NL8201728A

NL8201728A - Schijfregistratieinrichting, voorzien van integrale middelen voor het nulspoor en stilstand in noodgevallen.

Info

Publication number: NL8201728A
Application number: NL8201728A
Authority: NL
Original assignee: Seagate Technology
Priority date: 1981-05-14
Filing date: 1982-04-26
Publication date: 1982-12-01
Also published as: CA1172754A; IT8221264A0; NL182030B; JPS5850674A; NL182030C; FR2506056A1; FR2506056B1; US4471396A; JPS635827B2; GB2098785B; IT1152168B; GB2098785A; DE3216932C2; DE3216932A1

Description

\ * 'k .* -1v VO 3309

Schi j fregistratieinrichting, voorzien van integrale middelen voor het nulspoor en stilstand in noodgevallen.

De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een schijf-registratieinrichting, en meer in het bijzonder op een dergelijke inrichting, die middelen bevat voor het identificeren van het aanvangs-spoor (nulspoor) en voor het beperken van de beweging van de koppen over 5 de schijf voor het voorkomen van mechanische botsingen.

In een schijfregistratieinrichting wordt gebruik gemaakt van het op concentrische cirkelvormige sporen van een schijfregistreren van informatie. De sporen worden ingeschreven en uitgelezen door magnetische koppen, die samenwerken met het oppervlak van de schijf. Verschillende 10 werkwijzen zijn gebruikt voor het plaatsen van de koppen, zoals schroef-drijfwerken en riemdrij fwerken. Biemdrijfwerken worden ondermeer getoond en beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.881.189, U.161.00¼ en ^.170.1½. Deze drijfwerken zetten een draaibeweging van een stap-motor om in een rechtlijnige beweging van de lees-schrijfkoppen, die zijn 15 gemonteerd aan een wagen en radiaal bewegen over de registratieschijf voor het vormen van aangrenzende cirkelvormige sporen. Bij elke stap van de stapmotor wordt een nieuw concentrisch cirkelvormig spoor gevormd.

De afstand tussen de sporen is afhankelijk van de mate van draaiing, die de motoras bij elke stap ondergaat, en van de diameter van de riem-20 schijf, waarop de riem is gewonden.

Tijdens het inschrijven en uitlezen bestaat behoefte aan het identificeren van de sporen. In het algemeen worden de sporen geteld en geïndexeerd vanuit een aanvangsstand. Op dit gebied is dit het buitenste aanvangsspoor, dat wordt aangeduid als ’‘spoor nul!T.

25 De inrichting voor het plaatsen van de kop moet dus een signaal verschaffen, dat representatief is voor deze stand.

Een dergelijke inrichting bevat gewoonlijk zogenoemde stilstanden in noodgevallen. Deze stilstanden verschaffen een mechanisch vast aanslag-orgaan, dat een beweging van de wagen voorbij zijn eindpunt voorkomt, 30 welke beweging de uitrusting fysisch zou kunnen beschadigen. Dit is nodig in het geval, dat de elektrische regelingen falen en de wagen voorbij zijn veilige grenzen trachten te drijven.

Volgens de stand van de techniek zijn de spoor nulaanslag en de voorwaartse aanslag onafhankelijk instelbaar. De instelling van de spoor 35 nulaanslag en de aanslag in noodgevallen bij vervaardiging van een schijf 8201728

* ‘ I

\ \ -2- drijfwerk is lastig en tijdrovend.

Het is een doel van de uitvinding een schijfregistratieinrichting te verschaffen, waarin de nulstand en de aanslagen voor noodgevallen vooraf zijn ingesteld.

5 De voorgaande en andere doeleinden van de uitvinding worden "bereikt door het verschaffen van een aandrijfmotor voor een rechtlijnig drijfwerk,dat een aandrijfas bevat, een daaraan gemonteerde verbreker voor de vooraf ingestelde aanslag in noodgevallen en het nulspoor, en . een aan het huis van de motor gemonteerd schakelmiddel en vaste aanslag, 10 welke kunnen worden aangegrepen door de verbreker van de vooraf ingestelde aanslag in noodgevallen en het nulspoor, waardoor de verbreker in een draairichting van de motor de schakelaar in werking brengt om nulsporen aan te geven, en een aanslag raakt voor het beperken van de beweging in deze ene richting, en de verbreker voor de aanslag in noodgevallen en het 15 nulspoor in zijn andere' draairichting de aanslag raakt voor het beperken van de beweging in de andere richting.’

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening , waarin: figuur 1 een doorsnede is volgens de lijn I-I in figuur 2, 20 Figuur 2 een bovenaanzicht is van het wagendrijfwerk, dat de aandrijfmotor bevat, figuur 3 een eindaanzicht is van de motor, waarbij de beweegbare verbreker voor de aanslag in noodgevallen en het nulspoor is weergegeven, evenals de vaste schakelaar en aanslag, en 25 figuur k een zijaanzicht is van de verbreker voor de aanslag in noodgevallen en het nulspoor.

De figuren 1 en 2 tonen een kopdrijfsamenstel, waarin de beweegbare verbreker voor de aanslag in noodgevallen en het nulspoor wordt toegepast. Het drijfsamenstel kan worden gebruikt in samenhang met een ge-30 bruikelijk schijfdrijfwerk, bij voorkeur met een schijfdrijfwerk, zoals getoond en beschreven in het Amerikaanse octrooischrift k.323.939 op naam van aanvraagster. Het drijfsamenstel omvat een stapmotor 11, voorzien van een aandrijfas 12, aan een einde waarvan een holle riemschijf 13 wordt gedragen, die een aandrijfriem 1^ kan opnemen. De riem bevat een 35 binnengedeelte, dat door een schroef 16 is vastgezet aan een einde van een wagen 17 5 en een paar buitengedeelten, welke door schroeven 18 zijn vastgezet aan het andere einde van de wagen. De aandrijfriem bevat bij 8201728 - ' \ \ \ \ -3- , voorkeur een U-vormig veergedeelte 21 voor het handhaven van een voor afbepaalde spanning op de riem. Het middengedeelte van de riem, -waar de midden en buitengedeelten in elkaar overgaan, is op passende wijze vastgezet aan de riemschijf 13.

5 Het rechtsom of linksom draaien van de riemschijf windt band- gedeelten op de as of windt bandgedeelten af voor het bewegen van de wagen. De wagen bevat op afstand liggende legers 23, 2b en 26, die in een driehoekige gedaante zijn opgesteld. Twee van de legers 23 en 2b kunnen langs een vaste baan 27 lopen, waarbij het andere leger 26 langs een 10 vrij beweegbare baan 29 kan lopen. De baan 29 wordt gedragen door een veer 31 of ander veerkrachtig middel, voor het tegen het leger 26 drukken van de baan 29 voor het in innige aanraking met de vaste baan houden van de legers 23 en 2b. Dit verschaft een zelfrichtende uitvoering zonder naloop met een minimale slijtage en een verlengde legerlevensduur, 15 welke wagengeleiding gedetailleerder is beschreven in het Amerikaanse octrooi schrift 1+. 323 - 939 op naam van aanvraagster.

De wagen 17 is betrekkelijk licht en dient voor het monteren van een E-vormig of ander geschikt beslag 32 voor een aantal magnetische koppen 33, welke koppen kunnen samenwerken met een of meer daarmee sa-20 menhangende schijven. Door het regelen van de stapmotor 11 beweegt de wagen rechtlijnig langs de baan 27 voor het radiaal naar binnen en naar buiten bewegen van de koppen langs het oppervlak van de bijbehorende schijf voor het lezen en schrijven van informatie op het schijfoppervlak.

Het andere einde van de as 12 draagt de beweegbare verbreker 25 voor de aanslag in noodgevallen en het nulspoor, De aanslag in noodgevallen bevat een gedeelde kraag U1, die kan worden gemonteerd aan het aseinde b2 van de stapmotor. De kraag is aan de as vastgezet door middel van een schroef b9. De beweegbare verbreker voor de aanslag in noodgevallen en het nulspoor omvat een paar naar buiten zich uitstrekkende 30 armen b6 en ^7, gevormd van plaatmetaal en dergelijke, en vastgelast of anderszins vastgezet aan de kraag 41. De buiteneinden van de armen zijn over 90° gebogen voor het vormen van een aanslag en een verbreker voor de aanslag en het nulspoor. Een vaste schakelaar bQ voor de aanslag in noodgevallen en het nulspoor is gemonteerd aan het motorhuis, en 35 bevat een fotoelektrische sensor, die een lichtbron omvat, zoals een fotodiode 51 op afstand van een transductor 52. Het licht van de foto-diode wordt door de verbreker van het nulspoor onderbroken wanneer de motor rechtsom draait, zoals getoond in de figuur, en raakt de aanslag 8201728 \ \ -k- 53· Dit stelt de nulstand vast van het samenstel en verschaft een nul-signaal aan de bijbehorende elektrische ketens. In zijn andere draairichting raakt de andere arm 1*7 van de beweegbare aanslag in noodgevallen het vaste huis 53 van de fotoelektrische sensor, en brengt het draaien 5 fysisch tot stilstand. Het is duidelijk, dat er geen noodzaak is van verstellingen, aangezien de totale draaibeweging in de twee bewegingsrichtingen vooraf is bepaald door de afstand of hoek van de armen k6 en ^7 van de aanslag in noodgevallen. De totale draaiing is dus vooraf ingesteld en vooraf bepaald. Dit legt natuurlijk de beweging van de wa— 10 gen en de koppen vast of bepaalt deze.

Een eenvoudig goedkoop middel is verschaft, dat nulspoorinfor— matie geeft en fysische aanslagen voor elke draairichting en een nul— spoorsignaal.

15 8201728

Claims

1. Aangeefsamenstel voor een aanslag in noodgevallen en een nulspoor in samenhang met een drijfwerk voor magnetische koppen, voorzien van·een aandrijfmotor met een aandrijfas en een rechtlijnig drijfwerk voor het "bewegen van de koppen, gekenmerkt door een vast samenstel 5 van een schakelaar en een aanslag, en door een beweegbare verbreker voor een aanslag en een nulspoor, die mesiraaibaar is gemonteerd aan de as, welke verbreker een paar op vaste afstand liggende aanslagen bevat, die het vaste samenstel van de schakelaar en de. aanslag in beide draairichtingen kunnen raken voor het beperken van het draaien van de as·, 10 en het in werking brengen van de schakelaar voor het aangeven van het nulspoor in een draairichting.

2. Aangever voor een aanslag in noodgevallen en een nulspoor in samenhang met een schijf inrichting, voorzien van magnetische koppen, die kunnen worden bewogen door een motor voor het uitlezen en inschrij— 15 ven van registratiesporen op de schijf, gekenmerkt door eeii nulspoor— sensor en aanslag in noodgevallën, gemonteerd aan de motor, en door een beweegbare, aan de as van de motor gemonteerde verbreker voor een aanslag in noodgevallen en het nulspoor, welke verbreker dient voor het in werking brengen van de sensor en het stilzetten van het draaien in 20 een eerste draairichting van de as, en het stilzetten van het draaien van de as in de andere draairichting voor het beperken van de beweging van de magnetische koppen.

3. Aangever volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de beweegbare verbreker voor de aanslag in noodgevallen en het nulspoor een 25 kraag omvat, die kan worden gemonteerd aan de motoras, en'op afstand liggende, radiaal naar buiten zich uitstrekkende armen, die zijn gemonteerd aan de kraag en met hun buiteneinden de nulspoorsensor en de aanslag in noodgevallen kunnen aangrijpen. 8201728