NL8120455A - Zuig-sintermethode en apparaat voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Description

, 8 ί Ο r. 5 5 VO 4036

Titel: Zuig-sintermethode en apparaat voor het vervaardigen daarvan.

De uitvinding heeft betrekking op esn methode voor het produceren van een lading van hoge permeabiliteit en stabiele constructie op een mobiel zuig-sinterrooster of in een stationaire of mobiele zuig-sinter-pan, omvattende de fasen van het samenpakken van een vochtig materiaal 5 mengsel dat versinterd moet worden, bij voorkeur tussen ten minste een stel op druk belaste rollen, ter vorming van een samenhangende cake, waarbij deeltjes welke deze cake vormen in hoofdzaak samen worden gehouden door capillaire krachten, en het breken van! de cake in stukjes van een geschikte afmeting welke dient voor het vormen van een zuig-sinterlading. 10 De uitvinding betreft tevens een apparaat voor het toepassen van deze methode.

Zuig-sintering wordt op de eerste plaats toegepast voor het samenpakken van fijnverdeeld ijzeroxydemateriaal in de vorm welke verstrekt is voor het beladen van een blaasoven, en dit maakt in hoofdzaak de 15 fabricagekosten van ruw ijzer uit. Het is dus van belang dat per opper-vlakteeenheid van het rooster zoveel mogelijk materiaal ter beschikking komt, teneinde de kosten voor investering, onderhoud, brandstof en elektrische energie te beperken.

Met het oog op de sintercapaciteit is de meest belangrijke factor 20 de permeabiliteit van de lading. Hoe meer gas per tijdseenheid door de lading passeert, des te minder tijd is vereist voor het doen plaatsvin-den van een doelmatig sinterproces. De permeabiliteit van de lading kan op verschillende manieren worden vergroot. De meest gebruikelijke methode in dit verband is het verhogen van de hoeveelheid grove deeltjes in het 25 retour-sintermateriaal dat wordt gemengd met de lading. Grote hoeveel- heden grof retour-sintermateriaal verhoogt echter de brandstof welke per gewichtseenheid van de uiteindelijke sintering vereist is en betekent extra behandelingskosten. In bepaalde gevallen is het noodzakelijk het gerede sintermateriaal te breken voor het verkrijgen van een vereiste 30 hoeveelheid retour-sintermateriaal. Een andere methode welke vaak wordt gebruikt‘is die, waarbij het ladingmengsel aan een daarop volgende rol-behandeling in een trommel wordt onderworpen. Hoewel volgens deze methode de permeabiliteit van de lading wordt verhoogd, is het noodzakelijk de 8120455 - 2 - aanwezige hoeveelheid water nauwkeurig te regelen en normaliter is de hoeveelheid water groter dan gerechtvaardigd is door de thermische voortgang in het sinterproces bij het gewenste lage niveau van brand-stofverbruik. Het rollen van een gemengde lading in een trommel heeft 5 nimmer een stabiele lading. In plaats daarvan heeft de aldus geprodu-ceerde lading de neiging samen te pakken wanneer deze wordt onderworpen aan een hoge druk welke gewenst is bij de zuigwerking in het sinterpro-..-. ces, met het oog op een hoog fabricagerendement, wanneer fijnverdeeld materiaal wordt gebruikt.

10 In een aantal gevallen zijn proeven genomen om de permeabiliteit van de lading te verhogen door micropersen van een of meer ijzeroxyde-produkten voor het raaken van de lading. Deze techniek vereist de aan-wezigheid van extra en dure persapparatuur, zoals een trommel- of pan-perser. Slechts zeer.fijnkorrelig materiaal kan tot kleine bolletjes 15 worden geperst en normaliter is het noodzakelijk een bindmiddel te ge-bruiken tezamen met een nauwkeurig geregelde toevoer van water, hetgeen resulteert in klonteren in de lager gelegen gebieden van de lading tij-dens het sinterproces, dat wil zeggen de onderlinge aanhang van de be-treffende deeltjes in het bodemgebied. Een ander nadeel is dat de lading-20 componenten niet voldoende dooreen worden gemengd voor het begunstigen van de gewenste formatie van de slak tijdens het sinteren en de behan-deling in de blaasoven.

In vele delen van de wereld is ijzeroxyde verrijkt teneinde op de eerste plaats het ijzergehalte te verhogen en het onttrekken van veront-25 reinigingen, zoals fosfor. In een dergelijk opwerkproces moet het erts voor het verrijken tot deeltjes van kleine afmetingen worden fijngemalen voor het verkrijgen van een fijn concentraat dat echter ongeschikt is voor sinteren onder zuigwerking. Voorbeelden van dergelijke concentraten zijn Middenzweedse en Noordzweedse concentraten, welke gezuiverd zijn 30 van fosfor en welke betrekkelijk zuiver zijn. Teneinde een markt voor dergelijke materialen te vinden, is gezocht naar een methode om dit in de vorm van kleine kogeltjes te persen. Gesinterde kogeltjes zijn echter geen ideaal agglomeraat voor het behandelen in blaasovens, met betrekking tot de vorm, noch de chemische samenstelling en in vele gevallen wordt 35 aan sintermateriaal de voorkeur gegeven dat verkregen is volgens het 812 0 4 5 5 - 3 - zuig-sinterproces, niet in het minst omdat dit zelf vloeiend kan worden gemaakt, dat wil zeggen het sintermateriaal kan bestanddelen bevatten welke noodzakelijk zijn voor een biaasoven.

Behalve fijnverdeeld ertsconcentraat bestaan er ook vele fijnver-5 deelde ijzerbevattende materialen, welke niet samengepakt kunnen worden door toepassing van de zuig-sintertechniek. Voorbeelden van een derge-lijk concentraat zijn pyrietsintels, stof van zuurstofblaasprocessen en andere zeer fijne metallurgische tussenprodukten.

Een voorbeeld voor het vinden van een oplossing met betrekking tot 10 fijnverdeeld sintermateriaal voor een lading is besproken in het Zweedse octrooischrift no. 212 742, waarbij een nat ladingmengsel onderworpen is aan hoogfrequente trillingen, ter vorming van een samenhangende cake, welke in de vorm van kleine stukjes geplaatst wordt op een sinterrooster en vervolgens gesinterd wordt. De bedoelde stukjes lopen over een zeef 15 en worden zodanig geclassificeerd dat de grove fractie van de lading het dichtst bij het rooster komt te liggen en de fijne fractie boven op de grove fractie wordt gebracht. Er worden echter moeilijkheden onder-vonden, wanneer deze methode in de praktijk wordt toegepast. Een rela-tief hoog vochtgehalte wordt vereist teneinde een plasticiteit te ver-20 krijgen, welke geschikt is om een cake t'e vormen. Wanneer het fijnver-deelde materiaal wordt getrild, worden de vlakken van de cake nat, dat resulteert in het vastplakken aan het oppervlak dat de cake draagt. Bovendien is het moeilijk hoogfrequente trillingen te verkrijgen, met een voldoende penetratiediepte.

