zijn.
26. Trekker volgens een der conclusies 24 of 25, met het kenmerk, dat de pompen vier hydraulische wielmotoren aan--drijven.
27. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met · het kenmerk, dat aan de voorzijde van de trekker een aftakas is aangebracht, die met meer dan één toerental aandrijfbaar is.
28. Trekker of dergelijk voertuig, in het bijzonder 20 een trekker voor landbouwdoeleinden, met een gestel, ten minste één aftakas en ten minste één hefinrichting, met het kenmerk, dat aan de voorzijde van de trekker een aftakas is aangebracht, die met meer dan één toerental aandrijfbaar is. 2p
29. Trekker volgens conclusie 27 of 28, met het ken merk, dat de aftakas via een vanaf de bestuurderszitplaats bedienbare versnellingsbak aandrijfbaar is.
30. Trekker volgens een der conclusies 27 - 29, met het kenmerk, dat de aftakas met 1000, 770, 540 of 450 omwen- 30 telingen per minuut aandrijfbaar is.
31. Trekker volgens conclusie 29 of 30, met het kenmerk dat vanaf de versnellingsbak tevens een zich aan de achterzijde van de trekker opgestelde aftakas aandrijfbaar is.
32. Trekker volgens een der conclusies 29 - 31» met het kenmerk, dat de aandrijving van een aftakas een tussen de versnellingsbak en de aftakas geschakelde tandwieloverbrenging omvat.
33. Trekker volgens een der conclusies 29 - 32, met 8300732 ................-18 -...... het kenmerk, dat de aandrijving van een af takas een tussen de versnellingsbak en de aftakas geschakelde van universele koppelingen voorziene tussenas omvat.
34. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat het trekkergestel een centrale gestel-balk bezit, die in de richting van de voorzijde van de trekker opwaarts en vervolgens voorwaarts wordt voortgezet.
35. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij de achterzijde het gestel een verzwenk- 10 baar deel omvat, dat om een horizontale in de rijrichting gelegen as verzwenkbaar ten opzichte van een voorste ge-steldeel is.
36. Trekker volgens conclusie 35, met het kenmerk, dat het verzwenkbare deel achterwielen draagt.
37. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bodemvrijheid van het gestel ongeveer 60 cm bedraagt,
38. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gewicht van de trekker ongeveer 20 2500 kg bedraagt.
39· Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de trekker zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde een hefinrichting bezit,
40. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat het vermogen van de aandrijfmotor ongeveer 60 kW bedraagt.
41. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengte van de trekker ongeveer 540 cm bedraagt.
42. Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het hefvermogen in aankoppelpunten voor het aankoppelen van werktuigen ongeveer 4000 kg bedraagt.
43* Trekker volgens conclusie 42, met het kenmerk, dat aan elke onderste hefarm van een hefinrichting een afzonder-35 lijke hydraulische hefcylinder is toegevoegd.
44. · Trekker volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een hefinrichting twee star met elkaar verbonden hefaimen omvat.
45. Trekker volgens conclusie 44* met het kenmerk, 83Ö 0 7 3 2 * —. * V - 19 - dat de hefarmen in V-vorm zijn opgesteld.
46. Trekker volgens conclusie 45* met het kenmerk, dat gerekend in de richting van de vrije uiteinden van de hefarmen, de hefarmen onderling divergerend zijn opgesteld. —O—O—O—0—0— 8300732
NL8300732A 1983-02-28 1983-02-28 Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden. NL8300732A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300732A NL8300732A (nl) 1983-02-28 1983-02-28 Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden.
FR8402848A FR2541647B1 (fr) 1983-02-28 1984-02-24 Tracteur, en particulier tracteur agricole
DE19843406914 DE3406914A1 (de) 1983-02-28 1984-02-25 Schlepper oder aehnliches nutzfahrzeug
IT19803/84A IT1173382B (it) 1983-02-28 1984-02-27 Autoveicolo tipo trattore con ruote interne ed esterne sullo stesso asse munite di pneumatici di larghezza diversa
GB08405017A GB2135641B (en) 1983-02-28 1984-02-27 Motor vehicles such as tractors
JP59035485A JPS6018462A (ja) 1983-02-28 1984-02-28 トラクタ等の車両
GB08616628A GB2177663B (en) 1983-02-28 1986-07-08 Motor vehicles such as tractors

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300732A NL8300732A (nl) 1983-02-28 1983-02-28 Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden.
NL8300732 1983-02-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300732A true NL8300732A (nl) 1984-09-17

Family

ID=19841485

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300732A NL8300732A (nl) 1983-02-28 1983-02-28 Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden.

