NL8203021A - Koppeling voor het ontkoppelbaar verbinden van een onderverdeelde aandrijfas van een motorvoertuig. - Google Patents

Description

* ? I .......

► 1 VO 3586

Titel: Koppeling voor het ontkoppelbaar verbinden van een onderverdeelde aandrijfas van een motorvoertuig.

De uitvinding heeft betrekking op een koppeling voor het ontkoppelbaar verbinden van een onderverdeelde aandrijfas van een motorvoertuig volgens de aanhef van conclusie 1.

Voor het verbinden vein een onderverdeelde as zijn koppelingen 5 bekend, die twee via spanschroeven met elkaar verbonden halve schalen omvatten, die een vertanding hebben voor het overdragen van een draai-moment. Voor het axiaal borgen zijn in elke as uitsparingen voorzien, waarin de spanschroeven aangrijpen- Bij een zodanig uitgevoerde koppeling is het voor het scheiden van de as nodig de schroeven te verwij-10 deren uit de koppeling, zodat geen onderlinge verbinding meer bestaat tussen de halve schalen en deze uiteenvallen. Bij een moeilijk toe-gankelijke montageplaats zijn zij zodoende onttrokken aan het eenvoudig en snel aangrijpen door de monteur, zodat het alleen onder moeilijk-heden mogelijk is de assen via de koppeling weer. te verbinden. Dit is 15 in het bijzonder het geval bij een gedeelde aandrijfas van een aggregaat met een doorlopende as. De asgedeelten zijn met elkaar verbonden via een koppeling, die is aangebracht in het gebied van de drijfwerkkast-hals. De koppeling is alleen via een werkopening in de draagbuis bereik-baar voor een gereedschap, zodat ongunstige zichtomstandigheden nog 20 komen bij de moeilijk toegankelijke montageplaats, hetgeen het monteren van de koppeling bemoeilijkt.

Het is de opgave van de uitvinding een koppeling voor aandrijf-assen van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen, waarmee het eenvoudig en snel scheiden en verbinden van gedeelde aandrijfassen 25 mogelijk is, in het bijzonder op moeilijk toegankelijke montageplaatsen.

Deze opgave wordt opgelost door de onderscheidende maatregelen van conclusie 1. De volgconclusies bevatten verdere voordelige maatregelen.

De met de uitvinding bereikte voordelen bestaan er in hoofdzaak .

30 in, dat.de twee halve schalen van de koppeling in gedemonteerde toe- stand bij het uitgetrokken zijn van de schroeven via een eendelige ring in de montagestand worden gehouaen en niet kunnen uiteenvallen. Door de ring zijn de halve schalen van de koppeling bij elkaar gebracht in een 8203021 • -r - 2 - toestand, die het snel scheiden en verbinden van de assen ook op moei-lijk toegankelijke montagepiaatsen mogelijk maakt, omdat de schroeven zonder een noodzakelijk ten opzichte van elkaar richten van de halve schalen, kunnen worden gevoerd in de in hoofdzaak in lijn liggende 5 boringen. In het bijzonder is een dergelijke koppeling van voordeel bij een aggregaat met een doorlopende as, omdat op eenvoudige wijze bij-voorbeeld het achter liggende drijfwerk met de drijfwerk- ingangsas daarvan van de rest van de aandrijfas, die voert naar de aan de voor-zijde liggende verbrandingsmachine, kan worden gescheiden respectievelijk 10 met de rest van de aandrijfas weer kan worden verbonden.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een zijaanzicht is van de in een draagbuis gelegerde, gedeelde aandrijfas van een aggregaat met doorlopende as 15 en de koppeling, fig. 2 een zijaanzicht is van de koppeling met de ringen daarvan voor het vasthouden van de halve sciialen, fig. 3 een aanzicht is van de koppeling in de richting van de pij.l Z, en 20 fig. 4 een lengtedoorsnede is van de gedeeltelijk in de draagbuis en in de drijfwerkkasthals van het aggregaat met doorlopende as aangebrachte koppeling.

Fig. 1 toont een aandrijfeenheid van een motorvoertuig, waarin een draagbuis 1 een starre verbinding vormt tussen een aan de voorzijde 25 liggend aangebrachte verbrandingsmachine 2 en een aan de achterzijde liggend aangebrachte drijfwerkeenheid 3. Deze eenheid 3 omvat in be-ginsel een versnellingsbak en een asdrijfwerk. Via een in de draagbuis aangebrachte aandrijfas 4 staat de verbrandingsmachine 2 in aandrijvende verbinding met de achterste drijfwerkeenheid 3. Deze als aggregaat 5 30 met doorlopende as aangeduide aandrijfeenheid is via legers gemonteerd aan de carrosserie van het voertuig, welke legers niet zijn aangegeven.