25 Het doel van de uitvinding is te voorzien in een nieuwe en doelma- tige methode voor het maken van een hoogpermeabel materiaal voor een sinterlading onder zuigwerking welke een stabiele constructie heeft en waarbij de nadelen bovenomschreven althans in hoofdzaak ondervangen zijn.

Daartoe voorziet de uitvinding in een methode van het type als 30 hierboven omschreven, welke gekenmerkt is door het instellen van het watergehalte van het materiaalmengsel op een niveau waarbij ten minste zo min mogelijk brandstof wordt gebruikt bij de beoogde sintertempera-tuur en de samendrukkende kracht met het ingestelde watergehalte te regelen in overeenstemming met het minimum brandstofverbruik, waarbij 35 het porienvolume van de resulterende cake niet geheel gevuld worden met 8 1 2 0 4 5 5 - 4 - het water dat in het mengsel aanwezig is. Op deze wijze worden de eerder bedoelde nadelen op eenvoudige wijze ondervangen. Bij het sinteren onder zuigwerking wordt een materiaalbed overeenkomstig de uitvinding gevormd, welk bed aan het bovenvlak wordt ontstoken waarbij de verbrandingslaag 5 dun is ten opzichte van de dikte van het bed en naar omlaag door het bed heen beweegt, terwijl lucht door aanzuiging door het bed verplaatst wordt. Lucht welke wordt verwarmd als gevolg van koeling door de verhitte bo-venlaag van het bed wordt door de laag heen bewogen, terwijl gas uit de verbrandingslaag de volgende daaronder liggende laag van het bed droogt 10 en verhit. Het watergehalte is van groot belang tijdens het verloop van het sinterproces, aangezien de hoeveelheid lucht welke per eenheid van tijd wordt toegevoerd constant is zodat het watergehalte de snelheid bepaalt waarmede de voorkant van de verbrandingslaag door het bed heen beweegt.Anderzijds wordt de snelheid van de koelende laag, welke volgt 15 op de verbrandingslaag en in welke koelende laag het gesinterde materiaal door de intredende lucht wordt gekoeld, bepaald door de hoogste tempe-ratuur welke in het bed wordt bereikt en de hoeveelheid lucht welke zich daardoorheen verplaatst waarbij de snelheid van de verbrandingslaag constant is, wanneer een constante hoeveelheid wordt toegevoerd bij een 20 constante hoogste temperatuur. De verbrandingslaag en de koelende laag zullen zich. .slechts onderling. met. dezelfde verplaatsen, wanneer het watergehalte gelijk is als aangegeven in de methode volgens de uitvinding, terwijl, zoals reeds opgemerkt, een gewenste dunne verbrandingslaag wordt verkregen, welke een minimum aan brandstofverbruik. .vereist bij de 25 gewenste sintertemperatuur. Indien het watergehalte wordt verminderd, zal de snelheid, waarmede de verbrandingslaag zich verplaatst, toenemen doch niet de snelheid van de koelende laag, waarbij de voorzijden van deze twee lagen verschillend bewegen en ontstaat een dikke verbrandingslaag, welke meer brandstoftoevoer vereist voor het bereiken van de ge-30 wenste verbrandingstemperatuur. De reden waarom in dat geval een lager watergehalte resulteert in een verhoogd brandstofverbruik is, dat het sintermateriaal meer restwarmte bevattwanneer de verbrandingslaag het rooster bereikt. Indien het watergehalte daarentegen wordt opgevoerd tot boven de waarde waarbij de verbrandings- en koelende.laag met de 35 zelfde snelheid bewegen, zal de snelheid waarmee de voorzijde van de 8120455 - 5 - verbrandingslaag beweegt, afnemen. De snelheid waarmee de koelende laag beweegt is echter onveranderd. Het sintermateriaal zal dus langzamer-hand vallen tot op een niveau waarbij de lading dooft en dus een hoger watergehalte vereffend moet worden door het vergroten van de hoeveel-5 heid toegevoerde brandstof. Voor elke gegeven sintertemperatuur geldt dus een bepaald watergehalte dat volgens de uitvinding kan worden inge-steld voor het verkrijgen van een zo laag mogelijk brandstofverbruik.

De cake welke wordt gevormd door het samenpakken van materiaal overeen-komstig de uitvinding, bevat echter vrij water op het oppervlak aange-10 zien anders de cakedeeltjes kleverig worden en samenbakken in de lading welke op het rooster wordt gezet en wanneer de cake wordt verkregen door rollen, zullen deze over de cake slippen en ontstaat een mechanisch zwakke cake. Wanneer de porien van de gevormde cake niet in staat zijn de hoeveelheid water op te nemen, welke noodzakelijk is voor een zo laag 15 mogelijk brandstofverbruik, zodat water ontstaat wanneer het materiaal in de cakevorm wordt geperst, dan betekent dit een afname van de water-hoeveelheid. Dat wil zeggen dat meer brandstof moet worden toegevoerd. Volgens de uitvinding is dus noodzakelijk het porienvolume van de cake in te stellen door het regelen van de compacte druk zodanig dat de 20 cake in staat is de vereiste hoeveelheid water op te nemen. De mate waarin de porien worden gevuld, is zeer laag, aangezien het de capillaire krachten zijn welke tot op zekere hoogte de cake samenhouden. Gevonden werd dat de porien van de samengeperste cake tot ten minste 60%, bij voorkeur 60 - 90% gevuld moeten zijn.

25 Bij het gebruikelijk voorbereiden van een sinterlading werd het noodzakelijk bevonden in vele gevallen meer water toe te voegen dan voor het thermische aspect noodzakelijk was, teneinde een permeabele lading te verkrijgen, hetgeen een groter brandstofverbruik betekende.

Dit is echter niet noodzakelijk, wanneer een sinterlading overeenkomstig 30 de werkwijze volgens de uitvinding wordt voorbereid, hetgeen een zeer belangrijk voordeel betekent.

Wanneer de geperste cake te dik is, bestaat de kans dat brandstof, normaliter fijne cokesdeeltjes, worden opgesloten waardoor de ontsteking van de brandstof wordt vertraagd. Derhalve mag de cakedikte niet groter 35 zijn dan 12 mm en niet kleiner dan 4 mm aangezien anders de cake te zwak 8120455 - 6 - is om in voorafbepaalde deeitjes gebroken te worden en een afmeting welke geschikt is voor het vormen van een zuig-sinterlading. Voor het verkrijgen van een goede gasverdeling en warmteoverdracht tussen gas en materiaal in de sinterlading, dient de cake voorts gebroken te 5 worden in stukjes met de grootste afmeting van ten hoogste 20 mm, bij voorkeur ten hoogste 15 mm.

De zuigweerstand in...een mengsel .uit twee deeltj.esafmetingen is groter dan de totale zuigweerstand van de twee geclassificeerde deeitjes af-zonderlijk. Gevonden werd dat het voordelig is wanneer de samengepakte 10 cake, volgend op het breken geclassificeerd wordt in een zeefapparaat ter vorming van een relatief grove materiaaldeeltjesfractie, welke op het rooster wordt gebracht en een fijne materiaaldeeltjesfractie, welke op de grove fractie wordt geplaatst. Het is voordelig wanneer het classificeerproces zodanig plaatsvindt dat het grootste gedeelte van 15 het materiaal, bij voorkeur ongeveer 2/3 deel daarvan zich bevindt in de grove materiaalfractie nabij het rooster. Het feit dat de bovenlaag van de lading bestaat uit fijne deeitjes maakt het gemakkelijker de lading te ontsteken. Dit verbetert ook- de overdracht van warmte tussen de materialen en het gas in die fase van het sinterproces waar stabili-20 satie van de voorkant van de verbrandingslaag gewenst is. Brandstof kan worden bespaard wanneer een fijn mengsel in bijzonder extra brandstof wordt gemengd met de fijnere deeitjes van de fractie aangezien dan minder brandstof behoeft te worden gebruikt voor de rest van de lading.

Zoals reeds opgemerkt heeft de uitvinding ook betrekking op een 25 apparaat voor het raaken van een permeabele lading van stabiele construc-tie.op een beweegbaar zuig-sinterrooster of in een stationaire of mobiele zuig-sinterpan, welk apparaat middelen omvat voor het samenpakken van een stroom vochtig materiaalmengsel dat gesinterd moet worden ter vorming van een samenhangende cake, welke in stukjes wordt gebroken van 30 een afmeting welke geschikt is voor een daaropvolgende sinterlading, welk apparaat volgens de uitvinding middelen heeft voor het instellen van de samenpakkende druk in verband met het watergehalte van het materiaalmengsel zodanig dat het porienvolume van de gevormde cake niet geheel gevuld wordt. met water, dat·zich in het materiaalmengsel bevindt. 35 Dit maakt het mogelijk de uitvinding toe te passen door gebruik te maken 8120455 - 7 - van middelen van eenvoudige constructie.

Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden aan de hand van de conclusies nader besproken. In de tekening toont: fig. 1 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, 5 fig. 2 schematisch een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding, en fig. 3 schematisch een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding waarbij uit lagen van op elkaar liggend materiaal worden gevormd door middel van een stel rollen, welke tegenover elkaar zijn geplaatst in eenzelfde frameconstructie.

10 In fig. 1 duidt het cijfer 10 op een mobiel zuig-sinterrooster, dat slechts gedeeltelijk is weergegeven, en waarvan de bodem van de onderliggende zuigkast 11 door 12 is aangeduid. Op het rooster 10 is de onderlaag 13 gelegen, bestaande uit grove materiaaldeeltjes en welke dient om oververhitting van het rooster 10 tijdens het zuig-sinterproces 15 te voorkomen. Het is duidelijk uit de tekening, dat wanneer het rooster langzaam in de richting van de pijl 15 voorwaarts beweegt, op het rooster 10 langzamerhand een bed 14 wordt gevormd uit materiaal dat onder zuigwerking wordt gesinterd.

Boven het rooster bevinden zich de middelen voor het samenpakken 20 van een vochtig materiaalmengsel 18, dat wordt aangevoerd door een trans-porteur 17 ter vorming van een samenhangende cake 19, welke middelen in het weergegeven geval de vorm hebben van een rollenmolen, aangeduid door 16. Het vochtige materiaalmengsel kan bijvoorbeeld bestaah uit een fijnverdeeld ijzerertsconcentraat, fijnverdeelde ijzerbevattende 25 metallurgische tussenprodukten, cokesstof en slakvormers, waarbij het brandstof- en watergehalte zodanig op elkaar worden ingesteld dat een minimum aan brandstof wordt verbruikt bij de vereiste sintertemperatuur. De transporteur 17 is voorzien van een weegtoestel 20 en wordt aange-dreven met een zodanige snelheid, dat een constante hoeveelheid materiaal 30 per eenheid van.tijd naar de rollenmolen 16 wordt gevoerd. De materiaal-streng welke door de rollenmolen passeert, wordt op niveau afgevlakt door middel van een schraperinrichting 21, zodat de streng of stroom-materiaal een gelijkmatige dikte heeft in het gedeelte van de rollen 22 en 23 van de rollenmolen, dat actief is bij het samenpakken van het 35 materiaal.

8120455 - 8 -

Verbonden met de afvoerzijde van het rollenpaar 22, 23 is een glijplaat aanwezig met een vlakke bodem 24, welke een neerwaarts hellende steunplaat vomit voor het opnemen en geleiden van de cake 14 welke door de rollen 22, 23 wordt gevormd op een plaats direkt boven het rooster 10.

5 Wanneer de cake 19 over de onderrand 25 van de plaat 24 passeert wordt de cake gebroken als gevolg van zijn eigen gewicht, in stukjes met afme-tingen welke geschikt zijn voor het vormen van een zuig-sinterlading.

De afmetingen van de stukjes welke worden verkregen, kunnen worden ge-varieerd door een geschikte instelling daartussen bijvoorbeeid de hoe-10 veelheid materiaalmengsel 18 welke per eenheid van tijd wordt toegevoerd ’ en de roldruk, welke parameters de cakedikte alsmede de mechanische sterkte van de cake bepalen, ten minste tot op zekere hoogte. De plaat 24 kan zodanig zijn opgesteld, dat deze onder verschillende hoe-ken ten opzichte van de horizontaal kan worden gezet. De hoek waaronder 15 de plaat helt ten opzichte van de horizontaal moet echter klein genoeg zijn om er zeker van te zijn dat de wrijving welke ontstaat tussen de plaat en de cake 19 voorkomt dat de cake door de daarop werkende zwaartekracht breekt voordat deze de rand 25 heeft bereikt, waar het breken moet plaatsvinden.

20 De rollen 22, 23 worden synchroon gedreven door een betreffende niet weergegeven motor of een gemeenschappelijke motor, en zijn gelegerd in een gestel dat in het gegeven uitvoeringsvoorbeeld gesteund wordt door het plafond van het gebouw van de zuig-sinterinstallatie, waarbij een gedeeltevan het plafond door 26 is aangeduid. Slechts een rollen-25 gestel, weergegeven door 27 is in fig. 1 geillustreerd. Het andere rol-lengestel heeft in hoofdzaak dezelfde vorm. De onderrol 23 is in een gedeelte 28 van elk rollengestel gelegerd, terwijl elk uiteinde van de andere rol 22 gelegerd is in een arm 29 van een twee-araige hefboom welke bij 30 draaibaar is in het bijbehorende rollengestel 27, waarbij 30 de andere arm van de hefboom is aangeduid door 31. Op de arm 31 werkt een hydraulische zuiger-cilindercombinatie 32, welke tracht de hefboom in een richting te drukken, waarbij de rol 22 tegen de rol 23 werkt.

De twee-armige hefboom met de zuiger-cilindercombinatie is voor elk uiteinde van de. rol 22 aanwezig. De hefbomen kunnen doelmatig star onder-35 ling verbonden zijn zodat zij synchroon bewegen. De opstelling is zodanig 8120455 - 9 - dat... het vlak dat de assen van de rollen 22, 23 bevat in hoofdzaak haaks op de plaat 24 staat, zodat de cake 19 door de plaat 24 wordt ge-steund direkt wanneer deze het rollenpaar 22, 23 verlaat en dus geen kans bestaat dat de cake ongewenst voortijdig uiteenvalt.

5 Een geleidingsplaat 33 welke neerwaarts van de plaat 24 helt, is verbonden met de onderrand 25 van de plaat 24, over welke rand 25 de cake 19 wordt gebroken, welke plaat 33 de stukken cake geleidt naar een zeefapparaat 34, waarbij een verdeling binnen relatief grove deeltjes-fractie plaatsvindt, welke zeefinrichting nabij het rooster 10 op de top 10 van de bodemlaag 13 ter vorming van een onderlaag 35 van . . het lading-bed 14 en een relatieve fijne deeltjesfractie, welke wordt geplaatst op de top van de laag 35, ter vorming van de bovenlaag 36 van het bed 14. Op deze wijze vindt het zeven van de cakedeeltjes aangepast plaats zodat de laag 35 ongeveer 2/3 deel of meer van de totale hoeveelheid 15 materiaal in het bed bevat.

In het weergegeven geval heeft het zeefapparaat 34 de vorm van een trommel, met een buitenkast van zeshoekige doorsnede voorzien van zeef-openingen. Over de gehele lengte van de trommel bevinden zich naar buiten reikende in hoofdzaak radiale bladen 37. De zeefopeningen kunnen 20 sleuven bevatten welke door de trommelkast heenlopen en zich bevinden aan de omtrek daarvan tussen op elkaarvolgende bladen 37. De breedte van de sleuven kan bij voorkeur_in de orde van grootte van 10 mm zijn. De trommel wordt door middel van een motor (niet weergegeven), met de klok meegedraaid, waarbij grove cakedeeltjes op de trommel vallen vanaf de 25 geleidingsplaat 33 toch zij kunnen niet door de zeefopeningen en worden naar rechts bewogen als in fig. 1 weergegeven door tussenkomst van de bladen 37 en van een naar omlaag lopend rooster 10, als weergegeven bij 38, ter vorming van een laag 35 van het bed. De kleinere cakedeeltjes komen via de zeefopeningen binnen in de trommel en lopen daardoorheen 30 ter vorming· van een stroom 39 van relatief fijnverdeeld materiaal, welke fijnere deeltjes op de laag 35 komen welke zich op het rooster bevindt,. ter vorming van de bovenste laag 36 in de lading. Als weergegeven in fig. 1, kan het gewenst zijn fijne toevoegingen zoals fijne extra brand-stofdeeltjes homogeen in de bovenlaag 36 te mengen. Daartoe is een 35 transporteur 40 aanwezig waarop fijnverdeeld toeslagmateriaal 41 wordt 8 1 2 0 4 5 5......................................................... ...........................................

- 10 - getransporteerd naar het zeefapparaat 34, waardoorheen deze deeltjes passeren en worden gemengd met de fijne fractie van het materiaal dat van de geleidingsplaat 33 komt. Zoals bij 42 weergegeven, kan de trans-porteur 40 samenwerken met een weegtoestel, om een juiste afmeting van 5 het toeslagmateriaal naar de trommel te verkrijgen alsmede met een schraperinrichting 43 voor het vereffenen van de stroom toeslagmateriaal welke naar het zeefapparaat 34 voert, zodat de stroom toeslagmateriaal over de gehele breedte een gelijkmatige dikte heeft.

Voor het door rollen verkrijgen van een cake 19 met de juiste 10 eigenschappen zijn regelmiddelen 44 aanwezig door middel waarvan de rol-,druk. automatisch kan worden ingesteld en waargenomen, zodat de cake 19 de juiste porositeit heeft ;ten opzichte van de hoeveelheid vocht welke in het mengsel 18 aanwezig is, bij voorkeur zodanig dat de porien van de cake 19 met water tot een gegeven percentage binnen het gebied 15 van 60 - 90 volume procenten zijn gevuld,binnen welk gebied de cake de gewenste mechanische sterkte verkrijgt. De regelmiddelen omvatten een pomp45,waarvan de zuigzijde verbonden is met een hydraulische vloeistof-voorraadbak 46 en de drukzijde met de hydraulische zuiger-cilinder-inrichting 32, via een leiding 47. Een retourleiding 48 loopt van de 20 leiding 47 terug naar de bak 46, waarbij' in de retourleiding 48 een regelbaresmoorklep 49 aanwezig is, waarbij de mate waarin de klep 49 wordt gesmoord de druk bepaalt welke door elk zuiger-cilinderinrichting 32 op de arm 31 wordt uitgeoefend,derhalve de roldruk. De klep 49 wordt bestuurd via een bekend vergelijkingscircuit 51, via een stuurleiding 50, 25 welk circuit op een inputleiding 52 een signaal ontvangt dat correspon-deert met een gekozen instelpuntwaarde van. de dikte .van de cake 19.

Het vergelijkingscircuit 51 ontvangt via een leiding 53 een inputsignaal dat wordt geleverd <Joor een transducer 54 zodanig dat de dikte van de cake 19 wordt afgetast, welk inputsignaal correspondeert met de qgen-30 blikkelijke dikte van de cake, terwijl het vergelijkingscircuit 51 de signalen van de leidingen 52 .en 53 vergelijkt en wanneer een signaal dat op de leiding 53 wordt ontvangen, afwijkt van de waarde welke correspondeert met de waarde. van het instelpunt van de dikte van de cake 19, dan komt er een outputsignaal op de leiding 50 voor het toenemen of af-35 nemen van het smooreffect dat wordt uitgeoefend door de klep, en dus een 8120455 - 11 - verandering van de roldruk tot een waarde waarbij de gewenste cakedikte zal worden verkregen.

Het is duidelijk dat het zeefapparaat 34 en de transporteur 40 volgens fig. 1 weggelaten kunnen worden, wanneer het classificeren van 5 de deeltjes wordt verkregen door het desintegreren van de cake 19, terwijl ook de toevoer van het toeslagmateriaal 41 niet meer noodzakelijk is. Voorts is het uiteraard ook mogelijk het fabricageproces van de sinterlading op een andere wijze te regelen dan weergegeven en beschre-ven. Het sinterrooster 10 kan stationair zijn en het apparaat dat de 10 sinterlading vervaardigt kan beweegbaar over het rooster zijn uitgevoerd.

Teneinde de nauwkeurigheid, waarmede de materiaalfractie 39 van fijne deeltjes op het rooster wordt gebracht wanneer het materiaal wordt gefractioneerd door middel van een zeefapparaat 34 te verbeteren, kan binnen de zeeftrommel een geleidingsplaat 55 zijn aangebracht welke is 15 gelegerd op de as 57 van de zeeftrommel via eindstukken 56, waarbij de hellingshoek van die plaat kan worden ingesteld door verdraaiing om de as 57.

Overeenkomstigeof in hoofdzaak overeenkomstige elementen in de fig. 1, 2 en 3 zijn van dezelfde verwijzingscijfers voorzien, en zij 20 worden met betrekking tot de fig. 2 en 3. niet nader omschreven, welke figuren een eerste en een tweede gewijzigde uitvoeringsvorm van het apparaat volgens fig. 1 tonen.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 is boven de steunplaat 24 nabij het ondereinde daarvan een aandrijfbare spakenrol 58 aangebracht, 25 welke met variabele snelheid wordt gedreven en welke dient om fracturele indrukkingen in de cake 19 te maken, dan wel de cake geheel uiteen te doen vallen, waarbij de afmetingen van de stukjes cake bepaald worden door de afstand tussen de spaken en de omtreksnelheid van de rol. Duidelijkheidshalve is de motor welke de spakenrol 58 aandrijft en zijn 30 de steunmiddelen voor de rol niet verder in fig. 2 getoond. De verkregen stukjes cake vallen op de onderrand van de plaat 24 in een stroom 59, welke de bovenlaag 60 op het bed 14 op de laag 61 van het bed vormt, welke vooraf op het rooster 10 en de bodemlaag 13 is gebracht. De laag 61 kan worden gevormd door een niet weergegeven ander rollenpaar aan de 35 rechterzijde in fig. 2 van het weergegeven rollenpaar en het materiaal 8120455 - 12 - van de laag 61 kan een andere samenstelling hebben of een andere deel-tjesafmeting bezitten dan het materiaal van de laag 60.

Uit het bovenstaande blijkt, dat bij het toepassen van de uitvin-ding met de in fig. 2 weergegeven en besproken inrichting twee geschei-5 den rollenparen 22, 23 en hulpmiddelen op enige afstand van elkaar verr-. : eist zijn om de lagen 60, 61 van het bed op het rooster 10 te brengen. Hoewel een dergelijke opstelling doelmatig werkt vereist deze een be-trekkelijk.grote ruimte en hulpmiddelen. Fig. 3 toont een uitvoerings-vorm van de uitvinding waar de vereiste ruimte komt te vervallen door 10 het combineren van twee rollenparen in een gemeenschappelijke, compacte eenheid.

Fig. 3 illustreert een beweegbaar zuig-sinterrooster 10, waarop de lagen 60, 61 voor een bed worden gevormd door middel van de twee rollenparen 22, 23 en 221, 23' in een gemeenschappelijk open frame 6.2, waardoor 15 twee ruimtes worden vermeden, zo ook gescheiden laag-vormstations, terwijl ook de ruimte als geheel beperkt kan worden. Zoals uit het figuur blijkt heeft het open frame op afstand van elkaar gelegen organen 63, een horizontaal bovenorgaan 64 dat bevestigd is aan het plafond 26 en hori-zontale bodemorganen 65 waarbij slechts een bodem en een horizontaal 20 bodemorgaan is getoond.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 liggen de rollenparen 22, 23 en 22', 23' tegenover elkaar zodat de invoerzijden van de betreffende rollen naar elkaar toe zijn gekeerd. Zoals blijkt uit fig. 3 liggen de invoerzijden van de rollenparen in een gemeenschappelijk opslagvat 66 25 waarin het te sinteren materiaal gebracht wordt door een transporteur 17. Evenals bij de beschreven uitvoeringsvormen kan de transporteur 17 samenwerken met een doctor of schrapermiddelen 21 voor het gladmaken van het materiaal 18, dat door de transporteur 17 wordt vervoerd. Ver-bonden met de afvoerzijde van de betreffende rollenparen 22, 23 en 30 22', 23' is een steunplaat 24 aanwezig, welke onder een hoek helt zoda- nig dat de cakestreng, welke naar omlaag over de plaat 24 beweegt als gevolg van de krachten die daarop worden uitgeoefend door het gedeelte van de cake dat de rollen verlaat, is · niet voldoende groot om de cake over de plaat te doen bewegen onder invloed van zijn eigen gewicht bij 35 een snelheid welke een voortijdig uit elkaar vallen van de cake zou ver-oorzaken.

8120455 - 13 -

Zoals weergegeven in fig. 3 heeft elke zijplaat 24 nabij het einde dat van de rol is afgekeerd een spakenrol 58 welke draaibaar is in een console 67, welke wordt gesteund door een betreffend vertikaal orgaan 63. Evenals bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 2 dienen de spakenrollen 58 5 om de samenhangende ca'ke op de plaat 24 in stukjes van een gegeven afme-ting te breken, welke afmeting afhangt van de ruimte tussen de spaken op de rol en de omtreksnelheid daarvan.

De rollenparen 22, 23 en 22', 23' volgens fig. 3 zijn opgesteld overeenkomstig de rollenparen 22, 23 volgens fig. 1 en 2. De bovenste 10 rol 22 of 22' van het rollenpaar links in de figuur is draaibaar gelegecd'. in .een vast . versteldeel 28, terwijl de onderste rol 23 of 23' van het rollenpaar gelegerd is op een arm 29 van een draaibare twee-armige hefboom, welke draaibaar is bij 30 in het vaste versteldeel 28. De andere arm 31 van de betreffende twee-armige hefboom is draaibaar ver-15 bonden met de zuiger van een zuiger-cilindercombinatie 32, welke het mogelijk maakt dat de hefboom zwenkt in een richting waarbij de rollen 23, 23' naar de rollen 22, 22' worden gedrukt. Evenals bij het beschre-ven rollenpaar is de opstelling zodanig, dat het vlak dat de assen van de rollen 22, 23 en 22', 23' bevat in hoofdzaak haaks op de betreffende 20 zijplaat 24 staat.

Hoewel niet weergegeven in fig. 3 kan elk rollenpaar bestuurd worden door regelmiddelen 44 overeenkomstig die als beschreven met betrek-king tot fig. 1.

Om er zeker van te zijn dat het deeltjesmateriaal 18 in het vat 66 25 voldoende brokkelig is om door de rollen van elk rollenpaar opgenomen te worden, zijn agitatiemiddelen aanwezig om het materiaal in het vat 66 hetzij constant dan wel in bepaalde periodes te roeren. In de weergegeven uitvoeringsvorm bestaan de agitatiemiddelen uit ten minste een zuiger-cilinderinrichting met aan het uiteinde van de zuigerstang 68 een stang 30 69, welke evenwijdig loopt aan de as van de rol en in en uit het mate- .

riaal 18 in het vat 66 kan worden bewogen. De staaf 69 is voorzien van vlakken van een zodanige vorm en afmeting, dat het materiaal wordt geroerd wanneer de staaf de materiaalhoop bereikt en verlaat waardoor klontering wordt voorkomen en een brokkelige massa wordt verkregen.

35 Zoals blijkt uit de/figuur is de cilinder 70 van de zuiger-cilinder- 8120455 - 14 - combinatie via een console 71 met de frameconstructie 62 verbonden.

Bij het in werking zijn wordt materiaal 18 in het vat 66 gebracht door de transporteur 17 en blijft in korrelige toestand als gevolg van de heen en weer beweegbare staaf 69. Het materiaal 18 wordt dan opgenomen 5 door het rollenpaar 22, 23 en 22', 23' en daartussen samengedrukt ter vorming van een cake met de gewenste porositeit, welke porositeit wordt geregeld door bedieningsmiddelen zoals bij de inrichting volgens fig.l. Elke cake beweegt naar omlaag over de steunplaat 24 naar de spakenrol 58, welke de cake in stukjes van gegeven afmeting verdeelt. Deze stukjes 10 vallen op het rooster 10 voor het vormen van een laag 60 op een laag 61 afhankelijk van de stand van de plaat 24 waar de stukjes vanaf vallen, met betrekking tot de bewegingsbaan van het rooster 10, zoals duidelijk uit de figuur blijkt. Voor het vormen van een laag 61 van betrekkelijk grof materiaal kunnen de spaken van de spakenrol 58, welke behoort bij 15 de rollen 22', 23' een grotere afstand hebben dan de spaken op de andere rol 58.

Het is duidelijk dat andere modificaties bij de inrichting volgens de uitvinding mogelijk zijn zonder buiten het kader van de uitvinding te treden. Het paar of de parenrollen kunnen hellen ten opzichte van de 20 langsrichting van het rooster dan wel kail het rollenpaar gescheiden zijn van het zuig-sinterrooster, waarbij het gehele sintermateriaal wordt afgeleverd aan het rooster door middel van geschikte transport-middelen, eventueel via een laad- of opslagbunker.

De gunstige effecten welke kunnen worden verkregen door toepassing 25 van de uitvinding blijken uit de navolgende voorbeelden, waarin de waarden in gewichtsprocenten zijn weergegeven.

Voorbeeld I

Een materiaalmengsel bestaande uit ongeveer 60 % Grangesberg con- centraat GAC (fijnverdeeld concentraat met een hoog ijzergehalte en een 2 30 specifiek oppervlaktegebied van 550 cm /g), ongeveer 32 % van een ander concentraat met een lager ijzergehalte en ongeveer 8 % slakvormer, waarvan 4 % gebrande kalk werd gemengd met 5 % cokesstof, 8 % kalksteen en ongeveer 25 % retoursinter met een deeltjesafmeting onder 6 mm ter vorming van een zuig-sinterladingmengsel. Dit mengsel, dat was samenge-35 steld ter vorming van een hoogbasische sinter, werd bevochtigd tot een 8120455 - 15 - watergehalte van 7 %. Het vochtige mengsel werd gerold ter vorming van een cake, waarvan de porien gevuld werden met water tot ongeveer 85 volumeprocent en welke vervolgens werd gebroken en gezeefd op een wijze als omschreven ten opzichte van fig. 1 en daarin weergegeven, 5 waarbij rollen werden gebruikt met een diameter van 350 mm en een roldruk van ongeveer 400 kp per cm effectieve.rollengte. De zeefsleuven in de zeeftrommel hadden een breedte van 10 mm, waardoor ongeveer 30 % van het materiaal doorheen kon ter vorming van een fijne bovenlaag op het bed van de lading, waarbij een hoogte werd bereikt van ongeveer 320 mm 10 boven de bodemlaag, welke 20 mm hoog was. Het sinteren vond plaats bij een onderdruk van 1500 mm waterkolom. De sintertijd was ongeveer 10 mi- nuten (inclusief een standaardtoevoeging van 2 minuten), waarbij een 2 produktie werd verkregen van ongeveer 42,5 ton per m roosteroppervlak in 24 uur. Onderworpen aan een tuimelproef had het resulterende sinter-15 materiaal, dat hard was gebrand, een waarde van ongeveer 60 %. Het hierbovenstaande toont het resultaat van een aantal opeenvolgende sintertesten voor het verkrijgen van een balans van 25 % input en output retoursinter.(Voor de tuimelproef werd een tuimeltrommel gebruikt met een lengte van 900 mm en een diameter van 990 mm. De lading omvatte 20 20 kg gesinterd materiaal met een deeltj-esafmeting van 20 - 40 mm waarbij de trommel werd gedraaid met 200 omwentelingen per 8 minuten.

Het gewichtspercentage van het behandelde materiaal dat een afmeting had van meer dan 6 mm werd gemeten).

Een lading van deze samenstelling doch ·. behandeld op de gebruike- 25 lijke wijze zonder rollen gaven onder dezelfde omstandigheden een pro- 2 duktie van ongeveer 33 ton per m roosteroppervlak in 24 uur, dat wil zeggen een produktie welke 30 % lager was dan de produktie verkregen onder toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding.

Voorbeeld II

30 Een materiaalmengsel met 60 % Grangesberg concentraat GPC (tot bolletjes gesinterd concentraat met een hoog ijzergehalte en een speci- 2 fiek oppervlaktegebied van 600 cm /g), ongeveer 32 % van een ander concentraat met een lager ijzergehalte en ongeveer 8 % slakvormer waarvan 4 % gebrande klei was, werd ter vorming van een zuig-sinterlading ge-35 mengd met 4 % cokesstof, 8 % kalksteen en ongeveer 22 % retoursinter.

.....8 1 2 0 4 5 5 - 16 - ( < 6 mm). Dit mengsel werd bevochtigd tot een watergehalte van 7 % en gerold overeenkomstig het voorbeeld I ter vorming van een cake waarvan de porien werden gevuld met water tot ongeveer 80 volumeprocenten, waarna de cake werd gebroken door middel van een spakenrol volgens 5 fig. 2 en op een sinterrooster gebracht zonder gezeefd te zijn ter vorming van een bed met een hoogte van ongeveer 350 mm boven de grondlaag welke 20 mm hoog was.

Na het drogen werd een monster van het materiaal gebroken door de spakenrol met de navolgende deeltjesafmetingverdeling.

10 Deeltjesafmeting (mm) Percentage ( % ) > 8 12,2 8-6 26,2 6-4 16,5 4-2 16,3 15 2-1 11,9 1 - 0,2 10,8 < 0,2 6,1

Het sinteren vond plaats overeenkomstig het voorbeeld I en de ver-eiste tijd was 13 minuten (inclusief de hiervoor bedoelde standaard-20 toevoeging van 2 minuten) waarbij na de behandeling een retourbalans 2 werd verkregen van 22 %, bij een produktie van ongeveer 22 ton per m roosteroppervlak in 24 uur. Een tuimeltest als omschreven in voorbeeld I gaf een resultaat van ongeveer 65 %.

Het is duidelijk dat een fijn concentraat als het Grangesberg GPC 25 slechts in zeer kleine hoeveelheden kan worden toegepast bij het maken van een zuig-sinterlading op de gebruikelijke wijze.

Voorbeeld III

Een raateriaalmengsel van ongeveer 60 % Malmberget concentraat MPC 3 (tot bolletjes gesinterd concentraat met een hoog ijzergehalte en een 30 fijnheid welke ongeveer dezelfde was als die van het Grangesberg concentraat GPC), ongeveer 32 % van een ander concentraat met een lager ijzergehalte, en ongeveer 8 % slakvormer, waarvan 4 % gebrande kalk werd gemengd ter vorming van een zuig-sinterladingmengsel, met 4 % cokes-stof, 8 % kalksteen en ongeveer 23 % retoursinter (< 6 mm). Het mengsel 8120455 - 17 - werd bevochtigd tot een watergehalte van 7 % en gerold overeenkomstig het voorbeeld van fig. 1..ter vorming van een cake, waarvan de porien waren gevuld met water tot ongeveer 80 volumeprocent, waarna de cake door middel van een spakenrol volgens fig. 2 werd gebroken en vervol-5 gens gebracht op een sinterrooster zonder gezeefd te zijn ter vorming van een bed met een hoogte van ongeveer 350 mm boven de grondlaag, welke 20 mm hoog was.

Het sinteren geschiedde overeenkomstig het voorbeeld I en vereiste een tijd van 13,5 minuten (inclusief de 2 minuten standaardtoevoegtijd), 10 waarbij na het bereiken van de retourbalans van ongeveer 23 % een pro- 2 duktie van ongeveer 39,5 ton per m roosteroppervlak in 24 uur werd verkregen. De tuimeltest volgens voorbeeld I gaf. een resultaat van ongeveer 63 %.

Het is duidelijk dat een dergelijk fijn concentraat als Malmberget 15 concentraat MPC 3 slechts in zeer kleine hoeveelheden kan worden toege-past wanneer op gebruikelijke wijze een zuig-sinterlading wordt gemaakt.

Uit het bovenstaande blijkt duidelijk, dat de uitvinding een nieuwe methode en een nieuwe inrichting verschaft, waarbij de navolgende voor-delen worden verkregen: 20 1. Een grote permeabiliteit van de lading en een grotere produktie per eenheid van roosteroppervlak, welke kan worden bereikt ongeacht de deeltjesafmeting van het opgebrachte materiaal.

2. Het vochtgehalte van het ladingmengsel kan op een laag niveau worden gehouden dat wordt vereist voor een optimale thermische behande- 25 ling, waarbij brandstof kan worden bespaard.

3. Bij het sinteren kan een kleine onderdruk worden gehandhaafd waarbij een hoge produktie kan worden bereikt en de besparing aan ener-gie welke wordt vereist voor het aandrijven van de ventilatoren.

4. De lading blijft stabiel en zal tijdens het sinteren niet samen- 30 gedrukt worden.

5. Het sinteren kan plaatsvinden zonder bijmenging van ander materiaal dan het retoursintermateriaal.

6. Er kan brandstof met een laag ontstekingsniveau worden gebruikt en brandstof gemengd met de sinterlading kan worden gehandhaafd door 35 toepassing van een grote hoogte van het bed.

812 0 4 5 5....

- 18 - 7. Zeer fijnverdeeld materiaal zoals stof uit de staalbereidings-processen, as uit kolenstookprocessen enz. kan gesinterd worden.

8. Wanneer de lading tussen rollen wordt geperst wordt een lagere roldruk vereist, bijvoorbeeld een lineaire druk van 150 - 1000 kp, 5 bij voorkeur 200 - 800 kp per cm rollengte, waardoor slijtage van de rollen kan worden beperkt.

8120455

Claims (13)

1. Werkwijze voor het maken van een lading (14) van een hoge perme-abiliteit en stabiele constructie op een mobiel zuig-sinterrooster of in een stationaire of mobiele zuig-sinterpan, waarbij een vochtig materiaalmengsel (18) dat gesinterd moet worden wordt samengeperst, 5 bij voorkeur tussen ten minste een stel op druk belaste rollen, ter vorming van een samenhangende cake (19) waarbij de deeltjes welke de cake vormen in hoofdzaak worden samen gehouden door capillaire krachten, de cake in stukjes (38, 39) wordt gebroken van een afmeting welke ge-schikt is voor het vormen van een sintercake, gekenmerkt door de fasen 10 van het instellen van het watergehalte van het materiaalmengsel (18) op een niveau waarbij in hoofdzaak bij de beoogde temperatuur een minimum aan brandstof wordt gebruikt, waarbij de samendrukkende kracht wordt ingesteld ten opzichte van het watergehalte, in hoofdzaak corresponde- . . rende met een minimum brandstofverbruik, terwijl het porienvolume van 15 de resulterende cake (19) niet geheel gevuld wordt met het water dat zich in het mengsel bevindt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de dikte van de samengeperste cake (19) ligt tussen de 4 - 12 mm.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het 20 materiaalmengsel (18) wordt samengedrukt ter vorming van een poreuze cake (19) waarvan het porienvolume tussen 60 - 90 % met water wordt gevuld.

4. Werkwijze volgens conclusies-1 - 3, met het kenmerk, dat de cake (19) in stukjes wordt gebroken met een afmeting van ten hoogste 20 mm, 25 bij voorkeur ten hoogste 15 mm.

5. Werkwijze volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat na het breken van de cake (19) in stukjes, classificatie van de stukjes plaats-vindt in een zeefapparaat (34) ter vorming van een relatief grove-deeltjesmateriaalfractie (38), welke op het rooster (10) wordt gebracht 30 en een fijne deeltjesmateriaalfractie (39) welke op de fractie uit grove deeltjes wordt gebracht, welke classificatie zodanig plaatsvindt dat het grootste gedeelte van het materiaal, bij voorkeur ongeveer 2/3 deel daarvan zich bevindt in de grove deeltjesfractie (18). ......8 1 2 0 4 5 5.................. - 20 -

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat fijnverdeeld toeslagmateriaal (41) zoals fijnverdeelde brandstof, gemengd wordt in de fijne materiaaldeeltjesfractie (39).

7. Inrichting voor het maken van een lading (14) van hoge permeabili-5 teit en stabiele constructie op een mobiel zuig-sinterrooster (10) of in een stationaire of mobiele zuig-sinterpan, welk apparaat middelen (16) omvat voor het samenpersen van een stroom vochtig materiaalmengsel (18) dat versinterd moet worden, ter vorming van een samenhangende cake (19) welke vervolgens in stukjes van bepaalde afmeting wordt gebroken, ter 10 vorming van een lading voor een zuig-sinterproces, gekexlmerkt door middelen (29 - 32, 44, 54) voor het zodanig instellen van de samendrukkende kracht in verhouding tot het watergehalte van het materiaalmengsel (18) dat het porienvolume van de resulterende cake (19) niet geheel gevuld wordt door het water dat zich in het materiaalmengsel bevindt.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat middelen . (17, 20) aanwezig zijn voor het toevoeren van eeh materiaalmengsel (18) in een gegeven hoeveelheid per eenheid van tijd en met een gegeven vochtgehalte aan de samendrukkende middelen (16), welke instelmiddelen (19-32, 44, 54) middelen (54) hebben voor het aftasten van de dikte van 20 de cake (19) en middelen (29 - 32, 44) voor het verhogen of verlagen van de drukkracht afhankelijk van de afwijkingen van de afgetaste cake-dikte ten opzichte van een gekozen instelpuntwaarde, waarbij de porien van de cake gevormd door het samendrukken slechts gedeeltelijk met water worden gevuld.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de samendrukkende middelen (16) bestaan uit ten minste een paar onder druk werkende rollen (22, 23) welke glad of licht gegroefd zijn en dat aan de afvaerzijde van dat stel rollen een steunplaat (24) aanwezig is welke naar omlaag helt vanaf die afvoerzijde en welke de cake (19) kan opnemen 30 en geleiden welke tussen de rollen is gevormd op een plaats bij voorkeur direkt boven het zuig-sinterrooster (10) of de pan, ter plaatse waarvan de cake wordt gebroken in stukjes, terwijl de plaat (24) onder een zo-danige kleine hoek helt dat de wrijving tussen de plaat en de cake voor-komt dat de cake door de zwaartekracht wordt gebroken welke werkt op de 35 cake, terwijl deze zich op de plaat bevindt en het rollenpaar (22, 23) 812 04 5 5.............._......................._ Λ > ................. - - · --......-- ............ - 21 - zodanig is geplaatst dat een vlak dat de beide assen van de rollen bevat in hoofdzaak haaks op de steunplaat staat.

10. Inrichting volgens conclusie 9, wa&rin de samendrukkende midde-len bestaan uit twee stellen op druk belaste rollen (22, 23';. 22', 23'), 5 met het kenmerk, dat het rollenpaar (22, 23; 22', 23') over elkaar , liggen in een open frame (62), dat gemeenschappelijk is voor beide rollenparen, zodat de invoerzijde van de betreffende rollen naar elkaar toe zijn gekeerd, waarbij elke invoerzijde gelegen is binnen een vat (66) voor het opnemen van het materiaal (18) dat samengedrukt moet 10 worden, terwijl de steunplaten (24) nabij de afvoerzijde van het betreffende rollenpaar zodanig ten opzichte van het rooster (10) zijn geplaatst dat de stukjes cake welke van de ene steunplaat (24) komen, een eerste laag (61) van het bed op het rooster (10) vormen en de stukjes cake welke van de andere steunplaat (24) vallen, een tweede laag (60) van 15 het bed op het rooster vormen boven de eerste laag (61) van dat bed.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat middelen (68, 69, 70) aanwezig zijn voor het doen bewegen van het materiaal (18) dat zich in het vat (66) bevindt, teneinde de massa van het materiaal (18) brokkelig te houden.

12. Inrichting volgens conclusie 9 of* 11, met het kenmerk, dat een aandrijfbare spakenrol (58) aanwezig is boven de steunplaat (24) nabij het ondereinde daarvan, welke spakenrol met een variabele snelheid kan worden aangedreven en dient om de cake (19) te breken in stukjes met een bepaalde lengte welke wordt bepaald door de onderlinge afstand van de 25 spaken en de omtrekssnelheid van de spakenrol.

13. Inrichting volgens conclusies 7-12, met het kenmerk dat dit een inrichting (34) bevat boven het rooster (10) of de pan, bij voorkeur in de vorm van een draaiende zeef, voor het classificeren van de produk-ten welke door het breken van de cake worden gevormd, in een betrekkelijk 30 grove deeltjesfractie en een betrekkelijk kleine deeltjesfractie en voor het brengen van de grove deeltjesfractie (38) nabij het rooster en de fijne deeltjesfractie (39) boven op de grove deeltjesfractie, waarbij middelen (40, 42, 43) aanwezig zijn voor het gescheiden toevoeren naar de inrichting (34) van extra fijn deeltjesmateriaal (41) zoals fijn-35 verdeelde brandstof, welke gemengd wordt met de fijne deeltjesfractie (39). 8120455