NL8201659A - Metalen versterkingsstroken. - Google Patents
Metalen versterkingsstroken. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8201659A NL8201659A NL8201659A NL8201659A NL8201659A NL 8201659 A NL8201659 A NL 8201659A NL 8201659 A NL8201659 A NL 8201659A NL 8201659 A NL8201659 A NL 8201659A NL 8201659 A NL8201659 A NL 8201659A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- wires
- strip according
- meshes
- strip
- reinforcement strip
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04C—STRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
- E04C5/00—Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
- E04C5/01—Reinforcing elements of metal, e.g. with non-structural coatings
- E04C5/02—Reinforcing elements of metal, e.g. with non-structural coatings of low bending resistance
- E04C5/04—Mats
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10T428/16—Two dimensionally sectional layer
- Y10T428/169—Sections connected flexibly with external fastener
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T428/00—Stock material or miscellaneous articles
- Y10T428/249921—Web or sheet containing structurally defined element or component
- Y10T428/249922—Embodying intertwined or helical component[s]
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T442/00—Fabric [woven, knitted, or nonwoven textile or cloth, etc.]
- Y10T442/10—Scrim [e.g., open net or mesh, gauze, loose or open weave or knit, etc.]
- Y10T442/102—Woven scrim
- Y10T442/109—Metal or metal-coated fiber-containing scrim
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Wire Processing (AREA)
- Reinforcement Elements For Buildings (AREA)
- Rigid Pipes And Flexible Pipes (AREA)
Description
V
k 'i N.0. 31027 1
Metalen versterkingsstroken.
De uitvinding heeft betrekking op metalen versterkingsstroken voor de toepassing in versterkende betonbekledingen op olie- en gaspijpen om bijvoorbeeld hun drijfvermogen onder water tegen te gaan en de drukken tijdens bedrijf te weerstaan.
5 Wanneer een betonbekleding op een pijp wordt aangebracht wanneer deze roteert en axiaal langs een verstuivingsinrichting beweegt, wordt het beton in een afgeknot-konische vorm opgebouwd die naar een cilindrische vorm gaat, en wordt een versterkingsstrook op het afgeknot-ke-gelvormige gebied aangebracht, om deze in het beton in te bedden, zodat 10 de rand van de strook dat het dichtst bij is in de richting waarin de pijp axiaal beweegt, een grotere omtrek dan de andere rand moet omgeven»
Het is uit het Amerikaanse octrooischrift 3*761.357 bekend om een versterkingsstrook met twee of meer langsdraden met op onderlinge af-15 stand liggende, daarop gelaste laterale draden te vormen, waarbij een van de langsdraden (of alle behalve een van de langsdraden) wordt voorzien van een mate van losheid (bijvoorbeeld door krimping tussen elk paar dwarsdraden) opdat deze draad of draden kunnen uitzetten wanneer deze om het afgeknot-kegelvormige deel van een betonbekleding wordt of 20 worden gewikkeld, die wordt geformeerd. Zulk een strook kan moeilijk worden vervaardigd, aangezien de losheid in de (of elke) uitrekbare langsdraad moet worden ingebracht alvorens de dwarsdraden daarop worden gelast*
Daarom is het ook uit het Britse octrooischrift 1.494.515 bekend 25 om een versterkingsstrook als een gelast mazenwerk met langsdraden en dwarsdraden te vormen, waarbij alle langsdraden hoofdzakelijk in gelijke mate worden vervormd, zoals door deze uit het algemene vlak van het mazenwerk te krimpen tussen een paar rollen, gebaseerd op een verschil-strekking van de langsdraden tussen de ene rand en de andere, teneinde 30 de strook op het afgeknot-kegelvormige deel van een betonbekleding te kunnen wikkelen, die wordt geformeerd. Het probleem bij deze strook is dat door het krimpen de strook moeilijk compact op een haspel kan worden gerold- voor het transport van de fabriek naar de versterkingsinrichting voor de pijp.
35 Derhalve is het ook uit het Britse octrooischrift 1.549.775 bekend om een versterkingsstrook te vormen als een getwist draadnetwerk met een rechte zelfkantdraad langs slechts één lengterand en met een gekrompen lijndraad die zich over tenminste één in lengterichting verlo- 8201659 < ï 2 pende twistlijn op afstand van de zelfkantdraad uitstrekt, teneinde de mate van strekken mogelijk door de bijvoorbeeld hexagonale mazen, differentieel te besturen van de zelfkantdraad tot de op afstand gelegen lijn van mazen. Het nadeel van deze strook Is de begrensde diameter van 5 de draad die kan «orden gevormd tot een twistnetwerk, waardoor het gewicht (en daardoor in enige mate de sterkte) van de versterking wordt beperkt, hoewel een vergroting kan worden bereikt door het verdubbelen van de zelfkantdraad en/of door het aanbrengen van gekrompen lijndraden langs enkele of alle resterende twistlijnen.
10 De uitvinding heeft ten doel te voorzien in een versterkingsstrook voor de toepassing in een betonbekleding op olie- of gaspijpen, die niet de nadelen of beperkingen van de bekende hierboven genoemde typen heeft.
Volgens de uitvinding bestaat de versterkingsstrook uit aan elkaar 15 gelaste draden om vierzijdige mazen te vormen met zijden die schuin staan ten opzichte van de lengterichting van de strook, en uit een rechte zelfkantdraad die daarop is gelast, teneinde langs slechts één rand van de strook driehoekvormige mazen te vormen, die door een trek in de lengterichting van de strook niet kunnen worden verlengd.
20 De vierzijdige mazen kunnen ruitvormig zijn, waarbij de langste diagonalen respectievelijk in lengterichting of dwarsrichting van de strook kunnen worden geplaatst, of kunnen vierkant zijn, maar in elk geval kunnen de mazen verschillend langwerpig zijn vanaf de mazen die aan de driehoekvormige mazen grenzen tot de mazen die grenzen aan de 25 zig-zagrand op afstand van de zelfkantdraad. *
Door de toepassing van een gelaste maas (of met andere woorden een niet-getwiste maas) kan elke draaddiameter worden toegepast. Echter kunnen de draden die de vierzijdige mazen vormen, op zichzelf een zig-zagvorm hebben en aan elkaar worden gelast bij aangrenzende pieken en 30 dalen. De zig-zaglijn kan zich in lengterichting van de strook of dwars daarop uitstrekken en in het geval van de laatstgenoemde opstelling kunnen de zig-zaglijnen als afgeplatte schroeflijnen worden gevormd en in ingrijping in elkaar worden gebracht (zoals bij kettingschakelafras-tering) voor het lassen van aangrenzende pieken en dalen en het lassen 35 aan de zelfkantdraad, maar vanwege het aan elkaar lassen van alle draden is het in het algemeen gemakkelijk om in één vlak gevormde zig-zaglijnen toe te passen, waarbij bij voorkeur aangrenzende pieken en dalen elkaar enigszins overlappen, teneinde het vlambooglassen te vergemakkelijken, terwijl bij een plaatsing in lengterichting van de zig-zaglij-40 nen de zelfkantdraad door de aangrenzende pieken (of dalen) kunnen wor- 8201659 f » 3 den of worden overlapt.
De zelfkantdraad kan een afwijkende diameter (groter of kleiner) hebben dan de draden die de vierzijdige mazen vormen.
De draden die de mazen vormen, kunnen een verschillende diameter 5 hebben, bijvoorbeeld een draad of draden met een kleinere diameter op afstand van de zelfkantdraad, zodat de trek wordt verminderd, die nodig is in de machine voor het bekleden en omwikkelen van de pijp om de ma— zen in lengterichting van de strook te strekken, in een steeds grotere mate vanaf de zelfkantdraad tot de andere rand van de strook.
10 Een strook volgens de uitvinding en elk van de hierboven beschre ven uitvoeringsvormen kunnen ter plaatse worden gevormd juist voorafgaand aan het bekleden van de pijp in de machine, of kan in een fabriek vooraf worden gevormd en in spoelen voor opslag en transport worden op— gerold, terwijl twee vooraf gevormde stroken tegelijkertijd kunnen wor— 15 den gevormd door het vervaardigen van een mazenwerk met een dubbele breedte met een zelfkantdraad langs elke lengterand, waarna het mazenwerk in lengterichting in tweeën wordt gesneden.
De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen. In de tekening toont: 20 figuur 1 een aanzicht van een korte lengte van een versterkings- strip volgens de uitvinding, gevormd door het aan elkaar lassen van rechte draden; figuur 2 een detaildoorsnede op vergrote schaal volgens de lijn A-A van figuur 1; 25 figuur 3 een met figuur 1 overeenkomend aanzicht, dat echter een andere hoekplaatsing van de draden illustreert, die schuin staan op de lengterichting; figuur 4 een detaildoorsnede op vergrote schaal volgens de lijn B-B van figuur 3; 30 figuur 5 een met figuur 1 overeenkomend aanzicht, dat echter een andere hoekplaatsing van de schuine draden toont; figuur 6 een detaildoorsnede op vergrote schaal volgens de lijn C-C van figuur 5; figuur 7 een aanzicht van een korte lengte van een versterkings— 35 strook volgens de uitvinding gevormd door het lassen van een smalle kettingschakelafrastering waarin een zelfkantdraad aanwezig is; figuur 8 een aanzicht van een korte lengte van een versterkings— strook volgens de uitvinding gevormd door het aan elkaar lassen van zich in dwarsrichting uitstrekkende zig-zagvormige draden en een enkele 40 zelfkantdraad; 8201659 « * 4 figuur 9 een met figuur 8 overeenkomend aanzicht, waarbij echter de zig-zagvormige draden in lengterichting verlopen; figuur 10 een met fi,guur 8 overeenkomend aanzicht, waarbij echter een afwijkende uitvoeringsvorm van zig-zagvormige draden wordt toege-5 past; figuur 11 een met figuur 9 overeenkomend aanzicht, dat echter een zelfkantdraad met een grote diameter toont; en figuur 12 eveneens een met figuur 9 overeenkomend aanzicht, dat echter draden met drie verschillende diameters toont, die voor de zig-10 zagvormige draden en de zelfkantdraad worden toegepast.
Volgens figuur 1 bestaat een versterkingsstrook uit rechte draden 1 die onder een hoek ten opzichte van elkaar in twee evenwijzige reeksen zijn aangebracht en ook schuin staan ten opzichte van de lengterichting van de strook, waarbij de draden op hun snijplaatsen 2 zijn 15 gelast om vierzijdige mazen 3 te vormen, en uit een rechte zelfkant— draad 4 die slechts langs êën rand van de strook verloopt en op de snijplaatsen 5 aan de hierboven genoemde reeksen draden 1 (zie ook figuur 2) is gelast, teneinde driehoekvormige mazen 6 te vormen, die door een trek in lengterichting van de strook niet kunnen worden verlengd.
20 De vierzijdige mazen 3 zijn ruitvormig, waarbij hun langste diagonalen 7 in lengterichting verlopen en de mazen 3 verschillend kunnen worden gerekt vanaf die aan. de driehoekvormige mazen 6 grenzen tot aan die aan de zig-zagvormige rand 8 grenzen op afstand van de zelfkantdraad 4, wanneer de strook om het afgeknofc-kegelvormlge deel van een betonbekle-25 ding wordt gewikkeld, die om een pijp (niet getoond) wordt gevormd, waarbij de zelfkantdraad 4 dichter bij de pijp komt. te liggen dan de zig-zagvormige rand 8, die langer wordt door de trek in een pijp-bekle-dings- en wikkelmachine (niet getoond).
In de figuren 3 en 4 stellen dezelfde verwijzingsnummers dezelfde 30 onderdelen als in de figuren 1 en 2 voor, echter zijn in dit geval de langste diagonalen 7 van de ruitvormige mazen 3 dwars op de strook ge-plaats, waardoor de zig-zagvormige rand 8 gemakkelijker kan worden gerekt onder de trek van een pijpbekledings- en wikkelmachine, hetgeen echter een lagere dichtheid van draden 1 in dwarsrichting van de strook 35 betekent.
In de figuren 5 en 6 stellen dezelfde verwijzingsnummers weer dezelfde onderdelen als van de hierboven genoemde figuren voor, echter hebben in dit geval de vierzijdige mazen 3 de vorm van een vierkant.
In figuur 7 zijn de draden 1 als afgeplatte schroeflijnen gevormd 40 en grijpen (als in kettingschakelafrastering) in elkaar bij hun pieken 8201659 «- ►
V
5 9 en dalen 10, die aan elkaar zijn gelast zoals bij 11 is aangegeven om hoofdzakelijk vierkantvormige mazen 3' te vormen, waarvan de zijden schuin staan op de lengterichting van de strook, waarbij een rechte zelfkantdraad 4 slechts langs één rand is bevestigd, doordat deze tus-5 sen aangrenzende paren einden 12 van de zig-zagvormige draden 1 zijn aangebracht, welke einden 12 om de zelfkantdraad 4 zijn gebogen en daarop zijn gelast, zoals.bij 13 is aangegeven, teneinde driehoekvormige mazen 6 aangrenzend aan de zelfkantdraad te vormen, die niet kan worden uitgerekt door de spanning in lengterichting van de strook» De 10 andere paren aangrenzende einden 14 van de zig-zagvormige draden 1 aan de zig-zagrand 8 zijn louter om elkaar gebogen, zoals bij de afwerking van de randen van een kettingschakelafrastering.
Volgens figuur 8 strekken platte zig-zagvormige draden 1 zich dwars op de strook uit, waarbij de aangrenzende pieken 9 en dalen 10 15 elkaar overlappen voor het lassen, zoals bij 15 is aangegeven, teneinde . ruitvormige mazen 3 te vormen, waarbij de langste diagonalen 7 in lengterichting van de strook zijn geplaatst, terwijl een rechte zelfkant— draad 4 op de pieken 9 slechts langs een rand van de strook; is gelast, zoals bij 16 is aangegeven, teneinde driehoekvormige mazen 6 te vormen, 20 waarbij de einden 17 van de zig-zagvormige draden 1 die op afstand van de zelfkantdraad 4 liggen, zich over een verwaarloosbare afstand voorbij de aangrenzende lassen 15 uitstrekken, teneinde een zig-zagvormige rand 8 te vormen.
Volgens figuur 9 strekken platte zig-zagvormige draden 1 zich in 25 lengterichting van de strook uit, waarbij de aangrenzende pieken 9 en dalen 10 elkaar overlappen voor het lassen, zoals bij 18 is aangegeven, teneinde ruitvormige mazen 3 te vormen, waarvan de langste diagonalen 7 dwars op de strook zijn geplaatst, terwijl een rechte zelfkantdraad 4 aan de pieken 9 van een van de zig-zagvormige einddraden 1 is gelast, 30 zoals bij 19 is aangegeven, teneinde driehoekvormige mazen 6 te vormen, terwijl de andere zig-zagvormige einddraad 1 een zig-zagrand 8 van de strook vormt.
Volgens figuur 10 strekken platte zig-zagvormige draden 1 zich dwars op de strook uit en hebben asymmetrische pieken 9 en dalen 10 of 35 omgekeerd, wanneer als alternatief de zig-zaglijnen worden omgekeerd, waarbij de pieken en de dalen van een zig-zagvormige draad de respectieve dalen en pieken van aangrenzende zig-zagvormige draden overlappen voor het lassen, echter overlappen de "stompere" dalen (en pieken) 10 elkaar over zulk een afstand, dat in twee snijpunten 20 een las nodig 40 is, terwijl de "scherpere" pieken (en dalen) 9 slechts een las 21 ver- 8201659 v 6 eisen. Er ontstaan hoofdzakelijk ruitvormige mazen 3A, 3B waarvan hun langste "diagonalen" zich in lengterichting van de strook uitstrekken, waarbij allen dezelfde lengte hebben, terwijl hun kortere diagonalen 22A respectievelijk 22B zich dwars op de strook uitstrekken en een ver-3 schillende lengte hebben. Een rechte zelfkantdraad is op de "scherpere" pieken 9 slechts aan één rand van de strook gelast, teneinde driehoekvormige mazen 6 te vormen, waarbij de aangrenzende paren einden 23 van de zig-zagvormige draden 1 op afstand van de zelfkantdraad 4 zich over een verwaarlosbare afstand voorbij de aangrenzende lassen 21 uitstrek-10 ken om een zig-zagvormige rand 8 te vormen.
Volgens figuur 11 stellen dezelfde verwijzingsnummers dezelfde onderdelen voor die in figuur 9 zijn getoond, uitgezonderd dat de rechte zelfkantdraad 4A een grotere diameter heeft dan de zig-zagdraden 1, terwijl in figuur 12 weer dezelfde verwijzingsnummers dezelfde onderde— 15 len voorstellen als die in figuur 9 en 11 zijn getoond, uitgezonderd dat de grotere zelfkantdraad 4A dezelfde diameter heeft als de draden IA van de aangrenzende paren zig-zagdraden, die een grotere diameter hebben'dan de draden 1B van de volgende drie zig-zagdraden, terwijl het laatste paar zig-zagdraden 1C op afstand van de zelfkantdraad 4A een 20 kleinere diameter hebben dan de draden 1B, teneinde de vereiste trek in de pijpbekledings— en wikkelmachine te verminderen om de mazen 3 in ' lengterichting van de stroken te rekken met steeds grotere bedragen vanaf de zelfkantdraad 4 tot de andere rand van de strook.
8201659
Claims (15)
1. Versterkingsstrook bestaande uit aan elkaar gelaste draden om vierzijdige mazen te vormen, waarvan de zijden schuin staan op de lengterichting van de strook, en uit een rechte zelfkantdraad die daarop is 5 gelast om slechts langs één rand van de strook driehoekvormige mazen te vormen, die door een trekbelasting in de lengterichting van de strook niet kunnen worden verlengd*
2. Versterkingsstrook volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vierzijdige mazen ruitvormig zijn.
3. Versterkingsstrook volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de langste diagonalen van de ruitvormige mazen in lengterichting van de strook zijn geplaatst.
4. Versterkingsstrook volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de langste diagonalen van de ruitvormige mazen dwars op de strook verlo-15 pen.
5» Versterkingsstrook volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vierzijdige mazen vierkantvormig zijn.
6. Versterkingsstrook volgens een van de voorafgaande conclusies en gevormd uit gelaste mazen zonder twisten.
7. Versterkingsstrook volgens een van de conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk-, dat de vierzijdige mazen worden gevormd door zig~ zagvormige draden die bij aangrenzende pieken en dalen aan elkaar zijn gelast.
8. Versterkingsstrook volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 25 zig-zagdraden zich in lengterichting van de strook uitstrekken.
9. Versterkingsstrook volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de zig-zagdraden zich dwars op de strook uitstrekken.
10. Versterkingsstrook volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de zig-zagdraden als afgeplatte schroeflijnen zijn gevormd en in elkaar 30 grijpen voor het lassen van aangrenzende pieken en dalen en voor het lassen aan de zelfkantdraad.
11. Versterkingsstrook volgens een van de conclusies 7 tot en met 9, met het kenmerk, dat de zig-zagdraden in een vlak zijn gevormd.
12. Versterkingsstrook volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat 35 aangrenzende pieken en dalen elkaar enigszins overlappen.
13. Versterkingsstrook volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zelfkantdraad een diameter heeft die afwijkt van die van de draden die de vierzijdige mazen vormen.
14. Versterkingsstrook volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat 40 de draden die de mazen vormen, een verschillende diameter hebben. 8201659 * r
15. Vertserkingsstrook volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat s· de draad of draden op afstand van de zelfkant een kleinere diameter hebben dan de draad aangrenzend aan de zelfkantdraad. ************ 8201659
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
GB8112252 | 1981-04-21 | ||