In de draagbuis 1 is de aandrijfas 4 aangebracht tussen legers.

De aandrijfas 4 is in het gebied 7 van de drijfwerkkast 6 onder-verdeeld in een achterste asgedeelte 8 en een voorste asgedeelte 9.

35 De verbinding van deze twee asgedeelten 8 en 9 tot een doorlopende, 8203021 f -- — ' - 3 - draaimomenten overdragende aandrijfas 4 vindt plaats via een koppeling 10. Deze omvat twee halve schalen .11 en 12, die zijn voorzien van een binnenvertanding 13, waarin een overeenkomstige vertanding 14 van de te verbinden einden van de asgedeelten 8 en 9 aangrijpt.

5 Voor het verbinden en het scheiden van de halve schalen 11 en 12 zijn in de flenzen 15, 15a, 16, 16a aan de einden daarvan schroeven 17, 18, 19 en 20 voorzien. Deze zijn zodanig aangebracht, dat zij aan-grijpen in indraaiingen 21, 22 van de twee asgedeelten 8 en 9 en een axiale verschuiving voorkomen.

10 De twee vrije einden 33. en 34 van de koppeling 10 worden door eendelige ringen 23 en 24 met een speling a omsloten. Zij zijn zodanig aangebracht, dat een van de halve schalen, bijvoorbeeld de halve schaal 11, vast is verbonden met de ring 23 en 24, waarbij de andere halve schaal, bijvoorbeeld de halve schaal 12, demonteerbaar ten op-15 zichte van de ringen 23 en 24 is aangebracht.

De speling a tussen dering en de halve schaal is zodanig groot, dat na het verwijderen van de schroeven 17, 18, 19 en 20 een zodanige speling ontstaat tussen de vertanding 13 van de koppeling 10 en de vertanding 14 van de assen 8 en 9, dat de as 8 en de as 9 te scheiden 20 zijn respectievelijk de as 8 weer kan worden verbonden met de as 9.

De vaste verbinding van de ringen met een van de halve schalen 11 of 12 vindt plaats via twee laspunten 25 en 26. Ook een plakverbinding zou eveneens mogelijk zijn.

De ringen 23 en 24 zijn aangebracht in opnemingen 27 die een 25 binnenbegrenzing 28 hebben, zodat een onderling verschuiven van de twee halve schalen 11 en 12 niet mogelijk is,

Volgens een verdere uitvoeringsvorm is het ook mogelijk een . enkele ring aan te brengen, die tussen de schroefbouten in een midden-opneming '29 met ε·.βη speling a is gemonteerd.

30 Voor het scheiden en verbinden van de assen 8 en 9 wordt een gereedschap door een monteeropening 30 van de drijfwerkkast 6 geleid en wordt de as zodanig gedraaid, dat de schroeven 17 - 20 (fig. 2) van de koppeling 10 zijn gericht naar het gereedschap. Qvereenkomstig de bewerking van scheiden of verbinden worden de schroeven 17 - 20 los-35 g.eschroefd of vastgeschroefd. Het scheiden van de drijfwerkkast van de 8203021 - 4 - rest van de eenheid vindt plaats in het vlak 32. Na het beeindigen van het scheiden of verbinden wordt de opening 30 afgesloten Soor een stop 31.

8203021

Claims (5)

1. Koppeling voor hat ontkoppelbaar verbinden van een onderverdeelde aandrijfas van een motorvoertuig, welke as is gelegerd in een draagbuis/ die een aan de voorzijde liggende aandrijfeenheid verbindt met een aa¾ de achterzijde liggende drijfvrerkeenheid, waarbij de aseinden in het 5 gebied van het drijfwerk in tegen elkaar geklemde halve schalen van de koppeling via een vertanding zijn verbonden, met het kenmerk, dat de twee halve schalen (11 en 12) van de koppeling (10) met speling (a) zijn omsloten door althans een eendelige ring (23 resp. 24)-

2. Koppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een van de 10 halve schalen (11 of 12) vast is verbonden met de ring (23 en 24), waarbij de andere halve schaal (11 of 12) demonteerbaar ten opzichte van de ring (23 en 24) is aangebracht.

3. Koppeling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat aan elk. vrij einde (21 en 22) van de koppeling (10) een ring (23 en 24) is· 15 aangebracht in een opneming (27)-

4. Koppeling volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de opneming (27) een binnenbegrenzing (28) heeft.

5. Koppeling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een ring in een middenopneming (29) van de halve schalen (11 en 12) is aangebracht 20 en vast is verbonden met slechts een van de halve schalen, en met speling (a) de andere halve schaal omgrijpt. 8203C21