NL8201887A - Inrichting en werkwijze voor het snijden van een polymere riem. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het snijden van een polymere riem. Download PDF

Info

Publication number
NL8201887A
NL8201887A NL8201887A NL8201887A NL8201887A NL 8201887 A NL8201887 A NL 8201887A NL 8201887 A NL8201887 A NL 8201887A NL 8201887 A NL8201887 A NL 8201887A NL 8201887 A NL8201887 A NL 8201887A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cutting
belt
longitudinal axis
pair
bar
Prior art date
Application number
NL8201887A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193241C (nl
NL193241B (nl
Original Assignee
Dayco Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Dayco Corp filed Critical Dayco Corp
Publication of NL8201887A publication Critical patent/NL8201887A/nl
Publication of NL193241B publication Critical patent/NL193241B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193241C publication Critical patent/NL193241C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D29/00Producing belts or bands
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B26HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
    • B26DCUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
    • B26D3/00Cutting work characterised by the nature of the cut made; Apparatus therefor
    • B26D3/06Grooving involving removal of material from the surface of the work
    • B26D3/065On sheet material
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T409/00Gear cutting, milling, or planing
    • Y10T409/30Milling
    • Y10T409/303752Process
    • Y10T409/303808Process including infeeding
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T409/00Gear cutting, milling, or planing
    • Y10T409/30Milling
    • Y10T409/304536Milling including means to infeed work to cutter
    • Y10T409/305544Milling including means to infeed work to cutter with work holder
    • Y10T409/305656Milling including means to infeed work to cutter with work holder including means to support work for rotation during operation
    • Y10T409/305712Milling including means to infeed work to cutter with work holder including means to support work for rotation during operation and including means to infeed cutter toward work axis

Description

ί -____-J
Λ- Ν/30.94l-tM/id
Inrichting en werkwijze voor het snijden van een polymere riem.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en werkwijze voor het snijden van een polymere riemhuls voor het vormen van een eindeloze drijfriemconstruc-tie.
5 Het is bekend een inrichting te verschaf fen voor het snijden van een niet-gecontourde en geharde polymere riemhuls om een eindloze drijfriemconstructie te vormen met tenminste een paar tegenovergestelde niet-even-wijdige zijdelen; deze inrichting omvat een doorn voor het 10 ondersteunen van de riemhuls voor rotatie om een langsas, middelen voor het roteren van de doorn en riemhuls om de langsas, een roteerbaar snijwerktuig met tenminste een paar althans nagenoeg gelijke symmetrisch aangebrachte en naar buiten divergerende in êén geheel gevormde snijmiddelen voor 15 het snijden van een paar zijdelen, middelen voor het roteren van het snijwerktuig en middelen om het snijwerktuig naar en van de huls te bewegen, waarbij de bewegingsmiddelen geschikt zijn om het snijwerktuig tijdens de rotatie ervan tegen een roterende riemhuls te drukken om een riemconstruc-20 tie te vormen. Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.891.405, waarin het snijwerktuig de vorm heeft van een slijpwiel met speciale contour.
Ook wordt bekend geacht een gevormde en geharde riemhuls te vormen met afzonderlijke riemuitsteek-25 seis met een in het algemeen trapeziumvormige dwarsdoorsnede die buitenwaarts daarvan uitsteken, en daarna de convergerende zijranden van elk uitsteeksel te snijden met een frees-inrichting om aan deze zijranden de uiteindelijke contour te geven, waarbij een aantal van dergelijke uitsteeksels 30 zo gelijktijdig worden gefreesd door de freesinrichting.
Daarna worden de vrije einden van de riem-uitsteeksels gefreesd om de uiteindelijke vorm daarvan te verschaffen tussen hun betreffende convengerende zijwanden.
Het is ook bekend afzonderlijke riemen 35 te snijden van een roterende riemhuls met toepassing van een snijorgaan dat een roterend snijorgaan van het pizza-type 8201887 % ( -2- of een eenvoudig recht snijmes kan zijn, die elk een door-snijwerking verschaffen.
Het is ook bekend platte vellen van polymeer materiaal, bijvoorbeeld vellen ongehard rubber, te 5 snijden met toepassing van een roterend snijorgaan van het pizzatype van de bovengenoemde soort, met toepassing van een doorsnijwerking, om stroken te verkrijgen uit elk plat polymeervel, die kunnen worden gebruikt bij het maken van een eindloze drijfriemconstructie.
10 Tenslotte is bekend een roteerbaar snij- werktuig te verschaffen, dat een metalen snijgereedschap heeft dat radiaal op afstand van zijn rotatieas ligt, waarbij een dergelijk gereedschap is voorgesteld om harde betrekkelijk starre, niet-meegevende materialen, zoals bij-15 voorbeeld hout te snijden.
Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde inrichting en werkwijze voor het snijden van een polymere riemhuls.
Dit doel wordt bereikt met een inrichting 20 die is gekenmerkt, doordat het snijwerktuig is voorzien van een steunlichaam met een centrale as, tenminste één hark-vormige snij staaf met een langsas, waarbij het ene paar snij-middelen daarop als een in één geheel daarmee gevormd onderdeel aanwezig is, middelen voor het ondersteunen van de 25 staaf op het lichaam met de langsas evenwijdig aan en op een afstand van de centrale as, waarbij het ene paar snij-middelen zich loodrecht uitstrekt op de langsas.
Volgens een andere uitvoering van de uitvinding is een verbeterd snijwerktuig verschaft als onder-30 deel van een snijinrichting en wordt dit gebruikt om een niet gecontourde en geharde riemhuls te snijden om een eindloze drijfriemconstructie met afwisselende uitsteeksels en groeven te vormen. Het snijwerktuig is gekenmerkt door een aantal snij staven die zijn ondersteund op een snijlichaam, 35 waarbij elke snijstaaf een langsas heeft en in één geheel op afstand evenwijdig aan elkaar gevormde tanden die snij-uitsteeksels vormen en die loodrecht op de langsas staan, waarbij elke tand in êën geheel gevormde mesvormige snij-randen heeft, die tegenovergestelde zijden daarvan vormen 8201887 1 4 \ -3- en middelen om elke staaf te ondersteunen op het lichaam met zijn langsas evenwijdig aan de centrale as, waarbij elke staaf op een gemeenschappelijke cilinder met de andere staven ligtr waarbij de steunmiddelen elke staaf met elke 5 tand ervan in de omtreksrichting uitgelijnd met overeenkomstige tanden van de overige staven ondersteund, zodat elke tand samenwerkt met de overeenkomstige tanden om de in één geheel gevormde snijmiddelen te vormen om een bijbehorend paar zijwanden van een bijbehorende groef van de riemcon-10 structie te snijden.
Het snijwerktuig kan bestaan uit een aantal steunlichamen van de bovengenoemde soort, waarbij elk steunlichaam althans nagenoeg gelijke onderdelen heeft, en waarbij een aantal steunlichamen axiaal uitgelijnd zijn 15 ondersteund en bevestigd op een gemeenschappelijke centrale steunas.
De evenwijdige snijstaven van elk steunlichaam kunnen dan volgens een hoek zijn versprongen om hun centrale steunas ten opzichte van de snijstaven van een on-20 middellijk aangrenzend steunlichaam, zodat minder kracht nodig is om het snijwerktuig met zijn aantal axiaal uitgelijnde lichamen voor het snijden te roteren.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin uitvoeringsvormen van 25 de uitvinding zijn afgebeeld.
Fig. 1 is een afbeelding met delen in zijaanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede en weggebroken delen, en toont in het bijzonder een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding; 30 fig. 2 is een gedeeltelijke afbeelding op grotere schaal volgens de lijn II-II van fig. 1; fig. 3 is een zijaanzicht met weggebroken gedeelten, en toont het roteerbare snijwerktuig van de inrichting van fig. 1; 35 fig. 4 is een afbeelding met delen in doorsnede en delen in zijaanzicht en is genomen volgens de lijn IV-IV van fig. 3; fig. 5 is een afbeelding volgens de lijn V-V van fig. 3; 8201887 i * -4- fig. 6 is een gedeeltelijke afbeelding op grotere schaal met delen in doorsnede en een deel in zijaanzicht en toont in het bijzonder middelen die worden toegepast om elke harkvormige snij staaf te ondersteunen op 5 zijn bijbehorende steunlichaam met inbegrip van een wig; fig. 7 is een perspectivische afbeelding van de wig van fig. 6 die een steunmiddel voor een snij-staaf vormt; fig. 8 is een afbeelding op grotere schaal 10 in zijaanzicht en toont in het bijzonder een gedeelte van een snij staaf van het snijwerktuig van fig. 1; fig. 9 is een gedeeltelijk afbeelding op grotere schaal overeenkomstig het centrale deel van fig. 1 en toont een gewijzigde snij inrichting.
15 Fig. 1 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een snijinrichting 20 volgens de uitvinding. De inrichting 20 is bijzonder geschikt voor het snijden van een polymere riemhuls 21 om een eindloze drijfriemconstructie 22 te vormen, die een aantal afwisselende ringvormige riemuitsteek- .20 seis 23 en groeven 24 heeft, waarbij '.elke groef is gevormd door een paar symmetrische radiaal divergerende zijwanden 25 zoals is afgebeeld bij 26 in fig. 1. De riemconstructie 22 wordt gevprmd door een metaalbewerkingsmachine aan het rechterzijdeel 27 van de riemhuls 21 van fig. 1. Het zal 25 duidelijk zijn dat de samenwerkende onderdelen van de snij-inrichting 20 ten opzichte van elkaar kunnen worden bewogen, zodat het linker zijdeel 28 van deze riemhuls op gelijke wijze kan worden gesneden zodat de gehele riemhuls 21 afwisselende ringvormige riemuitsteeksels en groeven langs 30 zijn gehele axiale lengte zal hebben.
De inrichting 20 omvat een doorn 30 voor het ondersteunen van riemhuls 21 voor rotatie om een langs-as 31 en ook een middel 32 om de doorn 30 en de riemhuls 21 om deze as 31 te roteren. Het rotatiemiddel 32 kan elk 35 geschikt middel zijn dat voor dit doel op dit gebied wordt toegepast en omvat in dit voorbeeld een elektromotor 33 die op geschikte wijze mechanisch is verbonden door een mechanische verbinding 34 met de centrale as 35 van de doorn 30.
De inrichting 20 heeft ook een roteerbaar 8201887
Jfc A
-δέη ij werk tuig 36 dat axiaal op afstand van elkaar liggende snijuitsteeksels 37 heeft; deze uitsteeksels zijn aangebracht om de ringgroeven 24 in de riemhuls 21 te snijden.
De inrichting 20 heeft ook middelen 40 om het snijwerktuig 5 36 te roteren. In dit voorbeeld omvatten deze rotatiemid- delen een aandrijfmotor 41 die op geschikte wijze werkzaam is verbonden door een mechanische verbinding 42 met een een trale steunas 51 voor het roteerbare snijwerktuig 36. Elk van de snijuitsteeksels 37 heeft in één geheel gevormde snij-10 middelen 44 voor het snijden van een bijbehorend paar symmetrische zijwanden 25 van een bijbehorende groef 24. Deze in één geheel gevormde snijmiddelen 44 zullen meer in detail hierna worden beschreven.
De inrichting 20 heeft middelen om het 15 snijwerktuig ten opzichte van de riemhuls 21 en zijn doorn 30 te bewegen; deze middelen zijn in het algemeen aangeduid door het verwijzingscijfer 45. De bewegingsmiddelen 45 omvatten een eerste bewegingsmiddel of mechanisme 46 van een geschikt type dat op dit gebied bekend is en dat in het bij-20 zonder dient om het snijwerktuig 36 naar en van de huls 21 te bewegen; dit bewegingsmechanisme 46 is schematisch aangegeven door een dubbele pijl 46. Het bewegingsmiddel 45 omvat ook een tweede bewegingsmiddelmechanisme 47 dat ook een geschikt type kan zijn dat op dit gebied bekend is en 25 wordt gebruikt om het snijwerktuig 36 te bewegen in een richting evenwijdig aan de langsas 31 van de doorn 30 en de huls 21; dit langsbewegingsmiddel 47 is schematisch aangegeven door een dubbele pijl 47. Het bewegingsmiddel of mechanisme 46 dient om het snijwerktuig 36 tijdens de rotatie 30 ervan door het rotatiemiddel40 te drukken tegen de roterende ringhuls 21 terwijl deze wordt geroteerd door zijn rotatiemiddel 32, teneinde de riemconstructie 22 te vormen met zijn afwisselende ringvormige uitsteeksels 23 en groeven 24. Bij de werking van de inrichting 20 wordt de doorn 30 geroteerd 35 door zijn steunas 35 te roteren met het rotatiemiddel 32.
In deze beschrijving worden de doorn 30 en zijn huls 21 in één richting, afgebeeld als tegen de richting van de wijzers van een uurwerk in fig. 2 geroteerd. Het roteerbare snijwerktuig 36 wordt ook tegen de richting van de wijzers van 8201887 -6- een uurwerk geroteerd door zijn rotatiemiddel 40, zodat als het snijwerktuig 36 wordt bewogen met zijn snijuitsteeksels 37 in snijdende aanraking met de riemhuls 21, een doelmatige en zeer snelle snijwerking wordt verkregen.
5 Volgens de uitvinding omvat het snijwerk tuig 36 een aantal steunlichamen; bij dit voorbeeld van de uitvinding is een aantal van twee steunlichamen 50 verschaft. Het snijwerktuig 36 omvat ook de bovengenoemde centrale steunas 51 en middelen die in het algemeen door het verwij-10 zingcijfer 52 zijn aangegeven om de steunlichamen 50 concentrisch om en zij aan zij op de as 51 te bevestigen, zodat hun centrale assen, elk aangeduid door het verwijzingscijfer 53, coaxiaal zijn uitgelijnd op een gemeenschappelijke as die ook is aangeduid met het verwijzingscijfer 53. De beves-15 tigingsmiddelen 52 dienen om de steunlichamen 50 te bevestigen op de as 51 zij aan zij. Deze bevestigingsmiddelen 52 zullen hierna meer in detail worden beschreven.
Zoals het best te zien is in fig. 1, 3 en 4, omvat het snijwerktuig 36 volgens dit voorbeeld een aan-20 tal van twee steunlichamen 50 die op hun plaats zij aan zij zijn bevestigd op de centrale steunas 51. Het zal evenwel duidelijk zijn dat het snijwerktuig 36 kan bestaan uit een enkel lichaam 50 of een aantal van meer dan twee lichamen 50. In gevallen waarbij een aantal lichamen 50 zij aan zij 25 wordt toegepast wordt er verder op geschikte wijze voor gezorgd dat de snijuitsteeksels die zijn aangebracht op elk lichaam 50 in de buurt waar twee lichamen 50 aan elkaar grenzen, nauwkeurige riemgroeven snijden.
De twee steunlichamen 50 van het snijwerk-30 tuig 36 zijn althans nagenoeg gelijk en hebben althans nagenoeg gelijke samenstellende delen. Elk steunlichaam 50 heeft dus een centrale as 53 en een aantal daarop ondersteunde harkvormige snijstaven 55, waarbij slechts enkele van deze staven zijn aangegeven met het verwijzingscijfer.
35 Elke harkvormige snij staaf 55 is een lang werpige staaf en heeft dus een langsas. Elke staaf 55 heeft in één geheel gevormde op afstand van elkaar liggende evenwijdige tanden 37, waarbij slechts enkele van deze tanden zijn aangegeven. De tanden 37 vormen de eerder beschreven 8201887 c « -7- snijuitsteeksels 37 en zoals in fig. 8 is afgeheeld heeft elke tand in ëën geheel gevormde mesvormige snijranden 57 die de tegenovergestelde zijden ervan vormen.
Het snijwerktuig 36 heeft ook middelen 5 60 voor het ondersteunen van elke staaf 55 op het lichaam 50 (fig. 3). De steunmiddelen 60 ondersteunen elke staaf 55 op het lichaam 50 met zijn langsas evenwijdig aan de centrale as 53 en met elke staaf op een gemeenschappelijke cilinder liggend met de andere staven zoals duidelijk blijkt 10 uit fig. 5. De steunmiddelen 60 ondersteunen ook elke staaf 55 met elke tand of snijuitsteeksels 37 ervan in de omtreks-richting uitgelijnd met overeenkomstige tanden van de overige staven. Om dit feit aan te geven is een streepstippellijn 61 aangebracht op elk steunlichaam 50 in fig. 3. Elke tand 37 15 van elke harkvormige snij staaf 55 werkt dus samen met overeenkomstige tanden 37 die in de omtreksrichting zijn uitgelijnd om een ëën geheel vormend snijmiddel -te vormen om een bijbehorend paar zijwanden 25 van een bijbehorende groef 24 te snijden.
20 Het snijwerktuig 36 maakt gebruik van een aantal van acht staven 55 op elk steunlichaam 50 in een cilindrische opstelling, waarbij de acht staven van elk lichaam zijn aangebracht met een gelijke hoekafstand daartussen van 45°. De overeenkomstige tanden 37 in de acht staven 25 zijn in de omtreksrichting uitgelijnd, zodat als het roteerbare snijwerktuig 36 in snijdende aanraking wordt gebracht met de riemhuls 21, alle acht in omtreksrichting uitgelijnde tanden samenwerken om een bijbehorende riemgroef 24 te vor-. men, en in het bijzonder de zijwanden 25 die deze bijbeho- 30 rende groef 24 vormen.
Het snijwerktuig 36 van dit voorbeeld maakt gebruik van een aantal snijstaven 55 op een lichaam, het rechter lichaam van fig. 3, en maakt ook gebruik van een ander aantal snijstaven 55, die zullen worden aangeduid als 35 een tweede aantal snijstaven 55 en dit tweede aantal staven bevindt zich op het linker steunlichaam gezien in fig. 3.
De linker staven, dus die op het linker lichaam 50 van fig.
3 en verder in hoek versprongen ten opzichte van de snij-staven 3 zijn aangebracht op het lichaam 50 rechts in fig. 3.
8201887 -8“
Dit feit zal duidelijk blijken uit fig. 5, waarin het tweede aantal staven 55 in het midden van de hoek van 45° tussen elk stel onmiddellijk aangrenzende staven is geplaatst, zoals is aangegeven door een radiale streeppuntlijn 62 in fig.
5 5. Zoals in fig. 5 te zien is, liggen toch alle snijstaven 55 (ondersteund op de beide lichamen 50) op een cilinder en deze cilindrische ligging voor alle staven van beide lichamen kan worden beschouwd als een voortgezette cilindrische opstelling 64 die slechts gedeeltelijk is afgebeeld 10 door streeppuntlijnen 64 die zich uitstrekken over een korte booglengte bij 65.
Zoals boven is vermeld is een bevestigingsmiddel 52 aangebracht om de steunlichamen 50 te bevestigen op de centrale steunas 51. Dit bevestigingsmiddel omvat een 15 aanslag in de vorm van een onderdeel 63 dat is bevestigd op een eind van de steunas 51 zoals is afgebeeld in fig. 3 en 4. Het aanslagonderdeel 63 kan op zijn plaats zijn vastgezet met bekende geschikte middelen met inbegrip van schroefdraden op het deel 63 en de as 51.
20 Zoals het best te zien is in fig. 4 omvat het vasthoudmiddel 52 ook een schroefdraaddeel 64 aan het eind van de steunas 51 tegengesteld aan het aanslagonderdeel 63, en een kraag 65 die inwendige schroefdraad 66 heeft die kunnen worden geschroefd op het schroefdraaddeel 64, 25 waarbij de steunlichamen 50 zij aan zij op de as 51 zitten.
Het vastzetmiddel omvat ook een aantal stelschroeven 67 die zijn geschroefd door schroefdraadopeningen 68 in het met gereduceerde diameter uitgevoerde deel van de kraag 65 aan diametraal tegenovergestelde punten daarvan. De stelschroe-30 ven 67 grijpen aan op de steunas 51 en verhinderen het losschroeven van de kraag 65, zodra de lichamen 50 in de gewenste zij aan zij ligging op de steunas 51 tussen de aanslag 63 en de kraag 65 zijn aangebracht.
Het bevestigingsmiddel 52 omvat ook een 35 enkele spie 70 die is aangebracht tussen de steunlichamen 50 en de centrale steunas 51. De spie 70 is aangebracht in samenwerkende spiebanen 71 en 72 die zijn aangebracht in elk lichaam 50 en de centrale as 51 (fig. 5) resp., waarbij deze spiebanen ook tot het bevestigingsmiddel behoren. Zo- 8201887 -9- als boven is vermeld, zijn de steunlichamen 50 gelijk en elk voorzien van een' aantal spiebanen 71 die zich daardoorheen uitstrekken en een rotatleverplaatsing van één steun-lichaam en zijn onderdelen ten opzichte van het andere steun-5 lichaam en zijn onderdelen mogelijk maken, terwijl toch dezelfde spie 70 wordt gebruikt tussen elk lichaam 50 en de as 51 als onderdeel van het bevestigingsmiddel 52, en dient om een relatieve rotatie tussen de steunlichamen 50 en de centrale steunas 51 te verhinderen.
10 Zoals het best te zien is in fig. 4 en 5, heeft elk steunlichaam 50 een aantal althans nagenoeg gelijke boringen 75 die zich daardoorheen evenwijdig en symmetrisch om de centrale as 53 van elk lichaam 50 uitstrekken; slechts enkele van deze boringen zijn aangeduid met het .15 verwijzingscijfer 75. Elk gewenst aantal van dergelijke boringen kan zijn verschaft, bij voorkeur op een gemeenschappelijke omtrek. De boringen 75 dienen als verlichtings-gaten voor elk lichaam 51 en dus voor het totale roteerbare snijwerktuig 36 en dienen om de hoeveelheid kracht die no-20 dig is om het snijwerktuig 36 te laten werken te verminderen.
Zoals boven is aangegeven heeft het snijwerktuig 36 middelen 60 (fig. 3) om elke staaf 55 te onder steunen op het steunlichaam 50. Zoals het best gezien is in fig. 6, omvat het steunmiddel 60 een langwerpige uitspa-25 ring inelk lichaam 50 waarbij elke uitsparing samenwerkende aangrenzende plaatsingsoppervlakken 76 en 77 vormt, die in dit uitvoeringsvoorbeeld althans nagenoeg volgens 90° ten opzichte van elkaar in een L-vorm zijn aangebracht een uitsparing 80 aan hun verbinding hebben. De plaatsingsoppervlak-30 ken 76 en 77 dienen om te worden aangegrepen door bijbehorende oppervlakken 81 en resp. 82 van een bijbehorende hark-vormige snij staaf 55.
Het steunmiddel 60 omvat ook een wigmiddel dat in dit voorbeeld is afgeheeld als een aantal wiggen 83 35 die kunnen aangrijpen op elke staaf 55 en de oppervlakken 81 en 82 daarvan aandrukken tegen de plaatsingsoppervlakken 76 resp. 77. Het steunmiddel 60 omvat ook een bevestigingsmiddel voor het losneembaar bevestigen van de wiggen 83 op zijn lichaam 50. Dit bevestigingsmiddel omvat een aantal 8201887 -10- schroeven 85, die elk dienen voor het vastzetten van een bijbehorende wig 83.
Elke vastzetschroef 85 is een van een kop voorziene bout of schroef en is voorzien van een kop 86 met 5 een holte aan êên eind en van schroefdraad 87 aan of langs zijn tegenovergestelde eind. De schroefdraden 87 van elke schroef kunnen worden opgenomen in een bijbehorende schroef-draadopening 90 in een bijbehorend lichaam 50.
Zoals gemakkelijk blijkt uit fig. 7 heeft 10 elk van de wiggen 83 een hol centraal deel 91, dat een achterwand 92 vormt, en een op een afstand van de achterwand liggende voorwand 93. Een U-vormige uitsnijding 94 is aangebracht in de achterwand en een rechtcirkelvormig cilindrisch gat 95 is aangebracht in de voorwand 93; het gat 95 15 is uitgelijnd met de uitsparing 94. Elke van een kop voorziene schroef 85 kan met de kop 86 ervan worden gestoken in het holle centrale deel 91 van een bijbehorende wig 83, waarbij zijn schroefdraaddeel 87 uitsteekt door de U-vormige uitsnijding 94. Elke schroef 85 kan worden vast en losge-20 schroefd ten opzichte van zijn schroefdraadopening 90 met toepassing van een gereedschap (niet afgebeeld) dat kan worden gestoken door het cilindrische gat 95 van zijn bijbehorende wig 83, die is geplaatst tegen een bijbehorende staaf 55 om de staaf 55 te bevestigen en los te maken op 25 zijn steunlichaam 50.
Elke staaf 55 heeft een hellend vlak 96 dat een vasthoudvlak ervan vormt. Elke wig heeft een samenwerkend wigvlak 97 dat kan aangrijpen op het hellende vlak 96 om zijn staaf 55 stevig vast te houden tegen de plaat-30 singsoppervlakken 76 en 77 wanneer een bijbehorende beves-tigingsschroef 85 op zijn plaats is geschroefd. Op deze wijze blijkt dat elke staaf 55 met grote kracht stevig op zijn plaats wordt gehouden door de wigvlakken 97 van bijbehorende wiggen 83 die drukken en eigenlijk dienen als nokvlakken 35 die aangrijpen op het hellende vlak 96 van de staaf 55 en de staaf op nauwkeurige wijze op zijn plaats houden tegen zijn bijbehorende plaatsingsoppervlakken 76 en 77.
In dit uitvindingsvoorbeeld wordt elke staaf 55 op zijn plaats gehouden door een aantal van tien 8201887 -11- wiggen 83 en tien bijbehorende bevestigingsschroeven 85.
Elk gewenst aantal bevestigingsschroeven 85 en wiggen 83 kan echter voor dit doel worden gebruikt.
Zoals eerder is vermeld maakt de toepas-5 sing van plaatsingsoppervlakken 76 en 77 waartegen elke staaf 55 wordt gedrukt door de wiggen 83 en stevig op zijn plaats wordt gehouden door schroeven 85 het mogelijk elke harkvormige snij staaf 55 axiaal ten opzichte van zijn steun-lichaam 50 te plaatsen met grote nauwkeurigheid. Dit kan 10 worden bereikt tijdens het samenstellen van het snijwerk-tuig 36 eenvoudig door een bijbehorend steunblok 50 te plaatsen op een "precision riser block" en dan elke staaf 55 te plaatsen tegen zijn plaatsingsoppervlakken 76 en 77 waarbij een eind van de staaf 55 rust op een nauwkeurig plat 15 vlak zoals een granietoppervlak of dergelijke. Wanneer aldus een bepaalde staaf is geplaatst, worden de wiggen 83 tegen * de staaf aangelegd en de daarbij samenwerkende schroeven 85 eenvoudig geschroefd in hun schroefdraadopeningen 90. Het zal duidelijk zijn, dat elke staaf 55 zo is gefabriceerd dat 20 de tanden ervan daarlangs met nauwkeurige toleranties zijn aangebracht, en zodra de einden van de staven zijn vastgezet op het steunlichaam zoals boven is beschreven, is elke tand 37 op elke staaf 55 in de omtreksrichting uitgelijnd met overeenkomstige tanden van de overige staven, zoals boven 25 is beschreven.
Zoals het best te zien is in fig. 8, heeft elke snijstaaf 55 een aantal verbindende snijranden 100 die zijn aangebracht tussen zijn in een geheel gevormde snijuitsteeksels of tanden 37, waarbij de verbindende snijranden 30 100 evenwijdig zijn aan de langsas van de bijbehorende staaf.
De verbindende snijranden 100 vormen de ringvormige riemuit-steeksels van elke riemconstructie 22 als afgeknotte uitsteeksels, die elk een ruwweg trapeziumvormige dwarsdoorsnede hebben. De snijranden 57 op de tanden 37 en de vèrbinden-35 de snijranden 100 werken samen om het snijden of vormen van de riemconstructie 22 zonder tussenliggende stappen mogelijk te maken teneinde de buitendiameter van de riemhuls 21 nauwkeurig op maat te maken. Bij de bekende stand van de techniek, waarbij soortgelijke riemconstructies als de riemcon- 8201887 t -12- structie 22 werden gevormd door slijpwerking, is het in het algemeen nodig eerst een bijbehorende riemhuls te slijpen tot de vereiste buitendiameter en dan de tanden te vormen in de riemconstructie met toepassing van een slijpwiel met 5 een contour. De snijstaven 55 met hun snijtanden of uitsteeksels 37 en hun verbindende snijranden 100 maken het in wezen mogelijk dat de riemconstructie 22 wordt gesneden met optimale doelmatigheid en zonder dat het nodig is vooraf de buitendiameter van de riemhuls 21 op maat te maken.
10 Zoals is afgebeeld in fig. 8, hebben de tanden 37 op elke staaf 55 snijranden 57 die zijn aangebracht in V-vorm en eindigen in een snijtop 101. Elke top 101 is gevormd door een boog die zich uitstrekt op een kleine straal die een afmeting van 0,10 mm plus of min 0,05 mm kan hebben.
15 Elke tand 37 met zijn zijsnijranden 57 en snijtop 101 vormt 4» een bijbehorende riemgroef 24 in de riemconstructie 22 die althans nagenoeg V-vormig is.
Een wijziging van de uitvinding is afgebeeld in fig. 9. In de wijziging van fig. 9 zijn alle onder-20 delen van de afgeheelde inrichting (ook aangeduid met het verwijzingscijfer 20) gelijk aan de eerder beschreven inrichting 20, met uitzondering van het roteerbare snijwerk-tuig 36, dat slechts verschilt van het eerder beschreven snijwerktuig 36 doordat het verschillende snijtanden 37 op 25 zijn snij staven 55 heeft. De tanden 37 op elke staaf 55 van fig. 9 hebben bases die aangrenzend zijn aangebracht zoals is afgebeeld in 103, terwijl elk paar onmiddellijk aangrenzende tanden 37 samenwerken om een bijbehorend uitsteeksel 23 van de riemconstructie 22 te vormen dat althans nagenoeg 30 V-vormig is. Het gewijzigde snijwerktuig 36 van fig. 9 vormt dus de riemconstructie 22 die V-vormige uitsteeksels 23 en V-vormige groeven 24 heeft die zich op afwisselende wijze uitstrekken langs de gehele axiale lengte van deze riemconstructie .
35 In de beschrijving van de uitvinding is het snijwerktuig 36 afgebeeld met een axiale lengte die aanzienlijk kleiner is dan de axiale lengte van de riemhuls 21 die gesneden moet worden. In de praktijk heeft de standaard riemhuls 21 die is gemaakt met toepassing van gebruikelijke 8201887 < -13- opbouwtrommeIs of doorns en gebruikelijke hardingsapparatuur eenaxiale lengte in het algemeen van de orde van 105 cm. Een roteerbaar snijwerktuig 36 dat is gevormd door twee zij aan zij geplaatste steunlichamen 50 en hun snijstaven heeft een 5 totale axiale lengte zodat dit de riemhuls 21 snijdt tot een axiale lengte van ruwweg 35 cm. Met dit snijwerktuig wordt elke 105 cm riemhuls over zijn volle lengte gesneden door het roteerbare snijwerktuig 36 driemaal langs de huls 21 te verplaatsen en de huls bij elk van de drie standen te snij-10 den door het snijwerktuig 36 en de huls 21 in snijdende aanraking met elkaar te brengen. Afwisselende uitsteeksels 23 en uitsparingen 24 worden dus gevormd langs de volle axiale lengte van de huls 21, waardoor de riemconstructie 22 wordt gevormd. In de afbeelding van fig. 1 is de riemsnijinrich-15 ting 20 afgebeeld nadat de snijinrichting 36 de eerste van zijn drie sneden in de huls 21 heeft gemaakt.
De inrichting 20 is hierin afgebeeld bij toepassing voor het snijden van de riemhuls 21 voor het vormen van de riemconstructie 22 met een aantal afwisselende 20 uitsteeksels 23 en uitsparingen 24 erlangs. Het zal echter duidelijk zijn dat de inrichting volgens de uitvinding kan worden gewijzigd door de langwerpige snijstaven 55 ervan te verkorten zodat één of meer van deze verkorte staven kunnen worden gebruikt om de huls 21 te snijden om bij elke snij-25 gang een enkele eindloze drijfriemconstructie met een paar tegengestelde zijdelen te vormen. In dit laatste geval kan de snijstaaf zijn voorzien van een enkel paar snijmiddelen in de vorm een paar in één geheel gevormde mesvormige snij-randen 57 die onderling zijn verbonden door een snijrand 30 100, zodat zodra het steunlichaam voor de verkorte snijstaaf wordt geroteerd voor snijdoeleinden de verkorte snijstaaf (öf een aantal van dergelijke staven) de huls 21 snijdt om een enkele eindloze drijfriemconstructie te vormen die een buitenste deel met ruwweg trapeziumvormige dwarsdoorsneden 35 heeft. Bij deze gewijzigde inrichting kan het gewenst zijn de riemhuls 21 op zijn doorn 30 met een steunhuls daartussen aan te brengen en de gewijzigde snijstaaf of staven kunnen ook zijn voorzien van zijsnijorganen zoals riemsnijorganen die geheel door de riemhuls 21 tot in de steunhuls snijden, 8201887 -14- waardoor een gehele uit een enkel element bestaande drijf-riemconstructie met trapeziumvormige dwarsdoorsnede wordt gevormd bij elke snijbewerking.
De inrichting 20 van fig. 1 kan ook worden 5 gewijzigd om op afstand van elkaar liggende snijmiddelen zoals zijsnijorganen op gewenste tussenruimten langs de snijtanden 37 van het snijwerktuig 36 te verschaffen en kan worden toegepast met een steunhuls tussen de riemhuls 21 en de doorn 30, waardoor een aantal voltooide van V-ribben 10 voorziene riemen of riemen met meervoudige elementen kunnen worden gevormd met elke snijaanraking van dit gewijzigde snijorgaan 36.
De inrichting 20 is hierin afgebeeld in een toepassing om een riemhuls 21 te snijden om een riemcon-15 structie 22 met meervoudige elementen en V-ribben te vormen, waarvan dan riemen met V-ribben in een volgende snijwerking worden afgesneden. Het zal echter duidelijk zijn dat de inrichting volgens de uitvinding kan worden toegepast om zogenaamde "banded" riemen (die op dit gebied bekend zijn) op 20 soortgelijke wijze te vormen.
Ook ligt het binnen het kader van de uitvinding om de inrichting volgens de uitvinding toe te passen om een matrixhuls te vormen van het type dat wordt toegepast in de werkwijze voor het maken van riemen die is beschre-25 ven in het Amerikaanse octrooischrift 3.839.116.
In deze beschrijving van de uitvinding ondersteund elk roteerbaar steunlichaam 50 een aantal van acht roteerbare snij staven 55 op een cilindrische opstelling met een diameter van ongeveer 25 cm. Het is gebleken dat 30 een doelmatige snijwerking kan worden bereikt door de lichamen 50 te roteren door het gehele snijwerktuig te roteren met 3600 omwentelingen per minuut en daarbij de riemhuls 21 te roteren op de gebruikelijke wijze en met de gebruikelijke snelheden die worden toegepast bij het snijden van een soort-35 gelijke huls door slijpen. Echter zijn de resultaten met de inrichting 20 volgens de uitvinding dramatisch in vergelijking met het riemslijpproces. In het bijzonder is de snijwerking ongeveer tien maal sneller en praktisch zonder warrn-te-accumulatie. Ook is de snijwerking zodanig dat het bewe- 8201887 -15- gingsmiddel 46 kan worden toegepast om het roterende snij-werktuig 36 tot zijn volle snijdiepte in te drukken terwijl de huls 21 roteert met zijn gebruikelijke snelheid, waardoor de snijtanden 37 op de volle diepte liggen terwijl de huls 5 21 slechts 12,5 of 15 cm van zijn omtreksafstand wordt ge roteerd. Verder wordt de riemhuls volledig gesneden door het vormen van uitsteeksels 23 en uitsparingen 24 in één gang, dus het gehele profiel van de uitsteeksels 23 en uitsparingen 24 wordt gevormd met een enkele rotatie van de 10 doorn en de huls over 360°, met slechts een overlapping langs de 12,5-15 cm afstand waar het aanvankelijke indrukken plaatsvindt.
De snijstaven 55 volgens de uitvinding zijn bij voorkeur gemaakt uit elk materiaal dat wordt ge-15 bruikt om snijgereedschap voor het snijden van metaal te maken. Speciaal goede resultaten zijn bereikt met snijstaven die zijn gemaakt van wolframcarbide. Verder is gebleken dat een aanzienlijk aantal riemhulsen 21 kunnen worden gesneden met grote doelmatigheid zonder dat de snijuitsteeksels 20 of tanden 37, en in het bijzonder de snijranden 57 en 100 geslepen moeten worden.
8201887