GB8112252 | 1981-04-21 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8201659A true NL8201659A (nl) | 1982-11-16 |
Family
ID=10521252
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8201659A NL8201659A (nl) | 1981-04-21 | 1982-04-21 | Metalen versterkingsstroken. |
Country Status (17)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4487000A (nl) |
JP (1) | JPS5813288A (nl) |
AT (1) | AT390098B (nl) |
AU (1) | AU551402B2 (nl) |
BE (1) | BE892916A (nl) |
CA (1) | CA1203758A (nl) |
DE (1) | DE3214266A1 (nl) |
DK (1) | DK173982A (nl) |
FR (1) | FR2504173B1 (nl) |
IE (1) | IE52776B1 (nl) |
IT (1) | IT1150858B (nl) |
LU (1) | LU84101A1 (nl) |
MX (1) | MX157401A (nl) |
MY (1) | MY8600220A (nl) |
NL (1) | NL8201659A (nl) |
NO (1) | NO821276L (nl) |
ZA (1) | ZA822575B (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP2729543B2 (ja) * | 1991-05-22 | 1998-03-18 | 義郎 渡辺 | 斜めメッシュ筋を用いた梁骨組み工法 |
US5555692A (en) * | 1994-03-21 | 1996-09-17 | Griffith; Henry S. | Lattice structure formed from curved elements |
US9662704B2 (en) | 2011-10-05 | 2017-05-30 | Marius S. Winograd | Method for forming a spiral support structure with continuous wire coil |
CH711251B1 (de) * | 2015-06-19 | 2019-02-15 | Geobrugg Ag | Gitterstruktur. |
USD897558S1 (en) * | 2019-07-30 | 2020-09-29 | Phuong Le | Fence |
CN112303345B (zh) * | 2020-10-30 | 2022-03-22 | 邓权塑业科技(湖南)有限公司 | 一种多层钢丝网增强复合管 |
Family Cites Families (23)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US302845A (en) * | 1884-07-29 | Wire-netting | ||
GB190104671A (en) * | 1901-03-05 | 1901-04-06 | James Smith Merritt | Improvements in and relating to Metal Lockers |
US880820A (en) * | 1905-12-08 | 1908-03-03 | Arthur Samuel Pierson | Reinforcing and tension device for concrete structures. |
AT41521B (de) * | 1906-04-06 | 1910-03-25 | Gustav Adolf Sen Wayss | Eisenbetonkonstruktion mit gitterförmiger Einlage. |
AT44241B (de) * | 1908-07-11 | 1910-09-26 | Nicolaus Abramoff | Verfahren zur Herstellung von stabförmigen Betonkörpern. |
AT68924B (de) * | 1908-07-11 | 1915-06-10 | Simon Magid | Stabförmiger Betonkörper. |
US945949A (en) * | 1908-08-01 | 1910-01-11 | R M Havens | Column and method of making same. |
FR501269A (fr) * | 1913-06-23 | 1920-04-08 | William Harvey Brown | Perfectionnements dans le renforcement des briques par un treillis de fil métallique |
US1859831A (en) * | 1929-04-11 | 1932-05-24 | Arthur A G Land | Mesh-sectioned wire fabric |
US1922269A (en) * | 1930-11-14 | 1933-08-15 | Welded Fabrics Corp | Zigzag mesh fabric |
DE738784C (de) * | 1938-09-21 | 1943-09-01 | Luz Bau G M B H | Raeumliche Eisenbewehrung unter Verwendung gitterfoermiger Einlagen |
DE955821C (de) * | 1952-02-02 | 1957-01-10 | Evg Entwicklung Verwert Ges | Geschweisstes Gitter und Verfahren zu seiner Herstellung |
GB836461A (en) * | 1957-07-15 | 1960-06-01 | Boulton And Paul Ltd | Improvements in and relating to wire netting |
US3109349A (en) * | 1958-02-27 | 1963-11-05 | United States Steel Corp | Open floor grating |
DE1784912U (de) * | 1959-01-22 | 1959-03-12 | Bernhard Forsche | Drahtgeflechtszaun. |
US3249686A (en) * | 1962-09-12 | 1966-05-03 | Eduard Hobrecker G M B H | Wire netting for use as electric conductor |
US3761557A (en) * | 1971-05-06 | 1973-09-25 | A Werner | A method of reinforcing pipe coatings |
US4002716A (en) * | 1973-08-23 | 1977-01-11 | Westinghouse Electric Corporation | Sulfide precipitation method of separating uranium from group II and group III metal ions |
GB1494515A (en) * | 1974-09-27 | 1977-12-07 | Bekaert Sa Nv | Method of making a reinforcing strip |
GB1549775A (en) * | 1975-07-24 | 1979-08-08 | Tinsley Wire Ltd | Concrete reinforcement |
JPS52105908A (en) * | 1976-03-01 | 1977-09-06 | Chugoku Marine Paints | Method of stabilizing hydrocarbon lubricating oil |
US4154429A (en) * | 1977-04-28 | 1979-05-15 | Anchor Post Products, Inc. | Continuous wire means for electrically grounding or charging insulation coated chain link fabric |
JPS55134414A (en) * | 1979-04-06 | 1980-10-20 | Hitachi Ltd | Precise moving unit |
-
1982
- 1982-04-14 AU AU82595/82A patent/AU551402B2/en not_active Ceased
- 1982-04-15 US US06/368,669 patent/US4487000A/en not_active Expired - Fee Related
- 1982-04-15 ZA ZA822575A patent/ZA822575B/xx unknown
- 1982-04-17 DE DE19823214266 patent/DE3214266A1/de not_active Withdrawn
- 1982-04-19 DK DK173982A patent/DK173982A/da active IP Right Grant
- 1982-04-20 LU LU84101A patent/LU84101A1/fr unknown
- 1982-04-20 MX MX192334A patent/MX157401A/es unknown
- 1982-04-20 CA CA000401334A patent/CA1203758A/en not_active Expired
- 1982-04-20 NO NO821276A patent/NO821276L/no unknown
- 1982-04-20 IE IE921/82A patent/IE52776B1/en unknown
- 1982-04-21 NL NL8201659A patent/NL8201659A/nl not_active Application Discontinuation
- 1982-04-21 IT IT2085982A patent/IT1150858B/it active
- 1982-04-21 BE BE0/207883A patent/BE892916A/fr not_active IP Right Cessation
- 1982-04-21 FR FR8207276A patent/FR2504173B1/fr not_active Expired
- 1982-04-21 JP JP57067047A patent/JPS5813288A/ja active Pending
- 1982-04-21 AT AT0155382A patent/AT390098B/de not_active IP Right Cessation
-
1986
- 1986-12-30 MY MY220/86A patent/MY8600220A/xx unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU8259582A (en) | 1982-10-28 |
BE892916A (fr) | 1982-08-16 |
ZA822575B (en) | 1983-03-30 |
DK173982A (da) | 1982-10-22 |
MX157401A (es) | 1988-11-22 |
IE52776B1 (en) | 1988-02-17 |
FR2504173B1 (fr) | 1986-08-14 |
JPS5813288A (ja) | 1983-01-25 |
AT390098B (de) | 1990-03-12 |
AU551402B2 (en) | 1986-05-01 |
LU84101A1 (fr) | 1982-09-13 |
US4487000A (en) | 1984-12-11 |
FR2504173A1 (fr) | 1982-10-22 |
IE820921L (en) | 1982-10-21 |
IT1150858B (it) | 1986-12-17 |
CA1203758A (en) | 1986-04-29 |
IT8220859A0 (it) | 1982-04-21 |
ATA155382A (de) | 1989-08-15 |
DE3214266A1 (de) | 1982-11-25 |
MY8600220A (en) | 1986-12-31 |
NO821276L (no) | 1982-10-22 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6305432B1 (en) | Wire mesh having flattened strands | |
AU2005251879B2 (en) | Protective mesh in particular for rockfall protection or for slope stabilisation | |
JP2007162456A (ja) | 特に、落石の防護又は土壌層の安定化のための保護網 | |
NL8201659A (nl) | Metalen versterkingsstroken. | |
EP0719366B1 (en) | Reinforcement strip | |
EP2235301B1 (en) | Chain link woven mesh with double knot | |
GB2097028A (en) | Metal reinforcing strips for concrete | |
US6258420B1 (en) | Twisted spiral garland | |
US4165864A (en) | Chicken wire border fence | |
US3224736A (en) | Barbed strip | |
KR840002093B1 (ko) | 파이프피복용 철망의 보강스트립 | |
IE46237B1 (en) | Improvements relating to coils of wire netting | |
AU716021B2 (en) | Chainwire mesh having an improved selvedge | |
US619403A (en) | Wire fence | |
NZ201335A (en) | Parallel reinforcing grids spaced apart by zig-zag bent rod spacers:methods of forming | |
EP0862959B1 (en) | Roll of wire mesh of the chain-link fencing type | |
US3436890A (en) | Support structure and method of fabrication | |
EP0630832A1 (en) | A flexible belt for tube conveyors | |
JP2640563B2 (ja) | 引っ張りワイヤロープ | |
JPS5939538B2 (ja) | 端部に掛環を有するロ−プ平ベルト | |
JPS6122104Y2 (nl) | ||
JPS6231138B2 (nl) | ||
US873318A (en) | Wire fence. | |
JPH0751324B2 (ja) | 可撓性複合管の製造装置 | |
BR112020025467B1 (pt) | Rede de fios, processo e dispositivo para fabricar a rede de fios |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |