NL8203292A - Am-stereofonie-ontvanger en loodssignaal-detector voor verscheidene systemen. - Google Patents

Am-stereofonie-ontvanger en loodssignaal-detector voor verscheidene systemen. Download PDF

Info

Publication number
NL8203292A
NL8203292A NL8203292A NL8203292A NL8203292A NL 8203292 A NL8203292 A NL 8203292A NL 8203292 A NL8203292 A NL 8203292A NL 8203292 A NL8203292 A NL 8203292A NL 8203292 A NL8203292 A NL 8203292A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
signals
frequency
stereophony
output
Prior art date
Application number
NL8203292A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191044B (nl
NL191044C (nl
Original Assignee
Kahn Leonard R
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kahn Leonard R filed Critical Kahn Leonard R
Publication of NL8203292A publication Critical patent/NL8203292A/nl
Publication of NL191044B publication Critical patent/NL191044B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191044C publication Critical patent/NL191044C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04HBROADCAST COMMUNICATION
    • H04H20/00Arrangements for broadcast or for distribution combined with broadcast
    • H04H20/44Arrangements characterised by circuits or components specially adapted for broadcast
    • H04H20/46Arrangements characterised by circuits or components specially adapted for broadcast specially adapted for broadcast systems covered by groups H04H20/53-H04H20/95
    • H04H20/47Arrangements characterised by circuits or components specially adapted for broadcast specially adapted for broadcast systems covered by groups H04H20/53-H04H20/95 specially adapted for stereophonic broadcast systems
    • H04H20/49Arrangements characterised by circuits or components specially adapted for broadcast specially adapted for broadcast systems covered by groups H04H20/53-H04H20/95 specially adapted for stereophonic broadcast systems for AM stereophonic broadcast systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Stereo-Broadcasting Methods (AREA)
  • Circuits Of Receivers In General (AREA)

Description

E 5427-4 Ned hc/hv - *
P & C
t » AM—stereofonie—ontvanger en loocteignaal—detector voor verscheidene systemen.
De uitvinding heeft betrekking op voor amplitudemodulatie ingerichte stereofonie-ontvangers en in het bijzonder op AM-stereofonie-ontvangers die 5 geschikt zijn voor de ontvangst van omroep-stereofonie-signalen met een samen-gestelde amplitudemodulatie en roepmodulatie van een draaggolf volgens ver-schillende samengestelde modulatienormen.
Er zijn tenminste vijf verschillende benaderingen voorgesteld voor de instrumentatie van stereofonie-omroep in samenhang met de bestaande AM-radio-10 omroep. Zie bijv. het artikel "AM Stereo: Five Competing Options" gepubliceerd in het IEEE "Spectrum" tijdschrift van juni 1978, op bladzijde 24.
Elk van de vijf daar beschreven stelsels gebruikt een andere modulatie-techniek voor het leveren van een toegevoegde stereofonie-mogelijkheid voor AM-zenders en geschikt uitgeruste ontvangers. Alle vijf voorgestelde stelsels 15 leveren een samengesteld uitgezonden signaal dat een verenigbare signaal- opbouw heeft, zodat bestaande monofone AM-ontvangers een monofone' audio-signaal-component kunnen detecteren uit het samengestelde signaal dat volgens elk der · stelsels wordt uitgezonden. Naast de monofone signaalcomponent kunnen ontvangers die speciaal zijn uitgerust voor elk van de voorgestelde samengestelde 20 modulatienormen een stereofone signaalcomponent ontvangen, die onderscheid maakt tussen linker (L) audioinformatie en rechter (R) audioinformatie en kan worden gedecodeerd en gecombineerd met de gedetecteerde monofone signaalcomponent teneinde stereofoon geluid te verkrijgen.
Een van de voorgestelde AM-stereofonie-stelsels maakt gebruik van amplitude-25 modulatie en frequentiemodulatie (AM/FM) voor het ontwikkelen van een samengesteld signaal voor uitzending. Volgens dat voorgestelde stelsel wordt een draaggolf in freguentie gemoduleerd met informatie overeenkomstig het verschil tussen het linker en rechter stereofonie-audiosignaal (L-R). De in frequentie gemoduleerde draaggolf wordt dan in amplitude gemoduleerd met een signaal 30 oyereenkomende met de som van het linker en rechter stereofonie-audiosignaal (L+R), dat gelijkwaardig is aan de gebruikelijke monofone amplitudemodulatie (AM)., waama het verkregen samengestelde signaal wordt uitgezonden. Daardoor detecteert een gebruikelijk AM-ontyanger die gebruik maakt van een omhullende detector de AM-component of (L+R) -component .van.het samengestelde signaal 35 en hij levert een monofone ontvangst. Een speciaal uitgeruste stereofonie- ontvanger detecteert tevens de frequentiemodulatie-component of (L-R) -component yan het samengestelde signaal. Het resulterende audiosignaal dat het signaal (L-R) voorstelt kan met het signaal (L+R) worden gecombineerd in een optellende en aftrekkende matrix voor het verkrijgen van afzonderlijke audio-uitgangs-40 signalen (L) en (R) voor stereofone beluistering.
,- 820 3 2 92 %· t -2- < ι \
Een ander van de voorgestelde stelsels maakt gebruik van fasemodulatie in plaats van frequentiemodulatie van de draaggolf (AM/PM) voor het uitzenden van stereofone verschilinformatie (L-R). In dit stelsel wordt de in fase ge-moduleerde draaggolf dan in amplitude gemoduleerd met de' informatie (L+R) 5 ter verkrijging van samengesteld signaal dat wordt uitgezonden.
Een ander voorgesteld stelsel maakt gebruik van een modulatietechniek die bekend staat als verenigbare kwadratuur-amplitudemodiilatie (CQUAM) voor het leveren van een gewijzigde fasemodulatie van een draaggolf met de informatie (L-R). De in fase gemoduleerde draaggolf wordt vervolgens in amplitude ge-10 moduleerd met de Informatie (L+R) ter verkrijging van een samengesteld signaal. Dit samengestelde signaal kan ook worden beschouwd als bestaande uit een paar draaggolven met dezelfde frequentie maar met een faseverschil van 90 graden (kwadratuur-draaggolven), waarbij de ene draaggolf in amplitude is gemoduleerd met de linker stereofone audio-informatie (L) en de andere met de rechter 15 stereofone informatie (R).
Een ander voorgesteld stelsel staat bekend als het variabele verenigbare fasemultiplex-stelsel (V-CPM) en is een gewijzigde vorm van het kwadratuur-• stelsel. Bij dat stelsel vertonen twee draaggolven met dezelfde frequentie een faseverschil dat varieert tussen 30 graden en 90 graden, afhankelijk van 20 de inhoud van de uitgezonden audiosignalen. Een van deze draaggolven is in amplitude gemoduleerd met de.linker stereofone audioinformatie (L) en de andere net de rechter stereofone informatie (R) en de beide worden lineair gecombineerd. Het resulterende signaal kan worden ontbonden..in een component in fase die representatief is voor de informatie (L+R) en een component in kwadratuur-25 fase die representatief is voor de informatie (L-R). Informatie (L-R) onder 200 Hz wordt geelimineerd teneinde ruimte te verkrijgen voor een in frequentie gemoduleerd laagfrequent loodsignaal (55 a 96 Hz) dat twee functies heeft.
Het geeft de aanwezigheid van een stereofonle-uitzending aan en zijn modulatie draagt aan speciaal uitgeruste stereofonie-ontvangers de momentele fasehoek 30 tussen de beide draaggolven met variabele fasehoek in dit stelsel over, zodat deze ontvangers de resulterende variatie in fasemodulatie in het uitgezonden signaal kunnen volgen. In een overeenkomstige stereofonie-ontvanger kan het samengestelde signaal worden onderworpen aan onihullende-detectie voor het verkrijgen van een audiosignaal (L+R). en een synchrone kwadratuur-detectie 35 voor het verkrijgen van een signaal dat de audioinformatie (L-R) voorstelt.
Het loodasignaal wordt afzonderlijk gedetecteerd en zijn modulatie kan worden gebruikt voor het varieren van de versterking van het signaalkanaal (L-R) ter verkrijging van het equivalent van een ontvanger met variabele fasehoek die het uitgezonden signaal volgt. De resulterende signalen (L+R) en aan 40 versterkingregeling onderworpen signalen (L-R) worden dan gecombineerd in een 8203292 -3- gebruikelijke stereofonie-matrix ter ontwikkeling van signalen (L) en (R) .
Verder heeft de ontwikkelaar van dit stelsel een vereenvoudigde ontvanger voorgesteld, waarin de versterking van het kanaal (L-R) niet wordt gevarieerd.
Dit komt overeen met ontvangst van het met een variabele fasehoek uitgezonden 5 signaal bij een vaste compromis-hoek, in plaats van het volgen van de hoek-variatie.
Tenslotte is er een stelsel voorgesteld dat bekend staat als. het stelsel met onafhankelijke zijbanden (ISB). Dit stelsel moduleert de draaggolf in fase met een geschikt gewijzigd signaal (L-R) en moduleert vervolgens de in 10 fase gemoduleerde draaggolf in amplitude met een signaal (L+R), waarbij de signalen (L+R) en (L-R) in fase zijn verschoven teneinde een kwadratuur-betrekking te hebben. Daardoor bevatten de lage zijbanden van het resulterende samengestelde signaal voomamelijk linker stereoinformatie (L) terwijl de bovenste zijbanden voomamelijk rechter stereofonie-informatie (R) bevatten 15 (vandaar de aanduiding "ISB"). Dit stelsel is tevens beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.218.393; 3.908.090 en 4.018.994.
Het samengestelde signaal dat wordt uitgezonden door elk van de voorgestelde stelsels omvat een laagfrequente loodsignaal-component voor het identificeren van de aanwezigheid van een stereofone uitzending. Daar de loodsignaal-frequenties 20 verschillen voor elk van de bovengenoemde stelsels (AM/FM:20Hz; AM/PM:5Hz; CQUAM:25Hz; V-CPM:55 a 96Hz en ISB:15Hz) identificeert dit tevens inherent de modulatiebenadering die wordt gebruikt voor elk samengesteld signaal.
Meer gedetaiXleerde beschrijvingen van deze stelsels zijn te vinden in het eerder genoemde artikel in IEEE Spectrum en in verschillende octrooi-25 schriften op naan van de voorstanders van deze stelsels.
Ondanks aanmerkelijke verschillen in prestaties van de verschillende voorgestelde stelsels, is het moeilijk, een van deze stelsels te kiezen als basis voor een nation ale norm voor stereofone AM-omroep. Daardoor kan meer dan den van deze stelsels worden gebruikt. In dat geval zullen de gebruikelijke 50 krachten van de vrije concurrentie op de markt bepalen of een van de stelsels uiteindelijk het overheersende stereofone AM-stelsel wordt, dan wel of twee of meer stelsels naast elkaar zullen voortbestaan.
De moeilijkheid waarop de uitvinding zich richt is derhalve een ontvanger te verschaffen die in staat is om stereofone AM-signalen te ontvangen met 55 samengestelde mcidulatie volgens ddn van twee of meer verschillende voorgestelde modulatietechnieken.
De uitvinding beoogt verder een stereofone AM-ontvanger te verschaffen die in staat is het looclsignaal dat wordt gebruikt bij elk van de verschillende voorgestelde stereofone AM-omroeptechnieken te detecteren.
40 De uitvinding beoogt verder een stereofone AM-ontvanger te verschaffen 820 3 2 9 2 -4- die in staat is automatisch aan de hand van de loocfesignalen te onderscheiden weIk. .van de verschillende voorgestelde modulatietechnieken wordt gebruikt bij een bepaald ontvangen stereofoon AM-oraroepsignaal.
De uitvinding verschaft in een ontvanger voor stereofone omroepsignalen 5 die een modulatiecomponent bevatten met een loocfeignaal met een geselecteerde frequentiekarakteristiek, apparatuur voor het bepalen van de aanwezigheid of.afwezigheid van zulke loodsignalen. In zulke apparatuur is een orgaan aan-wezig voor het detecteren van ontvangen signaalcomponenten binnen een eerste frequentieband die het loodsignaal bevat en voor het tevens detecteren van 10 ontvangen signaalcomponeiiten die liggen binnen tenminste eeri4andere frequentieband boven of onder de eerste band. Verder is een orgaan aanwezig voor het evalueren van de signalen gedetecteerd in zulke eerste en andere banden en voor het opwekken van een uitgangssignaal dat aangeeft als signalen in de. eerste band een eerste niveau overschrijden en signalen in de andere band 15 een tweede niveau niet overschrijden.
Volgens een ander aspect van de uitvinding verschaft deze in een ontvanger voor een reeks verschillende typen stereofone AM-omroepsignalen, die elk een modulatiecomponent bevatten met een loodsignaal met een geselecteerde frequentiekarakteristiek die uniek is voor dat type stereofoon AM-omroepsignaal, 20 apparatuur voor het bepalen van de aanwezigheid van enig van zulke loocfeignalen, daardoor aangevende welk type stereofoon AM-omroepsignaal wordt ontvangen.
De apparatuur omvat een orgaan voor het detecteren van ontvangen signaalcomponehter die liggen in een reeks smalle frequentiebanden die elk slechts een van deze loodsignalen bevatten. De apparatuur omvat: tevens een orgaan voor het evalueren 25 van de signalen gedetecteerd in elk van deze frequentiebanden en voor het ontwikkelen van een uitgangssignaal dat aangeeft als signalen in €dn van de-banden een voorafbepaald niveau overschrijden en signalen in alle andere banden dat niveau niet overschrijden en dat tevens aangeeft welke van de verschillende banden dat is, daardoor aangevende welk type stereofoon AM-30 omroepsignaal wordt ontvangen.
Tenslotte verschaft de uitvinding volgens een ander aspect een ontvanger voor het ontvangen en demoduleren van samengestelde in amplitude gemoduleerde (AM) stereofone omroepsignalen met een draaggolf met amplitudemodulatie die representstief is voor de stereofonie-sominformatie (L+R) en hoekmodulatie 35 die representatief is voor stereofonie-verschilinformatie (L-R), uitgevoerd op de draaggolf volgens een van tenminste twee samengestelde modulatietechnieken, waarbij de hoekmodulatie verder een loods-signaalcomponent bevat met een geselecteerde frequentiekarakteristiek die represen tatief is voor de betreffende samengestelde modulatietechniek. Zulk een ontvanger omvat een orgaan voor -40 het ontvangen van samengestelde AM-stereofoniesignalen en voor het omzetten van ,= 8203292 -5- zulke signalen in overeenkomstige tussenfrequentiesignalen (IF). Hij bevat tevens een orgaan voor het in" amplitude demoduleren van het tus senfrequentie -signaal voor het daaraan ontlenen van een signaal dat representatief is.-voor de informatie (L.+R). Het stelsel bevat tevens een hoek-modulatieorgaan voor 5 het demoduleren van het tussenfrequentie-signaal overeenkomstig de eisen van de eerste en tweede samengestelde modulatietechniek, ter opwekking van een overeenkomstig eerste en tweede audiofrequent uitgangssignaal die representatief z4jn voor informatie (L-R) die is uitgezonden volgens die eerste en tweede samengestelde modulatietechniek. Er is een orgaan aanwezig voor het detecteren 10 van ontvangen signaalcomponenten die liggen binnen een eerste smalle frequentie-band die het loocfedgnaal bevat dat representatief is voor de eerste samengestelde modulatietechniek en voor het tevens detecteren van ontvangen signaalcomponenten die liggen in een tweede smalle frequentieband die het loodsignaal bevat dat representatief is voor de tweede samengestelde modulatietechniek.
15 De ontvanger omvat tevens een orgaan voor het evalueren van de signalen ge de tec-tee rd in de eerste en tweede band en voor het opwekken van edn of meer uitgangs-signalen die aangeven of signalen in slechts den van de frequentiebanden een voorafbepaald niveau overschrijden en zoja, in welke van de beide ban den deze signalen liggen. De ontvanger omvat verder een orgaan dat reageertiop'.
20 het uitgangssignaal van het evalua tie orgaan en waaraan het eerste en tweede audio-uitgangssignaal wordt toegevoerd, voor het doorlaten van dat eerste of tweede signaal uitsluitend als het uitgangssignaal van het evaluatieorgaan aangeeft dat het overeenkomstige loocfesLgnaal aanwezig is in het ontvangen signaal. De ontvanger omvat tenslotte een orgaan voor het gebruiken van het 25 signaal dat representatief is voor (L+R) en het audiosignaal doorgelaten door het laatstgenoemde orgaan voor het opwekken van linker (L) en rechter (R) stereofoaie-audio-uitgangssignalen.
De uitvinding wordt hieronder nader toegelicht aan de hand van de tekening, die betrekking heeft op enige uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting 30. Volgens de uitvinding.
Figuur 1 is een blokschema van een AM-stereofonieontvanger volgens de uitvinding.
Figuur 2 is een blokschema van een loodssignaal-detectieapparaat volgens de uitvinding.
35 Figuur 3 is een blokschema van een andere uitvoering van een loodssignaal- detectieapparaat volgens de uitvinding.
Figuur 4 is een blokschema van een andere uitvoering van een loodssignaal-detectieapparaat volgens de uitvinding.
Figuur 5 is een schema van een logisch circuit dat kan worden toegepast 40 in de uitvinding.
8203292 -6-
Figuur 6 is een schema van een ander logisch circuit dat kan worden toegepast in de uitvinding.
Figuur 7 is een blokschema van een stuurcircuit en loodssignaal-detector volgens de uitvinding.
5 Figuur 8 is een blokschema van een loodssignaal-detector waarin een microprocessor wordt gebruikt voor het verkrijgen van numerieke filtering.
In Figuur 1 is een’ meer systeems-AM-stereofonieontvanger 10 volgens een. uitvoeringsvorm.van de uitvinding afgebeeld. De ontvanger 10 is bijvoorbeeld geschikt voor het ontvangen van AM-stereofoniesignalen volgens drie van de 10 voorgestelde modulatiebenaderingsn: (ISB)AM-stereofoniesignalen, , (AM/PM) .stereofonie-signalen en (CQUAM) stereofonie-signalen. In de ontvanger 10 zijn door middal van in streeplijnen getekende verbindingen tevens verder circuitelementen aangegeven voor de ontvangst van (AM/FM) stereofoniesignalen en (V-CPM) stereofoniesignalen, zoals nader zal worden beschreven. De ontvanger 15 uit Figuur 1 omvat een ontvangantenne 12, gekoppeld mat een geschikt circuit 14 voor hoogfrequente versterking, frequentieomzetting en tussenfrequentie-versterking, dat van de gebruikelijke vorm kan zijn. Het tussenfrequentie-uitgangssignaal van de :eenheid 14 wordt toegevoerd aan een AM-demodulator 16 die een gebruikelijke omhullende detector kan zijn of een andere geschikte 20 detector voor amplitudemodulatie voor het detecteren van de AM-component van de toegevoerde tussenfrequentiesignalen. Het uitgangssignaal van de demodulato :16 wordt rechtstreeks toegevoerd aan de poort 18 en wordt' tevens via een faseyerschuiyingsnetwerk 20 dat een relatieve faseverschuiving van ongeveer 45 graden levert voor aUdiofrequenties over een redelijk brede band zoals 25 100 tot 5000 Hz toegevoerd aan de poort 22. Het faseverschuivingsnetwerk 20 is nodig voor de ISB-stereofonie-signaaldecodering volgens de faseverschuivings-techniek die op zich bekend is. De poort 22 wordt in werking gesteld door een XSB-stuursignaal aangegeven met (B) , dat wordt opgewekt.;als een ISB-loods-signaal wordt gedetecteerd door de circuits 94 en 96 zoals nader zal worden 30 beschreven. Bij afwezigheid van het stuursignaal (B), hier aangegeven als de signaaltoestand "nul", levert de invertor 28 een signaal dat de poort 18 open houdt, waardoor het niet in fase verschoven uitgangssignaal van de AM-demodulator 16 (dat representatief is voor de stereofonie-sominformatie (L+R)) yia de leiding 24 wordt toegevoerd aan de stereofonie-matrix 30. Als een 35 ISB-AM-stereofoniesignaal wordt ontvangen, verandert het stuursignaal (B) in een signaaltoestand "een" die de poort 22 opent. Het geinverteerde stuursignaal (B) sluit de poort 18 en het in fase verschoven uitgangssignaal van de AM-demodulator 16 wordt daardoor via de leiding 24 toegevoerd aan de stereofonie-matrix 30.
40 De matrix 30 ontvangt tevens een sterofonie-verschilinformatiesignaal (L-R) ; 820 3 2 9 2 .-7- via de leiding 32, dat wordt opgewekt door het demoduleren van. het tussen-frequentiesignaal nit de eenheid 14 volgens de betreffende stereofonie-modulatietechniek die wordt toegepast in het AM-stereofoniesignaal dat dan wordt ontvangen, zoals nader zal worden beschreven. De matrix 30 kan een 5 gebruikelijke stereofonie-matrlx zijn, zoals die tegenwoordig wordt toegepast in FM-stereofonieontvangers. De matrix 30 telt de audiosignalen (L+R) en (L-R) bij elkaar op en trekt ze van elkaar af, waardoor afzonderlijke audio-uitgangssignalen (L) en (R) worden verkregen, die worden afgegeven in uitgangs-leidingen 34 en 36 en kunnen worden toegevoerd aan luidsprekers 38 resp- 40.
10 De overige circuits van de ontvanger 10 omvatten een deel 42 dat aan wezig is voor het in fase demoduleren van ontvangen signalen die stereofonie-verschilmodulatiecomponenten (L-R) volgens de modulatietechnieken AM/PM ;of CQUAM bevatten. Het circuitdeel 44 is aanwezig voor het demoduleren van ontvangen signalen met modulatiecomponenten (L-R) volgens de ISB-modulatie-- 15 techniek.
Poorten 46, 48 en 50 zijn aanwezig en ontvangen stuursignalen (A) resp.
(C) resp. (B), die de respectieve poorten openen .als het logische circuit 96 vaststelt dat een AM-stereofoniesignaal AM/PM resp. CQUAM resp. ISB wordt ontvangen, berustende op de detectie van het overeenkomstige loodssignaal.
20 Als het logische circuit 96 bijvoorbeeld vaststelt dat een stereofoniesignaal AM/PM wordt ontvangen, wordt het stuursignaal (A) afgegeven, wat de poort 46 opent, waardoor een overeenkomstig signaal (L-R) wordt toegevoerd aan de matrix 30. Als het circuit 96 vaststelt dat een AM-stereofoniesignaal ISB wordt ontvangen, levert het een stuursignaal (B) voor het openen van de poort 25 50, waardoor het overeenkomstige signaal (L-R) wordt toegevoerd aan de matrix 30.
Zoals eerder vermeld verandert het stuursignaal (B) tevens de toestanden van de poorten 18 en 22, waardoor het in fase verschoven signaal (L+R) uit het netwerk 20 wordt toegevoerd aan de matrix 30. Als het logische circuit 96 vaststelt dat een stereofoniesignaal CQUAM wordt ontvangen, levert het 30- een stuursignaal (C) dat de poort 48 opent, waardoor het overeenkomstige signaal (L-R) wordt toegevoerd aan de matrix 30. Bij afwezigheid van elk der stuursignalen (A), (B) en (C) is uitsluitend de poort 18 geopend wegens de invertor 28 en de ontvanger werkt derhalve uitsluitend monofoon, daar uitsluitend een signaal (L+R) wordt toegevoerd aan de matrix 30.
35 De ontvangerelementen 42 voor het in fase demoduleren van stereofonie- signalen AM/PM omvatten een begrenzer 52 die een geschikte begrenzing (bijv.
40 dB) levert voor ontvangen samengestelde signalen AM/PM en CQUAM. De begrenzer 52 verwijdert amplitudemodulatie uit het toegevoerde tussenfrequentiesignaal en levert het begrensde signaal (dat fasemodulatiecomponenten bevat) aan de 40 discriminator 54, die een frequentiedemodulatie van het begrensde signaal
- ,'Ju.C
8203292 -8- uitvoert. Het uitgangssignaal van de demodulator 54 wordt versterkt in de versterker 58 en komt overeen met de frequentieuitslagen van het begrensde signaal. De condensator 56 is zo gekozen dat hij een tussenfrequentie-kort-sluiting voor de uitgang van de discriminator 54 vormt. De weerstand 60 en 5 de condensator 62 vormen een integratiecircuit dat het in frequentie gedemoduleerd signaal beschikbaar aan de uitgang van de versterker 58 omzet in een in fase gedemoduleerd signaal dat representatief is voor (L-R), dat dan via de poort 46 wordt toegevoerd aan de matrix 30 als het stuursignaal (A) aanwezig is, . aangevende dat het ontvangen signaal een stereofoniesignaal van het type 10 AM/P© is. Het in fase gedemoduleerde signaal wordt tevens toegevoerd aan de combinatie van het tangens circuit 66 en vermenigvuldiger 68, die het in fase gedemoduleerde signaal wijzigen zoals vereist door de stereofonietechniek CQUAM. De reden voordeze wijziging, alsmede een ander circuit voor het bereiken van hetzelfde resultaat, zijn te vinden in de eerder aangehaalde literatuur-15 plaatsen en in het Amerikaanse octrooischrift 4.172.S66. De vermenigvuldiger , ,-68 ontvangt volgens dat octrooischrift een signaal (L+R) ontleend aan de uitgang van de AM-demodulator 16 via de leiding 70. Het uitgangssignaal van de vermenigvuldiger 68 wordt toegevoerd aan de matrix 30, via de poort 48 als het stuursignaal (C) aanwezig is, aangevende dat het ontvangen signaal een stereofonie-20 signaal CQUAM is.
Het circuitdeel 44 bevat componenten die worden gebruikt bij de demodulatie Van stereofoniesignalen ISB voor het opwekken van een overeenkomstig stereofonie-verschilsignaal (L-R). Deze componenten omvatten een draaggolf-golfcircuit 72 dat de oorspronkelijke draaggolffrequentie degenereert, bijv. door middel van 25 edn of meer in fase vergrendelde lussen als nader beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.973.203 en 4.081.994. Het tussenfrequentiesignaal uit de eenheid 14 wordt toegevoerd aan het draaggolf-golfcircuit 72 en tevens aan een vermenigvuldiger 76 waarin het wordt gecombineerd met een niet-lineaire afgeleide van het gedemoduleerde stereofonie-somsignaal dat via de leiding 73 30 wordt toegevoerd vanuit de AM-demodulator 16. De bewerking uitgevoerd door de combinatie van het niet-lineaire circuit 74 en de vermenigvuldiger 76 staat ook bekend als inverse amplitudemodulatie of eenvoudig inverse modulatie en is nader beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.018.994. Het uitgangssignaal van de vermenigvuldiger 76 wordt met de geregenereerde draaggolf 35 gecombineerd in een verdere vermenigvuldiger 78, die werkt als een synchrone kwadratuurdetector en waarvan het uitgangssignaal een overeenkomstig stereofonie-verschilsignaal (L-R) is, dat in de versterker 80 wordt versterkt ter vereffening ten opzichte van het stereofonie-somsignaal (L+R). Volgens de faseverschuivings-techniek voor de detectie van een stereofoniesignaal ISB, moet het signaal-40 (L-R) aan de uitgang van de detector 78 echter 45 graden in fase worden verschoven.
- * ·-1. l 8203292 -9-
Dit wordt tot stand gebracht in het faseverschuivingsnetwerk 86. Het resulterende in fase verschoven signaal (L-R) wordt via de poort 50 toegevoerd aan de matrix 30. De poort 50 wordt geopend als daaraan een stuursignaal (B) wordt toegevoerd vanuit het logische circuit 96, aangevende dat een stereofonie-5 signaal ISB wordt ontvangen.
In Figuur 1 zijn met streeplijnen verdere circuits afgebeeld voor het instrumenteren van een verdere mogelijkheid voor stereofone AM-ontvangst.
De leiding 100 en de poort 102 leveren een overeenkomstig in frequentie ge-demoduleerd signaal (L-R) aan de matrix 30 als een stereofoniesignaal (AM/FM) 10 wordt ontvangen, wat wordt aangegeven als het stuursignaal (D) wordt afgegeven door het logische circuit 96. De leiding 104 en de kwadratuurdetector 106 :zijn aanwezig voor vereenvoudigde demodulatie met vaste hoek van de component '; (L-R) van een stereofoniesignaal V-CPM. Het uitgangssignaal van de kwadratuurdetector 106 wordt toegevoerd aan de versterker 108, die een vergrote versterking 15 levert ten opzichte van het stereofonie-somsignaal (L+R) (in dit geval de AM-demodulator 16 en de poort 18) voor signaalvereffening. Het uitgangss.i gnaal van de versterker 108 wordt via de poort 110 toegevoerd aan de matrix 30 als het stuursignaal (E) wordt geleverd door het logische circuit 96, aangevende-dat een stereofoniesignaal V-CPM wordt ontvangen.
20 In het bovenstaande is verwezen naar het bestaan van verschillende ioodssignaalccmponenten in de ontvangen stereofoniesignalen, die worden gebruikt voor het bepalen welk .type stereofoniesignaal wordt ontvangen,(d.w.z. AM/PM, CQUAM of ISB), zodat geschikte demodulatie circuits in gebruik kunnen worden gesteld. Zoals eerder vermeld gebruikt elk van de verschillende voorgestelde 25 AM-stereofonie-modulatietechnieken een laagfrequent loodssignaal (in frequentie of fase gemoduleerd op de draaggolf) teneinde aan stereofonieontvangers de aanwezigheid van een stereofonie-uitzending kenbaar te maken. Daar de frequentie van dit loodssignaal anders is voor elk van de vijf hier beschouwde AM-stereo-foniestelsels, kan het loodssignaal in een AM-stereofanieontvanger worden 30 gebruikt voor het identificeren welke stereofonie-omroeptechniek wordt ontvangen. Zoals eerder vermeld gebruikt het stereofoniestelsel AM/PM een loodssignaal van 5Hz in het stereofonie-verschilsignaalkanaal. Het systeem ISB gebruikt een loodssignaal van 15Hz, het systeem AM/FM gebruikt een loodssignaal van 20Hz en het systeem CQUAM gebruikt een loodssignaal van 25Hz. Het systeem V-CPM 35 tenslotte gebruikt een loodssignaal dat varieert tussen 55Hz en 96Hz. Daar de loodssignaalfrequenties van het stelsel V-CPM in het hoorbare bereik liggen, is het noodzakelijk deze te verwijderen uit het stereofonie-uitgangssignaal van het kanaal (L-R) voor de ontvangst van stereofoniesignalen V-CPM. Derhalve is een hoogdoorlaatfilter 109 aanwezig in het deel voor het systeem V-CPM -40 van het signaalkanaal (L-R) van een AM-stereofonieontvanger voor de verscheidene 8 20 3 2 9 2 -10- stelsels als afgebeeld in Figuur 1, teneinde bijv. signalen boven 200Hz door te laten.
De ontvanger 10 uit Figuur 1 maakt gebruik van de verschillende loods-signaalcomponenten in de ontvangen AM-stereofoniesignalen voor het opwekken 5 van stuursignalen (A), (B) en (C) (en tevens (D) en (E) als de in streeplijnen aangegeven circuits zijn opgenomen in de ontvanger). De circuits voor het ; opwekken van stuursignalen berusten op het feit dat verschillende loodssignaal frequenties worden toegepast bij elk der verschillende AM-stereofoniestelsels.
De stuursignalen die worden opgewekt als reactie op de ontvangst van de ver-10 schillende loodssignalen geven aan of een AM-stereofoniesignaal wordt ont-vangen en zoja, "van welk type, en activerende poorten 46, 48, 50, 102 en 110 overeenkomstig het type van het ontvangen stereofoniesignaal, waardoor het overeenkomstige stereofonie-verschilsignaal (L-R) wordt toegevoerd aan de matrix 30. De poorten 18 en 22 worden tevens in werking gesteld door het stuur-15 signaal (B) teneinde een juiste poortbewerking te verkrijgen van het stereofonie-sorasignaal (L+R), afhankelijk van de vraag of een stereofoniesignaal ISB of een ander type stereofoniesignaal, dan wel een monofoon signaal wordt ontvangen.
De detectie van de verschillende loodssignalen wordt uitgevoerd door de loodssignaaldetector 94 die werkt tezamen met het logisch circuit 96, welk 20 laatste de stuursignalen (A) t/m (C) of (A) t/m (E) opwekt in overeenkomstige afzonderlijke uitgangsleidingen 98. Het irigangssignaal voor de loodssignaal detector 94 wordt afgenomen van de uitgang van het frequentiedetectiecircuit . 54, 56, 58, dat wordt gelntegreerd door de weerstand-condensator-conibinatie 60, 62 teneinde een in fase gedemoduleerd audiosignaal te verkrijgen. Daar · 25 alle vijf voorgestelde AM-stereofoniestelsels gebruik maken van hoekmodulatie-technieken voor het overdragen van de loodssignalen, is het mogelijk het loodssignaal voor alle stelsels te detecteren uit dit in fase gedemoduleerde signaal.
De loodssignaalcomponent kan echter worden gedetecteerd in elk aan hoekdemodulatie onderworpen signaal, zoals het in frequentie gedemoduleerde signaal dat bestaat 30 aan de uitgang van de discriminator 54 of de uitgang van de kwadratuur- detectoren 78 en 106. Zoals hier gebruikt omvat de term hoekmodulatie zowel frequentiemodulatie als fasemodulatie. Het is duidelijk dat alle stelsels gebruik maken van rets andere vormen van hoekmodulatie voor het stereofonie-verschilsignaal (L-R), maar het in fase gedemoduleerde signaal dat optreedt 35 tussen de weerstand 60 en de condensator 62 bevat de loodssignaalcomponent voor elk van deze stelsels, hoewel deze in fase of amplitude kan zijn verschoven ten opzichte van het stereofonie-verschilsignaal (L-R) dat op de juiste wijze is gedemoduleerd. De gedemoduleerde loodssignalen worden versterkt door de -transistor 88, die is aangesloten over de belasting 90 met lage weerstand 40 en wordt via de leiding 91 toegevoerd aan de loodssignaaldetector 94. Dit gedemo- 8203292 , -11- duleerde signaal wordt teverxs geleverd aan het startcircuit 92 dat plotselinge aanmerkelijke veranderingen in het uitgangssignaal van het fasedemodulatiecircuit detecteert. Zulke veranderingen geven aan dat de ontvanger voor het eerst is ingeschakeld en een zender begint te ontvangen, dan wel dat de ontvanger 5 opnieuw is afgestemd op een andere frequentie in de AM-omroepband, waama een nieuwe zender door de ontvanger wordt ontvangen. Plotselinge veranderingen in het uitgangssignaal van het fasedemodulatie.circuit veroorzaken een uitgangs-signaal van het circuit 92, waardoor het loodssignaal-detectieproces begint dat wordt uitgevoerd door de detector 94 en het logisch circuit 96, zoals 10 nader zal worden beschreven. Als altematief voor het detecteren van veranderingen in het uitgangssignaal van de fasedemodulatie, kan hetzelfde resultaat worden verkregen door het rechtstreekse detecteren van de werking van de inschakel-organen en uitschakelorganen en de afstemorganen van de ontvanger.
De condensator 82 is een tussenfrequentie-ontkoppelcondensator die is 15 opgenomen in hetjcircuitdeel 44 voor de ontvangst van stereofoniesignalen ISB.
De schakelaar 84 wordt bij een uitvoeringsvorm gebruikt voor het leveren ' t van een tijdsignaal voor de loodssignaaldetector 94 en maakt gebruik van de condensator 82. Het is duidelijk dat de condensator 82 rechtstreeks zou kunnen worden aangesloten op de uitgang van de kwadratuurdetector 78, in welk geval 20 de schakelaar 84 zou kunnen worden verbonden met de condensator 56 of met een. afzonderlijke condensator die uitsluitend wordt gebruikt in samenhang met de tijdsturing van de loodssignaaldetector 94, zoals verder zal worden beschreven.
In Figuur 2 is een blokschema afgebeeld van een loodssignaal-detectie-circuit 94' dat niet alleea kan worden gebruikt in de AM-stereofonieontvanger 25 voor verscheidene Stelsels volgens Figuur 1, doch tevens in AM-stereofonie-ontvangers voor een enkel stelsel, zoals hiema zal worden beschreven. Het uitgangssignaal van de vers terkertransistor 88 in Figuur 1 wordt via de leiding 91 toegevoerd aan hoogdoorlaatfilters 112, 114 en 116. In een ontvanger voor een enkel stelsel, waarin slechts een enkel loodssignaal moet worden gedetecteerd, 30 zijn de banddoorlaatfliters 112, 114 en 116 smalbandige filters die frequentie-banden doorlaten onder resp. bij resp. boven de gewenste loodssignaalfrequentie. Als het circuit 94' uit Figuur 2 wordt gebruikt uitsluitend voor het detecteren yan een AM-stereofonie-loodssignaal ISB, zou het filter 114 bijv. een smal-bandig filter zijn dat 15Hz plusminus ongeveer 2,5Hz doorlaat. In dat geval 35 zou het filter 112 zijn afgestemd onder de nominale loodssignaalfrequentie en bijv. 10Hz plusminus 2,5Hz doorlaten en het filter 116 zou zijn afgestemd op een frequentie boven het verwachte loodssignaal, bijv. 20Hz plusminus 2,5Hz.
Elk van de filters 112, 114 en H6 is gekoppeld met een overeenkomstig detectie circuit 119, 120 en 122 en vervolgens met έέη van de drempelcircuits 124, 126 40 en 128. Als uitsluitend een loodssignaal bij de nominale loodssignaalfrequentie 82 0 3 2 9 2 -12- .van 15Hz aanwezig is in. de leiding 91, en wel met voldoende amplitude, levert de detector 120 een signaal dat de drempel in het drempelcircuit 126 overschrijdt en daardoor de bistabiele keten 132 instelt. Daar is aangenomen dat er nagenoeg geen signalen liggen in de doorlaatbanden van de filters 112 en 116, worden 5 de bistabiele ketens 130 en 134 niet ingesteld door de overeenkomstige drempel-circuits 124 en 128. Als aanmerkelijke ruis of andere storende signalen aanwezig zijn in de leiding 91, mag men verwachten dat de ruis voldoende breedbandig is, zodat de detectoren 119, 120 en 122 alle voldoend uitgangssignaal leveren voor het in werking stellen van de bijbehorende drempelcircuits 124, 126, 128, 10 waardoor alle bistabiele ketens 130, 132 en 134 worden ingesteld. Voor lagere ruisniveaus of ruis met een andere spectrale verdeling, kunnen slechts twee van de bistabiele ketens, bijv. de ketens 130 en 132 of de ketens 132 en 134 worden ingesteld. Ha een voldoende tijdinterval opdat de smalbandige filters 112, 114, 116 en de detectoren 119, 120 en 122 kunnen reageren op een ontvangen 15 loodssignaal en/of ruis, evalueert het logische circuit 961 de uitgangssignalen yan de bistabiele ketens 130, 132 en 134 en het levert een uitgangssignaal· (B). in de leiding 142 dat de aanwezigheid van het gewenste loodssignaal van 15Hz uitsluitend aangeeft als de overeenkomstige bistabiele keten 132 is ingesteld en de andere bistabiele ketens 130 en 134 niet zijn ingesteld.
20 Als meer dan een bistabiele keten isiingesteld, stelt het logische circuit 96' vast dat de bistabiele ketens zijn ingesteld door ruis of andere storende signalen, en het wekt geen uitgangssignaal op.
Bij de uitvoering volgens Figuur 2 kunnen de loodssignaaldetector 94' en het logische circuit 96' tevens worden gebruikt voor het detecteren van 25 drie loodssignalen die overeenkomen met drie van de vijf voorgestelde AM-stereofoniestelsels. In een uitvoeringsvoorbeeId dat is aangegeven met de voile lijnen van de ontvanger 10 _uit Figuur 1, is de ontvanger ingaricht .voor het ontvangen van drie soorten AM-stereofonieuitzendingen. Het eerste type, aangegeven door een stuursignaal (A), is de techniek AM/PM, die een 30 loodssignaalfrequentie van 5Hz toepast. Het tweede type, aangegeven door een stuursignaal (B) is de techniek ISB, die gebruik maakt van een loodssignaalfrequentie van 15Hz. Het derde type, aangegeven door het stuursignaal (C), is de techniek CQUAM, die gebruik maakt van een loodssignaalfrequentie van • 25Hz. Als het circuit 94* uit.Figuur 2 wordt gebruikt voor de detectie 35 van deze drie loodssignalen, worden de filters 112, 114 en 116 zo gekozen dat elk slechts edn van de loodsignaalfrequenties doorlaat. Het filter 112. zou worden ingericht voor het doorlaten van 5Hz plusminus 1Hz, het filter 114 zou worden ingericht voor het doorlaten van 15Hz plusminus 1Hz en het filter 116 zou worden ingericht voor het doorlaten van 25Hz plusminus 1Hz. Elk .van 40 'de bistabiele ketens 130, 132 en 134 zou derhalve worden ingesteld door een .,., 8 2 0 3 2 S 2 ‘ -13- uitgangssignaal van. de drempelde te c toren 124, 126 en. 128 dat de aanwezigheld van een overeenkomstig loodssignaal aangeeft. Ook hier bepaalt het logische circuit 96* welke van de bistabiele ketens 130, 132 en 134 zijn ingesteld en het levert een stuursignaal in £dn van de stuurleidingen 140, 142 .en 144, 5 dat de aanwezigheid Vein den van de loodssignalen aangeeft, uitsluitend als de betreffende bistabiele keten is ingesteld en de andere bistabiele ketens niet zijn ingesteld. Als twee of meer van de bistabiele ketens zijn ingesteld, wordt geen uitgang-stuursignaal opgewekt door het logische circuit 96*. Het is wenselijk dat uitsluitend zulk een duidelijke aanwijzing van een ontvangen 10 loodssignaal de ontvanger 10 instelt op stereo-ontvangst door bediening van de poort of poorten die overeenkomen met de stereo-modulatietechniek aangegeven door het ontvangen loodssignaal.
Het logische circuit 96' wordt door het uitgangssignaal van het start-circuit 92 via de leiding 93 als aangegeven in Figuur 2 teruggesteld en dit 15 signaal wordt tevens gebruikt voor het terugstellen van de bistabiele ketens 130, 132 en 134 aan de aansluitingen C. Het logische circuit 96' ontvangt tevens een tijdsignaal T3 dat het tij dstip aangeeft waarop de uitgangstoestanden . van de bistabiele ketens 130, 132 en 134 dienen te worden geevalueerd, zoals nader zal worden toegelicht. De uitgang 136 van het logische circuit 96* kan 20 aanwezig zijn am aan te geven dat geen duidelijke beslissing is geveld dat den van de loodssignalen is ontvangen, waardoor de ontvanger 10 in monofoon bedrijf werkt. Het logische circuit 96' bevat tevens een uitgangsleiding 138 die is aangesloten op een stereofonie-indicatielamp 139. Het circuit 96* levert een signaal in de leiding 138 telkens als €dn van de stuursignalen (A), 25 (b) of (C) wordt opgewekt.
Figuur 3 is een blokschema van een andere uitvoeringsvorm van een loods-signaaldetector en een logisch circuit volgens de uitvinding. Het loodssignaal-detectiecircuit 94 volgens Figuur 3 is nuttig voor het detecteren van loodssignalen voor maximaal alle vijf eerder beschreven AM-stereofonie-omroepstelsels. 30 in Figuur 3 is een stuurcircuit 146 afgebeeld dat via de leiding 93 een start-signaal ontvangt uit een startcircuit 92. De stuureenheid 146 levert stuursignalen aan een spanninggestuurd smalbandig banddoorlaatfilter 148, de drempel-detector 150, bistabiele ketens 152, 154, 156, 158 en 160 en het logische circuit 96. De stuurspanning die wordt toegevoerd aan het filter 148 stelt dit 35 filter eerst in op de frequentie van het eerste loodssignaal, bijvoorbeeld het loodssignaal van 5Hz van het stereofoniestelsel AM/PM. Het filter wordt voldoende lang op de frequentie van 5Hz gehouden om een uitgangssignaal te kunnen leveren aan de drempeldetector 150, bijv. gedurende 300 ms. Het circuit 15.0 detecteert het signaal dat aanwezig is aan de uitgang van het filter 148 40 en vergelijkt het gedetecteerde signaal met een instelbare drempel die wordt t 8203292 -14- in geste Id door het stuursignaal uit de eenheid 146. De bistabiele keten 152 wordt gereedgemaakt voor het reageren op het uitgangssignaal van de drempel-detector 150 tijdens deze aanvangsperiode en als het uitgangssignaal van het filter 148 de drempeldetector 150 trekt tijdens deze eerste monsterperiode 5 wordt de bistabiele keten 152 ingesteld. De stuurlogica 146 levert een stuursignaal aan de bistabiele keten 152 teneinde deze uitsluitend tijdens deze eerste periode te deblokkeren.
Na de bemonstering bij 5Hz door het filter 148 tijdens de eerste periode .levert het stuurcircuit 146 een andere stuursignaalspanning aan het stuurbare 10 banddoorlaatfilter 148 voor het opnieuw instellen daarvan op een..tweede frequentie i bijv. het loodssignaal van 15Hz dat wordt gebruikt in het stereofonie-stelsel ISB. Het stuurcircuit 146 kan tevens een stuursignaal leveren aan de drempeldetector 150 teneinde zijn drempelniveau zo in te stellen dat het overeenkomt met de verwachte sterkte van het loodssignaal ISB. Als tijdens de tweede monster-15 periode de drempeldetector 150 een signaal van 15Hz detecteert, stelt hij de bistabiele keten 150 in, die uitsluitend tijdens deze tweede monsterperiode voor het instellen wordt gedeblokkeerd door het stuurcircuit 146.
Aan het einde van de tweede periode stelt het stuurcircuit 146 het banddoorlaatfilter 148 opnieuw in op de volgende loodssignaalfrequentie, bijv. het 20 loodssignaal van 20Hz van het stereofoniestelsel AM/FM. De bistabiele keten 156 wordt ingesteld als een signaal van 20Hz tijdens de derde monsterperiode gedetecteard door de drempeldetector 150. Op soortgelijke wijze worden de bistabiele ketens 158 en 160 ingesteld als de drempeldetector signalen detecteert . tijdens de vierde resp. vijfde monsterperiode, waarbij het banddoorlaatfilter 25 148 wordt afgestemd op het loodssignaal van 25Hz dat wordt gebruikt in het stereofoniestelsel CQUAM resp. op het signaal met de variabele frequentie tussen 55 en 96Hz dat wordt toegepast in het- stereofoniestelsel V-CPM. Wegens de grotere bandbreedte die nodig is kan het in plaats daarvan noodzakelijk zijn een afzonderlijk filter in te schakelen voor het detecteren van het loods-30 signaal met variabele frequentie dat wordt toegepast in het stelsel V-CPM.
Nadat de verschillende frequentiebanden. voor de vijf verschillende loods-signalen achtereenvolgens zijn bemons.terd tijdens vijf opeenvolgende perioden en de bistabiele ketens 152, 154, 156, 158 en 160 zijn ingesteld, afhankelijk van de vraag of al dan niet een signaal is gedetecteerd in elk van de loods-35 signaal-doorlaatbanden, wordt het logische circuit 96 geactiveerd door een tijdsignaal T3, teneinde het logische circuit in staat te stellen de uitgangs-toestanden van de bistabiele ketens 152, 154, 156, 158 en 160 te evalueren.
Het logische circuit 96 werkt op soortgelijke wijze als het logische circuit 961' uit Figuur 2 en levert uitgangssignalen (A) , (B) , (C) , (D) en (E) in leidingen 40 98 voor het bedienen van de overeenkomstige poorten in ontvanger 10 uit Figuur 1 8203292 -15- als een en niet meer dan €en loodssignaal is gedetecteerd tijdens de eerste vijf monsterperioden. Verder wordt in de leiding 138 in dat geval een afzonderlijk signaal geleverd teneinde de stereofonie-indicatielamp 139 in werking te stellen. Als signalen in meer dan den van de loodssignaalbanden worden gedetecteerd, 5 geeft dit een onz'ekerheid aan, welke AM-stereofonie-modulatietechniek aanwezig is in het ontvangen tussenfrequentiesignaal, dan wel dat belangrijke ruis of andere storende signalen aanwezig zijn. In-dat geval levert derhalve het logisch circuit 96 geen uitgangss'ignaal in edn van de leidingen 98 en 138 en de stereo-fonie-indicatielamp 139 licht niet op. De ontvanger 10 werkt derhalve monofoon 10 totdat een enkel loodssignaal is gedeteeeerd tijdens een volledige raonster-cyelus.
Het is duidelijk dat het circuit 94 uit Figuur 3 werkt volgens het door een reeks bemonsteren van verschillende frequentiebanden, terwijl het circuit 94' uit Figuur 2 alle van belang zijnde frequentiebanden gelijktijdig bemonsterd. 15 Zowel bemonstering volgens een reeks als gelijktijdige bemonstering kan worden gebruikt voor het detecteren van den of meer van de verschillende loodssignalen.
Na de aanvankelijke bemonstering door het logisdhe circuit 96 van alle uitgangs-signalen van de bistabiele ketens uit Figuur 3 kan het, indien geen enkel loodssignaal is vastgesteld, wenselijk zijn het stuurcircuit 146 terug te 20 stellen en het detectieproces voor het loodssignaal den of meer malen te herhalen. Zodra slechts een enkel loodssignaal is gedetecteerd tijdens een monstercyclus, kan het opnieuw doorlopen van die cyclus worden bedindigd. Deze functie kan bijvoorbeeld worden gelnstrumenteerd door een terugkoppeling naar het stuurcircuit 146 vanuit het logische circuit 96.
25 In Figuur 4 is een ander circuit voor een detectie van het loodssignaal en logisch circuit afgebeeld, dat gebruik maakt van een geprogrammeerde microprocessor voor het uitvoeren van de logische functies beschreven aan de hand yan de Figuren 2 en 3. Het startcircuit 92 levert een beginsignaal aan de microprocessor 162, die vervolgens het veranderlijke banddoorlaatfilter 148 30 en de drempeldatector 150 stuurt voor het volgens een reeks bemonsteren van de verschillende loodssignaal-frequentiebanden als beschreven aan de hand van Figuur 3. Het uitgangssignaal vein de drempeldetector 150 voor elke frequentie-band kan worden cnderzocht door de microprocessor 162 en het resultaat kan daarin worden bewaard voor latere analyse, teneinde vast te stellen of er 35 slechts edn loodssignaal is gedetecteerd tijdens een monstercyclus.
In. Figuur 8 is een andere detector voor het loodssignaal en logisch circuit afgebeeld, waarin gebruik wordt gemaakt van een microprocessor voor de smal-bandige filterfunctie, alsmede voor de logische functies. De leiding 91 die de in fase gedetecteerde loodssignalen voert is verbonden met de amplitude-40 'detector 180, die een laagdoorlaatfilter kan bevatten voor het onderdrukken van 8203292 , -16- audio-modulatiecomponenten met hogere frequenties. De detector 280 levert het gedetecteerde uitgangssignaal aan de integrator 282, die dit signaal middelt over een geschikt tijdinterval (bijv, 1 a 10 ms) en tevens componenten met hogere frequentie verwijdert. Het uitgangssignaal van de integrator wordt 5 voor elk tijdinterval in een numeriek signaal omgezet door de analoog-numeriek-omzetter 284 en het numeriek gemaakte signaalniveau wordt voor analyse geleverd aan de microprocessor 286. De microprocessor kan een numerieksfilterfunctie uitvoeren door gewaardeerde sommen te bepalen van het numeriek gemaakte gedetecteerde signaal voor de verschillende loodssignaalfrequenties en deze ge-.
10 waardeerde sommen te vergelijken met voorafbepaalde drempelwaarden teneinde de aanwezigheid of afwezigheid van het betreffende loodssignaal of van signalen van belang vast te stellen. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is dat de analoog-numeriek-omzetter 284 slechts een signaalpolariteit hoeft te. verwerken, wat het ontwerp van de eenheid 284 vergemakkelijkt. Bij 15 een voorkeursuitvoering zouden de detector 280 en de integrator 282 echter vervallen, waarbij het signaal in de leiding 91 rechtstreeks in numerieke vorm wordt omgezet in de analoog-numeriek-omzetter 284 en waarbij alle signaal-bewerking numeriek plaatsvindt in de microprocessor 286. Door deze procedure te yolgen vermijdt men de opwekking van ongewenste niet-lineaire produkten 20 die yafetk worden geintroduceerd door de werking van de detector 280.
In de Figuren 3 en 4 is een stuurleiding uit het stuurcircuit 146 of de microprocessor 162 naar de.drempeldetector 150 afgebeeld.'Deze stuurleiding wordt gebruikt voor het op de juiste wijze instellen van het drempelniveau van de drempeldetector teneinde verwachte verschillen in signaalsterkte tussen 25 de verschillende loodssignaldn te compenseren,.die ontstaan doordat verschillende maten van hoekmodulatie worden gebruikt bij het ontwikkelen van de verschillende AM-stereofonie-omroepsignalen- Dit blijkt zonder meer uit een beschouwing van de omroepsignaal-specificaties die zijn gepubliceerd voor elk. van de voorgestelde AM-stereofoniestelsels.
30 Figuur 5 is een schema van een logisch circuit 96' dat kan worden gebruikt tezamen met de loodssignaaldetector uit Figuur 2, teneinde de aanwezigheid van een enkel loodssignaal en de afwezigheid van signalen in aangrenzende banden vast te stellen. Zoals eerder beschreven aan de hand van Figuur 2 worden. voor het detecteren van een enkel loodssignaal, bijv. het loodssignaal 35 ISB, bistabiele ketens 130, 132 en 134 ingesteld afhankelijk van de vraag of er signalen zijn gedetecteerd bij frequenties onder, bij en boven de frequentie van het verwachte loodssignaal. Aannemenda dat het gewenste loodssignaal is ontvangen en dat geen signaal is gedetecteerd in de frequentiebanden onder en boven de loodssignaalfrequentie, Is de bistabiele keten 132 ingesteld, terwijl 40 de bistabiele ketens 130 en 134 niet zijn ingesteld. De ingestelde toestand 8203292 -17- van de bistabiele keten 132 veroorzaakt een sperspanning over da diode 166, die het uitgangsniveau in de leiding 184 verhoogt teneinde een binaire "een" aan te geven, mits de bistabiele keten 180 is ingesteld en de transistor 176 niet geleidt, zoals hiema zal worden beschreven. Als de bistabiele keten 130 '5 of 134 een uitgangssignaal "een" levert, wordt het hoge uitgangssignaal via de dioden 170 of 172 en de weerstand 174 doorgelaten en het doet de transistor 176 geleiden. Dit verlaagt het uitgangssignaal in de leiding 184 tot een signaaltoestand "nul". Deze toestand treedt op als er een signaal wordt ge-detecteerd in de frequentieband onder of boven de frequentieband van het 10 van belang zijnde loodssignaal en geeft aan dat het signaal dat de bistabiele keten 132 instelde kan zijn veroorzaakt door ruis. De bistabiele keten 180 wordt teruggesteld door het startsignaal in de leiding 93 dat wordt geleverd door het circuit 92. In de teruggestelde toestand geleidt de diode 178 en het uitgangssignaal in da leiding 184 is een "nul". De bistabiele keten 180 15 wordt ingesteld door het tijdsignaal T3, dat aangeeft dat de tijd voor het bemonsteren van de drie frequentiebanden is verstreken. Als de bistabiele keten 180 is ingesteld, wordt de diode. 178 gesperd en een uitgangssignaal "een" in de leiding 184 treedt op, mits een "een" aanwezig is aan de uitgang van . de bistabiele keten 132. De versterker 182 is op de leiding 184 aangesloten 20 teneinde de stereofonie-indicatielamp 139 te sturen. Het circuit 164 levert derhalve een "een" in de leiding 184, aangegeven door een positieve spanning, als de bistabiele keten 132 is ingesteld en de bistabiele ketens 130 en 134 niet zijn ingesteld. Het uitgangssignaal in de leiding 184 wordt gedeblokkeerd nadat het tijdsignaal T3 is afgegeven aan de bistabiele keten 180.
25 Figuur 6 toont een ingewikkelder logisch circuit ten gebruike voor de detectie van elk van drie verschillende loodssignalen. Dit logisch circuit kan bijvoorbeeld in de ontvanger uit Figuur 1 worden gebruikt voor de ont-vangst van een stereofoniesignaal AM/PM met een loodssignaal van 5Hz, een stereofoniesignaal ISB met een loodssignaal van 15Hz of een stereofoniesignaal 30 CQUAM met een loodssignaal van 25Hz. Bistabiele ketens 130, 132 en 134 worden gestuurd door gelijktijdig of volgens een reeks werkende banddoorlaatfiIters en drempeldetectiecircuits (zoals afgebeeld in de Figuren 2 en 3). die zijn afgestemd op de loodssignaalfrequenties van 5Hz, 15Hz en 25Hz.
Als de bistabiele keten 130 zich in de toestand "een" bevindt, wat de 25 ontvangst van een. loodssignaal bij 5Hz aangeeft en de bistabiele ketens 132 en 134 een uitgangssignaal "nul" leveren, wat aangeeft dat geen loodssignalen of andere signalen worden ontvangen bij 15Hz en. 25Hz, wordt de uitgangs-leiding 140 overeenkomende met het stuursignaal (A) bekrachtigd. Het positieve uitgangssignaal van de bistabiele keten 130 spert de diode 186. De diode 202 40 is gesperd, mits geen van de transistoren 198, 216 of 218 geleidt. Elk van deze 8203292 -18- transistoren geleidt uitsluitend als twee van de uitgangen van bistabiele ketens een "een" voeren. De basis van de transistor 198 is bijvoorbeeld via dioden 192 en 194 verbonden met de uitgangen van de bistabiele ketens 130 en 132.
Deze dioden zijn tevens op een positieve spanningbron aangesloten via de 5 weerstand 196. Als beide bistabiele ketens 130 en 132 een uitgangssignaal "een" leveren, worden beide dioden gesperd en de transistor 198 geleidt, waardoor de diode 202 geleidt en het uitgangssignaal in de leiding 140 de toestand "nul" aanneemt. Op soortgelijke wijze geleidt de transistor 216, waarvan de basis op de positieve voedingsspanning is aangesloten via de 10 .weerstand 212 en via dioden 204 en 206 is aangesloten op de uitgangen van de .bistabiele ketens 130 en 134, als beide bistabiele ketens 130 en 134 een positieve spanning of uitgangssignaal "een" leveren. De transistor 218, waarvan de basis via de weerstand 214 is aangesloten op de positieve voedingsspanning en via de dioden 208 en 210 is aangesloten op de uitgangen van de bistabiele .15 ketens 132 en 134 geleidt evenzo als de uitgangen van beide bistabiele ketens 132 en 134 een positief signaal "een" leveren. De combinatie van de transistoren .198, 216 en 218 verwi)jdert derhalve de spanning via de diode 202 als enig paar van twee bistabiele ketens een uitgangssignaal "een" levert. Dit veroorzaakt in de uitgangsleiding 140 een uitgangssignaal "nul" als enig paar bistabiele 20 ketens een "een" voert. De uitgang-stuursignalen (B) en (C) in de leidingen 142 en 144 worden eveneens aan deze transistoren toegevoerd via dioden 220 en 222 en worden via dioden 188 en 190 toegevoerd aan de respectieve bistabiele ketens 132 en 134. Derhalve wordt elk der uitgangsleidingen 140, 142 en 144 slechts bekrachtigd als de overeenkomstige bistabiele keten 130, 132 en 134 25 een uitgangssignaal "een" levert en alle andere bistabiele ketens een uitgangssignaal "nul" leveren.
Het circuit uit Figuur 6 bevat tevens elementen voor het leveren van een stereofonie-indicatie-uitgangssignaal. De uitgangen van alle drie bistabiele ketens 130, 132 en 134 zijn via dioden 224, 226 en 228 en de weerstand 238 30 aangesloten op de transistor 234. Als een der bistabiele ketens 130, 132 en 134 een uitgangssignaal "een" levert en de basis van de transistor 234 niet omlaag is gevoerd door de werking van de bistabiele keten 180 en de diode 230 als hiervoor beschreven, geleidt de transistor 234. Dit voert een lage ingangs-spanning toe aan de transistor 232, die overigens geleidt door toedoen van 35 de spanning die via de weerstand 236 wordt geleverd vanuit een positieve voedingsspanning. De transistor 232 spert derhalve, waardoor de spanning in de leiding 241 hoog kan worden. Deze spanning is hoog mits geen der transistoren 198, 216 en 218 de spanning laag maakt, zoals hiervoor beschreven, en in de leiding 241 ontstaat een uitgangssignaal als een van de loodssignalen voor 40 het stereofoniestelsel en geen der andere loodssignalen is gedetecteerd. Het 8203232 -19- uitgangssignaal in de leiding 241 wordt via de stuurketen 242 toegevoerd aan de stereofonie-indicatielamp 139. Een invertor 244 kan aanwezig zijn teneinde een uitgangssignaal dat monofone ontvangst aangeeft toe tevoeren aan de leiding 136. Zoals hiervoor beschreven houdt de bistabiele keten 180 tesamen met de 5 .diode 230 de ingang van de transistor 234 laag tot de loodssignaal-detectie-cyclus is voltooid, aangegeven door het tijdsignaal T3.
Zoals eerder vermeld in samenhang met Figuur 1 kan de condensator 82 die dient als tussenfrequentie-ontkoppelcondensator voor het stereofoniekanaal, tevens tesamen met de schakelaar 84 worden gebruikt voor het leveren van 10 tijdsignalen voor het bedrijf van de loodssignaaldetector 94 en het logische circuit 96. Figuur 7 is een schema van deze soort tijdcircuit. De schakelaar 84 ;is met zijn ene pool verbonden met de uitgang van de kwadratuurdetector 78 :en met zijn andere pool via de weerstand 246 verbonden met de positieve voedings-spanning. Het omschakelcontact van de schakelaar 84 is verbonden met de 15 ontkoppelgenerator 82. Tijdens normaal stereofonie-bedrijf bevindt de schakelaar 84 zich in de linkerstand en hij verbindt de ontkoppelcondensator 82 met-de uitgang van de kwadratuurdetector 78 teneinde de tussenfrequentie te ontkoppelen. Als het startcircuit 92 een plotselinge verandering in het uitgangssignaal van de discriminator 54 en het integratiecircuit 60, 62 aangeeft, wordt via 20 de leiding 93 een startsignaal geleverd aan de schakelaar 84, waardoor de schakelaar zo wordt ingesteld dat de condensator 82 wordt verbonden met de weerstand 246 en de positieve voedingsspanning. Deze verbinding met de weerstand 246 voert een zaagtandspanning toe aan de leiding 248, die is verbonden met de drempelcircuits 250, 252 en 254. Het startsignaal wordt tevens toe-25 geyoerd aan de ingang fl van het verstembare banddoorlaatfilter 256 teneinde het banddoorlaatfilter terug te stellen naar de eerste te bemonsteren frequentie-band. Als de zaagtandspanning in de leiding 248 een eerste drempelwaarde (el), bereikt, wordt het drempelcircuit 250 getrokken, waardoor een uitgangssignaal (Tl) wordt afgegeven aan het banddoorlaatfilter 256 teneinde de 30 centrale frequentie van het filter te veranderen in (f2) overeenkomende met een tweede loodssignaalfrequentie. Dit signaal wordt tevens via da leiding 258 toegevoerd aan de poort 260, die de weerstand 270 opneemt in het drempel-circuit 268 teneinde zijn drempel te verlagen. In het stelsel voor het detecteren van de loodssignalen van 5Hz, 15Hz en 25Hz is het bijvoorbeeld juist om 35 de drempelwaarde te verlagen en daardoor de drempelcircuits gevoeliger te maken voor de ontvangst van de zwakkere loodssignalen van 15Hz en 25Hz.
Op een later tijdstip bereikt de zaagtandspanning in de leiding 248 de tweede drempel (e2), waardoor het drempelcircuit 252 wordt getrokken/ dat een uitgangssignaal (T2) levert, dat het banddoorlaatfilter 256 instelt op de derde 40 beoogde frequentie (f3) . Op een nog later tijdstip bereikt de spanning in .de ··._; .·*· r 8203292 -20- lei ding 248 een waarde (e3) die het drempelcircuit 254 trekt, dat daardoor een uitgangssignaal (T3) levert, dat de schakelaar 84 doet terugkeren naar de stand voor het ontkoppelen van de tussenfrequentie voor de detectie van de stereofonie-verschilsignalen in het kanaal ISB entevens voor het terug-5 stellen van het startcircuit 92.'Een geschikte waarde voor de tijdsturing, bepaald door de zaagtandspanning in de leiding 248, is ongeveer 300 ms vanaf het optreden van het startsignaal tot aan de afgifte van het signaal (Tl), opnieuw 300 ms voor de duur van het signaal (T2) en opnieuw 300 ms voor de duur van het signaal (T3). .Deze tijdsduren leveren een geschikte periode voor 10 het doorlaten van signalen door het banddoorlaatfilter 256 naar de fasesplitser 262, de diodedetectoren 264 en 266 en het drempelcircuit 268.
Zoals hierboven beschreven wordt na de afgifte van het signaal (T3) jals een enkel stereofonie-loodssignaal cp de juiste wijze is geidentificeerd, het startcircuit 92 voorgesteld door het stereofonie-indicatiesignaal. Als 15 echter niet op de juiste wijze een stereofonie-loodssignaal is geidentificeerd, kan het startcircuit de zoekcyclus voor de stereofonie-loodssignalen opnieuw starten. In plaats daarvan kan slechts den of een bepaald aantal zoekcircuit worden uitgevoerd en de ontvanger kan in monofoon bedrijf worden gehouden als geen loodssignaal is gedetecteerd. De ontvanger kan in het monofone bedrijf 20 blijyen totdat hij wordt afgestemd op een andere AM-zender of wordt uitgeschakeld. Of totdat een voorafbepaalde tijdsduur is verstreken, waama een nieuwe zoekcyclus kan worden begonnen. Dit is iets dat kan worden overgelaten aan de ontwerper van een bepaalde ontvanger en de instrumentatie daarvan is zonder meer duidelijk.
25 In verscheidene hierboven beschreven voorbeelden zijn specifieke uitvoeringen beschreven voor het realiseren van de uitvinding door middel van analogon-zaagtandspanningen en numerieke tijdsignalen. Set is duidelijk dat deze signaal-keuze kan worden' toegepast in verschillende uitvoeringsvormen en dat de aangegeyen signaalyormen slechts bij wijze van voorbeeld zijn gegeven. Evenzo 30 is het duidelijk dat de specifieke logische circuits als beschreven in de
Figuren 5 en 6 slechts bij wijze van voorbeeld zijn gegeven en kunnen worden veryangen door gelntegreerde circuits of andere logische elementen die gelijk-waardige functies uitoefenen.
Ook is het duidelijk dat de voorkeursuitvoeringen van de ontvanger die 35 met voile lijnen zijn aangegeven in Figuur 1 en die in staat zijn om stereofonie-signalen AM/PM, stereofoniesignalen CQUAM en stereofohiesignalen ISB te ont-vangen, kunnen worden ingericht voor de ontvangst van elk tweetal of groter aantal yan de vijf verschillende voorgestelde AM-stereofoniesignalen.
40 . 8203232

Claims (11)

1. Ontvanger voor stereofonie-omroepsignalen die een modulatiecomponent bevatten 5 met een loodssignaal met een geselecteerde frequentiekarakteristiek, met een apparaat voor het bepalen van de aanwezigheid of afwezigheid van de loodssignalen, gekenmerkt door een frequentiedetectieorgaan (112, 114, 116) voor het detecteren van ontvange signaalcomponenten die liggen in een eerste frequentieband die h&t loodssignaal bevat *en die tevens ontvangen signaal- 10 componenten detecteren die liggen binnen tenminste een andere frequentie band boyen of onder de eerste band, alsmede een signaal-evaluatieorgaan (94, 94’, 94'') voor het evalueren van de signalen gedetecteerd in de eerste en andere banden en voor het cntwikkelen van een uitgangssignaal i dat aangeeft of signalen in de eerste band een eerste niveau overschrijden i 15 en signalen in de andere band een tweede niveau niet overschrijden.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het detectieorgaan (112, 114, 116) ontvangen signaalcomponenten liggende in de tweede en derde andere frequentieband die boven resp. onder de eerste frequentieband liggen en daaraan grenzen, detecteert.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het loodssignaal een smalbandige frequentiekarakteristiek heeft en de eerste, tweede en derde frequentiebanden die overeenkomstig smal zijn.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het loodssignaal een subsone toon met nagenoeg een enkele frequentie is.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het evaluatieorgaan (94, 94', 94'1) een uitgangssignaal opwekt uitsluitend als een signaal met de eigenschappen van het loodssignaal is gedetecteerd in de eerste band en een eerste drempel overschrijdt tijdens een geselecteerde evaluatie-periode en geen signalen in de tweede of derde aangrenzende band zijn ge- 30 detecteerd die een tweede drempel overschrijden tijdens de geselecteerde evaluatieperiode.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het detectieorgaan gelijktijdig signalen in de eerste, tweede en derde frequentieband detecteert (Figuur 2).
7. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk dat het detectieorgaan yolgens een reeks signalen in de eerste, tweede en derde frequentieband in een voorafbepaalde volgorde detecteert (Figuur 3).
8. Ontvanger volgens conclusie 1 voor de ontvangst van verscheidene onderling yerschillende typen AM-stereofonie-omroepsignalen, die elk een modulatie- 40 component bevatten die een loodssignaal bevat met een geselecteerde frequentie- 8203292 -22- karakteristiek die uniek is voor dat type AM-stereofonie-omroepsignaal, met het kenmerk dat het evaluatieorgaan een uitgangssignaal opwekt dat aangeeft als signalen in den van de banden een voorafbepaald niveau over-schrijden en signalen in alle andere banden dat niveau niet overschrijden 5 en dat tevens aangeeft in welke van de verschillende banden het niveau wordt overschreden, daardoor aangevende welk type AM-stereofonie-omroepsignaal wordt ontvangen.
9. Inrichting volgens conclusie 4 of 8, met het kenmerk dat het evaluatieorgaan verscheidene uitgangen heeft, die elk een overeenkomstig type AM-10 stereofonie-omroepsignaal voorstellen, waarbij het uitgangssignaal van het eyaluatieorgaan wordt toegevoerd aan een van die verschillende uitgangen, daardoor aangevende welk type AM-stereofonie-omroepsignaal wordt ontvangen.
10. InriChting volgens conclusie 8 of 9,· gekenmerkt door een orgaan dat periodiek het detectieorgaan en het evaluatieorgaan in werking stelt, teneinde een IS nieuwe evaluatie te doen plaatsvinden van de signaalinhoud van de verschillende frequentiebanden ti j dens elke periode waarin die organen in- werking warden gesteld..
11. Ontvanger volgens een of meerdere conclusies 1 t/m 10 voor de ontvangst en het demoduleren van samengestelde in amplitude gemoduleerde stereofonie-20 omroepsignalen met een draaggolf die in amplitude is gemoduleerd overeenkomstic de stereofonie-sominformatie (L+R) en waarbij hoekmodulatie overeenkomstig stereofonie-verschilinformatie (Ei-R) op de draaggolf is uitgevoerd overeenkomstig een van tenminste twee samengestelde modulatietechnieken, waarbij • de hoekmodulatie verder de loodssignaalcomponent bevat die een geselecteerde 25 frequentiekarakteristiek heeft die representatief is voor die ene samen gestelde modulatietechniek, met een orgaan (12, 14) voor de ontvangst van amplitudemodulatie-stereofonie-signalen en de omzetting van die signalen • in overeenkomstige tussenfrequentie-signalen en een orgaan (16) voor het in amplitude demoduleren van het tussenfrequentie-signaal voor het daaraan 30. ontlenen van een signaal dat representatief is voor de informatie (L+R) , gekenmerkt;door een hoek-demodulatieorgaan (20; 52-68; 72-86) voor het demoduleren van het tussenfrequentie-signaal overeenkomstig de eisen van de eerste en tweede samengestelde modulatietechniek en het opwekken van oyereenkomstige eerste en tweede audiofrequenta uitgangssignalen die represen-35 tatief zijn voor de informatie (L-R) die is uitgezonden overeenkomstig de eerste resp. tweede samengestelde modulatietechniek. 40 8203292
NL8203292A 1981-08-31 1982-08-23 Ontvanger voor stereofonische over de radio uitgezonden signalen. NL191044C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/298,230 US4426728A (en) 1981-08-31 1981-08-31 Multiple system AM stereo receiver and pilot signal detector
US29823081 1981-08-31

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8203292A true NL8203292A (nl) 1983-03-16
NL191044B NL191044B (nl) 1994-07-18
NL191044C NL191044C (nl) 1994-12-16

Family

ID=23149612

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203292A NL191044C (nl) 1981-08-31 1982-08-23 Ontvanger voor stereofonische over de radio uitgezonden signalen.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4426728A (nl)
JP (1) JPS5846739A (nl)
AU (1) AU545881B2 (nl)
BR (1) BR8205035A (nl)
CA (1) CA1167110A (nl)
DE (1) DE3231123A1 (nl)
FR (1) FR2512295B1 (nl)
GB (1) GB2105558B (nl)
IT (1) IT1156503B (nl)
MX (1) MX158304A (nl)
NL (1) NL191044C (nl)
NZ (1) NZ201177A (nl)
ZA (1) ZA825535B (nl)

Families Citing this family (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS58206250A (ja) * 1982-05-27 1983-12-01 Sony Corp Amステレオ受信機
JPS59140739A (ja) * 1983-01-31 1984-08-13 Sony Corp Amステレオ受信機のパイロット信号検出回路
JPS60213143A (ja) * 1984-04-06 1985-10-25 Clarion Co Ltd Amステレオ方式自動判定回路
JPS6159932A (ja) * 1984-08-31 1986-03-27 Fujitsu Ten Ltd 振幅変調ステレオ放送方式識別装置
JPS6162248A (ja) * 1984-09-04 1986-03-31 Fujitsu Ten Ltd 振幅変調ステレオ放送方式識別装置
JPS6163122A (ja) * 1984-09-05 1986-04-01 Fujitsu Ten Ltd 振幅変調ステレオ放送方式識別装置
KR900005891B1 (ko) * 1985-02-12 1990-08-13 산요덴기 가부시기가이샤 Am스테레오 수신기
US4641341A (en) 1985-08-28 1987-02-03 Kahn Leonard R Automatic multi-system AM stereo receiver using existing single-system AM stereo decoder IC
US4653095A (en) * 1986-02-06 1987-03-24 Kahn Leonard R AM stereo receivers having platform motion protection
US4887297A (en) * 1986-12-01 1989-12-12 Hazeltine Corporation Apparatus for processing stereo signals and universal AM stereo receivers incorporating such apparatus
DE3786922T2 (de) * 1987-12-04 1994-02-24 Hazeltine Corp Vorrichtung zur Verarbeitung von Stereosignalen und universale AM-Stereoempfänger mit einer solchen Einrichtung.
JPH0392598U (nl) * 1990-01-09 1991-09-20
CA2100447A1 (en) * 1991-02-06 1992-08-07 Lawrence Marvin Ecklund Am-fm combined stereo receiver
US5239699A (en) * 1991-02-06 1993-08-24 Motorola, Inc. Am-fm combined stereo receiver
US5543849A (en) * 1992-10-13 1996-08-06 Gilbarco Inc. Synchronization of prerecorded audio/video signals with multi-media controllers
DE4340012B4 (de) * 1993-11-24 2004-04-22 Blaupunkt-Werke Gmbh Demodulator
US5784466A (en) * 1997-01-16 1998-07-21 Ford Motor Company Co-channel interference detector
US6078896A (en) * 1997-11-05 2000-06-20 Marconi Commerce Systems Inc. Video identification for forecourt advertising
JP3645208B2 (ja) * 2001-10-24 2005-05-11 日本放送協会 中波ステレオ放送受信回路

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2521752A (en) 1948-01-19 1950-09-12 Gen Motors Corp Radio station selector
US3218393A (en) * 1960-02-11 1965-11-16 Leonard R Kahn Compatible stereophonic transmission and reception systems, and methods and components characterizing same
US3555435A (en) 1968-11-21 1971-01-12 Robert E Vosteen Multifrequency signal detector
JPS4822644B1 (nl) * 1969-09-13 1973-07-07
US3798376A (en) * 1969-12-29 1974-03-19 Rca Corp Multiplex decoding system
US3908090A (en) * 1972-05-10 1975-09-23 Leonard R Kahn Compatible AM stereophonic transmission system
CA997278A (en) * 1972-05-30 1976-09-21 Keiichiro Ogura Discrete 4-channel stereo recording and/or reproducing system
US4109197A (en) 1973-03-15 1978-08-22 Westinghouse Electric Corp. Prf detection system and method
DE2313793A1 (de) * 1973-03-20 1974-09-26 Braun Ag Selektion von dekodierungsanordnungen
DE2408947C3 (de) 1974-02-25 1979-02-22 Blaupunkt-Werke Gmbh, 3200 Hildesheim Schaltungsanordnung zur Frequenzerkennung auf dem Gebiet des Verkehrsfunkempfangs
US4018994A (en) * 1974-07-10 1977-04-19 Kahn Leonard R Compatible AM stereophonic receivers
JPS5113208U (nl) * 1974-07-17 1976-01-30
US4109239A (en) 1975-09-30 1978-08-22 Scientific-Atlanta, Inc. Radio frequency alarm system including transmitting, coding and decoding circuitry
US4232189A (en) * 1977-08-31 1980-11-04 Harris Corporation AM Stereo receivers
US4199761A (en) 1978-08-02 1980-04-22 Westinghouse Electric Corp. Multichannel radio communication system for automated power line distribution networks
JPS5830793B2 (ja) 1978-10-04 1983-07-01 株式会社日立製作所 多周波信号受信方式
US4227255A (en) 1979-04-11 1980-10-07 Telcom, Inc. Signal classifier
US4344038A (en) 1980-05-27 1982-08-10 The Magnavox Company Low frequency tone detector

Also Published As

Publication number Publication date
MX158304A (es) 1989-01-20
IT8268059A0 (it) 1982-08-31
JPS6243627B2 (nl) 1987-09-16
NL191044B (nl) 1994-07-18
US4426728A (en) 1984-01-17
ZA825535B (en) 1983-07-27
FR2512295A1 (fr) 1983-03-04
GB2105558A (en) 1983-03-23
BR8205035A (pt) 1983-08-09
IT1156503B (it) 1987-02-04
NZ201177A (en) 1985-08-16
DE3231123C2 (nl) 1992-06-11
JPS5846739A (ja) 1983-03-18
CA1167110A (en) 1984-05-08
AU545881B2 (en) 1985-08-01
FR2512295B1 (fr) 1987-02-13
AU8578582A (en) 1983-03-10
GB2105558B (en) 1985-07-31
DE3231123A1 (de) 1983-03-10
NL191044C (nl) 1994-12-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8203292A (nl) Am-stereofonie-ontvanger en loodssignaal-detector voor verscheidene systemen.
CA1122278A (en) Apparatus and method for the identification of specially encoded fm stereophonic broadcasts
US4124817A (en) Bandwidth switching circuit for intermediate frequency amplifier stage in FM receiver
US5077542A (en) Transmission system with suppressed carrier signal amplitude modulation preserving the polarity of the transmitted signal, and corresponding transmitter and receiver
AU596408B2 (en) Method and device for building up a connection in shortwave radio networks
US4356510A (en) Television sound multiplex signal receiving device
CA1190601A (en) Radio receiver with reception-readiness monitoring feature, and method
JP3839041B2 (ja) デジタル信号処理部を有する放送受信機
US4236041A (en) Stereophonic signal indicating apparatus
US4410762A (en) Dual mode tone detector circuit
US4405837A (en) Tone detector circuit
EP0110994A1 (en) AMPLITUDE MODULATED STEREO RECEIVER.
USRE33381E (en) Multiple system AM stereo receiver and pilot signal detector
NL8203256A (nl) Synchrone omhullende detector.
EP0771081B1 (en) Waveform identity discriminating circuit
KR880000960B1 (ko) 다중시스템 am 스테레오 수신기 및 파일롯트신호 검출기
JPS61107819A (ja) 識別信号混入抽出方法
US5046129A (en) Reducing phase error in received FM multiplex signal
JP2901606B2 (ja) 音声多重テレビ信号の識別信号検出回路
SU1626410A1 (ru) Устройство приема сигналов с частотным разделением каналов
JPH0927778A (ja) Fmダイバーシティ受信機
GB2350020A (en) Radio transmission system and method
JPS58148528A (ja) スケルチ回路
JP3119490B2 (ja) ダイバーシティ方式のfm受信装置
KR0134912B1 (ko) 이중 반송과 음성다중 방송에서의 방송 상태 판별 회로

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19960301