Claims (33)

1. Inrichting voor het snijden van een niet-gecontourde en geharde polymere riemhuls om een eindloze drijfriemconstructie te vormen met tenminste een paar tegenover liggende niet evenwijdige zijdelen, welke inrich-5 ting is voorzien van een doorn voor het ondersteunen van de riemhuls voor rotatie om een langsas, middelen voor het roteren van de doorn en de riemhuls om de langsas, een roteerbaar snijwerktuig met tenminste een paar althans nagenoeg gelijke symmetrisch aangebrachte en buitenwaarts di-10 vergerende in één geheel gevormde snijmiddelen voor het snijden van het paar zijdelen, middelen voor het roteren van het snijwerktuig, middelen om het snijwerktuig naar en van de huls te bewegen, welke bewegingsmiddelen geschikt zijn om het snijwerktuig tijdens de rotatie ervan aan te 15 drukken tegen de roterende riemhuls om de riemconstructie te vormen, met het kenmerk, dat het snijwerktuig (36) is voorzien van een steunlichaam (50) met een centrale as (53), tenminste één harkvormige snijstaaf (55) met een langsas en met het paar snijmiddelen daarop aangebracht als 20 een één geheel vormend onderdeel daarvan, en middelen (60) die de staaf (55) ondersteunen op het lichaam (50) met de langsas evenwijdig aan en op radiale afstand van de centrale as, waarbij het ene paar snijmiddelen zich loodrecht op de langsas uitstrekt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, verder gekenmerkt door een aantal snijstaven (55), die elk gelijk zijn aan de ene snijstaaf, waarbij elke gelijke snijstaaf een langsas heeft en een bijbehorend paar snijmiddelen daarop heeft, waarbij elk bijbehorend paar snij-30 middelen gelijk is aan het ene paar snijmiddelen en zich ook loodrecht op zijn bijbehorende langsas uitstrekt, en door middelen (60) die elk van de gelijke snij staven (55) ondersteunen op het lichaam (50) op een gemeenschappelijke omtrek met de ene snijstaaf, waarbij de snijmiddelen van 35 elk paar in de omtreksrichting zijn uitgelijnd, waarbij de snijmiddelen die de staven vormen samenwerken om de riem-constructie te vormen. 8201887 -17-
3. Inrichting volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat elk van de snijmiddelen wordt gevormd door een mesvormige snijrand (57).
4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t 5 het kenmerk, dat elk van de snijstaven (55) met zijn snijmiddelen is gemaakt uit wolframcarbide in een enkel stuk.
5. Inrichting voor het snijden van een niet-gecontourde en geharde polymere riemhuls om een eind- 10 loze drijfriemconstructie te vormen met een aantal afwisselende ringvormige riemuisteeksels en groeven, waarbij elk van deze groeven een paar symmetrische radiaal divergerende zijwanden heeft, waarbij de inrichting is voorzien van een doorn om de riemhuls voor rotatie om een langsas 15 te ondersteunen, middelen voor het roteren van de doorn en de riemhuls om de langsas, een roteerbaar snijwerktuig met axiaal op afstand van elkaar liggende snijuitsteeksels om de ringgroeven te snijden, waarbij elk van de snijuitsteeksels in ëën geheel gevormde snijmiddelen heeft om een bij-20 behorend paar symmetrische zijwanden van een bijbehorende groef te snijden, middelen voor het roteren van het snijwerktuig en middelen om het snijwerktuig naar en van de huls te bewegen, welke bewegingsmiddelen geschikt zijn om het snijwerktuig tijdens de rotatie ervan tegen de roterende 25 riemhuls te drukken om de riemconstructie te vormen, met het kenmerk, dat het snijwerktuig (3.6) is voorzien van een steunlichaam (50) met een centrale as (53), een aantal harkvormige snijstaven (55) die elk zijn voorzien van een langsas en van een ëën geheel gevormde op afstand van 30 elkaar liggende evenwijdige tanden die de snijuitsteeksels (37) vormen en loodrecht op hun langsas staan, waarbij elk van tanden in één geheel gevormde mesvormige snijranden (57) heeft die tegenovergestelde zijden ervan vormen , en middelen (60) die elke staaf (55) op het lichaam (50) ondersteu-35 nen met zijn langsas evenwijdig aan de centrale as en met elke staaf (55) op een gemeenschappelijke cilindrische opstelling met de andere staven, waarbij de steunmiddelen (60) ook elke staaf (55) met elke tand ervan in de omtreksrich-ting uitgelijnd met overeenkomstige tanden van de overige 8201887 -18- staven ondersteunen, waarbij elke tand samenwerkt met de overeenkomstige tanden om het één geheel vormende snijmid-del te vormen om een bijbehorend paar zijwanden (25) van een bijbehorende groef (24) te snijden.
6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat het snij werktuig (.36) verder is voorzien van een tweede steunlichaam (50) , welk tweede steun-lichaam een tweede centrale as heeft en is voorzien van een tweede aantal harkvormige snijstaven (55) die elk een langs-10 as hebben en in één geheel gevormde op afstand van elkaar liggende evenwijdige tanden die ook de snijuitsteeksels (37) omvatten en loodrecht staan op hun langsas, waarbij elk van de tanden van het tweede aantal staven (55) in één geheel gevormde mesvormige snijranden (57) heeft die tegenoverge-15 stelde zijden ervan vormen, middelen (60) die elke staaf (55) van het tweede aantal ondersteunen op het tweede lichaam (50) met zijn langsas evenwijdig aan de tweede centrale as en met elke staaf ook op een gemeenschappelijke tweede cilindrische opstelling met de andere staven, waarbij de steun-20 middelen (60) ook elke staaf van het tweede aantal op het tweede lichaam ondersteunen met elke tand ervan in de om-treksrichting uitgelijnd met overeenkomstige tanden van de overige staven van het tweede aantal, waarbij elke tand van dit tweede aantal staven samenwerkt met de overeenkomstige 25 tanden van de overige staven van dit tweede aantal om het in één geheel gevormde snijmiddel te vormen om een bijbehorend paar zijwanden (25) van een bijbehorende groef (24) te vormen, een centrale steunas (51) en middelen (52) om de steunlichamen (50) concentrisch rondom en zij aan zij op 30 de as (51) te bevestigen met hun centrale assen coaxiaal uitgelijnd op een gemeenschappelijke as en met de tweede cilindrische opstelling samenwerkend met de eerst genoemde cilindrische opstelling om een uitgebreide cilindrische opstelling te vormen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat het eerst genoemde aantal harkvormige snij staven (55) in hoekstand is verplaatst om hun steunlichaam (50) met dezelfde hoekverplaatsing daartussen waarbij het tweede aantal harkvormige snijstaven (55) ook 8201887 -19- in hoekstand is verplaatst om hun tweede steunlichaam (50) met dezelfde hoekverplaatsing daartussen, waarbij de hark-vormige snijstaven van het tweede aantal verder in hoekstand zijn verplaatst ten opzichte van de eerst genoemde 5 snijstaven (55) maar alle steunstaven op de uitgebreide cilindrische opstelling liggen.
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het k e n m e r k> dat de steunlichamen (50) en hun bijbehorende harkvormige snijstaven (55) zijn bevestigd door 10 de bevestigingsmiddelen (52) op de as (51) op zodanige wijze dat de riemconstructie dit aantal afwisselende ringvormige riemuitsteeksels (23) en groeven (24) over zijn gehele axiale lengte heeft met inbegrip van de plaats daarlangs die is gevormd door de aangrenzende einden van de zij aan zij 15 liggende steunlichamen.
9. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat het steunlichaam (50) een aantal boringen (75) heeft die zich daardoorheen evenwijdig en symmetrisch rondom de centrale as uitstrekken en dienen als 20 verlichtingsgaten voor het lichaam.
10. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk; dat het middel (60) voor het ondersteunen van elke staaf (55) is voorzien van een langsuit-snijding in het lichaam (50), waarbij elke uitsnijding samen- 25 werkende plaatsingsoppervlakken (76,77) vormt, die kunnen worden aangeraakt door bijbehorende oppervlakken (81,82) van een bijbehorende staaf (55), wigmiddelen (83) die kunnen aangrijpen op elke staaf (55) en de bijbehorende oppervlakken (81,82) kunnen aandrukken tegen de plaatsingsopper- 30 vlakken (76,77) en bevestigingsmiddelen (85) om de wigmiddelen (83) losneembaar te bevestigen op het lichaam (50).
11. Inrichting volgens conclusie 10, m e t het kenmerk, dat de wigmiddelen (83) zijn voorzien van een aantal wiggen (83) en de bevestigingsmiddelen (85) 35 zijn voorzien van een aantal bevestigingsschroeven (85) die elk zijn verbonden met één van de wiggen (83) , waarbij elke bevestigingsschroef (85) kan worden geschroefd in een schroef-draadopening (90) in het lichaam (50).
12. Inrichting volgens conclusie 11, m e t 8201887 -20- het kenmerk, dat elk van de wiggen (83) een hol centraal deel (91) daarin heeft met een achterwand (92) en een op een afstand daarvan liggende voorwand (93) een U-vor-mige uitsnijding (94) in de achterwand (92) en een cilin-5 drisch gat (95) in de voorwand (93) in lijn met de uitsnijding (94), waarbij elke schroef (85) een kop (86) en een schroefdraadeind heeft en met de kop (86) ervan kan worden gestoken in het holle centrale deel (91) van de bijbehorende wig (83) en met het schroefdraadeind (87) door het open eind 10 van de ü-vormige uitsparing (94), waarbij elk van de schroeven (85) vast en los kan worden geschroefd ten opzichte van de schroefdraadopening (90) met een gereedschap dat kan worden gestoken door het cilindrische gat (95) van zijn bijbe- · horende wig (83) in aanraking met zijn kop (86) om de staaf 15 vast te zetten en los te maken, terwijl de wig (83) is geplaatst tegen een bijbehorende staaf (55).
13. Inrichting volgens conclusie 12, me t het kenmerk, dat elke staaf (55) een hellend vlak (96) heeft en elke wig (83) een samenwerkend wigvlak (97) 20 heeft dat kan aangrijpen op het hellende vlak (96) om de staaf (55) stevig aangedrukt te houden tegen de plaatsings-oppervlakken (76,77) als een bijbehorende bevestigingsschroef (85) op zijn plaats wordt geschroefd.
14. Inrichting volgens conclusie 5, m e t 25 het kenmerk, dat elke snijtand van elke staaf (55) met zijn in ëën geheel gevormde mesvormige snijranden (57) van metaal is gemaakt.
15. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat elke harkvormige snijstaaf (55) 30 met inbegrip van zijn in één geheel gevormde op afstand liggende tanden met in één geheel gevormde mesvormige snijranden (57) is gemaakt uit snijgereedschapmetaal, zoals wolfram-carbide in een enkel stuk.
16. Inrichting volgens conclusie 6, m e t 35 het kenmerk, dat het bevestigingsmiddel (52) een aanslag (63) omvat, die is bevestigd op een eind van de steun-as (51), een schroefdraaddeel (64) aan het tegenovergestelde eind van de steunas (51) en een kraag (65) met inwendige schroefdraad, welke kraag (65) op het schroefdraaddeel (64) 8201887 -21- kan worden geschroefd met de steunlichamen zij aan zij liggend op de as (51).
17. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat elke snij staaf (55) een aantal 5 verbindende snijranden (100) tussen zijn in één geheel gevormde tanden heeft, welke verbindende snijranden (100) evenwijdig zijn aan de langsas van de bijbehorende staaf, waarbij de verbindende snijranden (100) de ringvormige riem-uitsteeksels (23) van de riemconstructie vormen als afge-10 knotte riemuitsteeksels die elk een ruwweg trapeziumvormige dwarsdoorsnede hebben, waarbij de snijranden (57) op de tanden en de verbindende snijranden (100) samenwerken om zonder tussenliggende stappen de riemconstructie te kunnen vormen zodat de buitenste diameter van de riemhuls precies 15 op maat is.
18. Inrichting volgens conclusie 17, me t het kenmerk, dat de zijsnijranden (57) op elke tand in een V-vorm liggen die eindigt in een snijtop (101) , waarbij de top is gevormd door een boog die zich uitstrekt 20 op een kleine straal en elke tand met zijn zijsnijranden (57) en snijtop (101) een bijbehorende groef (24) in de riemconstructie vormt, die althans nagenoeg V-vormig is.
19. Inrichting volgens conclusie 15, me t het kenmerk, dat de tanden op elke staaf (55) bases 25 hebben die aan elkaar grenzen waarbij elk paar onmiddellijk aan elkaar grenzende tanden samenwerkt om een bijbehorend uitsteeksel (23) van de riemconstructie te vormen dat althans nagenoeg V-vormig is.
20. Werkwijze voor het snijden van niet-30 gecontourde en geharde polymere riemhuls om een eindloze drijfriemconstructie te vormen met tenminste één paar tegenovergestelde niet-evenwijdige zijdelen, waarbij de riemhuls wordt aangebracht op een doorn om de riemhuls voor rotatie om een langsas te ondersteunen, de doorn en riemhuls worden 35 geroteerd om hun langsas, een snijwerktuig met tenminste een paar althans nagenoeg gelijke symmetrisch aangebrachte en buitenwaarts divergerende in één geheel gevormde snij-middelen wordt geroteerd om het paar zijdelen te snijden, en de riemhuls wordt gesneden door het roterende snijwerk- 8201887 -22- tuig naar de huls te bewegen om het snijwerktuig tijdens de rotatie ervan tegen de roterende riemhuls te drukken om de riemconstructie te vormen, met het kenmerk, dat een steunlichaam wordt geroteerd, dat een centrale as 5 heeft en dat tenminste één harkvormige snij staaf heeft met een langsas, waarop het ene paar snijmiddelen als een één geheel vormend deel daarvan is aangebracht, waarbij de staaf is ondersteund op het lichaam met de langsas evenwijdig aan en op een radiale afstand van de centrale as, waarbij het 10 ene paar snijmiddelen zich loodrecht op de langsas uitstrekt.
21. Werkwijze volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het steunlichaam een aantal snij-staven heeft die ieder gelijk zijn aan de ene snij staaf, waarbij elke gelijke snijstaaf een langsas heeft en een 15 bijbehorend paar snijmiddelen daarop, waarbij elk bijbehorend paar snijmiddelen gelijk is aan het ene paar snijmiddelen en ook loodrecht staat op zijn bijbehorende langsas, waarbij elk van de gelijke snijstaven is ondersteund op het lichaam op een gemeenschappelijke omtrek met de ene snijstaaf, 20 waarbij de snijmiddelen van elk paar in de omtreksrichting zijn uitgelijnd en waarbij de staven samenwerken om de ring-constructie te vormen.
22. Werkwijze volgens conclusie 20, m e t het kenmerk, dat de riemhuls wordt gesneden om mid- 25 delen te vormen die de tegenovergestelde niet-evenwijdige zijdelen ervan met elkaar verbinden aan de vrije einden ervan om een riemuitsteeksel op de riemhuls te vormen.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, me t het kenmerk, dat de middelen worden gesneden met 30 de snij staaf om het riemuitsteeksel te vormen met een ruwweg trapeziumvormige dwarsdoorsnede.
24. Werkwijze volgens conclusie 22, m e t het kenmerk, dat de middelen worden gesneden met de snijstaaf om het riemuitsteeksel met een ruwweg V-vormige 35 dwarsdoorsnede te vormen.
25. Werkwijze volgens conclusie 20, me t het kenmerk, dat de riemhuls wordt gesneden om een eindloze drijfriemconstructie te vormen met een aantal afwisselende ringvormige riemuisteeksels en groeven, waarbij 3201887 -23- elk uitsteeksel een paar niet-evenwijdige zijdelen heeft doordat de harkvormige snijstaaf een aantal paren snijmid-delen daarop heeft, waarbij elk van deze snijmiddelen een snijtand omvat met in één geheel gevormde mesvormige snij-5 randen die tegenovergestelde zijden daarvan vormen.
26. Werkwijze volgens conclusie 25, me t het kenmerk, dat het steunlichaam een aantal van deze harkvormige snijstaven heeft, waarbij elke staaf met zijn langsas evenwijdig aan de centrale as ligt en waarbij 10 elke staaf op een gemeenschappelijke cilindrische opstelling met de andere staven ligt, waarbij elke staaf op het steunlichaam is ondersteund met elke tand ervan in de omtreks-richting uitgelijnd met overeenkomstige tanden van de overige staven, waarbij elke tand samenwerkt met de overeenkomstige 15 tanden om het in één geheel gevormde snijmiddel te vormen om een bijbehorend paar zijwanden van een bijbehorende groef te snijden.
27. Werkwijze volgens conclusie 26, m e t het kenmerk, dat elke snijstaaf een aantal verbin- 20 dende snijranden heeft die zijn aangebracht tussen zijn in ëën geheel gevormde tanden, waarbij de verbindende snijranden evenwijdig aan de langsas van de bijbehorende staaf liggen, zodat de ringvormige riemuitsteeksels van de riemcon-structie worden gevormd als afgeknotte riemuitsteeksels die 25 elk een ruwweg trapeziumvormige dwarsdoorsnede hebben, en samenwerken om zonder tussenstappen de riemconstructie zodanig te kunnen vormen dat de buitendiameter van de riem-huls nauwkeurig op maat is.
28. Werkwijze volgens conclusie 26, me t 30 het kenmerk, dat de zijsnijranden in een V-vorm liggen en eindigen in een snijtop die is gevormd door een boog die zich uitstrekt op een kleine straal, waarbij elke tand met zijn zijsnijranden en snijtop een bijbehorende groef in de riemconstructie vormt, welke althans nagenoeg 35 V-vormig is.
29. Werkwijze voor het vervaardigen van een inrichting voor het snijden van een niet-gecontourde en geharde polymere riemhuls om een eindloze drijfriemconstructie te vormen met een aantal afwisselende ringvormige 8201887 -24- riemuitsteeksels en groeven, waarbij elk van de groeven een paar symmetrisch radiaal divergerende zijwanden heeft, waarbij een doorn wordt verschaft om de riemhuls te ondersteunen voor rotatie om een langsas, middelen worden ver-5 schaft om de doorn en riemhuls om de langsas te roteren, een roteerbaar snijwerktuig wordt vervaardigd met in axiale richting op afstand geplaatste snijuitsteeksels om de ring-groeven te snijden, waarbij elk van de snijuitsteeksels in één geheel gevormde snijmiddelen heeft om een bijbehorend 10 paar van de symmetrische zijwanden van een bijbehorende groef te snijden, middelen worden verschaft om het snijwerktuig te roteren en middelen worden verschaft om het snijwerktuig naar en van de huls te bewegen, waarbij de bewe-gingsmiddelen het snijwerktuig tijdens de rotatie ervan 15 tegen de roterende riemhuls kunnen drukken om de riemcon-structie te vormen, met het kenmerk, dat een steunlichaam met een centrale as wordt gevormd, een aantal harkvormige snij staven worden gevormd, die elk zijn voorzien van een langsas en van in één geheel gevormde op afstand 20 van elkaar liggende evenwijdige tanden die de snijuitsteeksels vormen en loodrecht op de langsas staan, waarbij elk van de tanden in êën geheel gevormde mesvormige snijranden heeft die tegenovergestelde zijden ervan vormen en elke staaf wordt ondersteund op het lichaam met steunmiddelen en 25 met zijn langsas evenwijdig aan de centrale as en met elke staaf op een gemeenschappelijke cilindrische opstelling met de andere staven, waarbij tengevolge van deze ondersteuning elke staaf met elke tand ervan in de omtreksrichting uitgelijnd met overeenkomstige tanden van de overige staven wordt 30 ondersteund, waarbij elke tand samenwerkt met de overeenkomstige tanden om het in één geheel gevormde snijmiddel te vormen om een bijbehorend paar zijwanden van een bijbehorende groef te snijden.
30. Werkwijze volgens conclusie 29, m e t 35 het kenmerk, dat een aantal boringen in het steunlichaam worden gevormd die zich evenwijdig en symmetrisch rondom de centrale as daardoorheen uitstrekken en dienen als verlichtingsgaten voor het lichaam.
31. Werkwijze volgens conclusie 30, me t 8201887 ί* -25- het kenmerk, dat rechte cirkelcilindrische boringen worden gevormd.
32. Werkwijze volgens conclusie 29, me t het kenmerk, dat voor het ondersteunen van elke 5 staaf een langsuitsnijding in het lichaam wordt gevormd die samenwerkende plaatsingsoppervlakken vormt, waarop bijbehorende vlakken van een bijbehorende staaf kunnen aangrijpen, waarbij een wigmiddel wordt verschaft dat op elke staaf kan aangrijpen en de samenwerkende vlakken kan aan-10 drukken tegen de plaatsingsoppervlakken, waarbij bevestigingsmiddelen worden aangebracht en de wigraiddelen losneembaar worden bevestigd op het lichaam met de bevestigingsmiddelen.
33. Werkwijze volgens conclusie 29, m e t 15 het kenmerk, dat elke harkvormige snijstaaf met inbegrip van zijn in één geheel gevormde op afstand van elkaar liggende tanden met in één geheel gevormde mesvormige snijranden wordt gevormd uit snijgereedschapmetaal als enkel stuk. 8201887
NL8201887A 1981-05-26 1982-05-07 Inrichting voor het bij de drijfriemfabricage snijden van omtreksgroeven en -ribben in een polymere riemhuls. NL193241C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/267,189 US4496269A (en) 1981-05-26 1981-05-26 Polymeric belt cutting apparatus and method of making same
US26718981 1981-05-26

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8201887A true NL8201887A (nl) 1982-12-16
NL193241B NL193241B (nl) 1998-12-01
NL193241C NL193241C (nl) 1999-04-02

Family

ID=23017690

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8201887A NL193241C (nl) 1981-05-26 1982-05-07 Inrichting voor het bij de drijfriemfabricage snijden van omtreksgroeven en -ribben in een polymere riemhuls.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4496269A (nl)
JP (1) JPS57195642A (nl)
AU (1) AU545693B2 (nl)
BE (1) BE893134A (nl)
CA (1) CA1223433A (nl)
DE (1) DE3217242C2 (nl)
DK (1) DK157788C (nl)
FR (1) FR2506657B1 (nl)
GB (1) GB2098911B (nl)
IT (1) IT1214439B (nl)
MX (1) MX157261A (nl)
NL (1) NL193241C (nl)
SE (1) SE447463B (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4717295A (en) * 1981-05-26 1988-01-05 Hetz G Brian Polymeric belt cutting apparatus and method of making same
IT1239720B (it) * 1990-04-24 1993-11-15 Pirelli Transmissioni Ind Spa Procedimento ed apparecchiatura per la realizzazione di cinghie scanalate di trasmissione
DE4042285C1 (en) * 1990-12-31 1992-04-23 Gerfema - Gesellschaft Fuer Rationalisierung, Forschung Und Entwicklung Im Maschinenbau Mbh, O-9010 Chemnitz, De Sepg. endless belts from elastomer material tube section - by supporting tube on profiled roller(s), rotating roller and sepg. tool against tube to remove belt sections
CA2514123A1 (en) * 2003-05-27 2004-12-09 Nap Tools Llc Drive belt cutter assembly
CN113042824B (zh) * 2021-03-26 2022-07-12 一代天骄建设集团有限公司 一种建筑警示牌及其加工系统与加工方法

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2188456A (en) * 1938-02-17 1940-01-30 Laucks I F Inc Apparatus for grooving rubber applicator rolls
US2411784A (en) * 1942-11-30 1946-11-26 Super Tool Company Milling cutter
US3477895A (en) * 1964-12-17 1969-11-11 Uniroyal Inc Apparatus for making rubber articles
US3818576A (en) * 1970-09-08 1974-06-25 Goodyear Tire & Rubber Method for manufacturing v belts
JPS48102697A (nl) * 1972-04-08 1973-12-24
US3891405A (en) * 1972-11-28 1975-06-24 Dayco Corp Apparatus for making an endless power transmission belt
JPS5198889A (en) * 1974-11-06 1976-08-31 Hakuyokikanno untenseigyosochi
US4009742A (en) * 1975-11-28 1977-03-01 Ziegelmeyer Harold R Wood-working mechanism
US4033018A (en) * 1976-07-16 1977-07-05 Illinois Tool Works Inc. Indexable milling cutter
JPS562154A (en) * 1979-06-20 1981-01-10 Mitsuboshi Belting Ltd Manufacture of multirib belt
US4329192A (en) * 1981-01-19 1982-05-11 Dayco Corporation Apparatus and method for making a belt construction

Also Published As

Publication number Publication date
GB2098911A (en) 1982-12-01
NL193241C (nl) 1999-04-02
BE893134A (fr) 1982-08-30
DK157788C (da) 1990-07-30
AU8308182A (en) 1982-12-02
DE3217242A1 (de) 1982-12-16
DK187982A (da) 1982-11-27
FR2506657A1 (fr) 1982-12-03
JPS617945B2 (nl) 1986-03-10
IT1214439B (it) 1990-01-18
NL193241B (nl) 1998-12-01
DK157788B (da) 1990-02-19
CA1223433A (en) 1987-06-30
SE8202923L (sv) 1982-11-27
AU545693B2 (en) 1985-07-25
IT8221024A0 (it) 1982-04-30
FR2506657B1 (fr) 1989-08-18
SE447463B (sv) 1986-11-17
GB2098911B (en) 1984-10-31
DE3217242C2 (de) 1986-05-22
MX157261A (es) 1988-11-09
US4496269A (en) 1985-01-29
JPS57195642A (en) 1982-12-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4640165A (en) Rotary knife system
US4125342A (en) Clamping arrangement for the replaceable blade of a rotary cutting tool
CA1206845A (en) Disc type wood chipper knife having positioning serrations and intermediate land therebetween
NL8201887A (nl) Inrichting en werkwijze voor het snijden van een polymere riem.
JPS6365456B2 (nl)
EP0321391B1 (en) Planing tool for a woodworking machine
DE2820220C3 (de) Auswechselbare Klinge für die drehbare Nabe einer Maschine zum Abtragen von Reifenlaufflächen
NL8600777A (nl) Binnenste roteerbaar snijelement voor een electrisch scheerapparaat en vervaardigingswijze daarvan.
US5176191A (en) Holder for rotating cutting knives
US4534687A (en) Polymeric belt cutting apparatus
US4096371A (en) Method of and apparatus for electrical discharge machining
US4717295A (en) Polymeric belt cutting apparatus and method of making same
US4534102A (en) Method of making polymeric belt cutting apparatus
EP0914912B1 (de) Vorrichtung zur radialen messerfestlegung in Messerköpfen für die Holz- oder Kunststoffbearbeitung
EP0005906A1 (en) Rotary cutterblock and method for its manufacture
US6089138A (en) Rotating, drivable cutter
US5259428A (en) Rotary cutters
EP0059234A1 (de) Stapelfaserschneidmaschine
EP1192027B1 (en) Method and apparatus for profiling a log
US2537164A (en) Work holder for pinking shears
AU644374B2 (en) Rotary cutters
US4840204A (en) Axial component lead cutter and former
SU954233A1 (ru) Лущильный станок
DE64309C (de) Fräser mit unveränderlichem Profil der getheilten, nachstellbaren Fräsmesser
DE1604369C3 (de) Granuliervorrichtung für thermoplastische Kunststoffe

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: DAYCO PRODUCTS, INC.

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20020507