Country Status (6)

Country Link
JP (1) JPS6018462A (nl)
DE (1) DE3406914A1 (nl)
FR (1) FR2541647B1 (nl)
GB (2) GB2135641B (nl)
IT (1) IT1173382B (nl)
NL (1) NL8300732A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1287147C (en) * 1985-10-24 1991-07-30 Hiromu Fujimoto Tractor equipped with working implements
DE3925278A1 (de) * 1989-07-31 1991-02-07 Tigges Gmbh & Co Kg Geb Walzengeraet zur befestigung an fahrzeugen
US6889557B2 (en) 2002-02-11 2005-05-10 Bechtel Bwxt Idaho, Llc Network and topology for identifying, locating and quantifying physical phenomena, systems and methods for employing same
WO2004005048A1 (en) * 2002-07-08 2004-01-15 John Maltzahn All-terrain vehicle
CA2531998C (fr) * 2003-07-17 2013-06-25 Michelin Recherche Et Technique S.A. Vehicule lourd
FR2857649A1 (fr) 2003-07-17 2005-01-21 Michelin Soc Tech Vehicule lourd
FR2857648A1 (fr) * 2003-07-17 2005-01-21 Michelin Soc Tech Vehicule lourd
WO2005016730A1 (fr) * 2003-07-17 2005-02-24 Societe De Technologie Michelin Vehicule lourd
FR2862920B1 (fr) * 2003-12-02 2006-02-03 Michelin Soc Tech Vehicule lourd
JP5352463B2 (ja) 2007-09-11 2013-11-27 光治 深代 牧草の収穫作業用補助器具

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB865099A (en) * 1957-07-25 1961-04-12 John William Shaw Safety means to eliminate overturning of tractors and like power motivated vehicles
US3328088A (en) * 1965-09-08 1967-06-27 Glenn M Olson Dual attachment
CA906893A (en) * 1970-04-01 1972-08-08 A. Watson Thomas Traction devices
US3890010A (en) * 1973-04-12 1975-06-17 Flotation Trailer Trac Inc Flotation/tire/assembly
CH564435A5 (en) * 1973-07-24 1975-07-31 Bolliger Rene M Adaptable wheel for differing road conditions - has two tyes of different design or special double tyre on wheel rim
FR2299204A1 (fr) * 1975-01-30 1976-08-27 Lely Nv C Van Der Tracteur
GB1541082A (en) * 1975-01-30 1979-02-21 Lely Nv C Van Der Tractors
NL7508091A (nl) * 1975-07-08 1977-01-11 Lely Nv C Van Der Trekker.
EP0021649A3 (en) * 1979-06-08 1981-04-01 Hestair Farm Equipment Limited Wheel mounting apparatus

Also Published As

Publication number Publication date
GB2135641A (en) 1984-09-05
DE3406914A1 (de) 1984-08-30
FR2541647B1 (fr) 1988-07-22
GB2135641B (en) 1987-10-21
FR2541647A1 (fr) 1984-08-31
JPS6018462A (ja) 1985-01-30
GB8616628D0 (en) 1986-08-13
GB2177663B (en) 1987-10-14
GB2177663A (en) 1987-01-28
IT1173382B (it) 1987-06-24
IT8419803A0 (it) 1984-02-27
GB8405017D0 (en) 1984-04-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8300453A (nl) Trekker of dergelijk voertuig.
US4363374A (en) Tractor
US2796140A (en) Powered tractor with front and rear wheel steering controls
GB2132461A (en) Mower attachment draft linkage
US2524083A (en) Tractor and means for detachably mounting agricultural implements thereon
NL8300732A (nl) Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden.
US4585084A (en) Agricultural tractor
US4648472A (en) Tractor for agricultural purposes
US3233682A (en) Weight transfer implement hitch
US4348856A (en) Tractor mounted cotton harvester
US4444270A (en) Soil cultivating implements
GB2128150A (en) Agricultural tractor
NL8500758A (nl) Trekker.
US3658136A (en) Row crop thinning implement
US3514960A (en) Method of,and means for reducing the tractive effort on an agricultural tool
US2067158A (en) Power gang lawn mower
US5964078A (en) Multiple implement tow bar assembly
US3576227A (en) Attachment device for an agricultural machine
NL8203381A (nl) Trekker.
NL8303181A (nl) Trekker voorzien van een hefinrichting.
NL8203655A (nl) Trekker, in het bijzonder een trekker voor landbouwdoeleinden.
US3442526A (en) Tractor mower
NL8203382A (nl) Trekker.
NL8403484A (nl) Trekker.
NL8300454A (nl) Trekker of dergelijk voertuig.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed