NL8105516A - Ketting gebreide draagband voor ritssluiting. - Google Patents

Description

-ί*. < κ

Ketting gebreide draagband voor ritssluiting.

De uitvinding heeft betrekking op een ketting-gebreide draagband voor ritssluitingen die geschikt zijn voor toepassing op gebreide stoffen.

Een ketting^gebreide draagband voor ritssluitingen 5 is voorgesteld die een ribbelvrij grof gebied heeft dat zich uitstrekt tussen een paar van in dwarsrichting op afstand van elkaar gelegen in lengterichting lopende ketting^gebreide banen voor het doorlaten van lucht of voor het gemakkelijk bevestigen aan een gebreide stof, terwijl een koppeldraad aanwezig is die 10 de twee banen onderling verbindt over het ribbelvrije grove gebied. Een- van de banen, die is afgekeerd van de sluitelement ondersteunende baudrand, heeft echter eenpLatte onstabiele struk-tuur met alleen maar een onvoldoende mate van stijfheid, die gemakkelijk kan worden getwist of op andere wijze vervormd 15 onder invloed van warmte gedurende de verfstap van het vervaardigen. Met een dergelijke draagband is een gemakkelijke en juiste bevestiging van de ritssluiting aai een gebreide stof moeilijk te bereiken, op welk moment de draagband nauwelijks kan worden geplaatst op een reeks van breinaalden van een 20 koppelmachine of dergelijke zonder hinder. Verder heeft de draagband de neiging om, indien hij is bevestigd aan een gebreide stof, golfvormig of geplooid te worden, hetgeen een lelijk gezicht is.

Volgens de uitvinding omvat een ketting^gebreide 25 draagband voor ritssluitingen een paar van in lengterichting lopende eerste en tweede ketting<gebreide banen die in dwars-richting op afstand van elkaar liggen met een ribbelvrij grof gebied ertussen en onderling verbonden door een koppeldraad die zich uitstrekt over het ribbelvrije grove gebied, waarbij de 30 eerste baan een^Üengterichting lopende van een zoom voorziene rand heeft waarlangs een reeks van sluitelementen moet worden ondersteund. De tweede baan bestaat uit een aantal van draden die dubbel zijn gebreid in een compact rond op een vlecht 8105516 - 2 - * gelijkend stelsel en heeft dus een hogere stijfheid.

Het is dus een oogmerk van de uitvinding om een kettinggebreide draagband voor ritssluitingen te leveren die voldoende bestand is tegen twist, in het bijzonder in en tweede 5 baan van de band, waardoor een gemakkelijk en juist bevestigen van de ritssluiting aan een gebreide stof mogelijk wordt gemaakt, terwijl de draagband kan worden geplaatst op een reeks van breinaalden zonder hinder.

Een ander oogmerk van de uitvinding is het 10 leveren van een kettinggebreide draagband voor ritssluitingen waarin een tweede baan van de band een hogere mate van gelijkmatigheid en sterkte heeft, zodat de band, indien deze is bevestigd aan een gebreide stof, netjes wordt gehouden zonder golfvormig of geplooid te geraken.

15 De uitvinding zal hieronder nader worden toege licht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een aantal uitvoeringsvormen van een draagband volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 een puntdiagram voor een ketting gebreid 20 stofstelsel van een draagband volgens de eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding, en fig. 2 een puntdiagram voor een kettinggebreid stofstelsel van een gewijzigde draagband volgenseen tweede uitvoeringsvorm.

25 Fig. 1 illustreert een kettinggebreide draagband 10 voor ritssluitingen die kan worden gebruikt bij gebreide stoffen. De kettinggebreide draagband 10 is gemaakt op een breimachine met een paar van voorste en achterste geleidingsstangen F en B en heeft dus een dubbelgebreid of dubbelzijdig stelsel. De draagband 30 J0 heeft een paar van eerste en tweede in lengterichting lopende kettinggebreide banen 11 en 12 die in dwarsrichting op afstand van elkaar liggen met een ribbelvrij grof gebied 13 ertussen dat twee ribbels mist. Het ribbelvrije grove gebied 13 kan echter worden gewijzigd in breedte door het kiezen van een geschikt aantal van 35 ribbels dat eruit wordt weggelaten.

De draagband 10 heeft ook een van een zoom voor- 8105516 *

V

- 3 - zien randgedeelte lU waarlangs een reeks van (niet weergegeven) sluit elementen moet worden opgesteld. Het van een zoom voorziene randgedeelte 1U omvat een kerndraad 15 die is gelegd in een patroon van 0-0/0-0, tricotsteken 16 met een patroon van 5 2-0 A-6, en tricotsteken 17 met een patroon van U-6/2-0.

De eerste kettingxgebreide baan 11, die aansluit op het van een zoom voorziene randgedeelte 1^, heeft een aantal van een lengterichting lopende ribbels 18 die kettingsteken 19 omvatten met een patroon van 2-0/0-2/0-2. De eerste baan 11 10 bevat ook tricotsteken 20 met een patroon van 2-U/2-0, en een

aantal inslagdraden 21 die zijn gelegd in een patroon van 0-0 A-V

6-6 AA.

Dejeerste en tweede ketting/gebreide banen 11 en 12 zijn onderling verbonden door een koppeldraad 2b die is gelegd 15 in een patroon van 0-0/8-8/6-6/8-8/8-8/0-0/2-2/0-0. De op deze wijze gelegde koppeldraad 2b heeft op een ladder gelijkende evenwijdige gedeelten 25 die op gelijke intervallen op afstand van elkaar zijn langs en zich uitstrekkende tussen de uiterste tegenover gelegen ribbels 18a, 26 van de twee banen 11 en 12 20 in dwarsrichting over het ribbel vrije grove gebied 13, waarbij een opeenvolging van in hoofdzaak rechthoekige openingen 27 wordt geleverd langs het ribbelvrije grove gebied 13.

De tweede ketting gebreide baan 12 heeft een compact rond op een vlecht gelijkend stelsel dat tricotsteken 25 22 bevat met een patroon van U-6/2-0, en tricotsteken 23 met een patroon van 2-0A-6. De tweede baan 12 die op deze wijze is opgebouwd, heeft een voldoende mate van gelijkvormigheid en stijfheid en is dus bestand tegen twist of andere vervorming onder invloed van warmte gedurende de verfstap van 30 het vervaardigen, waardoor de ritssluiting in staat is om te worden bevestigd aan een gebreide stof op gemakkelijke en juiste wijze, terwijl de draagband 10 kan worden gezet op een reeks van breinaalden van een koppelmachine of dergelijke zonder hinder. Verder zal de draagband 10, indien bevestigd aan een 35 gebreide stof, een aantrekkelijk uiterlijk houden zonder 8105516 •i? ft - k - golfvormig of geplooid te geraken.

Fig. 2 illustreert een gewijzigde draagband 30 van een tweede uitvoeringsvorm. De draagband 30 heeft een dubbel-gebreide struktuur die gelijkt op die van de draagband 10 5 van figuur 1 en wijkt daarvan slechts af, doordat de tweede baan 12 behalve de tricotsteken 22 en 23» een kerndraad 31 bevat die is gelegd in een patroon van 0-0/0-0, en tricotsteken 32 met een patroon van 2-k/2-0. De tricotsteken 22, 23 en 32 omringen gezamenlijk de kerndraad 31 en grijpen deze stevig 10 vast, waardoor de tweede baan 12 compact en stijf wordt gemaakt. Met de draagband 30 kunnen dezelfde resultaten worden bereikt als met de uitvoeringsvorm van fig. 1.

In een willekeurige van de uitvoeringsvormen van fig. 1 en 2 kan de eerste baan 11 een gewoon gebreide 15 struktuur hebben als een alternatief tot de dubbel gebreide struktuur.

Binnen het kader van de conclusies vallen ook andere uitvoeringsvormen dat in de tekening zijn weergegeven.

8105516

Claims (4)

1. 2. Ketting-gebreide draagband volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat de tweede baan tricotsteken bevat met een patroon van H-6/2-0, en tricotsteken met een patroon van 2-0/U-6.
2. 3. Ketting-gebreide draagband volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de tweede baan verdere tricotsteken bevat met een patroon van 2-4/2-Q.
3. 20 Ketting-gebreide draagband volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de tweede baan verder een kerndraad bevat die is gelegd in een patroon van 0-0/0-0.
4. 5. Draagband zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 25 8 1 0 5 5 1 δ