NL8203128A - Inrichting ter bevestiging van een afneembaar samenstellend deel aan het freem van een tweewielig motorvoertuig. - Google Patents

Description

£- ί --- ................ * .....

I 70 3613 fc 1 1

Inrichting ter bevestiging van een afneembaar samenstellend deel aan het freem van een tveewielig motorvoertuig.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting die in het algemeen eschikt is ter bevestiging van een afneembaar samenstellend deel aan het freem van een tveewielig motorvoertuig en is meer in het bijzonder, maar niet uitsluitend, geschikt ter bevestiging van een 5 zijkast aan de carrosserie van een tveewielig motorvoertuig.

Bij enkele typen motorskoeters die tegenwoordig worden gebruikt kan elk van de twee afneembare zijkasten, die het achterste ge-deelte van de carrosserie van de skoeter ccrapleet maken, aan die carrosserie worden bevestigd door een onder veerbelasting staande haak die 10 vanaf de buitenkant kan worden bediend.

Deze uitwendige haak is scharnierend aan de carrosserie van de skoeter verbonden in een lage positie, vlakbij de onderrand van de zijkast, en kan met de hand vanuit een vastgehaakte positie naar een vrijgemaakte positie worden gezvaaid, en omgekeerd, teneinde de zijkast 15 respektievelijk te kunnen verwijderen van de carrosserie of daaraan te bevestigen.

Ondanks de eenvoud van deze constructie kan deze ver-grendelingsconstructie voor de zijkasten echter gemakkelijk aanleiding geven tot onaangenaamheden.

20 Het spreekt vanzelf dat wanneer het mogelijk wordt ge- maakt dat iemand de zijkaten ontgrendelt door gewoon de uitwendige haken op een bepaalde manier te bewegen, deze uitvoering beslist geen veilig-heidsmaatregelen verschaft tegen door onbevoegde personen ondernomen po-gingen om de zijkasten en de inhoud daarvan, zoals reserve-onderdelen van 25 de skoeter, reservewiel, bijbehorende onderdelen, persoonlijke voorwerpen en dergelijke, te verwijderen.

Bovendien is de lage positie van de uitwendige haken zodanig dat de bestuurder wordt gedwongen ongemakkelijke houdingen aan te nemen, of te knielen, hetgeen in zoverre dit in de praktijk uitvoer-30 baar is dient te worden vermeden.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een vergrendelingsinrichting die zodanig kan worden aangebracht dat het, in het algemeen, mogelijk wordt gemaakt dat elk afneembaar samenstellend 8203128

i- V

2 deel dat aan het vaste gedeelte van eea tweewielig motorvoertuig is ver-grendeld door de eigenaar van het voertuig wordt ontgrendeld uitsluitend wanneer dit wenselijk is en waarbij deze inrichting eenvoudig en gemakke-lijk kan worden bediend.

5 Het basisprincipe van deze uitvinding wordt. gekenmerkt doordat een haak wordt verschaft die een zwaaiende beweging kan uitvoeren in een zitting die is gevormd in een vast gedeelte van het voertuig van-uit een positie waarin de haak het afneembare samenstellende deel vast-klemt naar een vrijgemaakte positie en omgekeerd, waarbij deze beweging 10 kan worden geleid doordat de haak aansluit tegen een oppervlak van die zitting, terwiji de haak door een ashals is verbonden aan een as die op ontoegankelijke wijze wordt gesteund door het inwendige van het vaste gedeelte van de voertuigcarrosserie en waarbij aan deze as een zwaaiende beweging kan worden medegedeeld door een verbindingsorgaan dat kan wor-15 den bediend in een speciaal verschafte ruimte in het voertuig welke kan worden afgesloten door met een sleutel te bedienen vergrendelingsmidde-len. Ingeval deze uitvinding wordt toegepast bij de carrosserie van een motorskoeter die. is voorzien van een opklapbaar zadel dat omhoog kan worden geklapt om toegang te verlenen tot de vuldop van de brandstoftank, is 20 het zadel geschikt om in horizontale positie te worden vergrendeld door toepassing van een met een sleutel te bedienen. slot en indien het wense-lijk is deze uitvinding toe te passen ter bevestiging van een zijkast aan de skoetercarrosserie, is het basisprincipe van de uitvinding gelegen in een bepaalde uitvoering van de constructie waarbij de kruk, het ver-25 bindingsorgaan en de bedieningshandgreep zijn gecombineerd in een enkele stang. Deze stang is nagenoeg vertikaal zodanig in het inwendige van de skoetercarrosserie gemonteerd dat ze een zwaaiende beweging kan uitvoeren en het ondereinde ervan is in de vorm van een kruk uitgevoerd zodat de stang excentrisch is gekoppeld.aan de haak. De haak kan op zijn beurt 30 ook een zwaaiende beweging maken en wordt daarbij geleid door een in de skoetercarrosserie gevormde gleuf, in overeenstanming met de zijkast, teneinde deze vanaf de binnenkant in een bepaalde hoekpositie van de stang vast te klemmen en om de zijkast vrij te maken in andere hoekposi-ties, waarbij het boveneinde van de stang is gevormd als handgreep die 35 uit de skoetercarrosserie steekt in de ruimte onder het zadel, terwiji deze ruimte all een toegankelijk is wanneer gebruik wordt gemaakt van de 8203128 rf- % 3 speciaal verschafte sleutel ter bediening van bet slot.

De uitvinding zal thans worden beschreven *onder vervij-zing naar de tekening, waarin:

Fig. 1 een vertikale dwarsdoorsnede is» volgens lijn I-I 5 in fig. 2,. van twee vergrendelingsinricbtingen.volgens de uitvinding, zo-als deze kunnen worden toegepast bij een motorskoeter; fig.. 2 is een borizontale doorsnede van de in fig, 1 af-gebeelde motorskoeter, volgens lijn II - II in fig. 1; fig. 3 is een vertikale doorsnede van een gedeelte van 10 de in fig. 1 afgebeelde motorskoeter, volgens lijn III - III in fig. 2; en fig. 4 is een met fig. 2 overeenkomende gedetailleerde borizontale doorsnede van de verbindingsconstructie voor een van de twee vergrendelingsinrichtingen volgens fig. 1.

15 ‘ In de figuren van de bijbeborende tekening zijn twee vergrendelingsinricbtingen 10 afgebeeld zoals deze volgens de uitvinding zijn aangebracbt aan een motorskoeter 11 van conventionele bouw die is voorzien van een zadel 18 dat een zwaaiende beweging kan uitvoeren om een pen 38 en in zijn horizontale positie kan worden vergrendeld door gebruik 20 van een slot 35 dat kan worden bediend door een sleutel. Van de motorskoeter 11 is alleen bet acbterste gedeelte afgebeeld.

Elke vergrendelingsinrichting 10 kan dienen ter bevesti-ging van een van de twee zijkasten 12 van de skoeter 11 aan de carrosse-rie 13 daarvan.

25 Elke vergrendelingsinricbting 10' bestaat uit een stang 1 h die in nagenoeg vertikale positie zodanig in bet inwendige van de skoetercarrosserie 13 is gemonteerd dat ze een zwaaiende beweging kan uitvoeren in legers 153 16 en IT die aan de skoetercarrosserie 13 zijn be-vestigd en daarmee een geheel vormen. Het ene einde van de stang 1U steekt 30 uit de carrosserie 13 onder bet zadel 18 van de motorskoeter 11, waarbij dit uitstekende gedeelte van de stang lU is omgezet ter verschaffing van een handgreep 19 voor de stang. Aan bet andere einde is de stang 1k dubbel gebogen ter vorming van een kruk 20 die dus excentrisch is aange-bracht en kan draaien om de lengteas van. de stang 1¾ waarbij de kruk 20 35 is verbonden aan een ashals 21 die is verscbaft aan bet eind van een haak 22^ waarbij deze is gelegen in een vlak dat loodrecht op de as van stang 8203128 1+ 1k staat. Aan het andere einde is de haak doelmatig in de vorm van een haak omgezet over een gedeelte 23 daarvan dat kan vorden vastgeklemd aan een steun 2k die is bevestigd aan het voorste gedeelte van de zij-kast 12 en binnenvaarts ten opzichte van de zijkast uitsteekt. Teneinde 5 de steun 2k door het haakgedeelte 23 te kunnen vastklemmen, moet de haak 22 zich uitstrekken door de carrosserie 13» vaarbij dit mogelijk vordt gemaakt door een gleuf 25 die in de carrosserie 13 is gevormd en vaar de schacht 26 van de haak 22 doorheen kan vorden gestoken, zodat de haak over een bepaalde boog een beperkte zvaaiende beveging kan uitvoeren.

10 In. fig. 1 en 2 is de inrichting 10 aan de linkerkant afgebeeld in de positie vaarin de betreffende zijkast 12 is vergrendeld, tervijl de inrichting 10 aan de rechterkant is veergegeven in de positie vaarin de rechter zijkast 12 is vrijgemaakt van de haak.

Bij het vergrendelen van een zijkast 12 aan de earrosse-15 rie 13 door een inrichting 10 volgens de uitvinding is de verktfijze, zo- * als is veergegeven in fig. k, als volgt:

Er van uitgaande dat de inrichting 10 zich in de vrij-gemaakte positie bevindt, dat vil zeggen, met de handgreep 19 ervan en dus ook de haak 22 in de positie die met punt-streep-lijnen is aangege-20 ven, kan de zijkast 12 in de nabijheid van de carrosserie 13 vorden ge-bracht en vorden de verschillende bij elkaar passende en met elkaar samen-verkende organen (bijvoorbeeld 29 en 30 in fig. 1) op de conventionele ma-nier in de juiste positie gebracht ter verkrijging van de goede positie van de zijkast 12 ten opzichte van de carrosserie 13» zoals verderop meer 25 gedetailleerd zal vorden beschreven.

Vervolgens vordt de handgreep 19 linksom gezvaaid tot-dat de positie vordt bereikt die met dunne getrokken lijnen is veergegeven. Wanneer de handgreep 19 vordt gedraaid vordt gelijktijdig ook de kruk 20 linksom gedraaid en aan het einde van de slag daarvan zal de 30 kruk de binnenste dode-punt positie,. die is gelegen in het vlak X-X dat loodrecht staat op het vlak van het blad van fig. 1, zijn gepasseerd.

Tijdens deze zvaaiende beveging kan het haakgedeelte 23 van het haaksamenstel 22 de steun 2k vastklemmen, aangezien het vordt ge-leid door de schacht 26 die langs de rand 28 van de gleuf 25 schuift, 35 vaarbij de schacht 26 tegen de gleufrand gedrukt vordt gehouden door de veerbelasting van de veer 27, met als gevolg dat de steun 2k naar de car- 8203128 P------ 5 rosserie 13 vordt getrokken en &e zijkast 12 dientengevolge tegen de car-rosserie 13 vordt vergrendeld.

Het haakgedeelte 23 vordt onder spanning gehouden door de reactie van de steun 2k aJLs gevolg van de veerkracht van de speciaal 5 verschafte pakking 38 die door de zijkast 12 tegen de carrosserie 13 vordt gedrukt en tevens dankzij het feit dat het samenstel hestaande uit de kruk 20 en de haak 22 het dode punt daarvan is gepasseerd.

Teneinde de zijkast 12 te ontgrendelen is het voldoende de handgreep 19 rechtsom te draaien teneinde deze vanuit de met dunne 10 getrokken lijnen veergegeven positie te brengen in de in fig. k met punt-streep-lijnen aangegeren positie. De beveging vaardoor het haaksa-menstel 22 vordt vrijgemaakt van de steun 2k vordt op overeenkomstige vijze veroorzaakt door aansluiting van de schacht 26 van het haaksamen-stel 22 tegen de rand 28 van de gleuf 25.

15 De verschillende conventionele bij elkaar passende en met elkaar samenverkende organen van de carrosserie en de zijkasten, zoals die hierboven zijn beschreven, en die vorden verschaft aan enkele motorskoetermodellen die tegenvoordig in gebruik zijn, omvatten een voor-ste pen 29 die is bevestigd aan het onderste gedeelte van de zijkast 12 20 en kan vorden opgenomen in een bijpassende opening 30 die is gevormd in de carrosserie 13, een achterste elleboogvormige pen 31 die eveneens aan. het onderste gedeelte van de zijkast 12 is bevestigd en kan vorden opgenomen in een bijpassende opening 32 die is gevormd in de carrosserie 13, en tenslotte een in het midden geplaatste veer 33 die met het boveneinde 25 is bevestigd aan de zijkast 12 en een bijpassende lip 3^ van de carrosserie 13 onder veerbelasting plaatst.

Wanneer de zijkast 12 aan de carrosserie 13 vordt bevestigd vorden deze bij elkaar passende en met elkaar samenverkende organen met elkaar tot ingrijping gebracht en daarna vordt de zijkast 12 30 tegen de carrosserie 13 geklemd door het haaksamenstel 22 zoals hierboven is beschreven.

Het zal duidelijk zijn dat de reeds genoemde handelingen voor het vergrendelen en ontgrendelen vorden uitgevperd tervijl het zadel omhoog, dus open, is geklapt teneinde toegang te hebben tot de handgreep 35 19· Wanneer de zijkasten 12 eenmaal op hun plaats zijn vergrendeld, vordt het zadel neergeklapt zodat dit veer de normale horizontale gebruiks-positie inneemt en vordt dan stevig aan. de skoetercarrosserie 13 bevestigd 8203128 6 door het slot 35 teneinde te voorkomen dat onbevoegde personen zich toe-gang verschaffen tot de daaronder gelegen brandstoftank 36· Hierdoor kan tevens worden voorkomen, aangezien de handgrepen 19 zich onder het zadel 18 bevinden, dat onbevoegde personen zich toegang verschaffen tot de 5 zijkasten 12 en deze met kwade bedoelingen verwijderen. Eveneens ter voor-koming van mogelijke pogingen om zich toegang te verschaffen tot de handgrepen 195 zelfs als het zadel 18 doelmatig is vergrendeld, bijvoorbeeld door gereedschappen om sloten open te breken te steken door de ruimten die aanwezig zijn tussen de carrosserie 13 en het zadel 18, is een ijze- 10 ren profielstaaf 3T met L-vormige dvarsdoorsnede in dwarsrichting onder » tegen het zadel 18 bevestigd. De profielstaaf 37 fungeert als aanslag-orgaan voor elk van de twee handgrepen 19, zie fig. 3, zodat draaiing daarvan met het doel de zijkasten 12 met kwade' bedoelingen te ontgren-delen kan worden voorkomen wanneer het zadel 18 zich in de horizontale 15 gebruikspositie bevindt, in fig. 1 met getrokken lijnen weergegeven, terwijl een dergelijke draaiing wel mogelijk is wanneer het zadel 18 om-hoog is geklapt, in fig. 1 met punt-streep-lijnen aangeduid.

De voordelen die worden verschaft door de hierin als voorbeeld gegeven uitvoeringsvorm, zoals beschreven en afgebeeld, zijn 20 vele: de zijkastvergrendelingsmiddelen vereisen geen veiligheidssloten voor aparte doeleinden, hetgeen extra kosten met zich zou meehrengen.

In de tweede plants kan de inrichting volgens de uitvinding gemakkelijk worden bediend door een persoon die rechtop staat en zonder zich in te spannen,. terwijl omgekeerd in tegenstelling daarmee de haaksamenstellen 25 zoals die tegenwoordig worden gebruikt door een gebrniker alleen in ge-knielde houding kunnen worden bediend of, in ieder geval door een gebrui-ker die daarvoor een ongemakkelijke houding moet aannemen, waarbij de in-spanning evenredig is aan de druk die optreedt tussen de zijkastpakking en de zijplaten van de skoetercarrosserie. Verder is de inrichting be-30 trouwbaar in het gebruik, zond.er enige slijtage van samenstellende de-len en tenslotte is de inrichting samengesteld uit een eenvoudige ver-bindingsconstructie bestaande uit samenstellende delen die zijn vervaar-digd van door extrusie of walsen verschafte gedeelten die gemakkelijk in de handel verkrijgbaar zijn en die alleen maar in de juiste vorm behoeven 35 te worden gebogen, zodat de eerste kosten aanzienlijk kunnen worden ver-minderd.

8203128 τ

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding voor andere doeleinden kan worden toegepast, ook buiten het beperkte gebied van de constructie van motorskoeters, en andere vormen en uitvoeringen kan op-lever en binnen het kader van de uitvinding, die in wezen wordt bepaald 5 door de kenmerken dat het vergrendelingsmechanisme door een dood punt · wordt bewogen voor het vergrendelend bevestigen van het verwijderbare samenstellende deel aan de vaste constructie van het betreffende voer-tuig, waarbij de haak voor het vergrendelen of ontgrendelen van het ver-wijderbare samenstellende deel kan worden bewogen naar en vanaf een bij-. 10 behorend haak-opnemend orgaan, terwijl de beweging van het mechanisme van een afstand kan worden geregeld vanuit een ruimte van het voertuig die ontoegankelijk kan worden gemaakt door een afsluitinrichting die met een sleutel kan worden bediend.

De haak zou bijvoorbeeld kunnen worden gemaakt van me-15 taalplaat, de kruk zou kunnen worden bediend door een flexibele kabel of axiaal onder spanning geplaatste stuurarmen en de afsluitbare ruimte zou een aantal dergelijke vergrendelingsinrichtingen kruanen bevatten voor verwijderbare samenstellende delen die tijdelijk aan de vaste constructie-delen van het betreffende voertuig'.moeten worden bevestigd.

8203128

Claims (5)

1. Vergrendelingsinrichting. ter bevestiging van een verwij-derbaar samenstellend deel aan een vaste constructie van een tveewielig voertuig, gekenmerkt doordat deze is voorzien van een haak die een zvaai-ende beveging kan uitvoeren in een zitting van de vaste constructie van 5 het voertuig tussen een positie vaarin de haak het verwijderbaar samenstellend deel vastklemt en een vrijgemaakte positie door een beveging die wordt geleid door aansluiting van de haak tegen een oppervlak van de zitting, vaarbij de haak draaibaar is verbonden aan een kruk die is gevormd aan een stang die vordt gesteund in het invendige van een ontoe-10 gankelijke ruimte van de vaste voertuigconstructie, terwijl de stang een zvaaiende beveging kan uitvoeren door een verbindingsconstructie die kan vorden bediend vanuit een ruimte van het voertuig die kan vorden afgeslo-ten door met een sleutel te bedienen afsluitmiddelen.

2. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt 15 doordat de haak is voorzien van een ashals die draaibaar is verbonden aan een krukvormig gedeelte van een stang velke draaibaar is bevestigd aan de vaste constructie, vaarbij de stang in het invendige van de vaste constructie is gemonteerd in een positie die van buitenaf niet toegankelijk is, tervijl het ene einde van de stang is uitgevoerd in de vorm van'een 20 handgreep en vanuit de vaste constructie uitsteekt in de met een sleutel afsluitbare ruimte van het voertuig,

3. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat de aan de stang verbonden haak in de vorm van een haakvormig verlengstuk uitsteekt tot buiten de vaste constructie door een in die 25 vaste constructie aangebrachte gleuf velke een zitting verschaft voor de haak zodat deze een zvaaiende beveging kan uitvoeren, vaarbij dat haakvormig verlengstuk een invendig- uitsteeksel van het vervijderbaar samenstellend deel kan vastklemmen teneinde dit vast tegen de vaste constructie te klemmen. 30 it. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 3, gekenmerkt doordat de stang zodanig is gebogen dat een kruk vordt gevormd aan het einde dat is gelegen tegenover het einde dat is uitgevoerd in de vorm van een handgreep, 8203128 «5» «*

5. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat in de vergrendelende positie ervan de haak onder spanning vordt gehouden door veerkrachtige middelen die verkzaam zijn tussen het ver-wijderbaar samenstellend deel en de Taste constructie nadat de verbindings- 5 constructie van de inrichting de dode-punt positie is gepasseerd.

6. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 2, aange-bracht aan een motorskoeter die is voorzien van een zadel dat omhoog en veer naar beneden kan worden geklapt en in de horizontale positie kan vorden vergrendeld door gebruik van een met een sleutel te bedienen slot, 10 ter bevestiging van een zijkast aan de carrosserie van de motorskoeter, gekenmerkt doordat het in de vorm van een handgreep uitgevoerde einde van de stang vanuit de skoetercarrosserie uitsteekt tot onder het zadel. T. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 6, gekenmerkt doordat, in de vergrendelende positie, het in de vorm van een handgreep 15 uitgevoerde einde van de stang aansluit tegen een dwars aangebrachte . staaf die aan het zadel is bevestigd en daarmee een geheel vomrt, vaar-bij deze staaf dient om te voorkomen dat onbevoegde personen het in de vorm van een handgreep uitgevoerde einde van de stang uit de vergrendelende positie vrijmaken. ' 3203128